Kosten-batenanalyse Basisregistratie Ondergrond

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kosten-batenanalyse Basisregistratie Ondergrond"

Transcriptie

1 Kosten-batenanalyse Basisregistratie Ondergrond Eindrapport Opdrachtgever: Ministerie van VROM ECORYS Nederland BV i.s.m. Grontmij Nederland BV Walter Hulsker Arjan Koopman Frank van Zutphen Rob Heijer Rotterdam, oktober 2007 II16168

2

3 ECORYS Nederland BV Postbus AD Rotterdam Watermanweg GG Rotterdam T F E netherlands@ecorys.com W K.v.K. nr ECORYS Regio, Strategie & Ondernemerschap T F Kosten-batenanalyse Basisregistratie Ondergrond 3

4 4 Kosten-batenanalyse Basisregistratie Ondergrond

5 Inhoudsopgave Samenvatting 7 1 Inleiding Achtergrond Vraagstelling Conceptueel kader: de OEI-methodolgie Gehanteerde werkwijze Leeswijzer 14 2 Basisregistratie Ondergrond Inleiding Projectalternatief Inleiding Klantgroepen Gegevensset Tijdpad Nulalternatief Schematisch Mogelijke effecten BRON Bouwprojecten Beheerprojecten Beleidsstudies en planstudies Overig gebruik gegevens ondergrond Mogelijke effecten 27 3 Kosten en baten BRON Inleiding Algemene uitgangspunten Overzicht maatschappelijke kosten en baten Kosten en baten per object Gevoeligheidsanalyse Kosten en baten in perspectief 37 4 Toelichting op de kosten Inleiding Totale kosten Investeringskosten Verplicht gebruik Juridische en coördinatiekosten 40 Kosten-batenanalyse Basisregistratie Ondergrond 5

6 4.4 Beheerkosten Kosten beheerorganisatie Verplichte terugmelding 43 5 Toelichting op de baten Inleiding Totale baten Verbetering efficiency oriëntatiefase Verbetering kwaliteit oriëntatiefase Vermindering eigen verkenningen oriëntatiefase en voorontwerpfase Vermindering verkenning voor regionale karteringen Vermindering beheerkosten als gevolg van uitvoering van de wet verbrede watertaken gemeenten Indirecte/externe effecten Ondergrondse infrastructuur en gebruiksrechten Ondergrondse infrastructuur Gebruiksrechten Thematische kaarten (type 1 en 2) 55 Bijlage 1 Overzicht geïnterviewde personen 57 6 Kosten-batenanalyse Basisregistratie Ondergrond

7 Samenvatting Achtergrond en doelstelling Het ministerie van VROM onderzoekt of het wenselijk is om een basisregistratie ondergrond (BRON) aan te wijzen. In deze basisregistratie wordt zowel de geologische als de bodemkundige ordening van de ondergrond opgenomen. Op dit moment wordt al veel informatie over de ondergrond bijgehouden in de registraties DINO (door TNO) en BIS (door Alterra). Het is de vraag in hoeverre het voor de maatschappij van belang is om deze registraties samen uit te laten groeien tot een basisregistratie ondergrond van Nederland. Ten behoeve van de besluitvorming is er de wens om meer inzicht te krijgen in hoeverre de BRON voldoende maatschappelijke voordelen oplevert. Met deze rapportage wordt voldaan aan deze wens. Het doel van het onderzoek is dan ook: Het opstellen van een maatschappelijke kosten-batenanalyse van de basisregistratie ondergrond, waarbij voor alle partijen in de maatschappij de kosten en de baten in kaart worden gebracht. Resultaten op hoofdlijnen In de onderstaande figuur zijn de resultaten weergegeven van de maatschappelijke kosten-batenanalyse. Wij hebben hier een periode van 15 jaar beschouwd. De invoering van de BRON leidt tot een voordeel voor de maatschappij van ongeveer 7,7 miljoen euro (netto contante waarde of NCW). Een gevoeligheidsanalyse laat zien dat de resultaten voldoende robuust zijn. Het is daarmee interessant voor Nederland om te investeren in de BRON. De investering in de BRON zijn na iets meer dan 6 jaar terugverdiend. Figuur 1 Resultaten maatschappelijke kosten-batenanalyse (NCW, in mln. euro) Kosten Baten Saldo 5 0 Maatschappelijke kosten-batenanalyse Kosten-batenanalyse Basisregistratie Ondergrond 7

8 Kosten van de BRON De BRON kost de maatschappij in totaal circa 12,9 miljoen euro (netto contante waarde). Hiervan bedragen de eenmalige investeringskosten 0,5 miljoen euro (netto contante waarde) en de beheerkosten 12,4 miljoen euro (netto contante waarde). Voor invoering van de BRON hoeven nauwelijks investeringskosten gemaakt te worden aangezien voortgebouwd kan worden op het systeem van DINO-BIS (één loket). De kosten tijdens de beheerfase (exploitatiefase) bestaan uit kosten die gemaakt moeten worden voor de centrale beheerorganisatie en de kosten voor verplichte terugmelding bij zowel de beheerorganisatie als de gebruikers. De jaarlijkse beheerkosten zijn circa 1,2 miljoen euro per jaar. Baten van de BRON De baten van de BRON bedragen tenminste 20,6 miljoen euro (netto contante waarde). De jaarlijkse baten van de BRON liggen tussen 2,3 miljoen euro en 2,9 miljoen euro De belangrijkste gekwantificeerde voordelen van de BRON hebben betrekking op de vermindering van efficiency en kwaliteit in de oriëntatiefase, vermindering eigen verkenningen in oriëntatiefase en voorontwerpfase, verbetering verkenningen voor regionale karteringen en vermindering beheerkosten als gevolg van uitvoering van de wet verbrede watertaken gemeenten. In de oriëntatiefase wordt voor elk project een uitgebreide inschatting gemaakt van de opbouw of eigenschappen van de ondergrond. In de BRON komen steeds meer ondergrondgegevens waardoor steeds meer gegevens beschikbaar komen en minder secundaire datasets geraadpleegd hoeven te worden. Zonder BRON (het nulalternatief) wordt informatie ingewonnen via DINO en BIS, uit het eigen projectarchief, bij de opdrachtgever, etc.. Met de invoering van de BRON is het niet meer nodig om gebruik te maken van meerdere secundaire datasets en kan uit de BRON de informatie over de ondergrond gehaald worden. Gebruikers die voorheen gebruik maakten van DINO en BIS zullen met de invoering van de BRON minder tijd kwijt zijn aan het verzamelen van ondergrondgegevens. Het inwinnen van ondergrondinformatie kan zodoende efficiënter uitgevoerd worden. Gebruikers van ondergrondinformatie die voor de invoering van de BRON geen gebruik maakten van DINO en BIS gegevens hebben een kwaliteitsvoordeel. Een belangrijk uitgangspunt dat we hierbij hanteren is dat eventuele fouten in de oriëntatiefase worden rechtgetrokken in de fase van het voorontwerp dan wel definitief ontwerp. Het kwalitatieve voordeel wordt gerealiseerd doordat de kosten die gemaakt worden voor het rechtzetten van fouten hoger is dan de kosten die gemoeid gaan met het eerst opzoeken van de gegevens. De kwaliteit van de besluiten op basis van de ondergrondgegevens worden verhoogd, resulterend in meer draagvlak. Door hergebruik van bestaande informatie zijn minder aanvullende eigen verkenningen nodig in de oriëntatiefase en voorontwerpfase. Het hergebruik van informatie neemt toe naarmate de hoeveelheid beschikbare informatie toeneemt. 8 Kosten-batenanalyse Basisregistratie Ondergrond

9 Bij bepaling van deze baat maken we onderscheid naar boringen, sonderingen en laboratoriumanalyses. Voor boringen en sonderingen zijn de dekking en de ontwikkeling van de dekking na invoering van de BRON van belang voor de baat. Een grotere dekking betekent namelijk dat meer gegevens beschikbaar zijn en minder aanvullende eigen verkenningen hoeven worden gedaan. Bij laboratoriumanalyses wordt het voordeel gerealiseerd als gevolg van de vermindering van het aantal boringen. Voor het maken van regionale karteringen wordt gebruik gemaakt van de alle beschikbare (zowel diep als ondiep) ondergrondinformatie. Met de invoering van de BRON komt meer informatie beschikbaar die gebruikt kan worden voor het maken van deze karteringen. Hiervoor zijn ondiepe boringen nodig. Doordat de marktdekking van het aantal boringen toeneemt door de BRON zijn ook minder aanvullende verkenningen nodig om een regionale kartering te maken. Vanuit de wet verbrede watertaken gemeenten die momenteel in de Eerste Kamer ligt, moeten alle gemeenten een loket vormen waar burgers en bedrijven terecht kunnen met hun vragen en klachten over grondwater. Gemeenten zullen hierin gaan samenwerken met de regionale milieudiensten om deze informatie te beheren. De invoering van de BRON kan voor deze partijen een voordeel opleveren doordat minder beheerkosten gemaakt hoeven te worden. Het voordeel komt doordat gegevens beheerd gaan worden in de BRON en niet via eigen systemen. Naast de door ons gekwantificeerde baten treden ook baten op die wij niet in geld hebben uitgedrukt. Voorbeelden hiervan zijn: nieuwe toepassingen/interpretaties; uitoefening en vereenvoudiging handhavingstaken; verhoging van de veiligheid; beter inzicht in oorzaak en mogelijkheden van preventie van ondergrondgerelateerde calamiteiten; verbetering beleid. Conclusies Op grond van de voor de BRON opgestelde kosten-batenanalyse kunnen de volgende conclusies worden getrokken: De invoering van de BRON levert voor de maatschappij baten op die in omvang opwegen tegen de te maken kosten. De gevoeligheidsanalyse laat zien dat de resultaten van de kosten-batenanalyse voldoende robuust zijn. Dit betekent dat het interessant is om te investeren in de basisregistratie ondergrond. Kosten-batenanalyse Basisregistratie Ondergrond 9

10 10 Kosten-batenanalyse Basisregistratie Ondergrond

11 1 Inleiding 1.1 Achtergrond Het in 2000 gestarte en inmiddels afgeronde programma Stroomlijning Basisgegevens (SBG) heeft een impuls gegeven aan de (door)ontwikkeling van een stelsel van zes basisadministraties. Op dit moment wordt in aanvulling op het stelsel van de zes basisregistraties naar andere mogelijke basisregistraties gekeken. Op dit moment wordt door het ministerie van VROM onderzocht of het wenselijk is een basisregistratie ondergrond (BRON) aan te wijzen. In deze basisregistratie wordt zowel de geologische als de bodemkundige ordening van de ondergrond opgenomen. In de ondergrond worden vijf verschillende objecten onderkend (verkenningen, ruimtelijke eenheden (+ thematische kaarten type 1), thematische kaarten type 2, infrastructuur ten behoeve van het gebruik van de ondergrond (dus niet de kabels en leidingen) en gebruiksrechten). 1.2 Vraagstelling Op dit moment wordt al veel informatie over de ondergrond bijgehouden in de registraties DINO (door TNO) en BIS (door Alterra). Het is de vraag in hoeverre het wenselijk is voor de maatschappij om deze registraties samen uit te laten groeien tot een basisregistratie ondergrond van Nederland. Voor de basisregistratie ondergrond is een schetsontwerp gemaakt 1. Het schetsontwerp bevat vijf objecten, te weten: verkenning, ruimtelijke eenheden (+thematische kaarten type 1), thematische kaarten type 2, ondergrondse infrastructuur en gebruiksrechten. Binnen de basisregistratie ondergrond worden vier domeinen onderkend: 1. Het domein met informatie over de geologische en bodemkundige opbouw 2. Het domein met gegevens die verzameld zijn om informatie over de milieukwaliteit van de ondergrond te vergaren 3. Het domein met gegevens die verzameld zijn om kennis van de archeologische (verwachtings-)waarde van de ondergrond te verkrijgen 4. Ondergrondse infrastructuur en gebruiksrechten als objectinformatie. 1 Ministerie van VROM (2006), Schetsontwerp basisregistratie ondergrond Kosten-batenanalyse Basisregistratie Ondergrond 11

12 Het is de bedoeling dat de besluitvorming over de invoering van de basisregistratie ondergrond in 2007 wordt genomen. Om bestuur en politiek in staat te stellen positief te besluiten over de basisregistratie ondergrond, zal het ministerie van VROM het Kabinet moeten overtuigen dat invoering van deze basisregistraties voldoende maatschappelijke voordelen oplevert. Hiervoor is het noodzakelijk een solide analyse van kosten en baten uit te voeren, welke een belangrijk element gaat vormen in de besluitvorming. Het doel van het onderzoek is dan ook: Het opstellen van een maatschappelijke kosten-batenanalyse van de basisregistratie ondergrond, waarbij voor alle partijen in de maatschappij de kosten en de baten in kaart worden gebracht. 1.3 Conceptueel kader: de OEI-methodolgie De OEI-methodologie vormt in Nederland de leidraad voor de uitvoering van kostenbatenanalyses 2. De OEI-methodologie is in beginsel bedoeld voor infrastructurele projecten. In het verleden heeft ECORYS aan de hand van deze methodiek ook diverse kosten-batenanalyses uitgevoerd voor ICT-projecten met een nationale impact, waarbij is gebleken dat deze methodiek uitstekend geschikt is voor dergelijke kostenbatenanalyses 3. Alle in het verleden uitgevoerde kosten-batenanalyses van projecten binnen het stelsel van basisregistraties zijn uitgevoerd met behulp van de OEI-methodologie door ECORYS. Recente voorbeelden zijn de Actualisatie baten Basisbedrijvenregister, Kosten-batenanalyse BGR en BRA en Actualisatie en verbetering business case startpakket. Daar deze methodologie robuust, in de praktijk bruikbaar en algemeen geaccepteerd is (onder andere door het CPB), willen wij deze eveneens voor de kostenbatenanalyse van de basisregistratie ondergrond hanteren. Conform de OEI-leidraad worden voor het in kaart brengen van de kosten en de baten van de BRON de volgende stappen ondernomen: 1. Definiëring projectalternatief: hierbij wordt aangegeven hoe de voorgenomen ontwikkelingen er uit zullen zien als het project BRON wordt uitgevoerd. 2. Definiëring nulalternatief: dit is de vaststelling van de ontwikkelingen wanneer het project BRON niet wordt uitgevoerd. 3. Bepaling van de kosten 4 en de baten: een maatschappelijke kosten-batenanalyse (KBA) geeft zicht op alle relevante effecten van een project op de maatschappelijke welvaart Volgens een recent kabinetsbesluit dient voor projecten van nationaal belang een maatschappelijke kosten baten analyse (KBA) gemaakt te worden. Deze dient uitgevoerd te worden conform de in het kader van OEEI geschreven Evaluatie van Infrastructuurprojecten. Leidraad voor Kosten-Batenanalyse (CPB/NEI, 2000). OEI staat voor Overzicht Effecten Infrastructuur. Zie bijvoorbeeld ECORYS & Dialogic (2002), Verkenning kosten en baten RYX of ECORYS (2002), Kosten-batenanalyse van een stelsel van basisregistraties. Met kosten wordt in dit geval bedoeld: de meerkosten van het realiseren van de basisregistratie ondergrond. Dit is overigens voorgeschreven vanuit de OEI-leidraad. Hiermee wordt onderzoeksvraag 1 uit de oorspronkelijke offerte beantwoord. 12 Kosten-batenanalyse Basisregistratie Ondergrond

13 4. Uitzetten van de kosten en de baten in de tijd. Door de kosten en baten in de tijd uit te zetten, is het mogelijk om financiële indicatoren vast te stellen aan de hand waarvan de aantrekkelijkheid van de investering kan worden bepaald. In een kosten-batenanalyse conform de OEI-richtlijnen worden primair drie soorten effecten beschouwd: Directe effecten: de voor- en nadelen van het projectalternatief ten opzichte van het nulalternatief voor de beheerders en de gebruikers (alle overheidsinstellingen die de gegevens uit de basisregistratie ondergrond gaan afnemen) van de data in het basisregistratie ondergrond. Indirecte effecten: de effecten die voortvloeien uit de directe effecten van het project, preciezer gesteld: de doorwerking van directe effecten via transacties en anderszins naar andere actoren in de economie. Dit zijn de leveranciers van de data (burgers, bedrijven en instellingen) en de eindgebruikers van de data (burgers, bedrijven en instellingen). Externe effecten: dit betreft de effecten die moeilijk in geld uit te drukken zijn omdat markten en dus prijzen ontbreken. Bij veel projecten gaat het hier om gevolgen van een project voor het milieu, natuur en veiligheid. Voor de basisregistratie ondergrond betreft het de niet in prijzen en geld uit te drukken effecten, zoals de gevolgen van de basisregistratie ondergrond voor de kwaliteit van de dienstverlening van de overheid. De externe effecten komen terecht bij zowel de leveranciers van de data, de beheerders van de data, de gebruikers van de data en de eindgebruikers van de data (burgers, bedrijven en instellingen). 1.4 Gehanteerde werkwijze Om de kosten en baten van de basisregistratie ondergrond in kaart te kunnen brengen, hebben we een aantal stappen doorlopen. Allereerst hebben we alle relevante informatie verzameld en bestudeert. Hierbij hebben we onder andere gekeken naar programmaplannen, beleidsnotities, haalbaarheidsstudie en het schetsontwerp. Op basis van de hieruit verkregen informatie en de gevoerde gesprekken met TNO en Alterra is vervolgens het project- en nulalternatief opgesteld. De notitie waarin deze alternatieven beschreven staan, is vervolgens besproken en aangescherpt en heeft de basis gevormd voor de gesprekken met gebruikers. Om een goede inschatting te kunnen maken van de effecten van de invoering van de BRON zijn vervolgens interviews gevoerd met gebruikers (als diverse ministeries, enkele provincies, waterschappen, gemeenten en het bedrijfsleven). Bijlage 1 vormt een overzicht van alle partijen waarmee gesproken is. De resultaten van de interviews hebben we gebruikt en inhoudelijk getoetst in een interne (ECORYS-Grontmij) workshop. De bovengenoemde stappen hebben geresulteerd in een opstelling van de kosten- en batenposten. Een eerste aanzet van deze posten hebben we gepresenteerd aan de begeleidingscommissie. Naar aanleiding van de reacties tijdens deze bijeenkomst hebben we de posten nader onder de loep genomen en nogmaals getoetst bij diverse partijen. De kosten en baten zoals opgenomen in deze rapportage zijn het resultaat van bovengenoemde stappen. Kosten-batenanalyse Basisregistratie Ondergrond 13

14 Tot slot hebben we gekeken hoe robuust de resultaten zijn door het uitvoeren van een gevoeligheidsanalyse. Op deze manier is meer inzicht verkregen in de betrouwbaarheid van de resultaten en in de zogenaamde minimale variant (wanneer is het project nog net interessant). 1.5 Leeswijzer Na dit inleidende hoofdstuk 1 met de vraagsteling en het conceptuele kader van het onderzoek, volgen in hoofdstuk 2 de uitgangspunten van de BRON welke wij hebben gebruikt om de kosten en opbrengsten te bepalen. In hoofdstuk 3 worden vervolgens de kosten en de baten weergegeven en conclusies getrokken over de rentabiliteit van de BRON. De volgende twee hoofdstukken 4 en 5 gaan vervolgens dieper in op respectievelijk de kosten en de baten. De belangrijkste bevindingen en conclusies zijn in de managementsamenvatting (PM) voor in dit rapport te vinden. In bijlage 1 is een lijst van de geïnterviewde personen opgenomen. De opbouw van de rapportage is daarmee als volgt. Voor de lezer met weinig tijd voldoet het lezen van de managementsamenvatting van deze rapportage. Voor de lezer die een goed beeld op hoofdlijnen wenst te krijgen voldoet het om hoofdstuk 2 en hoofdstuk 3 door te nemen. De lezer die inzicht wenst in gedetailleerde informatie wordt aangeraden om ook de hoofdstukken 4 en 5 te bekijken. 14 Kosten-batenanalyse Basisregistratie Ondergrond

15 2 Basisregistratie Ondergrond 2.1 Inleiding Dit hoofdstuk gaat in op de Basisregistratie Ondergrond (BRON). In de tweede paragraaf worden de ontwikkelingen beschreven wanneer de BRON wordt ingevoerd (het projectalternatief). In paragraaf drie gaan we in op de relevante ontwikkelingen wanneer er geen BRON komt (het nulalternatief). In paragraaf vier worden het project- en nulalternatief naast elkaar gezet. De laatste paragraaf geeft een eerste inzicht in de effecten. In latere hoofdstukken wordt daar dieper op ingegaan. 2.2 Projectalternatief Inleiding Het projectalternatief beschrijft de ontwikkelingen die optreden als gevolg van de invoering van de BRON. De BRON is bedoeld als basisregistratie voor de ondergrond. Voor de basisregistratie is een schetsontwerp gemaakt vanuit het perspectief van het gebruik van informatie over de ondergrond door de Nederlandse overheid. Het schetsontwerp bevat vijf objecten, te weten: verkenningen, ruimtelijke eenheden (+ thematische kaarten type 1), thematische kaarten type 2, ondergrondse infrastructuur en gebruiksrechten. Het is de bedoeling dat informatie met betrekking tot de ondergrond in de BRON opgenomen wordt. De informatie over de opbouw van de ondergrond wordt verkregen door het uitvoeren van verkenningen. Dat zijn locaties in Nederland of het Nederlandse deel van het continentale plat, waar de opbouw van de ondergrond verkend is door middel van een waarneming op een punt, langs een lijn of in een vlak. De resultaten van deze verkenningen worden vertaald naar driedimensionale modellen, opgebouwd uit ruimtelijke eenheden. Deze driedimensionale modellen worden ook wel platgeslagen weergegeven op kaarten en profielen. In het kader van dit onderzoek worden dit thematische kaarten type 1 genoemd. Bij het 2 de type thematische kaarten, is naast de verkenningen en de ruimtelijke eenheden, een extra gegeven toegevoegd (mogelijk uit een andere registratie) of een aanvullende analyse uitgevoerd. De type 2 thematische kaarten die zijn meegenomen, zijn kaarten waarvoor voor het gebruik een wettelijke basis bestaat. Kosten-batenanalyse Basisregistratie Ondergrond 15

16 Binnen de basisregistratie ondergrond worden 4 domeinen onderkend (zie figuur 2.1), Domeinen 1 tot en met 3 hebben betrekking op de opbouw van de ondergrond. Het eerste domein bevat informatie over de geologische en bodemkundige opbouw van de ondergrond, het tweede domein betreft informatie over de milieukwaliteit van de ondergrond en in het derde domein zitten gegevens met betrekking tot de archeologische (verwachtingswaarde) van de ondergrond. In het vierde domein worden ondergrondse infrastructuur en gebruiksrechten als objectinformatie opgenomen. Figuur 2.1 Afbakening basisregistratie ondergrond Deze kosten-batenanalyse is gericht op domeinen 1 en 4, ofwel de informatie over de geologische en bodemkundige opbouw van de ondergrond en de ondergrondse infrastructuur en gebruiksrechten. Uitgangspunt van de basisregistraties is dat overheidsinstellingen verplicht gebruik moeten maken van de gegevens uit de basisregistratie. Het achterliggende idee (eenmalige registratie, meervoudig gebruik) vormt ook de basis voor alle basisregistraties. Voor de BRON geldt hetzelfde. Private partijen kennen deze verplichting niet, tenzij het werk in opdracht van een overheidsinstantie wordt uitgevoerd. Overheidsinstellingen hebben ook de verplichting om nieuwe informatie en geconstateerde onjuistheden in gegevens terug te melden aan de beheerder van de BRON (terugmeldplicht). De beheerder (registerhouder) is verantwoordelijk voor verstrekking en terugmelding van gegevens en de controle of de aangeleverde gegevens aan de NENnormen voldoen. Nadrukkelijk betekent dit niet per definitie dat de beheerder zelf de juistheid van gegevens onderzoekt. Ook hier geldt dat deze verplichting niet geldt voor private partijen zolang zij niet in opdracht van een overheidsinstantie werken. 16 Kosten-batenanalyse Basisregistratie Ondergrond

17 In vergelijking met andere basisregistraties zal in de BRON niet zo zeer een terugmelding van fouten plaatsvinden, maar zal het veelal gaan om vernieuwing en completering van gegevens. De gegevens zoals die zijn opgenomen zijn namelijk veelal niet fout, maar aan verandering onderhevig. Zodra nieuwere informatie beschikbaar komt, zal dit leiden tot het aanpassen en opnemen van aanvullende gegevens. Gegevens in de BRON zullen verschillen in kwaliteit, maar de kwaliteit van de gegevens is bekend. Bij aanlevering van de gegevens vindt standaard een controle plaats op de aangeleverde gegevens. Wij gaan er vanuit dat er een standaard komt waaraan alle aangeleverde gegevens moeten voldoen om opgenomen te worden in de BRON. Voor gegevens die niet aan dit standaard voldoen wordt extra informatie opgevraagd of het gegeven wordt niet opgenomen. Voor het BRON-systeem wordt gebruik gemaakt van de al bestaande infrastructuur van DINO. Het is niet nodig om een compleet nieuwe infrastructuur (systeem) te ontwikkelen voor het ontsluiten van de gegevens. Met enkele relatief beperkte aanpassingen (extra server, e.d.) kunnen alle gegevens ingevoerd en ontsloten worden met behulp van de DINO infrastructuur. De kwaliteit van de aangeleverde gegevens wordt gewaarborgd door een controle op de administratieve juistheid en plausibiliteit van de meetgegevens. In de BRON worden ook de ondergrondse infrastructuur en gebruikrechten opgenomen. De gegevens die nu al in DINO zijn opgenomen, komen in de BRON. Maar ook gegevens omtrent ondergrondse infrastructuur en gebruiksrechten die nu nog verspreid zitten bij diverse overheidsinstanties of waar nog geen registratie voor bestaat, komen in de BRON. In het nulalternatief (zie paragraaf 2.3) gaan we uit van ontsluiting van de DINO en BIS ondergrondgegevens via één loket. Voor het projectalternatief geldt dit als een uitgangspunt waarop voortgebouwd gaat worden. Ondergrondgegevens van zowel DINO als BIS gaan gebruikt worden voor allerlei toepassing met betrekking tot de ondergrond. Net als in het nulalternatief laten we de actualisatie van een deel van de BIS-gegevens buiten beschouwing Klantgroepen Uiteindelijk worden alle overheidsinstellingen verplicht gebruik te gaan maken van de BRON. Hiermee wordt verondersteld dat alle nieuwe verkenningen in de BRON opgenomen gaan worden. Veelal voeren overheidsinstellingen niet zelf de verkenningen uit, maar vinden ze wel plaats in opdracht van een overheidsinstantie. Een weg wordt bijvoorbeeld in opdacht van een overheidsinstantie (Rijkswaterstaat, gemeente, e.d.) aangelegd. De boringen en sonderingen die de aannemer doet, worden zodoende namens deze overheidsinstantie uitgevoerd. De aannemer krijgt vanuit de overheidsinstantie de plicht mee om de ondergrondgegevens (eventueel via de overheidsinstantie) aan de basisregistratie te leveren. Verkenningen in opdracht van private partijen (bijvoorbeeld voor woningbouw) vallen niet onder het verplicht gebruik en de terugmeldplicht. In de tabel hieronder staan de verschillende klantgroepen van de BRON weergegeven. Met betrekking tot de verzelfstandigde overheidsinstellingen (ZBO s) is aangenomen dat slechts een zeer beperkt aantal instellingen vanuit hun taakstelling ook daadwerkelijk als klant van de BRON kan worden aangemerkt. Kosten-batenanalyse Basisregistratie Ondergrond 17

18 Gewesten en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden zijn in deze analyse niet meegenomen als een aparte klantgroep aangezien deze al een aansluiting hebben via de afzonderlijke gemeenten. Hierbij wordt uitgegaan van de overheidsinstanties die BRON verplicht zijn te gebruiken. Tabel 2.1 Overzicht klantgroepen BRON Klantgroepen Overheid Privaat Totaal Ministeries 4 4 Zelfstandige overheidsinstellingen Bedrijfs- en productschappen Provincies Waterschappen Gemeenten Niet overheidsorganisaties > > Totaal 525 > > Bron: en TNO-DINO Om gebruik te kunnen maken van DINO als basis voor de BRON, hoeven gebruikers nauwelijks aanpassingen te doen aan hun ICT-infrastructuur aangezien communicatie veelal via internet plaatsvindt. Deze investeringen zullen relatief beperkt zijn en vooral betrekking hebben op (automatische) communicatie van raadplegen en aanleveren (terugmelden) van gegevens en integreren in de werkprocessen. Voor de organisaties die reeds gebruik maken van DINO zijn deze aanpassingen niet benodigd Gegevensset In de BRON komen zowel gegevens over verkenningen als van ruimtelijke eenheden (thematische kaarten type 1), thematische kaarten type 2, ondergrondse infrastructuur en gebruiksrechten. In onderstaand tabel staan per objecttype de in de basisregistratie opgenomen aantallen. Deze gegevens zijn gebaseerd op de gegevens uit het schetsontwerp. Tabel 2.2 Overzicht objecttypen en gegevens in BRON Objecttype Verkenningen Ruimtelijke eenheden (Thematische kaarten type 1) Thematische kaarten type 2 Gegeven Boringen Bodemprofiel Sondering Grondwaterpeiling Monsteranalyses Seismische opname Bodemtypen Geologisch laagpakket Breuken Grondwaterlichamen Voorkomen Goede slechte bodemkaart Gevoeligheid nitraat 18 Kosten-batenanalyse Basisregistratie Ondergrond

19 Objecttype Ondergrondse infrastructuur Gebruiksrechten Gegeven Opbrengst delfstoffen Infrastructuur voor winning Infrastructuur voor opslag Recht op het winnen van ondergrondse natuurlijke hulpbronnen Recht op het bergen/opslaan van (rest)stoffen Voor verkenningen geldt dat het hier gaat om punt- of lijngegevens. De gegevens die feitelijk geregistreerd worden bij boringen, sonderingen, et cetera. Voor de ruimtelijke eenheden en thematische kaarten type 2 betreffen het interpretaties. Infrastructuur en gebruiksrechten betreffen feitelijke data die eveneens in de basisregistratie opgenomen worden. Een deel van de gegevens over ondergrondse infrastructuur en gebruiksrechten zijn slechts in beperkte mate openbaar worden vanwege de vertrouwelijkheid van deze gegevens. Het gebruik van BRON door overheidsinstanties zal gratis zijn. Private partijen kunnen een abonnement nemen voor het gebruik van de BRON. Een optie ter stimulering van het gebruik is om de BRON ook voor private partijen gratis te maken Tijdpad Medio 2007 vindt de besluitvorming over de invoering van de BRON plaats. Dit houdt in dat vanaf eind 2007 de eerste investeringen worden gedaan voor een beheersysteem voor de gegevens van de BRON. Vanaf 2010 zijn alle partijen aangesloten en is het systeem volledig operationeel. Tabel 2.3 Indicatie ontwikkeling BRON Medio 2007 Eind 2007 Begin 2010 Stap Besluitvorming Bouwen beheersysteem BRON volledig operationeel 2.3 Nulalternatief Het nulalternatief beschrijft de te verwachten ontwikkelingen wanneer de BRON niet wordt opgezet. Dit is niet hetzelfde als de huidige situatie. Om de effecten zuiver aan de BRON toe te kunnen rekenen is het van belang om de effecten van ontwikkelingen die ook zonder de invoering van de BRON plaatsvinden mee te nemen in de analyse. Alle gegevensbestanden bij de toekomstige gebruikers van BRON verschillen in kwaliteit en detailniveau, uniformiteit van opname en beschrijving van de gegevens in de bestanden ontbreekt. Een groot deel van de gegevens blijft bij de instanties die onderzoek doen naar de ondergrond hangen en worden niet in de bestaande registraties DINO (Data en Informatie van de Nederlandse Ondergrond) of BIS (Bodemkundig Informatie Systeem) opgenomen. Hierdoor zijn deze bestaande registraties incompleet. In het nulalternatief zal dit zich blijven voordoen. Kosten-batenanalyse Basisregistratie Ondergrond 19

20 DINO zal gefinancierd blijven vanuit het GEO-informatieprogramma. Het budget voor het GEO-informatieprogramma komt vanuit de ministeries van EZ, V&W, VROM, LNV en OCW, waarbij het ministerie van OCW als eindverantwoordelijke zorg draagt voor de financiering. Hierdoor blijft DINO gegevens laagdrempelig beschikbaar stellen van een uniforme kwaliteit. Het BIS daarentegen zal geen financiering ontvangen waardoor beheer en systematische actualisatie van gegevens niet mogelijk is. Als gevolg hiervan neemt de actualiteit van de inhoud van de database en daarmee samenhangende kwaliteit van de database in zijn geheel af. Ondiepe bodemverkenningen hebben namelijk een relatief korte houdbaarheidsdatum en zijn door menselijk ingrijpen aan verandering onderhevig. In het project IMBOD (Informatiemodel voor Bodem en Ondergrond) wordt gekeken wat de mogelijkheden zijn om DINO (DINO-loket) en BIS (bodemdata.nl) ineen te schuiven om zodoende tot één loket te komen. Zowel TNO als Alterra blijven hun eigen registraties voeren, maar de gegevens worden op één centraal punt ontsloten. In het nulaternatief wordt er vanuit gegaan dat dit proces zich verder doorzet en dat dit loket er komt. De beschikbaarheid van BIS-gegevens zal hiermee ook verbeteren aangezien deze dan gedownload kunnen worden en niet meer speciaal aangevraagd hoeven worden bij Alterra. Voor een deel van de BIS-gegevens is actualisatie nodig, maar de overige gegevens worden gewoon gebruikt in de werkprocessen. In een later stadium wordt een kosten-batenanalyse gedaan voor actualisatie van (een deel van het) BIS. Dit loket krijgt ook de beschikking over de ondergrondgegevens van GeoDelft voor zover deze gegevens verkregen zijn uit overheidsopdrachten. Het proces van afstemming van de ondergrondgegevens van GeoDelft voor DINO is in volle gang en zal resulteren in integratie van de openbare ondergrondgegevens van bovengenoemde partijen. Naar verwachting zal dit eveneens voor 2010 doorgevoerd zijn. Tussen DINO en Fugro zijn momenteel gesprekken gaande over levering van hun ondergrondgegevens aan DINO. Hiermee neemt de database met ondergrondgegevens verder toe. Verondersteld wordt dat de database van DINO met toevoeging van de gegevens van GeoDelft en Fugro een kleine 40 procent van de totale vergaarde gegevens in Nederland bevat. In het nulalternatief is er geen terugmeldplicht, wat inhoudt dat gegevens op vrijwillige basis aangeleverd worden. Een structurele aanlevering van gegevens vindt niet plaats. Gebruikers geven de voorkeur aan hun eigen gegevensbestanden boven het DINO-BIS gegevensbestand aangezien dit bestand niet structureel is opgezet. Gebruikers maken van dit bestand in veel gevallen gebruik naast hun eigen bestand. Het werkproces is zodoende niet efficiënt en op deze manier wordt geen gebruik gemaakt van alle beschikbare informatie. De eigen data wordt veelal standaard gebruikt en het gebruik van de DINO/BIS-gegevensbestand neemt slechts beperkt toe ten opzichte van het huidige gebruik (mede als gevolg van de beperkte interactie met de eigen gegevens). Ook hebben er buiten de geldende standaarden geen andere kwalitatieve verbeteringen voor de gegevens plaats. 20 Kosten-batenanalyse Basisregistratie Ondergrond

21 Vanuit de Europese Commissie is een project (INSPIRE) opgezet om de versnippering van geografische datasets en informatiebronnen, gebrek aan beschikbaarheid en afstemming tussen deze datasets en dubbele inwin van informatie tegen te gaan. Dit INSPIRE project zorgt ervoor dat en kwalitatief hoogwaardige geo-informatie beschikbaar komt om de formulering, implementatie, monitoring en evaluatie van Europees beleid met een ruimtelijke dimensie of ruimtelijke gevolgen mogelijk te maken. Om de verkenningen en interpretaties te kunnen raadplegen is een abonnement vereist. Verder wordt per geleverde informatie een kleine vergoeding betaald. Op het gebied van ondergrondse infrastructuur en gebruiksrechten verandert weinig voor wat betreft de beschikbare gegevens en openbaarheid van deze gegevens. In het nulalternatief blijft de huidige situatie dus voortbestaan. 2.4 Schematisch De onderstaande twee figuren geven goed inzicht in de essentiële verschillen tussen het nulalternatief en het projectalternatief (BRON). In het nulalternatief worden gegevens voor elk proces uitgevraagd door de betreffende overheidsinstelling. Gegevens worden in projectalternatief eenmalig uitgevraagd en meervoudig gebruikt voor de verschillende processen. Figuur 2.2 Nulalternatief registratie ondergrond 5 5 Bron: Stroomlijning Basisgegevens (2003), Stroomopwaarts! Kroniek van het Programma Stroomlijning Basisgegevens. Kosten-batenanalyse Basisregistratie Ondergrond 21

22 Figuur 2.3 Projectalternatief Basisregistratie Ondergrond Mogelijke effecten BRON Door te kijken naar de verschillen tussen het projectalternatief en het nulalternatief ontstaat er een beeld van de mogelijke effecten van de BRON die op kunnen treden. Deze paragraaf geeft inzicht in de definities van de verschillende effecten. Eerst wordt kort beschreven hoe de procesgang zal veranderen met behulp van (verplicht) gebruik van BRON. Daarna wordt dit omgezet in effecten, welke in de KBA worden gebruikt. Procesgang Ondergrondgegevens worden in diverse projecten gebruikt, denk onder andere aan: werken in de weg- en waterbouw, woningbouw, dijkbescherming, grond- en oppervlaktewater beheer en ondergronds infrastructuur gegevens. Voor bovengenoemd type projecten is een tweedeling te maken naar soorten projecten en mate van gebruik van ondergrondgegevens: bouwprojecten, hieronder scharen we projecten voor weg- en waterbouw, woningbouw, kantorenbouw, aanleg bedrijventerreinen, etc.; beheerprojecten, hieronder vallen de meer continue projecten als het beheer van grond- en oppervlaktewater, monitoring van waterlopen, analyse van waterkeringen, en dergelijke. Beleidsstudies en planstudies Bouwprojecten Een bouwproject bestaat uit verschillende fases die doorlopen moeten worden om tot realisatie te komen. In elke fase wordt verschillend gebruik gemaakt van de bodeminformatie en het effect van de invoering van BRON is niet hetzelfde voor alle fases. Een bouwproces is opgebouwd uit vijf fases: oriëntatiefase, voorontwerpfase, definitief ontwerp, realisatiefase en beheerfase/monitoring. Allereerst zetten we uiteen hoe het proces verloopt zonder de invoering van de BRON en vervolgens maken we inzichtelijk wat de invloed van de BRON is op het proces. De beschrijving geldt voor alle projecten waar bodeminformatie nodig is. Dat houdt in dat deze beschrijven van toepassing is op bijvoorbeeld grote infrastructurele werken en kleine bemalingsadviezen. Om die reden is de beschrijving van het verloop van het proces op hoofdlijnen en kunnen individuele projecten afwijken van het proces laten zien. 6 Bron: Stroomlijning Basisgegevens (2003), Stroomopwaarts! Kroniek van het Programma Stroomlijning Basisgegevens. 22 Kosten-batenanalyse Basisregistratie Ondergrond

23 Proces zonder BRON Een bouwproject begint met de oriëntatiefase waarin alle beschikbare informatie verzameld wordt en een eerste beeld wordt gevormd over het project. In deze fase wordt veel gebruik gemaakt van de bodeminformatie ofwel uit DINO en BIS of informatie uit eigen onderzoeken (of een combinatie van beiden). Veelal worden in beperkte mate nieuwe verkenningen uitgevoerd. Het doel van deze fase is het verkrijgen van een globaal beeld van de projectlocatie(s) om op basis hiervan een eerste inschatting te kunnen maken waar rekening mee gehouden dient te worden in relatie tot de ondergrond. In de voorontwerpfase worden de eerste grove ontwerpen voor het project gemaakt. Het kan hierbij gaan om meerdere varianten voor één locatie dan wel onderzoek naar meerdere locaties om de meest geschikte locatie te vinden. In deze fase zijn ten opzichte van de vorige fase meer gegevens benodigd voor een of meerdere specifieke locaties. De gegevens in DINO en BIS worden nog wel gebruikt, maar aangezien hier al naar locaties gekeken wordt is meer informatie nodig. Het aantal eigen verkenningen neemt in deze fase fors toe. De ondergrondinformatie verkregen in deze fase wordt meegenomen in de keuze voor een locatie. Het definitieve ontwerp start als een keuze is gemaakt voor een projectvariant en -locatie. Om invulling aan het definitieve ontwerp te kunnen geven is specifieke locatiegerichte informatie nodig. In de vorige fasen werd gebruik gemaakt van globalere informatie. De dichtheid van de puntgegevens met bodeminformatie zal verhoogd moeten worden om tot een goed ontwerp te komen. Deze specifieke informatie is veelal niet meer te halen uit algemeen beschikbare datasets en daarom zijn extra aanvullende verkenningen nodig om te komen tot een goede gebiedsdekking. De praktijk leert dat in deze fase van een project specifieke eisen worden gesteld aan informatie van de ondergrond (actueel, bepaalde kwaliteitseisen, preciés de juiste positie/diepte) en dat deze informatie eigenlijk nooit van tevoren beschikbaar is. Bijkomend is dat bij technische ontwerpen veelal hogere veiligheidseisen worden gesteld aan het ontwerp (en dus de onderliggende informatie) en dus op geen enkele wijze concessies aan de kwaliteit kunnen woorden gedaan ( safety first ). Ontwerpers zullen daarom niet snel genegen zijn om in dergelijke situaties van al beschikbare informatie gebruik te maken. Om bovendien aansprakelijkheid voor ontwerp- en gevolgschade tot een minimum te beperken zal niet snel naar beschikbaren informatie worden teruggegrepen. In deze fase vinden de meeste aanvullende verkenningen plaats om inzicht te verkrijgen in de ondergrond. Als het definitieve ontwerp vaststaat, wordt gestart met de realisatie van het project. In de volgende gevallen is nog bodeminformatie benodigd zijn: werken waarbij op basis van metingen eventuele bijstelling van het ontwerp plaatsvindt, calamiteiten of metingen die tot deze fase zijn uitgesteld. Het gebruik van bodeminformatie zal in deze fase ten opzichte van de voorgaande fasen daarom afnemen. Ook hiervoor geldt dat eigen verkenningen benodigd zijn aangezien specifieke locatiegebonden informatie nodig is. De laatste fase is tenslotte de beheerfase. Nadat het project gerealiseerd is, wordt nog in beperkte mate gebruik gemaakt worden van bodeminformatie voor beheer en monitoring. Kosten-batenanalyse Basisregistratie Ondergrond 23

24 In onderstaand figuur is inzichtelijk gemaakt hoe het proces eruit ziet en in welke mate gebruik gemaakt wordt van beschikbare informatie uit DINO en BIS en in welke fase vooral aanvullende eigen verkenningen gedaan worden. Figuur 2.4 Schematische weergave gebruik bodeminformatie Gebruik bodeminformatie Oriëntatiefase Voorontwerpfase Definitief ontwerp Realisatiefase Beheerfase/ Monitoring Fase Gebruik gegevens DINO/BIS Aanvullende eigen verkenningen Voor bepaling van de baten is niet alleen de fase van belang, maar ook de omvang van de fase. In onderstaande tabel geven we de omvang van de markt per fase weer. Figuur 2.5 Omvang van de markt naar fase 10% 10% 10% 35% Oriëntatiefase Voorontwerpfase Definitief ontwerpfase Realisatiefase Beheerfase/monitoring 35% Invloed BRON De invoering van BRON heeft invloed op het gebruik van bodeminformatie. Als gevolg van de verplichting om gebruik te maken van BRON gaat meer gebruik gemaakt worden van de gegevens die in het register zijn opgenomen. Daarnaast neemt de omvang van het register jaarlijks toe door de verplichte terugmelding van bodemgegevens. Naast een stimulans voor het gebruik van bodemgegevens komen er ook meer gegevens beschikbaar (= verplichte terugmelding). Doordat meer bodemgegevens beschikbaar zijn, kunnen deze gegevens gebruikt worden voor het project. Vooral in de oriëntatiefase zal het gebruik van de gegevens uit de BRON langer gedurende het proces plaatsvinden. 24 Kosten-batenanalyse Basisregistratie Ondergrond

25 Hierdoor zijn in deze fase minder aanvullende nieuwe verkenningen nodig, omdat deze informatie vanuit BRON verkregen wordt. Het langdurige en veelvuldige gebruik van BRON-gegevens in het proces zorgt ervoor dat deze curve naar rechts verschuift. Gegevens uit BRON gaan een steeds grotere rol spelen in het vergaren van informatie in de oriëntatiefase. De toename aan bodeminformatie zorgt ervoor dat pas later in het proces aanvullende eigen verkenningen benodigd zijn. Dit effect wordt zichtbaar gemaakt door de verschuiving van de curve van aanvullende eigen verkenningen naar beneden (zie figuur, verschuiving van rood naar groen). In de voorontwerpfase wordt ten opzichte van de vorige fase gerichter naar informatie gezocht. De in deze fase gebruikte ondergrondinformatie behoeft nog geen grote dichtheid. Het gaat vooral om het maken van een eerste inschatting van de mogelijkheden van het gebied/de locatie. De toename van de ondergrondgegevens in BRON zorgt ervoor dat in deze fase het gebruik van gegevens uit de BRON toeneemt. Het is eenvoudig om een aanzienlijke hoeveelheid informatie uit BRON te halen en te gebruiken voor het voorontwerp. In de figuur is dit te zien aan de verschuiving van de gebruikscurve naar rechts. De beschikbaarheid van steeds meer bruikbare informatie uit de BRON, maakt de noodzaak om aanvullende eigen verkenningen uit te voeren minder. Als gevolg hiervan daalt het aantal uitgevoerde eigen verkenningen in deze fase, wat zichtbaar wordt door de dalende lijn van de aanvullende eigen verkenningen in de figuur. In de fasen na de voorontwerpfase is meer specifiekere informatie over gebieden/locaties nodig. Echt locatiespecifiek onderzoek blijft ook met de invoering van de BRON nodig. De invoering van de BRON heeft in deze fases weinig invloed op het gebruik van ondergrondinformatie en het uitvoeren van aanvullende eigen verkenningen. In het figuur is dit zichtbaar doordat de lijnen van het project- en nulalternatief zo goed als gelijk lopen. Concluderend stellen we dat het voordeel van de invoering van de BRON vooral in de oriëntatiefase en het voorontwerpfase gerealiseerd wordt. Kosten-batenanalyse Basisregistratie Ondergrond 25

26 De baat als gevolg van de invoering van de BRON wordt in onderstaand figuur weergegeven door de ruimte tussen de rode (nulalternatief) en groene lijnen (projectalternatief). Figuur 2.6 Effect BRON op gebruik bodeminformatie Gebruik bodeminformatie Invloed BRON Geen invloed BRON Oriëntatiefase Voorontwerpfase Definitief ontwerp Realisatiefase Beheerfase/ Monitoring Fase Gebruik gegevens DINO/BIS (nulalternatief) Gebruik gegevens BRON (projectalternatief) Aanvullende eigen verkenningen (nulalternatief) Aanvullende eigen verkenningen (projectalternatief) Beheerprojecten Naast bouwgerelateerde projecten zijn er nog andere typen projecten die gebruik maken van ondergrondgegevens. Hierbij denken wij aan de meer continue projecten als het beheer van grond- en oppervlaktewater, monitoring van waterlopen, analyse van waterkeringen, en dergelijke. Voor deze activiteiten zijn eveneens ondergrondgegevens nodig. Het karakter van dit type projecten verschilt echter met die van de in de vorige subparagraaf behandelde projecten. Voor deze projecten is van begin af aan al duidelijk wat het probleem is of waar het onderzoek zich op focust. Hierdoor is het mogelijk om veel meer gericht met het project en de bodeminformatie om te gaan. Dit type projecten heeft nagenoeg eenzelfde procesgang als bouwprojecten al zullen de eerste fases snel(ler) doorlopen worden. Monitoring van bijvoorbeeld waterlopen of beheer van grond- en oppervlaktewater zitten vooral in de laatste fase van het proces en analyse van een waterkering zit meer in het midden van het proces. De invloed van BRON op dit type projecten is zodoende beperkt van omvang Beleidsstudies en planstudies Naast bouwprojecten en beheertaken wordt bij beleidsstudies en planstudies gebruik gemaakt van gegevens van de ondergrond. Denk hierbij aan studies als streekplannen, beleidsstudies, MER-studies waarbij gebruik gemaakt wordt van ondergrondgegevens. Mede op basis van eigenschappen van de bodem en ondergrond wordt hiermee de basis gelegd voor de inrichting van Nederland. Dergelijke studies vallen in deze kostenbatenanalyse onder de noemer oriëntatiefase. 26 Kosten-batenanalyse Basisregistratie Ondergrond

27 Veelal wordt bij dergelijke studies naast aanvullende bodemonderzoeken gebruik gemaakt van al beschikbare ondergrondinformatie. Naast thematische kaarten wordt veel gebruik gemaakt van puntinformatie. De invoering van de BRON zorgt ervoor dat de ondergrondinformatie laagdrempelig beschikbaar komt (minder studiekosten) en dat de kwaliteit van de studies (met BRON is meer informatie beschikbaar) verbeterd Overig gebruik gegevens ondergrond De gegevens van de ondergrond worden steeds vaker gebruikt voor bijvoorbeeld handhavingstaken van het bevoegde gezag en bij de analyse van de oorzaak van calamiteiten Mogelijke effecten Zowel het vermijden van extra kosten en vertragingen bij bouwwerkzaamheden, het vermijden van claims zelf als het vermijden van de (juridische) kosten om deze claims af te wikkelen kunnen als baten van de BRON worden aangemerkt. Deze baten komen terecht bij diverse organisaties. In de onderstaande figuur staan de verschillende organisaties aangegeven gesorteerd naar de informatiestroom van gegevens door de overheid. In de onderstaande figuur kunnen de stappen in het leveren, beheren en gebruiken van bedrijfsgegevens gevolgd worden en zijn de betrokken actoren geïdentificeerd. Deze zijn: 1. Toeleveranciers data. Burgers, bedrijven en instellingen leveren hun gegevens aan overheidsinstellingen; 2. Beheerders data. Opname van de ondergrondgegevens van in de verschillende taakregisters van overheidsinstellingen. Hiermee gaan activiteiten zoals verzameling van de gegevens, koppeling van de gegevens, controle van gegevens gepaard. Na deze stap staan de ondergrondgegevens in de taakregisters klaar voor gebruik; 3. Gebruikers data. Gebruik van de ondergrondgegevens uit de eigen taakregisters van een overheidsinstelling voor de uitvoering van de wettelijke taken van die overheidsinstelling; 4. Eindgebruikers data. Doorwerking van de effecten van het gebruik binnen de overheid van ondergrondgegevens die bij derden (burgers, bedrijven en instellingen) terechtkomen. Kosten-batenanalyse Basisregistratie Ondergrond 27

28 Figuur 2.7 Effecten als gevolg van de Basisregistratie Ondergrond In het navolgende worden de definities van de effecten nader toegelicht. Administratieve lastenverlichting In 1996 is tussen de ministeries overeenstemming bereikt over de definitie van administratieve lasten 7 : Administratieve lasten voor bedrijven zijn gedefinieerd als de kosten, die het bedrijfsleven ondervindt, om te voldoen aan informatieverplichtingen voortvloeiend uit wet- en regelgeving van de overheid. Het gaat om het verzamelen, bewerken, registreren, bewaren en ter beschikking stellen van informatie. De invoering van de BRON brengt geen vermindering aan informatieverplichtingen met zich mee waardoor de baat administratieve lastenverlichting niet optreedt. Vermindering verkenning voor regionale karteringen Voor het maken van regionale karteringen (thematische kaarten type 1) wordt gebruik gemaakt van de alle beschikbare (zowel diep als ondiep) ondergrondinformatie. Met de invoering van de BRON komt meer informatie beschikbaar die gebruikt kan worden voor het maken van deze karteringen. Hiervoor zijn ondiepe boringen nodig. Doordat de marktdekking van het aantal boringen toeneemt door de BRON zijn ook minder aanvullende verkenningen nodig om een regionale kartering te maken. 7 Kamerstukken II, , vergaderjaar , nr Kosten-batenanalyse Basisregistratie Ondergrond

Naar een Basisregistratie Ondergrond

Naar een Basisregistratie Ondergrond Naar een Basisregistratie Ondergrond Samenwerking met TNO DINOLoket Symposium Bodemgeografie - 9 oktober 2008 Joop Okx Inhoud Basisregistraties Wat is een basisregistratie Welke basisregistraties zijn

Nadere informatie

Verantwoordingsrapportage

Verantwoordingsrapportage Verantwoordingsrapportage Basisregistratie Ondergrond 2018 Bronhouder Waterschap Rijn en IJssel Datum dagelijks bestuur vaststelling: 26 maart 2019 Rapportage BRO 2018 - bronhouder Waterschap Rijn en IJssel

Nadere informatie

DIGITAAL, DAT WORDT NORMAAL

DIGITAAL, DAT WORDT NORMAAL DIGITAAL, DAT WORDT NORMAAL Walter de Koning / SIKB 25 september 2008 SIKB-Congres 2008_P_08_31725 Inhoud Meer vraag naar geo-informatie Informatiemodel bij bodem (SIKB 0101) Project digitaal normaal Archeologie

Nadere informatie

Verantwoordingsrapportage

Verantwoordingsrapportage Verantwoordingsrapportage Basisregistratie Ondergrond 2018 Bronhouder: Gooise Meren Datum dagelijks bestuur vaststelling: [verplicht invulveld] Rapportage BRO 2018 - bronhouder Gooise Meren - Pagina 1

Nadere informatie

Basisregistratie Ondergrond

Basisregistratie Ondergrond Basisregistratie Ondergrond Wat hebben we nu en waar gaan we naar toe? Hans van der Meij Geologische Dienst Nederland, TNO 9 november 2011 Waarom de ondergrond en voor wie? www.grondwaterstandinutrecht.nl

Nadere informatie

Basis Registratie Ondergrond (BRO) Stand van zaken Giesbeek 29 september 2011 Hans van der Meij

Basis Registratie Ondergrond (BRO) Stand van zaken Giesbeek 29 september 2011 Hans van der Meij 29 september 2011 Diverdag Eijkelkamp Basis Registratie Ondergrond (BRO) Stand van zaken Giesbeek 29 september 2011 Hans van der Meij Basisregistratie Ondergrond Wat zijn basisregistraties? Wie is de BRO?

Nadere informatie

Basisregistratie Ondergrond (BRO) Van Peilbuis Tot Portal (VPTP) Hans van der Meij. Geologische Dienst Nederland, TNO

Basisregistratie Ondergrond (BRO) Van Peilbuis Tot Portal (VPTP) Hans van der Meij. Geologische Dienst Nederland, TNO Basisregistratie Ondergrond (BRO) Van Peilbuis Tot Portal (VPTP) Hans van der Meij Geologische Dienst Nederland, TNO Onderwerpen GDN/TNO, Wie zijn wij? De Basisregistratie Ondergrond BRO in vogelvlucht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 000 XII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII) voor het jaar 2012 Nr. 138 BRIEF VAN DE MINISTER

Nadere informatie

Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Advies concept wetsvoorstel Basisregistratie Ondergrond. Geachte,

Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Advies concept wetsvoorstel Basisregistratie Ondergrond. Geachte, POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Nadere informatie

Verantwoordingsrapportage Basisregistratie Ondergrond 2018

Verantwoordingsrapportage Basisregistratie Ondergrond 2018 Verantwoordingsrapportage Basisregistratie Ondergrond 2018 Bronhouder ZZ-ICTU-1 Datum vaststelling rapportage: Datum dagelijks bestuur vaststelling: Datum bekendmaking aan algemeen bestuur: Inhoud Basisregistratie

Nadere informatie

Reactie in kader van consultatie StUF. Geachte lezer, Hierbij onze reactie op de consultatieprocedure StUF

Reactie in kader van consultatie StUF. Geachte lezer, Hierbij onze reactie op de consultatieprocedure StUF Reactie in kader van consultatie StUF Geachte lezer, Hierbij onze reactie op de consultatieprocedure StUF 1. In de beschrijving wordt niet ingegaan op de huidige situatie dat met de 'uitrol' van het stelsel

Nadere informatie

Ministerie van Infrastructuur en Milieu Kenmerk Bijlage(n)

Ministerie van Infrastructuur en Milieu Kenmerk Bijlage(n) > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070 456

Nadere informatie

20 14-35 1. Nieuwegein. Datum 2 oktober 2014 Portefeuillehouder J.A.N. Gadella

20 14-35 1. Nieuwegein. Datum 2 oktober 2014 Portefeuillehouder J.A.N. Gadella 20 14-35 1 Aan De raad van de gemeente Nieuwegein Onderwerp Beantwoording brief ex art. 42 RvO van de fractie VSP dd 23-09-2014 inzake aanleveren bodemgegevens BRO per 1 jan. 2016 (zie 2014-301) Afdeling

Nadere informatie

Onderdeel programmabegroting: Ja Begrotingsprogramma: Burger en bestuur Productnaam: Verordening naamgeving en nummering gemeente Noordenveld 2008

Onderdeel programmabegroting: Ja Begrotingsprogramma: Burger en bestuur Productnaam: Verordening naamgeving en nummering gemeente Noordenveld 2008 Aan de gemeenteraad Agendapunt Documentnr.: RV08.0074 Roden, 15 april 2008 Onderwerp Verordening naamgeving en nummering gemeente Noordenveld 2008 Onderdeel programmabegroting: Ja Begrotingsprogramma:

Nadere informatie

Olde Bijvank Advies Organisatieontwikkeling & Managementcontrol. Datum: dd-mm-jj

Olde Bijvank Advies Organisatieontwikkeling & Managementcontrol. Datum: dd-mm-jj BUSINESS CASE: Versie Naam opdrachtgever Naam opsteller Datum: dd-mm-jj Voor akkoord: Datum: LET OP: De bedragen in deze business case zijn schattingen op grond van de nu beschikbare kennis en feiten.

Nadere informatie

Beheer Grootschalige Topografie voor nietbronhouders

Beheer Grootschalige Topografie voor nietbronhouders Beheer Grootschalige Topografie voor nietbronhouders Campus, recreatie- of bedrijventerrein uniform in beeld Nu alle bronhouders van de Basisregistratie Grootschalige Topografie BGT aangesloten zijn op

Nadere informatie

Geadresseerde. Datum 19 februari 2010 Betreft Advies uitwisselen en ontsluiten bodeminformatie. Geachte bodemcollega,

Geadresseerde. Datum 19 februari 2010 Betreft Advies uitwisselen en ontsluiten bodeminformatie. Geachte bodemcollega, > Retouradres Postbus 93144, 2509 AC Den Haag Geadresseerde NL Milieu en Leefomgeving Juliana van Stolberglaan 3 2595 CA Den Haag Postbus 93144 2509 AC Den Haag www.agentschapnl.nl Contactpersoon Jan Klein

Nadere informatie

Bijlage 1. Overzicht van de basisvoorziening in het NUP: afspraken en gevolgen voor de gemeente

Bijlage 1. Overzicht van de basisvoorziening in het NUP: afspraken en gevolgen voor de gemeente Bijlage 1. Overzicht van de basisvoorziening in het NUP: afspraken en gevolgen voor de gemeente Waar hieronder wordt gesproken over partijen is bedoeld: gemeenten, provincies, waterschappen en rijksdiensten

Nadere informatie

Maatschappelijke kostenbatenanalyse. WelstandTransparant. Opdrachtgever: Federatie Welstand. ECORYS Nederland BV Ad van Delft Ahmed Hamdi

Maatschappelijke kostenbatenanalyse. WelstandTransparant. Opdrachtgever: Federatie Welstand. ECORYS Nederland BV Ad van Delft Ahmed Hamdi Maatschappelijke kostenbatenanalyse WelstandTransparant Opdrachtgever: Federatie Welstand ECORYS Nederland BV Ad van Delft Ahmed Hamdi Rotterdam, 3 november 2009 ECORYS Nederland BV Postbus 4175 3006

Nadere informatie

Professionalisering van de vastgoedinformatievoorziening. Startnotitie. Versie: 19 juni 2006. Albert van Tuil Reinout Schaatsbergen

Professionalisering van de vastgoedinformatievoorziening. Startnotitie. Versie: 19 juni 2006. Albert van Tuil Reinout Schaatsbergen Professionalisering van de vastgoedinformatievoorziening Startnotitie Versie: 19 juni 2006 Albert van Tuil Reinout Schaatsbergen Inleiding Zoals in een memo van 7 maart 2006 aan het MT van de gemeente

Nadere informatie

CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid

CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid 2015 Veiligheid en Justitie Samenvatting resultaten Aanleiding Op basis van artikel 8 van het Besluit Verstrekking Gegevens Telecommunicatie is opdracht gegeven

Nadere informatie

Praktijkvoorbeeld VAF Argonautenstraat Amsterdam

Praktijkvoorbeeld VAF Argonautenstraat Amsterdam Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Argonautenstraat Amsterdam Beschrijving van een praktijkvoorbeeld van de uitwerking van een funderingsvraagstuk conform de VAF. In beknopte vorm

Nadere informatie

Feiten over de BGT op zakformaat. Basisregistratie Grootschalige Topografie

Feiten over de BGT op zakformaat. Basisregistratie Grootschalige Topografie Feiten over de BGT op zakformaat Basisregistratie Grootschalige Topografie Inhoud Samenwerking is de sleutel tot succes 4 Wat is de BGT? 7 De BGT is onderdeel van een groter geheel 9 Meerwaarde door standaarden

Nadere informatie

Inspectierapportage Wet BAG

Inspectierapportage Wet BAG Inspectierapportage Wet BAG Gemeente Menameradiel Datum inspectie : 10 en 11 december 2013 Naam inspectie-instelling : DEKRA Certification b.v. Naam leadauditor : De heer C.J.M. de Grijs CISA Eventuele

Nadere informatie

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Kosten

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Kosten Algemene doelstelling Publieksdienstverlening De gemeente Utrecht wil excelleren in publieksdienstverlening die past bij de wettelijke kaders en de ambities van de stad. Wat willen we bereiken? Wat gaan

Nadere informatie

Basisregistratie Ondergrond (BRO)

Basisregistratie Ondergrond (BRO) Infoblad Basisregistratie Ondergrond (BRO) Op weg naar de BRO Februari 2011 Dit infoblad BRO is een uitgave van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. De infobladen geven nadere informatie over de

Nadere informatie

Verantwoordingsrapportage

Verantwoordingsrapportage Verantwoordingsrapportage Beheer en Bestuur Basisregistratie Grootschalige Topografie Bronhouder ZZ-ICTU-1 Datum vaststelling rapportage: Datum dagelijks bestuur vaststelling: Datum agendering algemeen

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties T.a.v. De minister, mevrouw drs. K.J. Ollongren Postbus AE Den Haag

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties T.a.v. De minister, mevrouw drs. K.J. Ollongren Postbus AE Den Haag > Retouradres Postbus 20011 2511 AE Den Haag T.a.v. De minister, mevrouw drs. K.J. Ollongren Postbus 20011 2511 AE Den Haag Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 20011 2511 AE Den Haag www.bureauicttoetsing.nl

Nadere informatie

Laboratorium voor geo-informatiekunde en remote sensing

Laboratorium voor geo-informatiekunde en remote sensing Auteurs: Lukasz Grus (Wageningen University), Arnold Bregt (Wageningen University), Dick Eertink (Kadaster) Datum: 15 december 2015 De effecten van open data BRT na 3 jaar Open data zijn in, zowel in Nederland

Nadere informatie

MKBA Beeldmateriaal. Opdrachtgever: Het Waterschapshuis. Rotterdam, 17 januari 2013

MKBA Beeldmateriaal. Opdrachtgever: Het Waterschapshuis. Rotterdam, 17 januari 2013 MKBA Beeldmateriaal Opdrachtgever: Het Waterschapshuis Rotterdam, 17 januari 2013 MKBA Beeldmateriaal Opdrachtgever: Het Waterschapshuis Walter Hulsker (Ecorys) Joost de Koning (Ecorys) Erik Nobbe (Grontmij)

Nadere informatie

De BRO, hoe komen we daar?

De BRO, hoe komen we daar? De BRO, hoe komen we daar? Robert Jan van Leeuwen Geologische Dienst Nederland,TNO 14 maart 2011 Drie vragen Wat moet er eigenlijk gebeuren? Hoe denken Alterra en TNO dat te gaan doen? Hoe beginnen we

Nadere informatie

Projectenoverzicht Informatievoorziening en ICT

Projectenoverzicht Informatievoorziening en ICT MEMO Aan : College van B&W, Commissie Middelen Van : Christien Sepers en Jeroen van der Hulst Datum : 2 april 2009 Onderwerp : Voortgangsrapportage ICT-projecten april 2009 Ons kenmerk : 2009008153 Projectenoverzicht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor

Nadere informatie

Kosten-batenanalyse INSPIRE

Kosten-batenanalyse INSPIRE Kosten-batenanalyse INSPIRE Eindrapport Opdrachtgever: Geonovum ECORYS Nederland BV & Grontmij Nederland BV Rotterdam, 17 november 2009 ECORYS Nederland BV Postbus 4175 3006 AD Rotterdam Watermanweg 44

Nadere informatie

CHRONOLOGISCH OVERZICHT VAN DE VOORTGANG VAN HET PROGRAMMA MODERNISERING GBA

CHRONOLOGISCH OVERZICHT VAN DE VOORTGANG VAN HET PROGRAMMA MODERNISERING GBA BIJLAGE CHRONOLOGISCH OVERZICHT VAN DE VOORTGANG VAN HET PROGRAMMA MODERNISERING GBA De documenten waarnaar wordt verwezen zijn opgesteld met inachtneming van de kabinetsrichtlijnen voor grote ICT-projecten.

Nadere informatie

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Ministerie van Infrastructuur en Milieu Ministerie van Infrastructuur en Milieu Maatschappelijke Kosten Baten Analyse van de Basisregistratie Ondergrond, fase 1 29 april 2011 definitief Ministerie van Infrastructuur en Milieu Stationsplein 1

Nadere informatie

Update Basisregistratie Ondergrond BRO

Update Basisregistratie Ondergrond BRO Update Basisregistratie Ondergrond BRO Ad van der Meer programmabureau BRO Ministerie van I en M April 2016 Globale aanpak van de BRO Oktober 2015: wet 2016: implementatie tranche 1 1-1-2017: verplichte

Nadere informatie

Verantwoordingsrapportage

Verantwoordingsrapportage Verantwoordingsrapportage Datum:2018 Beheer en Bestuur Basisregistratie Grootschalige Topografie Bronhouder Waterschap Rijn en IJssel Datum dagelijks bestuur vaststelling: 26 maart 2019 Rapportage BGT

Nadere informatie

De terugmeldingsverplichting. Datum 22 mei 2014

De terugmeldingsverplichting. Datum 22 mei 2014 De terugmeldingsverplichting Datum 22 mei 2014 Inhoudsopgave Inleiding... 3 1 De terugmeldvoorziening (TMV)... 4 2 Juridisch kader... 5 3 Procedure op hoofdlijnen... 6 3.1 Algemeen... 6 3.2 De melding

Nadere informatie

Basisregistratie Ondergrond (BRO)

Basisregistratie Ondergrond (BRO) Infoblad Basisregistratie Ondergrond (BRO) Datatypen met uitleg Juni 2012 (hiermee komen vorige versies van dit informatieblad te vervallen) Dit infoblad BRO is een uitgave van het Ministerie van Infrastructuur

Nadere informatie

Kosten-batenanalyse eherkenning

Kosten-batenanalyse eherkenning Kosten-batenanalyse eherkenning Eindrapport Opdrachtgever: Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie Rotterdam, 2 mei 2011 Kosten-batenanalyse eherkenning Eindrapport Opdrachtgever: Ministerie

Nadere informatie

5 Opstellen businesscase

5 Opstellen businesscase 5 Opstellen In de voorgaande stappen is een duidelijk beeld verkregen van het beoogde project en de te realiseren baten. De batenboom geeft de beoogde baten in samenhang weer en laat in één oogopslag zien

Nadere informatie

Inspectierapportage Wet basisregistraties adressen en gebouwen

Inspectierapportage Wet basisregistraties adressen en gebouwen Inspectierapportage Wet basisregistraties adressen en gebouwen Deze rapportage vormt de weerslag van de in opdracht van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Groningen bij hun gemeente op 27 november

Nadere informatie

MEMO. Geachte heren Snels en Van Weyenberg,

MEMO. Geachte heren Snels en Van Weyenberg, MEMO Aan: Cc.: Van: Onderwerp De heren Snels en Van Weyenberg De heren Van Beelen en Van der Loop Walter Hulsker (Ecorys) en Dirk Schravendeel (PBLQ) Aanpassing aantallen onderzoeken in MKBA Woo Datum:

Nadere informatie

: : 22 september. : dhr. C.L. Jonkers :

: : 22 september. : dhr. C.L. Jonkers : RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Datum Forum vergadering Datum Raadsvergadering Portefeuillehouder Verantwoordelijk MT-lid : : 22 september : dhr. C.L. Jonkers : Zaaknummer : 65564 Onderwerp:

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 65537 Datum : 8 juli 2014 Programma : bestuur Blad : 1 van 6 Cluster : Bestuur Portefeuillehouder: dhr. H.C.V. Veldhuijsen

Nadere informatie

Inspectierapportage Wet basisregistraties adressen en gebouwen

Inspectierapportage Wet basisregistraties adressen en gebouwen Rapportnummer: RQA Datum rapport: 27-03-2013 Inspectierapportage Wet basisregistraties adressen en gebouwen Deze rapportage vormt de weerslag van de in opdracht van Burgemeester en wethouders van de gemeente

Nadere informatie

Verantwoordingsrapportage

Verantwoordingsrapportage Verantwoordingsrapportage Beheer en Bestuur Basisregistratie Grootschalige Topografie Bronhouder Landgraaf Datum vaststelling rapportage: Datum dagelijks bestuur vaststelling: 17-04-2018 Datum agendering

Nadere informatie

Business case Digikoppeling

Business case Digikoppeling Business case Digikoppeling Versie 1.0 Datum 02/06/2014 Status Definitief Van toepassing op Digikoppeling versies: 1.0, 1.1, 2.0, 3.0 Colofon Logius Servicecentrum: Postbus 96810 2509 JE Den Haag t. 0900

Nadere informatie

Implementatieplan. Registratie Instellingen en Opleidingen (RIO) vo. Versie mei Implementatieplan RIO vo 1

Implementatieplan. Registratie Instellingen en Opleidingen (RIO) vo. Versie mei Implementatieplan RIO vo 1 Implementatieplan Registratie Instellingen en Opleidingen (RIO) vo Versie 0.2 7 mei 2019 Implementatieplan RIO vo 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Registratie Instellingen en Opleidingen... 3 1.2

Nadere informatie

Inspectierapportage Wet basisregistraties adressen en gebouwen

Inspectierapportage Wet basisregistraties adressen en gebouwen Inspectierapportage Wet basisregistraties adressen en gebouwen Deze rapportage vormt de weerslag van de in opdracht van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Wormerland bij hun gemeente op 10 november

Nadere informatie

Update Quick Scan economische effecten gebiedsontwikkeling Kollum Buitenpost

Update Quick Scan economische effecten gebiedsontwikkeling Kollum Buitenpost Update Quick Scan economische effecten gebiedsontwikkeling Kollum Buitenpost Opdrachtgever: Wind Vastgoedontwikkeling b.v. ECORYS Nederland BV Emirto Rienhart Manfred Wienhoven Rotterdam, 04 november 2010

Nadere informatie

Raadsvoorstel 2013 Rockanje, 1 oktober 2013 Nr. 83169/74225

Raadsvoorstel 2013 Rockanje, 1 oktober 2013 Nr. 83169/74225 Raadsvoorstel 2013 Rockanje, 1 oktober 2013 Nr. 83169/74225 Raadsvergadering van 28 en 31 oktober 2013 Agendanummer 11 Aan Onderwerp: de gemeenteraad. Krediet Basisregistratie Grootschalige Topografie

Nadere informatie

Her-inspectierapportage Wet basisregistraties adressen en gebouwen

Her-inspectierapportage Wet basisregistraties adressen en gebouwen Her-inspectierapportage Wet basisregistraties adressen en gebouwen Deze rapportage vormt de weerslag van de in opdracht van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zeewolde bij hun gemeente op 25 maart

Nadere informatie

Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling

Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie Postbus 299-4600 AG Bergen op Zoom + 31 (0)164 212 800 nieuwesluisterneuzen@vnsc.eu www.nieuwesluisterneuzen.eu Rapport Vlaams

Nadere informatie

BABVI/U201101511 Lbr. 11/056

BABVI/U201101511 Lbr. 11/056 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8020 betreft Overheidsbrede inkoop van beeldmateriaal uw kenmerk ons kenmerk BABVI/U201101511 Lbr. 11/056 bijlage(n) -

Nadere informatie

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden HANDOUT SCENARIO-ONTWIKKELING Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden SCENARIO-ONTWIKKELING I n h o u d Scenario-ontwikkeling 1 1 Wat zijn scenario s? 1 2 Waarom

Nadere informatie

N IVO. Inspectierapportage BAG-beheer Gemeente Borne

N IVO. Inspectierapportage BAG-beheer Gemeente Borne N IVO CONTROLE INSPECTIE AUDIT Deze inspectierapportage BAG-beheer geeft uitvoering aan en is gebaseerd op de Wet BAG Stb. 2008, 39 (+ wijzigingen), met bijbehorende Besluiten en Regelingen en het Inspectieprotocol

Nadere informatie

Uit de beleidsvisie maakt de AFM op dat vier modellen voor de inrichting van de corporatie te onderscheiden zijn. Dit zijn:

Uit de beleidsvisie maakt de AFM op dat vier modellen voor de inrichting van de corporatie te onderscheiden zijn. Dit zijn: Ministerie van VROM t.a.v. dr. P. Winsemius Postbus 20951 2500 EZ DEN HAAG Datum 22 januari 2007 Uw kenmerk DB02006310723 Betreft Advies inzake (financieel) toezicht op activiteiten met en zonder staatssteun

Nadere informatie

Basisregistratie Ondergrond, BRO

Basisregistratie Ondergrond, BRO 2-7-2013 1 Basisregistratie Ondergrond, BRO Ruud Mutsaers Geologische Dienst Nederland - TNO 2-7-2013 2 2-7-2013 3 Gebruik van de ondergrond 2-7-2013 4 Wat betekent de BRO Overheid regelt de informatievoorziening

Nadere informatie

Herinspectierapportage Wet basisregistraties adressen en gebouwen

Herinspectierapportage Wet basisregistraties adressen en gebouwen Herinspectierapportage Wet basisregistraties adressen en gebouwen Deze rapportage vormt de weerslag van de in opdracht van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Heeze-Leende bij hun gemeente op 19

Nadere informatie

Van ondergronddata via informatie naar kennis

Van ondergronddata via informatie naar kennis Van ondergronddata via informatie naar kennis Van Ignace van Campenhout Eduardo Roldan Sanchez Datum 1 april 2016 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Ondergrondevaluatie in samenhang 4 3 Data, informatie, model,

Nadere informatie

Projectplan. Kernregistratie Medewerkers en inowit

Projectplan. Kernregistratie Medewerkers en inowit Projectplan Kernregistratie Medewerkers en inowit Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (Josien Oosterhoff) Veiligheidsregio Haaglanden (Marieke van den Berg) NetAge AG5 28 augustus 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding...

Nadere informatie

Offerte / Gemeente Breda / Versie 2.0

Offerte / Gemeente Breda / Versie 2.0 Gemeente Breda t.a.v. mevrouw J de Bruijn Postbus 90156 4800 RH BREDA Breda, 9 juli 2007 Betreft : Referentie: Offerte ontwerpfase websites GemeenteBreda002 Geachte mevrouw De Bruijn, Met plezier sturen

Nadere informatie

Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) voor afnemers

Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) voor afnemers Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) voor afnemers Opzet en structuur basisregistraties Een moderne, klantgerichte en goed geïnformeerde overheid moet kunnen beschikken over betrouwbare en hoogwaardige

Nadere informatie

Maximale inwonerstevredenheid. Overheid 360º. Daniël Prins (VeloA) Maarten van der Hoek (Exxellence)

Maximale inwonerstevredenheid. Overheid 360º. Daniël Prins (VeloA) Maarten van der Hoek (Exxellence) Maximale inwonerstevredenheid Overheid 360º Daniël Prins (VeloA) Maarten van der Hoek (Exxellence) Digitale overheid 2017 Het kabinet wil in 2017 burgers en bedrijven volledig digitaal toegang geven tot

Nadere informatie

Op weg met de basisregistratie voertuigen

Op weg met de basisregistratie voertuigen Op weg met de basisregistratie voertuigen 2 Inhoud 1 Waarom deze brochure? 4 2 Het stelsel van basisregistraties 5 3 De RDW en voertuigregistratie 6 4 Aanpassingen aan de kentekenregistratie 7 5 Consequenties

Nadere informatie

MONITOR CAPACITEIT KINDEROPVANG 2008-2011 Capaciteitsgegevens in het jaar 2008

MONITOR CAPACITEIT KINDEROPVANG 2008-2011 Capaciteitsgegevens in het jaar 2008 MONITOR CAPACITEIT KINDEROPVANG 2008-2011 Capaciteitsgegevens in het jaar 2008 dr. M.C. Paulussen-Hoogeboom dr. M. Gemmeke Amsterdam, 11 februari 2009 Regioplan publicatienr. Regioplan Beleidsonderzoek

Nadere informatie

Reactie op SEO-studie naar welvaartseffecten van splitsing energiebedrijven

Reactie op SEO-studie naar welvaartseffecten van splitsing energiebedrijven CPB Notitie Datum : 6 juli 2006 Aan : Ministerie van Economische Zaken Reactie op SEO-studie naar welvaartseffecten van splitsing energiebedrijven 1 Inleiding Op 5 juli 2006 heeft SEO, in opdracht van

Nadere informatie

Verantwoordingsrapportage

Verantwoordingsrapportage Verantwoordingsrapportage Beheer en Bestuur Basisregistratie Grootschalige Topografie Bronhouder Renswoude Datum vaststelling rapportage: Datum dagelijks bestuur vaststelling: Datum agendering algemeen

Nadere informatie

N IVO. Inspectierapportage BAG-beheer Gemeente GeldropMierlo

N IVO. Inspectierapportage BAG-beheer Gemeente GeldropMierlo N IVO CONTROLE INSPECTIE * AUDIT Deze inspectierapportage BAG-beheer geeft uitvoering aan en is gebaseerd op de Wet BAG Stb. 2008, 39 (+ wijzigingen), met bijbehorende Besluiten en Regelingen en het Inspectieprotocol

Nadere informatie

FORUM STANDAARDISATIE Aanmelding SIKB0101

FORUM STANDAARDISATIE Aanmelding SIKB0101 -----Oorspronkelijk bericht----- Van: Survey [mailto:website.open.standaarden@.nl] Verzonden: maandag 6 december 2010 19:11 Aan: Logius Forumstandaardisatie CC: Joris Gresnigt Onderwerp: Formulier Open

Nadere informatie

BRO Basisregistratie Ondergrond

BRO Basisregistratie Ondergrond BRO Basisregistratie Ondergrond Marcel Reuvers Projectleider standaarden BRO Open Geo dag, 31 mei 2017 Gebruik & Baten 11 mei 2017 3 Ministerie van Infrastructuur en Milieu 4 april 2017 Stelsel van Basisregistraties

Nadere informatie

Feiten over de BGT op zakformaat. Basisregistratie Grootschalige Topografie

Feiten over de BGT op zakformaat. Basisregistratie Grootschalige Topografie Feiten over de BGT op zakformaat Basisregistratie Grootschalige Topografie Inhoud Samenwerking is de sleutel tot succes 4 Wat is de BGT? 7 De BGT is onderdeel van een groter geheel 9 Meerwaarde door standaarden

Nadere informatie

Kengetallen voor kosten overheidstransacties

Kengetallen voor kosten overheidstransacties Kengetallen voor kosten overheidstransacties Een toets op de Deense kengetallen voor bruikbaarheid in de Nederlandse situatie Samenvatting Opdrachtgever: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties

Nadere informatie

Inschrijving RBB-AWARD 2018

Inschrijving RBB-AWARD 2018 Inschrijving RBB-AWARD 2018 Organisatie: het Kadaster Contactpersonen voor de RBB over deze good practice: Esther van Kooten Niekerk (esther.kootenniekerk@kadaster.nl, 0652481542) Akkoord lid Raad van

Nadere informatie

Accountantsprotocol voor de aanvraag van het predicaat Koninklijk en Hofleverancier

Accountantsprotocol voor de aanvraag van het predicaat Koninklijk en Hofleverancier Copro 16118C Accountantsprotocol voor de aanvraag van het predicaat Koninklijk en Hofleverancier Versie 2.0 Amsterdam, 30 november 2016 Inhoudsopgave 1. Algemeen Kader... 3 1.1 Bestuurlijke mededeling...

Nadere informatie

Zaakgewijs werken Advies omtrent architectuur en implementatie

Zaakgewijs werken Advies omtrent architectuur en implementatie Zaakgewijs werken Advies omtrent architectuur en implementatie Den Haag, 1 mei 2009 Digital Groep Definitief MANAGEMENTSAMENVATTING De gemeente X heeft hoge ambities op het gebied van dienstverlening en

Nadere informatie

Processen en juridische aspecten LV WOZ

Processen en juridische aspecten LV WOZ Processen en juridische aspecten LV WOZ LV WOZ Inlichtingen Peter van den Heuij T 070-3427816 p.p.a.heuij@minfin.nl Datum 23 mei 2011 Auteur Ruud Kathmann Bijlage: Inleiding Voor de aanbesteding van de

Nadere informatie

Infrastructuur. GEO-ONDERZOEK Relevante grond(water)parameters en bodemopbouw

Infrastructuur. GEO-ONDERZOEK Relevante grond(water)parameters en bodemopbouw Infrastructuur Advies en ondersteuning binnen de gehele infraketen GEO-ONDERZOEK Relevante grond(water)parameters en bodemopbouw GEO-INFORMATIE Actuele situatie van het project en de omgeving gedetailleerd

Nadere informatie

Berenschot. Evaluatie wet VTH. Op weg naar een volwassen stelsel BIJLAGE 3 ANALYSE FINANCIËLE RATIO S OMGEVINGSDIENSTEN

Berenschot. Evaluatie wet VTH. Op weg naar een volwassen stelsel BIJLAGE 3 ANALYSE FINANCIËLE RATIO S OMGEVINGSDIENSTEN Berenschot Evaluatie wet VTH Op weg naar een volwassen stelsel BIJLAGE 3 ANALYSE FINANCIËLE RATIO S OMGEVINGSDIENSTEN 22 mei 2017 Bijlage 3. Analyse financiële ratio s omgevingsdiensten Inleiding In deze

Nadere informatie

Toelichting op vraagstuk businessmodel Idensys en SEO rapport voor consultatiebijeenkomst 22 en 23 september 2015

Toelichting op vraagstuk businessmodel Idensys en SEO rapport voor consultatiebijeenkomst 22 en 23 september 2015 Programma Idensys Contactpersoon Huub Janssen Aantal pagina's 5 Toelichting op vraagstuk businessmodel Idensys en SEO rapport voor consultatiebijeenkomst 22 en 23 september 2015 Naar aanleiding van het

Nadere informatie

Doorontwikkeling in samenhang van de geo-basisregistraties. Eerste stappen naar een nationale geo-informatie-infrastructuur.

Doorontwikkeling in samenhang van de geo-basisregistraties. Eerste stappen naar een nationale geo-informatie-infrastructuur. Doorontwikkeling in samenhang van de geo-basisregistraties Eerste stappen naar een nationale geo-informatie-infrastructuur Ruud van Rossem Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties GeoBuzz,

Nadere informatie

Basisregistratie Ondergrond, BRO

Basisregistratie Ondergrond, BRO 21-6-2013 1 Basisregistratie Ondergrond, BRO Ruud Mutsaers Geologische Dienst Nederland - TNO Slappe Bodem 21-6-2013 2 21-6-2013 3 Gebruik van de ondergrond 21-6-2013 4 Wat betekent de BRO Overheid regelt

Nadere informatie

Kwaliteitstoets op Quick scan welvaartseffecten Herontwerp Brienenoord en Algeracorridor (HBAC)

Kwaliteitstoets op Quick scan welvaartseffecten Herontwerp Brienenoord en Algeracorridor (HBAC) Kwaliteitstoets op Quick scan welvaartseffecten Herontwerp Brienenoord en Algeracorridor (HBAC) notitie Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Johan Visser April 2011 Pagina 1 van 9 scenario s en gevoeligheidsanalyse

Nadere informatie

Paul Janssen (RAVI), Wilko Quak (TU Delft), Paul van Asperen (RWS-AGI)

Paul Janssen (RAVI), Wilko Quak (TU Delft), Paul van Asperen (RWS-AGI) Jeroen Overbeek (GEON), Jandirk Bulens (Alterra), 116 Paul Janssen (RAVI), Wilko Quak (TU Delft), Paul van Asperen (RWS-AGI) Ontwikkeling van een Grootschalige Basiskaart Rijkswaterstaat als onderdeel

Nadere informatie

Eerste voorstel businessmodel eid Stelsel

Eerste voorstel businessmodel eid Stelsel Contactpersoon Nicole Damen T 06 46 87 92 55 nicole.damen@logius.nl Eerste voorstel businessmodel eid Stelsel Aantal pagina's 5 Onderwerp Status Eerste voorstel businessmodel eid Stelsel Ter informatie

Nadere informatie

Bronnenlijst Literatuur: Boeken: Internetsites:

Bronnenlijst Literatuur: Boeken: Internetsites: Samenvatting Het doel van dit rapport is om een neutrale conclusie te geven over de efficiëntie van de authenticatiedienst eherkenning. Door efficiënt gebruik zou eherkenning er voor moeten zorgen dat

Nadere informatie

Basisregistratie Ondergrond (BRO)

Basisregistratie Ondergrond (BRO) Ministerie van Infrastructuur en Milieu Infoblad Basisregistratie Ondergrond (BRO) Registratieobjecten en registratiedomeinen April 2014 (Hiermee komt het informatieblad Datatypen met uitleg te vervallen)

Nadere informatie

Herinspectierapportage Wet basisregistraties adressen en gebouwen

Herinspectierapportage Wet basisregistraties adressen en gebouwen Herinspectierapportage Wet basisregistraties adressen en gebouwen Deze rapportage vormt de weerslag van de in opdracht van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eindhoven bij hun gemeente op 29 oktober

Nadere informatie

Een OVER-gemeentelijke samenwerking tussen Oostzaan en Wormerland

Een OVER-gemeentelijke samenwerking tussen Oostzaan en Wormerland OVER OOSTZAAN Een OVER-gemeentelijke samenwerking tussen Oostzaan en Wormerland WORMERLAND. GESCAND OP 13 SEP. 2013 Gemeente Oostzaan Datum : Aan: Raadsleden gemeente Oostzaan Uw BSN : - Uw brief van :

Nadere informatie

Draaiboek Invoering Basisregistratie Personen l Afnemers

Draaiboek Invoering Basisregistratie Personen l Afnemers Draaiboek Invoering Basisregistratie Personen l Afnemers Hoofdstap 1 Oriëntatie Publicatiedatum: oktober 2014 Inleiding De oriëntatie is erop gericht om informatie te verzamelen over de Basisregistratie

Nadere informatie

BRO & Coördinaten Referentiestelsels Rico Tönis

BRO & Coördinaten Referentiestelsels Rico Tönis 2 december 2013 1 BRO & Coördinaten Referentiestelsels Rico Tönis 2 Nederlandse Ondergrondgegevens TNO, Geologische Dienst Nederland = beheerder Nederlandse ondergrondgegevens Diverse gegevens zoals: Gesteentemonsters

Nadere informatie

Basisregistratie Ondergrond BRO

Basisregistratie Ondergrond BRO Basisregistratie Ondergrond BRO Ad van der Meer programmabureau BRO Ministerie van I en M Ad.vander.meer@minienm.nl April 2016 Globale aanpak van de BRO Oktober 2015: wet in Staatsblad 2016: implementatie

Nadere informatie

De complete oplossing voor uw kadastrale informatievoorziening.

De complete oplossing voor uw kadastrale informatievoorziening. De complete oplossing voor uw kadastrale informatievoorziening. Foto: Mugmedia Het Kadaster gaat de levering van kadastrale informatie ingrijpend vernieuwen. Het huidige proces van verwerken van kadastrale

Nadere informatie

BIDON. Informatie- en netwerkmiddag BIDON. Ruben van der Laan, dagvoorzitter Ruud Boot, programmamanager BIDON. Plenaire sessie 12 oktober 2016

BIDON. Informatie- en netwerkmiddag BIDON. Ruben van der Laan, dagvoorzitter Ruud Boot, programmamanager BIDON. Plenaire sessie 12 oktober 2016 Informatie- en netwerkmiddag BIDON Ruben van der Laan, dagvoorzitter Ruud Boot, programmamanager BIDON Plenaire sessie 12 oktober 2016 1 Even voorstellen uit de programmaboard BIDON Durk Groenveld, Netbeheer

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 19108 10 juli 2015 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 2 juli 2015, nr. PO/SenO/747922,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 44665 8 december 2015 Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 7 december 2015, nr. IENM/BSK-2015/161734,

Nadere informatie

Implementatiescenario voor lidorganisaties

Implementatiescenario voor lidorganisaties Informatiemodel en Gegevensset Federatie Opvang 2011 Implementatiescenario voor lidorganisaties Federatie Opvang, 22 september 2011 versie 1.0 Projectleiding: Projectuitvoering: Mark Clarijs, Informatiemanager

Nadere informatie

Rechtbank Maastricht NOTITIE. 1. Inleiding. Gemeente Maastricht

Rechtbank Maastricht NOTITIE. 1. Inleiding. Gemeente Maastricht NOTITIE Rechtbank Maastricht Aan: T.a.v. Gemeente Maastricht Fred Sijben Van: Aeisso Boelman en Iris van Donselaar Datum: 29 september 2015 Onderwerp: Second opinion business case rechtbank Maastricht

Nadere informatie