TruVision 11/31-serie Wi-Fi IP-camera Installatiegids

Transcriptie

1 TruVision 11/31-serie Wi-Fi IP-camera Installatiegids P/N NL REV B ISS 24APR15

2 Copyright 2015 United Technologies Corporation, Interlogix maakt onderdeel uit van UTC Building & Industrial Systems, een bedrijfseenheid van United Technologies Corporation. Alle rechten voorbehouden. Handelsmerken en patenten In dit document gebruikte handelsnamen kunnen handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken zijn van de fabrikanten of leveranciers van de betreffende producten. Fabrikant Interlogix 2955 Red Hill Avenue, Costa Mesa, CA , USA Geautoriseerde vertegenwoordiger in de EU: UTC Fire & Security B.V., Kelvinstraat 7, 6003 DH Weert, The Netherlands Certificering N4131 Deze apparatuur is getest en voldoet aan de normen voor digitale apparatuur van Klasse B volgens deel 15 van de regels van de FCC (Federal Communications Commission). Deze normen zijn opgesteld om een redelijke bescherming te bieden tegen storende interferentie in een woonhuisinstallatie. Deze apparatuur genereert en maakt gebruik van radiofrequenties die onder omstandigheden ook uitgestraald kunnen worden. Onjuiste installatie en gebruik in strijd met de instructies in deze handleiding kan leiden tot interferentie met etherverbindingen. Het is echter niet uitgesloten dat in specifieke gevallen interferentie optreedt. Als deze apparatuur storende interferentie met radio- of televisie-uitzendingen veroorzaakt (hetgeen u kunt vaststellen door de apparatuur tijdelijk uit te schakelen), kan de gebruiker proberen de interferentie te verhelpen door een of meer van de volgende maatregelen te nemen: 1. De ontvangstantenne verplaatsen of anders richten. 2. De afstand tussen deze apparatuur en de ontvanger vergroten. 3. Deze apparatuur aansluiten op een andere stroomgroep (stop) dan de groep waarop de ontvanger is aangesloten. 4. De leverancier of een ervaren radiomonteur raadplegen voor advies. CC-kennisgeving Gebruik alleen afgeschermde kabels voor het aansluiten van computers of randapparatuur om een continue naleving te garanderen. Alle wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de partij die verantwoordelijk is voor de naleving, kunnen de bevoegdheid van de gebruiker m.b.t het gebruik van het apparaat teniet doen. Dit apparaat voldoet aan de vereisten van deel 15 van de FCC-regels. De werking is derhalve onderhevig aan de volgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken. (2) Dit apparaat moet alle ontvangen storingen accepteren, inclusief storingen die ongewenste werkingen kunnen veroorzaken.

3 Alle wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de partij die verantwoordelijk is voor de naleving, kunnen de bevoegdheid van de gebruiker m.b.t het gebruik van het apparaat teniet doen. FCC-verklaring betreffende blootstelling aan straling Deze apparatuur voldoet aan de FCC-beperkingen die gelden voor blootstelling aan straling in een niet-beheerde omgeving. Om overschrijding van de limieten van FCCradiofrequentieblootstelling te voorkomen, mogen personen zich tijdens het normale gebruik niet op minder dan 20 cm van de antenne bevinden. R&TTE-verklaring van conformiteit Deze apparatuur voldoet aan alle vereisten uit de RICHTLIJN 1999/5/EG VAN HET EUROPESE PARLEMENT EN DE EUROPESE RAAD VAN 9 maart 1999 m.b.t. radio- en telecommunicatie-eindapparatuur en de gemeenschappelijke erkenning van de bijbehorende conformiteit (R&TTE). De R&TTE-richtlijn herroept en vervangt in de richtlijn 98/13/EEG (telecommunicatie-eindapparatuur en apparatuur voor satellietgrondstations) vanaf 8 april Veiligheid Deze apparatuur is ontworpen met de grootste zorg voor de veiligheid van degenen die de apparatuur installeren en gebruiken. Er moet echter speciale aandacht worden besteed aan de gevaren van elektrische schokken en statische elektriciteit tijdens het werken met elektrische apparatuur. Alle richtlijnen van de fabrikant van deze apparatuur en van de computerfabrikant moeten daarom te allen tijde worden opgevolgd om een veilig gebruik van de apparatuur te garanderen. Nationale beperkingen Dit apparaat is bedoeld voor gebruik thuis en op kantoor in alle landen van de EU (en andere landen die de EU-richtlijn 1999/5/EG volgen), zonder enige beperking, behalve voor de landen die hieronder vermeld staan: Land Beperking Redenen/opmerkingen Bulgarije Geen Algemene goedkeuring is vereist voor gebruik buiten en in openbare gelegenheden Frankrijk Gebruik buiten; beperkt tot 10 mw e.i.r.p. binnen de frequentieband ,5 Militair radiolocatiegebruik. De afgelopen jaren is 2,4 GHz constant verbeterd om de huidige ontspannen regeling mogelijk te maken. Een volledige implementatie was gepland voor MHz. Luxemburg Geen Algemene goedkeuring is vereist voor netwerk- en servicelevering (niet voor spectrum).

4 Bijlage 3 B en A Breedbandgegevenstransmissiesystemen 2.400, ,5 MHz: Land Beperking Redenen/opmerkingen Noorwegen Geïmplementeerd Deze subsectie geldt niet voor het geografische gebied binnen een straal van 20 km van het centrum van Ny-Ålesund. Italië Geïmplementeerd Het openbaar gebruik is onderhevig aan de algemene machtiging van de respectievelijke serviceleverancier. Russische Federatie Oekraïne Beperkte implementatie Beperkte implementatie 1. SRD met FHSS-modulatie 1.1. Maximum 2,5 mw e.i.r.p Maximum 100 mw e.i.r.p. Het gebruik van SRD is toegestaan voor buitentoepassingen zonder beperking van de installatiehoogte, mits het gaat om het verzamelen van telemetriegegevens voor automatische bewaking en boekhoudsystemen voor hulpmiddelen. Het gebruik van SRD is toegestaan voor andere buitentoepassingsdoeleinden als de installatiehoogte niet meer dan 10 m boven het grondoppervlak uitsteekt. 1.3 Maximum 100 mw e.i.r.p. binnentoepassingen. 2. SRD met DSSS en andere dan FHSSbreedbandmodulatie 2.1. De maximale gemiddelde e.i.r.p. dichtheid is 2 mw / MHz. Maximum 100 mw e.i.r.p De maximale gemiddelde e.i.r.p. dichtheid is 20 mw / MHz. Maximum 100 mw e.i.r.p. De SRD mag alleen voor buitentoepassingen worden gebruikt mits de SRD gebruikt wordt voor het verzamelen van telemetriegegevens voor automatische bewaking, boekhoudsystemen voor hulpmiddelen en beveiligingssystemen De maximale gemiddelde e.i.r.p. dichtheid is 10 mw / MHz. Maximum 100 mw e.i.r.p. binnentoepassingen. e.i.r.p. 100 mw met geïntegreerde antenne met een versterkingsfactor van maximaal 6 dbi. De volgende informatie moet ook worden inbegrepen als de radioapparatuur opzettelijk radiogolven uitzendt: (a) Frequentieband(en) waarbinnen de radioapparatuur werkt;

5 (b) Het maximum radiofrequentievermogen dat in de frequentieband(en) waarbinnen de radioapparatuur werkt, uitgezonden wordt. 2012/19/EU (WEEE-richtlijn): Producten die van dit waarmerk zijn voorzien, mogen in de Europese Unie niet bij het ongesorteerde gemeenteafval worden gegooid. U kunt dit product retourneren aan uw plaatselijke leverancier op het moment dat u vergelijkbare nieuwe apparatuur aanschaft, of inleveren op een aangewezen inzamelpunt voor de juiste recycling. Bezoek voor meer informatie. Contactgegevens 2006/66/EC (batterijrichtlijn): Dit product bevat een accu die in de Europese Unie niet bij het ongesorteerde gemeenteafval gegooid mag worden. Raadpleeg de productdocumentatie voor specifieke informatie over accu s. De accu is van dit symbool voorzien. Op het symbool kunnen de volgende letters zijn aangebracht: Cd voor cadmium, Pb voor lood of Hg voor kwik. Voor de juiste recycling levert u de accu in bij uw plaatselijke leverancier of bij een aangewezen inzamelpunt. Bezoek voor meer informatie. Zie of voor contactgegevens.

6 Inhoud Inleiding 7 Productoverzicht 7 Installatie 7 Installatieomgeving 7 Inhoud van de verpakking 9 Kabelvereisten 11 Camerabeschrijving 12 De camera instellen 12 Wi-Fi-transmissie instellen 13 Toegang tot de SD-kaart 20 Een luidspreker aansluiten 21 De wedgecamera monteren 22 De camera gebruiken met een recorder 24 De camera gebruiken met TruVision Navigator 25 Corrosieweerstand waarborgen 25 Specificaties 26 TruVision IP-wedgecamera s 26 Pindefinities 28 6 Installatiegids

7 Inleiding Productoverzicht Dit is de installatiegids voor de volgende TruVision serie Wi-Fi IP-cameramodellen: TVW-1103 (1.3MPX Wi-Fi, 2,8 mm lens, grijs, PAL) TVW-3103 (1.3MPX Wi-Fi, 2,8 mm lens, grijs, NTSC) TVW-1104 (1.3MPX Wi-Fi, 2,8 mm lens, wit, PAL) TVW-3104 (1.3MPX Wi-Fi, 2,8 mm lens, wit, NTSC) TVW-1105 (3MPX Wi-Fi, 2,8 mm lens, grijs, PAL) TVW-3105 (3MPX Wi-Fi, 2,8 mm lens, grijs, NTSC) TVW-1106 (3MPX Wi-Fi, 2,8 mm lens, wit, PAL) TVW-3106 (3MPX Wi-Fi, 2,8 mm lens, wit, NTSC) TVW-1116 (3MPX Wi-Fi, 6 mm lens, wit, PAL) TVW-3116 (3MPX Wi-Fi, 6 mm lens, wit, NTSC) Installatie Deze sectie bevat informatie over het installeren van de camera s. Installatieomgeving Tijdens het installeren van uw product moet u rekening houden met het volgende: Elektrische bedrading: Wees voorzichtig bij de installatie van de elektrische bedrading. Laat dit altijd uitvoeren door Installatiegids 7

8 een gekwalificeerde monteur. Gebruik altijd een geschikte PoE-schakelaar, een 12V gelijkstroom of UL Klasse 2 of CE-gecertificeerde voedingsbron voor de voeding van de camera. Overbelast de voedingskabel of adapter niet. Ventilatie: De installatielocatie van de camera moet goed geventileerd zijn. Temperatuur: Gebruik de camera niet indien de opgegeven waarden voor temperatuur, vochtigheid of voedingsbron worden overschreden. De bedrijfstemperatuur van de camera ligt tussen -30 en +60 C. De vochtigheid is lager dan 90%. Vocht: Stel de camera niet bloot aan regen of vocht, en gebruik de camera niet in natte omgevingen. Schakel de stroom onmiddellijk uit als de camera nat is en laat de camera door een gekwalificeerde monteur nakijken. Door vocht kan de camera beschadigd raken en kan het risico op een elektrische schok ontstaan. Onderhoud: Probeer nooit zelf onderhoud aan de camera uit te voeren. Elke poging om de deksels van dit product te demonteren of te verwijderen, doet de garantie vervallen en kan tevens leiden tot ernstig lichamelijk letsel. Laat elke onderhoudsbeurt door een gekwalificeerde monteur uitvoeren. Reinigen: Raak de sensormodules niet met de vingers aan. Als reiniging noodzakelijk is, neemt u een schone doek met daarop een beetje ethanol en veegt u de camera voorzichtig schoon. Als de camera langere tijd niet wordt gebruikt, moet u de lensdop terugplaatsen, zodat de sensoren zijn beschermd tegen vuil. 8 Installatiegids

9 Inhoud van de verpakking Controleer de verpakking en de inhoud daarvan op zichtbare beschadiging. Als bepaalde onderdelen beschadigd zijn of ontbreken, moet u niet proberen de camera toch te gebruiken, maar onmiddellijk contact opnemen met de leverancier. Stuur de eenheid altijd terug in de oorspronkelijke verpakking. IP-wedgecamera Camera Installatiehandleiding Cd met configuratiehandleiding en TruVision Device Finder Installatiegids 9

10 Sjabloon A voor montage met de converterschaal Sjabloon B voor montage zonder de converterschaal Schroeven Gipsplaatanker Φ7,5 x 24,5 mm (3 stuks) Schroef M4 4 x 25 mm (3 stuks) Waterverbinding: biedt waterdichtheid voor netwerkverbinding. 12 V gelijkstroomconnector: DC-stekkeraansluiting naar aansluitconnectoren met positieve en negatieve indicatoren. Schroeven C: M4 8, 2 stuks Sabotagebestendige inbussleutel 10 Installatiegids

11 Lensuitlijngereedschap Converterschaal WEEE en batterij weggooien LET OP: Gebruik voedingen op de UL-lijst met directe stekkeraansluitingen die zijn gemarkeerd als Klasse 2/CEgecertificeerd of LPS (limited power source) van het vereiste uitgangsvermogen dat op het apparaat wordt aangegeven. LET OP: Er ontstaat explosiegevaar als de batterij door een verkeerd type wordt vervangen. Gooi gebruikte batterijen volgens de instructies weg. Kabelvereisten Voor een juiste werking van het systeem dient u rekening te houden met de volgende kabel- en voedingsvereisten voor de camera s. Kabels van categorie 5 of beter worden aanbevolen. Alle netwerkkabels moeten in overeenstemming met van toepassing zijnde codes en voorschriften worden geplaatst. Installatiegids 11

12 Camerabeschrijving Afbeelding 1: IP-wedgecamera Cameradeksel / - behuizing 2. Lens 3. SD-geheugenkaart 4. Ethernet RJ45 PoEpoort 5. Voedingseenheid 6. Voet 7. Alarm- en audiopoort 8. Reset-/WPS-knop 9. Converterschaal 10. Antenne 11. Microfoon De camera instellen Opmerking: Als de lichtbron op de locatie waar de camera is gemonteerd snelle, grote variaties in licht waarneemt, is het mogelijk dat de camera niet functioneert zoals de bedoeling is. 12 Installatiegids

13 Ga als volgt te werk om de camera snel in werking te nemen: 1. Bereid het montageoppervlak voor. 2 Bevestig de camera met het juiste bevestigingsmateriaal. Zie De wedgecamera monteren op pagina Stel de juiste streamingparameters in voor het netwerk van de camera, zodat de camera via het netwerk kan worden bediend. Zie de TruVision IP-camera Configuratiehandleiding voor meer informatie. 4. Programmeer de camera voor de juiste locatie. Zie de TruVision 11/31-serie IP-camera Configuratiehandleiding voor meer informatie. Wi-Fi-transmissie instellen Zie de TruVision 11/31-serie IP-camera Configuratiehandleiding voor meer informatie over het instellen van de Wi-Fi-transmissie. Wi-Fi-transmissieafstand De Wi-Fi-transmissieafstand / het Wi-Fi-transmissiebereik van de camera is ongeveer 50 m in openlucht toepassingen. Opmerking: De transmissieafstand kan variëren afhankelijk van de aanwezigheid van fysieke obstakels zoals bomen, muren, liften, brandwerende deuren, meubels, enz. Vermijd zeer stevige muren en metalen voorwerpen in het transmissiepad. Andere Wi-Fi netwerken (bijv. Wi-Fi, WiMAX) werken met 2,4 GHz en bepaalde typen apparaten (bijv. magnetrons, punt-tot-punt Wi-Fi-transmissie) kunnen storingen in uw netwerk veroorzaken. Het resultaat zou een vermindering van de transmissieafstand / het transmissiebereik inhouden. Installatiegids 13

14 Toegang tot de camera via een Wi-Fi-netwerk (ad-hoc-modus) Opmerking: De camera staat standaard in de ad-hoc-modus. De SSID is het serienummer. 1. Schakel de camera in. 2. Zoek op uw computer naar de SSID die in de Ad-hocmodus voor de camera was ingesteld. Selecteer de SSID om de camera aan te sluiten. 3. Koppel na het aansluiten TruVision Device Finder of Device Manager los en wijzig het IP-adres van de camera in die van hetzelfde subnet van de router. 14 Installatiegids

15 Opmerking: Het Wi-Fi IP-adres van de computer moet zich tevens in hetzelfde subnet bevinden. 4. Meld u via de webbrowser aan bij de camera en blader naar de Wi-Fi-pagina. Installatiegids 15

16 5. Selecteer de gewenste Wi-Fi en voer indien nodig de sleutel in. 6. Klik op Opslaan om de instellingen op te slaan. 7. Als de camera met de router verbonden is, wordt de adhoc-modus opgeheven. Selecteer de Wi-Fi-router op de laptop en sluit de Wi-Fi-router aan. 16 Installatiegids

17 8. Start Device Finder om het WLAN IP-adres van de camera te controleren. Meld u aan bij de camera om de liveweergave te zien. Installatiegids 17

18 Toegang tot de camera via een netwerkkabel Als u de Wi-Fi -instellingen voor de eerste keer configureert, sluit dan de met een netwerkkabel aan op de router en open vervolgens de webbrowser om de Wi-Fi-installatie te voltooien door te klikken op Opslaan. Als de Wi-Fi-status van Losgekoppeld wijzigt in Verbonden, is de Wi-Fi-aansluiting goed ingesteld. 18 Installatiegids

19 WPS De camera heeft een WPS-functie (Wi-Fi-beveiliging instellen) voor het eenvoudig instellen van een Wi-Fi-aansluiting naar een Wi-Fi-router. Installatiegids 19

20 PBC-modus: Druk op de WPS-knop op de Wi-Fi-router. Het WPS-indicatielampje knippert. (De WPS-instellingen kunnen per apparaat verschillen. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de Wi-Fi-router voor meer informatie.) Schakel vervolgens het selectievakje PBC in en klik op de knop Verbinden. De camera en de Wi-Fi-router worden automatisch verbonden. PIN-modus: De pincode is op de Wi-Fi-router afgedrukt. Voer de pincode op de balk Pincode router in en schakel het selectievakje Pincode router gebruiken in. Klik vervolgens op Verbinden om de camera met de Wi-Fi-router te verbinden. U kunt de pincode aan camerazijde genereren en de Wi-Firouter configureren om het instellen van de verbinding te voltooien. (Raadpleeg de gebruikershandleiding van de Wi-Firouter voor meer informatie.) Houd er rekening mee dat de vervaltijd van de pincode 120 seconden is. Toegang tot de SD-kaart Plaats een Micro SD-kaart voor maximaal 64GB aan lokale opslag als back-up in geval van bijvoorbeeld netwerkstoringen (zie Afbeelding 1 op pagina 12). De SD-kaart wordt niet bij de camera meegeleverd. 20 Installatiegids

21 U hebt alleen via de webbrowser toegang tot de video- en logboekbestanden op de Micro SD-kaart. U kunt de kaart niet benaderen met behulp van TruVision Navigator of een opnameapparaat. Een luidspreker aansluiten De camera heeft een geïntegreerde microfoon voor het opvangen van het audio-ingangssignaal. Voor de audio-uitgang verbindt u een externe luidspreker met de audio-uitgangs- en GND-interface van de camera. De luidspreker wordt niet bij de camera meegeleverd. GND Audio Output Opmerking: De luidspreker moet correct door een voedingseenheid van stroom worden voorzien. Controleer de luidsprekerspecificaties en gebruikershandleiding voor meer informatie. Installatiegids 21

22 De wedgecamera monteren Ga als volgt te werk om de wedgecamera aan een muur of plafond te monteren: 1. Boor met de meegeleverde boormal de gaten voor de bevestigingsonderdelen in het montageoppervlak. Als u kabels via de voet van de camera wilt leiden, boort u een kabelopening in het montageoppervlak. 2. Bevestig de converterschaal aan het montageoppervlak (optioneel). Opmerking: U kunt eventueel het palletje (A) aan de zijkant van de converterschaal verwijderen om de kabels door te leiden. A 3. Maak de schroeven los met een sabotagebestendige inbussleutel (meegeleverd) om het cameradeksel te verwijderen. 22 Installatiegids

23 4. Bevestig de cameravoet aan de converterschaal of het montageoppervlak, afhankelijk van de installatie. 5. Gebruik het meegeleverde lensuitlijngereedschap om het draaien [±30 ], kantelen [0 tot 80 ] en de draairichting [0 tot 360 ] aan te passen. Installatiegids 23

24 Draaien Instelgereedschap Draairichting Kantelen 6. Bevestig het domedeksel weer aan de camera. De camera gebruiken met een recorder Raadpleeg de betreffende gebruikershandleidingen voor instructies over het aansluiten en bedienen van de camera met deze systemen. 24 Installatiegids

25 De camera gebruiken met TruVision Navigator Een camera moet zijn aangesloten op een Interlogix NVR of Hybrid DVR voordat deze kan worden bediend met TruVision Navigator. Raadpleeg de gebruikershandleiding van TruVision Navigator voor instructies over het bedienen van de camera met de TruVision Navigator. Corrosieweerstand waarborgen Voor normale buiten- en binnen toepassingen heeft de camera een stof- en waterbeschermingclassificatie conform IP66. Volg indien nodig de installatie-instructies in de handleiding bij het bevestigen van de camera. silicone sealant Als u de camera in een corrosieve omgeving installeert, zoals schepen, kustlocaties of chemische fabrieken, gebruik dan siliconenkit (apart verkrijgbaar) om de microfoonopening af te dichten. De typische uithardingstijd is ongeveer een tot twee uur in het temperatuurbereik tussen 5 en 40 C (40 en 100 F). Installatiegids 25

26 De camerabehuizing en -onderdelen zijn ontworpen en vervaardigd om bescherming tegen corrosie te waarborgen. Het is echter noodzakelijk om de kabelverbinding tijdens de installatiewerkzaamheden af te dichten. Gebruik terwijl u alle lokale codes volgt elektrische tape of een corrosiebestendige kabelgeleider om de kabels zoals vereist aan te sluiten. Opmerking: Als de microfoonopening afgedicht is, heeft dit grote gevolgen voor de gevoeligheid van de audio-ingang van de camera. Specificaties TruVision IP-wedgecamera s Elektriciteit Voltage-ingang Stroomverbruik Wi-Fi-parameters Wi-Fi-standaard Frequentiebereik Communicatiebandbreedte Beveiliging 12 VDC, PoE (IEEE 802.3af) Max. 5 W IEEE802.11b/g/n 2,4 tot 2,4835 GHz Ondersteunt 20/40 MHz 64/128 bits WEP, WPA/WPA2, WPA-PSK/WPA2-PSK, WPS Transmissiesnelheid 11b: 11 Mbps, 11g: 54 Mbps, 11n: max. 150 Mbps 26 Installatiegids

27 Transmissiebereik Uitgangsvermogen verzenden Overig Connectoren Bedrijfstemperatuur Afmetingen (L x B x H) Gewicht Milieuclassificatie Max. 50 m * Is afhankelijk van de werkelijke werkomgeving. 11b: 17 ± 1,5 dbm bij 11 Mbps 11g: 14 ± 1,5 dbm bij 54 Mbps 11n: 12,5 ± 1,5 dbm Losse aansluiting voor DC-stekker, losse aansluiting voor RJ45-30 tot +60 C (-22 tot F) mm (3,86 3,49 12,94 inch) 407 g (0,89 lbs) IP66 Installatiegids 27

28 Pindefinities Een standaard UTP/STP-kabel bestaat uit acht draden, elk met hun eigen kleur. Het onderstaande overzicht toont de pintoewijzingen en kleuren van de gekruiste en rechte kabelverbindingen: Afbeelding 2: Rechte verbindingskabel 1 Wit/oranje Wit/oranje 1 2 Oranje Oranje 2 3 Wit/groen Wit/groen 3 4 Blauw Blauw 4 5 Wit/blauw Wit/blauw 5 6 Groen Groen 6 7 Wit/bruin Wit/bruin 7 8 Bruin Bruin 8 Afbeelding 3: Gekruiste kabel 1 Wit/oranje Wit/oranje 1 2 Oranje Oranje 2 3 Wit/groen Wit/groen 3 4 Blauw Blauw 4 5 Wit/blauw Wit/blauw 5 6 Groen Groen 6 7 Wit/bruin Wit/bruin 7 8 Bruin Bruin 8 Zorg ervoor dat de aangesloten kabels dezelfde pintoewijzing en kleur als hierboven hebben voordat u de kabels in uw netwerk in gebruik gaat nemen. 28 Installatiegids