Routeplanner beschermde natuur binnen de omgevingsvergunning

Transcriptie

1 Routeplanner bescherde natuur binnen de ogevingsvergunning

2 Voor wie is deze routeplanner bedoeld? Deze routeplanner is bedoeld voor de aanvrager van een ogevingsvergunning waar een natuurtoets aan de orde is. Deze routeplanner is ook bedoeld voor het bevoegd gezag dat betrokken is bij de behandeling van een aanvraag voor een dergelijke ogevingsvergunning, te weten de geeente en de provincie. De Wet algeene bepalingen ogevingsrecht (WABO) en de Wet natuurbeschering aken het aanhaken van natuurtoetsen binnen de ogevingsvergunning ogelijk. Introductie Het aanhaken van een natuurtoets is ogelijk als er voor de voorgenoen activiteiten of werkzaaheden (hierna genoed handelingen ) zowel een ogevingsvergunning als een vergunning bescherde gebieden of ontheffing bescherde soorten op grond van de Wet natuurbeschering vereist is. In deze routeplanner worden de procedurele stappen beschreven die nodig zijn als een natuurtoets voor bescherde soorten of bescherde Natura 2000-gebieden deel uitaakt van de procedure van het verkrijgen van een ogevingsvergunning. De routeplanner helpt de aanvragers en behandelaars bij vragen als Hoe weet ik of een natuurtoets aan de orde is?, In welke fase oeten welke ecologische gegevens beschikbaar zijn? en Hoe lang duurt de procedure?. Deze routeplanner geeft alle stappen vanaf het oent vanaf het allereerste idee tot aan de realisatie ervan. Bij elke stap is (in kleur) onderscheid geaakt of het een activiteit is van de initiatiefneer of van het bevoegd gezag (vergunningverlener). Bij elke stap is in hoofdlijnen beschreven, wie erbij betrokken is en het wat, wanneer en hoe van de stap. De aanvraag van een ogevingsvergunning en de inhoud daarvan zijn de verantwoordelijkheid van de aanvrager zelf. Het is voorts de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag voor de verlening van een ogevingsvergunning (eestal de geeente) o de procedure van de aanvraag en de behandeling van de ogevingsvergunning te volgen. Wanneer is een natuurtoets binnen de ogevingsvergunning aan de orde? Een ogevingsvergunning oet worden aangevraagd bij velerlei typen handelingen, zoals boen kappen, bouwen of handelen in strijd et de regels ruitelijke ordening. Een dergelijke handeling ag: Geen negatief effect hebben op soorten en habitattypen in Natura 2000-gebieden waarvoor instandhoudingsdoelen zijn geforuleerd, anders is een vergunning nodig. Niet leiden tot het overtreden van de verbodsbepalingen van bescherde dier- en plantensoorten, anders is een ontheffing nodig. Ministerie van Econoische Zaken

3 Als dergelijke negatieve of schadelijke effecten niet voorkoen kunnen worden en dus een vergunning of ontheffing onder de Wet natuurbeschering nodig is, kan voor deze natuurtoetsen worden aangehaakt binnen de ogevingsvergunning. Dit aanhaken is optioneel. Er zijn dus twee ogelijkheden voor een initiatiefneer o een ogevingsvergunningplichtige handeling et effecten op bescherde natuur vergund te krijgen: De initiatiefneer kan eerst een aparte ontheffing soortenbeschering en/of vergunning gebiedenbeschering onder de Wet natuurbeschering aanvragen bij de provincie, en daarna de ogevingsvergunning bij de geeente. De natuurtoesteing oet echter voorafgaand aan de ogevingsvergunning worden aangevraagd. De initiatiefneer kan direct een ogevingsvergunning aan vragen bij de geeente, waarbij de natuurtoesteing procedureel onderdeel is van deze vergunning. In dat geval vindt het aanhaken plaats door het onderdeel Handelingen et gevolgen voor bescherde planten- en diersoorten of Handelingen et gevolgen voor bescherde natuurgebieden aan te vinken bij de aanvraag van een ogevingsvergunning. Welke rol spelen provincies en geeenten bij het aanhaken van de natuurtoets? Met de Wet natuurbeschering kot de bevoegdheid voor het verlenen van ontheffingen en vrijstellingen bij soortenbeschering in principe bij de provincies te liggen. Daaree is de provincie bevoegd gezag voor de toetsing van handelingen et ogelijke gevolgen voor Natura 2000-gebieden (de gebiedenbescheringsbepalingen) én voor de toetsing van handelingen et ogelijke gevolgen voor bescherde dier- en plantensoorten (de soortenbescheringsbepalingen). Alleen bij ruitelijke ingrepen waaree grote nationale belangen zijn geoeid, blijft het Rijk bevoegd gezag. van een natuurtoetsing een Verklaring van geen bedenkingen (Vvgb) afgeven (al dan niet onder voorwaarden) of weigeren. Deze Vvgb is inhoudelijk gelijk aan een ontheffing of vergunning Wet natuurbeschering. De Vvgb aakt integraal onderdeel uit van de ogevingsvergunning. Als de provincie geen Vvgb kan verlenen, oet de geeente ook de ogevingsvergunning weigeren. Waar is deze routeplanner niet voor te gebruiken? Deze routeplanner ziet niet op de procedure die geldt als de initiatiefneer apart een vergunning bescherde gebieden of ontheffing bescherde soorten op grond van de Wet natuurbeschering aanvraagt. Dit is ook het geval als er voor de activiteit geen ogevingsvergunning aangevraagd hoeft te worden. Deze routeplanner gaat alleen in op het aanhaken van de natuurtoets op grond van de Wet natuurbeschering. Deze routeplanner gaat niet over bescheringsregies voor natuur op grond van andere wettelijke kaders, zoals de beschering van het Nationaal Natuur Netwerk op grond van de Wet ruitelijke ordening. Tot slot, deze routeplanner gaat uit van de situatie vanaf 1 januari 2017 wanneer zowel de Wet natuurbeschering als de Wet algeene bepalingen ogevingsrecht van kracht zijn. Wanneer het wettelijk kader wijzigt, bijvoorbeeld bij de inwerkingtreding van de Ogevingswet, zal de routeplanner hierop waar nodig aangepast worden. Het is aan de geeente (als bevoegd gezag ogevingsvergunning) o te controleren of de aanvraag voor een ogevingsvergunning volledig is. Essentieel is dat de geeente toetst of de initiatiefneer al dan niet terecht heeft aangegeven of de handeling gevolgen heeft voor bescherde soorten of gebieden. Dit is het geval als een initiatiefneer vooraf geen aparte ontheffing soortenbeschering of vergunning gebiedsbeschering heeft aangevraagd en de geeente redelijkerwijs kan weten dat er bescherde natuurwaarden in het geding kunnen zijn. Als het onderdeel Handelingen et voor bescherde plantenen diersoorten of Handelingen et gevolgen voor bescherde natuurgebieden is aangevinkt en de aanvraag voor een ogevingsvergunning volledig is, dan legt de geeente de aanvraag voor aan de provincie. De provincie is iers het bevoegd gezag voor de inhoudelijke natuurtoets. Vervolgens kan de provincie op grond Ministerie van Econoische Zaken Routeplanner bescherde natuur 3 binnen de ogevingsvergunning

4 + Initiatiefneer wil iets gaan doen 1 dag tot 1 week 9 Inforatie verzaelen Geeente verstrekt inforatie Geen effect verwacht of werken volgens vrijstelling Aanpassing initiatief Ecologisch onderzoek nodig Enkele weken tot 1 jaar Ecologisch onderzoek uitvoeren Aanpassing initiatief Aanvraag onvolledig Na ontvangst aanvraag zo spoedig ogelijk 9 9 Aanvraag ogevingsvergunning Aanvraag aparte ontheffing/vergunning Wet Natuurbeschering (bij provincie) Geeente toetst volledigheid Aanvraag volledig 8 tot 14 weken na ontvangst aanvraag Totaal 26 of 32 weken na ontvangst aanvraag Geen schadelijk effect, vrijstelling of aparte vergunning of ontheffing Natuurtoets provincie* Afgifte VVGB VVGB nodig Geen VVGB Zonder voorwaarden natuur Geeente verleent vergunning Met voorwaarden natuur Geen vergunning Enkele dagen tot jaren Maatregelen uitvoeren M Geeente controleert Realisatie initiatief Miniaal: 3 aanden Maxiaal: 3 jaar Maxiaal bij bezwaar en beroep: 5 jaar * alleen bij handelingen et nationale belangen RVO.nl 4 Routeplanner bescherde natuur binnen de ogevingsvergunning Ministerie van Econoische Zaken

5 + Initiatiefneer wil iets gaan doen Initiatiefneer wil iets gaan doen Een initiatiefneer is van plan o handelingen te onderneen die ogelijk schadelijke effecten hebben op krachtens de Wet natuurbeschering bescherde planten- en dierensoorten of bescherde Natura 2000-gebieden. Het gaat o alle handelingen waarvoor een ogevingsvergunning nodig is, zoals kappen, bouwen of handelen in strijd et regels ruitelijke ordening. Zodra de initiatiefneer weet welke handelingen hij wil gaan verrichten, en waar en hoe deze worden uitgevoerd, start deze routeplanner. 9 Inforatie verzaelen Inforatie verzaelen O er achter te koen of de handelingen schadelijke effecten kunnen hebben voor bescherde planten- en dierensoorten of voor bescherde Natura 2000-gebieden, oet een initiatiefneer inforatie verzaelen: 1 Vindt de handeling plaats op een locatie waar bescherde dier- en/of plantensoorten voorkoen of daar hun leefgebied hebben? Zo ja: Welk bescheringsregie is van toepassing is op deze soorten? Ondervinden die soorten schadelijke effecten van de activiteit? 2 Vindt de handeling plaats in of nabij een Natura 2000-gebied? Zo ja: Wat zijn de instandhoudingsdoelen van het gebied? Heeft de handeling significante gevolgen voor dat gebied? Hulpiddelen Geadviseerd wordt in ieder geval de volgende bronnen te gebruiken bij het verzaelen van inforatie: Algeeen natuurwetgeving Rijksoverheid rijksoverheid.nl/onderwerpen/natuur-en-biodiversiteit Site et inforatie over beleid en wetgeving voor natuur en biodiversiteit van de Rijksoverheid. Bescherde natuur in Nederland Site et inforatie over soorten en gebieden in wetgeving en beleid. (Onder deze site hangen diverse van onderstaande hulpiddelen) RVO bescherde-planten- dieren-en-natuur Site et inforatie over bescherde soorten en gebieden Soortenbeschering Soortendatabase inez.nederlandsesoorten.nl/soorten Een hulpiddel o te weten welk bescheringsregie exact op een soort van toepassing is. Ministerie van Econoische Zaken Routeplanner bescherde natuur 5 binnen de ogevingsvergunning

6 Effectenindicator soorten effectenindicator-soorten.nl Een hulpiddel et inforatie of activiteiten een schadelijk effect kunnen hebben op belangrijke bescherde soorten in uw geeente Maatregelenindicator soorten aatregelenindicator-soorten.nl Een hulpiddel et inforatie over welke aatregelen genoen kunnen worden o de schadelijke effecten op bescherde soorten te voorkoen. Wet natuurbeschering Soortenbeschering bij ruitelijke ingrepen Brochure over de inhoudelijke stappen die nodig zijn bij het aanvragen en toetsen van een ontheffing soortenbeschering. Gebiedenbeschering Effectenindicator Natura2000-gebieden effectenindicator-natura2000.nl Een hulpiddel et inforatie of de activiteiten een schadelijk effect kunnen hebben op de bescherde Natura 2000-gebieden. Natura Site et inforatie over Natura 2000-gebieden van de Regiegroep Natura 2000 Geeente verstrekt inforatie 9 Inforatie verzaelen Geeente verstrekt inforatie De geeente kan na eventueel overleg et het bevoegd gezag Wet natuurbeschering - een initiatiefneer helpen aan inforatie die gebruikt kan worden bij de aanvraag van een ogevingsvergunning. Het bevoegd gezag Wet natuurbeschering zal in veel gevallen de provincie zijn. In uitzonderingsgevallen (bij ruitelijke ingrepen waaree nationale belangen geoeid zijn) blijft het Ministerie van EZ het bevoegd gezag. Deze inforatie kan de geeente beschikbaar stellen via internet of via een gesprek et de initiatiefneer. Zo kan de geeente de initiatiefneer wijzen op ogelijk schadelijke effecten van bepaalde handelingen, inforatie verstrekken over het voorkoen van bescherde soorten of de doelen van bescherde natuurgebieden en de genoede hulpiddelen aanreiken. De geeente kan daarbij ook aangeven of de handeling is vrijgesteld van de vergunnings- of ontheffingsplicht of dat de handeling past onder een eerder verleende vergunning of ontheffing. Geen effect verwacht of werken volgens vrijstelling Aanpassing initiatief Ecologisch onderzoek nodig Geen effect verwacht, of werken volgens vrijstelling Soige activiteiten zullen vrijwel zeker niet leiden tot schadelijke effecten voor de natuur. Dan hoeft er waarschijnlijk geen natuurtoets plaats te vinden in het kader van de beoordeling van de aanvraag van een ogevingsvergunning. Dit kan en checken via de effectenindicator soorten en de effectenindicator Natura 2000-gebieden. Wanneer de handelingen naar verwachting geen schadelijke effecten hebben voor bescherde dier- en plantensoorten of voor bescherde Natura 2000-gebieden, kan de initiatiefneer een aanvraag voor de 6 Routeplanner bescherde natuur binnen de ogevingsvergunning Ministerie van Econoische Zaken

7 ogevingsvergunning indienen zonder dat het onderdeel handelingen et gevolgen voor bescherde dier- en plantensoorten en/of bescherde natuurgebieden wordt ingevuld. 9 Inforatie verzaelen Geen effect verwacht of werken volgens vrijstelling Aanpassing initiatief 9 Inforatie verzaelen Geen effect verwacht of werken volgens vrijstelling Aanpassing initiatief Ecologisch onderzoek uitvoeren Ecologisch onderzoek nodig Ecologisch onderzoek nodig Het is ook ogelijk dat er voor de handeling een vrijstelling geldt van de vergunnings- of ontheffingsplicht onder de Wet natuurbeschering. Dit is voor bescherde soorten bijvoorbeeld het geval als de handeling valt onder de werking van een goedgekeurde gedragscode. Een overzicht van de goedgekeurde gedragscodes vindt u op de site van RVO.nl. Provinciale Staten kunnen via een verordening vrijstelling van de ontheffingsplicht of vergunningplicht regelen. Ook kan sprake zijn van een vrijstelling als de handeling is opgenoen in een beheerplan voor een Natura 2000-gebied of prograa in het kader van een prograatische aanpak en in dat kader is getoetst. Bij de uitvoering van de handeling dient de initiatiefneer aantoonbaar te handelen overeenkostig de voorwaarden van de vrijstelling. Aanpassing initiatief (1) Wanneer uit de verzaelde inforatie blijkt dat schadelijke effecten te verwachten zijn op bescherde dier- en plantensoorten of bescherde natuurgebieden, dan is het zaak dat een initiatiefneer zijn initiatief zodanig probeert aan te passen dat er geen sprake eer is van een schadelijk effect. De handeling kan ogelijk op een andere locatie wel zonder schadelijke effecten worden uitgevoerd. Wanneer er na aanpassing van het initiatief geen schadelijke effecten zijn, kan de initiatiefneer een aanvraag voor de ogevingsvergunning indienen, zonder dat er handelingen voor bescherde dier- en plantensoorten of bescherde natuurgebieden worden ingevuld. Ecologisch onderzoek nodig Uit de verzaelde inforatie en de kenerken van het initiatief blijkt dat niet uitgesloten kan worden dat er schadelijke effecten te verwachten zijn op bescherde dier- en plantensoorten of bescherde natuurgebieden. Er is dan nader ecologisch onderzoek nodig. Ecologisch onderzoek uitvoeren Het ecologisch onderzoek betreft aatwerk waarbij de initiatiefneer inforatie (laat) verzaelt(en) over de te verwachten effecten van de specifieke handeling. Ook het onderzoek naar de ogelijkheid van itigerende (verzachtende) en/of copenserende (vervangende) aatregelen kot hierin aan bod. Maatwerk is ogelijk op twee (sos opeenvolgende) niveaus. Een oriënterend onderzoek (voor bescherde dier- en plantensoorten quickscan genoed, voor bescherde natuurgebieden voortoets genoed) en een eventueel verdiepend onderzoek. Het oriënterend onderzoek is eestal voldoende o vast te stellen wat de schadelijke effecten van de handeling op de bescherde natuurwaarden zijn en welke aatregelen ogelijk en nodig zijn o die effecten te voorkoen. Afhankelijk van de coplexiteit van het project of het Ministerie van Econoische Zaken Routeplanner bescherde natuur 7 binnen de ogevingsvergunning

8 vaststellen van de te verwachten effecten, zal een verdiepend ecologisch onderzoek oeten volgen. Als het oriënterend onderzoek uitwijst dat geen overtreding van de verbodsbepalingen van bescherde soorten plaatsvind, is geen Vvgb soortbeschering nodig. Hierbij ogen wél itigerende aatregelen worden betrokken. Als het oriënterend onderzoek uitwijst dat er geen kans is op schadelijke gevolgen voor het Natura 2000-gebied, is geen Vvgb gebiedsbeschering nodig. Bij deze stap binnen gebiedsbeschering ogen géén itigerende aatregelen worden betrokken. Mitigerende aatregelen zijn aatregelen die de negatieve effecten opheffen of verinderen. Ecologisch onderzoek uitvoeren Aanpassing initiatief Aanpassing initiatief (2) De initiatiefneer kan besluiten o naar aanleiding van het ecologische onderzoek zijn initiatief zo aan te passen dat er geen sprake eer is van een schadelijk effect. De activiteiten kunnen bijvoorbeeld op een ander oent of op een andere wijze zonder schadelijke effecten worden uitgevoerd. Wanneer er na aanpassing van het initiatief geen schadelijke effecten zijn, kan de initiatiefneer een aanvraag voor de ogevingsvergunning indienen, zonder dat er handelingen voor bescherde dier- of plantensoorten of bescherde natuurgebieden worden ingevuld. 9 Aanvraag ogevingsvergunning Aanvraag ogevingsvergunning De initiatiefneer kan een ogevingsvergunning aanvragen, et gebruikaking van de uitkosten van het ecologische onderzoek. De aanvraag kan digitaal worden ingediend via het ogevingsloket dit versturen aan het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag is de geeente waarbinnen de handeling plaatsvindt. Zie ook: 9 Aanvraag aparte ontheffing/vergunning Wet Natuurbeschering (bij provincie) Aanvraag aparte ontheffing soortenbeschering De initiatiefneer kan ook besluiten o een aparte ontheffing soortenbeschering aan te vragen, los van de aanvraag van een ogevingsvergunning. Het verlenen van een dergelijke ontheffing is een eigenstandig traject et eigen procedurele stappen. Bevoegd gezag voor het verlenen van een ontheffing op grond van de bescheringsregies voor soorten, zijn gedeputeerde staten van de provincies en in uitzonderingsgevallen de inister van EZ. Zie inforatie op Rijksoverheid.nl en bij de betreffende provincie. Aanvraag aparte vergunning beschering Natura 2000-gebieden De initiatiefneer kan besluiten o een aparte vergunning gebiedenbeschering aan te vragen, los van de aanvraag van een ogevingsvergunning. De verlening van een dergelijke vergunning is een eigenstandig traject et eigen procedurele stappen. Bevoegd gezag voor het verlenen van een vergunning op grond van de bescheringsregie voor Natura 2000-gebiedenzijn gedeputeerde staten van provincies en in uitzonderingsgevallen de Minister van EZ. Zie inforatie op Rijksoverheid.nl en bij de betreffende provincie. 8 Routeplanner bescherde natuur binnen de ogevingsvergunning Ministerie van Econoische Zaken

9 Geeente toetst volledigheid Aanvraag onvolledig Aanvraag volledig Geeente toetst volledigheid Bij een aanvraag ogevingsvergunning toetst de geeente de aangevraagde ogevingsvergunning op volledigheid en ontvankelijkheid. Indien het onderdeel Handelingen et gevolgen voor bescherde dier- en plantensoorten of bescherde natuurgebieden niet is aangevinkt, dan is het de verantwoordelijkheid van de geeente o te beoordelen of dat terecht is. Wanneer de geeente vaststelt dat er sprake is van (andere) schadelijke effecten anders dan aangegeven door de initiatiefneer, zal zij o (aanvullend) ecologisch onderzoek oeten vragen. Bijvoorbeeld over de aanwezigheid van bescherde soorten of over details van de locatie of de uitvoering van de werkzaaheden, o effecten beter te kunnen inschatten. Geeft de initiatiefneer onvoldoende inforatie, dan kan de geeente de aanvraag niet in behandeling neen. Bij deze toets op volledigheid kan de geeente advies vragen bij het bevoegd gezag voor de natuurtoets (provincie of het Ministerie van EZ). Geen schadelijk effect, vrijstelling of aparte vergunning of ontheffing Geeente toetst volledigheid Aanvraag volledig Geen schadelijk effect, vrijstelling of aparte vergunning of ontheffing Bij de behandeling van de ogevingsvergunning is geen natuurtoets aan de orde als er geen schadelijk effect is (zie ook eerdere stappen in deze routeplanner), als er sprake is van een vrijstelling of als er voor de activiteit al een ontheffing soortenbeschering (ook op grond van de Flora- en faunawet) of een vergunning gebiedenbeschering (ook op grond van de Natuurbescheringswet 1998) is verleend. Een natuurtoets binnen de ogevingsvergunning is ook niet aan de orde als voorafgaand aan de aanvraag ogevingsvergunning een aparte aanvraag daartoe is gedaan (zie aanvraag aparte ontheffing of vergunning). In die gevallen kan de geeente de ogevingsvergunning verlenen zonder de aanvraag voor te leggen aan het bevoegd gezag voor de natuurtoets voor het verkrijgen van een Verklaring van geen bedenkingen. Geeente toetst volledigheid Aanvraag volledig VVGB nodig Verklaring van geen bedenkingen (Vvgb) nodig Indien het onderdeel Handelingen et gevolgen voor bescherde dier- of plantensoorten of bescherde natuurgebieden is aangevinkt en de vergunningsaanvraag is volledig, dan legt de geeente de aanvraag voor aan het bevoegd gezag voor de natuurtoets (provincie of het Ministerie van EZ). Het is aan het bevoegd gezag o de natuurtoets uit te voeren en naar aanleiding daarvan al dan niet een Verklaring van geen bedenkingen (Vvgb) af te geven. Natuurtoets provincie Afgifte VVGB Geen VVGB Natuurtoets Provincie/Minister van EZ De provincie (of in uitzonderingsgevallen RVO.nl naens de Minister van EZ) toetst de aanvraag voor een ogevingsvergunning aan de toepasselijke bepalingen van de Wet natuurbeschering. Als een Verklaring van geen bedenkingen aan de orde is, past het bevoegd gezag de uitgebreide voorbereidingsprocedure toe op de ogevingsvergunning. Dit betekent dat belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld o zienswijzen in te dienen. De uitkost van deze natuurtoets is dat de provincie of de Minister van EZ: een Verklaring van geen bedenkingen aan de geeente afgeeft, waarin veelal voorwaarden voor natuur staan opgetekend, of een Verklaring van geen bedenkingen weigert af te geven. Ministerie van Econoische Zaken Routeplanner bescherde natuur 9 binnen de ogevingsvergunning

10 Zonder voorwaarden natuur Geeente verleent vergunning Met voorwaarden natuur Geen vergunning Geeente verleent vergunning De geeente neet de voorwaarden uit de Verklaring van geen bedenkingen (Vvgb) op in de ogevingsvergunning. Deze voorwaarden kunnen onder andere bestaan uit het neen van aatregelen o de schadelijke effecten te voorkoen of te copenseren. De geeente stet de verschillende voorwaarden in de ogevingsvergunning op elkaar af. Als een Verklaring van geen bedenkingen wordt geweigerd, dan oet de geeente de aanvraag voor een ogevingsvergunning afwijzen. Maatregelen uitvoeren Maatregelen uitvoeren De initiatiefneer is gehouden o de voorwaarden uit de ogevingsvergunning uit te voeren. Voor voorwaarden die voortvloeien uit de natuurtoets geldt dat deze vaak oeten zijn uitgevoerd vóórdat de initiatiefneer de handeling kan uitvoeren waarvoor de ogevingsvergunning is verleend. Denk hier bijvoorbeeld aan het aanleggen van nieuw leefgebied voor een soort. Het nieuwe leefgebied oet eestal geschikt zijn voordat het oude leefgebied wordt aangetast door de handeling van de initiatiefneer. Realisatie initiatief Realisatie initiatief De initiatiefneer kan nu zijn geplande handeling uitvoeren confor de voorwaarden uit de ogevingsvergunning. Bij onverwachte ontwikkelingen waardoor er oet worden afgeweken van de voorwaarden, dient initiatiefneer contact op te neen et de geeente. Mogelijk oeten aanvullende voorwaarden worden opgenoen in de vergunning. M Geeente controleert Geeente controleert De geeente controleert of de aatregelen en de handelingen confor de voorwaarden uit de afgegeven ogevingsvergunning worden uitgevoerd of zijn uitgevoerd. Bij overtreding van die voorwaarden dient de geeente handhavend op te treden. De handhavingstaak van natuuraspecten berust iers bij het bestuursorgaan de bevoegd is o het besluit ogevingsvergunning te neen. Zo kan de geeente de activiteiten stil leggen tot dat de initiatiefneer voldoet aan de voorwaarden. 10 Routeplanner bescherde natuur binnen de ogevingsvergunning Ministerie van Econoische Zaken

11 1 dag tot 1 week Enkele weken tot 1 jaar Na ontvangst aanvraag zo spoedig ogelijk 8 tot 14 weken na ontvangst aanvraag Totaal 26 of 32 weken na ontvangst aanvraag Enkele dagen tot jaren Blok 1: 1 dag tot een week (indicatie) Het verzaelen van inforatie nodig voor het indienen van een ogevingsvergunning kan 1 tot een aantal dagen in beslag neen, zo is de inschatting. Veel van de benodigde inforatie is te vinden op internet (zie het RVO-loket ijn.rvo.nl/flora-en-faunawet-ontheffing-en-vrijstelling en het OLO-loket of het loket van de betreffende geeente of provincie). Blok 2: Enkele weken tot 1 jaar (indicatie) Het ecologisch onderzoek is specifiek gericht op de activiteiten van de initiatiefneer, de locatie van de activiteiten en de aanwezigheid van bescherde soorten of natuurgebieden ter plekke. Sos zijn eerdere veldbezoeken door een deskundige over een langere periode nodig o vast te stellen of een bescherde soort wel of niet aanwezig is. De duur van het onderzoek kan daaro uiteenlopen van enkele dagen tot een jaar en is afhankelijk van het tijdstip waarop geschikte veldinventarisaties kunnen plaatsvinden. In een aantal gevallen is de onderzoeksethode in een protocol vastgelegd. Deze tijdspanne is een inschatting, daar zij sterk afhankelijk is van de lokale situatie. Blok 3: Na indienen zo spoedig ogelijk De initiatiefneer vult een aanvraagforulier voor een ogevingsvergunning in en voegt de benodigde bescheiden toe, zoals de rapportage van het ecologisch onderzoek. De geeente toetst zo spoedig ogelijk de volledigheid. Blok 4: 8 tot 14 weken na indienen aanvraag Voor de behandeling van de aanvraag van een ogevingsvergunning waar géén natuurtoets aan de orde is, geldt doorgaans een wettelijke terijn van 8 weken, eenalig te verlengen et 6 weken. De behandeltijd wordt opgeschort als de initiatiefneer aanvullende inforatie oet geven over zijn aanvraag. Deze terijn start na indiening van de aanvraag. Het bevoegd gezag kan op elk oent tijdens de behandeling o aanvulling vragen; hiervoor geldt geen wettelijke terijn. Als de aanvraag onvolledig is of niet is aangevuld nadat de geboden terijn hiervoor is verstreken, oet het bestuursorgaan binnen vier weken beslissen o de aanvraag niet te behandelen. Blok 5: Totaal 26 of 32 weken na indiening aanvraag Voor de behandeling van de aanvraag van een ogevingsvergunning waar wél een natuurtoets aan de orde is en er dus een Verklaring van geen bedenkingen afgegeven dient te worden, geldt een wettelijke terijn van 26 weken, eenalig te verlengen et 6 weken. De behandeltijd wordt opgeschort als de initiatiefneer aanvullende inforatie oet geven over zijn aanvraag. Deze terijn start na indiening van de aanvraag zodat -in plaats van een terijn van 8 tot 14 weken zoals in de tijdbalk hierboven getoond- sprake is van 26 tot 32 weken. Blok 6: Enkele dagen tot jaren (indicatie) De voorwaarden in de ogevingsvergunning ten aanzien van natuur kunnen per vergunning verschillen. Indien de voorwaarden ten aanzien van natuur vereisen dat de initiatiefneer aatregelen uitvoert, hangt het van de voorgeschreven aatregel af hoeveel tijd et de uitvoering van de aatregel is geoeid. Dit kan variëren van enkele dagen tot langere periodes. Daarbij is het voor de voortgang van de werkzaaheden van belang of de aatregelen uitgevoerd oeten zijn voordat et de handeling wordt aangevangen. Ministerie van Econoische Zaken Routeplanner bescherde natuur 11 binnen de ogevingsvergunning

12 Een procesplaat van de praktijk Dit is een uitgave van Ministerie van Econoische Zaken Foto oslag bergsa-photography Illustraties Can Do Acadey Ontwerp Taco Zwaanswijk, StainlessMedia.co versie 2.0 septeber 2016