Uitwerkingen opgaven hoofdstuk Verrichten van arbeid
|
|
- Agnes Geerts
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 4 4. Verrichten van arbeid Opgave 4 Opgave 5 Opgave 6 Opgave 7 Opgave 8 W F s Hierin is F N en s 5,0 km 5,0 0 m. Dan is W 5,0 0 6,0 0 4 Nm. F zw m g 0,45 9,8,40 N De appel beweegt naar beneden en de richting van de zwaartekracht is ook naar beneden de verrichte arbeid is positief W zw +F zw s +,40,8 +4, Nm Karnak: F zw,karnak m Karnak g 60 9,8,57 0 N Het opheffen vindt plaats met een constante snelheid F spier,karnak F zw,karnak,57 0 N De armen van Karnak bewegen omhoog en de richting van de spierkracht is ook naar boven de door de spieren verrichte arbeid is positief. W spier,karnak +F spier,karnak s Karnak +,57 0,90,98 0 Nm Boris: F zw,boris m KBoris g 50 9,8,47 0 N Het opheffen vindt plaats met een constante snelheid F spier,boris F zw,boris,47 0 N De armen van Boris bewegen omhoog en de richting van de spierkracht is ook naar boven de door de spieren verrichte arbeid is positief. W spier,boris +F spier,boris s Boris +,47 0,0,09 0 Nm de spierkracht van Boris heeft de meeste arbeid verricht. a Uit het gegeven dat de snelheid constant is, volgt dat de resulterende kracht nul is. De resulterende kracht is samengesteld uit de wrijvingskracht en de voorwaarts gerichte kracht. De voorwaarts gerichte kracht is in grootte gelijk aan de wrijvingskracht, dus 450 N. b v 90 km/h 5 m/s t min 60 s s v t 5 60,5 0 m De bewegingsrichting van de auto en de richting van de voorwaartse kracht zijn gelijk de verrichte arbeid door de voorwaartse kracht is positief W voorwaarts F voorwaarts s 450,5 0 6,8 0 5 Nm a De richting van de wrijvingskracht is altijd tegengesteld aan de bewegingsrichting de verrichte arbeid door de wrijvingskracht is negatief W wr F wr s 0, ,4 0 4 Nm b De trekkracht van de kabel en de bewegingsrichting van de kar zijn beide omhoog gericht de verrichte arbeid door de trekkracht is positief W trek F trek s 7, , 0 5 Nm UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO HOOFDSTUK 4 van
2 Opgave 9 a De zwaartekracht verandert tijdens het vallen niet. De verplaatsing is gelijk aan de valafstand, dus,8 m. b Zie figuur 4.. Figuur 4. De oppervlakte A onder de grafiek is gelijk aan,4 N,8 m 4, Nm. Deze uitkomst is gelijk aan de uitkomst van vraag 5. c De arbeid die de trekkracht moet verrichten is gelijk aan de oppervlakte onder de (F,u)-grafiek. Omdat de richting van de trekkracht en de uitrekking van de veer dezelfde zijn, is deze arbeid positief. Eerste manier Zie figuur 4.a. Figuur 4.a Figuur 4.b W trek A 0,050 80,0 Nm Tweede manier Zie figuur 4.b. De gemiddelde trekkracht: F gem 40 N W trek A 0,050 40,0 Nm 4. Energievormen Opgave a De afstand tussen de grond en het stuk lood neemt toe. Dus neemt de zwaarteenergie toe. b E zw m g h, 9,8 0,48 5 J c Stel E zw, 0 J E zw E zw,eind E zw, E zw,eind m g h eind, 9,8 0,80 5 J UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO HOOFDSTUK 4 van
3 Opgave F zw m g 540 9,8 5,0 0 N Het opheffen van het betonblok vindt plaats met een constante snelheid F res 0 N F zw F motor 5,0 0 N W motor F motor s 5,0 0 7,0,7 0 4 J het arbeidsdeel van de chemische energie is,7 0 4 J Opgave 4 a Zie figuur 4.. Figuur 4. In ABC is de schuine zijde AC bekend (AC 00 m). Je wilt de hoogte h berekenen (h BC). Dit is de zijde die ligt tegenover α. BC h sinα h s sinα 00 sin 5,0 8,7 m AC s b Stel E zw,a 0 J E zw,b m totaal g h B (55 + 0) 9,8 8,7 5,6 0 J c E kin,a m v B E kin,a (55 + 0) ( 6, 94), 6 0 J va 5 km/h 6,94 m/s d Warmte Q F wr,totaal s 4,0 0 F wr,totaal 00 F wr,totaal 40 N 4. Wet van behoud van energie Opgave 9 Er wordt bij elke energieomzetting door wrijvingskrachten arbeid verricht en dus ontstaat er warmte. Opgave 0 a Zie figuur 4.4, punt A. E kin,4 J,4 0 v Ekin m v v 88,8 m g 0 kg v 9,4 m/s UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO HOOFDSTUK 4 van
4 Figuur 4.4 b Als de luchtweerstand een rol zou spelen, dan zou de kinetische energie vlak voor de botsing bij K (E kin in punt C) kleiner zijn dan de kinetische energie vlak na de botsing bij K (E kin in punt B). Dit is niet het geval, dus speelt de luchtweerstand geen rol. c De energiebalans: kinetische energie vlak vóór de botsing bij K kinetische energie vlak na de botsing bij K + geproduceerde warmte de energiebalans: E E + Q kin,vóór bij K kin,vóór bij K kin,na bij K E, 4 J (zie figuur 4.4, punt A) E 0,6 J (zie figuur 4.4, punt B) kin,na bij K Q,4 0,6,06 J d De maximale zwaarte-energie E zw,max in het hoogste punt tussen K en K is 0,6 J (zie figuur 4.4, punt D) E zw,max m g h max 0,6 0 9,8 hmax - m g 0 kg hmax 0,5 m Opgave De energiebalans: energie in A energie in B zwaarte-energie in A + kinetische energie in A zwaarte-energie in B + kinetische energie in B Stel de zwaarte-energie in A 0 Zie figuur 4.5. E kin,a E kin,b + E zw,b m v m v + m g h A Delen door m levert: v A 8, m/s; v 6, m/s B B v v + g h A B 8, 6, + 9,8 h h 5 m UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO HOOFDSTUK 4 4 van
5 Figuur 4.5 Opgave Zie figuur 4.6. Figuur 4.6 Er zijn drie manieren waarop dit vraagstuk gemaakt kan worden. Stel de zwaarte-energie in A 0. Stel de massa van het golfballetje: m Eerste manier (vergelijken van energie in A met de energie in B) Energie in A kinetische energie: Ekin,A m va m,9,8 m Energie in B zwaarte-energie: Ezw,B m g h m 9,8 0,4,5 m de zwaarte-energie om het golfballetje op 0,4 m hoogte in B te krijgen is,5 m; het golfballetje krijgt in A een bewegingsenergie van,8 m deze bewegingsenergie is te weinig Fred kan met deze slag nooit een hole maken. Tweede manier Hoe hoog komt een golfballetje als het in A een snelheid heeft van,9 m/s? De energiebalans: energie in A energie in C (waarbij C een willekeurig punt is op de helling) E kin,a E zw,c m v m g h A C Delen door m levert: v g h A C v,9 m/s A h,9 9,8 C hc 0,8 m B ligt op 0,4 m hoogte; het golfballetje komt maar tot een hoogte van 0,8 m Fred kan met deze slag nooit een hole kan maken. Derde manier Welke snelheid moet een golfballetje in A hebben om in B een hole te kunnen maken? energie in A energie in B E kin,a* E zw,b m v m g h A* B UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO HOOFDSTUK 4 5 van
6 Delen door m levert: v g h A* B hb 0, 4 m va* 9,8 0,4 va*, m/s Het golfballetje heeft in A een snelheid van,9 m/s en heeft een snelheid nodig van, m/s om in B te komen Fred kan met deze slag nooit een hole maken. Opgave a De energiebalans: energie bij de start energie in hoogste punt veerenergie bij de start zwaarte-energie in hoogste punt E veer,max E zw,hoogste punt Zie figuur 4.7. E veer,max 00 kj 00 0 J m g h hoogste punt ,8 h hoogste punt 00 0 h hoogste punt 4 m Figuur 4.7 b E zw m g h De zwaarte-energie bij de start 0. De zwaarte-energie in het hoogste punt 00 kj. Zie figuur 4.7 (blauwe lijn). c De energiebalans: E totaal E veer,max E veer + E kin + E zw E zw m g h 40 9,8 h 54 h (J),54 h (kj) E totaal E veer,max 00 kj E kin E totaal E veer E zw 00 E veer E zw (kj) UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO HOOFDSTUK 4 6 van
7 h (m) E totaal (kj) E veer (kj) E zw (kj) E kin (kj) , Zie figuur 4.7. Opgave 4 a Zie figuur 4.8. Figuur 4.8 De energiebalans: E zw,a + E kin,a E zw,b m g h + m v m g h A A B Delen door m levert: g h + v g h A A B 9, ,8 h B h B 60 m b De wet van behoud van energie zegt dat de totale hoeveelheid energie niet verandert. Op het moment dat het kogeltje het dak passeert, is de hoogte gelijk aan die bij het vertrek. Er is geen wrijvingskracht, dus is er geen warmte geproduceerd. Als je de energiebalans opstelt voor de omhooggaande beweging in A en de omlaaggaande beweging in A, komt links en rechts van het -teken alleen de kinetische energie te staan. Dus moet de snelheid in beide gevallen in grootte gelijk zijn. c De energiebalans: E zw,a + E kin,a E zw,max + Q. De maximale hoogte hangt samen met de maximale zwaarte-energie E zw,max. Door de wrijving wordt een deel van de beschikbare energie in warmte Q omgezet de maximale zwaarte-energie E zw,max is dus kleiner dan bij vraag a h max is kleiner dan 60 m. UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO HOOFDSTUK 4 7 van
8 Opgave 5 Om de hoogte van de lat te bepalen moet je kijken naar: het zwaartepunt van Eef op het moment dat hij over de lat gaat, en de hoogte van de lat. De hoogte van het zwaartepunt wordt bepaald door de afzet en de hoeveelheid bewegingsenergie van Eef. Deze is bij de twee sprongen gelijk. Dat betekent dat bij beide sprongen het zwaartepunt dezelfde maximale hoogte krijgt: h Z,A h Z,B h Z. Uit de figuren blijkt dat bij sprong B de afstand tussen het zwaartepunt en de lat kleiner is dan bij sprong A, dus is h Z h B < h Z h A. Dan is h B > h A. Bij B ligt de lat dus hoger. Zie figuur 4.9a en b. Figuur 4.9a Figuur 4.9b 4.4 Arbeid en kinetische energie Opgave 9 Opgave 0 a In figuur 4.8 in het kernboek staat de kinetische energie van het steentje als functie van de afstand waarover het steentje is gevallen. Als het steentje over een afstand van 0 m is gevallen, bereikt het de grond. s 0 m h 0 m E kin (0),0 J,0 0,00 v Ekin m v v 00 m 0,00 kg v 4 m/s b s( t) g t 0 9,8 t t, 04 t, 4 s v(t) g t 9,8,4 4 m/s c De energiebalans: E zw, E kin,eind m g h m v eind Delen door m levert: 9,8 0 v eind v eind 4 m/s g h v Xander fietst over een horizontale weg met een snelheid van 6 km/h v 6 km/h 0 m/s. De massa van Xander en zijn fiets is m totaal 75 kg. eind UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO HOOFDSTUK 4 8 van
9 Op t 0 s houdt Xander op met trappen en t hij te remmen. De luchtweerstand en de remkracht leveren samen een gemiddelde wrijvingskracht F wr,gem. Hierdoor neemt de snelheid regelmatig af. Na 5 m staat Xander stil remweg s 5 m en v eind 0 m/s E m v m v , 75 0 J kin eind W wr,75 0 J W wr F wr,gem s,75 0 F wr,gem 5 F wr,gem,5 0 N Opgave Opgave Opgave Opgave 4 a De snelheid is constant, dus de versnelling is nul. Dan is de resulterende kracht nul. Er is een wrijvingskracht, dus er moet een voortbewegende kracht zijn die even groot maar tegengesteld is aan de wrijvingskracht. Dus F voortbeweging 4 N. b Anita fietst over een horizontale weg met een constante snelheid van 0 km/h v 0 km/h 5,56 m/s De massa van Anita en haar fiets is m totaal 75 kg. De gemiddelde wrijvingskracht is F wr,gem 4 N E m v m v ,56,6 0 J kin eind W wr F wr,gem s,6 0 4 s s 8 m v 00 km/h 7,78 m/s De auto bezit een bewegingsenergie 5 Ekin, mauto v 900 7,78, 47 0 J De auto gaat versnellen met een kracht F res F motor F wr,70 0,55,5 kn De totale verrichte arbeid door deze kracht W totaal F res s,5 0 74, J de toename van de kinetische energie E kin, J De auto bezit na het versnellen een bewegingsenergie E kin,eind E kin, + E kin, , J 5, J E m v 5,06 0 J 900 v 5, kin, auto eind v eind,5 km/h, 0 km/h v 50 m/s; v eind 0 m/s De massa van de bal m bal 0,5 kg. De remafstand s 0 cm 0,0 m E F s kin rem E m v m v 0,5 0 0, ,5 J kin bal eind bal F 0,0 87,5 rem F rem,9 0 N,9 kn v 0 km/h, m/s; v eind 80 km/h, m/s 5 Ekin, m v 980, 5, 44 0 J 5 Ekin,eind m veind 980,, 4 0 J E kin E kin,eind E kin,, ,44 0 5, 0 5 J W res, 0 5 J UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO HOOFDSTUK 4 9 van
10 W res F res s F res 00, 0 5 F res, 0 N 4.5 Vermogen Opgave 7 Opgave 8 Opgave 9 Opgave 40 Opgave 4 E P zw t Ezw m g h 60 9,8 5, 0, 94 0 J,94 0 P 6,0 4,9 0 W P F vogel v F zw m g ,8 0,9 N Deze vogel stijgt met een constante snelheid F vogel F zw 0,9 N P 0,9, 0,5 W E P zw t E zw m g h De massa van het per minuut verplaatste water: m ρ V 0, ,0 0 5 kg E zw, ,8 6,0 7, J 6 7, P, 0 W 60 v 5 km/h 87,5 m/s P F wr,totaal v 97 0 F wr,totaal 87,5 F wr, totaal 4,54 0 N F wr, totaal F wr,rol + F wr, lucht 4,54 0 0, F wr, lucht F wr, lucht,7 0 N De luchtweerstand is afhankelijk van de snelheid van de auto. Als de snelheid van de auto toeneemt, neemt de luchtweerstand toe. Dat betekent dat de motorkracht ook moet toenemen. In de formule P F v wordt behalve v dus ook F groter. Als het vermogen zes keer zo groot wordt, dan wordt een deel van die toename veroorzaakt door de toename van de motorkracht en het andere deel door de snelheidstoename. Hierdoor kan de snelheid niet zes keer zo groot worden. UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO HOOFDSTUK 4 0 van
11 4.6 Rendement Opgave 4 Zie figuur 4.0. Een goed getrainde hardloper produceert per seconde 0,0 kj arbeid en,0 kj warmte de energie uit het voedsel is per seconde,50 kj P E t P in P voedsel,50 kw P nuttig 0,0 kw Pnuttig 0,0 het rendement η 00% 00% 0% P,50 in Figuur 4.0 Opgave 44 Opgave 45 Opgave 46 E zw m g h 50 9,8 0, J 5 Ezw, Pnuttig,50 0 W t 6,0 Pnuttig η 00% P in 4 Pnuttig, Pin 00% 00%,8 0 W η 90% E zw,totaal m totaal g h (60 + 5) 9,8 5,8 4,7 0 J Enuttig Ezw,totaal η 00% 00% E E in sjouwen Ezw,totaal 4, 7 0 Esjouwen 00% 00%, 0 J η 0% De energie die Inges lichaam in, minuut in rust omzet: E rust 65, 60 4,9 0 J De totale energie die Inges lichaam moet leveren: E tot E rust + E sjouwen, 0 + 4,9 0,6 0 4 J a v auto 90 km/h de auto legt in één uur een afstand af van 90 km Zie figuur 4.. Bij een snelheid van 90 km/h is het benzineverbruik 6,0 liter per 00 km het aantal liters nodig om 90 km te rijden 90 6,0 5,4 00 het benzineverbruik in uur 5,4 liter 5, 4 het benzineverbruik in seconde,5 0 liter 600 UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO HOOFDSTUK 4 van
12 Figuur 4. b De chemische energie van de benzine per seconde: E chem, , J 4 Echem 4, Pin 4,95 0 W t,00 c v auto 90 km/h de auto legt in één uur een afstand af van 90 km. Zie figuur 4.4 in het kernboek. Bij een snelheid van 80 km/h is het benzineverbruik 6,0 liter per 00 km het aantal liters nodig om 80 km te rijden 80 6,0 8,80 00 het benzineverbruik in uur 8,8 liter 8,8 het benzineverbruik in seconde 8, 00 0 liter 600 De chemische energie van de benzine per seconde: E chem 8, , J 5 Echem, Pin,64 0 W t,00 Het topvermogen P top 76 kw (zie figuur 4.) Ptop 76 0 η 00% 00% 9% 5 P,64 0 in UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO HOOFDSTUK 4 van
13 4.7 Toepassingen in het verkeer Opgave 48 a De wet van arbeid en kinetische energie: W rem E kin. Een auto rijdt met een snelheid van 0 km/h v 0 km/h 8, m/s. De bestuurder remt tot de auto stilstaat v eind 0 m/s. De remkracht F rem 4,0 kn 4,0 0 N. De massa van de auto + bestuurder m totaal 680 kg. 4 Ekin, m v 680 8,,59 0 J Ekin,eind m veind J E kin E kin,eind E kin, 0,59 0 4,6 0 4 J W rem F rem s, ,0 0 s s 5,9 m b Eerste manier (met verhoudingen) De wet van arbeid en kinetische energie: W rem E kin W rem F rem s E kin E kin,eind E kin, m v m v 0 m v m v F s m v rem rem m v m v s F F rem Frem Frem Frem eind v 0 km/h m v m v m v s Frem F rem s Frem v v 90 km/h v s m (9 v ) 9v 9 m v m ( v ) m (9 v ) Frem s De remafstand bij 90 km/h is 9,0 keer (dus ) zo groot als bij 0 km/h. Tweede manier (via berekening) Bij 0 km/h is de remweg s 5,9 m (zie vraag a). Bij 90 km/h: v, 90 km/h 5,0 m/s; v eind, 0 m/s. De remkracht F rem 4,0 kn 4,0 0 N. De massa van de auto + bestuurder m totaal 680 kg. 4 Ekin,, m v, 680 5, 0, 5 0 J E kin, E kin,eind, E kin,, 0,5 0 4,5 0 4 J W rem, F rem s, ,0 0 s s 5 m 5 s s 9,0 s 5,9 De remafstand bij 90 km/h is 9,0 keer (dus ) zo groot als bij 0 km/h. Opgave 49 a De wet van kinetische energie en arbeid: W rem E kin Kies in figuur 4.5 van het kernboek een bepaalde snelheid: v 0 m/s UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO HOOFDSTUK 4 van
14 Lees bij deze snelheid de bijbehorende waarde voor de remweg af: s rem 66 m E kin E kin,eind E kin, mv mv eind v eind 0 m/s en v 0 m/s 5 E kin , 6 0 J W rem F rem s rem,6 0 5 F rem 66 F rem 5,5 0 N b De stopafstand de afstand afgelegd in de reactietijd + remafstand. De stopafstand is de blauwe lijn in figuur 4.5 van het kernboek. De remafstand is de rode lijn in figuur 4.5 van het kernboek het verschil in afstand tussen de blauwe en de rode lijn is de afstand die wordt afgelegd in de reactietijd. Kies in figuur 4.5 van het kernboek een bepaalde snelheid: v 0 m/s Bepaal het verschil tussen afstanden afgelegd in de reactietijd: s extra,0 m,0 de reactietijd t reactie 0,7 s 0 c s stop s rem + s reactie v 0 km/h, m/s s reactie v t reactie, 0,6, m De wet van kinetische energie en arbeid: W rem E kin E kin mv mv 5 eind , 4, 44 0 J F rem s rem 4, ,4 0 s rem 4, s rem 8, m s stop s rem + s reactie m d De twee-secondenregel bij normale omstandigheden: s veilig v t, 67 m Opgave 50 a De remafstand is afhankelijk van de grip van de banden op het wegdek. Van belang hierbij zijn: de grootte van het contactoppervlak van de band met het wegdek, het profiel van de band en de temperatuur van de band. b De wet van kinetische energie en arbeid: W rem E kin E kin mv mv eind v 500 v In woonerven bestaat het wegdek meestal uit klinkers. Lees in figuur 4.54 van het kernboek af bij klinkers: F wr 9,0 kn 9,0 0 N W rem E kin F rem s rem 500 v 9,0 0 s rem 500 s rem 0, 0556 v v s veilig s rem + s reactie s reactie v t reactie v 0,50 0,50 v s veilig 0,0556 v + 0,50 v s rem + s reactie s veilig 0,0556 v + 0,5 v 4,0 UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO HOOFDSTUK 4 4 van
15 Los deze vergelijking met behulp van de GR grafisch op: Y X + 0.5X Y 4.0 Met de GR van TI en Intersection Druk op Y. Voer beide vergelijkingen in (zie figuur 4.a). Druk op WINDOW en pas het scherm aan (zie figuur 4.b). Druk op GRAPH (zie figuur 4.c). Druk op ND CALC en vervolgens op 5. Druk drie keer op ENTER (zie figuur 4.d). De veilige snelheid is dus: v 5, m/s 8 km/h. Figuur 4.a Figuur 4.b Figuur 4.c Figuur 4.d Met de GR van TI en Solver Druk op MATH. Ga naar 0:Solver. Vul in achter eqn: X + 0.5X 4 (zie figuur 4.a). Druk op ENTER. Zet een willekeurige waarde achter X en zet de knipperende cursor achter dit getal. Druk op ALPHA SOLVE, en je krijgt voor X de waarde 5, (zie figuur 4.b). De veilige snelheid is dus v 5, m/s 8 km/h. Figuur 4.a Figuur 4.b UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO HOOFDSTUK 4 5 van
16 Met de GR van Casio en Intersect Ga naar en druk op EXE of druk op 5. Voer beide vergelijkingen in (zie figuur 4.4a). Druk op SHIFT F (V-WIN); pas het scherm aan (zie figuur 4.4b). Druk op EXIT. Druk op F6 (DRAW) (zie figuur 4.4c). Druk op SHIFT F5 (G-SLV), en vervolgens nog een keer op F5 (ISCT) (zie figuur 4.4d). De veilige snelheid is dus v 5, m/s 8 km/h. Figuur 4.4a Figuur 4.4b Figuur 4.4c Figuur 4.4d Met de GR van Casio en Solver Ga naar en druk op EXE of druk op ALPHA en vervolgens op A. Druk op F (SOLV). Vul in achter eq: X + 0.5X4.0 (zie figuur 4.5a). Druk op EXE. Zet een willekeurige waarde achter X en druk op EXE en vervolgens op. (De zwarte balk moet op X staan.) Druk op F6 (SOLV). X5, (zie figuur 4.5b). De veilige snelheid is dus v 5, m/s 8 km/h. Figuur 4.5a Figuur 4.5b Met de GR van Casio en polynomen ax + bx + c 0 (de a,b,c-formule) Ga naar en druk op EXE of druk op ALPHA en vervolgens op A. Druk op F (Polynomial) (zie figuur 4.6a). UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO HOOFDSTUK 4 6 van
17 Druk op F (). Vul in onder a: Druk op EXE. Vul in onder b: 0.5. Druk op EXE. Vul in onder c: 4.0 (de vergelijking is immers: X + 0.5X 4.0 0) (zie figuur 4.6b). Druk op EXE of druk op F (SOLV). X5, (zie figuur 4.6c). (Met de (a,b,c)-formule vind je altijd twee oplossingen; de negatieve oplossing vervalt in dit geval.) De veilige snelheid is dus v 5, m/s 8 km/h. Figuur 4.6a Figuur 4.6b Figuur 4.6c d De snelheid in vraag c was 5, m/s de snelheid wordt de helft v,55 m/s De wet van kinetische energie en arbeid: W rem E kin E kin mv mv eind ,55, 5 0 J De klinkers zijn nu nat geworden lees in figuur 4.54 van het kernboek af bij natte klinkers: F wr 4,5 kn 4,5 0 N W rem E kin F rem s rem 500 v 4,5 0 s rem,5 0 J s rem 0,7 m s reactie v t reactie,55 0,50,8 m s stop s rem + s reactie 0,7 +,8,0 m de snelheid mag groter zijn dan de helft van 5, m/s als men binnen dezelfde afstand (4,0 m) tot stilstand wil komen. Opgave 5 a De wet van kinetische energie en arbeid: W rem E kin v 0 m/s; v eind 5,0 m/s de remweg: s rem 8,0 cm 8,0 0 m E kin E kin,eind E kin, mv mv eind E kin 4, 5,0 4, 0 787,5 J W rem F rem s rem 787,5 F rem 8,0 0 F rem 9,8 0 N 9,8 kn b De veiligheidsgordel dient om de kracht tijdens de botsing te verkleinen. Om dit te bereiken wordt getracht de remweg te verlengen. W rem E kin mv mv eind W rem F rem s rem UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO HOOFDSTUK 4 7 van
18 Bij een bepaalde snelheid wordt W rem bepaald door de remkracht en de remweg. Maak je de remweg langer, dan wordt de remkracht dus kleiner. c Bij het uitrekken van een autogordel wordt een deel van de bewegingsenergie van de bestuurder omgezet in veerenergie van de veiligheidsgordel. d De remkracht op de pop is F rem m a 7 60, N. De totale verplaatsing van de pop is: s totaal s botssimulator + s pop cm 0,70 m de arbeid verricht door de remkracht: W remkracht F rem s totaal, ,70, 0 4 J W rem E kin E kin, 0 4 J E kin mv mv eind v eind 0 m/s E kin mv, 0 7 v v 9 m/s 69 km/h Verkeer en milieu Opgave 58 a Als het dimlicht brandt, moet de motor een extra vermogen leveren van 00 W de extra geleverde energie voor het licht is 00 J per seconde. Het rendement van de energieomzetting in de motor is 0%. η Elicht 00 00% 0% 00% Ein,extra 500 J E E in,extra in,extra de brandstof moet per seconde 500 J meer leveren om de lampen te laten 500 branden; dit is een toename van 00% 0,9% 55 0 b Eerste manier De auto rijdt 5 0 km per jaar met dimlicht aan s 5 0 km. De gemiddelde snelheid v gem over het gehele jaar bedraagt 60 km/h. De tijd die nodig is om 5 0 km af te leggen is s t 50 uur 9,00 0 s. v 60 gem Per seconde heeft het dimlicht een energie nodig van 00 J per jaar heeft het dimlicht dus een energie nodig van 00 9, , J. Het rendement van de energieomzetting is 0%. 7 9, % 00% Ein,extra 45 0 J E in,extra Het aantal liters benzine dat hiervoor nodig is: n 4 liter. 6 0 Tweede manier De auto rijdt 5 0 km per jaar met dimlicht aan s 5 0 km. De gemiddelde snelheid v gem over het gehele jaar bedraagt 60 km/h. UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO HOOFDSTUK 4 8 van
19 De tijd die nodig is om 5 0 km af te leggen is s t 50 uur 9,00 0 s. v 60 gem Opgave 59 a Zie figuur 4.7. De motor van de auto verbruikt per jaar aan energie: 9, , J. 0 4,95 0 Het aantal liters benzine dat hiervoor nodig is: n,5 0 liter. 6 0 In het krantenartikel staat: Dimlicht overdag kost ongeveer % meer brandstof de hoeveelheid extra benzine nodig voor het dimlicht is 0,0,5 0 5 liter. Figuur 4.7 De overbrengingsverhouding is de verhouding tussen het aantal omwentelingen van de motoras en het aantal omwentelingen van de wielas. Bedenk daarbij dat de tandwielen die contact met elkaar hebben een gelijk aantal tanden verdraaien. Als wielas () één keer ronddraait, dan draait as () drie keer rond. Als as () drie keer ronddraait, dan draait as () zes keer rond. Als as () zes keer ronddraait, dan draait de motoras (4) keer rond aantal omwentelingen motoras : aantal omwentelingen wielas : b De motorkracht verandert niet. Als wrijvingskrachten buiten beschouwing worden gelaten, dan is de arbeid bij de motoras gelijk aan de arbeid bij de wielas: F motoras s motoras F wielas s wielas Als de overbrenging kleiner wordt, dan wordt het aantal omwentelingen van de wielas groter bij gelijkblijvend aantal omwentelingen van de motoras. Dat betekent dat s wielas groter wordt, en daarmee dat F wielas kleiner wordt. c Zie figuur 4.6 in het kernboek. Bij 50 km/h is het benzineverbruik in de derde versnelling: 8,4 liter per 00 km. Bij 50 km/h is het benzineverbruik in de tweede versnelling: 4,4 liter per 00 km. het verschil in verbruik: 6,0 liter de procentuele toename: 6,0 00% 7% 8,4 d Figuur 4.6 in het kernboek is gemaakt door een auto op een rollenbank te plaatsen. UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO HOOFDSTUK 4 9 van
20 De auto blijft dan op zijn plaats staan. De enige wrijvingskracht die dan optreedt, is de rolwrijving. Er treedt geen luchtwrijving op. Normaal neemt de luchtwrijving toe bij hogere snelheden, en dit heeft een groter brandstofgebruik tot gevolg. Opgave 60 a Auto rijdt met een constante snelheid van 00 km/h de motorkracht is even groot als de wrijvingskracht. v 00 km/h 7,8 m/s De totale weerstand bij deze snelheid (zie figuur 4.6 in het kernboek): F wr 580 N F motor 580 N het vermogen van de auto P auto, F wr v 580 7,8, W 6,0 kw b Als de snelheid groter wordt, dan neemt de totale weerstand verhoudingsgewijs meer toe. Als de snelheid bijvoorbeeld twee keer zo groot wordt, wordt de luchtweerstand vier keer zo groot. Hierdoor zal bij een vermogen van 45 kw de snelheid minder dan 80 km/h zijn. c De auto rijdt met een constante snelheid van 00 km/h auto legt een afstand van 00 km af in uur 600 s P auto,, W, J per seconde De nuttig verbruikte energie in uur: E nuttig, , J Het rendement % De totaal verbruikte energie in uur: 7 Enuttig 5, Etotaal 00% 00%, 74 0 J η het aantal liters benzine dat nodig is om die energie te leveren: 8,74 0 n 8, per 00 km 6 0 het benzineverbruik is dus 8, liter per 00 km. d De snelheid wordt vergroot van 80 km/h tot 0 km/h v 40 km/h, m/s. De versnelling van auto : a,0 m/s v v, a t, s t a,0 v 80 km/h, m/s; v eind 00 km/h, m/s E kin mv mv eind 900, 900,, J 5 Ekin,78 0 P, W 5,0 kw t, Het vermogen bij 80 km/h vinden we als volgt. De totale weerstand bij deze snelheid (zie figuur 4.6 in het kernboek): F wr 40 N F motor 40 N P motor bij 80 km/h 40, 9, W 9,56 kw De toename van het vermogen 5,0 9,56 5,44 kw 5,44 0 De procentuele toename: 00%,6 0 % 9,56 0 UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO HOOFDSTUK 4 0 van
21 e De totale weerstand bij 80 km/h (zie figuur 4.6 in het kernboek): F wr,80 40 N F motor,80 40 N De nuttig verbruikte energie bij 80 km/h gedurende een half uur: E 80 F motor, ,7 0 7 J De totale weerstand bij 00 km/h (zie figuur 4.6 in het kernboek): F wr,0 800 N F motor,0 40 N De nuttig verbruikte energie bij 80 km/h gedurende een half uur: E 0 F motor, , J de in totaal nuttig verbruikte energie over 00 km: E nuttig E 80 + E 0, , ,5 0 7 J Het rendement % De totaal verbruikte energie in een half uur: 7 Enuttig 6,5 0 8 Etotaal 00% 00%,0 0 J η het aantal liters benzine dat nodig is om die energie te leveren: 8,0 0 n 9, 4 liter 6 0 De toename van het aantal liters 9,4 8,, liter de procentuele toename:, 00% % 8, UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO HOOFDSTUK 4 van
5,7. Samenvatting door L woorden 14 januari keer beoordeeld. Natuurkunde
Samenvatting door L. 2352 woorden 14 januari 2012 5,7 16 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Natuurkunde hst 4 krachten 1 verrichten van krachten Als je fietst verbruik je energie, die vul je weer aan door
Nadere informatieUitwerkingen opgaven hoofdstuk 5. 5.1 Arbeid
Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 5 5. Arbeid Opgave Bij alle vragen geldt, dat de arbeid bepaald wordt door kracht, verplaatsing en de hoek tussen de kracht en de verplaatsing. Door het tekenen van de kracht
Nadere informatieUit de definitie van arbeid volgt dat de eenheid van arbeid newton * meter is, afgekort [W] = Nm.
Samenvatting door C. 1902 woorden 28 februari 2013 5,7 13 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde Het verrichten van arbeid Als je fietst verbruik je energie. Dit voel je na het
Nadere informatieIn autotijdschriften staan vaak testrapporten van nieuwe auto s. In de figuur op de bijlage is zo n overzicht afgedrukt.
Opgave 1 Autotest In autotijdschriften staan vaak testrapporten van nieuwe auto s. In de figuur op de bijlage is zo n overzicht afgedrukt. 0p 0 Zet je naam op de bijlage. De wettelijk verplichte minimale
Nadere informatieHoofdstuk 6 Energie en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 6 Energie en beweging Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 6.1 Energie omzetten en overdragen Arbeid De energie die de kracht geeft/overdraagt aan het voorwerp waar de kracht
Nadere informatieLeerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.
Oefentoets Schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10 Tijdsduur: Versie: A Vragen: Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let op dat je
Nadere informatieNASK1 - SAMENVATTING KRACHTEN en BEWEGING. Snelheid. De snelheid kun je uitrekenen door de afstand te delen door de tijd.
NASK1 - SAMENVATTING KRACHTEN en BEWEGING Snelheid De snelheid kun je uitrekenen door de afstand te delen door de tijd. Stel dat je een uur lang 40 km/h rijdt. Je gemiddelde snelheid in dat uur is dan
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie
Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie Samenvatting door R. 2564 woorden 31 januari 2018 10 2 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Subdomein C1. Kracht en beweging Specificatie De kandidaat
Nadere informatieUitwerkingen opgaven hoofdstuk 4
Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 4 4.1 De eerste wet van Newton Opgave 7 Opgave 8 a F zw = m g = 45 9,81 = 4,4 10 N b De zwaartekracht werkt verticaal. Er is geen verticale beweging. Er moet dus een tweede
Nadere informatieSO energie, arbeid, snelheid Versie a. Natuurkunde, 4M. Formules: v t = v 0 + a * t s = v gem * t W = F * s E Z = m * g * h F = m * a
SO energie, arbeid, snelheid Versie a Natuurkunde, 4M Formules: v t = v 0 + a * t s = v gem * t W = F * s E Z = m * g * h F = m * a Neem indien nodig g = 10 m/s 2. Geef duidelijke berekeningen met Gegeven
Nadere informatieDe hoogte tijd grafiek is ook gegeven. d. Bepaal met deze grafiek de grootste snelheid van de vuurpijl.
et1-stof Havo4: havo4 A: hoofdstuk 1 t/m 4 Deze opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Bij het et krijg je in 1 minuten ongeveer deelvragen. Oefen-examentoets et-1 havo 4 1/11 1. Een lancering.
Nadere informatieUITWERKINGEN OEFENVRAAGSTUKKEN 5 HAVO. natuurkunde
UITWERKINGEN OEFENVRAAGSTUKKEN voor schoolexamen (SE0) en examen 5 HAVO natuurkunde katern 1: Mechanica editie 01-013 UITWERKINGEN OEFENVRAAGSTUKKEN voor schoolexamen (SE0) en examen 5 HAVO natuurkunde
Nadere informatieOefenopgaven versnelling, kracht, arbeid. Werk netjes en nauwkeurig. Geef altijd berekeningen met Gegeven Gevraagd Formule Berekening Antwoord
Oefenopgaven versnelling, kracht, arbeid Werk netjes en nauwkeurig. Geef altijd berekeningen met Gegeven Gevraagd Formule Berekening Antwoord Noteer bij je antwoord de juiste eenheid. s = v * t s = afstand
Nadere informatieOpgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser
Opgave 1 Afdaling Een skiër daalt een 1500 m lange helling af, het hoogteverschil is 300 m. De massa van de skiër, inclusief de uitrusting, is 86 kg. De wrijvingskracht met de sneeuw is gemiddeld 4,5%
Nadere informatie- KLAS 5. a) Bereken de hellingshoek met de horizontaal. (2p) Heb je bij a) geen antwoord gevonden, reken dan verder met een hellingshoek van 15.
NATUURKUNDE - KLAS 5 PROEFWERK H6 22-12-10 Het proefwerk bestaat uit 3 opgaven met in totaal 31 punten. Gebruik van BINAS en grafische rekenmachine is toegestaan. Opgave 1: De helling af (16p) Een wielrenner
Nadere informatie2 a De snelheid is constant, de nettokracht is nul, dus de luchtweerstand is even groot als de zwaartekracht.
8 Sport en verkeer Arbeid, energie en vermogen havo Uitwerkingen basisboek 8.1 INTRODUCTIE 1 [W] Voorkennistest 2 a De snelheid is constant, de nettokracht is nul, dus de luchtweerstand is even groot als
Nadere informatiea. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.
Deze examentoets en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Bij het et krijg je in 100 minuten ongeveer 22 vragen Et3 stof vwo6 volgens het PTA: Onderwerpen uit samengevat: Rechtlijnige beweging Kracht
Nadere informatieHoofdstuk 4: Arbeid en energie
Hoofdstuk 4: Arbeid en energie 4.1 Energiebronnen Arbeid: W =............. Energie:............................................................................... Potentiële energie: E p =.............
Nadere informatieInleiding kracht en energie 3hv
Inleiding kracht en energie 3hv Opdracht 1. Wat doen krachten? Leg uit wat krachten kunnen doen. Opdracht 2. Grootheden en eenheden. Vul in: Grootheid Eenheid Andere eenheid Naam Symbool Naam Symbool Naam
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1-2 havo 2000-I
- + - + Eindexamen natuurkunde -2 havo 2000-I 4 Antwoordmodel Opgave LEDs voorbeelden van schakelschema s: 50 Ω V LED A 50 Ω A V LED Als slechts één meter juist is geschakeld: punt. 2 uitkomst: R = 45
Nadere informatieTheorie: Snelheid (Herhaling klas 2)
Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Snelheid en gemiddelde snelheid Met de grootheid snelheid geef je aan welke afstand een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt. Over een langere periode is de snelheid
Nadere informatieNATUURKUNDE. Figuur 1
NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK HOOFDSTUK 12-13: KRACHT EN BEWEGING OOFDSTUK 12-13: K 6/7/2009 Deze toets bestaat uit 5 opgaven (51 + 4 punten) en een uitwerkbijlage. Gebruik eigen grafische rekenmachine
Nadere informatieEen tweede punt van kritiek is dat er in de natuurkunde alleen een kracht (en geen plank) arbeid kan verrichten.
Uitwerkingen 1 W = F s Opgave Eenheid van arbeid: joule (symbool J). W = F s = 40,0 N 8,00 m = 30 J W 10 J F = = = 400 N s 0,300 m W 350 J s = = =,33 m F 150 N W 7300 kj s = = = 90 m =,9 km F,5 kn In de
Nadere informatieRBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2).
HOOFDSTUK OOFDSTUK 4: K NATUURKUNDE KLAS 4 4: KRACHT EN ARBEID RBEID 16/5/2011 Totaal te behalen: 33 punten. Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Opgave 0: Bereken op je rekenmachine
Nadere informatieVAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013. TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX
VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013 TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4 Toegestane hulpmiddelen: Binas + (gr) rekenmachine Bijlagen: 2 blz Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX
Nadere informatieExtra opdrachten Module: bewegen
Extra opdrachten Module: bewegen Opdracht 1: Zet de juiste letters van de grootheden in de driehoeken. Opdracht 2: Zet boven de pijl de juiste omrekeningsfactor. Opdracht 3: Bereken de ontbrekende gegevens
Nadere informatieNatuur- en scheikunde 1, energie en snelheid, uitwerkingen
4M versie 1 Natuur- en scheikunde 1, energie en snelheid, uitwerkingen Werk netjes en nauwkeurig Geef altijd een duidelijke berekening of een verklaring Veel succes, Zan Kracht, snelheid, versnelling,
Nadere informatiea. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.
Deze examentoets en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Bij het et krijg je in 100 minuten ongeveer 22 vragen Et3 stof vwo6 volgens het PTA: Onderwerpen uit samengevat: Rechtlijnige beweging Kracht
Nadere informatie5.1 De numerieke rekenmethode
Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 5 Opgave 1 a Zie tabel 5.1. 5.1 De numerieke rekenmethode tijd aan begin van de tijdstap (jaar) tijd aan eind van de tijdstap (jaar) bedrag bij begin van de tijdstap ( )
Nadere informatieAntwoorden Natuurkunde Hoofdstuk 2
Antwoorden Natuurkunde Hoofdstuk 2 Antwoorden door Daan 4301 woorden 3 april 2016 6,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde 2.1 Onderzoek naar bewegingen Opgave 1 a De (gemiddelde)
Nadere informatie2.1 Onderzoek naar bewegingen
2.1 Onderzoek naar bewegingen Opgave 1 afstand a De (gemiddelde) snelheid leid je af met snelheid =. tijd Je moet afstand en snelheid bespreken om iets over snelheid te kunnen zeggen. afstand snelheid
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 7, Krachten
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 7, Krachten Samenvatting door een scholier 1845 woorden 20 juni 2008 6,1 99 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Natuurkunde samenvatting hoofdstuk
Nadere informatieKrachten (4VWO) www.betales.nl
www.betales.nl Grootheden Scalairen Vectoren - Grootte - Eenheid - Grootte - Eenheid - Richting Bv: m = 987 kg x = 10m (x = plaats) V = 3L Bv: F = 17N s = Δx (verplaatsing) v = 2km/h Krachten optellen
Nadere informatieHoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 3 Kracht en beweging Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 3.1 Soorten krachten Twee soorten grootheden Scalars - Grootte - Eenheid Vectoren - Grootte - Eenheid - Richting Bijvoorbeeld:
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven in Basisboek Natuurkunde
opgave (blz 4) Uitwerkingen van de opgaven in Basisboek Natuurkunde De zwaarte-energie wordt gegeven door de formule W zwaarte = m g h In de opgave is de massa m = 0(kg) en de energie W zwaarte = 270(Joule)
Nadere informatieUitwerkingen van 3 klas NOVA natuurkunde hoofdstuk 6 arbeid en zo
Uitwerkingen van 3 klas NOVA natuurkunde hoofdstuk 6 arbeid en zo 1 Arbeid verrichten 1 a) = 0 b) niet 0 en in de richting van de beweging c) =0 d) niet 0 e tegengesteld aan de beweging 2 a) De wrijvingskracht
Nadere informatieSnelheid en kracht. 4.1 Inleiding. 4.2 Soorten krachten
4 Snelheid en kracht 4.1 Inleiding 4.2 Soorten krachten B 1 a Zwaartekracht en wrijvingskracht b Zwaartekracht, kracht van de lucht op de vleugels omhoog (= opwaartse kracht of lift), stuwkracht van de
Nadere informatieOveral Natuurkunde 3 V Uitwerkingen Hoofdstuk 4 Kracht en beweging
Overal Natuurkunde 3 V Uitwerkingen Hoofdstuk 4 Kracht en beweging 4.1 Kracht en soorten beweging A1 a De afgelegde afstand in een (v,t)-diagram is gelijk aan de oppervlakte onder de grafiek. b De snelheid
Nadere informatieBergtrein. Figuur 2 staat ook op de uitwerkbijlage. a. Bepaal de afstand die de trein op t = 20 s heeft afgelegd.
Bergtrein In een bergachtig gebied kunnen toeristen met een bergtrein naar een mooi uitzichtpunt reizen De trein wordt aangedreven door een elektromotor en begint aan een rit naar boven In figuur 2 is
Nadere informatieATWOOD Blok A en blok B zijn verbonden door een koord dat over een katrol hangt. Er is geen wrijving in de katrol. Het stelsel gaat bewegen.
ATWOOD Blok A en blok B zijn verbonden door een koord dat over een katrol hangt. Er is geen wrijving in de katrol. Het stelsel gaat bewegen. Bereken de spankracht in het koord. ATWOOD Over een katrol hangt
Nadere informatieSamenvatting snelheden en 6.1 6.3
Samenvatting snelheden en 6.1 6.3 Boekje snelheden en bewegen Een beweging kan je op verschillende manieren vastleggen: Fotograferen met tussenpozen, elke foto is een gedeelte van een beweging Stroboscopische
Nadere informatieB = 3. Eenparig vertraagde beweging B = 4. Stilstand C = 3. Eenparig vertraagde beweging
Opdracht 1: Opdracht 2: Opdracht 3: a. Gegeven: S = 4,5 km Berekening: v = S / t S = 4500 m v = 4500 / 7200 t = 120 minuten v = 0,63 m/s t = 120 * 60 = 7200 s b. Gegeven: t = 12,5 h Berekening: S = v *
Nadere informatieTentamen Mechanica ( )
Tentamen Mechanica (20-12-2006) Achter iedere opgave is een indicatie van de tijdsbesteding in minuten gegeven. correspondeert ook met de te behalen punten, in totaal 150. Gebruik van rekenapparaat en
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1 havo 2000-II
Eindexamen natuurkunde havo 2000-II 4 Antwoordmodel Opgave Slijtage bovenleiding uitkomst: m =,87 0 6 kg Het afgesleten volume is: V = (98,8 78,7) 0-6 5200 0 3 2 = 2,090 0 2 m 3. Hieruit volgt dat m =
Nadere informatieHoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 3 Kracht en beweging Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 3.1 Soorten krachten Twee soorten grootheden Scalars - Grootte - Eenheid Vectoren - Grootte - Eenheid - Richting Bijvoorbeeld:
Nadere informatieOpgave 1 Millenniumbrug
Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Opgave Millenniumbrug maximumscore antwoord: resonantie maximumscore uitkomst: v =, 6 0 m s voorbeeld van een berekening: Er geldt:
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1-2 havo 2004-II
Eindexamen natuurkunde - havo 004-II 4 Beoordelingsmodel Opgave Nachtlenzen voorbeeld van een antwoord: Voor de breking van de lichtstralen geldt: sin i n sin r, waarin i 5 en n,4. sin5 0,574 Hieruit volgt
Nadere informatieHet berekenen van de componenten: Gebruik maken van sinus, cosinus, tangens en/of de stelling van Pythagoras. Zie: Rekenen met vectoren.
3.1 + 3.2 Kracht is een vectorgrootheid Kracht is een vectorgrootheid 1 : een grootheid met een grootte én een richting. Bij het tekenen van een krachtpijl geldt: De pijl begint in het aangrijpingspunt
Nadere informatieLeerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 7, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.
Oefentoets Schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 7, 9 en 10 Tijdsduur: Versie: A Vragen: Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let op dat
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1 havo 2000-I
- + - + Eindexamen natuurkunde havo 2000-I 4 Antwoordmodel Opgave LEDs voorbeelden van schakelschema s: 50 Ω V LED A 50 Ω A V LED Als slechts één meter juist is geschakeld: punt. Maximumscore 2 2 voorbeeld
Nadere informatieExamentraining Leerlingmateriaal
Examentraining 2015 Leerlingmateriaal Vak Natuurkunde Klas 5 havo Bloknummer Docent(en) Blok III Kracht en beweging (C1) Energieomzettingen (C2) WAN Domein C. Beweging en energie Subdomein C1. Kracht
Nadere informatieKracht en beweging (Mechanics Baseline Test)
Kracht en beweging (Mechanics Baseline Test) Gegevens voor vragen 1, 2 en 3 De figuur stelt een stroboscoopfoto voor. Daarin is de beweging te zien van een voorwerp over een horizontaal oppervlak. Het
Nadere informatieKracht en Energie Inhoud
Kracht en Energie Inhoud Wat is kracht? (Inleiding) Kracht is een vector Krachten saenstellen ( optellen ) Krachten ontbinden ( aftrekken ) Resulterende kracht 1 e wet van Newton: wet van de traagheid
Nadere informatieJ De centrale draait (met de gegevens) gedurende één jaar. Het gemiddelde vermogen van de centrale kan dan berekend worden:
Uitwerking examen Natuurkunde1 HAVO 00 (1 e tijdvak) Opgave 1 Itaipu 1. De verbruikte elektrische energie kan worden omgerekend in oules: 17 = 9,3 kwh( = 9,3 3, ) = 3,3 De centrale draait (met de gegevens)
Nadere informatieHoofdstuk 6: Veiligheid in het verkeer
Hoofdstuk 6: Veiligheid in het verkeer NaSk I Vmbo 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 6: Veiligheid in het verkeer NaSk I 1. Stoffen en materialen 2. Elektrische energie 3. Verbranden en verwarmen 4. Geluid
Nadere informatienatuurkunde havo 2016-I
natuurkunde havo 06-I Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Radiumbad maximumscore voorbeeld van een antwoord: Radium-6 vervalt volgens: 6 4 6 Ra Rn + He + γ of Ra Rn
Nadere informatieVraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5
Vraag 1 Een hoeveelheid ideaal gas is opgesloten in een vat van 1 liter bij 10 C en bij een druk van 3 bar. We vergroten het volume tot 10 liter bij 100 C. De einddruk van het gas is dan gelijk aan: a.
Nadere informatie5 Kracht en beweging. Beweging in diagrammen. Nova
5 Kracht en beweging 1 Beweging in diagrammen 1 a Een beweging waarbij de snelheid gelijkmatig groter wordt, noem je een eenparig versnelde beweging. Een beweging waarbij de snelheid steeds even groot
Nadere informatieNatuurkunde in context 5H. 1 Energieomzettingen Bewegingen in de sport en het verkeer
Natuurkunde in context 5H 1 Energieomzettingen Bewegingen in de sport en het verkeer Inhoud 1.1 Inleiding 1.2 Energiesoorten 1.3 Arbeid 1.4 Arbeid en warmte 1.5 Rendement 1.6 Vermogen 1.7 Afsluiting SLO_KoKo
Nadere informatieSpace Experience Curaçao
Space Experience Curaçao PTA T1 Natuurkunde SUCCES Gebruik onbeschreven BINAS en (grafische) rekenmachine toegestaan. De K.L.M. heeft onlangs aangekondigd, in samenwerking met Xcor Aerospace, ruimte-toerisme
Nadere informatieRekenmachine met grafische display voor functies
Te gebruiken rekenmachine Duur Rekenmachine met grafische display voor functies 100 minuten 1/5 Opgave 1. Een personenauto rijdt met een beginsnelheid v 0=30 m/s en komt terecht op een stuk weg waar olie
Nadere informatieEindexamen natuurkunde / scheikunde 1 vmbo gl/tl 2010 - I
Leven van zon en wind op Curaçao Op Curaçao wordt op verschillende manieren elektrische energie opgewekt. Het merendeel van de energie wordt opgewekt met aardolie. De verbrandingsgassen die daarbij ontstaan
Nadere informatievoorbeeld van een berekening: Uit de definitie volgt dat de ontvangen stralingsdosis gelijk is aan E m,
Eindexamen natuurkunde havo 2005-I 4 Beoordelingsmodel Opgave Nieuwe bestralingsmethode Maximumscore antwoord: 0 7 5 0 B + n Li + per juist getal Maximumscore 2 uitkomst: D 2, 0 Gy of 2, 0 J/kg voorbeeld
Nadere informatieArbeid & Energie. Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen pieter.neyskens@wet.kuleuven.be. Assistent: Erik Lambrechts
Introductieweek Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen 25 29 Augustus 2014 Arbeid & Energie Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen pieter.neyskens@wet.kuleuven.be Assistent: Erik Lambrechts
Nadere informatieOpgaven. Opgave: Polsstokspringen a) m = ρ V
Opgaven Opgave: Polsstokspringen a) m = ρ V m = 2,2 kg V = V buiten V binnen = ¼ π (3,9 10 2 ) 2 4,5 ¼ π (3,5 10 2 ) 2 4,5 V = 1,046 10 3 m 3 ρ = 2,1029 10 3 kg/m 3 ρ = 2,1 10 3 kg/m 3 b) Kies twee tijdstippen:
Nadere informatieExamen ste tijdvak Op spitzen
Examen 2015 1ste tijdvak Op spitzen Spitzen zijn schoenen voor ballet dansers. De spitzen hebben een hard blokje in de neus zodat dansers op hun tenen kunnen dansen. 2p 26 Vergelijk het op één spitz staan
Nadere informatiec. Bereken van welke hoogte Humpty kan vallen zonder dat hij breekt. {2p}
NATUURKUNDE KLAS 5 INHAALPROEFWERK ARBEID EN ENERGIE 17/01/11 Denk aan FIRES! Dit proefwerk bestaat uit 3 opgaves, met totaal 33 punten. Opgave 1. Humpty Dumpty (9p) In een Engels liedje is Humpty Dumpty
Nadere informatieGrootheid: eigenschap die je kunt meten (met een meetinstrument) Eenheid: maat waarin de grootheid wordt uitgedrukt
1.3 Grootheden en eenheden Grootheid: eigenschap die je kunt meten (met een meetinstrument) Eenheid: maat waarin de grootheid wordt uitgedrukt BINAS : BINAS 3A: BINAS 4: vermenigvuldigingsfactoren basisgrootheden
Nadere informatieHoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni 13.30 16.30 uur
natuurkunde Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni 3.30 6.30 uur 20 05 Vragenboekje Voor dit examen zijn maximaal 82 punten te behalen; het examen bestaat uit 26 vragen.
Nadere informatienatuurkunde oud programma havo 2015-I
Opgave Train Whistle maximumscore v Een lage toon heeft een lage frequentie. Volgens λ = vt = hoort bij een f lage frequentie een grote golflengte. De klankkast met de grootste lengte, zal dus de laagste
Nadere informatieEindexamen vwo natuurkunde I
Opgave Lichtpracticum maximumscore De buis is aan beide kanten afgesloten om licht van buitenaf te voorkomen. De buis is van binnen zwart gemaakt om reflecties van het licht in de buis te voorkomen. inzicht
Nadere informatie4. Maak een tekening:
. De versnelling van elk deel van de trein is hetzelfde, dus wordt de kracht op de koppeling tussen de 3e en 4e wagon bepaald door de fractie van de massa die er achter hangt, en wordt dus gegeven door
Nadere informatieExamen HAVO. natuurkunde 1
natuurkunde 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 24 mei 13.30 16.30 uur 20 05 Voor dit examen zijn maximaal 76 punten te behalen; het examen bestaat uit 25 vragen. Voor elk
Nadere informatieHoofdstuk 3. en energieomzetting
Hoofdstuk 3 Energie en energieomzetting branders luchttoevoer brandstoftoevoer koelwater condensator stoomturbine generator transformator regelkamer stoom water ketel branders 1 Energiesoort Omschrijving
Nadere informatieEindexamen natuurkunde vwo II
Eindexamen natuurkunde vwo 00 - II Beoordelingsmodel Opgave Sopraansaxofoon maximumscore 4 uitkomst: F d = 7, N voorbeeld van een bepaling: Er geldt: Fr z z= Fr d d. Opmeten in de figuur levert: rz =,7
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 8, Bewegen in functies
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 8, Bewegen in functies Samenvatting door een scholier 1016 woorden 19 januari 2003 5,6 80 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Samenvatting hoofdstuk
Nadere informatieEindexamen havo natuurkunde II
Eindexamen havo natuurkunde 0 - II Opgave Parasaurolophus maximumscore antwoord: resonantie maximumscore voorbeeld van een berekening: Voor de grondtoon bij een halfgesloten pijp geldt dat de lengte van
Nadere informatieMINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN HAVO 2015
MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN HAVO 2015 VAK : NATUURKUNDE DATUM : DINSDAG 23 JUNI 2015 TIJD : 07.45 10.45 Aantal opgaven: 5 Aantal pagina s: 6 Controleer zorgvuldig of
Nadere informatieF De uitgeoefende kracht s De afstand waarover de kracht is uitgeoefend (in meter) α De hoek tussen de kracht en verplaatsing.
5.1 Arbeid Herhaling Momenten Bij een hefboom of een takel kun je olstaan met een kleinere kracht. Deze kleinere kracht moet echter wel oer een grotere afstand worden uitgeoefend. Dit algemene principe
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1 havo 2004-II
Eindexamen natuurkunde havo 004-II 4 Beoordelingsmodel Opgave Windenergie Maximumscore voorbeeld van een antwoord: Uit het kaartje blijkt dat de windsnelheid boven zee groter is dan boven land. Een grotere
Nadere informatieNaam van de kracht: Uitleg: Afkorting: Spierkracht De kracht die wordt uitgeoefend door spieren van de mens. F spier
Samenvatting door F. 823 woorden 3 maart 2015 7,4 32 keer beoordeeld Vak NaSk Sport, kracht en beweging 1 Naam van de kracht: Uitleg: Afkorting: Spierkracht De kracht die wordt uitgeoefend door spieren
Nadere informatieEindexamen havo natuurkunde pilot II
Eindexamen havo natuurkunde pilot 0 - II Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden scorepunten toegekend. Opgave Parasaurolophus maximumscore antwoord: resonantie maximumscore Voor de grondtoon
Nadere informatieNatuurkunde in context 5H. 2 Sport en beweging Energieomzettingen
Natuurkunde in context 5H 2 Sport en beweging Energieomzettingen Inhoud 2.1 Inleiding 2.2 Energie voor bewegen 2.3 Energieomzettingen bij bewegen 2.4 Vermogen en snelheid 2.5 Afsluiting SLO_KoKo Lesmateriaalvoorbeeld
Nadere informatieF De uitgeoefende kracht s De afstand waarover de kracht is uitgeoefend (in meter) α De hoek tussen de kracht en verplaatsing.
5.1 Arbeid Herhaling Momenten Bij een hefboom of een takel kun je olstaan met een kleinere kracht. Deze kleinere kracht moet echter wel oer een grotere afstand worden uitgeoefend. Dit algemene principe
Nadere informatieCRUESLI. Een pak Cruesli heeft een massa van 375 gram. De bodem van het pak is 4,5 cm breed en 14 cm lang. 1. Bereken de oppervlakte van de bodem.
CRUESLI Een pak Cruesli heeft een massa van 375 gram. De bodem van het pak is 4,5 cm breed en 14 cm lang. 1. Bereken de oppervlakte van de bodem. gegeven: b = 4,5 cm l = 14 cm gevraagd: A formule: A =
Nadere informatieNatuurkunde in context 5H. 4 Energie en arbeid Brandstofverbruik en veiligheid in het verkeer
Natuurkunde in context 5H 4 Energie en arbeid Brandstofverbruik en veiligheid in het verkeer Inhoud 4.1 Inleiding 4.2 Energiesoorten 4.3 Arbeid 4.4 Arbeid en warmte 4.5 Rendement 4.6 Vermogen 4.7 Keuzeonderwerpen:
Nadere informatieENERGIE & ARBEID VWO
ENERGIE & ARBEID VWO Foton is een opgavenverzameling voor het nieuwe eindexamenprogramma natuurkunde. Foton is gratis te downloaden via natuurkundeuitgelegd.nl/foton Uitwerkingen van alle opgaven staan
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Kracht
Samenvatting Natuurkunde Kracht Samenvatting door een scholier 1634 woorden 16 oktober 2003 5,7 135 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Samenvatting Practicum 48 Kracht: Heeft een grootte en een richting.
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1 havo 2005-I
Opgave 1 Nieuwe bestralingsmethode Lees onderstaand artikel. artikel Sinds kort experimenteert men met een nieuwe methode om tumoren te behandelen. Aan een patiënt wordt borium-10 toegediend. Deze stof
Nadere informatieToelatingstoets havoniveau natuurkunde max. 42 p, vold 24 p
Toelatingstoets havoniveau natuurkunde max. 42 p, vold 24 p Verantwoording: Opgave 1 uit havo natuurkunde 1,2: 2009_1 opg 4 (elektriciteit) Opgave 2 uit havo natuurkunde 1,2: 2009_2 opg 1 (licht en geluid)
Nadere informatiewww. Fysica 1997-1 Vraag 1 Een herdershond moet een kudde schapen, die over haar totale lengte steeds 50 meter lang blijft, naar een 800 meter verderop gelegen schuur brengen. Door steeds van de kop van
Nadere informatieOpgave 1 Millenniumbrug
Opgave Millenniumbrug maximumscore antwoord: resonantie maximumscore uitkomst: v =, 6 0 m s voorbeeld van een berekening: Er geldt: λ = vt met λ = 44 m en T = 0,90 s. De golfsnelheid in het λ 44 wegdek
Nadere informatiejaar: 1990 nummer: 06
jaar: 1990 nummer: 06 In een wagentje zweeft een ballon aan een koord en hangt een metalen kogel via een touw aan het dak (zie figuur). Het wagentje versnelt in de richting en in de zin aangegeven door
Nadere informatieHoofdstuk 3. en energieomzetting
Energie Hoofdstuk 3 Energie en energieomzetting Grootheid Energie; eenheid Joule afkorting volledig wetenschappelijke notatie 1 J 1 Joule 1 Joule 1 J 1 KJ 1 KiloJoule 10 3 Joule 1000 J 1 MJ 1 MegaJoule
Nadere informatieNatuurkunde in context 5H. 4 Energie en arbeid Brandstofverbruik en veiligheid in het verkeer
Natuurkunde in context 5H 4 Energie en arbeid Brandstofverbruik en veiligheid in het verkeer Inhoud 4.1 Inleiding 4.2 Energiesoorten 4.3 Arbeid 4.4 Arbeid en warmte 4.5 Rendement 4.6 Vermogen 4.7 Keuzeonderwerpen:
Nadere informatieEindexamen natuurkunde havo I
Beoordelingsmodel Opgave Eliica maximumscore uitkomst: De actieradius is 3, 0 km. de energie van de accu's De actieradius is gelijk aan. het energieverbruik per km 55 Hieruit volgt dat de actieradius 3,
Nadere informatieOpgave 2 Een sprong bij volleyball 2015 I
Opgave 2 Een sprong bij volleyball 2015 I Bij volleybal springt een speler vaak uit stand recht omhoog. Zie figuur 1. De verticale snelheid van het zwaartepunt van een volleyballer tijdens de afzet en
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1-2 havo 2006-I
Eindexamen natuurkunde - havo 006-I 4 Beoordelingsmodel Opgave Itaipu uitkomst: In dat jaar waren er gemiddeld generatoren in bedrijf. voorbeelden van een berekening: methode Als een generator continu
Nadere informatienatuurkunde havo 2015-II
natuurkunde havo 05-II Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Vleugel maimumscore antwoord: vier knopen en drie buiken, afwisselend afstand KB = afstand BK B maimumscore,70
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1 havo 2001-I
Eindexamen natuurkunde havo 00-I 4 Antwoordmodel Opgave Hartfoto s 43 43 0 antwoord: K Ca + e (+ γ) 9 0 elektron rechts van de pijl Ca als vervalproduct aantal nucleonen links en rechts kloppend - en Als
Nadere informatie