NEN-normen zijn geen algemeen verbindende voorschriften
|
|
- Juliaan Bakker
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 762 Ars Aequi oktober 2013 annotatie Annotatie NEN-normen zijn geen algemeen verbindende voorschriften Prof.mr. R.J.B. Schutgens HR 22 juni 2012, ECLI: NL: HR: 2012: BW0393 (Knooble BV/Staat) Dit arrest gaat over een interessant probleem uit de wetgevingsleer: veranderen private NEN-normen (uitleg volgt) in algemeen verbindende voorschriften (avv s) als de wet ernaar verwijst? Over deze vraag was al het nodige gezegd en geschreven. De Hoge Raad beantwoordt haar in dit arrest eenduidig met nee. Daarmee sluit hij zich aan bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, die eerder dezelfde mening bleek te zijn toegedaan (ABRvS 2 februari 2011, JB 2011/65). NEN-normen NEN-normen geven standaarden voor de technische eigenschappen van uiteenlopende soorten bouwwerken, opstallen en apparaten, alsmede meetmethoden voor de bepaling van de kwaliteit en veiligheid daarvan. Deze NEN-normen komen tot stand op initiatief van het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI), een (private) stichting zonder winstoogmerk. Als het NNI constateert dat op een bepaald gebied (bijvoorbeeld: de brandveiligheid van woonhuizen) behoefte is aan totstandkoming van een Nederlandse standaardnorm, vraagt zij technici, commerciële aanbieders, consumentenorganisaties en andere betrokkenen om plaats te nemen in een normcommissie. Deze commissie spreekt dan standaarden af, die na verwerking van eventueel online commentaar uit het publiek worden vastgelegd in een algemene, Nederlandse NENnorm. In de afgelopen decennia zijn honderden van zulke Nederlandse standaardnormen tot stand gebracht; daarnaast zijn er internationale instituten die op een vergelijkbare wijze technische standaarden uitvaardigen (denk aan het mondiaal opererende ISO ). Al deze standaardnormen zijn een vorm van zelfregulering; omdat de norm uitgaat van een privaatrechtelijk instituut is zij in wezen slechts een advies. In de praktijk worden deze adviesnormen echter nauwgezet nagevolgd, niet alleen vanwege hun inhoudelijke gezag, maar ook omdat standaardisatie van systemen, technieken en (meet)methoden onontbeerlijk is voor een vruchtbare samenwerking tussen bedrijven. Verwijzing door de wetgever Ook de wetgever is zich in de loop der jaren op de gezaghebbende NEN-normen gaan oriënteren. In wet- en regelgeving wordt er frequent naar verwezen zo ook in de regelgeving over de bouw, die in dit Knooble-arrest aan de orde is. Artikel 2 van de Woningwet delegeert het vaststellen van technische voorschriften over het bouwen van een bouwwerk en de staat van een bestaand bouwwerk aan de regering. Artikel 3 van de Woningwet maakt daarbij duidelijk dat de regering in haar AMvB kan verwijzen naar normen of delen van normen. Daarmee zijn privaatrechtelijke standaardnormen zoals NEN-normen bedoeld. De regering maakt in het Bouwbesluit op tientallen plaatsen van deze mogelijkheid gebruik. Artikel 2.56 Bouwbesluit 2012 bepaalt bijvoorbeeld dat een nieuw te bouwen bouwwerk zodanig [is] dat het ontstaan van een brandgevaarlijke situatie voldoende wordt beperkt. De daarvoor noodzakelijke veiligheidsvereisten krijgen handen en voeten door vele verwijzingen naar NEN-normen. Zo moeten de bouwmaterialen in de omgeving van een open haard onbrandbaar zijn (art Bouwbesluit); óf een materiaal in voldoende mate onbrandbaar is, wordt getest volgens NEN 6064 (art lid 1 Bouwbesluit). Geschil tussen Knooble en NNI Het NNI behoudt zich het auteursrecht op de NENnormen voor. Wie zich van bijvoorbeeld de NEN-norm over de bepaling van de brandbaarheid van bouwmaterialen op de hoogte wil stellen, kan haar op een computer in het kantoor van NNI in Delft komen inzien maar uitprinten wordt daar niet toegestaan 1 dan wel haar tegen betaling bij het NNI bestellen (de meeste NEN-
2 annotatie Ars Aequi oktober normen kosten enkele tientjes). Het NNI handhaaft dit auteursrecht strikt: derden mogen de NEN-normen niet uitgeven, online zetten of op een andere manier verder aan het publiek bekendmaken. Dit bevalt eiser Knooble niet. Knooble is een webomgeving voor de bouw, waarin de (betalende) gebruikers informatie over bouwprojecten kunnen opvragen en delen (zie Knooble wil de voor de bouw relevante NEN-normen in de webomgeving opnemen, zodat haar gebruikers deze kunnen inzien. Knooble vordert daarom onder andere een verklaring voor recht dat de NEN-normen waarnaar het Bouwbesluit verwijst, algemeen verbindende voorschriften zijn, zodat zij pas verbinden nadat de Staat ze op de door de Bekendmakingswet voorgeschreven wijze heeft bekendgemaakt (zie art. 89 Gw lid 3 en 4). Ook vordert Knooble een verklaring voor recht dat er op deze normen geen auteursrecht rust. Artikel 11 Auteurswet bepaalt namelijk dat wetten, besluiten en verordeningen, door de openbare macht uitgevaardigd vrij zijn van auteursrecht. De strekking van de vordering is duidelijk: Knooble wil de NEN-normen waarnaar de bouwwetgeving verwijst, net als echte algemeen verbindende voorschriften kosteloos aan haar gebruikers ter beschikking kunnen stellen. De kern van haar stelling is eenvoudig samen te vatten: als het Bouwbesluit (of een ander bevoegd vastgesteld avv) naar een NEN-norm verwijst, dan wordt die NEN-norm, dan wel de inhoud daarvan, door die verwijzing zelf ook een algemeen verbindend voorschrift. Kernoverwegingen Hoge Raad 3.7 Onderdeel 1b ( ) klaagt dat het oordeel van het hof dat een verwijzing naar NEN-normen in een algemeen verbindend voorschrift deze NEN-normen weliswaar maakt tot publiekrechtelijk algemeen geldende normen, maar niet tot algemeen verbindende voorschriften in de (beperkte) zin van de Grondwet of de Bekendmakingswet, onjuist is en betoogt dat de NEN-normen waarnaar in het Bouwbesluit of de Regeling Bouwbesluit wordt verwezen, althans de relevante gedeelten daarvan, door die verwijzing een onlosmakelijk onderdeel worden van de desbetreffende algemeen verbindende voorschriften in de zin van de Grondwet en de Bekendmakingswet ( ). 3.8 De klacht is ongegrond. De in art. 89 lid 4 Grondwet en art. 3 en 4 Bekendmakingswet bedoelde algemeen verbindende voorschriften zijn naar buiten werkende, de burgers bindende, regels die uitgaan van een orgaan dat de bevoegdheid tot die regelgeving aan de wet in formele zin ontleent. Art. 2 Woningwet voorziet erin dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur technische voorschriften worden gegeven omtrent, onder meer, het bouwen van een bouwwerk. Art. 3 Woningwet voegt daaraan toe dat bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in art. 2 kan worden verwezen naar, onder meer, normen of delen van normen. Art. 3 beoogt hiermee, zoals bevestigd wordt door de parlementaire geschiedenis als geciteerd in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder nrs , niet het instituut dat die normen opstelt, bevoegd te maken tot het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften. Waar NNI ook anderszins niet bij of krachtens de wet bevoegd is tot het vaststellen van algemeen verbindende regels, kunnen de NEN-normen niet worden aangemerkt als algemeen verbindende voorschriften als bedoeld in art. 89 lid 4 Grondwet en art. 3 en 4 Bekendmakingswet, ook niet voor zover het Bouwbesluit en de Regeling Bouwbesluit ernaar verwijzen. Het oordeel van het hof dat die verwijzing de desbetreffende NENnormen niet tot algemeen verbindende voorschriften in de (beperkte) zin van de Grondwet of de Bekendmakingswet maakt, die eerst van kracht worden na publicatie als geregeld in de Bekendmakingswet, is dus juist. De omstandigheid dat, zoals Knooble heeft aangevoerd, vooraf tussen de minister en NNI wordt afgestemd of een NEN-norm zal worden gebruikt voor verwijzing in het Bouwbesluit en de Regeling Bouwbesluit, zodat de terminologie en de uitwerking van de norm door NNI wordt afgestemd op die wettelijke regelingen, maakt dit niet anders. ( ) 3.10 De door het onderdeel, alsmede door onderdeel 2, gehuldigde opvatting dat op grond van art. 11 Auteurswet geen auteursrecht rust op de NEN-normen waarnaar in het Bouwbesluit en de Regeling Bouwbesluit wordt verwezen, is onjuist. Zoals hiervoor in 3.8 is overwogen, zijn die normen niet afkomstig van de openbare macht en kunnen die niet worden aangemerkt als algemeen verbindende voorschriften in de zin van de Grondwet of de Bekendmakingswet. Zij kunnen daarom niet gelden als door de openbare macht uitgevaardigd als in art. 11 Auteurswet bedoeld. ( ) 3.12 Onderdeel 1e klaagt dat het hof ten onrechte de vordering (onder 1 subsidiair) dat voor recht zal worden verklaard dat de NEN-normen waarnaar is verwezen, voor de geadresseerden niet algemeen verbindend zijn, heeft afgewezen. Het onderdeel is ongegrond. Het hof heeft, met juistheid, geoordeeld dat er algemeen geldende normen zijn die niet tevens algemeen verbindend voorschrift zijn in de zin van de Bekendmakingswet, en dat het in deze zaak om zodanige normen gaat. In het verlengde daarvan heeft het hof terecht de onder 1 subsidiair ingestelde vordering afgewezen. Noot Over de praktijk van verwijzing door de wetgever naar privaatrechtelijke normen is veel te zeggen. Hieronder bij punt 1 volgt een bespreking van de rechtsregel die het Knooble-arrest geeft en zijn inpassing in het geldende recht. Onder 2 en 3 plaats ik enkele kritische kanttekeningen. 1 De juridische status van NEN-normen na verwijzing Hoe moet een NEN-norm waarnaar het Bouwbesluit verwijst (hierna: een verwezen NEN-norm), staatsrechtelijk worden gekwalificeerd? Volgens Knooble zijn verwezen NEN-normen avv s (zie punt 1.1). Volgens de Hoge Raad zijn zij dat niet (zie punt 1.2), maar wel lijken zij te behoren tot het recht in de zin van artikel 79 van de Wet op de rechterlijke organisatie (zie punt 1.3). 1.1 Wetten in materiële zin en algemeen verbindende voorschriften Tot 1963 verklaarde de Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO) de Hoge Raad bevoegd om uitspraken van lagere rechters te vernietigen wegens schending van de wet. 2 Nu is wet helaas een ambivalente term: soms doelt dat woord op de besluiten van de wetgever in grondwettelijke zin (regering en Staten-Generaal gezamenlijk, art. 81 Gw); soms betekent de term wet simpelweg regelgeving, ongeacht de auteur daarvan. In het eerste geval spreken wij van 1 Volgens de afdeling voorlichting van NNI. 2 Of wegens vormverzuimen, maar dat doet hier niet ter zake.
3 764 Ars Aequi oktober 2013 annotatie wetten in formele, in het tweede geval van wetten in materiële zin. Was de Hoge Raad nu vóór 1963 bevoegd, een lagere uitspraak te vernietigen omdat daarin bijvoorbeeld een ministeriële regeling foutief was geïnterpreteerd? Uit het beroemde Rogge-arrest blijkt van wel (HR 10 juni 1919, W 10429). Volgens de Hoge Raad betekent de bevoegdheid tot cassatie bij schending van de wet, dat hij lagere uitspraken mag toetsen aan alle (1) naar buiten werkende, dus tot een ieder gerichte (2) algemeene regelingen, (3) welke zijn uitgegaan van een openbaar gezag, dat de bevoegdheid daartoe aan de wet, in den zin van eene regeling door de wetgevende macht, ontleent (cijfers toegevoegd). Overheidsbesluiten met deze eigenschappen worden sindsdien wel aangeduid wetten in materiële zin. In de loop van de 20e eeuw is daarnaast de (mijns inziens veel duidelijkere) term algemeen verbindend voorschrift in omloop geraakt. De memorie van toelichting bij de Awb geeft als definitie van een avv een parafrase van de voorwaarden uit het aloude Rogge-arrest (zie ook r.o. 3.8 van dit Knooble-arrest). Volgens de wetgever zijn avv s en wetten in materiële zin dus synoniem. Iets nader uitgelegd is een overheidsbesluit een avv (of wet in materiële zin) als: 1 het zich richt tot derden, dus niet uitsluitend een intern werkend ambtenaren- of ordereglement is; 2 het algemeen geldt, wat wil zeggen dat het rechten schept of verplichtingen vestigt voor een open groep personen (een besluit voor een bij naam genoemde persoon is een beschikking); 3 het afkomstig is van een orgaan dat beschikt over een wettelijke bevoegdheid tot regelstelling. Deze bevoegdheid is ofwel geattribueerd door de Grondwet of de wet (zie bijvoorbeeld art. 81, 89 lid 1 Gw en art. 149 Gemw), ofwel via delegatie verleend door de formele wetgever. De kwalificatie van een besluit als algemeen verbindend voorschrift heeft verschillende rechtsgevolgen. Artikel 79 Wet RO machtigt (en verplicht) de Hoge Raad om de juiste uitleg en toepassing van avv s te bewaken; krachtens de Grondwet en de Bekendmakingswet gelden er specifieke bekendmakingsregels voor een avv (daar was het Knooble om te doen); op een avv rust geen auteursrecht; een avv moet aan verschillende inhoudelijke eisen van Hoofdstuk 3 Awb voldoen en er kan bij de bestuursrechter geen beroep tegen worden ingesteld (art. 8:3 Awb nieuw). 1.2 Zijn verwezen NEN-normen avv s? Knooble betoogt dat NEN-normen door verwijzing algemeen verbindende voorschriften worden. Zo n vreemde gedachte is dat niet, ook al gaat de Hoge Raad er niet in mee. Verscheidene auteurs (en buitenlandse constitutionele hoven) huldigen hetzelfde standpunt. Er zijn twee redeneringen denkbaar die tot dit resultaat leiden. Ten eerste zou de staatsrechtelijke student zich kunnen afvragen of verwijzing naar een NEN-norm wellicht delegatie van wetgevingsbevoegdheid oplevert. Hier moeten zogenoemde dynamische en statische verwijzing goed uit elkaar gehouden worden. Bij dynamische verwijzing verwijst de wetgever naar een met nummer of naam bepaalde, maar niet naar datum gefixeerde externe norm. Als het normalisatie-instituut de norm later aanpast, dan komen die aanpassingen daardoor automatisch onder de verwijzing door de wetgever te vallen. Dit heeft veel weg van delegatie: de wetgever geeft immers de bevoegdheid om de inhoud van de norm voor een bepaald onderwerp te bepalen uit handen aan een derde, die daar naar eigen inzicht en op eigen initiatief en verantwoordelijkheid inhoud aan geeft. 3 De Nederlandse Aanwijzingen voor de regelgeving (het kookboek voor wetgevingsambtenaren) schrijven echter voor, dat er niet dynamisch, maar statisch wordt verwezen naar private normen. 4 Bij statische verwijzing noemt de wetgever een private norm zoals die op het moment van verwijzing luidt, bijvoorbeeld de brandbaarheid van het bouwmateriaal wordt berekend volgens NEN 6087 uit Slechts naar die (reeds bestaande) versie wordt verwezen; eventuele latere wijzigingen door het private norminstituut vallen buiten de verwijzing door de wetgever. Bij statische verwijzing zoals ook in het Bouwbesluit gebeurt 5 zou het gekunsteld zijn om te spreken van delegatie: de wetgever verwijst immers naar een bestaand, extern document dat reeds door een ander is vastgesteld. Uitsluitend die specifieke versie van de externe norm wordt door de verwijzing verbindend; latere wijzigingen vallen daarbuiten. Ten tweede kan men redeneren dat een verwijzing naar een NEN-norm tot gevolg heeft dat de inhoud van die norm een bestanddeel wordt van het verwijzende avv. Dit was de redenering van Knooble. In deze benadering raken de NEN-normen in het verwijzende avv geïncorporeerd; zij worden als het ware het Bouwbesluit ingezogen. Daarbij wordt weliswaar de als afzonderlijk document bestaande NEN-norm zélf nog geen avv, maar de inhoud daarvan wordt dat wel. Omdat, zo redeneerde Knooble, de inhoud van de NEN-norm een avv (in wording) is, moet die inhoud vervolgens ook als een echt avv bekend gemaakt worden voordat hij daadwerkelijk kan verbinden (zie r.o. 3.7). De Hoge Raad verwijst met een vrij summiere redenering beide hierboven genoemde benaderingen naar de prullenbak. Hij leidt uit de parlementaire geschiedenis van artikel 3 Woningwet (dat voor de regering de bevoegdheid tot verwijzing naar private normen schept) af dat de wetgever meende dat de private normen waarnaar de regering zou verwijzen, geen avv s worden (zie r.o. 3.8). Er is ook geen andere formele wets- of Grondwetsbepaling die het Nederlands Normalisatie Instituut in algemene zin de bevoegdheid verleent tot het vaststellen van avv s. Kortom, NEN-normen missen de derde (hierboven ge- 3 Is het NNI een openbare macht in de zin van het Rogge-arrest? In beginsel niet, maar men zou kunnen redeneren dat door de verwijzing regelstellende bevoegdheid wordt gedelegeerd, zodat het NNI openbare macht verkrijgt. In het bestuursrecht komt dit type redenering vaak voor bij de beoordeling of een private organisatie een b-orgaan is in de zin van art. 1:1 lid 1 Awb. 4 Zie aanwijzing nr Art. 1.5 Bouwbesluit juncto art. 1.2 Regeling Bouwbesluit.
4 annotatie Ars Aequi oktober noemde) eigenschap van een avv: zij gaan niet uit van een openbaar gezag dat krachtens de formele wet tot regelstelling bevoegd is. 6 Simpel gezegd redeneert de Hoge Raad: verwezen NEN-normen zijn geen avv s omdat de wetgever nu eenmaal zegt dat dat niet zo is Recht in de zin van artikel 79 Wet RO Verwezen NEN-normen zijn weliswaar geen avv s, maar zij behoren mijns inziens wel tot het recht in de zin van artikel 79 Wet RO. In 1963 paste de wetgever de omschrijving van de cassatiebevoegdheid van de Hoge Raad aan. Sindsdien vernietigt de Hoge Raad lagere uitspraken niet meer wegens schending van de wet, maar wegens schending van het recht (zie art. 79 Wet RO). Deze wijziging stelde buiten twijfel dat de Hoge Raad ook mag toetsen aan regels uit andere rechtsbronnen dan algemeen verbindende voorschriften denk bijvoorbeeld aan gewoonterecht, rechtsbeginselen en jurisprudentierecht. Verwezen NEN-normen lijken ook tot het recht te behoren, zie r.o hierboven. De Hoge Raad noemt NEN-normen waarnaar door de wetgever is verwezen immers algemeen geldende normen ( ) die niet tevens algemeen verbindend voorschrift zijn. Aan zulke algemeen geldende normen (voor zover ik weet is dit een nieuwe uitvinding) 8 zal onze hoogste rechter ongetwijfeld mogen toetsen. Dat past goed bij zijn al in 1990 aanvaarde bevoegdheid om te toetsen aan beleidsregels. Ook deze zijn géén algemeen verbindende voorschriften, maar toch behoren zij volgens de Hoge Raad tot het recht (HR 28 maart 1990, AB 1990, 306, Leidraad administratieve boeten). 2 De kenbaarheid van het recht Volgens de Hoge Raad zijn verwezen NEN-normen dus algemeen geldende rechtsnormen, die niet tevens avv s zijn. Als gevolg daarvan zijn zij onttrokken aan de bekend makingsvereisten voor avv s. NEN-normen hoeven daardoor niet in een openbaar publicatieblad te worden bekendgemaakt en de auteur van deze normen behoudt onverkort zijn auteursrecht, waardoor hij derden kan verbieden deze normen op enigerlei wijze te verspreiden of bekend te maken. Op grond van deze visie van de Hoge Raad lijkt het mogelijk, dat de overheid een burger bindt aan een NENnorm waarvan de inhoud voor die burger alleen tegen betaling valt te achterhalen. Bezien in het licht van de uitgangspunten van de Bekendmakingswet en van het legaliteitsbeginsel is een dergelijke gang van zaken moeilijk te verteren. Beide gaan er immers van uit, dat burgers zonder onnodige barrières moeten kunnen achterhalen aan welke normen de overheid hen bindt. Het recht moet kenbaar zijn. Dat dient een praktisch doel. Wil een algemene regel zijn beoogde effect bereiken, dan moet hij ruime bekendheid genieten bij het publiek. Voorts is het voor veel juristen een principieel beginsel dat de overheid haar burgers kosteloos inzicht moet geven in de regels die hun rechtspositie bepalen. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, die al eerder uitsprak dat verwezen NEN-normen geen avv s zijn, poogt in haar uitspraak de hier geschetste gevolgen nog een beetje te verzachten. Zij overweegt dat hoewel de Bekendmakingswet niet op NEN-normen van toepassing is, de kenbaarheid daarvan niettemin verzekerd dient te zijn. De vereiste kenbaarheid kan volgens de Afdeling op verschillende manieren worden bereikt. De kenbaarheid is voor commerciële partijen voldoende verzekerd nu zij de normen tegen redelijke betaling kunnen aanschaffen. Voor particulieren zal de koopprijs wellicht een te grote hindernis vormen. Ook voor hen is volgens Afdeling de kenbaarheid echter voldoende verzekerd omdat de NEN-normen ter inzage liggen (ABRvS 2 februari 2011, JB 2011/65, r.o en 2.4.6). Enige vorm van bekendmaking is van NEN-normen is volgens de Afdeling wel nodig, maar de vereisten die zij aan die bekendmaking stelt, zijn niet al te hoog. 3 Kabinetsplannen Het kabinet heeft naar aanleiding eerdere rechterlijke uitspraken in deze zaak laten weten, het onwenselijk te vinden dat burgers worden gebonden aan normen die slechts tegen betaling zijn in te zien. 9 Het kabinet gaat zich er daarom blijkens het Knooble-arrest weliswaar onverplicht voor inspannen dat de NEN-normen die de burger bindend worden opgelegd, kosteloos aan het publiek ter beschikking worden gesteld. Het lijkt echter mooier dan het is. Het kabinet huldigt namelijk een nogal formalistische visie op het verschijnsel binding door een avv. Ik zal dat uitleggen. Omdat NEN-normen een vorm van zelfregulering zijn, heeft de overheid het vrijwillige karakter daarvan in het verleden niet te veel willen aantasten. Daarom wordt niet altijd, maar wel vaak de volgende wetgevingstechniek toegepast. Het Bouwbesluit of een ander verwijzend avv stelt eerst een bindende, maar vage kwaliteitsstandaard verplicht. Vervolgens wordt medegedeeld dat de burger geacht wordt de kwaliteitsstandaard te hebben gehaald, als hij voldoet aan deze of gene 6 Afgezien daarvan valt ook uit de parlementaire geschiedenis van de Bekendmakingswet wel af te leiden dat NEN-normen na verwijzing volgens de wetgever geen avv zouden worden; zie de Conclusie van de P-G, nr De Hoge Raad verwijst niet naar deze passage. 7 Waarmee de wetgever de bekendmakingsvereisten van art. 89 Gw eenvoudig lijkt te kunnen wegetiketteren door te bepalen dat een bepaalde lagere regeling geen avv is. Vgl. Sillen, JB 2012/178. Overigens is de redenering van de Hoge Raad wel een weerlegging (althans ontkenning) van de juistheid van de eerste benaderingswijze, maar niet echt van de tweede. De motivering is naar mijn smaak wel erg summier. 8 De Afdeling noemt verwezen NEN-normen naar buiten werkende, de burgers bindende regels die geen avv zijn, zie ABRvS 2 februari 2011, JB 2001/65, r.o De parlementaire geschiedenis van de Woningwet en die van de Bekendmakingswet bevatten overigens aanwijzingen voor het bestaan van deze onderscheiden categorie rechtsnormen: zij zouden door verwijzing een publiekrechtelijk, algemeen geldend karakter krijgen (MvT Woningwet, geciteerd in pt van de A-G) en zij gaan op enigerlei wijze wel deel uitmaken van het recht (MvT Bekendmakingswet, zie pt van de A-G). 9 Brief minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 30 juni 2011, Kamerstukken II 2010/11, , nr. 193.
5 766 Ars Aequi oktober 2013 annotatie NEN-norm. Bijvoorbeeld: het Bouwbesluit eist dat een huis voldoende brandveilig is; een huis wordt geacht dat te zijn, als het voldoet aan NEN-norm x en y. Zo blijft de mogelijkheid bestaan dat de bouwer zijn huis brandveilig maakt zonder NEN-normen toe te passen. Het Bouwbesluit kent bovendien een algemene gelijkwaardigheidsbepaling (art. 1.3 Bouwbesluit 2012) op grond waarvan niet aan de voorschriften van het besluit behoeft te worden voldaan, indien het bouwwerk anders dan door toepassing van het desbetreffende voorschrift ten minste dezelfde mate van veiligheid, bescherming van de gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en bescherming van het milieu biedt als de gestelde voorschriften beogen. Welnu, volgens het kabinet is een verwijzing naar een NEN-norm niet bindend als de burger de hier beschreven mogelijkheid behoudt om het voorgeschreven kwaliteitsdoel op een alternatieve wijze te bereiken. De NEN-norm fungeert dan slechts als het bewijsvermoeden dat het kwaliteitsdoel is bereikt; de burger kan dat bewijs echter ook op andere manier leveren dan door te voldoen aan de NEN-norm. Het kabinet gaat nu in de eerste plaats bezien of die wettelijke verwijzingen naar NEN-normen die in de bestaande wetgeving nog wel als strikte verplichtingen zijn geformuleerd, door een bewijsvermoeden kunnen worden vervangen. Slechts die verwijzingen die strikt verplichtend moeten blijven, zullen kosteloos bekend gemaakt worden. Het is maar de vraag hoeveel er dat zullen zijn. Ik vind dit geen sterke redenering. Inderdaad leiden er door deze wetgevingstechniek meerdere wegen naar Rome. Alleen: de natuurlijke neiging van iedereen die een alternatieve bouwwijze overweegt, zal toch zijn eerst de NEN-normen eens in te zien om te kunnen beoordelen welk resultaat hij moet bereiken. Als het bewijsvermoeden zo is geformuleerd dat het te bereiken resultaat vergelijkbaar is met dat van een NEN-norm (zoals de geciteerde gelijkwaardigheidsbepaling doet), dan móet die NEN-norm zelfs worden ingezien om het verlangde eindniveau te kunnen achterhalen. 10 Weliswaar hoeft de burger de NEN-norm niet per se na te volgen, maar om er achter te komen wat hij in plaats daarvan mag of moet, is kennis van die norm dus onontbeerlijk. Daarom zijn ook de verwijzingen die slechts een bewijsvermoeden vestigen volgens mij met bindende normen op één lijn te stellen. Het zou de overheid dan ook niet misstaan om ervoor te zorgen dat alle normen waarnaar in avv s wordt verwezen, kosteloos aan het algemene publiek bekend te maken. 4 Verder lezen Over dit onderwerp is al het nodige geschreven; men zie de leerzame noten van Sillen (JB 2012/178), Kortmann (BR 2012, 170) en Van Ommeren (AB 2012, 228), de conclusie bij het arrest, ECLI: NL: PHR: 2012: BW0393, en de uitspraak van de Afdeling over dezelfde rechtsvraag ABRvS 2 februari 2011, JB 2011/65 (m.nt. Teunissen). Lezenswaardig is ook R.A.J. van Gestel, Hoge Raad is duur. Over het verwijzen naar normalisatienormen in wetgeving, RegelMaat 2012, p Van Gestel ziet enkele Europeesrechtelijke problemen waaraan deze noot voorbij moest gaan; bovendien plaatst hij enkele tot nadenken stemmende kanttekeningen bij de praktijk van verwijzing naar private normen an sich. 10 Zoals Van Gestel 2012, p. 253 terecht opmerkt. Zie ook Teunissen, JB 2011/56.
LJN: BO4175, Gerechtshof 's-gravenhage, 200.029.693/01 en 200.031.136/01
LJN: BO4175, Gerechtshof 's-gravenhage, 200.029.693/01 en 200.031.136/01 Datum uitspraak: 16-11-2010 Datum publicatie: 17-11-2010 Rechtsgebied: Soort procedure: Inhoudsindicatie: Civiel overig Hoger beroep
Nadere informatie3. De wet regelt de bekendmaking en de inwerkingtreding van de algemene maatregelen van bestuur.
LJN: BW2472, College van Beroep voor het bedrijfsleven, AWB 09/1273 Datum uitspraak: Datum publicatie: Rechtsgebied: 03-04-2012 16-04-2012 Bestuursrecht overig Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieEen gelukkig leven. Mensen en digitaal werken
Een gelukkig leven Mensen en digitaal werken 2015-2016 78 De norm bepalen we zelf wel! Hoe de deregulering de Archiefregeling bruikbaar maakt Door Peter Brand We leven sinds 2010 onder het juk van de Archiefregeling.
Nadere informatieECLI:NL:CBB:2012:BW2469
ECLI:NL:CBB:2012:BW2469 Instantie Datum uitspraak 03-04-2012 Datum publicatie 16-04-2012 Zaaknummer AWB 09/1272 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven
Nadere informatieI n z a k e: T e g e n:
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar
Nadere informatieDEEL III. Het bestuursprocesrecht
DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel
Nadere informatieActiviteitenbesluit. De rol van certificering en normalisatie. Richard Neerhof (VU)
Activiteitenbesluit De rol van certificering en normalisatie Richard Neerhof (VU) Wat komt aan de orde? > Normalisatie juridische duiding, rol in Activiteitenbesluit, kwaliteit en kosten > Conformiteitbeoordeling
Nadere informatieVoorbeeld Een voorbeeld is het opstellen van een norm voor telefoonopladers, zodat er één universele oplader is voor alle telefoons.
Normalisatie Normalisatie is het proces waarbij belanghebbende partijen op vrijwillige basis, in overleg en op basis van consensus afspraken maken. Zij kunnen afspraken maken over wat, in het licht van
Nadere informatieVerwijzingen in wetgeving. Over de publiekrechtelijke en auteursrechtelijke Status van normalisatienormen
Verwijzingen in wetgeving. Over de publiekrechtelijke en auteursrechtelijke Status van normalisatienormen M.H. Elferink EM. MHIKRS ii4strriiü.t, NSTITUUT VOOI OttDEtZOEX LLJST VAN GEBRUDCTE AFKORTINGEN
Nadere informatieLJN: BO7059, Rechtbank Amsterdam, AWB 09/3604 AOW. Datum uitspraak: Datum publicatie:
LJN: BO7059, Rechtbank Amsterdam, AWB 09/3604 AOW Datum uitspraak: 23-09-2010 Datum publicatie: 13-12-2010 Rechtsgebied: Sociale zekerheid Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie:
Nadere informatieActualiteiten rechtspraak bestuursprocesrecht. 2 september :00 uur - 17:00 uur Online
Actualiteiten rechtspraak bestuursprocesrecht 2 september 2015 16:00 uur - 17:00 uur Online Wat gaan we doen: rechtspraak over.. 1. De 3 B s (bestuursorgaan-, belanghebbende- en besluitbegrip) 2. Schadevergoeding
Nadere informatieNo.W /IV 's-gravenhage, 7 december 2007
... No.W11.07.0382/IV 's-gravenhage, 7 december 2007 Bij brief van de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 16 oktober 2007 heeft de Tweede Kamer bij de Raad van State het voorstel van
Nadere informatieArt. - Stuiting van de verjaring van de invorderingsbevoegdheid
PB 2015/4 Art. - Stuiting van de verjaring van de invorderingsbevoegdheidd Publicatie PB: Tijdschrift voor Praktisch Bestuursrecht Jaargang 6 Publicatiedatum 20-05-2015 Afleveringnummer 4 Artikelnummer
Nadere informatieons kenmerk ECGR/U201301490 Lbr. 13/100
Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Modelverordening elektronische kennisgeving uw kenmerk ons kenmerk ECGR/U201301490 Lbr. 13/100 bijlage(n)
Nadere informatieAKD Gemeentedag 2014 Prof. mr. G.A. van der Veen Rotterdam 20 maart 2014
AKD Gemeentedag 2014 15 maanden Wet aanpassing bestuursprocesrecht Prof. mr. G.A. van der Veen Advocaat bestuursrecht/omgevingsrecht AKD Advocaten en notarissen Rotterdam Bijzonder hoogleraar milieurecht
Nadere informatieEdèlhoogachtbare Heer/Vrouwe,
Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, X Z (belanghebbende), \ beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 4 juli 2013. Bij brief van 11 oktober 2013 heeft de griffier mij
Nadere informatieUit: Jurisprudentie Gemeente, 14 mei 2014 (JG. 2014/40)
Uit: Jurisprudentie Gemeente, 14 mei 2014 (JG. 2014/40) Noot bij: Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 14 mei 2014, 201303996/1/A3 en ECLI:NL:RVS:2014:1708 door: I.M. van der Heijden en E.E.
Nadere informatieNo.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012
... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering
Nadere informatie»Samenvatting. Wetsbepaling(en): AWB artikel 3:15, AWB artikel 6:13 Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:RVS:2016:99, JIN 2016/116, JOM 2016/505
JB2016/45 RvS, 20-01-2016, nr. 201504247/1/A4, ECLI:NL:RVS:2016:99 Plaatsingsplan van ondergrondse restafvalcontainers, Zienswijze, indienen, Zienswijze, indienen via website, Bewijs indiening, Bewijslast
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 201111794/1 A/2. Datum uitspraak: 12 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2014:5220
ECLI:NL:RBMNE:2014:5220 Instantie Datum uitspraak 23-10-2014 Datum publicatie 28-10-2014 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer AWB - 14 _ 2227 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op
Nadere informatieKunnen NEN-normen nog worden gehandhaafd?
Kunnen NEN-normen nog worden gehandhaafd? M.R.J. Baneke 1 Op de laatste dag van het jaar 2008 heeft de rechtbank te s Gravenhage een vonnis gewezen, dat van groot belang kan zijn voor het gemeentelijke
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2014:2709
ECLI:NL:CRVB:2014:2709 Instantie Datum uitspraak 06-08-2014 Datum publicatie 13-08-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 12-3031 WTCG Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieInternetpublicatiemodel Decentrale Regelgeving. Deel II: Soorten regelgeving
Internetpublicatiemodel Decentrale Regelgeving Deel II: Soorten regelgeving IPM Decentrale Regelgeving Versie 4.0, Augustus 2008 ICTU / Overheid heeft Antwoord Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den
Nadere informatieis een domme zet 1 Inleiding in het recht 1.1 Inleiding
1 Inleiding in het recht 1.1 Inleiding Om de samenleving rechtvaardig te ordenen zijn er regels nodig die door de overheid zijn gemaakt. Al die (gedrags)regels bij elkaar noemen we recht. Het is de taak
Nadere informatieDe vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem
De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van
Nadere informatieBESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit
Nadere informatieVerplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM
Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Mr. Z. Kasim 1 HR 13 juli 2007, nr. C05/331, LJN BA231 Verplichte deelneming pensioenfonds, criteria arbeidsovereenkomst BW artikel 7: 610, artikel
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:1999:ZB8147
ECLI:NL:CRVB:1999:ZB8147 Instantie Datum uitspraak 02-03-1999 Datum publicatie 11-09-2001 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 98/6295 ABW Bestuursrecht
Nadere informatieOverheidsaansprakelijkheid een klein variété van wetgeving en rechtspraak. VMR 20 maart 2014
Overheidsaansprakelijkheid een klein variété van wetgeving en rechtspraak VMR 20 maart 2014 Titel 8.4 Awb Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten (Stb. 2013/50) 2 onderwerpen:
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234
ECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 08-04-2010 Datum publicatie 15-04-2010 Zaaknummer 09/3509 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatieJB 1999/256 Rechtbank Amsterdam, 09-08-1999, AWB 98/3128 HUISV 06 Besluit (huisnummerbeschikking), Mededeling omtrent feiten
JB 1999/256 Rechtbank Amsterdam, 09-08-1999, AWB 98/3128 HUISV 06 Besluit (huisnummerbeschikking), Mededeling omtrent feiten Aflevering 1999 afl. 13 College Rechtbank Amsterdam Datum 9 augustus 1999 Rolnummer
Nadere informatie6. Bij brief van 22 oktober 2001 heeft Vebega de gronden van haar bezwaarschrift op het punt van de ontvankelijkheid aangevuld.
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen de beslissing van 4 september 2001, kenmerk 2269-95.F.049. Zaaknummer 2705-19/ Vebega I.
Nadere informatieDE GRONDWET - ARTIKEL HANDHAVING BESTAANDE REGELGEVING
DE GRONDWET - ARTIKEL 140 - HANDHAVING BESTAANDE REGELGEVING Bestaande wetten en andere regelingen en besluiten die in strijd zijn met een verandering in de Grondwet, blijven gehandhaafd, totdat daarvoor
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie
ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR
Nadere informatieHof van Cassatie van België
10 SEPTEMBER 2007 S.07.0003.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.07.0003.F A. T., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN LUIK.
Nadere informatieEdelachtbaar college,
Edelachtbaar college, X% Namens cliënten, a «a ^ ^ ^ ^ ^ M l e n tel^^^^ tekenen wij beroep in cassatie aan tegen de uitspraak van Gerechtshof Amsterdam van 22 september 2011 op het beroepschrift van 10
Nadere informatieActualiteiten bestuurs(proces)recht
1 Actualiteiten bestuurs(proces)recht VMR Actualiteitendag 2017 Prof. mr. K.J. (Kars) de Graaf 2 Onderwerpen Organisatie hoogste bestuursrechtspraak Einde ne bis in idem-rechtspraak (art. 4:6 Awb) Inherente
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 07/06/2013
Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 c. -A601A3-0) Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer c "~" - I: Luxemboure Nr. 11/05307 Entrée 2 8 MARS 2013 1 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof
Nadere informatieDe Rechtbank te 's-gravenhage (nr. AWB 10/5062) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.
11 Oktober 2013 nr. 12/04012 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 10 juli 2012, nr. BK-11/00544,
Nadere informatieCENTRALE RAAD VAN BEROEP UITSPRAAK. A te B (Spanje), nader te noemen: betrokkene, en de Sociale Verzekeringsbank, nader te noemen: de SVB.
CENTRALE RAAD VAN BEROEP 97/3836 AOW + 97/4659 AOW in het geding tussen: UITSPRAAK A te B (Spanje), nader te noemen: betrokkene, en de Sociale Verzekeringsbank, nader te noemen: de SVB. I. ONTSTAAN EN
Nadere informatieBestuursrecht in beweging Van publiek naar privaat? Dr. A.R. Neerhof
Bestuursrecht in beweging Van publiek naar privaat? Dr. A.R. Neerhof Wetgevingsbeleid: doelstellingen Doelen: Verantwoordelijkheid voor publieke/maatschappelijke taken zoveel mogelijk bij betrokkenen zelf
Nadere informatieArtikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.
Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking
Nadere informatieRegeling bezwaarschriftprocedure Verispect B.V. Indiening bezwaarschrift. Gelegenheid tot horen
Artikel 1 Begripsbepalingen Besluit: Besluit, zoals bedoeld in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Belanghebbende: Degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit van Verispect B.V. is betrokken.
Nadere informatie.. ' :,> ' ',!. ' ' : Naar aanleiding van uw brief yàn 26 september 2017 heb ik de eer het vólgende op te mérken.
Den Haag, 3 Q QKT 017 Kenmerk: 2017-0000203694 Motivering van het beroepschrift n cassatie (rolnummer 17/04516) tegen de uitspraak van het Gëraçhtehof Arnhem-Leeüwarden van 15 augustus 2017, X 2 nr* 16/01369,
Nadere informatieBeslissing op bezwaar
Beslissing op bezwaar Kenmerk: 29982/612264/612512 Betreft: beslissing op bezwaar tegen de vaststelling toezichtskosten 2012 van NostalgieNet B.V. Het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat),
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201 202059/1 /V4. Datum uitspraak: 17 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) op het
Nadere informatieUitspraak /1/A2 en /1/A2
Uitspraak 201703743/1/A2 en 201706235/1/A2 Datum van uitspraak: woensdag 31 oktober 2018 Tegen: de Belastingdienst/Toeslagen Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Geld ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:3524
Nadere informatieHC 5A, , Het Koninkrijk der Nederlanden en de internationale rechtsorde
HC 5A, 11-12-2017, Het Koninkrijk der Nederlanden en de internationale rechtsorde In het Koninkrijk der Nederlanden van 1954 is opgenomen dat het Statuut in hiërarchie hoger is dan de Grondwet (art. 5
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
r Raad vanstate 201108252/1/V2. Datum uitspraak: 14 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 25/08/2014
Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Vertaling C-359/14 1 Datum van indiening: 23 juli 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-359/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Vilniaus miesto apylinkės teismas
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2015:3233
ECLI:NL:RVS:2015:3233 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-10-2015 Datum publicatie 21-10-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201500429/1/A2 Eerste
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2012:BX2621
ECLI:NL:CRVB:2012:BX2621 Instantie Datum uitspraak 06-07-2012 Datum publicatie 26-07-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 11-6816 WIA Bestuursrecht
Nadere informatienieuwe Europese aanbestedingsricht- Kamercommissie was dit antwoord voornemen van de regering om te ko-
J u ni 2 0 1 2 N i e u we A a n b e s t e d i n g s we t Parlementaire behandeling Medio 2010 is het wetsvoorstel voor de nieuwe Aanbestedingswet ingediend. Na de nodige moties en amendementen is op 1
Nadere informatieVindplaatsen Rechtspraak.nl. Uitspraak
ECLI:NL:HR:2017:5 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 06-01-2017 Datum publicatie 06-01-2017 Zaaknummer 15/03526 Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:2209, (Gedeeltelijke) vernietiging
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2006:AV7682
ECLI:NL:RBARN:2006:AV7682 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 09-03-2006 Datum publicatie 30-03-2006 Zaaknummer AWB 05/4258 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ambtenarenrecht Eerste
Nadere informatieCENTRALE RAAD VAN BEROEP
CENTRALE RAAD VAN BEROEP KBW 1994/1 U I T S P R A A K in het geding tussen: het bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, appellant, en A., wonende te B., gedaagde. I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING Onder
Nadere informatiePDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/54439
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 768 Implementatie van richtlijn nr. 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de coördinatie van de procedures
Nadere informatieUitspraak 201403254/1/A4
1 van 7 8-3-2015 21:16 Uitspraak 201403254/1/A4 Datum van uitspraak: woensdag 14 januari 2015 Tegen: het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied:
Nadere informatieUitspraak /1/A2
Uitspraak 201802595/1/A2 Datum van uitspraak: woensdag 7 november 2018 Tegen: de Belastingdienst/Toeslagen Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Geld ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:3626 201802595/1/A2. Datum
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2009:BI9049
ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 Instantie Datum uitspraak 28-05-2009 Datum publicatie 22-06-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-4976 AOW Bestuursrecht
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2003:AF3863
ECLI:NL:CRVB:2003:AF3863 Instantie Datum uitspraak 07-01-2003 Datum publicatie 04-02-2003 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 01/2345 WAO Bestuursrecht
Nadere informatieECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392
ECLI:NL:HR:2014:156 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 24-01-2014 Datum publicatie 24-01-2014 Zaaknummer 13/00392 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1257,
Nadere informatieJurisprudentie. Nr. 1 Knooble/Staat e.a. De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
Jurisprudentie Nr. 1 Knooble/Staat e.a. Hoge Raad 22 juni 2012 11/01017 RM/MD (mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk en C.E. Drion) Verwezen NEN-normen kunnen niet worden gekwalificeerd
Nadere informatieMandaat en delegatie. mr. M.C. de Voogd
Mandaat en delegatie mr. M.C. de Voogd Artikel 1:1 Awb 1. Onder bestuursorgaan wordt verstaan: a. een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of b. een ander persoon of college,
Nadere informatieToelichting op de Brandbeveiligingsverordening 2010
Toelichting op de Brandbeveiligingsverordening 2010 Algemeen De wetgever kondigt in de Wet veiligheidsregio s en de aanpassing daarop in artikel 3, derde lid, een algemene maatregel van bestuur aan over
Nadere informatie1 Het geding in feitelijke instanties
Uitspraak 14 februari 2014 nr. 13/00475 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-gravenhage van 18 december 2012, nr. 12/00169,
Nadere informatieEen pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1
Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1 Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder personen-, familie- en erfrecht, aan de Erasmus Universiteit
Nadere informatieHieronder volgt dus de beknopte verklaring van enkele termen die in de arresten van het Hof worden gebruikt.
Kort lexicon tot nut van de rechtzoekende, waarin enige uitleg wordt gegeven van de meest gangbare geschreven rechtstaal van het Hof van Cassatie en van het parket bij dit Hof ( 1 ). Dit korte lexicon
Nadere informatieGerechtshof te s-gravenhage Rolzitting 8 december 2009 Zaaknummer 200.031.136/01 (gevoegd met 200.029.693/01)
Deze zaak wordt behandeld door: mr. A.J. Kronenberg, advocaat te Arnhem Postbus 3045, 6802 DA, telefoon 026 353 83 77, telefax 026 442 67 63, email kronenberg@dirkzwager.nl (dossiernummer: 5009416) Gerechtshof
Nadere informatieEerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen
ECLI:NL:RVS:2013:375 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201209590/1/A1 Eerste
Nadere informatiePDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/73944
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2013:BY8851
ECLI:NL:RVS:2013:BY8851 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-01-2013 Datum publicatie 18-01-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201112376/1/V1 Vreemdelingenrecht
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2015:1768
ECLI:NL:RVS:2015:1768 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201407801/1/A3 Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2012:BX4621
ECLI:NL:RVS:2012:BX4621 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-08-2012 Datum publicatie 15-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201205237/1/A4 en 201205237/2/A4
Nadere informatiePDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/54172
Nadere informatieBeslissing op bezwaar
Beslissing op bezwaar Kenmerk: 631501/645034 Betreft: Beslissing op bezwaar Sapphire Media International B.V. Het Commissariaat voor de Media, gezien het besluit van 10 juni 2014, verzonden op 19 juni
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201108181/3/V4. Datum uitspraak: 9 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2013:CA3671
ECLI:NL:RVS:2013:CA3671 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-06-2013 Datum publicatie 19-06-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201201939/1/A3 Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099
ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099 Instantie Datum uitspraak 19-04-2011 Datum publicatie 21-04-2011 Rechtbank 's-hertogenbosch Zaaknummer AWB 10-1012 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht
Nadere informatieKNOOBLE versus de STAAT en de STICHTING 1
1 KNOOBLE versus de STAAT en de STICHTING 1 Dit stuk gaat over de vraag of NEN-normen algemeen verbindende voorschriften zijn, of genuanceerder en dus beter: als in een algemeen verbindend voorschrift
Nadere informatieBENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 98/2/17) GRIFFIE REGENTSCHAPSSTRAAT 39 1000 BRUSSEL
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
Nadere informatieGERECHTSHOF TE s-gravenhage, derde meervoudige belastingkamer. 12 september 1989 Nr. 3701/85-M-3 EP/1 U I T S P R A A K
GERECHTSHOF TE s-gravenhage, derde meervoudige belastingkamer. 12 september 1989 Nr. 3701/85-M-3 EP/1 U I T S P R A A K Naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 27 augustus 1985,
Nadere informatieRAAD VAN STATE afdeling Wetgeving
RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 55.474/3 van 24 maart 2014 over een voorontwerp van decreet houdende instemming met de Euromediterrane luchtvaartovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten,
Nadere informatieEerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2015:5375, Meerdere afhandelingswijzen
ECLI:NL:RVS:2016:965 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-04-2016 Datum publicatie 13-04-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201507000/1/A3 Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2009:BJ2630
ECLI:NL:RVS:2009:BJ2630 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-07-2009 Datum publicatie 15-07-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200808561/1/H2 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2010:BM8422
ECLI:NL:RVS:2010:BM8422 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-06-2010 Datum publicatie 21-06-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200908530/1/V3 Vreemdelingenrecht
Nadere informatieA. Het bestuur: het materiële bestuursrecht
A. Het bestuur: het materiële bestuursrecht Dit hoofdstuk gaat over het materiële bestuursrecht en de plek van het bestuur in dit recht. Inleiding Het bestuursrecht heeft bestuursactiviteiten van de overheid
Nadere informatietegen de uitspraak van de rechtbank Breda van 16 december 2009, 09/1990 (hierna: aangevallen uitspraak),
LJN: BP5058, Centrale Raad van Beroep, 10/596 ZVW Datum uitspraak: 09-02-2011 Datum publicatie: 21-02-2011 Rechtsgebied: Sociale zekerheid Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Afwijzing aanvraag
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 2011001 33/1/V6. Datum uitspraak: 20 april 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201110961/1/V1. Datum uitspraak: 13 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op
Nadere informatieheb ik, GEDAGVAARD: 5009416/ / 06 09 18 /kr
Deze zaak wordt behandeld door mr. mr. A.J. Kronenberg, advocaat te Arnhem Postbus 3045, 6802 DA, telefoon 026 353 83 23, telefax 026-442 67 63 (dossiernr. 5009416) Heden, 21 september tweeduizendzes (2006),
Nadere informatieRapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over de directeur Belastingen van de Belastingdienst niet gegrond.
Rapport Een onderzoek naar de beslissing van de directeur Belastingen van de Belastingdienst op een beroepschrift tegen de afwijzing van een verzoek om uitstel van betaling. Oordeel Op basis van het onderzoek
Nadere informatieBeoordeling Bevindingen
Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) aan hem als advocaat een machtiging van zijn cliënt heeft gevraagd om stukken bij de IND te kunnen opvragen,
Nadere informatieUitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel:
Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: R.T. Wiegerink Belastingblad (BB), maart, Nr. 6, BB 2019/112 16 januari 2019 Gerechtshof Den Haag Belanghebbende heeft onderzoek ter zitting van de rechtbank
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-1991 21221 Algemene regels van bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht) Nr. 6 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 17 december 1990 Het voorstel van wet wordt
Nadere informatieVaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie
Vaak gestelde vragen over het Hof van Justitie van de Europese Unie WAAROM EEN HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE (HVJ-EU)? Om Europa op te bouwen hebben een aantal staten (thans 28) onderling verdragen
Nadere informatie