Zienswijzen + gesprekken n.a.v. stopzetten van de subsidies

Transcriptie

1 Zienswijzen + gesprekken n.a.v. stopzetten van de subsidies Toelichting. In het najaar van 2014 zijn maatschappelijke partijen in de gelegenheid gesteld om hun mening te geven of vragen te stellen over de beleidsvoornemens m.b.t. subsidieverlening, zoals is vastgelegd in de notitie Anders maatschappelijk investeren en de bijbehorende conceptbeleidsregels. De reacties zijn gebundeld in onderstaande reeks vragen en (gemeentelijke) antwoorden. Iedereen die gereageerd heeft, heeft nog voor de kerst de antwoorden ontvangen. Inmiddels is een aantal genoemde data achterhaald door de realiteit. De beleidsregels worden naar verwachting eind maart vastgesteld, waarna de definitieve brief tot stopzetting van het subsidie volgt. Tevens zal dan bij een aantal partijen een beschikking voor de zachte landing worden toegevoegd. De resultaten van de subsidiegesprekken over de zachte landing zijn tevens toegevoegd. De zienswijzen, vragen en antwoorden n.a.v Anders maatschappelijk investeren. December 2014 A. Nieuw subsidiebeleid en de beleidsregels 1. Wat zijn de criteria voor de nieuwe aanvragen? De criteria voor beoordeling van de subsidieaanvraag zijn geformuleerd in de beleidsregels, als uitwerking van de notitie Anders maatschappelijk investeren. In de inspraakperiode kon tevens een zienswijze op de beleidsregels kenbaar worden gemaakt. In de beleidsregels die naar verwachting begin februari 2015 aan het college worden voorgelegd, worden de zienswijzen en vragen uit de inspraakperiode meegenomen. 2. Wat is eigen kracht en wordt deze gestimuleerd? De gemeente stimuleert organisaties die verenigingen willen helpen bij het vergroten van de eigen kracht en het genereren van middelen. De Rabobank en het Steunpunt Vrijwilligerswerk Borger- Odoorn hebben aangeboden hierin een rol te willen vervullen. Daarnaast zijn er ook andere organisaties, of privépersonen binnen en buiten de vereniging, die deze rol zouden kunnen vervullen. Eigen kracht heeft betrekking op het zelfredzaam zijn van een organisatie. Gemeentelijke subsidies zijn er niet om voortbestaan te garanderen, maar om een maatschappelijk effect te bewerkstelligen.

2 3. Basisvoorzieningen in de cultuursector definiëren De basisvoorzieningen in de cultuursector zijn de cultuurcoach die zorgt voor de verbinding tussen de (brede) scholen en culturele aanbieders om kinderen kennis te laten maken met de verschillende disciplines van cultuur. De kennismaking kan zorgen voor toeleiding naar de culturele organisaties. Daarnaast is er het jeugdcultuurfonds voor ouders die niet voldoende inkomsten hebben. Momenteel zijn de muziekverenigingen in Borger-Odoorn op zoek naar meer samenwerking om gezamenlijk muzieklessen, hafabra-examens en optredens aan te bieden. Hierbij wordt vanuit gegaan dat ondersteuning van de gemeente niet of minimaal is. Dat blijkt uit een onderzoek die binnenkort wordt afgerond door een medewerker van Kunst &Cultuur Drenthe. 4. Voor de regio unieke en verbindende activiteiten voort laten bestaan De gemeente gaat er van uit dat subsidie een instrument is om maatschappelijke effecten teweeg te brengen en niet om te zorgen voor de continuering van organisaties. De gewenste maatschappelijke effecten liggen op het vlak van het vergroten van zelfredzaamheid en eigen kracht. Vier pijlers geven richting aan het subsidiebeleid. Organisaties kunnen zelf inschatten welke pijler op hen van toepassing is met betrekking tot hun unieke aanbod en positie in de regio. Organisaties die zich met een subsidiestop/ vermindering geconfronteerd zien, kunnen inhoudelijke stukken ter beoordeling aanleveren. Indien gewenst kunnen zij deze stukken persoonlijk toelichten. Aan de hand van de stukken en het gesprek zal de gemeente een beoordeling maken met betrekking tot de afbouw dan wel het stoppen van de subsidie. 5. Activiteiten die al in het nieuwe beleid passen De gemeente gaat er van uit dat subsidie een instrument is om maatschappelijke effecten teweeg te brengen en niet om te zorgen voor de continuering van organisaties. De gewenste maatschappelijke effecten liggen op het vlak van het vergroten van zelfredzaamheid en eigen kracht. Vier pijlers geven richting aan het subsidiebeleid. Organisaties kunnen zelf inschatten welke pijler op hen van toepassing is wat betreft activiteiten en doelgroep en een nieuwe subsidieaanvraag indienen. 6. Bereikbaarheid fondsen Er zal contact worden gelegd met het Jeugdcultuurfonds om na te gaan hoe deze fondsen bereikbaar zijn voor verenigingen en particuliere personen. B. Afbouwen en stopzetten subsidies 7. Mogelijkheid om subsidies af te bouwen in plaats van in één keer te stoppen. 2

3 Organisaties hebben van de gemeente per post een vooraankondiging op het voornemen tot (gedeeltelijke) weigering subsidie ontvangen. In deze brief vraagt de gemeente de organisaties stukken aan te leveren aan de hand waarvan de gemeente tot een beoordeling kan komen met betrekking tot de subsidieverlening. Ook wordt organisaties de mogelijkheid geboden om in gesprek te gaan met de gemeente over de gevolgen van de bezuinigingen. De gemeente adviseert organisaties om van deze mogelijkheid gebruik te maken indien zij de optie en noodzaak van afbouw willen bespreken. Voor afbouw, van 100% naar 0% subsidie, wordt gekeken naar de (financiële) situatie, verplichtingen en toekomstplan van de organisatie. 8. Subsidies voor speeltuinen aanhouden door de besparing die de nieuwe werkwijze in het sociale domein oplevert. Speeltuinen behoren tot de basisinfrastructuur en zullen op een andere manier (dan subsidiëring) worden gefinancierd. 9. Duidelijkheid gewenst over de procedure ivm planning activiteiten Organisaties hebben van de gemeente per post een vooraankondiging op het voornemen tot (gedeeltelijke) weigering subsidie ontvangen. In deze brief geeft de gemeente aan dat de organisaties stukken aanleveren aan de hand waarvan de gemeente tot een beoordeling kan komen met betrekking tot de subsidieverlening. Ook wordt organisaties de mogelijkheid geboden om in gesprek te gaan met de gemeente over de gevolgen van de bezuinigingen. De gemeente adviseert organisaties om van deze mogelijkheid gebruik te maken indien zij de optie en noodzaak van afbouw willen bespreken. Naar verwachting wordt eind januari 2015 de notitie Anders maatschappelijk investeren definitief vastgesteld door de raad. De beleidsregels worden naar verwachting begin februari door het college vastgesteld. Dat betekent dat in de loop van februari 2105 aanvragen, waarvoor organisaties al schriftelijk van de gemeente een vooraankondiging van voornemen tot weigering hebben ontvangen, worden beoordeeld. Het besluit dat organisaties vervolgens ontvangen, zal met teugwerkende kracht vanaf 1 januari van kracht zijn. 10. Lange termijn planning mbt subsidiebeleid. Afbouw. Bijsturing in de komende jaren. De notitie Anders maatschappelijk investeren zal naar verwachting eind januari 2015 definitief door de raad worden vastgesteld. Hiermee geeft de raad de kaders aan waarbinnen het college subsidiebeleidsregels vaststelt. Deze gelden voor de lange termijn. De notitie bevat elementen waarvan te verwachten valt dat deze ook op langer termijn het beleid kleuren. Eigen kracht en zelfredzaamheid zijn onderdeel van een wezenlijke maatschappelijke ontwikkeling. Bezuinigingen zullen ook op de lange termijn noodzakelijk zijn om de nationale inkomsten en uitgaven weer in balans te krijgen. Organisaties hebben van de gemeente per post een vooraankondiging op het voornemen tot (gedeeltelijke) weigering subsidie ontvangen. In deze brief vraagt de gemeente de organisaties stukken aan te leveren aan de hand waarvan de gemeente tot een beoordeling kan komen met 3

4 betrekking tot de subsidieverlening. Ook wordt organisaties de mogelijkheid geboden om in gesprek te gaan met de gemeente over de gevolgen van de bezuinigingen. De gemeente adviseert organisaties om van deze mogelijkheid gebruik te maken indien zij de optie en noodzaak van afbouw willen bespreken. 11. Nut cultuurcoach? Welke ruimte heeft cultuur nog?. Hoe is de verdeling bezuiniging op cultuur en sport? Eén voorziening van een bepaalde soort per leefgebied. De cultuurcoach zorgt voor de verbinding tussen de (brede) scholen en culturele aanbieders om kinderen kennis te laten maken met de verschillende disciplines van cultuur. De kennismaking kan zorgen voor toeleiding naar de culturele organisaties. Via de brede school kan contact worden opgenomen en deze en deze neemt zelf ook contact op met verenigingen. De subsidieverdeling tussen sport en cultuur is ingegeven door het voortraject waarin mensen hebben aangegeven meer belang te hechten aan bewegen. Preventie is een van de pijlers van het nieuwe beleid en daarin speelt bewegen een belangrijke rol. Toch blijft cultuur onverminderd belangrijk voor de samenleving. Er wordt een cultuurcoach aangesteld, het cultuurfonds blijft bestaan en het jeugdcultuurfonds blijft beschikbaar. Daarnaast hebben (brede) scholen een eigen cultuurbeleid waardoor kinderen kennis kunnen maken met cultuur. Om in aanmerking te komen voor subsidie op het gebied van cultuur moet worden voldaan aan de criteria zoals vastgesteld door het college in de subsidiebeleidsregels. In dit geval zou het betekenen dat de vereniging een activiteit heeft die een maatschappelijk effect teweeg brengt gericht op eigen kracht en zelfredzaamheid en dat de activiteit onderscheidend is in het leefgebied. 12. Wat levert de bezuiniging op ledensubsidies op? De keuze voor het stopzetten van ledensubsidies is mede ingegeven door de bijeenkomsten waarin mensen suggesties konden doen voor herijking van het subsidiebeleid en noodzakelijke bezuinigingen er op. Door de herijking van het subsidiebeleid wordt de eigen kracht en zelfredzaamheid van mensen gestimuleerd; het vergroot de onderlinge samenwerking tussen de verschillende groepen en maatschappelijke organisaties met een soortgelijke doelstelling. Dit versterkt de gehele sociale infrastructuur in de gemeente. De criteria voor beoordeling van de subsidieaanvraag zijn geformuleerd in de beleidsregels, als uitwerking van de notitie Anders maatschappelijk investeren. In de inspraakperiode kon tevens een zienswijze op de beleidsregels kenbaar worden gemaakt. 13. Subsidieniveau aanhouden zodat er tijd is om middelen te genereren door nieuwe activiteiten. Organisaties die zich met een subsidiestop/ vermindering geconfronteerd zien, kunnen inhoudelijke stukken ter beoordeling aanleveren. Indien gewenst kunnen zij deze stukken persoonlijk toelichten. Aan de hand van de stukken en het gesprek zal de gemeente tot een 4

5 beoordeling komen met betrekking tot de afbouw dan wel het stoppen van de subsidie. De tijd die nodig is om eigen middelen te genereren kan mogelijkerwijs daarin worden meegenomen. C. Gevolgen bezuinigingen voor de doelgroepen ouderen, kinderen en minima 14. Ouderen en bezuinigingen (bewegen, sociale contacten en beperkte middelen voor eigen bijdrage) Ouderen blijven ook in het nieuwe beleid de aandacht krijgen die zij verdienen. Het organiseren van (de middelen voor) de aandacht komt in het nieuwe beleid niet meer alleen van de gemeente in de vorm van subsidies. Er wordt een grotere, andere, inzet gevraagd van ouderen zelf. Er blijven voldoende mogelijkheden voor de doelgroep ouderen om te blijven sporten. Sportcoaches kunnen worden ingezet om initiatieven te ondersteunen en te realiseren binnen de dan bestaande infrastructuur. 15. Subsidie nodig voor kinderen (om hen van de straat te houden). De gemeente gaat er van uit dat subsidie een instrument is om maatschappelijke effecten teweeg te brengen en niet om te zorgen voor de continuering van organisaties. De gewenste maatschappelijke effecten liggen op het vlak van het vergroten van zelfredzaamheid en eigen kracht. Vier pijlers geven richting aan het subsidiebeleid. Organisaties kunnen zelf inschatten welke pijler op hen van toepassing is wat betreft doelgroep en activiteiten. Organisaties die zich met een subsidiestop/ vermindering geconfronteerd zien, kunnen inhoudelijke stukken ter beoordeling aanleveren. Indien gewenst kunnen zij deze stukken persoonlijk toelichten. Aan de hand van de stukken en het gesprek zal de gemeente een beoordeling maken met betrekking tot de afbouw dan wel het stoppen van de subsidie. De gemeente stimuleert de samenwerking van organisaties die voor een zelfde doelgroep werken. 16. Minima en deelname aan activiteiten als de bijdragen omhoog moeten als gevolg van de bezuinigingen. Minima kunnen aanspraak maken op het Fonds Maatschappelijke Participatie, voor een bijdrage in de contributie. De minimavoorzieningen zullen in de loop van 2015 digitaal in een webshop worden aangeboden. De voorzieningen worden daardoor toegankelijker en het biedt meer privacy bij aanvraag en controle. Daarnaast zijn er het jeugdcultuurfonds en het jeugdsportfonds waar kinderen van gezinnen met een minimum inkomen een beroep op kunnen doen. 5

6 De zachte landing. Februari 2015 Aanleiding. In de raadsvergadering van december 2014 heeft de gemeenteraad ingestemd met het mogelijk maken van een zachte landing voor die partijen, die in de problemen komen als het subsidie dit jaar al stopt. Men was ook bereid de besluitvorming uit te stellen tot maart, als er maar voldoende aandacht was voor de overgangssituatie. Men was ook bereid dan genoegen te nemen met minder bezuinigingen op de subsidies. Wie wilde graag een zachte landing? Van alle partijen die een vooraankondiging tot het voorgenomen beëindigen van het subsidie hadden ontvangen (november 2014), hebben 22 partijen een gesprek gevraagd: 4 ouderenorganisaties 4 muziekverenigingen/stichtingen 5 sportverenigingen 1 scoutingclub 5 jeugdorganisaties 2 historische verenigingen Humanitas Dat heeft geresulteerd in een door de verschillende partijen voorgesteld overgangsbudget voor In totaal gaat het dan om ruim euro. Daarnaast hebben 28 partijen schriftelijk gereageerd: 3 ouderenorganisaties 2 muziekverenigingen/stichtingen 5 sportverenigingen 8 jeugdorganisaties 1 scoutingclub 2 historische verenigingen 5 dorpsbelangen/buurthuizen 2 zorgpartijen Hiervan hebben 2 partijen aangegeven geen subsidie meer te hoeven ontvangen. Daarnaast zijn er 4 die een zachte landing willen van in totaal ruim 9000 euro. De rest doet geen voorstel of wil het subsidie handhaven. Wat zijn de inhoudelijke reacties? In alle gesprekken komt een aantal onderwerpen regelmatig boven drijven: De dorpen hebben bijna helemaal geen middenstand meer die kan bijdragen in de kosten. Fondswerving vindt men moeilijk en toekenning is ook vaak afhankelijk van een subsidie van de gemeente. Het wordt op prijs gesteld als de gemeente daar wat in faciliteerd. 6

7 In een aantal gevallen is er niet zozeer behoefte aan geld als wel aan materialen of andere praktische ondersteuning, bv. zorgen dat het afval van de kinderspelweek afgevoerd wordt. Alle partijen hebben begrip voor de veranderingen in het subsidiebeleid, de meesten vonden het ook wel gedateerd. Alle partijen, zonder uitzondering, laten gedreven mensen zien die hard werken voor hun club, daar mogen we als gemeente/gemeenschap trots op zijn! Samenwerking met andere partijen werd ook regelmatig als een (deel van de) oplossing gezien, de bereidheid is er. Sommige verenigingen willen hun subsidie ook wel verdienen (bv. opruimen zwerfvuil, muziek maken op gemeentelijke gelegenheden). De mogelijkheid van het FMP en andere minimavoorzieningen zijn niet bij iedereen bekend en waar het wel bekend is, geeft men aan de drempel nogal hoog te vinden. Daarnaast is het zuur voor de groep die net iets teveel verdient, maar bv. wel 3 kinderen op een club heeft. Het idee van opname in de webshop werd goed ontvangen als manier om belemmeringen weg te nemen. Met de kanttekening: ouderen zonder computer zijn dan toch weer afhankelijk van derden. 7