Agenda raadsavond 14 december 2015

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Agenda raadsavond 14 december 2015"

Transcriptie

1 Agenda raadsavond 14 december :00 uur Raadzaal Politiek forum 1) Opening; 2) Vaststelling van de agenda; 3) Besluitenlijst politiek forum 23 november 2015; 4) Terugkoppeling regiozaken; 5) Spreekrecht over niet geagendeerde onderwerpen; 6) Vragenkwartier; 7) Grondexploitatie voormalig postkantoor, Roelofarendsveen; 8) Kennisgeving omgevingsvergunning Leliestraat, Roelofarendsveen; 9) Coördinatieverordening; 10) Nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen ; 11) Vergaderschema 2016; 12) Kennisgeving omgevingsvergunning A. de Graaflaan 31, Woubrugge; 13) Sluiting. Voorzitter: K.A.M. van der Kaaden - van Klink Schorsing 21:00 22:00 uur* Raadzaal Besluitvorming raad 1) Opening; 2) Vaststelling van de agenda; 3) Besluitenlijst 23 november 2015 en toezeggingenlijst; 4) Lijst van ingekomen stukken; 5) Hamerstukken: a) Belastingverordeningen 2016: 1) Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016; 2) Forensenbelasting 2016; 3) Hondenbelasting 2016; 4) Leges 2016; 5) Lijkbezorgingsrechten 2016; 6) Marktgeld 2016; 7) Onroerendezaakbelasting 2016; 8) Precariobelasting 2016; 9) Rioolheffing 2016; 10) Roerendezaakbelasting 2016; b) Grondexploitatie Beukenlaan III en IV, Leimuiden; Voorzitter: K.M. van der Velde - Menting Pagina 1 van 2

2 c) Krediet haalbaarheidsonderzoeken brede scholen; d) Ontslagbesluit griffier. 6) Grondexploitatie voormalig postkantoor, Roelofarendsveen; 7) Kennisgeving omgevingsvergunning Leliestraat, Roelofarendsveen; 8) Actualisatie meerjaren onderhoudsplan (MOP) gebouwen; 9) Krediet Ghoybos, Oud Ade; 10) Vergaderschema 2016; 11) Sluiting. * De aanvangstijd is indicatief. Pagina 2 van 2

3 BESLUITENLIJST vergadering van de gemeenteraad gehouden op 23 november 2015 Aanwezig: Mw. I.A.M. van der Poel (PRO) Dhr. B.M. Brambach (PRO) Mw. L.C. van Klink (PRO) Dhr. H.S. van der Star (PRO) Dhr. J.W. Klink (PRO) Mw. I.W.C. Straathof (PRO) Mw.T.E.M. Wesselman (PRO) Mw. P.C. van der Wereld (SvkB) Dhr. G.C.P. van Emmerik (SvKB) Mw. M.J. Spaargaren (SvKB) Dhr. C. Malin (SvKB) Mw. K.A.M. van der Kaaden-van Klink (CDA) Dhr. C. de Lange (CDA) Dhr. M. Doze (CDA) Dhr. M.J.H. Mooren (CDA) Dhr. R. Terraneo (D66) Dhr. G.A. Wesselman (D66) Mw. E.L. Loos (D66) Dhr. A.J.M. van Velzen (VVD) Dhr. P.C.M. van Emmerik (VVD) Aanwezig wethouders: Dhr. F.M. Schoonderwoerd (PRO) Dhr. H.P.M. Hoek (CDA) Mw. Y. Peters-Adrian (VVD) Dhr. H.J.A. van Schooten (SvKB) Voorzitter: Mw. K.M. van der Velde-Menting Griffier: Dhr. B.S.M. Sepers Afwezig met kennisgeving: Mw. K. Straver-van der Wereld (SvKB) Loting voor hoofdelijke stemming: Aldus gewijzigd/ongewijzigd vastgesteld door de gemeenteraad van Kaag en Braassem in de vergadering gehouden op 14 december de griffier de voorzitter besluitenlijst vergadering gemeenteraad Pagina 1 van 2

4 1. Opening De voorzitter opent de vergadering om uur. 2. Vaststelling van de agenda Ongewijzigd vastgesteld 3. Besluitenlijsten 9 november 2015 Ongewijzigd vastgesteld 4. Lijst van Ingekomen stukken Gewijzigd vastgesteld 5. Hamerstukken De Lijst van ingekomen stukken is als volgt gewijzigd: - briefnummer 6 blijft in categorie I, op verzoek van CDA zal deze brief besproken worden in de nog op te richten platform duurzaamheid. - briefnummer 14 is verplaatst naar categorie II. 5.a Verordening Sociaal Domein b e s l u i t: vast te stellen de volgende Verordening op het sociaal domein gemeente Kaag en Braassem 2016 Zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd aangenomen De voorzitter meldt dat er een kleine wijziging is in de verordening. Het betreft aanpassing van artikel 1f van de verordening: a. inwoner: iemand die woont in de Kaag en Braassem. Daar waar het gaat om uitvoering van de Jeugdwet wordt onder inwoner specifiek jeugdigen en/of hun (pleeg)ouders verstaan, die in de regio Holland Rijnland wonen. De raad gaat akkoord met deze wijziging (vetgedrukt). 6. Benoeming burgerlid VVD Besluit te benoemen: Als burgerlid namens de VVD fractie: De heer J.J.M. Zandvliet. Zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd aangenomen De heer Zandvliet legt de eed af in de raad. 7. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om uur besluitenlijst vergadering gemeenteraad Pagina 2 van 2

5 Overzicht openstaande toezeggingen TOEZEGGINGENLIJST Nr. (raad / forum) (raad) Toezegging Stand van zaken Afgedaan Nota Vereveningsfondsen Het college zal jaarlijks een evaluatie doen naar de toe- of afname van de woningbouw als gevolg van deze fondsen. De raad zal geïnformeerd worden over de uitkomsten van de evaluatie. Dit zal worden uitgevoerd, naar verwachting in het 4 e kwartaal : Evaluatie is gedaan. De uitkomsten worden betrokken bij de uitwerking van de thema-avond wonen. 1 e kwartaal (forum) (forum) Afvalwaterzuivering in Woubrugge Het college zegt toe, dat wanneer het hoogheemraadschap van Rijnland kenbaar maakt dat de gronden worden vervreemd, de raad direct hiervan in kennis wordt gesteld en het college een beslissing hierover opschort in afwachting van een eerste reactie van de raad. Overname gronden school Ter Does, Hoogmade De wethouder zegt toe de raad actief op de hoogte te houden over de voortgang : De uitkomsten van de evaluatie worden betrokken bij de woningmarktanalyse Resultaten worden verwacht in 3 e kwartaal : Op 7 oktober a.s. wordt de woningmarktanalyse gepresenteerd aan de gemeenteraad We hebben inmiddels opdracht gegeven voor het opstellen van een Woonvisie. In het 2 e kwartaal van 2016 wordt deze aangeboden aan de raad. Zodra dat het geval is, zullen we, voordat ons college een besluit neemt. de raad om een reactie vragen. De raad zal op de hoogte worden gehouden over de voortgang van de ontwikkeling en realisatie van de Brede School in Hoogmade : We zijn momenteel bezig met een plan betreffende de realisatie en ontwikkeling van een brede school met een aantal woningen op locatie van de huidige school ter Does. De aanbestedingsfase is aanstaande. In het eerste kwartaal van 2015 zullen Toezeggingenlijst raad 14 december 2015 bijgewerkt t/m 9 november 2015 Pagina 1 van 11

6 TOEZEGGINGENLIJST Nr. (raad / forum) Toezegging Stand van zaken Afgedaan wij een voorstel aan uw raad doen voor het beschikbaar stellen van een krediet. Dan kunnen wij ook meer informatie geven (forum) Omgevingsvergunning voor het kappen van bomen bij het Ghoybos Het college zegt toe dat de omwonenden de komende periode op de hoogte zullen worden gehouden en betrokken worden in het overleg over de herplant van bomen : Op 9 februari 2015 is het krediet beschikbaar gesteld en informatie verstrekt. Na de aanbesteding volgt meer informatie : We zijn met Veenstede Vastgoedontwikkeling in gesprek om de Brede school met 12 woningen gestalte te geven. In juli zal naar verwachting de overeenkomst kunnen worden ondertekend : Op 15 september a.s. is een informatieavond voor het dorp gepland De ontwikkelaar zal nog dit jaar een aanvraag omgevingsvergunning indienen voor het bouwen van de school. Voor de 12 woningen heeft de ontwikkelaar een aanvraag ingediend voor het wijzigen van het bestemmingsplan De omgevingsvergunning voor het bouwen van de school is ingediend. Het ontwerpbestemmingsplan is nagenoeg gereed en naar verwachting zal het ontwerp in januari 2016 ter inzage worden gelegd. In december 2015 is er nog een avond met de ontwikkelaar en naaste omwonenden om de plannen te bespreken. Belanghebbenden zullen op de hoogte worden gehouden en worden ingeschakeld bij de herinrichting : De kap van de bomen is uitgesteld. De gemeente is nog in overleg met Toezeggingenlijst raad 14 december 2015 bijgewerkt t/m 9 november 2015 Pagina 2 van 11

7 TOEZEGGINGENLIJST Nr. (raad / forum) Toezegging Stand van zaken Afgedaan Tennet, de verantwoordelijke voor de aanleg van de 380kV-verbinding, over de voorwaarden van kap en verkoop grond. Tennet heeft de omwonenden van het Ghoybos op de hoogte gesteld van dit uitstel : Inmiddels is een overeenkomst gesloten met Tennet waarin een compensatie voor de te kappen bomen is opgenomen. De gemeente heeft de plicht op zich genomen te zorgen voor de herplant. Wij zullen de omwonenden betrekken bij de herinrichting van het Ghoybos : De gemeenteraad is op 5 november jl. geïnformeerd over de voortgang en communicatie met omwonenden door het toezenden van het rapport doelstellingen en opgaven. Op 1 december jl. is tijdens een open inloopavond voor toekomstige gebruikers en ondernemers de laatste stand van zaken gewisseld (raad) Nota van Uitgangspunten Spijkereiland/Blauwpolderkade Het college zegt toe te komen met een tussenrapportage na de inventarisatiegesprekken met betrokkenen en rapporteert over mogelijkheden van maatwerk bij individuele gevallen : Zoals toegezegd zal de raad op de hoogte worden gehouden van de voortgang van dit project : De inventarisatiegesprekken worden binnenkort opgestart : Uw raad is onlangs op de hoogte gesteld van de stand van zaken : In week 17 is de laatste stand van zaken met de raad gedeeld, via de mail : Op 14 september wordt een informatieavond voor de fractiespecialisten georganiseerd Toezeggingenlijst raad 14 december 2015 bijgewerkt t/m 9 november 2015 Pagina 3 van 11

8 TOEZEGGINGENLIJST Nr. (raad / forum) Toezegging Stand van zaken Afgedaan : De informatieavond voor de fractiespecialisten is gehouden waarin de aanwezigen zijn geïnformeerd over de laatste stand van zaken (raad) (forum) Verkoop perceel Floraweg 1 Naar aanleiding van de niet ingediende motie met betrekking tot Floraweg / Fransche Brug Roelofarendsveen zegt het college toe de verkoop van het perceel Floraweg 1 on hold te zetten. Scenarioanalyse gebiedsvisie Floraweg Fransche Brug Het college zegt toe dat er een geldbedrag over is van de aanbesteding van de Braassemdreef wat terug is gegaan naar de algemene reserve en nog schriftelijk op het exacte bedrag terug komt : De verkoop van het perceel Floraweg 1 is on hold gezet : De raad heeft op 26 oktober het college opdracht gegeven de verkoop van het perceel te herstarten : Zodra het werk is afgerond hebben wij de precieze cijfers. Op dat moment zullen wij de raad informeren. Afgedaan (forum) Jaarstukken 2014 Het college zegt toe zodra er meer informatie over de vennootschapsbelasting is de raad hiervan op de hoogte te brengen : Wij zullen de raad op de hoogte houden van de ontwikkelingen op dit gebied (raad) Jaarstukken 2014 Het college zegt toe het overschot op de afvalstoffenheffing mee te nemen naar de begroting De raad kan op dat moment een discussie voeren over hoe om te gaan met het overschot : Bij de behandeling van de begroting 2016 is de definitieve berekening bekend en dan kan het tarief voor de afvalstoffenheffing worden bepaald : Programmabegroting is inmiddels vastgesteld. Tarief voor de afvalstoffenheffing is daarin meegenomen. Afgedaan (raad) Perspectiefnota 2016 Het college zegt toe de raad vóór de begroting te voorzien van nadere informatie over de geprioriteerde inspanningen zoals opgenomen in tabel II (inspanningen waarvoor extra budget nodig is) : In de begroting worden de inspanningen, zoals opgenomen in tabel II verder en uitgebreid toegelicht. De begroting zal volgens planning op 1 oktober worden verzonden aan de raad. Afgedaan : Programmabegroting is inmiddels vastgesteld. De inspanningen zijn voorzien van nadere informatie Toezeggingenlijst raad 14 december 2015 bijgewerkt t/m 9 november 2015 Pagina 4 van 11

9 TOEZEGGINGENLIJST Nr. (raad / forum) (forum) Toezegging Stand van zaken Afgedaan Brief van de Werkgroep geluidshinder Kaag en Braassem Noord De wethouder zegt toe op korte termijn in gesprek te gaan met de werkgroep en daarna ook regionaal informatie zal inwinnen Afspraak voor gesprek is gemaakt : Gesprek heeft plaatsgevonden. De raad is hierover geïnformeerd bij brief van 12 november jl. Afgedaan (raad) Programmabegroting 2016 en meerjarenbegroting Het college zegt toe de raad een overzicht te geven van het instellen, doorlopen en afsluiten van alle kredieten dit in aanvulling op alle informatie in de financiële stukken en aparte besluiten : Wij zullen bij de jaarrekening en de bestuursrapportages een overzicht verstrekken. In de bestaande overzichten worden drie kolommen toegevoegd: 1. datum raadsbesluit verlening krediet; 2. het bedrag van het oorspronkelijk toegekende krediet zoals dat in het raadsbesluit is genoemd; 3. datum raadsbesluit waarin krediet is bijgesteld. Afgedaan (raad) Programmabegroting 2016 en meerjarenbegroting Het college zegt toe de twee moties over het afkoppelen van regenwater en duurzaam onkruidbeheer te betrekken bij de discussie over de nog op te stellen duurzaamheidsagenda : Dit wordt betrokken bij de duurzaamheidsagenda. Afgedaan (raad) Programmabegroting 2016 en meerjarenbegroting Het college zegt toe de raad jaarlijks te informeren over het bomenbestand (hoeveel bomen zijn er gekapt en hoeveel zijn er vervangen) : We zullen jaarlijks vanaf de jaarrekening 2015 zorgen voor een overzicht. (het 1 op 1 terugplaatsen geldt overigens pas met ingang van 1 januari 2016) Afgedaan Afhandeling moties/initiatiefvoorstellen Nr. raad Motie/initiatiefvoorstel Stand van zaken Afgedaan Motie weerstandsratio; opdracht aan het college om het standpunt van de raad voor dekking van risico s met structurele financiële consequenties een gemiddelde structurele weerstandsratio van minimaal 1,0 tot 1,4 te hanteren - te verwerken in de Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen. Bij de eerstvolgende aanpassing van de Nota risicomanagement en weerstandsvermogen (2015), zal dit worden opgenomen : Een voorstel tot aanpassing van de nota risicomanagement en Afgedaan Toezeggingenlijst raad 14 december 2015 bijgewerkt t/m 9 november 2015 Pagina 5 van 11

10 TOEZEGGINGENLIJST Nr. raad Motie/initiatiefvoorstel Stand van zaken Afgedaan Motie bestemmingsplan Sotaweg , Roelofarendsveen; opdracht aan het college om bij de verdere uitwerking van het bestemmingsplan Sotaweg de verkeersveiligheid voor fietsers te optimaliseren binnen de bestemming Verkeer zoals aangegeven op de plankaart. Een uitwerking van de bestemming Verkeer voorleggen aan de raad weerstandsvermogen is geagendeerd voor het politiek forum van 14 december a.s. Planvorming voor deze locatie wordt verwacht nadat het bestemmingsplan onherroepelijk is. Zodra planvorming voor inrichting bestemming Verkeer aan de orde is, wordt uitvoering aan de motie gegeven : Op dit moment wordt onderzoek uitgevoerd naar de kosten van omlegging van het fietspad. Afgedaan : Naar aanleiding van het onderzoek worden 3 alternatieven verder onderzocht. Voorstel zal aan de raad worden voorgelegd in het 1 e kwartaal Motie precarioheffing woonboten; opdracht aan het college om in 2014 te komen tot het opstellen van een huurovereenkomst : De ontwikkelaar is verantwoordelijk voor de aanvraag wijziging bestemmingsplan. Wij hebben de ontwikkelaar de opdracht gegeven de uitwerking van de bestemming verkeer daarin mee te nemen. Vaststelling bestemmingsplan wordt verwacht in het 3 e kwartaal : Inmiddels is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend. Wij zullen in oktober een voorstel aan uw raad voorleggen : De kennisgeving aan de raad in het kader van de omgevingsvergunning is op 23 november in het politiek forum besproken. Voor het volgende forum worden de omwonden uitgenodigd om met hen het bouwplan te bespreken. Uiterlijk voordat de begroting en belastingverordeningen dit jaar worden vastgesteld, zal dit zijn Toezeggingenlijst raad 14 december 2015 bijgewerkt t/m 9 november 2015 Pagina 6 van 11

11 TOEZEGGINGENLIJST Nr. raad Motie/initiatiefvoorstel Stand van zaken Afgedaan en het vervolgens sluiten van de huurovereenkomst met woonschipbewoners, gebaseerd op: - de tarieven voor water en grond zoals vastgesteld in de precarioverordening 2014; - een gefaseerde opbouw van de tarieven voor grond tot en met 2017 (zoals verwoord in het amendement). afgerond : de bewoners lijken voorshands niet akkoord te gaan met het bedrag dat is gebaseerd op de precarioverordening. Verder overleg met de bewoners is noodzakelijk. Nadere informatie volgt 1 e kwartaal : De (mondelinge) huurovereenkomst is tegen het eind van het jaar 2014 opgezegd voor zover dat is vereist. In 2015 worden de ligplaatshouders benaderd om te bespreken hoe we hier in 2016 mee zullen omgaan : Er is een informatiebijeenkomst voor betrokkenen gepland medio maart : Naar aanleiding van de bewonersbijeenkomst wordt nu een voorstel voorbereid dat in april met de betrokkenen wordt besproken : Onlangs is opdracht gegeven aan een makelaar om de waterpercelen aan de Molenkade te taxeren ten behoeve van de verkoop aan de woonbooteigenaren : Taxatie heeft in juli/augustus plaatsgevonden. Uitkomsten en vervolg zullen in september bestuurlijk worden besproken. Daarna wordt de raad geïnformeerd over het vervolg : Ons college neemt binnenkort een besluit over verkoop dan wel verhuur, in lijn met de motie. Daarna zullen we de raad informeren : Toezeggingenlijst raad 14 december 2015 bijgewerkt t/m 9 november 2015 Pagina 7 van 11

12 TOEZEGGINGENLIJST Nr. raad Motie/initiatiefvoorstel Stand van zaken Afgedaan Helaas heeft de besluitvorming vertraging opgelopen ten opzichte van onze vorige update. In november neemt ons college een besluit over verkoop dan wel verhuur, in lijn met de motie. Hierna zullen wij de raad informeren Initiatiefvoorstel tot het plaatsen van zonnepanelen op het dak van de gemeentewerf aan het Veenderveld. Opdracht voor het plaatsen van de panelen is aan FirstEnergie verstrekt d.d. 3 juli Afgedaan Motie 100% herplant gekapte bomen; opdracht aan het college om alle mogelijkheden te onderzoeken en vóór de begroting 2015 voorstellen aan de raad te doen. Alles is erop gericht om voor de raadsavond van 22 september a.s. met voorstellen te komen : voorstel is aangeboden aan de gemeenteraad. Afgedaan Motie Drechtbrug om in gesprek te gaan met het Hoogheemraadschap voordat het bestemmingsplan N207 is vastgesteld. Gesprek is gevoerd, bestemmingsplan N207 is vastgesteld Afgedaan Motie Drechtbrug; opdracht aan college om zich in te spannen om de huidige doorvaarthoogte te handhaven. Resultaten aan raad terugkoppelen voordat de werkzaamheden aan de brug beginnen. Onlangs heeft een gesprek met de provincie over dit onderwerp plaatsgevonden. In september zullen wij u nader informeren : over beide moties is de gemeenteraad geïnformeerd bij brief d.d. 17 september Afgedaan Motie inzamelen van taxussnoeisel ten behoeve van kankermedicijnen : Er wordt aandacht aan de actie geschonken via de website, gemeentepagina, twitter en facebook. Er zijn brieven verstuurd aan de hoveniers en lokale begraafplaatsen. We hebben ons aangesloten bij de landelijke actie. Er is een verzamelpunt op het Veenderveld ingericht. Inmiddels is een volle container ingeleverd. Afgedaan Initiatiefvoorstel om de recreatie in de gemeente een impuls te geven; opdracht aan het college een marktconsultatie uit te voeren om de mogelijkheden van economische ontwikkelingen in de recreatieve sector binnen de gemeente te verkennen : Op 23 juni 2015 is een informatieavond belegd waar een presentatie wordt gegeven over de visie recreatieve impuls : Toezeggingenlijst raad 14 december 2015 bijgewerkt t/m 9 november 2015 Pagina 8 van 11

13 TOEZEGGINGENLIJST Nr. raad Motie/initiatiefvoorstel Stand van zaken Afgedaan Een eerste consultatie is gedaan om recreatieve initiatieven in beeld te krijgen. Gewerkt wordt aan een kader voor het kunnen faciliteren van deze initiatieven (bijv. in de vorm van een paraplubestemmingsplan) : De raad is op 23 november jl. per brief geïnformeerd over de voortgang, de vervolgstappen en de planning Motie Expertise SWA; opdracht aan het college om gebruik te maken van de kennis en ervaring van de SWA en de SWA actief in te zetten bij zowel het vormgeven van beleid als de uitvoering daarvan ten aanzien van het programma werk : Zodra er resultaten zijn te melden, komen we bij de raad terug : Het mobiliteitscentrum zoals bestond onder de Startbaan is afgeschaft, evenals de Startbaan zelf. Het solliciteren in het mobiliteitscentrum is vervangen door de begeleiding door de re-integratieconsulenten die de afspraken uit de trajectplannen uitvoeren. Afgedaan l Motie Mobiliteitscentrum; opdracht aan het college om op zoek te gaan naar huisvesting van het mobiliteitscentrum tegen een marktconforme prijs : Zodra er resultaten zijn te melden, komen we bij de raad terug De onderhandelingen met Alphen over de inhoud van de DVO zijn nog niet afgerond. Afgedaan : Het college maakt inmiddels gebruik van de kennis en de expertise van de SWA doordat een deel van het WSP (werkgeversservicepunt) bij de SWA gehuisvest is. Speciaal voor deze doelgroep worden daar vacatures gezocht. Daarnaast stroomt nieuw beschut werk in bij de SWA. Datzelfde is het geval met betrekking tot de leerwerkplekken vanuit het serviceplein en de stageplaatsen vanuit het speciaal onderwijs Toezeggingenlijst raad 14 december 2015 bijgewerkt t/m 9 november 2015 Pagina 9 van 11

14 TOEZEGGINGENLIJST Nr. raad Motie/initiatiefvoorstel Stand van zaken Afgedaan Motie tarieven Veenderveld; opdracht aan het college het voordeel als gevolg van het sluiten van het afvalbrengstation Ter Aar volledig in te zetten voor verlaging van tarieven voor het afvalbrengstation Veenderveld zoals voorgesteld in het optimalisatieonderzoek en dit verwerken in de begroting 2016 Motie duurzaamheidsplatform; opdracht aan het college: 1. een duurzaamheidsplatform in te stellen, bestaande uit onder andere raadsleden, ondernemers, organisaties en inwoners, om tot een breed gedragen duurzaamheidsagenda te komen. Het duurzaamheidsplatform kan in de toekomst ook ruimer worden ingezet op duurzaamheid; 2. actief leden te werven voor dit duurzaamheidsplatform; a. Schrijf actief betrokken inwoners, organisaties en ondernemers persoonlijk aan om zich aan te melden voor het duurzaamheidsplatform; b. Gebruik de social media-kanalen waar de gemeente over beschikt om leden te werven voor het duurzaamheidsplatform; c. Plaats een publicatie in de Hier! Nieuws uit de polder en op de gemeentelijke website om leden te werven voor het duurzaamheidsplatform. 3. de eventuele kosten van een duurzaamheidsplatform moeten passen binnen de huidige begroting van het onderdeel duurzaamheidsagenda; 4. een duurzaamheidsplatform op te richten per 1 januari : Dit is in de begroting 2016 verwerkt : We zijn bezig te komen tot een plan van aanpak. De raad wordt zo spoedig mogelijk verder geïnformeerd. Afgedaan. Overzicht openstaande brieven waarvan de beantwoording aan de raad moet worden voorgelegd (categorie III) Nr. Omschrijving Ingekomen Stand van zaken Behandeling raad/forum Toezeggingenlijst raad 14 december 2015 bijgewerkt t/m 9 november 2015 Pagina 10 van 11

15 TOEZEGGINGENLIJST 95 Zienswijze inwoners ontwerpbestemmingsplan Noordeinde 61 Roelofarendsveen (Veense Tuin) 97 SWA advies OR SWA ten aanzien van het gemeentelijk beleid Sociaal Domein mbt de toekomst van SWA 98 Ledenbrief VNG stand van zaken Omgevingswet 99 Werkgroep Geluidshinder Kaag en Braassem Noord Gezondheid Bevolking Kaag en Braassem 100 Dorpsraad Leimuiden Leimuiden West / aanpassing sportvelden 101 Dorpsraad Leimuiden Kruispunt N Zienswijze van diverse inwoners - ontwerpbestemmingsplan Ripse Schans Rijpwetering juli 2015 LIS augustus 2015 LIS juli 2015 LIS augustus 2015 LIS Raad geïnformeerd bij brief van 12 november augustus 2015 LIS (cat I cat III) 31 augustus 2015 LIS (cat I cat III) 22 oktober november 2015 LIS LIS Raad is geinformeerd over onze reactie bij brief d.d. 14 oktober Brief is afgedaan in gesprek met de dorpsraad. Q Toezeggingenlijst raad 14 december 2015 bijgewerkt t/m 9 november 2015 Pagina 11 van 11

16 Hieronder treft u de lijst van ingekomen stukken voor de periode van 5 november t/m 2 december 2015 Legenda: I II III IV V Voor kennisgeving aannemen Verzoek aan het college van B&W om een afschrift van de beantwoording aan de raad te sturen Het college van B&W vragen om concept antwoord voor te bereiden Ter bespreking aan de raad aanbieden De griffie vragen een concept antwoord voor te bereiden Cbr - Collegebrieven B&M Bedrijfsvoering en Middelen Slv. Samenleving RO Ruimtelijke Ordening OR Openbare Ruimte Overig Overig Nr. Onderwerp I II III IV V Brief van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid inzake 1 Slv het definitieve Verslag van bevindingen van het onderzoek naar het x veilig gebruik van Suwinet 2015 d.d. 11 november 2015 ( ) 2 Cbr Brief van het college aan de raad inzake Ontwikkeling Drechthoek II Leimuiden d.d. 12 november 2015 ( ) x 3 Cbr Brief van het college aan de raad inzake ultrafijnstof in relatie tot vliegtuigen d.d. 12 november 2015 ( ) x 4 Slv Ledenbrief VNG inzake Regres Wmo - afkoopsom en deelname overeenkomst 2016 d.d. 5 november 2015 ( ) x 5 B&M Ledenbrief VNG inzake besluitvorming over kandidaten vacatures VNG bestuur en commissies d.d. 16 november 2015 ( ) x 6 B&M Brief van de RDOG Hollands Midden inzake rapport Ambulances-inzicht 2014 d.d. 16 november 2015 ( ) x 7 OR Beantwoording van de schriftelijke vragen van het CDA inzake Reconstructie N445 ter hoogte van Rijpwetering d.d. 18 november x 2015 ( ) 8 Cbr Brief van het college aan de raad inzake pilot private kwaliteitsborging in de bouw d.d. 19 november 2015 ( ) x 9 RO Ledenbrief VNG inzake aanbieding Model- Afvalstoffenverordening 2015 d.d. 18 november 2015 ( ) x 10 Slv Ledenbrief VNG inzake VNG inzet bestuursakkoord vluchtelingen d.d. 18 november 2015 ( ) x 11 B&M Ledenbrief VNG inzake aanvulling nabestaanden- en ouderdomspensioen boven d.d. 18 november 2015 ( ) x december 2015 Pagina 1 van 2

17 12 Slv Brief van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid inzake het Veilig gebruik van SUWInet 2015 d.d. 19 november 2015 x ( ) 13 B&M Brief van een inwoner aan de raad inzake verzoek reactie betreffende afwijzing vergunning oprichten mantelzorgwoning d.d. 19 november 2015 ( ) 14 Cbr Brief van het college aan de raad inzake voortgang initiatiefvoorstel recreatie d.d. 23 november 2015 ( ) x 15 Slv Brief van Holland Rijnland inzake Risico's m.b.t. de verantwoording en de realisatie van de jeugdhulp 2015 d.d. 3 november 2015 ( ) x van een inwoner aan de raad en het college inzake 16 RO verkeersveiligheid en verkeersdrukte van de Tolbrug naar dr Stapenseastraat in Leimuiden d.d. 25 november 2015 ( ) Motie handhaven mogelijkheid instellen rekenkamercommissie 17 Overig aangenomen door de gemeente Losser d.d. 10 november 2015 x ( ) 18 Slv Ledenbrief VNG inzake afbakeningskwesties hervorming langdurige zorg d.d. 26 november 2015 ( ) x Ledenbrief VNG inzake nazending buitengewone Algemene 19 B&M Ledenvergadering 30 november 2015 d.d. 26 november 2015 x ( ) 20 Slv Ledenbrief VNG inzake onderhandelaarsakkoord verhoogde asielinstroom d.d. 27 november 2015 ( ) x Brief van een inwoner aan het college en de raad inzake een 21 RO dwangsom m.b.t. illegale bewoning Spijkereiland in Hoogmade d.d. 22 november 2015 ( ) Brief van het college aan de raad inzake de ontwikkelingen in verband 22 Cbr met de mogelijke aanvraag van de vangnetuitkering 2015 d.d. 30 x november 2015 ( ) 23 Overig Raadslid.Nu Herftstbrief 2015 d.d. 27 november 2015 ( ) x Brief van de Wmo Adviesraad inzake advies met betrekking tot 24 Slv voorlopige uitgangspunten toekomst jeugdhulp Holland Rijnland d.d. x 30 november 2015 ( ) Brief van Holland Rijnland aan de raad inzake zienswijze concept 25 B&M Actualisatie Kantorenstrategie Holland Rijnland d.d. 30 november 2015 ( ) Circulaire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken inzake per 1 26 B&M januari 2016 geïndexeerde bedragen voor politieke ambtsdragers van x gemeenten d.d. 24 november 2015 ( ) Afschrift van brief van Holland Rijnland aan de gemeente Leiderdorp 27 Overig inzake sturing Holland Rijnland d.d. 20 november 2015 ( ) x 28 B&M Ledenbrief VNG inzake de definitieve ontwerpselectielijst gemeenten en intergemeentelijke organen 2017 d.d. 2 december 2015 ( ) x Afschrift van brief van het Ministerie van VWS inzake aandachtspunten 29 Slv en actuele ontwikkelingen Wmo 2015 d.d. 2 december 2015 x ( ) x x x x Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem op 14 december 2015 de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting december 2015 Pagina 2 van 2

18 Raadsavond 14 december 2015 Registratienummer Portefeuillehouder H.P.M. Hoek Opsteller M. van Dam Onderwerp Belastingverordeningen 2016 Beslispunten De volgende verordeningen vast te stellen: Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016, inclusief tarieventabel Verordening forensenbelasting 2016 Verordening hondenbelasting 2016 Legesverordening 2016, inclusief tarieventabel Verordening lijkbezorgingsrechten 2016, inclusief tarieventabel Verordening marktgeld 2016 Verordening onroerendezaakbelasting 2016 Verordening precariobelasting 2016, inclusief tarieventabel Verordening rioolheffing 2016 Verordening roerendezaakbelasting 2016 Wat willen we bereiken Het rechtmatig heffen van belastingen en retributies. Wat gaan we daarvoor doen De gemeentelijke belastingverordeningen die in 2016 van kracht worden, worden aangeboden aan de gemeenteraad ter vaststelling. De besluiten die zijn genomen bij de behandeling van de Programmabegroting 2016 zijn hierin verwerkt Rvs Belastingverordeningen december 2015 Pagina 1 van 4

19 Inleiding Voor het begin van het nieuwe jaar moeten de tarieven van de verschillende belastingverordeningen worden geactualiseerd, dat wil zeggen verhoogd met het inflatiecorrectiecijfer. Daarnaast is er bij de vaststelling van de programmabegroting 2016 een besluit genomen over de verlaging van de afvalstoffenheffing en rioolheffing en van de OZB. Onderbouwing Afvalstoffenheffing/reinigingsrechten De tarieven zijn verhoogd met het inflatiecorrectiecijfer van 0,69% dat is toegepast in de begroting. Bij de tariefstelling is rekening gehouden met de verlaging van 11,00 voor meerpersoonshuishoudens en 6,00 voor eenpersoonshuishoudens. Bij de vaststelling van de Perspectiefnota 2016 is een motie aangenomen waarbij ons college de opdracht heeft gekregen om het voordeel als gevolg van het sluiten van het afvalbrengstation Ter Aar volledig in te zetten voor verlaging van tarieven voor het afvalbrengstation Veenderveld. Die motie is verwerkt in de tarieventabel. In hoofdstuk 2 zijn de tarieven voor asbest, bouw- en sloopafval, grof tuin, snoeiafval en puin verwijderd. Het tarief voor het niet gescheiden aanbieden voor grof huisvuil is nog wel opgenomen in de tarieventabel, nl. 13,20 (inclusief het inflatiepercentage). Hoofdstuk 3 is vervallen omdat we hebben besloten per 1 januari a.s. bedrijfsafval niet meer in te zamelen. De gemeente zamelt tot nog toe bedrijfsafval in voor 26 bedrijven en accepteert klein gevaarlijk afval van bedrijven op het Afvalbrengstation Veenderveld. Dit zijn geen kerntaken van de gemeente. Tevens wordt vanaf de vennootschapsbelastingplicht voor gemeenten ingevoerd. Deze overwegingen waren aanleiding om deze activiteiten te staken. Stoppen met de inzameling van bedrijfsafval door de gemeente leidt tot lagere inkomsten reinigingsrechten van per jaar en lagere inzamelings- en verwerkingslasten van per jaar (inclusief te verwachten af te dragen vennootschapsbelasting waarmee in de begroting 2016 nog geen rekening is gehouden). Per saldo een structureel nadeel van per jaar. Dit nadeel zal worden meegenomen in de 1 e tussenrapportage in Forensenbelasting Deze verordening heeft geen wijzigingen ondergaan, met uitzondering van de tarieven; die zijn verhoogd met het inflatiecorrectiecijfer van 0,69%. Hondenbelasting Deze verordening heeft geen wijzigingen ondergaan, met uitzondering van de tarieven; die zijn verhoogd met het inflatiecorrectiecijfer van 0,69%. Legesverordening De tarieven opgenomen in de tarieventabel behorende bij de Legesverordening zijn verhoogd met 0,69 % inflatie, tenzij er sprake is van een wettelijk vastgesteld tarief. Die wettelijke tarieven zijn aangepast, voor zover deze nu al bekend zijn. Jaarlijks worden in november/december de maximale tarieven voor de reisdocumenten bekendgemaakt die op 1 januari van het volgende jaar ingaan. De tarieven in hoofdstuk 22 ondergrondse infrastructuur zijn aangepast naar de nieuwe omschrijving. In het kader van service voor de klant is er in hoofdstuk 8 reisdocumenten ook een tarief opgenomen voor het bezorgen van een reisdocument. Met ingang van 1 januari 2016 gaan we een pilot Private kwaliteitsborging in de bouw starten. Uw raad is onlangs bij brief over deze pilot geïnformeerd, alsmede over de wijzigingen in de leges die de pilot met zich meebrengt. Lijkbezorgingsrechten Deze verordening heeft geen wijzigingen ondergaan, met uitzondering van de tarieven; die zijn verhoogd met het inflatiecorrectiecijfer van 0,69% Rvs Belastingverordeningen december 2015 Pagina 2 van 4

20 Marktgelden De tarieven zijn verhoogd met het inflatiecorrectiecijfer van 0,69%. Onroerendezaakbelasting Voor het bepalen van de tarieven van de verordening OZB is rekening gehouden met een verhoging van de opbrengst met 0,69%. Tevens is rekening gehouden met het voorstel, zoals opgenomen in de begroting om de tarieven voor eigenaren van woningen te verlagen en met het tijdens de begrotingsbehandeling aangenomen amendement om de tarieven voor niet-woningen niet te verhogen. Op het moment van aanbieden van dit voorstel aan uw raad zijn de taxaties per 1 januari 2015 nog niet geheel afgerond. De tarieven worden dus nog gewijzigd. Uit eerste prognoses blijkt dat de waarden van woningen zijn gestegen en de waarden van niet-woningen zijn gedaald. De definitieve wijzigingen zullen, zo mogelijk voor de behandeling in het politiek forum van 23 november a.s. en anders voor de besluitvorming op 14 december a.s., worden doorgegeven. OZB Tarief 2015 Tarief 2016 verschil Gebruikersbelasting niet-woningen 0,1454% 0,1464 % 0,69% Eigenarenbelasting woningen 0,1251% 0,1228% -1,8 % Eigenarenbelasting niet-woningen 0,1842% 0,1855 % 0,69% Precariobelasting De tarieven uit de Precarioverordening zijn gewijzigd. De tarieven voor woonschepen zijn verwijderd zoals aangenomen in de motie van de raad van december De tarieven voor bouwmaterialen, aankondigingsborden, en overige voorwerpen zijn op 0 gesteld, (behalve het tarief voor een vaartuig op een ligplaats), zoals vastgesteld in de raadsvergadering van 18 mei Bij de bepaling van het tarief voor kabels en leidingen is rekening gehouden met een compensatie van de minderopbrengsten zoals dat in 2015 het geval was. Wij hebben u daarover geïnformeerd bij de Perspectiefnota Zowel Alliander als Oasen had geen rekening gehouden met het feit dat er een deel van de kabels door percelen loopt die in particulier bezit zijn en dus geen eigendom van de gemeente. Voor het hebben van kabels en leidingen in eigendom van particulieren kan de gemeente geen belasting heffen. Rioolheffing Aan deze verordening ligt het Gemeentelijk Rioleringsplan ten grondslag. De tarieven die daarin zijn opgenomen zijn ook verwerkt in de verordening, verhoogd met het inflatiecorrectiecijfer van 0,69%. Wij zijn nog bezig met het doen van onderzoek om te kunnen beoordelen of het rioolrecht naar beneden kan worden bijgesteld. Zover zijn we nu nog niet. Maar voordat de aanslagen in 2016 worden opgelegd zal er duidelijkheid zijn over de te hanteren tarieven. Wij zullen uw raad dan een voorstel voorleggen. Roerendezaakbelasting De wet bepaalt dat de tarieven van de roerendezaakbelasting gelijk zijn aan die van de onroerendezaakbelasting. Uitvoering Risico s geen Roelofarendsveen, 10 november 2015 Burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem, de gemeentesecretaris, de burgemeester, M.E. Spreij mr. K.M. van der Velde-Menting Rvs Belastingverordeningen december 2015 Pagina 3 van 4

21 Bijlagen behorend bij het voorstel Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016, inclusief tarieventabel Verordening forensenbelasting 2016 Verordening hondenbelasting 2016 Legesverordening 2016, inclusief tarieventabel Verordening lijkbezorgingsrechten 2016, inclusief tarieventabel Verordening marktgeld 2016 Verordening onroerendezaakbelasting 2016 Verordening precariobelasting 2016, inclusief tarieventabel Verordening rioolheffing 2016 Verordening roerendezaakbelasting 2016 Bijlagen ter inzage - Leges 2016 tarieventabel inclusief wijzigingen t.o.v Rvs Belastingverordeningen december 2015 Pagina 4 van 4

22 Bezoekadres Westeinde 1, 2371 AS Roelofarendsveen Iff \ / n k G E M E E N T E Kaag en Braassem Postadres Postbus 1,2370 AA Roelofarendsveen T: (071) E: info@kaagenbraassem.nl w: Aan de gemeenteraad datum 25 NOV 2015 ons kenmerk uw brief van uw BSN uw kenmerk behandeld door onderwerp bijlage(n) J. A. Saarberg belastingverordeningen Geachte leden van dé raad, In ons voorstel over de vaststelling van de belastingverordeningen hebben wij aangekondigd dat de tarieven van de OZB-belasting nog zouden wijzigen zodra de taxatiewaarden bekend zijn. Die waarden zijn vandaag bekend geworden. Dat betekent dat de tarieven van de OZB voor 2016 moeten worden vastgesteld als volgt: OZB gebruikers niet woningen 0,1509 OZB eigenaren woningen 0,1216 OZB eigenaren niet woningen 0,1829 Dit is inmiddels gewijzigd in de verordening OZB en ook in de verordening RZB waarin dezelfde tarieven moeten worden opgenomen. De gewijzigde stukken staan op de website. Wij maken meteen graag van de gelegenheid gebruik om u te berichten over het volgende. De tarieventabel behorende bij de legesverordening wijzigt op twee plaatsen: 1. Artikel 2.4.2b - het tarief staat op 75X. Dat is abusievelijk op dat percentage blijven staan. Het moet zijn 25'^. 2. In artikel staat een nieuw tarief opgenomen voor de bezorging van reisdocumenten op een door de aanvrager op te geven adres. Ditzelfde gaat in de loop van 2016 ook gelden voor rijbewijzen. Wij hebben daarom een nieuw artikel opgenomen met het tarief voor het bezorgen van een rijbewijs op een door de aanvrager op te geven adres. De gewijzigde tarieventabel staat ook bij de stukken op de website. s 5 Met vriendelijke groet, ethouders ntesecretens, van ąag en Bra^ssem, eburg^emiìeâtej, vun Her vel(ļe-menting 'agina 1 van 1

23 De raad van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2015; gelet op artikel 229, eerstel lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; b e s l u i t : vast te stellen de VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFEN- HEFFING EN REINIGINGSRECHTEN 2016 (Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016) HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Inleidende bepaling. Krachtens deze verordening worden geheven: a. een afvalstoffenheffing; b. reinigingsrechten. Artikel 2 Begripsomschrijvingen. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. gebruik maken in hoofdstuk 2 Afvalstoffenheffing: gebruik maken in de zin van artikel Wet milieubeheer; HOOFDSTUK 2 AFVALSTOFFENHEFFING Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit. 1. Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel van de Wet milieubeheer. 2. De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen en van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. Artikel 4 Belastingplicht. 1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel en van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt afvalstoffenheffing en reinigingsrechten december 2015 Pagina 1 van 5

24 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt: - degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van het perceel; - ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan. met dien verstande dat degene die het deel in gebruik heeft afgestaan, bevoegd is de heffing als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is afgestaan. Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief 1. De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel 2. De gemeentelijke basisadministratie dient als basis voor het bepalen of er sprake is van een eenpersoonshuishouden of een meerpersoonshuishouden. Artikel 6 Belastingjaar. Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 7 Wijze van heffing. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel wordt bij wege van aanslag geheven. Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang. 1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan 10, Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt. 5. Voor belastingbedragen tot 10,00 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen afvalstoffenheffing of andere heffingen aangemerkt als één bedrag. Artikel 9 Termijnen van betaling. 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later. 2. In afwijking van het eerste lid kan de belastingschuldige er ook voor kiezen het op het aanslagbiljet vermelde verschuldigde bedrag of de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van zijn betaalrekening af te laten schrijven. De aanslagen worden dan betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslag is opgelegd overblijven, met dien verstande, dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen afvalstoffenheffing en reinigingsrechten december 2015 Pagina 2 van 5

25 HOOFDSTUK 3 REINIGINGSRECHTEN. Artikel 10 Belastbaar feit. Onder de naam 'reinigingsrechten' worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn. Artikel 11 Belastingplicht. De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt. Artikel 12 Maatstaf van heffing en belastingtarief. 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2, van de bij deze verordening behorende tarieventabel. 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt. Artikel 13 Belastingjaar. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 14 Wijze van heffing. De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving. Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening of bij aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen. Artikel 17 Termijnen van betaling. 1. De reinigingsrechten moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 14: a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving; b. ingeval van uitreiking van de kennisgeving: op het moment van het uitreiken van de kennisgeving; 2. Ingeval van toezending van de kennisgeving: binnen dertig dagen na de dagtekening van de kennisgeving. 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. HOOFDSTUK 4. AANVULLENDE BEPALINGEN. Artikel 18 Hardheidsclausule. Indien strikte toepassing van deze verordening zou leiden tot onvoorziene onbillijkheden van overwegende aard kan het college van burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in deze verordening. Artikel 19 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en/of reinigingsrechten afvalstoffenheffing en reinigingsrechten december 2015 Pagina 3 van 5

26 Artikel 20 Inwerkingtreding en citeertitel. 1. De Verordening op de heffing en invordering van Afvalstoffenheffing en Reinigingsrechten 2015, vastgesteld bij raadsbesluit 15 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem, gehouden op 14 december de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting afvalstoffenheffing en reinigingsrechten december 2015 Pagina 4 van 5

27 Tarieventabel Nr. Omschrijving 2016 Hoofdstuk De belasting bedraagt per perceel dat wordt gebruikt door één persoon 192, De belasting bedraagt per perceel dat wordt gebruikt door twee of meer 283,00 personen De belasting als bedoeld in onderdelen en wordt vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van een extra (= boven hetgeen volgens de gemeentelijke afvalstoffenverordening aan het perceel is verstrekt): container van 240 liter/140 liter, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval, per extra container met container van 240 liter/140 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen, per extra container met Het wisselen van een container 240 l naar een container 140 l of andersom, per containerwisseling 68,00 117,00 46,00 Hoofdstuk 2 ophalen van grofvuil 2.1 Het recht bedraagt voor het op verzoek verwijderen van: grofvuil, huishoudelijk of groen per twee kubieke meter 47, Het recht bedraagt voor het op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats achterlaten van: grof huisvuil per kubieke meter 13, De onder 2.1 tot en met 2.2 genoemde dienstverlening staat uitsluitend ter beschikking van particuliere huishoudens. Behoort bij raadsbesluit van 14 december 2015 De griffier, afvalstoffenheffing en reinigingsrechten december 2015 Pagina 5 van 5

28 De raad van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2015; gelet op artikel 223 van de Gemeentewet; b e s l u i t : vast te stellen de VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN FORENSENBELASTING 2016 (Verordening forensenbelasting 2016) Artikel 1. Begripsomschrijvingen. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet. Artikel 2. Belastbaar feit en belastingplicht. 1. Onder de naam 'forensenbelasting' wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden. 2. Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld. Artikel 3. Vrijstellingen. Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een algemeen vertegenwoordigend lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft. Artikel 4. Maatstaf van heffing 1. De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelastingen of de belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het tijdvak waarbinnen het belastingjaar valt, is vastgesteld. 2. In afwijking van het eerste lid wordt de belasting geheven naar de waarde, indien de heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelastingen of de belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld onder toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken forensenbelasting december 2015 Pagina 1 van 3

29 3. In geval geen heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelastingen of de belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten is vastgesteld, wordt de belasting geheven naar de waarde. 4. De vaststelling van de waarde bedoeld in het tweede en derde lid geschiedt overeenkomstig de artikelen 220 tot en met 220d van de Gemeentewet en artikel 221 van de Gemeentewet, met dien verstande dat daarbij artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken niet wordt toegepast. Artikel 5. Belastingtarief. De belasting bedraagt per jaar bij een waarde als bedoeld in artikel 4 van: I. minder dan ,00 334,00 II ,00 of meer, doch minder dan ,00 587,00 III ,00 of meer 669,00 Artikel 6. Belastingjaar. Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 7. Wijze van heffing. De belasting wordt bij wege van aanslag geheven. Artikel 7A Ontstaan van de belastingschuld De belasting is verschuldigd op het moment dat de gemeubileerde woning meer dan 90 dagen in het belastingjaar beschikbaar is gehouden als bedoeld in artikel 2. Artikel 8. Termijnen van betaling. 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later. 2 De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijnen. Artikel 9. Kwijtschelding. Voor deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 10. Hardheidsclausule. Indien strikte toepassing van deze verordening zou leiden tot onvoorziene onbillijkheden van overwegende aard kan het college van burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in deze verordening. Artikel 11. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kaag en Braassem kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting. Artikel 12. Inwerkingtreding en citeertitel. 1. De Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting 2015, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari forensenbelasting december 2015 Pagina 2 van 3

30 4. Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening forensenbelasting Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 14 december 2015 de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting forensenbelasting december 2015 Pagina 3 van 3

31 De raad van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2015; gelet op artikel 226 van de Gemeentewet; b e s l u i t : vast te stellen de VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN HONDENBELASTING 2016 (Verordening hondenbelasting 2016) Artikel 1. Belastbaar feit. Onder de naam 'hondenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van een hond binnen de gemeente. Artikel 2. Belastingplicht. 1. Belastingplichtig is de houder van een hond. 2. Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is. 3. Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden. Artikel 3. Vrijstellingen. 1. In dit artikel wordt verstaan onder hondenasiel: aan één locatie gebonden ruimte of ruimtes bestemd of gebruikt voor het in bewaring houden van honden die zwervend zijn aangetroffen, dan wel waarvan door de eigenaar permanent afstand is gedaan, welke locatie als inrichting is aangemeld overeenkomstig artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren. 2. De belasting wordt niet geheven voor honden: a. die zijn opgeleid tot en dienen als blindengeleidehond en in hoofdzaak als zodanig door een blind persoon worden gehouden; b. die in opleiding zijn om te dienen als een blindengeleidehond en in hoofdzaak als zodanig door een trainer worden gehouden; c. die zijn opgeleid tot en dienen als gehandicaptenhond en in hoofdzaak als zodanig door een gehandicapte persoon worden gehouden; d. die in opleiding zijn om te dienen als een gehandicaptenhond en in hoofdzaak als zodanig door een trainer worden gehouden; e. die verblijven in een hondenasiel; f. die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een inrichting als bedoeld in artikel 3.7 eerste lid, van het Besluit houders van dieren; g. die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehouden; hondenbelasting december 2015 Pagina 1 van 3

32 h. waarvan de houder in het bezit is van een geldend diploma der Koninklijke Nederlandse Politiehond Vereniging, mits de houder zich verbindt zijn hond met een geleider aan wiens bevelen de hond gehoorzaamt, op aanvraag ter beschikking van de politie te stellen; i. waarvan de houder in het bezit is van een geldend diploma van het hoofd comité van het Nederlandse Rode Kruis of van de Nederlandse Vereniging van Rode Kruishonden; j. die worden gebruikt bij het leger. Artikel 4. Maatstaf van heffing. De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden. Artikel 5. Belastingtarief. 1. De belasting bedraagt per belastingjaar: a. voor een eerste hond 52,00 b. voor een tweede hond 76,00 c. voor iedere hond boven het aantal van twee 99,00 2. In afwijking van het voorgaande lid bedraagt de belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland, per kennel per jaar 404,00 3. Het tweede lid blijft buiten toepassing indien de belastingplichtige schriftelijk verzoekt de verschuldigde belasting vast te stellen naar het werkelijke aantal honden als blijkt dat dit bedrag lager is dan het op voet van het tweede lid bepaalde bedrag. Artikel 6. Belastingjaar. Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 7. Wijze van heffing. De belasting wordt bij wege van aanslag geheven. Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang. 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, als dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting voor het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven. 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan 10, Voor belastingbedragen tot 10,00 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen hondenbelasting of andere heffingen aangemerkt als één bedrag. Artikel 9. Termijnen van betaling. 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later hondenbelasting december 2015 Pagina 2 van 3

33 2. In afwijking van het eerste lid kan de belastingschuldige er ook voor kiezen het op het aanslagbiljet vermelde verschuldigde bedrag of de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van zijn betaalrekening af te laten schrijven. De aanslagen worden dan betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslag is opgelegd overblijven, met dien verstande, dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Artikel 10. Kwijtschelding. Voor deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 11. Hardheidsclausule. Indien strikte toepassing van deze verordening zou leiden tot onvoorziene onbillijkheden van overwegende aard kan het college van burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in deze verordening. Artikel 12. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de hondenbelasting. Artikel 13. Inwerkingtreding en citeertitel. 1. De Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2015, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening hondenbelasting 2016 Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 14 december 2015 de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting hondenbelasting december 2015 Pagina 3 van 3

34 De raad van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 november 2015; gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet; b e s l u i t: vast te stellen de: VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LEGES 2016 (Legesverordening 2016) Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: a. dag: de periode van uur tot uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt; b. week: een aaneengesloten periode van 7 dagen; c. maand: een tijdvak dat loopt van de n e dag in een kalendermaand tot en met de (n 1) e dag in de volgende kalendermaand; d. jaar: een tijdvak dat loopt van de n e dag in een kalenderjaar tot en met de (n 1) e dag in het volgende kalenderjaar; e. kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december. Artikel 2 Belastbaar feit Onder de naam leges worden rechten geheven voor: a. het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten; b. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument; een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel. Artikel 3 Belastingplicht Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht. Artikel 4 Vrijstellingen 1. Leges worden niet geheven voor: a. diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald; b. diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een Rbs legesverordening december 2015 Pagina 1 van 23

35 dergelijke vergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; c. het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen; d. het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van stukken, vereist voor de uitbetaling van pensioenen, gagementen, wachtgelden en lijfrenten; e. het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel en titel 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, inclusief de van een aanvraag deel uitmakende aanvragen voor vergunningen/ ontheffingen zoals bedoeld in de Wegenverkeerswet, de Zondagswet, de Wet op de Kansspelen, de Brandbeveiligingsverordening, etc. Deze vrijstelling betreft alleen een aanvraag om een vergunning gedaan door in de gemeente gevestigde non-profitinstelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard en waarbij deze activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers zonder dat gebruik wordt gemaakt van de medewerking door een zakelijk/commercieel bedrijf; f. het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning ingediend door een bestuursorgaan van de gemeente Kaag en Braassem; g. de stukken en legalisaties van handtekeningen betreffende militaire zaken; h. de stukken en inlichtingen, door openbare besturen, ambtenaren of instellingen in het openbare belang verzocht, met uitzondering van die in de hoofdstukken 4 en 5 van de tarieventabel; i. de stukken en inlichtingen, waarvan de kosteloze afgifte of verstrekking bij enig wettelijk voorschrift aan de gemeentebesturen is opgelegd; j. het verstrekken van openbare stukken aan de pers behalve in de gevallen als bedoeld in de onderdelen en van de tarieventabel; k. het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een vergunning als bedoeld in de Huisvestingswet ten behoeve van: degenen, die door de overheid worden verplicht woongelegenheid te ontruimen of na de opheffing van zodanige maatregelen hun vroegere woongelegenheid weer te betrekken; ongehuwde kinderen, die in de ouderlijke woning als hoofdbewoner terugkeren. 2. In afwijking van het gestelde onder het 1 e lid, c tot en met e, worden de kosten van derden wel doorberekend aan de aanvrager. Artikel 5 Tarieven 1. De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel. 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt. 3. Daar waar in de tarieventabel wordt gesproken over een wettelijk tarief treedt bij wijziging van het wettelijk tarief het alsdan gewijzigde tarief in de plaats van het in de tarieventabel vermelde bedrag. 4. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet. 5. Het college van burgemeester en wethouders is gemachtigd de tarieventabel aan te passen in verband met de wijziging van wettelijke tarieven en tekstuele wijzigingen van ondergeschikte aard Rbs legesverordening december 2015 Pagina 2 van 23

36 Artikel 6 Wijze van heffing De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Artikel 7 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6: a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving; b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving; 2. De heffingsambtenaar kan in de gevallen genoemd in het vorige lid onder b bepalen, dat een voorlopig bedrag wordt betaald. Het bedrag wordt vastgesteld tot ten hoogste het bedrag dat vermoedelijk aan leges is verschuldigd. 3. Het voorlopig betaalde bedrag wordt in mindering gebracht op het vastgestelde bedrag van de verschuldigde leges. 4. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Artikel 8 Kwijtschelding Bij de invordering van leges wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 9 Teruggaaf Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling. Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening indien de wijzigingen: o o van zuiver redactionele aard zijn; een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking in Staatsblad of Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de Tarieventabel betreft : 1. hoofdstuk 3 (basisregistratie personen, Wet bescherming persoonsgegevens en verklaringen omtrent het gedrag); 2. hoofdstuk 6 (akten burgerlijke stand); 3. hoofdstuk 7( rijbewijzen); 4. hoofdstuk 8 (reisdocumenten); 5. hoofdstuk 10 (Kansspelen). een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden. Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges. Artikel 12 Hardheidsclausule Indien strikte toepassing van deze verordening zou leiden tot onvoorziene onbillijkheden van overwegende aard kan het college van burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in deze verordening Rbs legesverordening december 2015 Pagina 3 van 23

37 Artikel 13 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel 1. De "Legesverordening 2015", vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 15 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari Deze verordening kan worden aangehaald als "Legesverordening 2016". Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Kaag en Braassem gehouden op 14 december 2015 de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting Bijlage: Tarieventabel behorende bij de Legesverordening Rbs legesverordening december 2015 Pagina 4 van 23

38 Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2016 Hoofdstuk 1 Algemeen Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen 50, een afdruk van een WOZ-beschikking 20, fotokopieën, dan wel gescande opnamen in diverse formaten, van 0,55 openbare stukken, voor zover niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina, afdrukken op A4 formaat 0, afdrukken op A3 formaat 1, afdrukken vanaf A3 tot A0 formaat, voor de eerste pagina 15, afdrukken vanaf A3 tot A0 formaat, voor elke volgende pagina 7, waarmerken van door de belanghebbende zelf overgelegde stukken, 12,45 per pagina stukken of uittreksels, die op aanvraag van de aanvrager moeten 16,40 worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen een uittreksel, verklaring of anderszins op grond van de Wet 10,70 kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen (Wkpb) Voor het mondeling of telefonisch verstrekken van inlichtingen uit 20,20 hiervoor genoemde stukken wordt het recht van inzage geheven, per kwartier gegevens uit het gemeente- of streekarchief waarvoor door of 20,20 vanwege de gemeente nasporing moet worden gedaan, ongeacht het resultaat, naar de in het gemeente- of streekarchief berustende stukken door een ambtenaar, per kwartier of gedeelte daarvan Indien wordt gevraagd om digitale verzending van papieren gegevens en het gaat om minder dan 10 documenten, 10,00 wordt het tarief verhoogd met Indien wordt gevraagd om digitale verzending van papieren gegevens en het gaat om meer dan 10 documenten, 20,00 wordt het tarief verhoogd met Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: Voor het legaliseren van een handtekening, per handtekening 8, Voor het legaliseren van een foto, per foto 8, Voor het ter legalisatie zenden van stukken naar een andere gemeente in Nederland, in het persoonlijk belang van de aanvrager 8, Het tarief voor het gebruik van de vleugel bij concerten etc. bedraagt per activiteit 269,40 Algemeen tarief kosten van derden De kosten van derden en van wettelijke publicaties worden voor 100% doorberekend voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen Hoofdstuk 2 Bestuursstukken Rbs legesverordening december 2015 Pagina 5 van 23

39 1.2.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een papieren exemplaar van de programmabegroting 46, de programmarekening 46, de bestuursrapportage 40, een exemplaar van de Algemene plaatselijke verordening van de 53,90 gemeente een exemplaar van de Bouwverordening van de gemeente zonder de 335,75 daarbij behorende toelichting een exemplaar van de Bouwverordening van de gemeente, met de 402,00 daarbij behorende toelichting een exemplaar van een andere niet in deze tarieventabel genoemde 23,50 verordening van de gemeente een exemplaar van een bestemmingsplan met bijbehorende plankaart (-en): de aan de gemeente doorberekende kosten van het stedenbouwkundig bureau, verhoogd met een opslag van 10% ter dekking van de gemeentelijke kosten. Hoofdstuk 3 Basisregistratie personen Voor de toepassing van dit artikel wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de Basisregistratie personen moet worden geraadpleegd Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag zonder abonnement voor elke inlichting met beperkte inhoud (naam, geboortedatum, -plaats en adres) zonder abonnement voor elke uitvoerige inlichting (meer dan beperkte inhoud) van een bewijs van opneming in de Basisregistratie personenbasisregistratie personen, betrekking hebbend op een persoon van een bewijs van opneming in de Basisregistratie personen, betrekking hebbend op een gezin Voor de toepassing van onderdeel wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de Basisregistratie personen Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking 6,05 12,00 10,20 10, Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag (wettelijk 41,35 bedrag) tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn 10, een bewijs van Nederlanderschap, niet bedoeld als reispapier 10, tot het verstrekken van elke andere in deze tarieventabel niet 23,35 uitdrukkelijk genoemde verklaring, die in het bijzonder belang van de betrokken personen wordt opgemaakt tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van 55,60 gegevens gedurende de periode van één jaar, per 25 verstrekkingen Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doornemen van de Basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier 20, Indien, tengevolge van de aard van de aanvraag tot het verstrekken van een of meer gegevens of tengevolge van de gegevens op grond waarvan een aanvraag tot het verstrekken van een of meer gegevens wordt gedaan, een of meer kaartverzamelingen of registers geheel of gedeeltelijk moeten worden doorgenomen, bedraagt het tarief naast het gevorderde ingevolge de voorgaande paragrafen, voor ieder 6,35 20, Rbs legesverordening december 2015 Pagina 6 van 23

40 daaraan besteed kwartier Indien het abonnement als bedoeld onder 3.5 tussentijds wordt beëindigd en deze tussentijdse beëindiging vindt plaats voordat de helft van de geldigheidsduur ervan verstreken is en het abonnement is verbruikt voor ten hoogste voor het aantal verstrekkingen, waarop het tarief betrekking heeft, wordt ontheffing verleend van 50% van de geheven leges Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag 0,30 tot het verstrekken van een bericht, als bedoeld in artikel 35 en 40 van de Wet Bescherming Persoonsgegevens, per pagina met een maximum van 4, Indien meer dan 100 pagina's dan wel indien het bericht bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de verstrekking, moeilijk toegankelijke gegevensverwerking bedraagt het tarief 43,10 Hoofdstuk 4 Kiezersregister Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer, bedoeld in artikel D4 van de Kieswet 8,65 Hoofdstuk 5 vervallen Hoofdstuk 6 Burgerlijke stand Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap, het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, indien daarbij gebruik wordt gemaakt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte: maandag om en om uur kosteloos maandag van uur tot uur 362, dinsdag van uur tot uur 362, woensdag van 9.00 uur tot uur 362, donderdag van uur tot uur 362, vrijdag van 9.00 uur tot uur 362, vrijdag van uur tot uur 493, zaterdag van 9.00 uur tot uur 1143, Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een flitshuwelijk/geregistreerd partnerschap Een dergelijk huwelijk/partnerschap kan worden voltrokken op: 151,05 dinsdag om uur en uur donderdag om uur en uur Het tarief - ter zake van de voltrekking van een huwelijk dan wel de 80,60 registratie van een partnerschap - als genoemd onder en tot en met , ter zake van de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, wordt verhoogd met Het tarief - ter zake van de voltrekking van een huwelijk dan wel de registratie van een partnerschap - als genoemd onder en tot en met wordt verhoogd met, indien de voltrekking plaats vindt op een andere, door het college aangewezen, locatie niet zijnde het gemeentehuis of het in 5.4 aangehaalde bijzonder huis ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek 116, Rbs legesverordening december 2015 Pagina 7 van 23

41 1.6.4a Het tarief - ter zake van de voltrekking van een huwelijk dan wel de registratie van een partnerschap - als genoemd onder en tot en met wordt verhoogd, indien de voltrekking plaatsvindt op een andere, eenmalig door het college aangewezen, locatie niet zijnde het gemeentehuis of het in 5.4 aangehaalde bijzonder huis ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek, met de werkelijke meerkosten in de sfeer van inspectie en vooropname van de betrokken locatie Het tarief als genoemd onder en tot en met , ter zake van het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk dan wel een huwelijk in een geregistreerd partnerschap in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek, wordt verhoogd met Het tarief bedraagt ter zake van het verzoek tot het eenmalig benoemen van een Buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand zonder beëdiging door de rechtbank Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een boekje voor huwelijk en voor geregistreerd partnerschap Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een lijst, waarop zijn vermeld: alle in een maand geborenen en overledenen, voor zover voor plaatsing op die lijst toestemming is verleend, voor elk op die lijst vermelde aangifte alle in een maand ondertrouwde en gehuwde paren alsmede geregistreerde paren voor elk op die lijst vermeld paar Het tarief bedraagt voor het afsluiten van een abonnement op het een maal per maand verstrekken van een opgave omtrent 80,60 153,15 24, geboorten 71, huwelijksaangiften of aangifte geregistreerd partnerschap 40, huwelijken of geregistreerd partnerschap 40, overlijden 31, voor de vier opgaven tezamen 167, Deze tarieven worden, indien toezending van de opgaven door middel 32,80 van de posterijen wordt verlangd per periode van een jaar, verhoogd met Het tarief bedraagt voor het doen van nasporingen in de registers van de Burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier 20, Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand gelden de tarieven zoals die zijn opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand of zoals dit Besluit laatstelijk is vervangen of gewijzigd Afschrift akte burgerlijke stand en (meertalig) uittreksel burgerlijke 12,80 stand en Attestatie de vita (wettelijk bedrag) Verklaring van huwelijksbevoegdheid (wettelijk bedrag) 22, Indien, ten gevolge van de aard van de aanvraag tot het verstrekken 20,20 van één of meer inlichtingen of ten gevolge van de gegevens op grond waarvan een aanvraag tot het verstrekken van één of meer inlichtingen wordt gedaan, één of meer kaartverzamelingen of registers geheel of gedeeltelijk moeten worden doorgenomen, bedraagt het tarief naast het gevorderde ingevolge de voorgaande paragrafen, voor ieder daaraan besteed kwartier Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor naturalisatie (enkelvoudig, hoog tarief, wettelijk bedrag) 840, Indien sprake is van naturalisatie bedraagt het tarief (enkelvoudig, laag tarief, wettelijk bedrag) Indien sprake is van naturalisatie bedraagt het tarief voor een meenaturaliserende minderjarige (wettelijk bedrag) 6,05 6,05 625,00 124, Rbs legesverordening december 2015 Pagina 8 van 23

42 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een 1072,00 gezamenlijke aanvraag voor naturalisatie (gemeenschappelijk, hoog tarief, wettelijk bedrag) Indien sprake is van naturalisatie, bedraagt het tarief 858,00 (gemeenschappelijk, laag tarief, wettelijk bedrag) Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag ter verkrijging van het Nederlanderschap (enkelvoudige optie, wettelijk 179,00 bedrag) ter verkrijging van het Nederlanderschap (gemeenschappelijke optie, 305,00 wettelijk bedrag) ter verkrijging van het Nederlanderschap (medeopterende 21,00 minderjarige, wettelijk bedrag) ter verkrijging van een Internationaal bewijs van in leven zijn 12,80 Hoofdstuk 7 Rijbewijzen Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs (wettelijk maximum bedrag) Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van gegevens uit het Centraal Register Rijbewijzen Indien bij de aanvraag als genoemd in een eerder verstrekt rijbewijs niet kan worden overgelegd, worden de leges verhoogd met Het tarief als genoemd in onderdeel wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van (wettelijk bedrag) Het tarief bedraagt voor het bezorgen van een rijbewijs op een door aanvrager op te geven adres 38,80 7,30 30,00 34,10 15,00 Hoofdstuk 8 Reisdocumenten 1.8. Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: van een nationaal paspoort: voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of 64,40 ouder is (wettelijk maximum bedrag) voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 51,20 18 jaar nog niet heeft bereikt (wettelijk maximum bedrag) van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel (zakenpaspoort): voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of 64,40 ouder is (wettelijk maximum bedrag) voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 51,20 18 jaar nog niet heeft bereikt (wettelijk maximum bedrag) van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of 64,40 ouder is (wettelijk maximum bedrag) voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 51,20 18 jaar nog niet heeft bereikt (wettelijk maximum bedrag) van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor 51,20 vreemdelingen (wettelijk maximum bedrag) van een Nederlandse identiteitskaart: voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of 50, Rbs legesverordening december 2015 Pagina 9 van 23

43 ouder is (wettelijk maximum bedrag) voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 28,45 18 jaar nog niet heeft bereikt (wettelijk maximum bedrag) voor een spoedlevering van de in de onderdelen tot en met genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van (wettelijk maximum bedrag) 47, voor het bezorgen van een reisdocument op een door aanvrager op te geven adres 15,00 Hoofdstuk 9 Vervallen Hoofdstuk 10 Wet op de kansspelen Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de Kansspelen: voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat 56,50 (wettelijk bedrag): voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten een bedrag van (wettelijk bedrag) 34,00 en per kansspelautomaat (wettelijk bedrag) 22, voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd (wettelijk bedrag) 226, voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, een bedrag van (wettelijk bedrag) 136,00 en per kansspelautomaat (wettelijk bedrag) 90, De subonderdelen en zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de Kansspelen (loterijvergunning), mits de prijzen en premies niet meer bedragen dan (Voor hogere bedragen aan prijzen en premies gelden wettelijke bedragen, zie Kansspelenbesluit) Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de Kansspelen (prijsvraagvergunning) Hoofdstuk 11 Winkeltijdenwet en -verordening 30,00 19, Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet 58, tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel ,60 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel bedoelde ontheffing 19,60 Hoofdstuk 12 Leegstandwet Rbs legesverordening december 2015 Pagina 10 van 23

44 1.12 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet 78,95 Hoofdstuk 13 Schepenverordening Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: tot het verkrijgen van een vergunning op grond van de Schepenverordening tot het verkrijgen van een ontheffing op grond van de Schepenverordening 183,10 58,50 Hoofdstuk 14 Snelle motorboten Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: tot het afgeven van een ontheffing ingevolgd de "Regeling snelle motorbootsport Braassemermeer" met een geldigheidsduur van één jaar tot het afgeven van een ontheffing ingevolgd de "Regeling snelle motorbootsport Braassemermeer" met een geldigheidsduur van één dag Voor het afgeven van een ontheffing in verband met een wijziging van de motorboot 690,80 41,45 24,00 Hoofdstuk 15 Parkeerverordening Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: om een vergunning zoals bedoeld in de Parkeerverordening 25,10 Hoofdstuk 16 Vervallen Hoofdstuk 17 Vervallen Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken, op grond van artikel 18, eerste lid, van de Wegenverkeerswet (WVW) tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49, eerste lid, van BABW tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 10 van de Wegenverkeerswet voor het houden van een wedstrijd met voertuigen voor alle wegen die bij de gemeente in beheer of eigendom zijn tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 7.1 van het Voertuigreglement tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor een voertuig zoals bedoeld in de afdelingen 7, 8 en 14 van hoofdstuk 5 van de Regeling Voertuigen tot het verkrijgen van een ontheffing per voertuig als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor de overige gevallen 80,10 37,55 23,45 42,60 31,05 42, Rbs legesverordening december 2015 Pagina 11 van 23

45 tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen voor een eenmalige ontheffing 155,50 voor een langdurige ontheffing (maximaal 3 jaar) 233,25 Hoofdstuk 19 Gemeentearchief Het tarief bedraagt voor het doen van nasporingen in het gemeentelijk 20,40 kadaster voor ieder daaraan besteed kwartier Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag 20,40 tot het verstrekken van inlichtingen omtrent de kadastrale, dan wel de plaatselijke aanduiding, per inlichting (uit het geautomatiseerde bestand) Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om inlichtingen met bijstand van een ambtenaar in het (geautomatiseerde) kadaster betreffende de objecten, per perceel/appartement, per kwartier 20, de subjecten, per rechthebbende ongeacht het aantal 20,40 percelen/appartementen, per kwartier Het kadastrale plan, per kaart, per kwartier 20,40 Hoofdstuk 20 Vervallen Hoofdstuk 21 Vervallen Hoofdstuk 22 Algemene verordening ondergrondse infrastructuur (AVOI) Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: een opbreek-graafmelding van werkzaamheden van niet-ingrijpende aard, zoals bedoeld in artikel 4, lid 2 van de AVOI Kaag en Braassem 262, een melding in verband met het krijgen van een instemmingsbesluit zoals bedoeld in artikel 4, lid 4 van de AVOI Kaag en Braassem, bij een lengt van het tracé van tot 250 meter 589, tot 1000 meter 923, meter of meer 1353, een melding voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning zoals bedoeld in artikel 4, lid 1 van de AVOI Kaag en Braassem, bij een lengte van het tracé van: tot 250 meter 589, tot 1000 meter 923, meter of meer 1353, indien overleg/vooroverleg moet plaatsvinden tussen de gemeente, 191,00 andere beheerders van openbare grond en/of de beheerder van het netwerk, wordt het geldende tarief verhoogd met indien de melder verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van aanvragen als bedoeld in artikel 5.5. van de Telecommunicatiewet, wordt het geldende tarief verhoogd met 191,00 Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: aanlegkosten: Rbs legesverordening december 2015 Pagina 12 van 23

46 de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft bouwkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld Hoofdstuk 2 Principeverzoeken en omgevingsvergunningen Principeverzoeken Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om beoordeling van een principeverzoek om een omgevingsvergunning Indien een principeverzoek buiten behandeling wordt gelaten of wordt ingetrokken, bedraagt het tarief Indien ten behoeve van de beoordeling van een principeverzoek een milieutoets door de Omgevingsdienst benodigd is wordt het onder bedoelde tarief verhoogd met 336,75 63,15 526,15 Omgevingsvergunningen 2.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd Bouwactiviteiten Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief Rbs legesverordening december 2015 Pagina 13 van 23

47 ,2% van de bouwkosten indien de bouwkosten niet meer dan 2.500,-- bedragen zulks met een minimum van 100, ,1% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan 2.500,- en minder dan 5.000,- bedragen ,0% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan 5.000,- en minder dan 7.500,- bedragen ,9% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan 7.500,- en minder dan ,- bedragen ,8% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan ,- en minder dan ,- bedragen ,7% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan ,- en minder dan ,- bedragen ,6% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan ,- en minder dan ,- bedragen ,5% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan ,- en minder dan ,- bedragen ,4% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan ,- en minder dan ,- bedragen ,3% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan ,- en minder dan ,- bedragen ,2% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan ,- en minder dan ,- bedragen ,1% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan ,- en minder dan ,- bedragen ,0% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan ,- en minder dan ,- bedragen ,9% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan ,- en minder dan ,- bedragen ,8% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan ,- en minder dan ,- bedragen ,7% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan ,- en minder dan ,- bedragen ,6% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan ,- en minder dan ,- bedragen ,5% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan ,- en minder dan ,- bedragen ,4% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan ,- en minder dan ,- bedragen ,3% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan ,- en minder dan ,- bedragen ,2% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan ,- en minder dan ,- bedragen ,1% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan ,- en minder dan ,- bedragen ,0% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan ,- en minder dan ,- bedragen ,9% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan ,- en minder dan ,- bedragen ,8% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan ,- en minder dan ,- bedragen ,7% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan ,- en minder dan ,- bedragen ,6% van de bouwkosten indien de bouwkosten precies of meer dan Rbs legesverordening december 2015 Pagina 14 van 23

48 ,- bedragen Onverminderd het bepaalde in onderdeel , en bedraagt het tarief, indien krachtens de welstandsnota en/ of erfgoedverordening een toets van de commissie ruimtelijke kwaliteit noodzakelijk is, per oordeel, c.q. advies indien het gaat om een aanvraag voor toekenning van de monumentstatus, dan wel het aanwijzen van een beschermd dorpsgezicht indien het gaat om een aanvraag tot doorhaling van de status van monument dan wel beschermd dorpsgezicht 184,20 52,60 210,50 Verplicht advies agrarische deskundige Onverminderd het bepaalde in onderdeel worden, indien krachtens een bestemmingsplan, een gemeentelijke verordening of naar het oordeel van het gemeentebestuur (in het kader van een afwijkingenprocedure of een principeverzoek) voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van een agrarische deskundige noodzakelijk is, de kosten voor 100% doorberekend Indien de agrarische deskundige adviseert op regiebasis worden de kosten voor 100% doorberekend. Advisering door de brandweer Het verschuldigde bedrag overeenkomstig het bepaalde in onderdeel , onderdeel (Planologisch strijdig) en onderdeel wordt, indien ter zake door de brandweer een brandpreventief advies wordt uitgebracht, verhoogd met 10% tot een maximum van 4.000,-. Aanlegactiviteiten Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief Planologisch strijdig gebruik Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, b en c, van de Wabo bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel indien het betreft artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo (binnenplanse afwijking) indien het betreft artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo (buitenplanse afwijking) indien het betreft artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo (uitgebreide planologische afwijking) vervallen indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en indien het betreft artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo (afwijking van provinciale regelgeving) indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) indien het betreft artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo (afwijking van voorbereidingsbesluit) 10,00% 523,05 279,90 505, ,00 525,95 525,95 335, Rbs legesverordening december 2015 Pagina 15 van 23

49 Indien ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag zoals bedoeld in onderdeel een milieutoets door de Omgevingsdienst wordt uitgevoerd wordt het bij de onderdelen tot en met bedoelde tarief verhoogd met Buiten behandeling stellen aanvraag Indien besloten wordt de aanvraag buiten behandeling te stellen bedraagt het tarief Indien besloten wordt de aanvraag als bedoeld in 2.3.8, 2.3.9, of buiten behandeling te stellen bedraagt het tarief 526,15 157,85 35,00 In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief bij een vloeroppervlakte t/m 100 m² 529, bij een vloeroppervlakte van 101 t/m 500m² 675, bij een vloeroppervlakte van 501 t/m 5.000m² 964, bij een vloeroppervlakte van t/m m² 1471, bij een vloeroppervlakte boven m² 2838, Indien de aanvraag betrekking heeft tot het aanbrengen van een beperkte wijziging in een verleende vergunning ten gevolge van een geringe uitbreiding van de inrichting c.q. aanpassing van het aanwezige aantal personen bedraagt het tarief 335, Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde dorpsgezichten (rijk,provincie en gemeente) Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens een provinciale verordening aangewezen monument of in een bestemmingsplan opgenomen monument, waarvoor een vergunning of ontheffing is vereist bedraagt het tarief: voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht dan wel het in enig opzicht wijzigen Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen, van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht In gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo 207,30 207,30 295,30 295, Rbs legesverordening december 2015 Pagina 16 van 23

50 2.3.8 Aanleggen of veranderen weg Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief Uitweg/inrit Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief Kappen Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in de Boswet, een provinciale verordening of de vigerende kapverordening van de gemeente Kaag en Braassem een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief Opslag van roerende zaken Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Economische Zaken aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998, bedraagt het tarief Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning mede betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is en een omgevingsvergunning noodzakelijk is, bedraagt het tarief 76,90 76,90 78,45 80,10 80,50 80,10 335,65 335,65 335, Andere activiteiten Rbs legesverordening december 2015 Pagina 17 van 23

51 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen 108,90 categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of Keur van het hoogheemraadschap aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief als het een gemeentelijke verordening betreft 232, als het een provinciale of waterschapsverordening betreft 232, Omgevingsvergunning in twee fasen Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft vermeerderd met (met een maximum van 250,00) voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft (met een maximum van 250,00) 3,00% 3,00% Beoordeling rapportages Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een rapport wordt beoordeeld voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport 232, voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport 232, voor de beoordeling van een akoestisch rapport 232, voor de beoordeling van een asbestinventarisatierapport 232, voor de beoordeling van een bezonningsrapport 232, voor de beoordeling van een luchtonderzoek (geur-, fijnstof- en 232,10 dergelijke) voor de beoordeling van een planschaderisicoanalyse 232, voor de beoordeling van een parkeer- of verkeersonderzoek 232, voor de beoordeling van een flora- en faunaonderzoek 232, voor de beoordeling van een bedrijven- en milieuzoneringsonderzoek 232, Advies Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld Rbs legesverordening december 2015 Pagina 18 van 23

52 Indien een begroting als bedoeld in is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken Verklaring van geen bedenkingen Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven Vaststellen hogere grenswaarde voor wegverkeerslawaai Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een hogere grenswaarde voor wegverkeerslawaai als bedoeld in de artikelen 82,83 en 85 van de Wet geluidhinder. 280,00 280,00 396,05 Hoofdstuk 4 Teruggaaf In geval van intrekking van de aanvraag van een omgevingsvergunning voordat hierop is beschikt, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges De teruggaaf bedraagt: indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het verzenden van het bericht van behandeling van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges 2.4.2b Indien de aanvraag wordt ingetrokken voor het verzenden van het bericht van behandeling van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; met een maximum van 77, In afwijking van bedraagt de teruggaaf van de ophoging van de bouwleges als gevolg van de combinatie van bouwactiviteiten met planologisch strijdig gebruik zoals bedoeld in het onderdeel alsmede van de ophoging van de bouwleges op grond van hoofdstuk 8 "Bestemmingswijzigingen" 100% indien de aanvraag binnen een termijn van vier weken na bericht van behandeling wordt ingetrokken indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken na het verzenden van het bericht van behandeling van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 26 weken na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges 75,00% 25,00% 50,00% 25,00% Rbs legesverordening december 2015 Pagina 19 van 23

53 2.4.5 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning. Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg-, sloop- of gebruiksactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.5, 2.3.6, of weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges 25,00% Minimumbedrag voor teruggaaf Een bedrag minder dan 60,- wordt niet teruggegeven Uitsluiting teruggaaf leges Van de ophoging van de bouwleges als gevolg van advisering door externe deskundigen zoals bedoeld in de onderdelen , , , en en wordt geen teruggaaf verleend indien reeds om advisering is gevraagd (geen teruggaaf van de kosten van deskundigenadviezen) Van de ophoging van de bouwleges als gevolg van de combinatie van bouwactiviteiten met planologisch strijdig gebruik zoals bedoeld in de onderdelen , en tot en met wordt geen teruggaaf verleend zoals bedoeld onder (geen teruggaaf bij reguliere procedure indien intrekking na vier weken) Van de ophoging van de bouwleges als gevolg van de combinatie van bouwactiviteiten met planologisch strijdig gebruik zoals bedoeld in het onderdeel alsmede van de ophoging van de bouwleges op grond van hoofdstuk 8 "Bestemmingswijzigingen" wordt geen teruggaaf verleend als bedoeld in onderdeel 2.4.3, indien intrekking geschiedt na 10 weken na bericht van in behandeling nemen (geen teruggaaf bij uitgebreide procedure, indien intrekking na 10 weken) Van de ophoging van de bouwleges als gevolg van de combinatie van bouwactiviteiten met planologisch strijdig gebruik zoals bedoeld in de onderdelen tot en met alsmede van de ophoging van de bouwleges op grond van hoofdstuk 8 "Bestemmingswijzigingen" wordt geen teruggaaf verleend als bedoeld onder en (geen teruggaaf bij weigering of intrekking na verlening). Hoofdstuk 4a Vermeerdering 2.4a.1 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 2 wordt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang van de activiteit(en) van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, verhoogd met 100,00% Hoofdstuk 4b Pilot private kwaliteitsborging in de bouw 2.4b.1 Indien de aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft op de activiteit bouwen zoals bedoeld in artikel en de aanvraag vergezeld gaat van een geaccepteerde Bouwbesluittoets zoals bedoeld in de pilot private kwaliteitsborging in de bouw, dan wordt op de op grond van geheven leges een korting verleend van 50% met dien verstande dat het te betalen bedrag niet lager zal zijn dan 100,- en de korting niet meer bedraagt dan Hoofdstuk 5 Intrekking omgevingsvergunning Het tarief bedraagt voor een ambtshalve gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, 65, Rbs legesverordening december 2015 Pagina 20 van 23

54 tweede lid, onder b, van de Wabo Het tarief bedraagt voor het op verzoek intrekken van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo 32,70 Hoofdstuk 6 Verlenging termijn omgevingsvergunning Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlenging van de termijn waarbinnen gestart moet zijn met de in de omgevingvergunning genoemde bouwactiviteit 65,35 Hoofdstuk 7 Vervallen Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder b, van de Wet ruimtelijke ordening Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.9 van de Crisis- en herstelwet Indien een aanvraag als bedoeld in artikel tezamen met een omgevingsvergunning wordt aangevraagd en ex artikel 3.30 van de Wet op de ruimtelijke ordening wordt gecoördineerd, is voor het in behandeling nemen van deze aanvragen het bedrag dat voortvloeit uit de tarieven van hoofdstuk 3 en hoofdstuk 8 van toepassing 4646, , , ,00 Hoofdstuk 9 Planschade Het tarief (het recht zoals bedoeld in artikel 6.4 van de Wro) bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om tegemoetkoming in schade zoals bedoeld in artikel 6.1 van de Wro voor evt. terugstorten hiervan zie artikel 6.4, vierde lid, Wro (wettelijk maximum bedrag) 503,45 Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking 544,85 Titel 3 Dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn Hoofdstuk 1 Horeca Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van 252, Rbs legesverordening december 2015 Pagina 21 van 23

55 artikel 3 van de Drank- en Horecawet een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing op grond van de Drank- en Horecaverordening een aanvraag tot wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a lid 1 aanhef onder A en B Drank en Horecawet (bijschrijven leidinggevende) een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet (wijziging inrichting) 33,80 33,80 33,80 33,80 Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag 161,20 om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25 eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning) Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening (standplaats) geldig voor een dag 21,80 geldig voor een week 28,30 geldig voor en maand 36,05 geldig voor een jaar 143,90 geldig voor vijf jaar of langer 315,90 Hoofdstuk 3 Andere vergunningen op grond van de algemene plaatselijke verordening (apv) en andere verordeningen en regelingen Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg op of aan de weg, als bedoeld in artikel 2:10 van de APV 49, om een ontheffing voor geluidhinder in de open lucht, als bedoeld in 49,15 artikel 4:6 van de APV om een ontheffing voor het verbranden van afvalstoffen buiten 49,15 inrichtingen, of anderszins vuur te stoken, als bedoeld in artikel 5:34 van de APV om een ontheffing voor een nachtverblijf buiten een kampeerterrein, 49,15 als bedoeld in artikel 4:18 van de APV Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening van de gemeente voor het houden van feesten en evenementen in een tent bij een vloeroppervlakte t/m 100 m² 33, bij een vloeroppervlakte van 101 t/m 200 m² 50, bij een vloeroppervlakte boven 200 m² 67,60 Hoofdstuk 4 Prostitutiebedrijven 3.4 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4 eerste lid, van de APV voor een seksinrichting 584, Rbs legesverordening december 2015 Pagina 22 van 23

56 voor een escortbedrijf 584,30 Behoort bij raadsbesluit van 14 december Rbs legesverordening december 2015 Pagina 23 van 23

57 De raad van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 10 november 2015; gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onder a. en b. van de Gemeentewet; b e s l u i t : vast te stellen de VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LIJKBEZORGINGSRECHTEN 2016 (Verordening lijkbezorgingsrechten 2016). Artikel 1. Begripsomschrijvingen. Deze verordening verstaat onder: a. begraafplaats: een begraafplaats in Kaag en Braassem die door de gemeente wordt beheerd; b. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van stoffelijke overschotten; c. keldergraf: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; d. particulier graf: een zandgraf of keldergraf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: 1. het doen begraven en begraven houden van lijken; 2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn; 3. het doen verstrooien van as; e. particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: 1. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; 2. het doen verstrooien van as; f. particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; g. particulier kindergraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven van lijken van kinderen beneden 12 jaar; h. particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken; i. verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd veld op de begraafplaats waar as wordt verstrooid; j. gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren; k. asbus: een bus voor de berging van as van een overledene; l. urn: een voorwerp voor de berging van een of meerdere asbussen; m. urnentuin: een gedeelte van de begraafplaats bestemd tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen in een particulier urnengraf; n. rechthebbende: een natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier urnengraf of een particuliere gedenkplaats, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden; lijkbezorgingsrechten december 2015 Pagina 1 van 5

58 o. gebruiker: een natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden. p. stoffelijk overschot: het lichaam van een overledene of doodgeborene. Artikel 2. Belastbaar feit. Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats, voor het gebruik van particuliere graven, particuliere keldergraven, particuliere urnengraven, particuliere urnennissen, particuliere kindergraven, particuliere gedenkplaatsen, algemene graven en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats. Artikel 3. Belastingplicht. De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt. Artikel 4. Maatstaf van heffing en belastingtarief. 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel. 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt. Artikel 5. Belastingjaar. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 6. Wijze van heffing. De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Artikel 7. Ontstaan van de belastingschuld. De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen. Artikel 8. Termijnen van betaling. 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 1 maand na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving. 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn. Artikel 9. Kwijtschelding Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 10. Hardheidsclausule. \Indien strikte toepassing van deze verordening zou leiden tot onvoorziene onbillijkheden van overwegende aard kan het college van burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in deze verordening. Artikel 11. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten Lijkbezorgingsrechten december 2015 Pagina 2 van 5

59 Artikel 12. Inwerkingtreding en citeertitel. 1. De Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2015 vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening lijkbezorgingsrechten 2016". Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 14 december 2015 de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting Bijlage: Tarieventabel Lijkbezorgingsrechten december 2015 Pagina 3 van 5

60 TARIEVENTABEL Behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten Nr. Omschrijving Tarief ( ) 1 Verlenen van rechten 1.1 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf voor 3000,00 een periode van 20 jaar 1.2 Voor het verlenen van een uitsluitend recht op een particulier keldergraf voor een periode van 20 jaar 4486, Voor het verlenen van het recht op een particulier urnengraf (plaats in een urnentuin) voor een periode van 20 jaar 718, Voor het verlenen van het recht op een particuliere urnennis (plaats in een columbarium) voor een periode van 20 jaar 718, Voor het verlenen van een uitsluitend recht op een particulier kindergraf voor een periode van 20 jaar 359, Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1 met 10 jaar 1525, Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.2 met 10 jaar 1297, Voor het verlengen van het recht als bedoeld in 1.3 met 10 jaar 359, Voor het verlengen van het recht als bedoeld in 1.4 met 10 jaar 359, Voor het verlengen van een particulier kindergraf als bedoeld in 1.5 met 10 jaar 359,45 2 Begraven 2.1. Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder 1015, Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder 349,50 direct na het uitvoeren van Voor het begraven van een lijk van een kind tot de leeftijd van 12 jaar 726, Voor het begraven buiten de reguliere dagen en tijden zoals genoemd in dit artikel geldt op het tarief als genoemd in lid 2.1, 2.2 en 2.3 een toeslag van 50% op zon- en feestdagen, 25% op zaterdag en 25% op werkdagen. De reguliere tijden van begraven en asbezorging zijn: werkdagen van uur 3 Bijzetten van asbussen en urnen 3.1 Voor het bijzetten van een asbus met of zonder urn in een particulier urnengraf, particuliere urnennis of grondgraf 3.2 Voor het bijzetten (begraven) van een asbus met of zonder urn in een particulier keldergraf 4 Registratie en wijziging van registratie van rechthebbende(n) en belanghebbende(n) 4.1 Wijziging in de registratie van een algemeen graf, een particulier graf, een urnengraf, een keldergraf, particulier kindergraf of particuliere urnennis (columbarium of urnenzuil) 130,90 495,40 52,35 5 Opgraven, herbegraven, ruimen of verstrooien Lijkbezorgingsrechten december 2015 Pagina 4 van 5

61 Nr. Omschrijving Tarief ( ) 5.1 Het opgraven en opnieuw begraven of beschikbaar stellen t.b.v. 6674,75 crematie van overblijfselen binnen de wettelijke grafrusttermijn 5.2 Voor het op verzoek van de rechthebbende opgraven van 1362,35 overblijfselen na afloop van de wettelijke grafrusttermijn en (direct) weer begraven van de stoffelijke resten in een verzamelgraf (op dezelfde begraafplaats) of crematie 5.3 Voor het verstrooien van as per asbus per melding op een daartoe aangewezen verstrooiingsplaats inclusief administratieve lasten en 101,70 gedenkplaat. 5.4 Voor het aanbrengen van een gedenkplaatje voor 3 jaar op de gedenkzuil bij de verstrooiingsplaats (particuliere gedenkplaats) 0, Voor het verlengen van het recht als bedoeld in 5.4 0,00 6 Overige diensten 6.1 Voor het gebruik van de aula voor een dienst/samenkomst 113, Voor het luiden van de klok 44, Voor het gebruik van de aula als toegang tot de begraafplaats 20,15 Behoort bij raadsbesluit van 14 december 2015, De griffier, Lijkbezorgingsrechten december 2015 Pagina 5 van 5

62 De raad van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 10 november 2015; gelet op de artikelen 160, eerste lid, aanhef en onder h. en 229, eerste lid, aanhef en onder a. en b. van de Gemeentewet; b e s l u i t: vast te stellen de VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN MARKTGELD 2016 (Verordening marktgeld 2016) Artikel 1 Begripsomschrijvingen. Deze verordening verstaat onder: a. standplaats: een plaats zoals bedoeld in artikel 1, onder b, van de Marktverordening Kaag en Braassem 2009 ; b. vaste standplaats: een plaats welke voor onbepaalde tijd wordt toegewezen; c. losse standplaats: een standplaats, welke voor één marktdag wordt toegewezen. Artikel 2 Belastbaar feit. Onder de naam 'marktgeld' wordt een recht geheven voor het hebben van een in artikel 1 bedoelde standplaats, daaronder begrepen de diensten die met de standplaats verband houden. Artikel 3 Belastingplicht. Het recht als omschreven in artikel 2 wordt geheven van degene die een standplaats heeft ingenomen dan wel aan wie de in artikel 1 bedoelde standplaats is toegewezen. Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarief. 1. Als standplaats wordt ingenomen door middel van een kraam, bedraagt het in artikel 2 bedoelde marktgeld 1,90 per marktdag / per strekkende meter ingenomen losse of vaste standplaats. 2. Voor zover standplaats wordt ingenomen anders dan door middel van een kraam bedraagt het marktgeld 1,90 per marktdag / per strekkende meter ingenomen losse of vaste standplaats. Artikel 5 Wijze van heffing. Het marktgeld, geheven voor het innemen van een standplaats dient te worden voldaan: a. bij een vaste standplaats: door voldoening van een toegezonden nota; b. bij een losse standplaats: op het moment dat de kennisgeving van het verschuldigde marktgeld wordt gedaan, dient het bedrag aan de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar te worden voldaan Marktgeld december 2015 Pagina 1 van 2

63 Artikel 6 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet het marktgeld, zoals bedoeld in artikel 5, onderdeel a, worden betaald binnen een maand na de dagtekening van de nota. 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet het marktgeld, zoals bedoeld in artikel 5, onderdeel b, worden betaald op het tijdstip van uitreiking. 3. De algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijn Artikel 7 Ontheffing. 1. Ontheffing van het marktgeld vindt alleen plaats, indien de toegewezen standplaats op last van het gemeentebestuur voor het verstrijken van de termijn, waarover het marktgeld is geheven, moet worden ontruimd en de last tot ontruiming geen gevolg is van het niet nakomen door de betrokkene van de voorwaarden, welke aan het hebben van een standplaats zijn verbonden. 2. De ontheffing geschiedt naar evenredigheid van de nog niet aangebroken marktdagen van het tijdvak, waarover het marktgeld is geheven en alleen ingeval de aanvraag om ontheffing binnen twee maanden na ontruiming van de standplaats bij burgemeester en wethouders is ingediend. 3. Gehele of gedeeltelijke teruggave van het marktgeld wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet. Artikel 8 Kwijtschelding. Bij invordering van marktgeld wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 9 Hardheidsclausule. Indien strikte toepassing van deze verordening zou leiden tot onvoorziene onbillijkheden van overwegende aard kan het college van burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in deze verordening. Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van marktgeld. Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel. 1. De Verordening op de heffing en de invordering van marktgeld 2015, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Marktgeld Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem, gehouden op 14 december 2015 de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting Marktgeld december 2015 Pagina 2 van 2

64 De raad van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 10 november 2015; gelet op de artikelen 220 tot en met 220 h van de Gemeentewet; b e s l u i t: vast te stellen de VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN ONROERENDEZAAKBELASTING 2016 (Verordening onroerendezaakbelasting 2016) Artikel 1 Belastingplicht. 1. Onder de naam 'onroerendezaakbelasting' worden voor binnen de gemeente gelegen onroerende zaken twee directe belastingen geheven: a een gebruikersbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient, al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt, verder te noemen: gebruikersbelasting; b een eigenarenbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar van een onroerende zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, verder te noemen: eigenarenbelasting. 2. Bij de gebruikersbelasting wordt: a gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven; b het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld. 3. Met betrekking tot de eigenarenbelasting wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is. Artikel 2 Belastingobject. 1. Als onroerende zaak wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken. 2. Een onroerende zaak dient in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die Rbs Onroerendezaakbelasting december 2015 Pagina 1 van 4

65 onroerende zaak in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden. Artikel 3 Maatstaf van de heffing. 1. De heffingsmaatstaf is de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde waarde voor het kalenderjaar bedoeld in artikel Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18, en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken. Artikel 4 Vrijstellingen. 1. In afwijking in zoverre van artikel 3 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet reeds is geschied bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van: a. ten behoeve van de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken; b. glasopstanden, die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond; c. onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning; d. één of meer onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928, met uitzondering van de daarop voorkomende gebouwde eigendommen; e. de in artikel 1, derde lid, onderdeel b, van die wet bedoelde voorwaarden met uitzondering van de daarop voorkomende gebouwde eigendommen; f. natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stellen, beheerd worden; g. openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken; h. waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning; i. werken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning; j. werktuigen die van een onroerende zaak kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf als gebouwde eigendommen zijn aan te merken k. onroerende zaken voor zover die bestemd zijn te worden gebruikt voor de publieke dienst van de gemeente, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die bestemd zijn te worden gebruikt voor het geven van onderwijs; l. straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek, Rbs Onroerendezaakbelasting december 2015 Pagina 2 van 4

66 ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen; m. plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning; n. begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning. 2. De vrijstelling met betrekking tot de in onderdeel j van het eerste lid bedoelde onroerende zaken voor de eigenarenbelasting geldt niet voor zover de gemeente van die zaken niet het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht. 3. In afwijking in zoverre van artikel 3 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de gebruikersbelasting buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden. Artikel 5 Belastingtarieven. 1. Het tarief van de belasting bedraagt een percentage van de heffingsmaatstaf. Het percentage bedraagt voor: a. de gebruikersbelasting; i. voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 0,1509 % b. de eigenarenbelasting; i. voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen 0,1216 % ii. voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 0,1829 % 2. Het bedrag van de belasting wordt per belastingaanslag naar beneden afgerond op gehele euro s. 3. Voor belastingbedragen tot 10,00 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen onroerendezaakbelastingen of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag. Artikel 6 Wijze van heffing. De belastingen worden bij wege van aanslag geheven. Artikel 7 Termijnen van betaling. 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later. 2. In afwijking van het eerste lid kan de belastingschuldige er ook voor kiezen het op het aanslagbiljet vermelde verschuldigde bedrag of de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van zijn betaalrekening af te laten schrijven. De aanslagen worden dan betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslag is opgelegd overblijven, met dien verstande, dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Artikel 8 Hardheidsclausule. Indien strikte toepassing van deze verordening zou leiden tot onvoorziene onbillijkheden van overwegende aard kan het college van burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in deze verordening Rbs Onroerendezaakbelasting december 2015 Pagina 3 van 4

67 Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onroerendezaakbelasting. Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel. 1. De Verordening op de heffing en de invordering van onroerendezaakbelastingen 2015 vastgesteld door de raad van de gemeente Kaag en Braassem bij raadsbesluit van 15 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening onroerendezaakbelasting 2016'. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Kaag en Braassem gehouden op 14 december 2015 de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting Rbs Onroerendezaakbelasting december 2015 Pagina 4 van 4

68 De raad van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 november 2015; gelet op artikel 228 van de Gemeentewet; b e s l u i t: vast te stellen de: VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN DE PRECARIOBELASTING 2016 (Verordening precariobelasting 2016) Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: a. dag: een periode van 24 uren, aanvangende te uur; b. dagdeel: een periode van 4 uren; c. week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen; d. maand: een kalendermaand; e. jaar: een kalenderjaar f. (plezier)vaartuig: een (plezier)vaartuig als bedoeld in de Schepenverordening Kaag en Braassem 2009; g. vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben. Artikel 2 Belastbaar feit. Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel. Artikel 3 Belastingplicht. 1. De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn. 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij Precariobelasting december 2015 Pagina 1 van 7

69 niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft. Artikel 4 Vrijstellingen. De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van: a. voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen; b. voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde; c. voorwerpen of werken die noodzakelijk voor de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak, door het rijk, de provincie, de gemeente of het hoogheemraadschap zijn aangebracht of geplaatst; d. verzamelbakken, zoals glascontainers, die in het belang van het hergebruik van afzonderlijk in te zamelen afvalstoffen, bedoeld in artikel van de Wet milieubeheer op of in de voor de openbare dienst bestemde grond zijn geplaatst; e. brievenbussen, postzegelautomaten, telefooncellen; f. wegwijzers en verkeersaanwijsborden van de ANWB en van andere gelijksoortige instellingen; g. voorwerpen uitsluitend langs de gevel aangebracht, die aan een gebouw zijn aangebracht en niet meer dan 0,20 meter buiten de gevel steken; h. voorwerpen bedoeld in de hoofdstukken 2, 4 en 8 van de tarieventabel indien deze korter dan een week zijn geplaatst dan wel aanwezig zijn; i. één pleziervaartuig aan het erf dat behoort bij een woning of een zomerwoning voor zover die woning of zomerwoning aanwezig is in overeenstemming met de daarvoor geldende wettelijke voorschriften; j. voorwerpen uitsluitend gebezigd voor een liefdadig doel of door een in de gemeente gevestigde non-profitinstelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard en waarbij deze activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers en die noch direct, noch indirect een zakelijk/commercieel belang nastreeft, noch ondersteuning ontvangt van een commercieel bedrijf. Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief. De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde. Artikel 6 Berekening van de precariobelasting 1. Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald. 2. De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek. 3. Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vierde lid van overeenkomstige toepassing is. 4. Indien in de tarieventabel voor een voorwerp tarieven voor verschillende tijdseenheden zijn opgenomen, wordt de precariobelasting berekend op de voor de belastingplichtige meest voordelige wijze Precariobelasting december 2015 Pagina 2 van 7

70 5. Voor de berekening van de belasting wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt. Artikel 7 Belastingtijdvak. 1. Het belastingtijdvak is de in een kalenderjaar gelegen periode gedurende welke zich een belastbaar feit in de zin van de verordening voordoet of zal voordoen. 2. In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is in afwijking van het eerste lid, het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het gedeelte van de periode van de vergunning gelegen in het kalenderjaar. Artikel 8 Wijze van heffing. 1. De precariobelasting wordt bij wege van aanslag geheven. 2. In afwijking van het eerste lid wordt de voor een dag verschuldigde precariobelasting geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt. Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang. 1. In de gevallen bedoeld in artikel 7, eerste lid, is de precariobelasting verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan Artikel 10 Termijnen van betaling. 1. De aanslagen moeten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet. 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de precariobelasting worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 8, tweede lid: o o mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving; schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending ervan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving. 3. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de precariobelasting als bedoeld in hoofdstuk 1 en 3 van de tarieventabel worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later. 4. In afwijking van het derde lid kan de belastingschuldige bij een aanslag op grond van hoofdstuk 1 en 3 van de tarieventabel er ook voor kiezen het op het aanslagbiljet vermelde verschuldigde bedrag of de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van zijn betaalrekening af te laten schrijven. De aanslagen worden dan betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van de dagtekening van het Precariobelasting december 2015 Pagina 3 van 7

71 aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslag is opgelegd overblijven, met dien verstande, dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 5. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Artikel 11 Kwijtschelding. Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 12 Hardheidsclausule. Indien strikte toepassing van deze verordening zou leiden tot onvoorziene onbillijkheden van overwegende aard kan het college van burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in deze verordening. Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van precariobelasting. Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel. 1. De Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2015 vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening precariobelasting Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem, gehouden op 14 december 2015 de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting Bijlage: Tarieventabel Precariobelasting december 2015 Pagina 4 van 7

72 Tarieventabel behorende bij de 'Verordening precariobelasting 2016' Hoofdstuk 1 Bouwmaterialen en dergelijke 1.1 Het tarief bedraagt voor bouwmaterialen, zoals een loods, een keet, een container, een steiger of een stelling, een heikar of een heistelling, een kraan, een betonmolen, een asfaltketel, trechter, of enig ander werktuig ten dienste van bouwwerken, andere dan die genoemd onder 1.2 en 1.3, bij een totaal ingenomen oppervlakte van: tot 10 m² per week 0,00 0 tot 10 m² per jaar 0, tot 25 m² per week 0,00 10 tot 25 m² per jaar 0, tot 50 m² per week 0,00 25 tot 50 m² per jaar 0, m² of meer, per 50 m² of gedeelte daarvan per week 0,00 50 m² of meer, per 50 m² of gedeelte daarvan per jaar 0, Het tarief bedraagt voor een afschutting, per m1 per week: 0,00 per jaar 0, Het tarief bedraagt voor een stut, schoor of paal, per voorwerp 0,00 per week per jaar 0,00 Hoofdstuk 2 Leidingen, kabels en buizen 2.1 Het tarief bedraagt voor leidingen, kabels en buizen per strekkende meter per jaar 4,27 Hoofdstuk 3 Aankondigingsborden 3.1 Het tarief bedraagt voor reclame- of andere aankondigingsborden zonder kunstverlichting, over de frontoppervlakte, per 0,5 m² per jaar met kunstverlichting, over de frontoppervlakte, per 0,5 m² per jaar 0,00 0,00 Hoofdstuk 4 Terrassen 4.1 Het tarief bedraagt voor voorwerpen onder, op of boven een terras, bij een totaal ingenomen oppervlakte tot 10 m² per dag 0,00 tot 10 m² per week 0,00 tot 10 m² per jaar 0, van 10 m² tot 25 m² per dag 0,00 van 10 m² tot 25 m² per week 0,00 van 10 m² tot 25 m² per jaar 0, van 25 m² tot 50 m² per dag 0,00 van 25 m² tot 50 m² per week 0, Precariobelasting december 2015 Pagina 5 van 7

73 van 25 m² tot 50 m² per jaar 0, meer dan 50 m², per 50 m² of gedeelte daarvan per dag 0,00 meer dan 50 m², per 50 m² of gedeelte daarvan per week 0,00 meer dan 50 m², per 50 m² of gedeelte daarvan per jaar 0,00 Hoofdstuk 5 Circussen, kermissen, braderieën 5.1 het innemen van een standplaats door circussen of kermissen, per circus of per kermis, per keer tot 1500 m² 372, m² en meer 625, het innemen van een standplaats c.q. het hebben van kramen, podia, wagens, installaties ten behoeve van braderieën, per braderie per keer 311,45 Hoofdstuk 6 Standplaatsen 6.1 Het voor de verkoop van goederen innemen van een toegewezen standplaats per strekkende meter per dagdeel 1, per maand bij 1 dagdeel in de week 5,15 per maand bij 2 dagdelen in de week 10,20 per maand bij 3 dagdelen in de week 15,30 per maand bij 4 dagdelen in de week 20,45 per maand bij 5 dagdelen in de week 25,50 per maand bij 6 dagdelen in de week 30,60 per maand bij 7 dagdelen in de week 35,75 per maand bij 8 dagdelen in de week 40, per jaar bij 1 dagdeel in de week 42,90 per jaar bij 2 dagdelen in de week 85,80 per jaar bij 3 dagdelen in de week 128,65 per jaar bij 4 dagdelen in de week 171,60 per jaar bij 5 dagdelen in de week 214,40 per jaar bij 6 dagdelen in de week 257,30 per jaar bij 7 dagdelen in de week 300,20 per jaar bij 8 dagdelen in de week 343, Het tarief bedraagt voor zover betrekking hebbend op de stroomvoorziening, per standplaats, bij een totale capaciteit van de aldaar aanwezige elektrische installaties van niet meer dan 500 watt per dag 5, per maand 15, per jaar 155, watt tot en met watt per dag 10, per maand 32, per jaar 321, watt tot en met watt per dag 15, Precariobelasting december 2015 Pagina 6 van 7

74 per maand 47, per jaar 476, meer dan watt per dag 20, per maand 63, per jaar 633,10 Hoofdstuk 7 Overige voorwerpen 7.1 Het tarief bedraagt: voor een container, anders dan bedoeld in 2.1, bij een ingenomen oppervlakte van tot 10 m² per week 0,00 0 tot 10 m² per jaar 0, tot 25 m² per week 0,00 10 tot 25 m² per jaar 0, m² of meer, per 25 m² of gedeelte daarvan per week 0,00 25 m² of meer, per 25 m² of gedeelte daarvan per jaar 0,0, voor een uitstalkast, vitrine en dergelijke, per m², per jaar 0, voor uitgestalde zaken langs en aan gevels, per m² per jaar 0, voor een vaartuig op een ligplaats, per m² per jaar 105, voor opslag bij een winkel of bedrijf, per m² per jaar 0, Het tarief bedraagt voor voorwerpen waarvoor in dit hoofdstuk en de voorgaande hoofdstukken geen afzonderlijk tarief is opgenomen, per m² per jaar 31,05 Behoort bij raadsbesluit van 14 december 2015 De griffier, Precariobelasting december 2015 Pagina 7 van 7

75 De raad van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 november 2015; gelet op artikel 228a van de Gemeentewet en op het Gemeentelijk Rioleringsplan ; b e s l u i t : vast te stellen de VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2016 (Verordening rioolheffing 2016) Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: a. perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan; b. gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente; c. water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater. Artikel 2 Aard van de belasting Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan: a. de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en b. de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht 1 De belasting wordt geheven: 2 van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd, verder te noemen: gebruikersdeel. 3 Als gebruiker wordt aangemerkt: a degene die naar de omstandigheden beoordeeld het perceel al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt; b ingeval een gedeelte van een perceel niet een gedeelte als bedoeld in artikel 4 voor gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan Rioolheffing december 2015 Pagina 1 van 3

76 Artikel 4 Zelfstandige gedeelten Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt. Artikel 5 Maatstaf van heffing. De heffing wordt geheven per perceel en naar de capaciteit van de watermeter behorende bij een perceel. Artikel 6 Belastingtarieven. De belasting als bedoeld in artikel 2 bedraagt: 6.1. Voor percelen die enkel een directe of indirecte aansluiting op de gemeentelijke riolering hebben voor de afvoer van hemel- of grondwater 6.2. Voor percelen, die op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, zijn aangesloten (direct of indirect) op een watermeter met een capaciteit tot en met 3,5 m3/h 6.3. Voor percelen, die op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, zijn aangesloten (direct of indirect) op een watermeter met een capaciteit van meer dan 3,5 m3/h 26,00 305, ,00 Artikel 7 Belastingjaar. Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 8 Wijze van heffing De belasting wordt bij wijze van aanslag geheven. Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang. 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht voor het recht in de loop van het belastingjaar begint, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 3. Indien de belastingplicht voor het recht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalf gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan 10, Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander eigendom in gebruik neemt. 5. Voor belastingbedragen tot 10,00 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen rioolheffing of andere heffingen aangemerkt als één bedrag Rioolheffing december 2015 Pagina 2 van 3

77 Artikel 10 Termijnen van betaling. 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later. 2. In afwijking van het eerste lid kan de belastingschuldige er ook voor kiezen het op het aanslagbiljet vermelde verschuldigde bedrag of de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van zijn betaalrekening te laten afschrijven. De aanslagen worden dan betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslag is opgelegd overblijven, met dien verstande, dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen een maand later. 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Artikel 11 Hardheidsclausule Indien strikte toepassing van deze verordening zou leiden tot onvoorziene onbillijkheden van overwegende aard kan het college van burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in deze verordening. Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing. Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel. 1. De Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2015, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voor gedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening rioolheffing 2016'. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem, gehouden op 14 december 2015 de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting Rioolheffing december 2015 Pagina 3 van 3

78 De raad van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2015; gelet op artikel 221 van de Gemeentewet; b e s l u i t : vast te stellen de VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN BELASTINGEN OP ROERENDE WOON- EN BEDRIJFSRUIMTEN 2016 (Verordening roerendezaakbelasting 2016) Artikel 1 Begripsomschrijvingen. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. ruimte: een roerende woon- of bedrijfsruimte, welke duurzaam aan een plaats gebonden is en dient tot permanente bewoning of permanent gebruik. b. woonruimte: een ruimte waarvan de vastgestelde waarde in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van de ruimte die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden. c. bedrijfsruimte: een ruimte die niet kan worden aangemerkt als woonruimte. Artikel 2 Belastingplicht. 1. Onder de naam 'belastingen op roerende woon- of bedrijfsruimte' worden ter zake van binnen de gemeente gelegen ruimten twee directe belastingen geheven: a. een gebruikersbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar een bedrijfsruimte al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt; verder te noemen: gebruikersbelasting. b. een eigenarenbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar van een ruimte het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, verder te noemen: eigenarenbelasting. 2. Bij de gebruikersbelasting wordt: a. gebruik door degene aan wie een deel van een ruimte in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; b. het ter beschikking stellen van een ruimte voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die ruimte ter beschikking heeft gesteld. 3. Degene die een in het vorige lid, onder b bedoelde deel of een onder c bedoelde ruimte in gebruik heeft gegeven of ter beschikking heeft gesteld, is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die ruimte of deel daarvan in gebruik is gegeven of ter beschikking is gesteld Rbs roerendezaakbelasting december 2015 Pagina 1 van 4

79 Artikel 3 Belastingobject. Als één ruimte wordt aangemerkt: a. een binnen de gemeente gelegen ruimte. b. een gedeelte van een onder a bedoelde ruimte dat blijkens zijn indeling is bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt. c. een samenstel van twee of meer onder a bedoelde ruimten of in onderdeel b bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren. d. het binnen de gemeente gelegen deel van een onder a bedoelde ruimte, van een in onderdeel b bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel c bedoeld samenstel. Artikel 4 Maatstaf van heffing. 1. De heffingsmaatstaf is de waarde die aan de ruimte dient te worden toegekend indien de volle en onbezwaarde eigendom daarvan zou kunnen worden overgedragen en de verkrijger de ruimte in de staat waarin deze zich bevindt, onmiddellijk en in volle omvang in gebruik zou kunnen nemen. 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt de waarde van een bedrijfsruimte, met uitzondering van ruimten die zijn ingeschreven in een van de ingevolge de Monumentenwet 1988 vastgestelde registers van beschermde monumenten, bepaald op de vervangingswaarde indien dit leidt tot een hogere waarde dan die ingevolge het eerste lid. 3. Bij de berekening van de vervangingswaarde wordt rekening gehouden met: a. de aard en de bestemming van de ruimte; b. de sedert de stichting van de ruimte opgetreden technische en functionele veroudering waarbij de invloed van latere wijzigingen in aanmerking wordt genomen. 4. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt de waarde van een ruimte in aanbouw bepaald op de vervangingswaarde, bedoeld in het tweede lid. Onder een ruimte in aanbouw wordt verstaan een roerende zaak of een gedeelte daarvan waarvoor een bouwvergunning in de zin van de Woningwet is afgegeven en dat door de bouw nog niet geschikt is voor gebruik overeenkomstig de beoogde bestemming. 5. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt de waarde van een woonruimte die deel uitmaakt van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit natuurschoonwet 1928, bepaald met inachtneming van een vooronderstelde verplichting om het landgoed gedurende een tijdvak van 25 jaren als zodanig in stand te houden en geen opgaand hout te vellen anders dan volgens de regels van normaal bosbeheer noodzakelijk of gebruikelijk is. Ruimten die dienstbaar zijn aan de woonruimte worden geacht deel uit te maken van die woonruimte. 6. Met betrekking tot een ruimte als bedoeld in artikel 3, aanhef en onderdeel d, wordt de waarde gesteld op een evenredig deel van de waarde die dient te worden toegekend aan de gehele ruimte. Artikel 5 Vrijstellingen. 1. In afwijking in zoverre van artikel 4 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, de waarde van: a. glasopstanden die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit cultuurgrond die bedrijfsmatig wordt geëxploiteerd ten behoeve van de land- of bosbouw. Onder cultuurgrond wordt mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken; Rbs roerendezaakbelasting december 2015 Pagina 2 van 4

80 b. ruimten die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige ruimten die dienen als woning; c. ruimten ten behoeve van waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, een en ander met uitzondering van delen van zodanige ruimten die dienen als woning; d. ruimten die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, een en ander met uitzondering van delen van zodanige ruimten die dienen als woning; e. werktuigen die van een ruimte kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf als ruimten zijn aan te merken; f. bedrijfsruimten voor zover die bestemd zijn te worden gebruikt voor de publieke dienst van de gemeente, met uitzondering van delen van zodanige bedrijfsruimten die bestemd zijn te worden gebruikt voor het geven van onderwijs; g. ruimten voor zover die bestemd zijn te worden gebruikt ten behoeve van begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria, een en ander met uitzondering van delen van zodanige ruimten die dienen als woning. 2. De vrijstelling met betrekking tot de in het eerste lid, onderdeel f, bedoelde bedrijfsruimte geldt niet voor de eigenarenbelasting voor zover de gemeente van die ruimten niet het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht. 3. In afwijking in zoverre van artikel 4 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de gebruikersbelasting buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van de roerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden. Artikel 6 Waardepeildatum 1. De heffingsmaatstaf wordt bepaald naar de waarde die de ruimte op de waardepeildatum heeft naar de staat waarin de ruimte op die datum verkeert. 2. De waardepeildatum ligt één jaar voor het begin van het kalenderjaar waarvoor de waarde wordt bepaald. 3. Indien een ruimte tussen de waardepeildatum en het begin van het kalenderjaar a. opgaat in een andere ruimte dan wel in meer ruimten, of b. wijzigt als gevolg van hetzij bouw, verbouwing, verbetering, afbraak of vernietiging, hetzij verandering van bestemming, of c. een verandering in waarde ondergaat als gevolg van een andere, specifiek voor de ruimte geldende, bijzondere omstandigheid, wordt in afwijking van het eerste lid de waarde bepaald naar de staat van die ruimte bij het begin van het kalenderjaar. Artikel 7 Belastingtarieven. 1. Het tarief van de belasting bedraagt een percentage van de heffingsmaatstaf. Het percentage bedraagt voor: a. de gebruikersbelasting i. voor roerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 0,1509 % b. de eigenarenbelasting; i. voor roerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen 0,1216 % ii. voor roerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 0,1829 % 2. Het bedrag van de belasting wordt per belastingaanslag naar beneden afgerond op gehele euro's Rbs roerendezaakbelasting december 2015 Pagina 3 van 4

81 3. Voor belastingbedragen tot 10,00 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen roerende zaakbelastingen of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag. Artikel 8 Wijze van heffing. De belastingen worden bij wege van aanslag geheven. Artikel 9 Termijnen van betaling. 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later. 2. In afwijking van het eerste lid kan de belastingschuldige er ook voor kiezen het op het aanslagbiljet vermelde verschuldigde bedrag of de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van zijn betaalrekening af te laten schrijven. De aanslagen worden dan betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslag is opgelegd overblijven, met dien verstande, dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Artikel 10 Hardheidsclausule. Indien strikte toepassing van deze verordening zou leiden tot onvoorziene onbillijkheden van overwegende aard kan het college van burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in deze verordening. Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten. Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel. 1. De Verordening op de heffing en de invordering van belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2015 vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening roerendezaakbelasting Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 14 december 2015 de griffier, de voorzitter, drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting Rbs roerendezaakbelasting december 2015 Pagina 4 van 4

82 Raadsavond 14 december 2015 Registratienummer Portefeuillehouder H.P.M. Hoek Opsteller F.W. van Haastregt, Onderwerp Grondexploitatie Beukenlaan III en IV Beslispunten 1. Gewijzigd vaststellen van grondexploitatie Beukenlaan fase III en IV en deze te vernoemen grondexploitatie Beukenlaan III; 2. Voor grondexploitatie Beukenlaan fase IV geen nieuwe grondexploitaitie vaststellen; 3. Geheimhouding opleggen op grondexploitatie Beukenlaan III. Wat willen we bereiken Complex Beukenlaan fase III eerder afronden en beschikken over de opbrengsten Complex Beukenlaan fase IV plaatsen in de liggende grondvoorraad Ruimte voor de woonprogramma s in de lopende woningbouw projecten De verenigingen op Beukenlaan IV zicht geven op een langer verblijf. Dit zorgt voor rust onder de leden en verenigingen. De 75 woningen Beukenlaan IV staan nu gepland tussen 2017 en In die periode staan er in vier grote projecten ook ca 240 woningen gepland. We willen deze projecten de ruimte geven en elkaar niet laten beconcurreren. Daarom stellen we bovengenoemde beslispunten voor. Wat gaan we daarvoor doen Wij splitsen de grondexploitatie Beukenlaan III en IV waarbij Beukenlaan III conform huidige kaders wordt afgerond en Beukenlaan IV naar de grondvoorraad wordt verplaatst Rvs Grondexploitatie Beukenlaan III en IV Leimuiden 14 december 2015 Pagina 1 van 4

83 Inleiding De gebiedsontwikkeling van Beukenlaan III en IV zijn ondergebracht in dezelfde grondexploitatie. Op dit moment staat een groot aantal woningbouwprojecten in Leimuiden in de planning (zie kopje woonprogramma Leimuiden hieronder). Concreet ligt de vraag voor of het project Beukenlaan fase IV daarom op dit moment wel als project gehandhaafd moet blijven. Het voorstel is om het project Beukenlaan fase III en IV op te splitsen. Voor het project Beukenlaan fase III is een grondverkoopcontract afgesloten en dit grondcomplex zal separaat worden afgerond. Het plandeel Beukenlaan fase IV wordt per afgesloten en naar de liggende voorraad geplaatst. Onderbouwing Pro Belangrijke bestuurlijke afweging is de toename van het aantal woningen in Leimuiden (zie tabel) Hierdoor kunnen eerst ander woningbouwlocaties worden ontwikkeld zonder dat er eventueel sprake is van dezelfde of vergelijkbare woningtypen. Woningmarkt analyse 2015 biedt houvast om te verkennen waar op deze locatie in de toekomst vraag naar is. Gemeente behoudt een goede grondpositie voor een ontwikkeling in de toekomst. Boekwaarde van Beukenlaan IV is laag. Verenigingen op locatie krijgen voor de komende jaren duidelijkheid over ontwikkeling. Voor Beukenlaan III ligt er een overeenkomst met ontwikkelaar Kuin, het bestemmingsplan is onherroepelijk en de ontwikkelaar is in oktober 2015 gestart met de bouw van 47 woningen. Opbrengsten projectdeel Beukenlaan III komen na afsluiting in 2017 beschikbaar in tegenstelling tot de huidige planning waarbij dat 2020 of later is. De woningaantallen in Beukenlaan IV zijn opgenomen in de Nota ruimte en mobiliteit van de provincie Zuid-Holland. Dit besluit heeft geen invloed op de woningplanlijst zoals de gemeente die heeft afgestemd met de provincie. De aantallen vervallen niet en dit houdt in dat er ruimte kan ontstaan voor initiatieven elders in de gemeente. Woonprogramma Leimuiden Onderstaande tabel geeft een overzicht van de grotere woningbouw projecten die op dit moment spelen. Ten zien is dat een behoorlijk aantal woningen beoogd is. In juni 2015 is daarover een presentatie gegeven aan het college. Daarnaast hebben de drie schoolbesturen in Leimuiden de wens uitgesproken om naast een gezamenlijke onderwijsvisie ook te willen kijken naar een nieuw gebouw. In dat kader wordt onderzocht of een Integraal Kind Centrum in Leimuiden haalbaar is. In dat project zullen een aantal grondposities vrijkomen waarvan de invulling nu nog onbekend is. Project Woningaantallen Op te leveren Leimuiden West 100 Vanaf 2017 Masterplan Leimuiden 69 Vanaf 2017 Beukenlaan III 47 Vanaf 2016 Voormalig Rabo 23 Vanaf 2016 Totaal 239 Contra Uitplaatsen verenigingen blijft een aandachtspunt voor later. Het positieve saldo (de stille reserve) op fase IV van circa 1,1 mln. NCW vervalt. Effecten Grondexploitatie Beukenlaan III wordt conform huidige exploitatie afgerond De gronden van Beukenlaan fase IV gaan naar de liggende voorraad. De stille reserve wordt verlaagd met circa 1,1 mln. (NCW (netto contante waarde) ). De drie verenigingen op locatie kunnen de huidige gronden voorlopig blijven gebruiken Rvs Grondexploitatie Beukenlaan III en IV Leimuiden 14 december 2015 Pagina 2 van 4

84 Uitvoering Kosten De huidige grondexploitatie voor Beukenlaan fase III en IV heeft een positief saldo van circa 2,5 mln. NCW per Indien fase IV afgesloten wordt dan zal het saldo dalen naar circa 1,35 mln. NCW Het effect van het afsluiten van fase IV is dus circa 1,15 mln. Dit heeft tot gevolg dat de stille reserve met ditzelfde bedrag omlaag gaat. De boekwaarde die op dit moment in de grondexploitatie is opgenomen, zal volledig meegenomen worden in het overblijvende deel fase III. De boekwaarde per was Doordat fase IV afgesloten wordt zal het project Beukenlaan III eerder afgerond kunnen worden. De afronding stond voor eind 2019 en dat zal nu eind 2017 worden. Wellicht dat dit nog een jaar wordt opgeschoven gezien de huidige voortgang. Er zal eerder beschikt kunnen worden over het positieve saldo. Normaal gesproken is dit op de einddatum of, als uw raad hiertoe besluit, op een eerder moment door een winstneming. Participatie en tijdlijn Over het wel of niet uitvoeren van Beukenlaan IV is het afgelopen jaar op diverse momenten van gedachten gewisseld met inwoners en betrokken verenigingen. Onderstaand is een overzicht van de participatiemomenten weergegeven. Wie? Wanneer? Wat? Inwoners via het traject Kernen in hun Kracht begin 2015 Beukenlaan IV laagst gewaardeerd om te ontwikkelen Dorpsraad Leimuiden medio 2015 Beukenlaan IV opdelen besproken in projectencarrousel IJsclub Nut en Vermaak Gesprekken 2015 Van begin 2015 tot heden hebben we zo n vijf Scouting 63 Gesprekken 2015 Volkstuinvereniging Gesprekken 2015 overleggen gehad met de drie verenigingen. Daarin is gesproken over mogelijke uitplaatsing, die gedachte is langzaam geland en positief ontvangen. In het laatste projectenboek en tijdens de projectcarrousel is deze koers al aangekondigd. Wel behoeft deze een duidelijke lijn richting de toekomst en daarom dient na besluitvorming aandacht besteed te worden aan de communicatie richting de inwoners, dorpsraad en betrokken verenigingen. november/december 2015 besluit raad eind 2015 communicatie inwoners etc 2015 / 2016 vrvolggesprekken verenigingen Risico s De gemeente blijft de gronden Beukenlaan IV in eigendom houden. De mogelijkheid van realisatie van 75 woningen in het kader van de provinciale nota vervalt niet. Dit besluit kent dan ook geen risico s. Duurzaamheid Dit besluit heeft geen gevolgen en zal geen bijdrage leveren aan het thema duurzaamheid. Evaluatie Beukenlaan III wordt separaat opgenomen in het projectenboek dat halfjaarlijks aan de raad wordt aangeleverd. Met betrekking tot Beukenlaan IV blijven we in gesprek met de verenigingen op locatie Rvs Grondexploitatie Beukenlaan III en IV Leimuiden 14 december 2015 Pagina 3 van 4

85 Zodra hier vorderingen zijn wordt u hierover geïnformeerd. Indien Beukenlaan IV weer ontwikkeld moet worden zal een voorbereidingskrediet bij de raad gevraagd worden. Roelofarendsveen,10 november 2015 Burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem, de gemeentesecretaris, de burgemeester, M.E. Spreij mr. K.M. van der Velde-Menting Bijlagen behorend bij het voorstel Grondexploitatie Beukenlaan fase III (vertrouwelijk) Bijlagen ter inzage Rvs Grondexploitatie Beukenlaan III en IV Leimuiden 14 december 2015 Pagina 4 van 4

86 Raadsavond 14 december 2015 Registratienummer Portefeuillehouder F.M. Schoonderwoerd Opsteller F. van Haastregt en M. Jehee Onderwerp Krediet haalbaarheidsonderzoeken brede scholen Beslispunten Een krediet van beschikbaar te stellen voor de uitvoering van haalbaarheidsonderzoeken onderwijshuisvesting in Leimuiden/Rijnsaterwoude en Oude Wetering/Roelofarendsveen en in de dekking te voorzien door dit ten laste te bregen van het krediet Integraal Masterplan Onderwijs 2015 (IN0156). Wat willen we bereiken Invulling geven aan de geformuleerde inspanning in de begroting 2016: onderzoek realisatie brede scholen Wat gaan we daarvoor doen Opdracht verlenen aan externen om onderzoek te doen met als onderzoeksresultaten. - in het voorjaar 2016 duidelijkheid over de haalbaarheid van een Integraal Kindcentrum in Leimuiden - begin 2016 duidelijkheid over de mogelijke scenario s voor een Multi Educatief Centrum in Oude Wetering/Roelofarendsveen\ Daarna volgt mogelijk vervolgopdracht voor nader onderzoek Rvs Krediet Brede school 14 december 2015 Pagina 1 van 2

87 Inleiding De gemeente heeft een zorgplicht om in adequate onderwijshuisvesting te voorzien. De meeste gebouwen zijn 40 jaar oud en voldoen niet meer aan de (gebouwtechnische, duurzame en onderwijskundige) eisen van deze tijd. Na het realiseren van Kaskade en de start van de bouw van een brede school in Hoogmade is het interessant om de mogelijkheden in Leimuiden/Rijnsaterwoude en Oude Wetering/Roelofarendsveen te onderzoeken. Onderbouwing - Zowel de gemeente als de schoolbesturen staan voor de opgave om efficiënte, integrale onderwijshuisvesting te realiseren. - De gemeente ontvangt rijksmiddelen voor nieuwbouw onderwijshuisvesting. - Het is interessant om de meest efficiënte scenario s per kern te onderzoeken. - De gemeente is zelf partij. Mede daarom is het verstandig om het onderzoek door externe specialisten te laten uitvoeren. Uitvoering Kosten Het voorstel is om van het krediet Integraal Masterplan Onderwijs 2015 (IN0156) beschikbaar te stellen voor de uitvoering van haalbaarheidsonderzoeken. Het krediet Integraal Masterplan Onderwijs 2015 bedraagt 1,3 miljoen. De verwachting is dat de eerste onderzoeksopdrachten ca kosten. Als de eerste resultaten bekend zijn, kunnen verdere specialisten aan de slag. Participatie en tijdlijn besluit gemeenteraad opdracht haalbaarheid en scenario's 1e resulaten gemeente en besturen eventueel nader specialisme Risico s Aan het beschikbaar stellen van gelden zit geen risico. Duurzaamheid Het onderzoek is gericht op duurzame onderwijshuisvestingsmogelijkheden, voor het onderwijs en gemeentelijk vastgoedbeleid van de toekomst. Evaluatie De eerste resultaten worden in het voorjaar 2016 verwacht. Roelofarendsveen, 3 november 2015 Burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem, de gemeentesecretaris, de burgemeester, M.E. Spreij mr. K.M. van der Velde-Menting Bijlagen behorend bij het voorstel - Bijlagen ter inzage Rvs Krediet Brede school 14 december 2015 Pagina 2 van 2

88 Raadsavond 14 december 2015 Registratienummer Portefeuillehouder Werkgeverscommissie van de griffier Opsteller B.S.M. Sepers Onderwerp Ontslagbesluit griffier Beslispunten De griffier van de gemeenteraad van Kaag en Braassem, de heer drs. B.S.M. Sepers, per 15 december 2015 eervol ontslag te verlenen. Wat willen we bereiken De gemeenteraad is de werkgever van de griffier en is bevoegd deze aan te nemen, te schorsen en te ontslaan. Wat gaan we daarvoor doen De griffier heeft per brief van 3 november 2015 ontslag aangevraagd in verband met het aannemen van een andere functie. De gemeenteraad moet formeel het ontslag verlenen. De werkgeverscommissie van de griffier heeft besloten geen interim griffier aan te stellen gedurende de periode van werving. De raadsadviseur, mevrouw M.. Buis-Mellema, treedt op als plaatsvervangend griffier. De ondersteuning van de gemeenteraad bij haar werkzaamheden is hiermee geborgd. De werkgeverscommissie maakt afspraken met de raadsadviseur over tijdelijke urenuitbreiding en waarnemingstoelage. Roelofarendsveen, De werkgeverscommissie van de griffier de griffier, de voorzitter, dhr. B.S.M. Sepers mw. K. van der Kaaden Bijlagen behorend bij het voorstel Bijlagen ter inzage - Brief van 3 november 2015, verzoek tot ontslag griffier Rvs Ontslagbesluit griffier 14 december 2015 Pagina 1 van 1

89 Raadsavond 14 december 2015 Registratienummer Portefeuillehouder H.J.A. van Schooten Opsteller F.W. van Haastregt: Onderwerp Grondexploitatie voormalig postkantoor Roelofarendsveen Beslispunten A. Grondexploitatie voormalig postkantoor Roelofarendsveen vaststellen; B. Geheimhouding opleggen op grondexploitatie voormalig postkantoor Roelofarendsveen. Wat willen we bereiken De gemeenteraad van Kaag en Braassem heeft op 15 juli 2013 het bestemmingsplan Sotaweg Roelofarendsveen vastgesteld (betreft bouwplan op deel 0 in bijlage, bouwaanvraag nog niet gedaan). Hierdoor wordt herontwikkeling voor de locatie van het voormalig postkantoor mogelijk. In de besluitvorming is opgenomen de verkeersveiligheid voor fietsers binnen het plangebied te optimaliseren en aan de raad voor te leggen. Hieraan wordt nu invulling gegeven. Verder draagt dit plan bij aan de koers die het raadsakkoord beoogt door een mogelijkheid te geven voor dit initiatief onder regie van de gemeente. We treden kaderstellend op en faciliteren door middel van personele inzet en zorgen voor een project met gesloten beurs. Ook draagt dit plan bij aan doelstellingen als prettig wonen en woningen concentreren op locaties met een goed voorzieningenaanbod. En het project draagt bij aan het verbeteren en veiliger maken van bestaande fietsroutes. Wat gaan we daarvoor doen Wij zijn voornemens een stuk grond van 500 m² aan de ontwikkelaar te verkopen ten behoeve van extra parkeren voor zijn bouwplan. Dit stuk grond moet ombestemd worden van groen naar parkeren. Hiervoor levert de ontwikkelaar een ruimtelijke onderbouwing aan op basis waarvan de gemeente het bestemmingsplan zal wijzigen. Daarnaast hebben wij de regie op het ontwerp en de uitvoering van de civieltechnische voorzieningen van de openbare ruimte in het plangebied. Zodra de plannen van de ontwikkelaar gereed zijn houden we een inloopavond voor de omwonenden om de plannen te delen Rvs Grondexploitatie voormalig postkantoor Roelofarendsveen 14 december 2015 Pagina 1 van 4

90 Inleiding In het plan zitten op hoofdlijnen de volgende drie componenten: 1. Bouwplan op voormalig postkantoor, bestemmingsplan in 2013 vastgesteld, ontwikkelaars moet de bouwaanvraag nog doen; 2. Wijziging groenstrook ca 500m2 naar parkeren, wijzigingsverzoek loopt 3. Gebiedsontwikkeling omgeving voormalig postkantoor, bijgaand voorstel De gemeente is sinds 2014 intensief met de ontwikkelaar in gesprek om gezamenlijk tot de beoogde gebiedsontwikkeling te komen. De ontwikkelaar heeft een principeverzoek gedaan om een strook groen van ca 500 m² over te nemen en om te bestemmen naar parkeren (plandeel 2). Ons college heeft hiermee ingestemd en de wens uitgesproken om binnen het plangebied een optimalisatie aan de infra uitvoeren. Dit betreft het verbeteren van de fietsenstalling tegenover de Schelp en de fietsaansluiting op de rotonde verbeteren en veiliger maken (zie tekening, plandeel 4). Daarnaast dient in het kader van de beoogde ontwikkeling de Infra voor het oude postkantoor, cafe Hogenboom en cafetaria de Schelp opnieuw ingericht te worden om aan de parkeernorm te voldoen (plandeel 1 en 3). Hiervoor is echter geen budget beschikbaar, tenzij de opbrengsten van de te verkopen grond hiervoor wordt ingezet. De ontwikkelaar bekostigt een groot deel van de civiele ingrepen in plandeel 1 en daarmee kan de exploitatie uitgevoerd worden met een gesloten beurs. Centrale vraag is of uw raad hiermee kan instemmen en een grondexploitatie wil activeren. Deel 0 Onderbouwing Pro - Draagt bij aan de uitwerking van het raadsakkoord - Ontwikkelaar is akkoord met het definitief ontwerp, de begroting en de kostenverdeling en de anterieure overeenkomst is getekend Rvs Grondexploitatie voormalig postkantoor Roelofarendsveen 14 december 2015 Pagina 2 van 4

91 - Ontwikkelaar geeft invulling aan bouwplan op voormalig postkantoor - Afronding rotonde Alkemadelaan wordt mogelijk gemaakt - Verbetering veiligheid door aansluiting voor fietsers op rotonde - het voetbalveldje blijft voor de samenleving bestaan - ontwikkelaar zorgt voor een adequate afscheiding tussen het veldje en het complex (artikel 5a lid 1 anterieure overeenkomst) Er ligt hier een kans om de leefomgeving van dit belangrijke ontmoetingspunt in Roelofarendsveen nog aantrekkelijk en veiliger te maken. Er is een akkoord met de ontwikkelaar door middel van een anterieure overeenkomst op het definitief ontwerp met bijbehorende begroting. Daarmee is de casus afgebakend en inzichtelijk. Het bestemmingsplan 'Sotaweg ' voorziet voor deze ontwikkeling van 20 parkeerplaatsen extra, naast de reeds aanwezige plekken. Voor de ontwikkeling van appartementen op de locatie zijn 22 parkeerplaatsen benodigd (14 appartementen x 1,6 parkeerplaats), voor de commerciële ruimte 6 parkeerplaatsen (400 m² kantoor x 1,5 ppl) en voor de appartementen boven ''de Buren'' 2 parkeerplaatsen. Dit brengt het totaal aantal benodigde plaatsen op 30. De ontwikkelaar voorziet in 13 parkeerplaatsen extra en heeft op 22 januari 2014 een principeverzoek ingediend voor de aanleg van deze extra parkeerplaatsen op een groenstrook van de gemeente. Ons college heeft het verzoek getoetst aan het bestemmingsplan, ruimtelijke invulling en groenbeheer, veiligheid fietsers Sotaweg, verkeer en parkeren en onder voorwaarden ingestemd met het verzoek en de daarbij behorende verkoop. Contra - Een groenstrook van 500 m² wordt omgezet in verharding Uitvoering Kosten Het project heeft als doelstelling een neutraal resultaat, saldo NCW 0. De kosten dienen dus gedekt te worden uit enerzijds de grondverkoop ten behoeve van parkeren en anderzijds de exploitatiebijdrage van de ontwikkelaar voor de kosten in het openbaar gebied. De door de ontwikkelaar te betalen vergoedingen zijn opgenomen in de anterieure overeenkomst. Het risico op over- en onderschrijding van de kosten bij de uitvoering liggen bij de gemeente en worden voor zover mogelijk gedekt door de post onvoorzien. Verder is een risicoanalyse opgesteld naar aanleiding waarvan een bedrag in de reserve bouwgrondexploitatie is opgenomen. Dit zal met de jaarrekening 2016 worden geëffectueerd. Participatie en tijdlijn Op 11 december 2013 is voor de eerste keer aandacht besteed aan het betrekken van omwonenden bij het plan. De ontwikkelaar heeft een informatiebijeenkomst georganiseerd voor de omgeving. Vervolgens is op 23 oktober 2014 een bijeenkomst gehouden voor een uitgebreidere groep omwonenden en gebruikers van de infra. Als de ontwikkelaar een ontwerp van het bouwplan gereed heeft, wordt het totale plan nogmaals gepresenteerd aan een ieder akkoord GREX 2016 ontwerp bestek 2016 start bouw 2017 opleveren infra Risico s Bodemonderzoek voor het gehele plangebied is inmiddels uitgevoerd. Daaruit blijkt dat voor wat betreft verontreiniging geen risico aanwezig is. In de exploitatie is een post onvoorzien opgenomen waar de ontwikkelaar deels aan bijdraagt Rvs Grondexploitatie voormalig postkantoor Roelofarendsveen 14 december 2015 Pagina 3 van 4

92 Duurzaamheid Deze gebiedsontwikkeling draagt bij aan het duurzaam veilig inrichten van de leefomgeving. Onder meer door het verbeteren van de veiligheid voor fietsers, het oplossen van het probleem van de fietsenstalling en het verbeteren van de parkeersituatie. Evaluatie Na besluitvorming wordt de exploitatie opgestart. Het eerste resultaat zal zijn de verkoop van de grond ten behoeve van parkeren aan de ontwikkelaar. Vervolgens wordt het bestek van de infra uitgewerkt en aanbesteed. Zodra alle werkzaamheden zijn afgerond en de openbare ruimte aan ons is opgeleverd, is het project afgerond. Het project wordt opgenomen in het projectenboek waarin over de voortgang aan de raad wordt gerapporteerd. Roelofarendsveen, 10 november 2015 Burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem, de gemeentesecretaris, de burgemeester, M.E. Spreij mr. K.M. van der Velde-Menting Bijlagen behorend bij het voorstel 1. Definitief Ontwerp plangebied 2. Rapportage grondexploitatie (vertrouwelijk) Bijlagen ter inzage Rvs Grondexploitatie voormalig postkantoor Roelofarendsveen 14 december 2015 Pagina 4 van 4

93 A A B Leliestraat Z bss KF R5.00 C15 R3.00 KF E01 C Trottoir Parkeervak Rijweg Parkeervak N.A.P m B KF 1-1 bss 1-1 bss ANWB-bord Sotaweg DWARSPROFIEL A-A Sotaweg schaal 1:100 LEGENDA C 2.50 Werkgrens C 134 Fietsenstalling Parkeervak Materiaalgrens Erfgrens D 2.50 oppervlakte: 502m Z 2.50 J09 N.A.P m DWARSPROFIEL B-B Fietsenstalling langs parkeervak schaal 1:100 Z Bestaand asfalt Bestaande boom Bestaande lichtmast D F A A 2.5% 2.5% Nieuwe vlaggemast Nieuwe hoogte Afwateringsprofiel F KF Aanbrengen haaientandtegel, 300x300x60mm KF KF Aanbrengen betonstraatsteen, keiformaat, elleboogverband, kleur: grijs G 136a KF TB 1-1 bss 1-1 bss TB 1-1 TBv R Aanbrengen betontegel 300x300x45 mm, halfsteensverband, kleur: grijs Aanbrengen betontegel 300x300x60 mm, halfsteensverband, kleur: rood Aanbrengen trottoirband 130/150x250 mm, verlaagd G KF TB Aanbrengen trottoirband 130/150x250 mm H G11 OB 1-1 Aanbrengen opsluitband 100x200 mm Aanbrengen 1-1 streep, 1-1m breed, thermoplast H 150 R 1-1 bss Aanbrengen 1-1 streep, 1-1m breed, witte betonstraatsteen 4 TB Aanbrengen fietsenrek voor 4 fietsen h.o.h. 375mm J C R5.00 KF 2.10 TBv TBv B09 Aanbrengen verkeersbordpaal met verkeersbord en type Aanbrengen straatkolk J 8 6 R Aanbrengen trottoirkolk N01 TB Planten haag K TB Z TB TB TB Zaaien gras Grond van gemeente naar ontwikkelaar (502 m2) K G11 B06 Grond van ontwikkelaar naar gemeente (44 m2) L Spireastraat Afdekplaat B TB bss OB R 2.70 C OPMERKINGEN: - Maten in meters, tenzij anders aangegeven - Hoogtematen in meters t.o.v. N.A.P., tenzij anders aangegeven - Aantal parkeervakken totaal: 66 stuks Openbare ruimte: 53 stuks Particulier terrein: 13 stuks L M N m 1 2 Alkemadelaan 3 B 4 TB OB DWARSPROFIEL C-C Rotonde/nieuwe fietspad schaal 1: D Toevoegen over te dragen grond WFR EVL SST C B A omschrijving Uitbreiden uitgeefbaar gebied en aanpassen parkeervak WFR EVL SST Verschuiven uitgeefbaar gebied WFR EVL EVL Afmetingen toegevoegd PBO SST SST Eerste uitgave DdG FPO SST revisie omschrijving getekend gecontroleerd akkoord datum opdrachtgever Gemeente Kaag en Braassem project Sotaweg Toekomstige situatie formaat schaal fase bladnr. van documentstatus Definitief HaskoningDHV Nederland B.V. Planning and Strategy projectnummer / tekeningnummer documentversie A1 1:200 Definitief Ontwerp 1 1 BD DO-202 D D:\Box Sync\BD8183 Sotaweg Roelofarendsveen\BD8183 Team\BD8183 Technical Data\03 Tekeningen\01 Kader\BD DO-202.dwg M Filename : N

94 Betreft agendapunten 10 en 11 van het politiek forum van 23 november aangaande Sotaweg en Leliestraat Roelofarendsveen. Als direct aanwonenden in de Leliestraat willen wij een aantal opmerkingen maken en vragen stellen over deze plannen en over de publicaties die hier over zijn verschenen. Wij willen allereerst opmerken dat wij als bewoners en eigenaars van het blok woningen Leliestraat 2 t/m 10 en Sotaweg 132 met de volgende nadelen en voordelen worden geconfronteerd. Allereerst de nadelen: Het nieuw te bouwen complex en de daarbij behorende uitbreiding van parkeerruimten ten koste van het trapveldje betekent het volgende voor ons: -dat ons uitzicht op een vijf meter hoog gebouw, verandert in het zicht op een veertien meter hoog gebouw (ruwweg drie maal hoger dus), waarvan de gevel bovendien ook aanzienlijk dichter op onze woningen komt te staan. Hierdoor zal de hoeveelheid licht en uitzicht op de lucht in onze huizen afnemen en zal het aantal uren aanwezigheid van zon navenant afnemen. Mogelijk zal de nieuwbouw ook ten koste gaan van onze privacy door inkijk van bewoners van de appartementen die tegenover ons komen. -dat het aantal geparkeerde auto's zal toenemen, hetgeen zal betekenen dat onze huidige ter beschikking staande parkeerruimten veel vaker niet beschikbaar zullen zijn. Erger nog dat er mogelijk een parkeerverbod zal komen op het gedeelte van de Leliestraat, ingang/uitgang nieuwe parkeerstrook, dus vóór onze woningen en dus een parkeerverbod van de tot heden door ons gebruikte parkeerruimten. -dat indien geen éénrichtingsverkeer wordt gecreëerd op het nieuw uit te geven parkeerstrook, wij te maken zullen krijgen met inschijnende autoverlichting van vertrekkende auto's. -dat in plaats van het zicht op een groen veld, waarop een groot deel van het jaar de jeugd voetbalt en sport, wij tegen een rij geparkeerde auto's aankijken. -dat door voorgaande nadelen de waarde van onze woningen zal afnemen. Het enkele voordeel dat wij zien betreft het feit dat wij door de gedaalde waarde van onze woning minder gemeentelijke OG belasting hoeven te betalen. Verder zien wij geen voordelen. Onze vragen: -Waarom zouden wij instemmen met een verandering die enkel nadelen voor ons te weeg zullen brengen? -Welke compensatie krijgen wij voor het door ons in te leveren woongenot en de waardedaling van de woningen? -Waarom wordt er groen ingeleverd, hetgeen toch al heel spaarzaam aanwezig is in deze wijk, enkel en alleen onder de noemer dat dit bestemd is om de verkeersonveiligheid op te heffen, welke door een particulier bouwplan is ontstaan? Is het niet gewoon een basistaak var^de gemeente -onvde" verkeersveiligheid op orde te brengen en te houden, dus om er voor tetzorgen dat er geënte Ižrt AAú* verkeersonveilige situatie kan ontstaan. Doc.soort DPťim: ļ Vclcnr OVB: ja/nee Fysiek: ja/nee 2 k NOV 2015 OR Ml SL

95 44/ t -Waarom moeten wij instemmen met al deze nadelen en moet de gemeenschap groen afstaan voor meer parkeerplaatsen ten behoeve van een ruimer bouwplan welke enkel is ingegeven door het rendabel maken van particuliere investeringen van anderen. Wij zijn van mening dat wij enkel en alleen kunnen instemmen met een plan dat ons geen nadelen oplevert, dus nieuwbouw niet of in geringe mate hoger dan de bestaande bouw en behoud van ons uitzicht en van onze parkeergelegenheid. In publicaties van streekbladen wordt gesteld dat omwonenden hebben ingestemd bij de voorlichtingsavonden die zijn gegeven. Dit is niet juist. Een aantal omwonenden (niet iedereen was aanwezig) hebben dit bijgewoond en zijn voorgelicht van de plannen. De aanwezigen hebben hierbij niet aangegeven dat zij het eens of oneens zijn met de voorgestelde plannen. De vraag is ook hoe concreet zijn de geschetste plannen en wat is de status van een dergelijk voorlichting? Middels dit schrijven hebben wij willen aangeven dat de verkoop van de grond en de hogere nieuwbouw geheel botsen met onze belangen, namelijk behoud van ons woongenot. Wij hopen dat u hier rekening mee zult houden bij de besluitvorming over dit voorstel. Roelofarendsveen, 22 november 2015 Ja" ñ 0,*

96 Bezoekadres Westeinde 1, 2371 AS Roelofarendsveen m a ŗ ^ ^ s T *. G E M E E N T E Kaag en Braassem Postadres Postbus 1,2370 AA Roelofarendsveen T: (071) E: info@kaagenbraassem.nl w: ONTVANGSTBEVESTIGING Datum in ontvangst: 2.3 N.0V. 2015L Betreft:..íó.^.^.. ļo ~t ^ Afzender:...WÄu dr?* [/.źĥ ĥçţ*/?: Adres:, Cc š f je CLĆC b?- In ontvangst genomen öoor..ĩ^...^.(i^i^.ų^.r.mo^^

97 KENNISGEVING VOORGENOMEN UITGEBREIDE PLANOLOGISCHE AFWIJKING Kennisgeving van het voornemen van het college om medewerking aan een project te verlenen middels een uitgebreide planologische afwijking ingevolge artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Gelet op het bepaalde in artikel 6.5 van het Besluit omgevingsrecht heeft uw raad bij besluit van 4 februari 2013 (kenmerk RD ) aangegeven over elke voorgenomen uitgebreide planologische afwijking geïnformeerd te willen worden. Dossier: Omschrijving aanvraag: Locatie: Toelichting aanvraag: W het afwijken van de bestemming voor het realiseren van parkeerplaatsen aan de Leliestraat, achter Sotaweg 134 te Roelofarendsveen Leliestraat, achter Sotaweg te Roelofarendsveen De gemeente is sinds 2014 intensief met de ontwikkelaar in gesprek om gezamenlijk te komen tot de ontwikkeling van het gebied Sotaweg te Roelofarendsveen. Wij hebben de wens uitgesproken binnen het plangebied een optimalisatie van de infrastructuur uit te voeren. Het totaalproject* betreft: a) de herontwikkeling van het voormalige postkantoor b) de verkoop van grond ten behoeve van het parkeren om deze ontwikkeling mogelijk te maken c) herstructurering van de inrichting van de openbare ruimte voor extra parkeerplaatsen d) de fietsenstalling tegenover De Schelp en de fietsaansluiting op de rotonde verbeteren en veiliger maken (zie plandeel 4). Op 3 februari 2015 hebben wij een positieve grondhouding ingenomen t.a.v. het principeverzoek tot het afwijken van de bestemming van een deel van de groenvoorziening (ca. 450m 2 ) ten behoeve van de aanleg van parkeerplaatsen nabij het perceel Sotaweg te Roelofarendsveen. De ontwikkelaar zet deze parkeerplaatsen in voor het nog te realiseren bouwplan ter plaatse van het voormalige postkantoor. Vervolgens heeft Roelofarendsveen Vastgoed B.V. op 22 juli 2015 een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor de activiteit afwijken van het bestemmingsplan voor een gedeelte van het aldaar aanwezige trapveld.

98 Deze kennisgeving betreft derhalve uitsluitend onderdeel b) van het bovengenoemde project. Omschrijving strijd regels bestemmingsplan: Ter plaatse geldt het bestemmingsplan Veenwetering met de bestemming Groen (artikel 6). Binnen deze bestemming zijn groen- en speelvoorzieningen, watergangen en -partijen, voorzieningen van beeldende kunst en algemeen nut, jongerenontmoetingsplaatsen, langzaam verkeer routes en de daarbij behorende voorzieningen toegestaan. De voorziene parkeerfunctie valt daar niet onder. Datum besluit college: 3 februari resp. 13 oktober 2015 Bijlagen: - Besluit van het college van 3 februari Besluit van het college van 13 oktober 2015 incl. * overzicht totaalproject - Ontwerp ruimtelijke onderbouwing van 5 oktober 2015 NB. Met de nu voorgestane integrale oplossing, waarvan de onderhavige aanvraag deel uitmaakt, ook recht wordt gedaan aan de motie van uw raad van 15 juli 2013, waarin aandacht wordt gevraagd voor de veiligheid van de fietsers komend vanaf de Sotaweg. Beoordeling Politiek Forum...

99 omgevingsvergunning Sotawegpostkantoor Gemeente Kaag en Braassem

100 Planstatus: Plan identificatie: ontwerp NL.IMRO.1884.SR Datum: Contactpersoon Buro SRO: Kenmerk Buro SRO: Opdrachtgever: R. van den Boer SR Roelofarendsveen Vastgoed Buro SRO 't Goylaan AA Utrecht BTW nummer: NL B01 KvK nummer: Rabobank rekeningnummer: NL44.RABO t.n.v. Buro SRO B.V. te Utrecht 2

101 Inhoudsopgave 1 Inleiding Aanleiding Ligging plangebied Geldend bestemmingsplan Leeswijzer Het initiatief Huidige situatie Toekomstige situatie Beleidskader Rijksbeleid Provinciaal beleid Gemeentelijk beleid Haalbaarheid Milieueffectrapportage Milieu Water Verkeer en parkeren Ecologie Archeologie Cultuurhistorie Economische uitvoerbaarheid

102 4

103 1 Inleiding 1.1 Aanleiding lnitiatiefnemer is voornemens het voormalige postkantoor aan de Sotaweg 134 te Roelofarendsveen (gemeente Kaag en Braassem) te herontwikkelen. Voor deze locatie is op 15 juli 2013 het bestemmingsplan Sotaweg vastgesteld. Ten tijden van het opstellen van dit bestemmingsplan was nog geen exact programma voor de locatie vastgesteld. lnmiddels is binnen de kaders van de bebouwingsmogelijkheden van het geldende bestemmingsplan dit programma wel vastgesteld en is een aanvulling nodig om in een adequate regeling voor parkeren te voorzien. Hiervoor zijn geen reële mogelijkheden binnen het huidige bestemmingsplan. Aangrenzend aan de ontwikkellocatie wil de initiatiefnemer een aparte parkeerplaats realiseren ten behoeve van de ontwikkeling. Het plangebied is gelegen in het planologische regime van het bestemmingsplan 'Veenwetering'. Dit bestemmingsplan is op 2 maart 2009 vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Kaag en Braassem. Om de parkeervoorzieningen mogelijk te maken binnen de bestaande groenbestemming is een wijziging van het juridisch-planologische kader noodzakelijk. In dit geval een Ruimtelijke Onderbouwing (ROB). 1.2 Ligging plangebied Het plangebied van voorliggende ruimtelijke onderbouwing bestaat uit een deel van het openbaar groen, gelegen achter Sotaweg 134 te Roelofarendsveen. Het plangebied wordt aan de noordkant omgeven door woonpercelen, aan de zuid- en oostkant door de ontwikkellocatie (oude postkantoor) en aan de westkant door openbaar groen. De volgende afbeelding toont de globale begrenzing van het plangebied. Globale begrenzing plangebied (bron google maps) 5

104 1.3 Geldend bestemmingsplan Het plangebied is gelegen in het planologische regime van het bestemmingsplan 'Veenwetering'. Dit bestemmingsplan is op 2 maart 2009 vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Kaag en Braassem. De volgende afbeelding toont een uitsnede van de verbeelding van het geldende bestemmingsplan. Fragment verbeelding geldend bestemmingsplan 'Veenwetering' (plangebied indicatie binnen rood kader) In het geldende bestemmingsplan heeft het plangebied de bestemming 'Groen'. Om de parkeervoorzieningen mogelijk te maken binnen de bestaande groenbestemming is een wijziging van het juridisch-planologische kader noodzakelijk. Deze ruimtelijke onderbouwing is noodzakelijk om het initiatief te kunnen realiseren. 1.4 Leeswijzer Na dit inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 het initiatief beschreven. In hoofdstuk 3 is een beschrijving van het relevante beleid opgenomen. In hoofdstuk 4 wordt het project inhoudelijk op haalbaarheid getoetst aan de hand van het geldende beleid en (milieu)wetgeving. Tot slot bevat hoofdstuk 5 de economische uitvoerbaarheid van het plan. 6

105 2 Het initiatief 2.1 Huidige situatie Het plangebied bevindt zich achter de ontwikkellocatie Sotaweg , gelegen tussen de Leliestraat en de Spireastraat. Het plangebied betreft een strook van een openbaar grasveld met een oppervlakte van circa 390m². 2.2 Toekomstige situatie Om de ontwikkelingen op Sotaweg in een adequate regeling voor parkeren te voorzien wil de initatiefnemer 13 parkeerplaatsen realiseren in het plangebied. De voorgestelde parkeerregeling zoals beschreven in het reeds opgestelde bestemmingsplan 'Sotaweg ' kende een aantal knelpunten. Naast een tekort aan parkeerplaatsen (door aanpassingen in het programma) waren er ook twijfels bij de gevolgen voor de verkeersveiligheid. Om deze knelpunten op te lossen is een nieuwe terreinindeling gemaakt. Terreinindeling plangebied Binnen het oorspronkelijke plangebied Sotaweg is volgens het bestemmingsplan plaats voor 20 parkeerplaatsen. Het nieuwe plangebied heeft plaats voor 13 extra parkeerplaatsen, wat het totaal brengt op 33 stuks. Voor het huidige programma van 14 appartementen, 400 m2 kantoorruimte en 2 appartementen boven de Buren is voor de totale locatie het volgende aantal parkeerplaatsen benodigd: 7

106 8

107 3 Beleidskader 3.1 Rijksbeleid Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte vastgesteld. De Structuurvisie vervangt een groot aantal verschillende beleidsnota s op het gebied van ruimte en mobiliteit zoals de Nota Ruimte (2006), Structuurvisie Randstad 2040 en de Structuurvisie voor de snelwegomgeving (2008). Door onder andere nieuwe politieke accenten, veranderende economische omstandigheden, klimaatverandering en toenemende regionale verschillen zijn de geldende beleidsnota's gedateerd. De visie heeft als doel dat Nederland in 2040 concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig is. Daarbij gaat de visie uit van het decentraal, tenzij... principe. Hiermee wordt de ruimtelijke ordening in toenemende mate neergelegd bij gemeenten en provincies. Een rijksverantwoordelijkheid kan aan de orde zijn indien: een onderwerp nationale baten en/of lasten heeft en de doorzettingskracht van provincies en gemeenten overstijgt; over een onderwerp internationale verplichtingen of afspraken zijn aangegaan; een onderwerp provincie- of landsoverschrijdend is en ofwel een hoog afwentelingsrisico kent ofwel in beheer bij het Rijk is. Nederland concurrerend Nederland heeft een goede ruimtelijke economische structuur voor een excellent vestigingsklimaat voor bedrijven en kenniswerkers. Dit betekent onder andere een uitstekende internationale bereikbaarheid van stedelijke regio s en optimale (logistieke) verbindingen van de mainports Rotterdam en Schiphol, de brainport Zuidoost Nederland en de greenports met Europa en de rest van de wereld. Nederland bereikbaar De groei van mobiliteit over de weg, spoor en vaarwegen zal worden gefaciliteerd. De ambitie is dat gebruikers beschikken over optimale ketenmobiliteit via multimodale knooppunten en door goede afstemming van infrastructuur en ruimtelijke ontwikkeling. Nederland leefbaar en veilig De woon- en werklocaties in steden en dorpen moeten aansluiten op de kwalitatieve vraag en de locaties voor transformatie en herstructurering worden zo veel mogelijk benut. Waterveiligheid en beschikbaarheid van voldoende zoetwater heeft ruimte nodig en stelt eisen aan de stedelijke ontwikkeling. Nederland behoudt haar unieke cultuurhistorische waarden en heeft een natuurnetwerk dat de flora- en faunasoorten in stand houdt. Het aandeel duurzame energiebronnen moet toenemen. Om een zorgvuldig gebruik van de schaarse ruimte te bevorderen, heeft de rijksoverheid de ladder voor duurzame verstedelijking geïntroduceerd. Deze ladder is per 1 oktober 2012 juridisch verankerd in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Dat betekent voor alle ruimtelijke plannen: 1. eerst kijken of er vraag is naar een bepaalde nieuwe ontwikkeling; 2. vervolgens kijken of het bestaande stedelijk gebied of bestaande bebouwing kan worden hergebruikt; 3. mocht nieuwbouw echt nodig zijn, dan altijd zorgen voor een optimale inpassing en bereikbaarheid. 9

108 De provincie Zuid-Holland heeft in haar Verordening Ruimte (2014) een vergelijkbare ladder opgenomen. In de Verordening wordt voorgeschreven dat bestemmingsplannen welke nieuwe stedelijke ontwikkelingen mogelijk maken moeten voldoen in moeten gaan op de volgende eisen: 1. de stedelijke ontwikkeling voorziet in een actuele behoefte, die zo nodig regionaal is afgestemd; 2. in die behoefte wordt binnen het bestaand stads- en dorpsgebied voorzien door benutting van beschikbare gronden door herstructurering, transformatie of anderszins, of 3. indien de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stads- en dorpsgebied van de betreffende regio kan plaatsvinden, wordt gebruik gemaakt van locaties die, a. gebruikmakend van verschillende middelen van vervoer, passend ontsloten zijn of als zodanig worden ontwikkeld, b. passen in de doelstellingen en richtpunten van de kwaliteitskaart van de Visie ruimte en mobiliteit, waarbij artikel (voldoende ruimtelijke kwaliteit) van toepassing is, en c. zijn opgenomen in het Programma ruimte, voor zover het gaat om locaties groter dan 3 hectare. Planspecifiek Onderhavig plan betreft een relatief kleine ontwikkeling binnen bestaand stedelijk gebied. Gezien de kleine schaal van de ontwikkeling is er niet direct raakvlak met het rijksbeleid en biedt toetsing aan de ladder van duurzame verstedelijking geen meerwaarde Besluit algemene regels ruimtelijke ordening Op 30 december 2011 is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) in werking getreden. Vervolgens is op 1 oktober 2012 een 1e aanvulling van kracht geworden. Voortaan moeten gemeenten bij het vaststellen van bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen rekening houden met het Barro. Doel van het Barro is bepaalde onderwerpen uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte te verwezenlijken. In het Barro worden een aantal projecten die van Rijksbelang zijn met name genoemd en exact ingekaderd. Per project worden vervolgens regels gegeven, waaraan bestemmingsplannen zullen moeten voldoen. Het nationale belang dat het stellen van regels voor deze onderwerpen rechtvaardigt, is vastgelegd in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. In het Barro worden vijftien onderwerpen beschreven zoals Kustfundament, Waddenzee en Waddengebied, Erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde, Elektriciteitsvoorziening, Veiligheid rond rijksvaarwegen en Verstedelijking in het IJsselmeer. Planspecifiek De voorliggende ontwikkeling valt niet binnen één van de vijftien beschreven onderwerpen uit het Barro. Daarmee is de ontwikkeling niet strijdig aan het gestelde in dit besluit. 10

109 3.2 Provinciaal beleid Algemeen Provincie Zuid-Holland heeft voor haar ruimtelijke visie de Visie Ruimte en Mobiliteit, de Verordening Ruimte 2014 en het Programma Ruimte vastgesteld. De Visie Ruimte en Mobiliteit bevat het strategische beleid. Het ruimtelijk-relevante, operationele beleid is opgenomen in het Programma Ruimte. De verplichtingen voor ruimtelijke plannen van de provincie of lagere overheden zijn opgenomen in de Verordening Visie Ruimte en Mobiliteit De Provinciale Staten van provincie Zuid-Holland hebben op 9 juli 2014 de Visie Ruimte en Mobiliteit vastgesteld. Met het vaststellen van de VRM is de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie uit 2010, incl. onderliggende herzieningen, komen te vervallen. In de VRM signaleert de provincie de structurele veranderingen in samenleving, economie en milieu. De voorspelbaarheid van nieuwe ontwikkelingen vermindert, demografische ontwikkelingen verschillen en de regionale economie internationaliseert en is kwetsbaar voor externe schokken. Tegelijkertijd gaan technologische innovaties snel en kunnen oplossingen in beeld brengen die nu nog onhaalbaar lijken. Deze tijd vraagt om maatwerk, flexibiliteit en aanpassingsvermogen. De economische, technologische en demografische ontwikkelingen werken door in de wijze waarop mensen en bedrijven de ruimte en het mobiliteitsnetwerk gebruiken. De provincie wil aansluiten op de bestaande en toekomstige dynamiek door waar mogelijk flexibiliteit in regelgeving te bieden. De Visie Ruimte en Mobiliteit is opgesteld vanuit de gedachte dat regels en kaders van de overheid nodig blijven, maar niet nodeloos mogen knellen. De Visie Ruimte en Mobiliteit biedt geen vastomlijnd ruimtelijk eindbeeld, maar wel een perspectief voor de gewenste ontwikkeling van Zuid-Holland als geheel. De gewenste ontwikkeling is verwoord in vier rode draden: 1. beter benutten en opwaarderen van wat er is; 2. vergroten van de agglomeratiekracht; 3. verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit; 4. bevorderen van de transitie naar een water- en energie-efficiënte samenleving. Vanuit het besef dat stad en land één leefomgeving vormen met elkaar aanvullende kwaliteiten, kent deze Visie Ruimte en Mobiliteit een indeling in functionele hoofdstukken. Het hoofdstuk 'Mobiliteit en bebouwde ruimte' geeft uitwerking aan de eerste en tweede rode draad. Het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit (derde rode draad) komt hoofdzakelijk tot uiting in het hoofdstuk 'Kwaliteit van landschap, groen en erfgoed en het bevorderen van de transitie naar een water- en energie-efficiënte samenleving hoofdzakelijk bij Water, bodem en energie. Onder planspecifiek wordt voor voorliggende ontwikkeling nader ingegaan op de hoofdstukken. Planspecifiek Het voorgenomen initiatief zorgt met de aanleg van een aparte afgesloten parkeerplaats voor een veilige verkeerssituatie in de omgeving van de Sotaweg Op deze locatie maakt een leegstaande postkantoor plek voor appartementen en commerciele ruimte. Deze plannen zorgen samen voor een betere benutting van de bestaande ruimte en komen de ruimtelijke kwaliteit ten goede. Hiermee is het initiatief passend binnen Visie Ruimte en Mobiliteit. 11

110 3.2.3 Programma Ruimte Tegelijk met de Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM) hebben Provinciale Staten van Zuid-Holland ook het Programma Ruimte vastgesteld. Dit Programma kent, net als de Visie Ruimte en Mobiliteit, de status van structuurvisie. Gezamenlijk beschrijven ze het integrale ruimtelijk beleid. De vier rode draden die beschreven zijn in de Visie Ruimte en Mobiliteit en die richting geven aan de gewenste ontwikkeling en het handelen van de provincie, komen ook terug in het Programma Ruimte. Dit programma biedt daarom ook zoveel mogelijk de ruimte om kansen, vernieuwende ideeën en plannen uit de samenleving, gezamenlijk door te vertalen naar concrete handelingsperspectieven. Door bijvoorbeeld het proces van gebiedsgerichte verkenningen, kennisontwikkeling, strategisch onderzoek en beleidsinformatie op onderdelen meer in samenwerking met partners in de regio te organiseren, schept de provincie belangrijke voorwaarden voor het (laten) ontstaan van nieuwe vitale coalities van partijen en initiatieven uit de samenleving aan de voorkant van ontwikkelingen gefaciliteerd worden. De verschillende activiteiten zijn inzichtelijk gemaakt in de Actieagenda ruimte. Het Programma Ruimte beschrijft de operationele doelen en de realisatiemix om deze doelen te (doen) bereiken. Ook wordt ingegaan op de rolverdeling en afspraken tussen gemeenten, regio s en provincie. De realisatiemix uit het Programma Ruimte bestaat uit juridische, financiële en bestuurlijke instrumenten en nader uit te werken beleid. In de praktijk worden deze vrijwel altijd gecombineerd ingezet. Planspecifiek Voorliggend planvoornemen maakt geen deel uit van één van de in het Programma Ruimte beschreven projecten. De kleinschalige ontwikkeling kent ook geen verder raakvlak met het Programma Ruimte. Daarmee vormt dit provinciale programma geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van voorliggend planvoornemen Verordening Ruimte Tegelijk met de Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM) hebben Provinciale Staten van Zuid-Holland ook de Verordening Ruimte 2014 vastgesteld. In de verordening stelt de provincie regels aan ruimtelijke ontwikkelingen. De Verordening Ruimte draagt bij aan het realiseren van de provinciaal ruimtelijke beleid zoals dat benoemd zijn in de VRM. De verordening omvat in aanvulling op de Visie Ruimte en Mobiliteit toetsbare criteria waaraan planvorming moet voldoen. Planspecifiek In artikel van de verordening is opgenomen dat een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt aan de volgende eisen moet voldoen: a. de stedelijke ontwikkeling voorziet in een actuele behoefte, die zo nodig regionaal is afgestemd; b. in die behoefte wordt binnen het bestaand stads- en dorpsgebied voorzien door benutting van beschikbare gronden door herstructurering, transformatie of anderszins, of; c. indien de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stads- en dorpsgebied van de betreffende regio kan plaatsvinden, wordt gebruik gemaakt van locaties die: 1. gebruikmakend van verschillende middelen van vervoer, passen ontsloten zijn of als zodanig worden ontwikkeld; 2. passen in de doelstellingen en richtpunten van de kwaliteitskaart van de Visie ruimte en mobiliteit; 3. zijn opgenomen in het Programma ruimte, voor zover het gaat om locaties groter dan 3 hectare. 12

111 De aanleg van parkeergelegenheid in het plangebied sluit aan op de parkeerbehoefte van de aangrenzende ontwikkeling, waarin een postkantoor wordt vervangen door een appartementencomplex met commerciële ruimte. Zoals in bestemmingsplan 'Sotaweg ' reeds is beschreven voorziet de ontwikkeling in de actuele woonbehoefte. Daarnaast is het plangebied gelegen binnen het bestaand stedelijke gebied. Zodoende kan gesteld worden dat de ontwikkeling aansluit op de Verordening Ruimte Gebiedsprofiel Hollandse Plassen Het gebiedsprofiel staat tussen de kwaliteitskaart van de structuurvisie en bijvoorbeeld een beeldkwaliteitplan van de gemeente. Begin 2012 is het gebiedsprofiel Hollandse Plassen vastgesteld door Gedeputeerde Staten en vormt een handreiking om de ruimtelijke kwaliteit mee te nemen in de ruimtelijke planvorming. Het profiel is een gezamenlijk vertrekpunt ten aanzien van de karakteristiek, de ruimtelijke kwaliteit en de ambitie voor dit specifieke gebied. Het profiel verbeeldt en beschrijft wat wordt verstaan onder ruimtelijke kwaliteit, welke elementen aan die kwaliteit ten grondslag liggen in relatie tot de kwaliteitskaart en hoe sturing gegeven kan worden aan behoud en ontwikkeling van ruimtelijke kwaliteit. Het gebiedsprofiel is opgebouwd uit 13 elementen zoals onder andere 'veenweidelandschap', 'water als structuurdrager', 'kwaliteit in stads- en dorpsgebied', Linten blijven linten en Identiteitsdragers van Zuid- Holland. Planspecifiek Het gebiedsprofiel is opgebouwd uit 13 elementen. Voor het plangebied is met name het element 'droogmakerij' van belang. Uitsnede gebiedsprofiel Hollands Plassengebied 13

112 Droogmakerij De droogmakerijen zijn ontstaan door drooglegging van natuurlijke meren en verveningen. Ze kennen een duidelijke begrenzing door een ringdijk, met in de teen van de dijk een ringsloot en aan de buitenzijde van de dijk een ringvaart of oude hoge oeverlanden. Droogmakerijen worden gekenmerkt door weidse panorama s en markante hoogteverschillen tussen droogmakerij en omringend land. Het landschap is visueel open (tenzij het is verstedelijkt), grootschalig en ligt gemiddeld enkele meters lager dan de omgeving: 4 tot 6 meter onder zeeniveau. De droogmakerijen hebben een kenmerkend rationeel verkavelingspatroon met een aangelegd watersysteem met hoofdtochten en een gemaal. De kavels zijn veelal van gelijke grootte maar per polder verschillend in maat en orientatie. Ontginningsboerderijen zijn veelal gebouwd in de oorspronkelijke linten van de ontginningsassen, nabij de ringdijken of, bij grotere polders, op regelmatige afstand langs de ontginningswegen. Verschillen tussen de droogmakerijen zijn te herleiden tot de technieken die werden toegepast voor de drooglegging; molens, stoomgemalen of later elektrische gemalen en het verschil in ondergrond. De ontwikkeling vindt echter in een dusdanig verstedelijkt gebied plaats dat de hierboven beschreven kenmerken niet meer zichtbaar zijn. De aanleg van 13 parkeerplaatsen in het plangebied zal dan ook geen noemenswaardige veranderingen in het gebied veroorzaken. 14

113 3.3 Gemeentelijk beleid Maatschappelijk Ruimtelijke Structuurvisie 2025 De gemeenteraad van de gemeente Kaag en Braassem heeft op 12 december 2011 de Maatschappelijk Ruimtelijke Structuurvisie (MRSV) vastgesteld. De MRSV is de gemeentelijke visie op de maatschappelijke en ruimtelijke ontwikkeling in het jaar De MRSV integreert het beleid vanuit verschillende beleidssectoren tot een logisch en samenhangend geheel. De MRSV biedt een beleidslijn op hoofdlijnen vanuit de gedachte dat de gemeente zich niet (meer) tot in detail met alles gaat bemoeien. Voor zaken en activiteiten waar de gemeente de komende jaren nog wel een duidelijke verantwoordelijkheid heeft of wil hebben, moet aanvullend beleid worden ontwikkeld. Voor dit aanvullende beleid geldt de MRSV als basis. De MRSV is in lijn gebracht met de beleidsdoelen van het Rijk en de provincie. Zo zijn de gebiedsprofielen van de provincie gebruikt als basis voor de ruimtelijke structuur. Op regionale schaal zijn de beleidsdoelen van Holland Rijnland in deze MRSV geïntegreerd. Ook is gekeken naar de verschillende beleidsdoelen van de voormalige gemeenten Alkemade en Jacobswoude. De gemeente maakt in de MSRV vijf strategische keuzes: 1. geen nieuwe woningbouwplannen; wel afronding huidige projecten en versterken bestaande woonmilieus. 2. delen verantwoordelijkheid; de gemeente neemt niet meer zelf initiatief, maar faciliteert. 3. verschil tussen groei- en groenkernen; het behoud van voorzieningen is ondergeschikt aan de kwaliteit van (samen)leven. Bundelen van voorzieningen en woningaanbod enkel in de groeikernen. Dit versterkt de levensvatbaarheid van die voorzieningen. 4. ruimtelijke kwaliteit staat voorop; economische ontwikkelingen worden gestimuleerd langs de hoofdverkeersaders en langs de intensievere recreatieve routes. Daarmee worden de waardevolle landschappen beschermd. 5. ontwikkeling door beheer; de focus komt steeds meer te liggen op de ontwikkeling van kleinschalige herstructureringen binnen de bestaande woonomgeving. Planspecifiek De ontwikkeling op de locatie van het oude postkantoor (Sotaweg ) is aan te merken als kleinschalige herstructurering. De aanleg van parkeervoorzieningen in het plangebied zorgt ervoor dat de herstructurering goed wordt ingepast in binnen de bestaande woonomgeving en niet voor overlast zal zorgen. Hiermee sluit de voorgenomen ontwikkeling aan op het beleid uit de MRSV. 15

114 3.3.2 Nota Inbreidingslocaties Op 7 februari 2011 is de Nota inbreidingslocaties vastgesteld door de gemeenteraad van Kaag en Braassem. De nota Inbreidingslocaties heeft als doel om een ruimtelijk beleidskader te bieden aan woningbouwinitiatieven binnen de rode contour. Hierdoor worden deze uniform en transparant beoordeeld. Er wordt in de nota een beschrijving gegeven van de bestaande stedenbouwkundige situatie en kwaliteiten binnen elke kern. Uitgangspunt is om nieuwe initiatieven aansluiting te laten vinden bij deze bestaande situatie en kwaliteiten. Hiervoor wordt een afwegingskader gegeven, waardoor ruimtelijke beslissingen gemotiveerd kunnen worden genomen. Dit leidt tot een duurzame ruimtelijk/functionele ontwikkeling van de locaties zelf en de kern als geheel. De nota geeft geen kant en klaar antwoord op de wenselijkheid van een initiatief. De beschreven gebiedskenmerken en samenhangende waardeoordelen gelden als basis voor het verdere onderhandelings- en ontwerptraject bij ruimtelijke ontwikkelingen. Het kader biedt de gemeente enerzijds houvast om te kunnen sturen op kwaliteit, maar zorgt anderzijds ook voor flexibiliteit om in te kunnen spelen op (markt)ontwikkelingen. Planspecifiek In de Nota inbreidingslocaties wordt per kern een beschrijving gegeven. Deze beschrijvingen dienen als basis voor de ruimtelijke beoordeling van inbreidingsverzoeken. Het plangebied ligt in de kern Roelofarensveen. Binnen deze kern is het plangebied aangewezen als woonwijk. De aanleg van een parkeerplaats in het plangebied past binnen de bestaande situatie in de woonwijk. Hiermee is het initiatief in overeenstemming met de nota inbreidingslocaties. 16

115 3.3.3 Welstandsnota Op 6 september 2010 heeft de gemeenteraad van Kaag en Braassem een nieuwe welstandsnota vastgesteld. De welstandsnota bevat de basisvoorwaarden, waaraan bouwaanvragen op welstandsaspecten getoetst zullen worden en het legt voor bepaalde gebieden beoordelingskaders vast. Dit is opgesteld vanuit een visie op de toekomst van het gebied en vanuit een beeld van aanwezige waarden. Er zijn criteria benoemd die bijdragen dat de toekomstige bebouwing past in de omgeving. De gemeentelijke welstandsnota richt zich daarmee op bestaande karakteristieken. In het welstandsbeleid heeft de initiatiefnemer veel vrijheid. Dit betekent dat er in principe geen welstandstoets wordt gedaan, met uitzondering van de monumenten en beschermde dorpsgezichten. Uitgangspunt voor het welstandsbeleid is dat de cultuurhistorisch waardevolle gebouwen en gebieden beschermd worden. Alle bouwwerken aan- of bij (het perceel van) een monument of in een beschermd dorpsgezicht zijn vergunningsplichtig. Deze vergunningsplichtige gebieden zijn weergegeven op de welstandskaart. Planspecifiek Het plangebied is gelegen in welstandsluw gebied. Er zijn geen monumenten aanwezig binnen het plangebied en het plangebied maakt eveneens geen deel uit van een beschermd dorpsgezicht. Aan de ontwikkeling worden vanuit het gemeentelijk welstandsbeleid geen nadere voorwaarden gesteld. 17

116 4 Haalbaarheid De uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan moet ingevolge de Wet ruimtelijke ordening (Wro) aangetoond worden (artikel 3.1 lid 3 van de Wro). Daaronder valt zowel de onderzoeksverplichting naar verschillende ruimtelijk relevante aspecten (geluid, bodem, ect.) als ook de economische uitvoerbaarheid van het plan. 4.1 Milieueffectrapportage De milieueffectrapportage (m.e.r.) is een hulpmiddel om bij diverse procedures het milieubelang een volwaardige plaats in de besluitvorming te geven. Een m.e.r. is verplicht bij de voorbereiding van plannen en besluiten van de overheid over initiatieven en activiteiten van publieke en private partijen die belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben. De m.e.r. is wettelijk verankerd in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer. Naast de Wet milieubeheer is het Besluit m.e.r. belangrijk om te kunnen bepalen of bij de voorbereiding van een plan of een besluit de m.e.r.-procedure moet worden doorlopen. Bij toetsing aan het Besluit m.e.r. zijn er vijf mogelijkheden: a. het plan of besluit is direct m.e.r.-plichtig; b. het plan of besluit bevat activiteiten uit kolom 1 van onderdeel D, en ligt boven de (indicatieve) drempelwaarden, zoals beschreven in kolom 2 gevallen, van onderdeel D. Het besluit moet eerst worden beoordeeld om na te gaan of er sprake is van m.e.r.-plicht: het besluit is dan m.e.r.- beoordelingsplichtig. Voor een plan in kolom 3 plannen geldt geen m.e.r-beoordelingsplicht, maar direct een (plan-)m.e.r.-plicht; c. het plan of besluit bevat wel de activiteiten uit kolom 1, maar ligt beneden de drempelwaarden, zoals beschreven in kolom 2 gevallen, van onderdeel D: er dient in overleg met de aanvrager van het bijbehorende plan of besluit beoordeeld te worden of er aanleiding is voor het uitvoeren van een m.e.r.-beoordeling (als sprake is van een besluit) of het direct uitvoeren van een m.e.r. (als sprake is van een plan). Deze keuze wordt uiteindelijk in het bijbehorende plan of besluit gemotiveerd; d. de activiteit(en) of het betreffende plan en/of besluit worden niet genoemd in het Besluit m.e.r.: er geldt geen m.e.r.-(beoordelings)plicht; e. aan de hand van een passende beoordeling in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 kan geconcludeerd worden dat het plan mogelijk m.e.r.-plichtig is. Planspecifiek Uit toetsing aan het Besluit m.e.r. volgt dat het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan valt onder mogelijkheid c. Het besluit bevat namelijk wel een activiteit uit kolom 1 (de aanleg, wijziging of uitbreiding van een stedelijk ontwikkelingsproject met inbegrip van de bouw van winkelcentra of parkeerterreinen), maar er wordt niet voldaan aan de gegeven drempelwaarde van 2000 of meer woningen. Omdat geen woningen worden gerealiseerd kan afgezien worden van een m.e.r.-beoordeling en kan worden volstaan met een vormvrije m.e.r. beoordeling. Ook bestaat, gelet op het gestelde in paragraaf 4.5.1, geen noodzaak voor het uitvoeren van een passende beoordeling. De vormvrije m.e.r.-beoordeling kan tot twee conclusies leiden: 1. belangrijke nadelige milieugevolgen zijn uitgesloten: er is geen m.e.r.(-beoordeling) noodzakelijk; 2. belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu zijn niet uitgesloten: er moet toch een m.e.r.-beoordeling plaatsvinden of er kan direct worden gekozen voor m.e.r. De vormvrije m.e.r.-beoordeling wordt gevormd door de hiernavolgende paragrafen. Daarin worden geen belangrijke nadelige milieugevolgen gesignaleerd. Deze gevolgen kunnen derhalve worden uitgesloten; een nadere m.e.r.-beoordeling is niet noodzakelijk. 18

117 4.2 Milieu Bodem In het kader van een bestemmingsplan moet aangetoond worden dat de kwaliteit van de bodem en het grondwater in het plangebied in overeenstemming zijn met het beoogde gebruik. Dit is geregeld in de Wet Bodembescherming. Ontwikkelingen kunnen pas plaatsvinden als de bodem waarop deze ontwikkelingen plaatsvinden geschikt is of geschikt is gemaakt voor het beoogde doel. Bij herinrichtingssituaties is doorgaans een bodemonderzoek noodzakelijk in het kader van de Woningwet. Bij een bestemmingswijziging is een bodemonderzoek slechts noodzakelijk, indien de bestemmingswijziging tevens een wijziging naar een strenger bodemgebruik inhoudt. Bij een bestemmingswijziging die een gelijkblijvend of minder streng bodemgebruik oplevert, is de bodemkwaliteit in het kader van de bestemmingswijziging niet relevant en is bodemonderzoek niet noodzakelijk. Voor bodemgebruik wordt uitgegaan van acht verschillende bodemfuncties: 1. landbouw; 2. moestuin/volkstuin; 3. wonen met tuin; 4. kinderspeelplaatsen; 5. natuurgebieden; 6. groen met natuurwaarden; 7. industrie en ander groen; 8. bebouwing en infrastructuur. In het kader van de Wet bodembescherming worden de acht bodemfuncties in het Besluit Bodemkwaliteit onderscheiden in drie bodemklassen: klasse landbouw en natuur (1, 2 en 5); klasse wonen (3, 4 en 6); klasse industrie/bedrijven (7 en 8). Wanneer onderzoek noodzakelijk is wordt in eerste instantie volstaan met een historisch vooronderzoek. Wanneer uit het vooronderzoek blijkt dat op grond van de resultaten een verontreiniging te verwachten is, dient een verkennend bodemonderzoek te worden uitgevoerd. Planspecifiek Het plangebied is op dit moment in gebruik als openbaar groen. Gezien de huidige functie wordt geen vervuiling op de locatie verwacht. Uit de beschikbare informatie van omgevingsdienst West-Holland zijn op de planlocatie geen onderzoeken bekend die wijzen op bodemvervuiling. De bestemmingswijziging van openbaar groen naar een parkeerfunctie brengt geen strengere eisen met zich mee met betrekking tot bodemkwaliteit. Daarnaast worden met de aanleg van een parkeerplaats geen bodemingrepen gedaan. Voor de beoogde ontwikkeling wordt verder bodemonderzoek niet noodzakelijk geacht. 19

118 4.2.2 Geluid De mate waarin het geluid, het woonmilieu mag belasten, is geregeld in de Wet geluidhinder (Wgh). De kern van de wet is dat geluidsgevoelige objecten worden beschermd tegen geluidhinder uit de omgeving. In de Wgh worden de volgende objecten beschermd (artikel 1 Wgh): woningen; geluidsgevoelige terreinen (woonwagenstandplaatsen, ligplaatsen voor woonschepen); andere geluidsgevoelige gebouwen (onderwijsgebouwen, ziekenhuizen, verpleeghuizen, verzorgingstehuizen, psychiatrische inrichtingen, kinderdagverblijven). Het beschermen van deze geluidsgevoelige objecten gebeurt aan de hand van vastgestelde zoneringen. De belangrijkste geluidsbronnen die in de Wet geluidhinder worden geregeld zijn: industrielawaai, wegverkeerslawaai en spoorweglawaai. Verder gaat deze wet onder meer ook in op geluidwerende voorzieningen en geluidbelastingkaarten en actieplannen. Planspecifiek Parkeerplaatsen zijn niet geluidsgevoelig in het kader van de Wet geluidhinder. Zodoende worden er geen belemmeringen voor de ontwikkeling voorzien omtrent geluid Luchtkwaliteit In de Wet Milieubeheer gaat paragraaf 5.2 over luchtkwaliteit. Deze paragraaf vervangt het Besluit Luchtkwaliteit 2005 en staat ook wel bekend als de Wet luchtkwaliteit. De Wet luchtkwaliteit introduceert het onderscheid tussen 'kleine' en 'grote' projecten. Kleine projecten dragen 'niet in betekenende mate' (NIBM) bij aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Een paar honderd grote projecten dragen juist wel 'in betekenende mate' bij aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Het gaat hierbij vooral om bedrijventerreinen en infrastructuur (wegen). Wat het begrip 'in betekenende mate' precies inhoudt, staat in een de algemene maatregel van bestuur Niet in betekenende mate bijdragen (Besluit NIBM). Op hoofdlijnen komt het erop neer dat 'grote' projecten die jaarlijks meer dan 3 procent bijdragen aan de jaargemiddelde norm voor fijn stof en stikstofdioxide (1,2 microgram per m 3 ) een 'betekenend' negatief effect hebben op de luchtkwaliteit. 'Kleine' projecten die minder dan 3 procent bijdragen, kunnen doorgaan zonder toetsing. Dat betekent bijvoorbeeld dat lokale overheden een woonwijk van minder dan huizen niet hoeven te toetsen aan de normen voor luchtkwaliteit. Deze kwantitatieve vertaling naar verschillende functies is neergelegd in de 'Regeling niet in betekenende mate bijdragen'. Een belangrijk onderdeel voor de verbetering van de luchtkwaliteit is het Nationale Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Binnen dit NSL, dat sinds 1 augustus 2009 in werking is, werken het Rijk, de provincies en gemeenten samen om de Europese eisen voor luchtkwaliteit te realiseren. Besluit gevoelige bestemmingen Op 16 januari 2009 is het Besluit gevoelige bestemmingen in werking getreden. Het Besluit gevoelige bestemmingen is gebaseerd op artikel 5.16a van de Wet milieubeheer. Met het Besluit wordt de vestiging van zogeheten 'gevoelige bestemmingen' in de nabijheid van provinciale- en rijkswegen beperkt. Dit heeft consequenties voor de ruimtelijke ordening. Het Besluit is gericht op bescherming van mensen met een verhoogde gevoeligheid voor fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2), in het bijzonder kinderen, ouderen en zieken. Indien een project betrekking heeft op een gevoelige bestemming en geheel of gedeeltelijk is gelegen op een afstand van 300 meter aan weerszijden van rijkswegen en 50 meter langs provinciale wegen (gemeten vanaf de rand van de weg) mag het totaal aantal mensen dat hoort bij een gevoelige bestemming niet toenemen als overschrijding van de grenswaarden voor PM10 of NO2 dreigt/plaatsvindt. 20

119 De volgende gebouwen met de bijbehorende terreinen zijn aangemerkt als gevoelige bestemming: scholen; kinderdagverblijven; verzorgings-, verpleeg- en bejaardentehuizen. Het gaat niet om bestemmingen in de meest enge zin van het woord, maar om alle vergelijkbare functies, ongeacht de exacte aanduiding ervan in bestemmingsplannen en andere besluiten. In het kader van het opstellen van een bestemmingsplan moeten er twee aspecten in beeld gebracht worden. Ten eerste of de luchtkwaliteit de nieuwe functie toelaat. Ten tweede moet bekeken worden of het plan de luchtkwaliteit niet in betekenende mate verslechtert. Indien het plan wel in betekenende mate bijdraagt aan verslechtering van de luchtkwaliteit, is het van belang om te toetsen of de grenswaarden niet overschreden worden. Indien geen overschrijding van de grenswaarden plaatsvindt, kan het plan alsnog gerealiseerd worden. Planspecifiek De voorgenomen ontwikkeling kan gezien worden als een NIBM-project; de ontwikkeling heeft niet in betekenende mate invloed op de luchtkwaliteit ter plaatse. Luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor het uitvoeren van de plannen op deze locatie Bedrijven en milieuzonering Het aspect bedrijven en milieuzonering gaat in op de invloed die bedrijven kunnen hebben op hun omgeving. Deze invloed is afhankelijk van de afstand tussen een gevoelige bestemming en de bedrijvigheid. Milieugevoelige bestemmingen zijn gebouwen en terreinen die naar hun aard bestemd zijn voor het verblijf van personen gedurende de dag of nacht of een gedeelte daarvan (bijvoorbeeld woningen). Daarnaast kunnen ook landelijke gebieden en/of andere landschappen belangrijk zijn bij een zonering tot andere, minder gevoelige, functies zoals bedrijven. Bij een ruimtelijke ontwikkeling kan sprake zijn van reeds aanwezige bedrijvigheid en van nieuwe bedrijvigheid. Milieuzonering zorgt er voor dat nieuwe bedrijven een juiste plek in de nabijheid van de gevoelige functie krijgen en dat de (nieuwe) gevoelige functie op een verantwoorde afstand van bedrijven komen te staan. Doel hiervan is het waarborgen van de veiligheid en het garanderen van de continuïteit van de bedrijven als ook een goed klimaat voor de gevoelige functie. Milieuzonering beperkt zich tot milieuaspecten met een ruimtelijke dimensie zoals: geluid, geur, gevaar en stof. De mate waarin de milieuaspecten gelden en waaraan de milieucontour wordt vastgesteld, is voor elk type bedrijvigheid verschillend. De 'Vereniging van Nederlandse Gemeenten' (VNG) geeft sinds 1986 de publicatie 'Bedrijven en Milieuzonering' uit. In deze publicatie is een lijst opgenomen, met daarin de minimale richtafstanden tussen een gevoelige bestemming en bedrijven. Indien van deze richtafstanden afgeweken wordt dient een nadere motivatie gegeven te worden waarom dat wordt gedaan. Het belang van milieuzonering wordt steeds groter aangezien functiemenging steeds vaker voorkomt. Hierbij is het motto: 'scheiden waar het moet, mengen waar het kan'. Het scheiden van milieubelastende en milieugevoelige bestemmingen dient twee doelen: het reeds in het ruimtelijk spoor voorkomen of zoveel mogelijk beperken van hinder en gevaar bij gevoelige bestemmingen; het bieden van voldoende zekerheid aan de milieubelastende activiteiten (bijvoorbeeld bedrijven) zodat zij de activiteiten duurzaam, en binnen aanvaardbare voorwaarden, kunnen uitoefenen. Planspecifiek De beoogde nieuwe bestemming 'parkeren' betreft geen gevoelige bestemming. Daarnaast dient te worden vastgesteld dat de beoogde ontwikkeling geen milieubelastende activiteiten omvat. In het geval van onderhavig plan gaat het om de ontwikkeling van een parkeerfunctie. Dit brengt geen milieubelastende activiteiten met zich mee. De ontwikkeling past in de omgeving. 21

120 4.2.5 Externe veiligheid Sommige activiteiten brengen risico's op zware ongevallen met mogelijk grote gevolgen voor de omgeving met zich mee. Externe veiligheid richt zich op het beheersen van deze risico's. Het gaat daarbij om onder meer de productie, opslag, transport en het gebruik van gevaarlijke stoffen. Dergelijke activiteiten kunnen een beperking opleggen aan de omgeving. Door voldoende afstand tot de risicovolle activiteiten aan te houden kan voldaan worden aan de normen. Aan de andere kant is de ruimte schaars en het rijksbeleid erop gericht de schaarse ruimte zo efficiënt mogelijk te benutten. Het ruimtelijk beleid en het externe veiligheidsbeleid moeten dus goed worden afgestemd. De wetgeving rond externe veiligheid richt zich op de volgende risico s: risicovolle (Bevi-)inrichtingen; vervoer gevaarlijke stoffen door buisleidingen; vervoer gevaarlijke stoffen over weg, water en spoor. Daarnaast wordt er in de wetgeving onderscheid gemaakt tussen de begrippen kwetsbaar en beperkt kwetsbaar en plaatsgebonden risico en groepsrisico. Kwetsbaar en beperkt kwetsbaar Kwetsbaar zijn onder meer woningen, onderwijs- en gezondheidsinstellingen, kinderopvang- en dagverblijven en grote kantoorgebouwen (>1500 m²). Beperkt kwetsbaar zijn onder meer kleine kantoren, winkels, horeca en parkeerterreinen. De volledige lijst wat onder (beperkt) kwetsbaar wordt verstaan is in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) opgenomen. Plaatsgebonden risico en groepsrisico Het plaatsgebonden risico (voorheen individueel risico) wordt uitgedrukt in een contour van 10-6 als grenswaarde. Het realiseren van kwetsbare objecten binnen deze contour is niet toegestaan. Het realiseren van beperkt kwetsbare objecten binnen deze contour is in principe ook niet toegestaan. Echter, voor beperkte kwetsbare objecten is deze 10-6 contour een richtwaarde. Mits goed gemotiveerd kan worden afgeweken van deze waarde tot de 10-5 contour. Het groepsrisico is gedefinieerd als de cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. Het groepsrisico wordt niet in contouren vertaald, maar wordt weergegeven in een grafiek. In de grafiek wordt de groepsgrootte van aantallen slachtoffers (x-as) uitgezet tegen de cumulatieve kans dat een dergelijke groep slachtoffer wordt van een ongeval (y-as). Voor het groepsrisico geldt geen grenswaarde, maar een zogenaamde oriëntatiewaarde. Daarnaast geldt voor het groepsrisico een verantwoordingsplicht. Het bevoegd gezag moet aangeven welke mogelijkheden er zijn om het groepsrisico in de nabije toekomst te beperken, het moet aangeven op welke manier hulpverlening, zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid zijn ingevuld. Hierbij geldt hoe hoger het groepsrisico, hoe groter het belang van een goede groepsrisicoverantwoording. Risicovolle (Bevi-)inrichtingen Voor (de omgeving van) de meest risicovolle bedrijven is het 'Besluit externe veiligheid inrichtingen' (Bevi) van belang. Het Bevi legt veiligheidsnormen op aan bedrijven die een risico vormen voor mensen buiten de inrichting. Het Bevi is opgesteld om de risico's, waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risicovolle bedrijven, te beperken. Het besluit heeft tot doel zowel individuele als groepen burgers een minimaal (aanvaard) beschermingsniveau te bieden. Via een bijhorende ministeriële regeling (Revi) worden diverse veiligheidsafstanden tot kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten gegeven. Aanvullend op het Bevi zijn in het Vuurwerkbesluit en het Activiteitenbesluit (Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer) veiligheidsafstanden genoemd die rond minder risicovolle inrichtingen moeten worden aangehouden. 22

121 Vervoer gevaarlijke stoffen door buisleidingen Met betrekking tot het beleid en de regelgeving voor het vervoer van gevaarlijke stoffen door buisleidingen zijn het Besluit externe veiligheid buisleidingen en de Structuurvisie buisleidingen van belang. Deze Structuurvisie bevat een lange termijnvisie op het buisleidingentransport van gevaarlijke stoffen. Het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) en de bijbehorende Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb) zijn op 1 januari 2011 in werking getreden. Het Bevb regelt onder andere welke veiligheidsafstanden moeten worden aangehouden rond buisleidingen met gevaarlijke stoffen. Op basis van het Bevb wordt het voor gemeenten verplicht om bij de vaststelling van een bestemmingsplan, op basis waarvan de aanleg van een buisleiding of een kwetsbaar object of een risicoverhogend object mogelijk is, de grenswaarde voor het PR in acht te nemen en het GR te verantwoorden. Vervoer gevaarlijke stoffen over weg, water en spoor Het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen staat beschreven in de Nota en circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (Rnvgs). De geactualiseerde circulaire is de voorloper van het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt), dat vermoedelijk in 2015 in werking zal treden. In het Bevt is in artikel 7 te lezen, dat in de toelichting van een bestemmingsplan moet worden ingegaan op de mogelijkheden voor de hulpdiensten om een ramp te bestrijden, voor zover het plangebied gelegen is binnen het invloedsgebied van een weg, spoorweg of binnenwater, waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Bij nieuwbouwprojecten moet worden ingegaan op de mogelijkheden voor personen om zich in veiligheid te brengen indien zich een calamiteit voordoet op de transportroute. Een risicoberekening is niet verplicht voor plannen, die op meer dan 200 meter van de transportroute liggen (artikel 8 Bevt). Planspecifiek Onderhavig plan betreft de ontwikkeling van een parkeerplaats, welke wordt gezien als 'beperkt kwetsbaar object'. Desalniettemin is in het kader van een goede ruimtelijke ordening de provinciale risicokaart geraadpleegd. Uitsnede risicokaart (plangebied binnen zwarte cirkel) Uit voorgaande afbeelding blijkt dat het plangebied niet binnen de risicocontour voor het plaatsgebonden risico van de aanwezige inrichting valt. 23

122 Wel ligt het plangebied op circa 650 meter van de A4. Deze rijksweg is aangewezen als transportroute voor gevaarlijke stoffen en heeft een zone van 200 meter aan beide zijden waar beperkingen aan het ruimtelijk gebruik kunnen worden gesteld. Vanwege het transport van toxische stoffen van klasse LT3 heeft de A4 daarnaast een effectgebied van meer dan 4 kilometer. Het plangebied ligt buiten de beperkingenzone, maar binnen het effectgebied van de A4. Een nadere beschouwing van het groepsrisico is derhalve noodzakelijk. Voor de bestemmingsplannen 'Geestweg en Floraweg', 'Sotaweg ' en 'Bedrijventerreinen A4' zijn reeds risicoberekeningen voor de A4 uitgevoerd. Uit deze berekeningen blijkt dat het groepsrisico van de A4 in de omgeving van Roelofarendsveen kleiner is dan 0,1 en dus onder de oriëntatiewaarde ligt. Als gevolg van de ontwikkeling neemt mogelijk het aantal personen in het effectgebied iets toe. Echter, de afstand tot de A4 is zodanig groot dat de bijdrage van het plangebied aan de hoogte van het groepsrisico verwaarloosbaar is. Het plan heeft geen invloed op de hoogte van het groepsrisico. Daarnaast heeft het plan ook geen gevolgen voor andere veiligheidsaspecten zoals zelfredzaamheid, bereikbaarheid, interventie- en behandelingscapaciteit van de hulpverleningsdiensten. De A4 heeft diverse op- en afritten. Daarom is het mogelijk eventuele rampen op de A4 van verschillende kanten te benaderen om vervolgens tot bestrijding over te gaan. Ook de mogelijkheden om de ramp vanuit de lucht te bestrijden is aanwezig, gezien de geringe afstand tot Schiphol met alle aanwezige bestrijdingsvoertuigen. Daarnaast kunnen de mensen in het plangebied altijd via verschillende routes het plangebied verlaten. Op deze wijze kunnen zij zich goed in veiligheid brengen. 4.3 Water Het aspect water is van groot belang binnen de ruimtelijke ordening. Door verstandig om te gaan met het water kan verdroging en wateroverlast (waaronder ook risico van overstromingen e.d.) voorkomen worden en de kwaliteit van het water hoog gehouden worden Generiek beleid Op Rijksniveau en Europees niveau zijn de laatste jaren veel plannen en wetten gemaakt met betrekking tot water. De belangrijkste hiervan zijn het Waterbeleid voor de 21 e eeuw, de Waterwet en het Nationaal Waterplan. Waterbeleid voor de 21 e eeuw De Commissie Waterbeheer 21 ste eeuw heeft in augustus 2000 advies uitgebracht over het toekomstige waterbeleid in Nederland. De adviezen van de commissie staan in het rapport Anders omgaan met water, Waterbeleid voor de 21 ste eeuw (WB21). De kern van het rapport WB21 is dat water de ruimte moet krijgen, voordat het die ruimte zelf neemt. In het Waterbeleid voor de 21 e eeuw worden twee principes (drietrapsstrategieën) voor duurzaam waterbeheer geïntroduceerd: vasthouden, bergen en afvoeren: dit houdt in dat overtollig water zoveel mogelijk bovenstrooms wordt vastgehouden in de bodem en in het oppervlaktewater. Vervolgens wordt zo nodig het water tijdelijk geborgen in bergingsgebieden en pas als vasthouden en bergen te weinig opleveren wordt het water afgevoerd. schoonhouden, scheiden en zuiveren: hier gaat het erom dat het water zoveel mogelijk schoon wordt gehouden. Vervolgens worden schoon en vuil water zoveel mogelijk gescheiden en als laatste komt het zuiveren van verontreinigd water aan bod. 24

123 Waterwet Centraal in de Waterwet staat een integraal waterbeheer op basis van de watersysteembenadering. Deze benadering gaat uit van het geheel van relaties binnen watersystemen. Denk hierbij aan de relaties tussen waterkwaliteit, -kwantiteit, oppervlakte- en grondwater, maar ook aan de samenhang tussen water, grondgebruik en watergebruikers. Het doel van de Waterwet is het integreren van acht bestaande wetten voor waterbeheer. Door middel van één watervergunning regelt de wet het beheer van oppervlaktewater en grondwater en de juridische implementatie van Europese richtlijnen, waaronder de Kaderrichtlijn Water. Via de Waterwet gelden verschillende algemene regels. Niet alles is onder algemene regels te vangen en daarom is er de integrale watervergunning. In deze integrale watervergunning zijn zes vergunningen uit eerdere wetten (inclusief keurvergunning) opgegaan in één aparte watervergunning. Nationaal Waterplan Op basis van de Waterwet is het Nationaal Waterplan vastgesteld door het kabinet. Het Nationaal Waterplan geeft op hoofdlijnen aan welk beleid het Rijk in de periode voert om te komen tot een duurzaam waterbeheer. Het Nationaal Waterplan richt zich op bescherming tegen overstromingen, beschikbaarheid van voldoende en schoon water en de diverse vormen van gebruik van water. Het geeft maatregelen die in de periode genomen moeten worden om Nederland ook voor toekomstige generaties veilig en leefbaar te houden en de kansen die water biedt te benutten Hoogheemraadschap van Rijnland Op 9 december 2009 is het nieuwe waterbeheerplan (WBP) van het hoogheemraadschap van Rijnland vastgesteld. Voor de planperiode is dit WBP van toepassing. In het plan geeft Rijnland aan wat haar ambities voor deze planperiode zijn en welke maatregelen in het watersysteem worden getroffen. Het nieuwe WBP legt meer dan voorheen accent op uitvoering. De drie hoofddoelen zijn: 1. veiligheid tegen overstromingen; 2. voldoende water; 3. gezond water. Wat betreft veiligheid is het cruciaal dat de waterkeringen voldoende hoog en stevig zijn én blijven en dat rekening wordt gehouden met mogelijk toekomstige dijkverbeteringen. Wat betreft voldoende water gaat het erom het complete watersysteem goed in te richten, goed te beheren en goed te onderhouden. Daarbij wil Rijnland dat het watersysteem op orde en toekomstvast wordt gemaakt, rekening houdend met klimaatverandering. Immers, de verandering van het klimaat leidt naar verwachting tot meer lokale en hevigere buien, perioden van langdurige droogte en zeespiegelstijging. Het WBP sorteert voor op deze ontwikkelingen. Keur en Beleidsregels Per 22 december 2009 is een nieuwe Keur in werking getreden, alsmede nieuwe Beleidsregels. Een nieuwe Keur is nodig vanwege de totstandkoming van de Waterwet en de daarmee verschuivende bevoegdheden in onderdelen van het waterbeheer. Verder zijn aan deze Keur bepalingen toegevoegd over het onttrekken van grondwater en het infiltreren van water in de bodem. De Keur en Beleidsregels maken het mogelijk dat het Hoogheemraadschap van Rijnland haar taken als waterkwaliteits- en kwantiteitsbeheerder kan uitvoeren. De Keur is een verordening van de waterbeheerder met wettelijke regels (gebod- en verbodsbepalingen) voor: waterkeringen (onder andere duinen, dijken en kaden); watergangen (onder andere kanalen, rivieren, sloten en beken); andere waterstaatwerken (onder andere bruggen, duikers, stuwen, sluizen en gemalen). 25

124 De Keur bevat verbodsbepalingen voor werken en werkzaamheden in of nabij de bovengenoemde waterstaatswerken. Er kan een ontheffing worden aangevraagd om een bepaalde activiteit wel te mogen uitvoeren. Als Rijnland daarin toestemt, dan wordt dat geregeld in de Watervergunning op grond van de Keur. De Keur is daarmee een belangrijk middel om via vergunningverlening en handhaving het watersysteem op orde te houden of te krijgen. In de Beleidsregels, die bij de Keur horen, is het beleid van Rijnland nader uitgewerkt Watertoets De watertoets is een instrument dat waterhuishoudkundige belangen expliciet en op evenwichtige wijze laat meewegen bij het opstellen van ruimtelijke plannen en besluiten. Het is geen technische toets maar een proces dat de initiatiefnemer van een ruimtelijk plan en de waterbeheerder met elkaar in gesprek brengt in een zo vroeg mogelijk stadium. In de waterparagraaf worden de watertoets en de uitkomsten van een eventueel overleg opgenomen. Planspecifiek Watercompensatie De regels en voorwaarden van het beleid voor watercompensatie zijn afgeleid uit de Keur (artikel 3.1.4). Een toename aan verharding van meer dan 500 m 2 dient volgens de regels van het hoogheemraadschap in de vorm van nieuw open water te worden gecompenseerd (15% van de toename aan verharding). Een toename aan verharding zorgt er namelijk voor dat het regenwater sneller op het oppervlaktewater zal afstromen. Het uitgangspunt bij ruimtelijke ontwikkelingen is dat er geen verslechtering van de huidige situatie mag optreden. In de huidige situatie is het plangebied volledig onverhard. De voorgenomen ontwikkeling betreft de realisatie van 13 parkeerplaatsen. In de volgende tabel is de verharding als gevolg van de ontwikkeling weergegeven. Verharding Oppervlakte Bebouwing nieuw 0m² Verkeers-/parkeerruimte 391m² Bebouwing te slopen 0m 2 Totaal 391m 2 Uit voorgaande tabel blijkt dat de totale toename aan verharding 391m 2 bedraagt. Voorts de nieuwe verharding, de grenswaarde van 500m² niet overschrijdt is er geen van watercompensatie noodzakelijk. 26

125 Watergangen De volgende afbeelding toont een fragment van de legger van het Hoogheemraadschap van Rijnland. Uitsnede legger hoogheemraadschap (plangebied rood omcirkeld) Uit voorgaande afbeelding blijkt dat ten westen, oosten en zuiden van het plangebied overige watergangen aanwezig zijn. Rondom deze watergangen is een beschermingszone aanwezig. De ontwikkeling zal buiten deze beschermingszones plaatsvinden. 4.4 Verkeer en parkeren Onderdeel van een goede ruimtelijke ordening is het effect van een beoogd nieuwe project op de verkeersstructuur en het parkeren in en rondom het plangebied Verkeer Onderdeel van een goede ruimtelijke ordening is het effect van een beoogd nieuwe project op de verkeersstructuur en het parkeren in en rondom het plangebied. Planspecifiek Het plangebied wordt ontsloten via de Leliestraat / Sotaweg, welke is aangesloten op de Alkemadeweg, de ontsluitingsweg van Roelofarendsveen en Oude Wetering. Gezien de relatief kleine schaal van onderhavig plan en de ligging nabij de belangrijke ontsluitingswegen zal de invloed van het plan op de verkeersstructuur van Roelofarendsveen nihil zijn Parkeren Het benodigde of gewenste aantal parkeerplaatsen bij ruimtelijke ontwikkelingen kan worden bepaald op basis van parkeerkencijfers of op basis van parkeernormen. Parkeerkencijfers zijn op de praktijk gebaseerde cijfers van de verwachte parkeerbehoefte. Parkeernormen staan voor het aantal vereiste parkeerplaatsen per type bestemming. Op basis van deze parkeernormen wordt parkeerbeleid veelal vormgegeven. 27

126 Het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte (CROW) geeft in publicatie 317 'Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie' richtlijnen voor parkeernormen. In de richtlijnen wordt onderscheid gemaakt op basis van de functie van de ontwikkeling (wonen, bedrijf, etc.) en de locatiekenmerken. Zodoende kan bij ruimtelijke ontwikkelingen voor vrijwel elke locatie een goed beeld worden verkregen of voorzien wordt in voldoende (auto)parkeerplaatsen. Planspecifiek Onderhavig plan voorziet in de ontwikkeling van 13 parkeerplaatsen. De parkeerplaatsen worden privé parkeerplaatsen voor de naastgelegen ontwikkeling Sotaweg , waar commerciële ruimte en appartementen gerealiseerd worden. Voor de ontwikkeling van appartementen op de postkantoorlocatie zijn 22 parkeerplaatsen benodigd (14 appartementen x 1,6 ppl), voor de commerciele ruimte 6 parkeerplaatsen (400m2 kantoor x 1,5 ppl) en voor de appartementen boven ''de Buren'' 2 parkeerplaatsen. Dit brengt het totaal aantal benodigde plaatsen op 30 stuks. Het bestemmingsplan 'Sotaweg ' voorziet in de ontwikkeling van 20 parkeerplaatsen. Dit initiatief voegt hier 13 extra parkeerplaatsen aan toe, waardoor aan de eisen voor parkeren wordt voldaan. 4.5 Ecologie Bij ruimtelijke ingrepen moet rekening worden gehouden met de natuurwaarden ter plaatse. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming. Gebiedsbescherming kan volgen uit de aanwijzing van een gebied. Wat betreft soortenbescherming is de Flora- en Faunawet van toepassing. Hier wordt onder andere de bescherming van plant- en diersoorten geregeld. Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet worden getoetst of er sprake is van negatieve effecten op de aanwezige natuurwaarden. Indien hiervan sprake is, moet ontheffing of vrijstelling worden aangevraagd. De Natuurbeschermingswet richt zich op de bescherming van gebieden. In de Natuurbeschermingswet zijn de volgende gronden aangewezen en beschermd: Natura 2000-gebieden (Habitat- en Vogelrichtlijngebieden); beschermde Natuurmonumenten; wetlands. Naast deze drie soorten gebieden is de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) in het kader van de gebiedsbescherming van belang. De EHS is een samenhangend netwerk van belangrijke natuurgebieden in Nederland en omvat bestaande natuurgebieden, nieuwe natuurgebieden en ecologische verbindingszones. De EHS draagt bij aan het bereiken van de hoofddoelstelling van het Nederlandse natuurbeleid, namelijk: 'Natuur en landschap behouden, versterken en ontwikkelen, als bijdrage aan een leefbaar Nederland en een duurzame samenleving'. Hiertoe zijn de volgende uitgangspunten van belang: vergroten: het areaal natuur uitbreiden en zorgen voor grotere aaneengesloten gebieden; verbinden: natuurgebieden zoveel mogelijk met elkaar verbinden; verbeteren: de omgeving zo beïnvloeden dat in natuurgebieden een zo hoog mogelijke natuurkwaliteit haalbaar is. 28

127 Soortenbescherming De Flora- en faunawet regelt de bescherming van de in het wild voorkomende inheemse planten en dieren: de soortenbescherming. De wet richt zich vooral op het in stand houden van populaties van soorten die bescherming behoeven. In de wet zijn algemene en specifieke verboden vastgelegd ten aanzien van beschermde dier- en plantensoorten. Naast een aantal in de wet (en daarop gebaseerde besluiten) vermelde specifieke mogelijkheden om ontheffing te verlenen van in de wet genoemde verboden, geeft de wet een algemene ontheffingsbevoegdheid aan de minister van LNV (artikel 75, lid 3). Bekeken moet worden in hoeverre ruimtelijke plannen negatieve gevolgen hebben op beschermde dieren plantensoorten en of er compenserende of mitigerende maatregelen genomen moeten worden. Daarnaast geldt voor iedereen in Nederland altijd, dus ook los van het voorliggende beoogde ruimtelijke project, dat de zorgplicht nageleefd moet worden bij het verrichten van werkzaamheden. Voor menig soort geldt dat indien deze zorgplicht nagekomen wordt een bepaald beoogd project uitvoerbaar is. Planspecifiek Het plangebied is gelegen binnen het nationale landschap Groene Hart. Echter, gezien de geringe omvang van het plan en de ligging binnen het stedelijk gebied heeft onderhavig plan geen invloed op de ligging in het Groene Hart. Met betrekking tot beschermde dier- en of plantensoorten kan geconcludeerd worden dat het uitvoeren van een quickscan natuurtoets niet noodzakelijk is en achterwege kan worden gelaten. Gelet op de binnenstedelijke ligging kan worden aangenomen dat er ter plaatse geen beschermde soorten voor komen. Daarnaast worden er ook geen bomen gekapt of gebouwen gesloopt. Het aspect flora en fauna vormt geen belemmering voor onderhavig plan. 4.6 Archeologie In 1992 is in Valletta (Malta) het Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed (Verdrag van Malta) ondertekend. Het Verdrag van Malta voorziet in bescherming van het Europees archeologisch erfgoed onder meer door de risico's op aantasting van dit erfgoed te beperken. Deze bescherming is in Nederland wettelijk verankerd in de Monumentenwet en de Wet op Archeologie en Monumentenzorg. Op basis van deze wetten zijn mogelijke (toevals)vondsten bij het verrichten van werkzaamheden in de bodem altijd beschermd. Er geldt een meldingsplicht bij het vinden van (mogelijke) waardevolle zaken. Dat melden dient terstond te gebeuren. In het kader van een goede ruimtelijke ordening in relatie tot de Monumentenwet kan vooronderzoek naar mogelijke waarden nodig zijn zodat waar nodig die waarden veiliggesteld kunnen worden en/of het initiatief aangepast kan worden. Planspecifiek In mei 2011 is het archeologiebeleid van de gemeente Kaag en Braassem vastgesteld. In het kader van een aantal bestemmingsplanprocedures en het voornemen tot vaststellen van een erfgoedverordening is het archeologiebeleid van de gemeente Kaag en Braassem geëvalueerd. Op basis van deze evaluatie zijn de ondergrenzen herijkt en de archeologische verwachting op bepaalde plaatsen in de gemeente aangepast. Vervolgens heeft de gemeenteraad op 13 mei 2013 deze herziening van het beleid vastgesteld. 29

128 Uitsnede beleidskaart (plangebied zwart omcirkeld) Het plangebied valt in een gedeelte met lage verwachting. In gebieden met een lage archeologische verwachting zijn geen verdere voorwaarden gesteld. Een nader onderzoek kan om die reden achterwege blijven. 4.7 Cultuurhistorie Onder de noemer Modernisering Monumentenzorg (MoMo) heeft het Rijk in 2009 een aanzet gegeven voor een goede afweging van het belang van de cultuurhistorie in de ruimtelijke ordening. Gepleit wordt voor een verantwoorde verankering van de integrale cultuurhistorie in de diverse ruimtelijke plannen. Het voornaamste doel hiervan is om het cultuurhistorische karakter van Nederland op gebiedsniveau te behouden en te versterken. De aandacht voor cultuurhistorie is ook wettelijk vastgelegd in het Besluit ruimtelijke ordening. Artikel onder 2 van dit Besluit geeft aan dat een beschrijving van de wijze waarop met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten rekening is gehouden in het bestemmingsplan opgenomen moet worden. Planspecifiek Binnen het plangebied zijn geen monumenten of cultuurhistorische waardevolle elementen aanwezig. Zoals blijkt uit de gemeentelijke Welstandsnota toelichting paragraaf zijn er in de directe omgeving eveneens geen monumenten aanwezig. Daarmee is uitgesloten dat de ontwikkeling eventuele monumentale waarden aantast. 30

129 5 Economische uitvoerbaarheid Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan, een wijzigingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid Wro of naar aanleiding van een omgevingsvergunning waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, 3 van de Wabo wordt afgeweken van het bestemmingsplan of de beheersverordening, dient, op grond van artikel lid 1, sub f van het Bro, onderzoek plaats te vinden naar de (economische) uitvoerbaarheid van het plan. In principe dient bij vaststelling van een ruimtelijk besluit tevens een exploitatieplan vastgesteld te worden om verhaal van plankosten zeker te stellen. Op basis van artikel 6.12, lid 2 van de Wro kan de gemeenteraad bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan echter besluiten geen exploitatieplan vast te stellen indien: het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan of besluit begrepen gronden anderszins verzekerd is; het bepalen van een tijdvak of fasering als bedoeld in artikel 6.13, eerste lid, onder c, 4, onderscheidenlijk 5, niet noodzakelijk is; het stellen van eisen, regels, of een uitwerking van regels als bedoeld in artikel 6.13, tweede lid, onderscheidenlijk b, c of d, niet noodzakelijk is. Planspecifiek Voorafgaand aan de vaststelling van het bestemmingsplan zal tussen de gemeente Kaag en Braassem en de initiatiefnemer een anterieure overeenkomst worden afgesloten waarmee de gemeentelijke plankosten, alsmede mogelijke planschadekosten kunnen worden verhaald op de initiatiefnemer. Daarmee is het kostenverhaal voldoende geregeld. 31

130

131

132

133

134

135

136

137

138

139

140

141

142

143

144

145

146

147

148

149

150

151

152 Raadsavond 14 december 2015 Registratienummer Portefeuillehouder H.P.M. Hoek Opsteller R. van der Plas, Onderwerp Meerjarenonderhoudsplan gebouwen Beslispunten Het Meerjarenonderhoudsplan (MOP) voor de periode vast te stellen. Wat willen we bereiken Adequaat onderhoud van de gemeentelijke gebouwen Wat gaan we daarvoor doen Het onderhoud van de gemeentelijke gebouwen vindt plaats op basis van een Meerjarenonderhoudsplan (MOP). Dit plan moet worden geactualiseerd. Het MOP is tevens ter onderbouwing van de Voorziening onderhoud gebouwen, opgenomen in de begroting. Het MOP bepaalt de jaarlijkse storting in de voorziening Rvs Meerjarenonderhoudsplan gebouwen december 2015 Pagina 1 van 3

153 Inleiding Het huidige meerjaronderhoudsplan moet worden geactualiseerd ter onderbouwing van de jaarlijkse storting in de voorziening onderhoud gebouwen. Bij de voorgestelde actualisatie is een onderscheid gemaakt tussen gebouwen die noodzakelijk zijn voor onze bedrijfsvoering als lokale overheid en gebouwen die dit niet zijn. Wij duiden deze categorieën gebouwen hieronder aan als de vaste voorraad en losse voorraad. Deze laatste is verkoopbaar en wordt zo veel mogelijk afgestoten. Onderbouwing De MOP dient actueel te zijn en in balans met de jaarlijkse storting in de voorziening onderhoud gebouwen opdat deze nooit wordt uitgeput. Voor de gebouwen van de vaste voorraad is een onderhoudsniveau gehanteerd waarbij een beginnende veroudering zichtbaar is in de vorm van materiaalaantasting en veroudering van afwerklagen. Gebreken komen incidenteel voor. De installaties functioneren op een enkele uitzondering na, zonder storingen waardoor de bedrijfszekerheid gewaarborgd is. Het bedrijfsproces wordt niet geschaad. Gebreken worden slechts plaatselijk gesignaleerd. Ten aanzien van het totale gebrekenbeleid geldt dat bouw- en installatiedelen als goed tot redelijk kunnen worden beoordeeld. De uit Kompas I en II voortgevloeide bezuinigingen op het onderhoud van gebouwen kunnen worden behaald door de verkoop ervan of door sober onderhoud te plegen. De verkoop van de losse voorraad is conform het beleid van afstoten, tenzij. Het tempo van de verkopen is afhankelijk van de vastgoedmarkt. Het onderhoud van de losse voorraad is in de planning van het MOP opgenomen voor een periode van maximaal vijf jaren, ervan uitgaande dat deze gebouwen in deze periode zijn verkocht. De voorziening en daarin geplande stortingen is voldoende om deze versoberde MOP te ondersteunen. Deze MOP vormt dus een prikkel om de losse voorraad de komende jaren af te stoten. De afgelopen periode is de losse voorraad reeds in omvang afgenomen doordat niet-strategisch gelegen woningen en bedrijfsmatig onroerend goed is afgestoten. Dit proces zal doorgezet worden. Hierbij zijn ook aanpalende ontwikkelingen van belang zoals het proces van vernieuwing van de basisscholen, het meer multifunctioneel gebruiken van gebouwen en het meer verantwoordelijk maken van de gebruikers van gebouwen voor het onderhoud ervan. Per 1 januari 2015 is het groot onderhoud aan de scholen geheel de verantwoordelijkheid geworden van de schoolbesturen. De schoolgebouwen zijn dus uit het te actualiseren MOP verwijderd. Uitvoering Kosten Het onderhoud van de gebouwen kan vooralsnog blijven plaatsvinden binnen de meerjarenbegroting 2016 e.v. In de Programmabegroting 2015 is het volgende opgenomen: jaarlijks wordt aan de voorziening onderhoud gebouwen toegevoegd. Hiervan is bestemd voor De Tweesprong B.V. Dit betekent dat voor de overige gebouwen aan onderhoudsgeld beschikbaar is. Uit de geactualiseerde MOP, periode komt naar voren dat de komende jaren een storting van in de Voorziening benodigd is. Het onderhoud van de gebouwen kan dus plaatsvinden binnen de bestaande middelen van de begroting inclusief de middelen die in de Voorziening groot onderhoud gebouwen aanwezig zijn. Deze zijn voldoende om het gewenste onderhoud aan de vaste voorraad gebouwen voor de geplande periode van 20 jaar te realiseren. Voor de losse voorraad is de Voorziening nog toereikend om het hoogstnoodzakelijke onderhoud voor de komende vijf jaren te realiseren. Jaarlijks zal bij de begrotingsvoorbereiding worden bezien of de verkoop van gebouwen binnen deze periode kan worden gerealiseerd. Bij stagnerende verkopen kan het nodig zijn aanvullende maatregelen te nemen. Tot medio 2020 is het risico op extra onderhoud nihil Rvs Meerjarenonderhoudsplan gebouwen december 2015 Pagina 2 van 3

154 Opmerking verdient dat het onderhoudsbedrag voor De Tweesprong mogelijk nog anders zal worden, als resultante van de lopende gesprekken over een nieuw contract tussen deze B.V. en de gemeente. Participatie en tijdlijn De verkoop van gemeente-eigendommen geeft inwoners en bedrijven ruimte om hieraan een nieuwe invulling te geven en zo onder meer bij te dragen aan de lokale economie. Risico s De instandhouding van de vaste voorraad gebouwen is voor de gehele periode van 20 jaren in de voorziening geborgd. De losse voorraad wordt sober bijgehouden voor de komende vijf jaren. De waarde van deze panden zal in de sobere uitvoering echter niet worden aangetast. Hierna wordt voor onderhoud van de losse voorraad niet meer in de voorziening voorzien. Aangenomen mag worden dat deze gebouwen binnen vijf jaren uit de onderhoudsplanning kunnen verdwijnen. De ontwikkeling van de losse voorraad zal per jaar worden bezien. Het risico op meer onderhoud dan in de planning is opgenomen, is realistisch gezien vrijwel uitgesloten. Duurzaamheid Het onderhoud wordt afgestemd op de kwaliteit en de resterende instandhoudingstermijn. Hierbij wordt dan het voor het milieu meest gunstige materiaal gekozen. Bij vervanging van installaties wordt ingezet op een optimaal energiezuinige oplossing. Evaluatie Nadat uw raad het MOP voor de periode heeft vastgesteld zal dit de basis vormen voor de uitvoering van de hierin beschreven onderhoudsactiviteiten. De voorbereidingen voor een geactualiseerd MOP voor de periode daarna zullen in 2018 starten. Roelofarendsveen, 5 oktober 2015 Burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem, de gemeentesecretaris, de burgemeester, M.E. Spreij mr. K.M. van der Velde-Menting Bijlagen behorend bij het voorstel Bijlage 1 MOP Bijlage 1 losse en vaste voorraad gebouwen Bijlagen ter inzage Rvs Meerjarenonderhoudsplan gebouwen december 2015 Pagina 3 van 3

155 Stand voorziening onderhoud gebouwen per Voorzieningdeel "vaste voorraad" gebouwen Voorzieningdeel "losse voorraad" gebouwen en overig Totaal saldo voorziening per Meerjarenonderhoudsplan gebouwen periode Verloop voorziening deel "vaste voorraad gebouwen" beginstand per storting rente beschikbaar saldo onttrekking vlgs het herziene MOP (onderhoudsschema I) eindstand per Verloop voorziening deel "losse voorraad gebouwen" beginstand per rente beschikbaar saldo onttrekking (onderhoudsschema II) eindstand per

156 Vaste voorraad Brandweergarage Lmd Brandweergarage Rv Brandweergarage Wbg Aula begraafplaats Wbg Ambtswoning Rv Gemeentehuis oudbouw 1989 Rv Gemeentehuis nieuwbouw 2008 Rv Gemeentewerf Rv Klokkentoren begraafplaats Wbg Entree- en sanitairgebouw begraafplaats Wbg Berging begraafplaats Wbg Toren PKN Lmd Toren PKN Rsw Toren PKN Wbg Dienstgebouw Veenderveld Losse voorraad Voorzieningengebouw woonwagenstandplaats NW Bedrijfsloods Filippo OW Baloe KDV Herenweg 145 Rsw PSZ Ukkepuk/BSO Snoopy hoogstratenlaan 15 Wbg Kindkracht 0/12 KDV P.Onelplein 7 Rv Kindkracht 0/12 PSZ P.Onelplein 5 Rv Kindkracht 0/12 Peuterhof/poldersprong Rw/OA KDV Snoopy Wbg Kantoor SSBA / De Grote Beer Watergang 1a-b OW Akoestisch scherm Splotz Vml gemeentehuis Jac. Rsw Vml gemeentewerken Jac. Rsw Alkeburcht Rv Alkeburcht inventaris Rv Bibliotheek (Alkeburcht) Rv t Schoolhuis Rsw Museum Van Hemessen Wbg t Spant Lmd De Meerkant Rsw

157 Raadsavond 14 december 2015 Registratienummer Portefeuillehouder Y. Peters-Adrian Opsteller M. Bosman (071) Onderwerp Krediet Ghoybos Beslispunten 1. een krediet te verlenen voor de herinrichting van het Ghoybos van ; 2. in de dekking te voorzien door te beschikken over de bijdragen van Tennet ; gemeente Leiderdorp ; gemeente Leiden ; provincie Zuid-Holland en Holland Rijnland (ZZG) ; 3. de van de provincie ontvangen afkoopsom ad te reserveren voor toekomstig onderhoud van de openbare ruimte in de jaren 2016 tot en met 2030;. 4. ten laste van het krediet een bedrag te reserveren ad voor de afkoop van extra beheerskosten in de jaren 2016 tot en met Wat willen we bereiken Het herontwikkelen van het Ghoybos als groen recreatief verblijfsgebied. Wat gaan we daarvoor doen De gemeente wil het Ghoybos herontwikkelen als groen recreatief verblijfsgebied. Om deze herontwikkeling te kunnen realiseren zijn er financiële middelen nodig Rvs Krediet Ghoybos Oud Ade 14 december 2015 Pagina 1 van 3

158 Inleiding De gemeente heeft het Ghoybos gekocht van de provincie Zuid Holland. Het Ghoybos is momenteel een productiebos. Het maakt deel uit van de Leidse Ommelanden, waardoor de gemeente financiële middelen ontvangt van diverse partijen om het bos te herontwikkelen tot een groen recreatief verblijfsgebied. Onderbouwing Het bos is als productiebos al eerder in aanmerking gekomen voor een recreatieve impuls. Er is toen een inrichtingsplan gemaakt, maar dit is niet uitgevoerd, omdat het rijk als hoofdfinancier besloot om zicht terug te trekken uit alle recreatieve projecten. Door overdracht van provinciale gronden werd recreatieve inrichting opnieuw een mogelijkheid omdat de provincie bij overdracht ook een afkoopsom voor beheer gaf. Dit bedrag zorgt voor de mogelijkheid cofinanciering van meerdere partijen te krijgen zonder dat het beheer in gevaar komt, de beheerskosten zijn immers opgenomen in de begroting en niet geheel als investering nodig. Wij hebben uw raad inmiddels bij brief geïnformeerd over de voortgang en de tot nu toe behaalde resultaten. Uitvoering Kosten Vanuit de diverse partijen is een bedrag toegezegd van in totaal voor de herontwikkeling van het Ghoybos. In dit bedrag zit onze eigen bijdrage ad uit het reguliere budget recreatie op de exploitatie van De planvorming gaat uit van besteding van het beschikbare budget, dit budget zal dus altijd leidend zijn en niet overschreden worden. De onderbouwing van dit bedrag staat in het ROTIK formulier, welke als bijlage is toegevoegd aan dit voorstel. Het ROTIK formulier beschrijft het Resultaat, de Organisatie, Tijd (planning), Informatievoorziening en de Kosten. Participatie en tijdlijn - De herontwikkeling wordt in samenspraak met de bewoners van het Ghoybos vormgegeven. Dit wordt gedaan in bewonersbijeenkomsten en waar nodig 1 op 1 op locatie bij de bewoner(s) thuis; - Er is regulier overleg met Tennet om de werkzaamheden van de 150 en 380 Kv af te stemmen op de herinrichting; - Er is overleg met de bedrijven rondom het bos zoals Ginkel Groep en de pannenkoekenboerderij; - Er wordt gesproken met diverse stakeholders over het toekomstig beheer van het Ghoybos Inventarisatie en opgaven 1e kwartaal 2016 voorlichting ontwerp herinrichting 2e kwartaal 2016 definitief ontwerp herinrichting Uitvoering Risico s Hoewel er met de herinrichting gestuurd wordt op het krediet, bestaat er altijd een risico dat met de uitvoering de werkzaamheden duurder uitvallen. Door een gedeelte van het krediet op te nemen als risico/onvoorzien moeten eventuele meerkosten opgevangen kunnen worden. Uitgangspunt is dat de uitvoering van dit project budgettair neutraal is door bijdragen van de diverse partijen. Volledige zekerheid over deze bijdragen is essentieel voor de realisatie van dit project. De dekking van de financiële inbreng van de gemeente in dit project wordt gedekt uit de vergoeding van Tennet voor het 380 KV-project. Het risico bestaat dat deze vergoeding lager uitvalt. De vergoeding bestaat uit onder andere uit een bedrag per te kappen boom en nu is nog niet duidelijk is hoeveel bomen zullen worden gekapt Rvs Krediet Ghoybos Oud Ade 14 december 2015 Pagina 2 van 3

159 Duurzaamheid Er wordt gekeken naar onderhoud/beheer door middel van het laten grazen van vee. Tevens wordt er in overleg met Tennet bekeken of, en zo ja waar de tijdelijke inrichting voor de 150 en 380 kv hergebruikt kan worden voor de definitieve inrichting van het Ghoybos. Dit betreft voornamelijk de tijdelijke bouwwegen die worden aangelegd en later als fiets- en/of wandelpad kunnen worden ingericht. Roelofarendsveen, 3 november 2015 Burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem, de gemeentesecretaris, de burgemeester, M.E. Spreij mr. K.M. van der Velde-Menting Bijlagen behorend bij het voorstel ROTIK formulier Ghoybos. Bijlagen ter inzage Rvs Krediet Ghoybos Oud Ade 14 december 2015 Pagina 3 van 3

160 Naam onderwerp ROTIKFORMULIER Opdrachtgever-opdrachtnemer Groen-recreatieve herinrichting Ghoybos Naam opstellers J.E. Eichler Vraag, taak of project Project Datum 22 juli 2015 Versie nummer 1.8 Context en Historie achtergrond van de In de jaren 70 kocht de Provincie Zuid Holland gronden aan en richtte deze in opdracht als productiebos. Er was te weinig bos en de aanplant van populieren was een goede investering omdat ze, eenmaal tot wasdom gekomen, gekapt konden worden ten behoeve van de papierproductie. Al jaren zijn er ideeën om het Ghoybos een meer recreatieve betekenis te geven. De bouw van de pannenkoekenboerderij draagt hier extra aan bij. Er zijn ontwerpen en een inrichtingsplan gemaakt voor het bos en bij de gemeenten Kaag en Braassem en Leiderdorp (Ghoybos is aangewezen als compensatiegebied) en ook bij provincie Zuid-Holland en Holland Rijnland waren middelen beschikbaar om tot herinrichting van het bos te komen. Door het terugtrekken van de ZZG gelden is het van uitvoering nog niet gekomen. Uitvoeringsprogramma Leidse Ommelanden Het afgelopen jaar heeft Samen voor Groen (de samenwerking waar Kaag en Braassem in participeert) geschreven aan een nieuw meerjarig Uitvoeringsprogramma Leidse Ommelanden Het Ghoybos is daarmee in een ander perspectief geplaatst namelijk als landmark en essentiële schakel tussen stedelijk gebied en ommeland. Samen met andere voormalig provinciale gronden zoals de Kagerzoom, Klinkenbergerplas en Valkenburgsemeer biedt het Ghoybos de fysieke ruimte (die in het ommeland zo schaars voorhanden is) te kunnen recreëren, landschap en natuur te beleven, even weg te zijn, dicht bij de stad. In dit kader zijn de gronden van de provincie Zuid-Holland overgenomen om het in te richten als groen-recreatief landmark en als stapsteen in een veel omvangrijker groen-recreatief netwerk wat stad en land duurzaam aan elkaar verbindt. Het Uitvoeringsprogramma Leidse Ommelanden gaat uit van een gezamenlijke investering van in totaal circa 20 miljoen ten behoeve van behoud en versterking van de landschappelijke en recreatieve / toeristische kwaliteiten van het Leidse Ommeland, en de vijf overgenomen provinciale recreatiegebieden in het bijzonder. Project Ghoybos Binnen het perspectief van het Uitvoeringsprogramma is ook met een andere bril naar de kansen van een herinrichting van het Ghoybos gekeken. In projectteamverband (samenwerking gemeenten Kaag en Braassem, Leiderdorp en Leiden) is op basis van een doelgroepenanalyse (leefstijlenatlas van de provincie Zuid-Holland) bekeken welke doelgroepen het Ghoybos het best kan bedienen en in welke behoeften dan voorzien kan worden bij een bezoek aan het Bos. In het grotere stad-land netwerk wat het Uitvoeringsprogramma beoogt wordt gestreefd naar een samenhangend groen-recreatief systeem met tegelijkertijd meer diversiteit (in groen-recreatief aanbod) tussen de verschillende opgaven. In plaats van binnen elk project voor elk wat wils streven we naar meer fragmentatie in aanbod waardoor het stad-land netwerk voor elk wat wils biedt en waarbij de verschillende opgaven meer doelgroep gericht zijn. Dat

161 onderlinge onderscheid creëert synergie in plaats van concurrentie tussen de verschillende schakels in het groen-recreatief netwerk. De gemeenten Kaag en Braassem, Leiderdorp en Leiden hebben inmiddels een eerste concept uitgewerkt als basis voor verdere uitwerking en interactie. R R = resultaat Ambities: Een waardevolle groen-recreatief verblijfsgebied (landmark) en mogelijk een poort naar buiten op de overgang van stad naar Ommeland. Beleefbare natuur, dichtbij de stad Een ecologische én recreatieve stapsteen tussen Singelpark en Ommeland (tot ring met straat 10 km van Singelpark) maar ook als schakel in de ring rondom het stedelijk gebied (Kagerzoom-Boterhuispolder-Ghoybos-HSLinformatiecentrum Polder Achthoven etc.) Een gebied wat voor minimaal 50% wordt beheerd en in stand gehouden door gebruikers Resultaat Een ca. 20 ha groot openbaar toegankelijk groen-recreatief verblijfsgebied opgebouwd uit verschillende beleefbare natuurfuncties en recreatieve functies. Een duidelijke identiteit van het bos die de andere projecten binnen de Leidse Ommelanden versterkt en niet beconcurreerd. Een beheer- / exploitatieplan voor 15 jaar inclusief financieringsvoorstel en kostenverdeling onder de projectpartners (Kaag en Braassem, Leiderdorp, Leiden). O O = organisatie Bestuurlijk opdrachtgever: Wethouder Peters, Kaag en Braassem Ambtelijk opdrachtgever: Afdelingsmanager Ruimtelijke Ontwikkeling en Openbare Ruimte, Kaag en Braassem Ambtelijk opdrachtnemer: Peter Verkade (extern projectleider, Mark Bosman (intern projectleider) Joël Eichler (intern deskundige Kaag en Braassem) Achmed Achbari (intern deskundige Leiderdorp) namens het projectteam (Kaag en Braassem, Leiderdorp, Leiden). De gemeente Leiden en Leiderdorp hebben een groot belang bij de herinrichting van het Ghoybos. En het Ghoybos vormt een essentiële schakel als stapsteen in het groenrecreatieve stad-land netwerk waar Samen voor Groen de komende 5 jaar aan bouwt middels het Uitvoeringsprogramma. Vanuit het door Samen voor Groen programmamanagement wordt ondersteuning en begeleiding geboden aan de projectleider en het projectteam. T De projectleider organiseert de benodigde beleidsinbreng van de verschillende projectteamgemeenten. De kosten van de projectleider zijn voor rekening van het project. T = tijd De grondoverdracht heeft plaatsgevonden op 11 maart Vervolgens wordt een nieuwe samenwerkingsovereenkomst (Samen voor Groen) opgesteld en een toegekende provinciale beschikking (8 miljoen euro voor het Uitvoeringsprogramma waarvan het Ghoybos onlosmakelijk onderdeel uitmaakt) vastgelegd.

162 I K I = informatie Conform op te stellen communicatie- en marketingstrategie K = kosten Plankosten Projectleiding (1 dag per week, gedurende 2 jaar) Conceptuitwerking (op basis van doelgroepenanalyse) Visieschets en ontwerp landschapsarchitect Totaal: Financiële dekking Gemeente Kaag en Braassem Gemeente Leiderdorp Gemeente Leiden Provincie Zuid-Holland Totaal: Uitvoeringskosten Uitwerking bestek en tekeningen Opstellen beheer en exploitatieovereenkomsten Kosten diverse communicatiemiddelen Kosten aanleg ( m2 á 6,20 per m2) Afkoop kosten beheer 15 jaar (meerkosten voor extra kwaliteit) Afronding Totaal Financiële dekking Gemeente Kaag en Braassem Gemeente Leiderdorp Gemeente Leiden Provincie Zuid-Holland Holland Rijnland ZZG Holland-Rijnland Totaal:

TOEZEGGINGENLIJST. Overzicht openstaande toezeggingen. Nr. (raad / forum) (raad) Toezegging Stand van zaken Afgedaan

TOEZEGGINGENLIJST. Overzicht openstaande toezeggingen. Nr. (raad / forum) (raad) Toezegging Stand van zaken Afgedaan Overzicht openstaande toezeggingen TOEZEGGINGENLIJST (raad / forum) 133. 17-06-2013 Toezegging Stand van zaken Nota Vereveningsfondsen Het college zal jaarlijks een evaluatie doen naar de toe- of afname

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, nummer 86;

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, nummer 86; Gemeente Langedijk De raad van de gemeente Langedijk; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, nummer 86; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen

Nadere informatie

GEMEENTE LOPIK. Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010

GEMEENTE LOPIK. Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010 Nr.:12.4 GEMEENTE LOPIK Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010 De raad van de gemeente Lopik; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2009;

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 december 2013;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 december 2013; De raad van de gemeente Doetinchem; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 december 2013; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en de onderdelen a en b van de Gemeentewet

Nadere informatie

Verordening reinigingsheffingen Noord-Beveland 2018

Verordening reinigingsheffingen Noord-Beveland 2018 Verordening reinigingsheffingen Noord-Beveland 2018 De raad van de gemeente Noord-Beveland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 2017; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef

Nadere informatie

Artikel 1 Inleidende bepaling

Artikel 1 Inleidende bepaling Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018 Aanhef De raad van de gemeente Boxtel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van; gelet op artikel

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Aa en Hunze Nr. 220200 13 december 2017 Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018 De raad van de gemeente

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 oktober 2007;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 oktober 2007; De gemeenteraad van Bedum; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 oktober 2007; gelet op artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b en 229d, aanhef, eerste

Nadere informatie

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2016 nr.

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2016 nr. Raadsbesluit De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2016 nr. 9827; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Houten. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Houten. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014; De raad van de gemeente Houten; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november ; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en

Nadere informatie

VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014;

VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014; MID14/013.5 VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN 2015 De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude; Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 oktober

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2018;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2018; Nummer 5i De raad van de gemeente Delfzijl; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2018; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet

Nadere informatie

"Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017"

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Zundert. Nr. 181501 22 december 2016 "Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017" De raad van de gemeente

Nadere informatie

Sector : II Nr. : 11/64c.13.

Sector : II Nr. : 11/64c.13. Sector : II Nr. : 11/64c.13. De raad van de gemeente Ferwerderadiel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2013, nummer 11/64c.13; gelet op artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer;

Nadere informatie

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Druten Nr. 268358 14 december 2018 Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019 De raad van de gemeente Druten,

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Veendam

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Veendam Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010 gemeente Veendam Doel: Het doel van deze verordening is om regels te stellen betreffende directe belasting

Nadere informatie

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2014

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2014 CVDR Officiële uitgave van Westerveld. Nr. CVDR318362_1 15 mei 2018 Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2014 De raad van de gemeente Westerveld; gelezen

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr d.d. 27 september 2016;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr d.d. 27 september 2016; Raadsbesluit 2016 registratienummer: 2016-20418 D E R A A D D E R G E M E E N T E E P E gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 2016-20413 d.d. 27 september 2016; gelet op artikel 229,

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van xxxxxx, nr. xx ;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van xxxxxx, nr. xx ; RAADSBESLUIT GEMEENTE DE MARNE Agendapunt nummer : De raad van de gemeente De Marne Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van xxxxxx, nr. xx ; Gelet op: artikel 229, eerste lid, aanhef en

Nadere informatie

Besluit: vast te stellen de: VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN (REINIGINGSHEFFINGEN) 2016

Besluit: vast te stellen de: VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN (REINIGINGSHEFFINGEN) 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Baarn. Nr. 116312 4 december 2015 Gemeente Baarn - Belastingverordeningen 2016 - Verordening op de heffing en de invordering van Afvalstoffenheffing en Reinigingsrechten

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2015;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2015; De raad van de gemeente Beuningen in openbare vergadering bijeen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2015; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2015

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2015 Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2015 Wetstechnische informatie Protocol Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Gemeente Ubbergen Officiële

Nadere informatie

Reinigingsheffingen. gelet op artikel van de Wet milieubeheer en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet

Reinigingsheffingen. gelet op artikel van de Wet milieubeheer en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet 1Raadsbesluit 102 I Behandelschema Reinigingsheffingen Raadscommissie 29-10-2014 Gemeenteraad 11-11-2014 Portefeuillehouder F. Kingma Paragraaf G Lokale lasten De raad van de gemeente Texel: gelezen het

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Onderwerp: Verordening reinigingsheffingen gemeente Overbetuwe 2009 Ons kenmerk: 08rb000451 Nr. 11C De raad van de gemeente Overbetuwe; gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 4 november

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Heemskerk 2018

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Heemskerk 2018 Bekendmaking belastingverordening De raad van Heemskerk heeft in zijn openbare vergadering van 21 december 2017 de verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten

Nadere informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014, Raadsbesluit Jaar 2014/12/17/09C Onderwerp: Vaststelling verordening reinigingsheffingen 2015 De raad van de gemeente Roerdalen heeft; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november

Nadere informatie

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2018 nr.

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2018 nr. Raadsbesluit De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2018 nr. 38811; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; De Raad van de gemeente Sint Anthonis; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op de artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel

Nadere informatie

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Hoofdstuk I Algemene bepalingen Nummer 201218842 a /EDV De raad der gemeente Veendam; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2012; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en

Nadere informatie

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T: Besluit Nummer Datum De raad van de gemeente Almere, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33

Nadere informatie

Nummer 090 G. Afvalstoffenheffing

Nummer 090 G. Afvalstoffenheffing 1Raadsbesluit Raadscommissie 28-10-2015 Nummer 090 G Afvalstoffenheffing Gemeenteraad 10-11-2015 Portefeuillehouder F. Kingma Paragraaf G Lokale lasten De raad van de gemeente Texel: gelezen het advies

Nadere informatie

Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019

Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Almere Nr. 266058 12 december 2018 Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019 De raad van de gemeente Almere,

Nadere informatie

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019 Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019 Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door OnderwerD -------------

Nadere informatie

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer; B E S L U I T: De raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2011

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2011 CVDR Officiële uitgave van Súdwest-Fryslân. Nr. CVDR92183_2 10 oktober 2017 Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2011 Nummer: Onderwerp: vaststellen

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college d.d. 6 november 2012, nummer 194828;

gelezen het voorstel van het college d.d. 6 november 2012, nummer 194828; De raad van de gemeente Leusden; gelezen het voorstel van het college d.d. 6 november 2012, nummer 194828; gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland) De raad van de gemeente Almere, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018, zaaknummer ;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018, zaaknummer ; blad 1 van 5 De raad van de gemeente IJsselstein; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018, zaaknummer 599997; Gelet op artikel 229 eerste lid, aanhef en

Nadere informatie

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016 CVDR Officiële uitgave van Heumen. Nr. CVDR387099_1 10 oktober 2017 Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016 De raad van de gemeente Heumen in openbare

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2016, nummer ;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2016, nummer ; Gemeenteblad 594 DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2016, nummer 2016-47779; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen

Nadere informatie

afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Oosterhout 2012 Citeertitel van de regeling Verordening reinigingsheffingen Oosterhout 2012

afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Oosterhout 2012 Citeertitel van de regeling Verordening reinigingsheffingen Oosterhout 2012 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Naam overheidsorganisatie Gemeente Oosterhout Officiële naam van de regeling Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten

Nadere informatie

Wetstechnische informatie

Wetstechnische informatie Eerste wijziging op de Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2013erord Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Heerhugowaard Officiële

Nadere informatie

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018 De raad van de gemeente Harderwijk; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 november 2017, nr. h170062002; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet

Nadere informatie

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel van de Wet Milieubeheer;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel van de Wet Milieubeheer; No.: Onderwerp: Verordening reinigingsheffingen 2017 ------------------------------------------- De raad der gemeente Hattem; gelezen het voorstel van het college d.d. 15 november 2016, no.. ; gelet op

Nadere informatie

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T: Besluit Nummer Datum De raad van de gemeente Almere, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33

Nadere informatie

No.ZA /DV , afdeling Middelen en Advies. Onderwerp: Vaststellen "Verordening reinigingsheffingen gemeente Vlagtwedde 2015"

No.ZA /DV , afdeling Middelen en Advies. Onderwerp: Vaststellen Verordening reinigingsheffingen gemeente Vlagtwedde 2015 = Raadsvergadering d.d. 25 november 2014 Agendanr.. Aan de Raad No.ZA.14-30145/DV.14-405, afdeling Middelen en Advies. Sellingen, 13 november 2014 Onderwerp: Vaststellen "Verordening reinigingsheffingen

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 november 2012;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 november 2012; gemeente " ^ RAADSBESLUIT Nummer: 2012-109/5 De raad der gemeente ; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 november 2012; gelet op de artikelen 229 van de Gemeentewet

Nadere informatie

Raadsvoorstel. 23 oktober Geachte raad,

Raadsvoorstel. 23 oktober Geachte raad, Raadsvoorstel Nummer: 178319 Behandeld door: A. van de Kamp Datum: 23 oktober 2018 Agendapunt: Onderwerp: Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Renswoude 2019 Geachte raad, Samenvatting:

Nadere informatie

Verordening reinigingsheffingen gemeente Overbetuwe 2016

Verordening reinigingsheffingen gemeente Overbetuwe 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Overbetuwe. Nr. 118833 10 december 2015 Verordening reinigingsheffingen gemeente Overbetuwe 2016 Ons kenmerk: 15RB000105 Nr. 10c De raad van de gemeente Overbetuwe;

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet; besluit:

GEMEENTEBLAD. gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet; besluit: Officiële uitgave van de gemeente Maassluis GEMEENTEBLAD Nummer: 36 Datum bekendmaking: 18 december 2013 Onderwerp: Verordening reinigingsrechten 2014 De Raad van de gemeente Maassluis; gelezen het voorstel

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; Agendanummer: 6b Vergadering: De raad van de gemeente Winsum; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2015, nummer ;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2015, nummer ; Gemeenteblad 570 DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2015, nummer 2015-49115; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en

Nadere informatie

Gemeente Grootegast Verordening reinigingsheffingen 2017

Gemeente Grootegast Verordening reinigingsheffingen 2017 Gemeente Grootegast Verordening reinigingsheffingen 2017 De raad van de gemeente Grootegast; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 november 2016: gelet op artikel 229,

Nadere informatie

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN REINIGINGSHEFFINGEN gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN REINIGINGSHEFFINGEN gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Súdwest-Fryslân Nr. 13635 22 januari 2018 VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN REINIGINGSHEFFINGEN 2018 De raad van de gemeente Súdwest-Fryslân; gelezen

Nadere informatie

gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer;

gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; e (12' Hof van Twente Onderwerp: Verordening reinigingsheffingen 2019 Registratienummer: 705501 Vergadering: 27 november 2018 Agendapunt: 11 De raad van de gemeente Hof van Twente; gelezen het voorstel

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014; De Raad van de gemeente Sint Anthonis; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet

Nadere informatie

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer december 2014

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer december 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 15 22 december 2014 Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2015 De raad der gemeente Bergeijk;

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Kollumerland en Nieuwkruisland. Nr. 184607 27 december 2016 Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017 De

Nadere informatie

* GEWIJZIGD, 22 NOVEMBER 2017 (pagina 7) Gemeenteblad 612

* GEWIJZIGD, 22 NOVEMBER 2017 (pagina 7) Gemeenteblad 612 * GEWIJZIGD, 22 NOVEMBER 2017 (pagina 7) Gemeenteblad 612 DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 november 2017, nummer 2017-53684; gelet

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht)

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht) Raadsbesluit De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 november, en nr 1209 8 RV gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en

Nadere informatie

TOEZEGGINGENLIJST. Overzicht openstaande toezeggingen. Nr. (raad / forum) (raad) Toezegging Stand van zaken Afgedaan

TOEZEGGINGENLIJST. Overzicht openstaande toezeggingen. Nr. (raad / forum) (raad) Toezegging Stand van zaken Afgedaan Overzicht openstaande toezeggingen TOEZEGGINGENLIJST ( / forum) 133. 17-06-2013 () Toezegging Stand van zaken Nota Vereveningsfondsen Het college zal jaarlijks een evaluatie doen naar de toe- of afname

Nadere informatie

r GEMEENTE VELSEN gemeenteraad

r GEMEENTE VELSEN gemeenteraad r GEMEENTE ELSEN gemeenteraad Raadsbesluit Datum raadsvergadering 24 november 2016 Datum carrousel n.v.t. Raadsbesluitnummer R16.062 Registratienummer Rs16.00647 Hf Onderwerp: erordening op de heffing

Nadere informatie

Verordening reinigingsheffingen 2016 gemeente Sliedrecht. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Verordening reinigingsheffingen 2016 gemeente Sliedrecht. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Sliedrecht. Nr. 126297 24 december 2015 Verordening reinigingsheffingen 2016 gemeente Sliedrecht De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van

Nadere informatie

Verordening van de gemeenteraad Nieuwkoop houdende de heffing en invordering van afvalstoffenheffing

Verordening van de gemeenteraad Nieuwkoop houdende de heffing en invordering van afvalstoffenheffing Verordening van de gemeenteraad Nieuwkoop houdende de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 9 Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder gebruik

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016 CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR385994_1 27 december 2016 Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016 De raad van de gemeente Leek; gelezen het

Nadere informatie

vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2018.

vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2018. Registratienummer: 2017-001220-2/r De raad van de gemeente Weststellingwerf; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; b e s l u i t vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Leek Nr. 222138 19 december 2017 Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018 De raad van de gemeente Leek;

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019 CVDR Officiële uitgave van Westerveld. Nr. CVDR619276_1 28 december 2018 Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019 De raad van de gemeente Westerveld;

Nadere informatie

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDE-RING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2018

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDE-RING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2018 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Ferwerderadiel Nr. 228056 22 december 2017 VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDE-RING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2018 De raad van de gemeente Ferwerderadiel;

Nadere informatie

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN 2016 (versie geldig vanaf )

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN 2016 (versie geldig vanaf ) VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN 2016 (versie geldig vanaf 1-1-2016) Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële

Nadere informatie

Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a. en b. van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer; b e s l u i t:

Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a. en b. van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer; b e s l u i t: RAADSBESLUIT 13R.000392 Agendapunt: Onderwerp: Verordening reinigingsheffingen 2014 De raad van de gemeente Woerden; gelezen het voorstel d.d. 19 november 2013 van: - burgemeester en wethouders Gelet op

Nadere informatie

Verordening op de heffing en invordering van reinigingsheffingen 2015

Verordening op de heffing en invordering van reinigingsheffingen 2015 CVDR Officiële uitgave van Enschede. Nr. CVDR347211_2 25 oktober 2016 Verordening op de heffing en invordering van reinigingsheffingen 2015 De Raad van de gemeente Enschede, gelezen het voorstel van Burgemeester

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders 21 november 2017;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders 21 november 2017; CVDR Officiële uitgave van Losser. Nr. CVDR605815_1 27 december 2018 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Losser houdende regels omtrent de heffing en invordering van afvalstoffenheffing Verordening

Nadere informatie

Verordening reinigingsheffingen 2019

Verordening reinigingsheffingen 2019 GEMEENTE HEUMEN RAADSBESLUIT Onderwerp: Datum: Besluitnummer: Verordening reinigingsheffingen 2019 20 december 2018 Verordening reinigingsheffingen 2019 De raad van de gemeente Heumen in openbare vergadering

Nadere informatie

Verordening op de heffing en invordering van reinigingsheffingen 2015

Verordening op de heffing en invordering van reinigingsheffingen 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Horst aan de Maas. Nr. 77552 24 december 2014 Verordening op de heffing en invordering van reinigingsheffingen 2015 raadsbesluit Bijlage van gemeenteblad 2014,

Nadere informatie

2017 Berg en Dal. n.v.t. Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) n.v.t.

2017 Berg en Dal. n.v.t. Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) n.v.t. Verordening Afvalstoffenheffing 2017 Berg en Dal Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Maastricht 2016

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Maastricht 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Maastricht. Nr. 1859 17 november 215 Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Maastricht 216 DE RAAD VAN DE GEMEENTE

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 3 november 2015;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 3 november 2015; Raadsbesluit De raad van de gemeente H e e r d e; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 3 november 2015; gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer; b e s l u i t:

Nadere informatie

ONTWERP Bijlage: 3. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014 met nummer ; b e s l u i t :

ONTWERP Bijlage: 3. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014 met nummer ; b e s l u i t : ONTWERP Bijlage: 3 BESLUIT Griffienummer: De raad van de gemeente Zutphen, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014 met nummer ; gelet op artikel 15.33 van

Nadere informatie

Verordening reinigingsheffingen 2014

Verordening reinigingsheffingen 2014 Versie geldig vanaf 1 januari 2014 Verordening reinigingsheffingen 2014 Verantwoordelijke afdeling Plantsoenen en reiniging De getoonde verordeningen zijn een weergave van de actuele situatie. Voor historische

Nadere informatie

Verordening reinigingsheffingen Peel en Maas

Verordening reinigingsheffingen Peel en Maas Raadsbesluit Verordening reinigingsheffingen Peel en Maas DE RAAD VAN DE GEMEENTE PEEL EN MAAS Gelet op het voorstel 2014-108 5 Zaaknummer: 1894/2014/559916 Gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017 CVDR Officiële uitgave van Oldenzaal. Nr. CVDR429046_1 21 december 2017 Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017 De raad van de gemeente Oldenzaal;

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing 2018

Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing 2018 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Hilvarenbeek Nr. 223515 18 december 2017 Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing 2018 De raad der gemeente Hilvarenbeek; gezien

Nadere informatie

Gemeente Tynaarlo - Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017 gemeente Tynaarlo

Gemeente Tynaarlo - Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017 gemeente Tynaarlo GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Tynaarlo. Nr. 176000 14 december 2016 Gemeente Tynaarlo - Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017 gemeente

Nadere informatie

Verordening afvalstoffenheffing 2019

Verordening afvalstoffenheffing 2019 Verordening afvalstoffenheffing 2019 - B&W vergadering d.d. 13 november 2018 - Raadsvergadering d.d. 3 december 2018 - Publicatie in het gemeenteblad d.d. 6 december 2018 - Inwerkingtreding d.d. 7 december

Nadere informatie

Format verordening raad. Gemeente Westerkwartier. Gemeente. Gemeenteraad. Financiën. Gemeentewet. vastelling nieuwe regeling

Format verordening raad. Gemeente Westerkwartier. Gemeente. Gemeenteraad. Financiën. Gemeentewet. vastelling nieuwe regeling Pagina 1 van 6 Format verordening raad Organisatie: Organisatietype Gemeente Westerkwartier Gemeente Officiële naam regeling: Verordening reinigingsheffing 2019 Citeertitel: Verordening reinigingsheffing

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2014;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2014; De raad van de gemeente Roosendaal; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2014; gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer; B e s l u i t vast te stellen

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Schinnen Nr. 232808 28 december 2017 Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018 DE RAAD VAN DE GEMEENTE

Nadere informatie

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2011

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2011 VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2011 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling gemeente Zoetermeer Citeertitel Afvalstoffenverordening

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2012, dienst/afdeling Backoffice/administratie, nr ;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2012, dienst/afdeling Backoffice/administratie, nr ; De raad van de gemeente Brunssum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2012, dienst/afdeling Backoffice/administratie, nr. 358510; gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

Nadere informatie

REINIGINGSHEFFINGEN DE RAAD VAN DE GEMEENTE SCHINNEN; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

REINIGINGSHEFFINGEN DE RAAD VAN DE GEMEENTE SCHINNEN; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; REINIGINGSHEFFINGEN DE RAAD VAN DE GEMEENTE SCHINNEN; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2016, nummer RVB ; BESLUIT:

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2016, nummer RVB ; BESLUIT: B16-026407 BIJLAGE A De raad van de gemeente Bergen op Zoom; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2016, nummer RVB16-0074; gelet op artikel 15.33 van de Wet

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Schinnen. Nr. 46 4 januari 2016 Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016 DE RAAD VAN DE GEMEENTE SCHINNEN;

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrecht 2017

Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrecht 2017 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Hilvarenbeek. Nr. 185485 27 december 2016 Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrecht 2017 De raad der gemeente

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2016 (Gemeenteblad 2016, nr. XXX);

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2016 (Gemeenteblad 2016, nr. XXX); Onderwerp Datum 20 december 2016 Verordening op de heffing en invordering van Afvalstoffenheffing 2017 Pagina 1 van 8 De raad van Venray, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 november

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 november 2013;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 november 2013; 2013/../.. ======================================= Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2014 ======================================= De raad van de gemeente Voerendaal; gelezen

Nadere informatie

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, nummer Rsl van 18 september 2018

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, nummer Rsl van 18 september 2018 (f/ GEMEENTE ELSEN gemeenteraad Raadsbesluit Datum raadsvergadering: Datum carrousel Raadsbesluitnummer Registratienummer 8 november 2018 R18.068 Rsl 8.00485 Onderwerp: erordening op de heffing en invordering

Nadere informatie

Gemeentebestuur van Gulpen-Wittem

Gemeentebestuur van Gulpen-Wittem Gemeentebestuur van Gulpen-Wittem Kenmerk: G.17.03602 *G.17.03602* Raadsnummer: ID/272 Onderwerp Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Gulpen-Wittem 2018 De Raad van de gemeente Gulpen-Wittem

Nadere informatie