afstanden handleiding inhoudsopgave 1 de grote lijn 2 applets 3 bespreking per paragraaf 4 tijdsplan 5 materialen voor een klassengesprek afstanden
|
|
- Jonathan Verlinden
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 inhoudsopgave 1 de grote lijn 2 applets 3 bespreking per paragraaf 4 tijdsplan 5 materialen voor een klassengesprek
2 1 de grote lijn de zijlijn hoofdlijn Het begrip afstand wordt geïntroduceerd. Tekenen op schaal. Cirkel, met binnen- en buitengebied. De driehoeksongelijkheid. De afstand van een punt tot een figuur. De afstand van een punt tot een lijn. De afstand van een punt tot een cirkel. Isoafstandslijnen bij meetkundige eilanden. Definitie van de middelloodlijn van een lijnstuk. Stelling van de middelloodlijn. De drie middelloodlijnen van een driehoek. De omgeschreven cirkel van die driehoek. Meetkundig spiegelen in een lijn; lijnsymmetrie. Meetkundig spiegelen in een punt; puntsymmetrie. Definitie van de bissectrice van een hoek. Stelling van de bissectrice van een niet-inspringende hoek. Stelling: De bissectrices van twee snijdende lijnen vormen twee lijnen die loodrecht op elkaar staan. De middelloodlijn tekenen met passer en liniaal. De omgeschreven cirkel tekenen met passer en liniaal. Meetkundige eilanden verdelen tussen bewoners met middelloodlijnen als grenzen (zoals in Voronoi-diagrammen). De molentjesdriehoek: een rechthoekige driehoek waarvan de ene rechthoekszijde tweemaal zo lang is als de andere. Dit leidt tot een vlakvulling met alleen maar schaalsymmetrie De bissectrice tekenen met passer en liniaal. Stelling van de drie bissectrices van een driehoek. De ingeschreven cirkel van de driehoek. De omgeschreven cirkel van een rechthoekige driehoek. Onderzoekjes.
3 2 applets cirkelapplet bij 1.5 CABRI-applet. Je kunt een punt bewegen. Daarbij wordt steeds de afstand van het punt tot het middelpunt van een cirkel getoond. driehoeksongelijkheidapplet bij 1.6 CABRI-applet. Je kunt een punt bewegen. Nu worden de twee tot de grenspunten van een lijnstuk getoond en tevens de som van die twee. De som van die is minimaal wanneer je het beweegbare punt op het lijnstuk legt. balinwaterrondeilandapplet bij 1.8 CABRI-applet. Je kunt een punt P over een cirkel bewegen. Daarbij wordt de afstand tot de bal B in het water getoond. De afstand PB is minimaal, wanneer P op het lijnstuk MB ligt. omgeschrevencirkelapplet bij 2.5 CABRI-applet. De leerlingen worden stap voor stap door het bewijs geleid dat de drie middelloodlijnen van een driehoek door één punt gaan. Uiteindelijk wordt de omgeschreven cirkel getekend. CrusoeApplet bij 3.1 CABRI-applet. Een meetkundig eiland, gevormd door een cirkelvormig gebied waaruit een cirkelsector is weggenomen. Er is een isoafstandslijn getekend. In het inwendige van de cirkelsector ligt een punt P op de isoafstandslijn dat gelijke heeft tot de twee benen van de hoek die de grens vormt van de weggenomen sector. Door de bij de isoafstandslijn behorende afstand te variëren, beschrijft P een baan: de bissectrice van de hoek. IngeschrcirkelApplet bij 3.8 CABRI-applet. Stap voor stap zien de leerlingen de ingeschreven cirkel van een driehoek ontstaan, met de daarbij horende redenering. LangstraatApplet bij O.3 CABRI-applet. Dit is een uitbreiding van de driehoeksongelijkheidapplet. Nu liggen er zeven punten op een lijnstuk. Punt P kan bewegen, de afzonderlijke van P tot elk van de zeven punten en ook de som van die zeven wordt getoond. Daarmee kunnen de leerlingen op zoek naar de plek waar de som van die zeven minimaal is. Dit geeft een verrassende uitkomst met minstens twee mooie redeneringen. BlackspelApplet1 bij O.5 De leerlingen kunnen met zijn tweeën het Blackspel spelen. BlackspelApplet2 bij O.5 De leerlingen kunnen het Blackspel spelen tegen de computer; en steeds verliezen.
4 3 bespreking per paragraaf de driehoeksongelijkheid Het begrip afstand wordt geïntroduceerd, in combinatie met tekenen op schaal. Cirkel wordt gedefinieerd, met binnen- en buitengebied. Territoriale wateren als voorbeeld van isoafstandslijnen. Dan volgt de driehoeksongelijkheid. Deze levert het belangrijkste argument voor de stellingen die in dit hoofdstuk worden behandeld. De afstand van een punt tot een figuur wordt gedefinieerd als de lengte van het kortste verbindingslijnstuk. De afstand van een punt tot een lijn wordt daarom gemeten langs de loodlijn van dat punt op die lijn. De afstand van een punt tot een cirkel wordt gemeten langs de lijn die door dat punt en het middelpunt van de cirkel gaat. Dit wordt allemaal netjes beredeneerd met gebruik van de driehoeksongelijkheid. Isoafstandslijnen bij meetkundige eilanden leveren een aantal oefenopgaven. middelloodlijnen De middelloodlijn van een lijnstuk is bij definitie de lijn die door het midden daarvan gaat en er loodrecht op staat. Dat leidt tot de stelling van de middelloodlijn: Het zijn precies de punten die op gelijke afstand van de grenspunten van het lijnstuk liggen. De leerlingen leren hoe ze de middelloodlijn kunnen tekenen met passer en liniaal. De drie middelloodlijnen van een driehoek gaan door één punt. Dat punt is het middelpunt van de omgeschreven cirkel van die driehoek. De omgeschreven cirkel leren ze ook te tekenen met passer en liniaal. Lijnsymmetrie wordt nu in verband gebracht met meetkundig spiegelen in een lijn. Ook puntsymmetrie komt aan de orde: meetkundig spiegelen in een punt. Het middelpunt van de omgeschreven cirkel van een rechthoekige driehoek is het midden van de schuine zijde. Als oefening is gekozen het verdelen van Meetkundige eilanden tussen bewoners met middelloodlijnen als grenzen (zoals in Voronoi-diagrammen). Een boeiende toepassing is ook de molentjesdriehoek: een rechthoekige driehoek waarvan de ene rechthoekszijde tweemaal zo lang is als de andere. Dit leidt tot een vlakvulling met alleen maar schaalsymmetrie. bissectrices De bissectrice van een hoek is bij definitie: de halve lijn die die hoek in twee gelijke hoeken deelt. Voor niet-
5 inspringende hoeken is er een stelling: het zijn precies de punten die op gelijke afstand van de benen van die hoek liggen. Er komen nog twee stellingen: De bissectrices van twee snijdende lijnen vormen twee lijnen die loodrecht op elkaar staan. De drie bissectrices van een driehoek gaan door één punt. Dat punt is het middelpunt van de ingeschreven cirkel van de driehoek. Natuurlijk moeten de leerlingen ook de bissectrice kunnen construeren met passer en liniaal, evenals de ingeschreven cirkel van een driehoek. De paragraaf eindigt met oefenopgaven waarin weer hoekberekeningen worden gevraagd. onderzoek a b c Bij niet-inspringende hoeken bestaat de bissectrice precies uit de punten van de hoek die op gelijke afstand tot de benen liggen. Bij inspringende hoeken is dat anders. Goed om even uit te zoeken. Vierhoekige eilanden kun je verdelen vanuit de hoekpunten of vanuit de zijden. Dat leidt tot allerlei vragen en bijzonderheden. De kaartclub van de Langstraat. Dit is een generalisatie van de driehoeksongelijkheid. Het gunstigste punt bij een oneven aantal leden is altijd het middelste punt; bij een even aantal zijn dat de beide middelste en alle punten daartussen. Er zijn twee elegante manieren om dat te beredeneren: 1 Verdeel de punten in tweetallen, van buiten naar binnen: dus eerst de twee die uiterst links en rechts liggen, dan de twee die op een na het meest aan de buitenkant liggen,.., en tenslotte het middelste punt of het middelste tweetal. Zo ontstaat er een nest van lijnstukken. De som van de twee van het ontmoetingspunt tot de eindpunten van het grootste lijnstuk is minimaal als het ontmoetingspunt op dit grootste lijnstuk ligt. Om dezelfde reden moet het ook op het een na grootste lijnstuk liggen, enzovoort. Het moet dus op alle lijnstukken liggen, en dus op het kleinste: het middelste punt of het middelste lijnstuk. 2 Je kunt het probleem ook democratisch oplossen. Stel de zeven leden (punten) zijn A, B,., G. De club kaart in B en G doet het voorstel om de volgende keer niet in B maar in C te kaarten. Dat is ongunstig voor A en B, maar gunstig voor C, D, E, F en G. Verplaatsen dus. De totale som van de vermindert daardoor met 3 keer de afstand BC. De week daarna wordt gestemd over verplaatsing van C naar D. Dat komt er ook door. Maar dan is het afgelopen. D is het gunstigste punt.
6 d e Gemeenschappelijke raakcirkels aan drie lijnen. Naast de ingeschreven cirkel komen nu ook de drie aangeschreven cirkels aan bod. Het Blackspel. Eerst kunnen ze het gewoon spelen, met zijn tweeën. Er is echter een winnende strategie. Als de eerste speler gezet heeft, is er een dominosteen ontstaan. Als het doelvakje even buiten beschouwing blijft, dan kan de tweede speler de overige vierentwintig vakjes van het bord verder in twaalf dominostenen verdelen. De tweede speler komt met zijn zet een schone dominosteen binnen. Door de goede zet te kiezen kan de eerste speler gedwongen worden deze nieuwe dominosteen vol te maken. Dit kan telkens weer, totdat de eerste speler tegen de rand komt, of tegen het doelvakje. In beide gevallen wint speler twee. Je kunt ook proberen een zo lang mogelijke weg te maken. Je zou als volgt kunnen redeneren. De weg kan slechts eenmaal in een randvakje komen zonder tegen de rand te botsen. De middenvakjes kunnen tweemaal worden aangedaan. De weg kan dus zeker niet langer worden dan 16*1+9*2=34 stukjes. Maar ook die 34 kan niet worden bereikt. Zie het veld maar als een dambord van vijf bij vijf, de vakjes om en om zwart en wit gekleurd. Stel dat het eerste vakje zwart is, dan is het doelvakje dat zeker het laatste vakje in de weg is ook zwart. Maar de weg gaat steeds van zwart naar wit, en omgekeerd. Als het eerste vakje zwart is, dan is het 34-ste vakje wit. De weg zou dus maximaal 33 stukjes lang kunnen zijn. Met enig puzzelen is zo n weg van 33 stukjes ook wel te vinden. 4 Tijdsplan de driehoeksongelijkheid middelloodlijnen bissectrices onderzoek proeftoets toets 3 lessen 3 lessen 3 lessen 1 les 1 les 1 les
7 5 materialen voor een klassengesprek gereedschappen 1 afstand van punt tot figuur (lijn, cirkel) 2 isoafstandslijnen 3 driehoeksongelijkheid 4 middelloodlijn en hoofdeigenschap 5 omgeschreven cirkel van een driehoek 6 bissectrices en hoofdeigenschap 7 de twee bissectrices van twee lijnen 8 ingeschreven cirkel van een driehoek Vragen Je hebt een cirkelvormig meer en daarbinnen een cirkelvormig eiland. Kees staat ergens aan de rand van het eiland en wil naar het vasteland zwemmen. Wat is de kortste route vanaf die plek? Vanaf welke plek moet Kees gaan zwemmen als hij de allerkortste route wil zwemmen? Beredeneer je antwoorden met de driehoeksongelijkheid. (Antwoorden: Stel M is het middelpunt van het meer en N dat van het eiland. In het eerste geval zwemt Kees langs de lijn MK, zoals behandeld in paragraaf 1. Noem de plek waar hij dan aan land komt L. De gunstigste plek om in het water te gaan ligt op de lijn MN. Noem die plek G en de plek waar hij in dat geval aan land komt H. Dan kun je als volgt redeneren: Weg M-L is evenlang als weg M-H. Weg M-N-G is evenlang als weg M-N-K. Weg M-N-K is langer dan weg M-K. Dus weg G-H is korter dan weg K-L.) Kees Nog even alle constructies met passer en liniaal bij elkaar. Stel je hebt een maatlijnstukje. Hoe maak je daarbij een lijnstukje dat vier keer zo lang is? En hoe verdeel je het in drie gelijke stukjes? Kun je een driehoek maken met zijden 2⅓, 1⅔ en 4? Als je een driehoek wilt maken met zijden 2⅓, en 1⅔, hoe lang kan dan de derde zijde zijn? Hoe maak je een driehoek met zijden 2⅓, 1⅔ en 3? Hoe construeer je de omgeschreven cirkel van die driehoek? En hoe de ingeschreven cirkel? Je hebt een molentjesdriehoek bekeken met rechthoekszijden 1en 2. Met vier van die driehoekjes kreeg je een grotere molentjesdriehoek en met vijf een nog grotere, die bovendien een beetje gedraaid lag. Kun je zoiets ook doen met een rechthoekig driehoekje met rechthoekszijden 1 en 3? Hoe gaat dat dan? En met rechthoekszijden 1 en n? Hoeveel driehoekjes heb je dan nodig voor een vergroting? Kan het ook als de rechthoekszijden 2 en 3 zijn? (Dan heb je KGV(2,3) nodig.)
8 Hoe spiegel je een vierhoek in een lijn? En in een punt? Hoe gaat dat bij een cirkel? Waarom heet een vlakvulling met molentjesdriehoeken schaalsymmetrisch? hoofdzaken Redeneren met de driehoeksongelijkheid. De middelloodlijn van een lijnstuk, de hoofdeigenschap, de omgeschreven cirkel van een driehoek. De bissectrice van een hoek, de hoofdeigenschap, de twee bissectrices van twee snijdende lijnen, de drie bissectrices van een driehoek en de omgeschreven cirkel. Constructies. Land verdelen met middelloodlijnen en bissectrices. samenhang Zijn er lijnsymmetrische driehoeken? En puntsymmetrische? (En schaalsymmetrische?) Welke vierhoeken zijn lijnsymmetrisch? En puntsymmetrisch? Welke ruimtelijke vormen zijn puntsymmetrisch? En lijnsymmetrisch? En vlaksymmetrisch? leerling-opgaven Maak een opgave over hoekberekeningen waarin je middelloodlijnen of bissectrices gebruikt. Maak een opgave over hoekberekeningen in een rechthoekige driehoek en de omgeschreven cirkel.
handleiding passen en meten
handleiding passen en meten inhoudsopgave inhoudsopgave 2 de grote lijn 3 bespreking per paragraaf 4 Applets 4 1 Vierhoeken 4 2 Met passer en geodriehoek 5 3 Tegelvloertjes 5 4 Onderzoek 5 tijdpad 6 materialen
Nadere informatie10 Afstanden. rood. even ver van A als van C even ver van A, van C en van E. 10 m. blauw
28 1 10 fstanden even ver van als van C even ver van, van C en van E 10 m Q ligt even ver van P als van Q, net zo. Dus is middelloodlijn van lijnstuk PQ, dus lijn staat loodrecht op lijn. 180 + = 90 2
Nadere informatiepythagoras handleiding inhoudsopgave 1 de grote lijn 2 applets 3 bespreking per paragraaf 4 tijdsplan 5 materialen voor een klassengesprek pythagoras
inhoudsopgave 1 de grote lijn applets 3 bespreking per paragraaf 4 tijdsplan 5 materialen voor een klassengesprek 1 de grote lijn hoofdlijn de zijlijn De oppervlakte van rechthoekige driehoeken. Van een
Nadere informatie2.1 Cirkel en middelloodlijn [1]
2.1 Cirkel en middelloodlijn [1] Hiernaast staat de cirkel met middelpunt M en straal 2½ cm In het kort: (M, 2½ cm) Op de zwarte cirkel liggen alle punten P met PM = 2½ cm In het rode binnengebied liggen
Nadere informatieVlakke meetkunde. Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting.
Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte hoek, overstaande hoeken,
Nadere informatieVlakke Meetkunde. Les 20 Nadruk verboden 39. Het construeren van figuren
Vlakke Meetkunde. Les 20 Nadruk verboden 39 20,1. De cirkel Het construeren van figuren Een cirkel of cirkelomtrek is een gesloten kromme lijn, waarvan alle punten in hetzelfde vlak liggen en even ver
Nadere informatieLijst van formules en verwijzingen naar definities/stellingen die in het examen vwo wiskunde B wordt opgenomen
Lijst van formules en verwijzingen naar definities/stellingen die in het examen vwo wiskunde B wordt opgenomen Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden
Nadere informatie1 Het midden van een lijnstuk
Inleiding Deze basisconstructies worden aan de leerlingen gegeven in de vorm van werkbladen voor zelfstandig werken. Met behulp van een beginschets van de gegevens en de constructiebeschrijving maken de
Nadere informatieKegelsneden. Figuur 1 Figuur 2 PYTHAGORAS FEBRUARI 2015
Kegelsneden Aflevering 1 Ellipsen, parabolen en hyperbolen zijn mooie figuren die in de natuur voorkomen. Denk maar aan een steen die door de lucht vliegt, of een komeet die om de zon beweegt. In de techniek
Nadere informatieSpelen met passer en liniaal - werkboek
Spelen met passer en liniaal - werkboek Basisconstructie 1: het midden van een lijnstuk (de middelloodlijn) Gegeven: lijnstuk AB. Gevraagd: het midden van lijnstuk AB. Instructie Teken (A, r) en (B, r)
Nadere informatieDan is de afstand A B = lengte van lijnstuk [A B]: AB = x x )² + ( y ²
1 Herhaling 1.1 Het vlak, punten, afstand, midden Opdracht: Teken in het vlak de punten: A ( 1, 2) B(3,6) C( 5,7) Bepaal de coördinaat van het midden van (lijnstuk) [A B]: M [B C ]: N Bepaal de afstand
Nadere informatieBasisconstructies, de werkbladen 1 Het midden van een lijnstuk
Basisconstructies, de werkbladen 1 Het midden van een lijnstuk Basisconstructie 1 Het lijnstuk AB Neem vanuit A een afstand tussen de benen van de passer die wat groter is dan van A tot het geschatte midden
Nadere informatieSamenvatting stellingen uit de meetkunde Moderne Wiskunde voor het VWO (bovenbouw)
Samenvatting stellingen uit de meetkunde Moderne Wiskunde voor het VWO (bovenbouw) Meetkunde, Moderne Wiskunde, pagina 1/10 Rechthoekige driehoek In een rechthoekige driehoek is een van de hoeken in 90.
Nadere informatiewerkschrift passen en meten
werkschrift passen en meten 1 vierhoeken 2 De vijf in één - puzzel 7 Een puzzel De serie spiegelsymmetrische figuren is volgens een bepaald systeem opgebouwd. Teken de volgende figuren in de reeks. 8 Een
Nadere informatie12.1 Omtrekshoeken en middelpuntshoeken [1]
12.1 Omtrekshoeken en middelpuntshoeken [1] Stelling van de constante hoek: Voor de punten C en D op dezelfde cirkelboog AB geldt: ACB = ADB. Omgekeerde stelling van de constante hoek: Als punt D aan dezelfde
Nadere informatie2 Lijnen en hoeken. De lijn
1 Inleiding In het woord meetkunde zitten twee woorden verborgen: meten en kunnen. Deze periode gaat dan ook over het kunnen meten. Meetkunde is een oeroude kennis die al duizenden jaren geleden voorkwam
Nadere informatieDe constructie van een raaklijn aan een cirkel is, op basis van deze stelling, niet zo erg moeilijk meer.
Cabri-werkblad Raaklijnen Raaklijnen aan een cirkel Definitie Een raaklijn aan een cirkel is een rechte lijn die precies één punt (het raakpunt) met de cirkel gemeenschappelijk heeft. Stelling De raaklijn
Nadere informatieOverzicht eigenschappen en formules meetkunde
Overzicht eigenschappen en formules meetkunde xioma s Rechten en hoeken 3 riehoeken 4 Vierhoeken 5 e cirkel 6 Veelhoeken 7 nalytische meetkunde Op de volgende bladzijden vind je de eigenschappen en formules
Nadere informatie1 Junior Wiskunde Olympiade : eerste ronde
1 Junior Wiskunde Olympiade 2008-2009: eerste ronde 1 Hoeveel is 2 5 7? (A) 10 21 (B) 25 7 (C) 7 10 (D) 1 15 (E) 29 21 2 Welke van volgende sommen is gelijk aan 10? (A), + 5,555 (B) 2,222 + 6,666 (C),
Nadere informatieNeem [pr]=[ps] en beschrijf uit r en s twee cirkelbogen met dezelfde straal, die elkaar in c snijden. [cp] is de loodlijn op [ab].
Met a en b als middelpunt en met straal groter dan de helft van [ab] trekt men met dezelfde straal twee cirkelbogen, die elkaar snijden in c en d; cd is de middelloodlijn en m het midden van [ab] Neem
Nadere informatieAtheneum Wispelberg - Wispelbergstraat 2-9000 Gent Bijlage - Leerfiche (3 e jaar 5u wiskunde): Meetkunde overzicht
Hoofdstuk 1 : Hoeken -1 - Complementaire hoeken ( boek pag 7) Twee hoeken zijn complementair als... van hun hoekgrootten... is. Supplementaire hoeken ( boek pag 7) Twee hoeken noemen we supplementair als...
Nadere informatieCabri werkblad. Meetkundige plaatsen
Cabri werkblad Meetkundige plaatsen 1. Wat is een meetkundige plaats? We geven direct maar een Definitie Een meetkundige figuur heet meetkundige plaats van punten met een bepaalde eigenschap indien: 1.
Nadere informatieVlakke meetkunde en geogebra
Vlakke meetkunde en geogebra Open de geogebra-app. Kies het algebra- en tekenvenster. Aan de linkerkant zie je het algebravenster en rechts daarvan het tekenvenster met een x-as en een y-as. Om een rooster
Nadere informatie4.1 Hoeken en graden [1]
4.1 Hoeken en graden [1] Een hoek heeft twee benen (halve lijnen); De twee benen komen samen in het hoekpunt. Een rechte hoek geef je aan met het symbool (Hoek E) Een scherpe hoek is kleiner dan een rechte
Nadere informatieKegelsneden. Les 1 Gelijke afstand (Deze les sluit aan bij paragraaf 1 van Conflictlijnen van de Wageningse Methode.)
Kegelsneden Les 1 Gelijke afstand (Deze les sluit aan bij paragraaf 1 van Conflictlijnen van de Wageningse Methode.) De verdeling van de Noordzee Het nabuurprincipe: Elk stukje van de zeebodem hoort Bij
Nadere informatieErik de Bruin werd in 1990 met een worp van 64,46 m tweede bij de Europese kampioenschappen.
79 10.0 INTRO Gebieden en afstanden 1 Hiernaast zie je (van bovenaf gezien) het gebied waarbinnen een discuswerper zijn schijf moet gooien. De schaal is 1:1000. a Hoeveel meter is 1 cm op de kaart? Erik
Nadere informatieHoofdstuk 1 Spiegelen in lijn en in cirkel. Eigenschappen.
Hoofdstuk 1 Spiegelen in lijn en in cirkel. Eigenschappen. Jakob Steiner (Utzenstorf (kanton Bern), 18 maart 1796 - Bern, 1 april 1863) was een Zwitsers wiskundige. Hij wordt beschouwd als een van de belangrijkste
Nadere informatiewiskunde B vwo 2015-II
Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte hoek, overstaande
Nadere informatieVl. M. Nadruk verboden 1
Vl. M. Nadruk verboden 1 Opgaven 1. Hoeveel graden, minuten en seconden zijn gelijk aan rechte hoek? van een rechte hoek resp van een 2. Als = 25 13 36, = 37 40 56, = 80 12 8 en = 12 36 25, hoe groot is
Nadere informatieW i s k u n d e. voor de eerste klas van het gymnasium UITWERKINGEN AUTEUR: JOHANNES SUPIT
W i s k u n d e voor de eerste klas van het gymnasium UITWERKINGEN UTEUR: JOHNNES SUPIT COSMICUS MONTESSORI LYCEUM MSTERDM, 200 Inhoudsopgave Getallen. Van de één naar de nul................................
Nadere informatieLijnen van betekenis meetkunde in 2hv
Lijnen van betekenis meetkunde in 2hv Docentenhandleiding bij de DWO-module Lijnen van betekenis Deze handleiding bevat tips voor de docent bij het gebruiken van de module Lijnen van betekenis, een module
Nadere informatieDe arbelos. 1 Definitie
De arbelos 1 Definitie De arbelos is een meetkundige figuur die bestaat uit drie aan elkaar rakende halve cirkels. De raakpunten liggen op een lijn. In onderstaande tekening is de arbelos de paarse figuur.
Nadere informatie14.0 Voorkennis. sin sin sin. Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel:
14.0 Voorkennis Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel: a b c sin sin sin Voorbeeld 1: Gegeven is ΔABC met c = 1, α = 54 en β = 6 Bereken a in twee decimalen nauwkeurig. a c sin sin a 1 sin54 sin64
Nadere informatieICT. Meetkunde met GeoGebra. 2.7 deel 1 blz 78
ICT Meetkunde met GeoGebra 2.7 deel 1 blz 78 Om de opdrachten van paragraaf 2.7 uit het leerboek te kunnen maken heb je het computerprogramma GeoGebra nodig. Je kunt het programma openen via de leerlingenkit
Nadere informatieHoofdstuk 6 : Projectie en Stelling van Thales
Hoofdstuk 6 : Projectie en Stelling van Thales - 127 1. Projectie op een rechte (boek pag 175) x en y zijn twee... rechten. We trekken door het punt A een evenwijdige rechte met de rechte y en noemen het
Nadere informatieVoorbeeld paasexamen wiskunde (oefeningen)
Voorbeeld paasexamen wiskunde (oefeningen) Beschouw de 4 termen: x y, x, 6, 9x Voor welke waarden van x en y vormen deze termen een rekenkundige rij? x 9x x, 6, 9 x : RR 6 0x x 0,9 0,9 y ;,9 ; 6 ; 8,,
Nadere informatiePARATE KENNIS & VAARDIGHEDEN WISKUNDE 1 STE JAAR 1. TAALVAARDIGHEID BINNEN WISKUNDE. a) Begrippen uit de getallenleer ...
PARATE KENNIS & VAARDIGHEDEN WISKUNDE 1 STE JAAR 1. TAALVAARDIGHEID BINNEN WISKUNDE a) Begrippen uit de getallenleer Bewerking optelling aftrekking vermenigvuldiging Symbool deling : kwadratering... machtsverheffing...
Nadere informatie1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.
Vlaamse Wiskunde Olympiade 99 99 : Eerste Ronde De eerste ronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen, opgemaakt door de jury van VWO Het quoteringssysteem werkt als volgt : een deelnemer start met 0 punten Per
Nadere informatieEindexamen wiskunde B vwo II
Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte hoek, overstaande
Nadere informatieHoofdstuk 2 : VLAKKE FIGUREN
1 / 6 H2 Vlakke figuren Hoofdstuk 2 : VLAKKE FIGUREN 1. Wat moet ik leren? (handboek p. 46-74) 2.1 Herkennen van vlakke figuren In verband met een veelhoek: a) een veelhoek op de juiste wijze benoemen.
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 22 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VWO 0 tijdvak woensdag juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 8 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 79 punten te behalen. Voor elk vraagnummer
Nadere informatie1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde
1 Junior Wiskunde Olympiade 200-2005: tweede ronde De tweede ronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen Het quoteringssysteem werkt als volgt: per goed antwoord krijgt de deelnemer 5 punten, een blanco antwoord
Nadere informatieHoofdstuk 1 : Hoeken ( Zie ook : boek pag 1 tot en met pag 33)
- 1- Hoofdstuk 1 : Hoeken ( Zie ook : boek pag 1 tot en met pag 33) Hoekeenheden (boek pag 1) Hoofdeenheid om hoeken te meten is de grootte van de rechte hoek de graad :...... notatie :... de minuut :...
Nadere informatieAchter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.
Eamen VWO 05 tijdvak donderdag 8 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit eamen
Nadere informatie4 ab. 5 a lijnstuk b lijnstuk c halve lijn d lijnstuk. 6 a. 7 a. 8 ac. b 20 mm. 9 a. de Wageningse Methode Antwoorden H10 AFSTANDEN 1
Hoofdstuk 10 AFSTANDEN 10.0 INTRO 1 a 10 meter bc 10.1 LIJN, LIJNSTUK EN HALVE LIJN 4 ab 5 a lijnstuk b lijnstuk c halve lijn d lijnstuk 6 a b Zie a: rood doorgetrokken lijn c Zie a: blauwe stippellijn
Nadere informatie1 Middelpunten. Verkennen. Uitleg
1 Middelpunten Verkennen Middelpunten Inleiding Verkennen Probeer vanuit drie gegeven punten (niet op één lijn) die op een cirkel moeten liggen het middelpunt van die cirkel te construeren. Je kunt hem
Nadere informatieDriehoeksongelijkheid en Ravi (groep 1)
Driehoeksongelijkheid en Ravi (groep 1) Trainingsdag 3, april 009 Driehoeksongelijkheid Driehoeksongelijkheid Voor drie punten in het vlak A, B en C geldt altijd dat AC + CB AB. Gelijkheid geldt precies
Nadere informatieHOOFDSTUK 2 TRANSFORMATIES
HOOFDSTUK 2 TRANSFORMATIES Verschuiven, roteren, spiegelen, vergroten/verkleinen zijn manieren om bij een figuur een 'beeldfiguur' te bepalen. Deze manieren noem je 'transformaties'. 2.1 LIJNSPIEGELING
Nadere informatieOpen het programma Geogebra. Het beginscherm verschijnt. Klik voordat je verder gaat met je muis ergens in het
Practicum I Opgave 1 Tekenen van een driehoek In de opgave gaan we op twee verschillende manieren een driehoek tekenen. We doen dit door gebruik te maken van de werkbalk (macrovenster) en van het invoerveld.
Nadere informatie4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden
4.0 Voorkennis Rekenregels voor wortels: 1) A B AB met A 0 en B 0 A A 2) met A 0 en B 0 B B Voorbeeld 1: 2 3 23 6 Voorbeeld 2: 9 9 3 3 3 1 4.0 Voorkennis Voorbeeld 3: 3 3 6 3 6 6 6 6 6 1 2 6 Let op: In
Nadere informatieLijst van alle opdrachten versie 13 mei 2014
Lijst van alle opdrachten versie 13 mei 2014 Punt Pu1 Zorg dat Toon assen aan staat. Teken een punt in het vlak. Wijzig de naam naar X (hoofdletter!) (rechtsklikken op het punt voor openen snelmenu). Sleep
Nadere informatiewerkschrift driehoeken
werkschrift driehoeken 1 hoeken 11 Rangschik de hoeken van klein naar groot. 14 b Teken een lijn l met daarop een punt A. Teken met je geodriehoek een lijn die l loodrecht snijdt in A. c Kies een punt
Nadere informatieMeetkundige Ongelijkheden Groep 2
Meetkundige Ongelijkheden Groep Trainingsweek Juni 009 1 Introductie We werken hier met ongeoriënteerde lengtes en voor het gemak laten we de absoluutstrepen weg. De lengte van een lijnstuk XY wordt dus
Nadere informatieBewijs. Zie figuur 2. Zijn U en V de projecties van P en Q op r, dan geldt: PU = PR (in driehoek RQV met PU // QV) QV QR
Cabri-vraag VRAAG Hoe teken je een kegelsnede waarvan een punt P, een brandpunt F en de bij F behorende richtlijn r gegeven zijn? ANTWOORD Zoals bekend kan je met Cabri een kegelsnede tekenen (we spreken
Nadere informatieAntwoordmodel - Vlakke figuren
Antwoordmodel - Vlakke figuren Vraag 1 Verbind de termen met de juiste definities. Middelloodlijn Gaat door het midden van een lijnstuk en staat er loodrecht op. Bissectrice Deelt een hoek middendoor.
Nadere informatieHoofdstuk 8 : De Cirkel
- 163 - Hoofdstuk 8 : De Cirkel Eventjes herhalen!!!! De cirkel met middelpunt O en straal r is de vlakke figuur die de verzameling is van alle punten die op een afstand r van O liggen. De schijf met middelpunt
Nadere informatie9.0 Voorkennis [1] Definitie bissectrice: De bissectrice van een hoek is de lijn die de hoek middendoor deelt. Willem-Jan van der Zanden
9.0 Voorkennis [1] Definitie middelloodlijn: De middelloodlijn van een lijnstuk is de lijn door het midden van dat lijnstuk die loodrecht op dat lijnstuk staat. Definitie bissectrice: De bissectrice van
Nadere informatie4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden
4.0 Voorkennis Rekenregels voor wortels: 1) A B AB met A 0 en B 0 A A 2) met A 0 en B 0 B B Voorbeeld 1: 2 3 23 6 Voorbeeld 2: 9 9 3 3 3 1 4.0 Voorkennis Voorbeeld 3: 3 3 6 3 6 6 6 6 6 1 2 6 Let op: In
Nadere informatieE = mc². E = mc² E = mc² E = mc². E = mc² E = mc² E = mc²
E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² De boom en het stokje staan loodrecht op de grond in het park. De boom is 3 en het stokje 1. Hoe lang is de schaduw van het stokje
Nadere informatiegelijkvormigheid handleiding inhoudsopgave 1 de grote lijn 2 applets 3 bespreking per paragraaf 4 tijdsplan 5 materialen voor een klassengesprek
gelijkvormigheid inhoudsopgave 1 de grote lijn 2 applets 3 bespreking per paragraaf 4 tijdsplan 5 materialen voor een klassengesprek gelijkvormigheid gelijkvormigheid 1 de grote lijn hoofdlijn de zijlijn
Nadere informatieDe bouw van kathedralen
De bouw van kathedralen Van ongeveer 1050 tot 1400 was er een explosie in de bouw van kathedralen. De kathedraal van Amiëns is gebouwd van 1220 tot 1280. Men heeft er dus 60 jaar over gedaan. Niet verwonderlijk
Nadere informatieEen bol die raakt aan de zijden van een scheve vierhoek
Een bol die raakt aan de zijden van een scheve vierhoek Dick Klingens Krimpenerwaard College, Krimpen aan den IJssel oktober 005 We bewijzen allereerst de volgende hulpstelling: Hulpstelling 1 De meetkundige
Nadere informatieVoorbeeld paasexamen wiskunde (oefeningen)
Voorbeeld paasexamen wiskunde (oefeningen). Jozef Hoekmeters bevindt zich op de top van een berg die hoog uit zee rijst (zie figuur ). Aan de overkant van het water ziet hij een appartementsgebouw vlakbij
Nadere informatieCabri-werkblad. Apollonius-cirkels
Cabri-werkblad Apollonius-cirkels 1. Doel We zullen in dit werkblad kennismaken met de zogenoemde Apollonius-cirkels [1] van een driehoek. Daarvoor moeten ook enkele eigenschappen van (binnen- en buiten)bissectrices
Nadere informatieCabri-werkblad Negenpuntscirkel
Cabri-werkblad Negenpuntscirkel 0. Vooraf - Bij dit werkblad wordt kennis verondersteld van de eigenschappen van parallellogrammen, rechthoekige driehoeken en van de elementaire eigenschappen van de koordenvierhoek.
Nadere informatie1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde
Vlaamse Wiskunde Olympiade 2003-2004: tweede ronde De tweede ronde bestaat uit 30 meerkeuzevragen Het quoteringssysteem werkt als volgt: per goed antwoord krijgt de deelnemer 5 punten, een blanco antwoord
Nadere informatiewiskunde B vwo 2016-I
wiskunde vwo 06-I Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte
Nadere informatieruimte Handleiding inhoudsopgave 1 de grote lijn 2 applets 3 bespreking per paragraaf 4 tijdsplan 5 materialen voor een klassengesprek handleiding
Handleiding inhoudsopgave 1 de grote lijn 2 applets 3 bespreking per paragraaf 4 tijdsplan 5 materialen voor een klassengesprek 1 de grote lijn de zijlijn hoofdlijn Kennismaken met verschillende soorten
Nadere informatieUitwerkingen oefeningen hoofdstuk 4
Uitwerkingen oefeningen hoofdstuk 4 4.4.1 Basis Lijnen en hoeken 1 Het assenstelsel met genoemde lijnen ziet er als volgt uit: 4 3 2 1 l k -4-3 -2-1 0 1 2 3 4-1 -2-3 n m -4 - Hieruit volgt: a Lijn k en
Nadere informatieWISKUNDE-ESTAFETTE Minuten voor 20 opgaven. Het totaal aantal te behalen punten is 500
WISKUNDE-ESTFETTE 2014 60 Minuten voor 20 opgaven. Het totaal aantal te behalen punten is 00 1 (20 punten) Gegeven zijn drie aan elkaar rakende cirkels met straal 1. Hoe groot is de (donkergrijze) oppervlakte
Nadere informatieAnalytische Meetkunde
Analytische Meetkunde Meetkunde met Geogebra en vergelijkingen van lijnen 2 Inhoudsopgave Achtergrondinformatie... 4 Meetkunde met Geogebra... 6 Stelling van Thales...... 7 3 Achtergrondinformatie Auteurs
Nadere informatieinhoudsopgave januari 2005 handleiding algebra 2
handleiding algebra inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 De grote lijn 3 Bespreking per paragraaf 1 Routes in een rooster 4 2 Oppervlakte in een rooster 4 3 Producten 4 4 Onderzoek 5 Tijdpad 9 Materialen voor
Nadere informatieRakende cirkels. Oriëntatie. Keuzeopdracht voor wiskunde
Rakende cirkels Keuzeopdracht voor wiskunde Verrijkende opdracht over construeren en redeneren in figuren Voorkennis: meetkunde: cirkels, raaklijn, loodrecht stand; sinus: waarden voor bekende hoeken als
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Eamen VWO 0 tijdvak woensdag 8 mei 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Dit eamen bestaat uit 8 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 8 punten te behalen. Voor elk vraagnummer
Nadere informatieWaarom WAB? Organisatie WAB. 27 november De vrije ruimte in 1A. Basisvorming 27/28 lestijden per week invulling wettelijk bepaald
7 november 0 Dag van wiskunde 8 november 0 KULAK Wendy Luyckx Bob Roefs Mark Verbelen Paul Verbelen Waarom WAB? Leerlingen warm maken om door te stromen naar sterke wiskundige richtingen Organisatie WAB
Nadere informatieTentamen Wiskunde B CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE. Datum: 16 januari uur Aantal opgaven: 5
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde B Datum: 16 januari 2015 Tijd: 13.30 16.30 uur Aantal opgaven: 5 Lees onderstaande aanwijzingen s.v.p. goed door voordat u met het tentamen begint.
Nadere informatieToelichting op de werkwijzer
Toelichting op de werkwijzer NEDERLANDSE W I S K U N D E OLYMPIADE Birgit van Dalen, Quintijn Puite De opgaven voor de training komen uit het boekje De Nederlandse Wiskunde Olympiade 100 opgaven met hints,
Nadere informatiewiskunde B vwo 2017-II
Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte hoek, overstaande
Nadere informatieHoofdstuk 5 : De driehoek
Hoofdstuk 5 : De driehoek - 89 1. Congruente figuren Figuren die elkaar volkomen kunnen bedekken noemen we congruente figuren. Congruente figuren hebben dezelfde vorm (~ ) en dezelfde grootte (=). Als
Nadere informatieHoofdstuk 7 : Gelijkvormige figuren
Hoofdstuk 7 : Gelijkvormige figuren 141 Eventjes herhalen : Wat is een homothetie? h (o,k) : Een homothetie met centrum o en factor k Het beeld van een punt Z door de homothetie met centrum O en factor
Nadere informatiewiskunde B bezem vwo 2018-I
Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte hoek, overstaande
Nadere informatieCabri-werkblad. Driehoeken, rechthoeken en vierkanten. 1. Eerst twee macro's
Cabri-werkblad Driehoeken, rechthoeken en vierkanten 1. Eerst twee macro's Bij de opdrachten van dit werkblad zullen we vaak een vierkant nodig hebben waarvan alleen de beide eindpunten van een zijde gegeven
Nadere informatie8.1 Gelijkvormige en congruente driehoeken [1] Willem-Jan van der Zanden
8.1 Gelijkvormige en congruente driehoeken [1] 1 8.1 Gelijkvormige en congruente driehoeken [1] Twee evenwijdige lijnen worden gesneden door een derde lijn. De twee rode hoeken (F-hoeken) zijn gelijk.
Nadere informatieOpgave 1 Bekijk de Uitleg, pagina 1. Bekijk wat een vectorvoorstelling van een lijn is.
3 Lijnen en hoeken Verkennen Lijnen en hoeken Inleiding Verkennen Bekijk de applet en zie hoe de plaatsvector v ur van elk punt A op de lijn kan ur r ontstaan als som van twee vectoren: p + t r. Beantwoord
Nadere informatie2.5 Regelmatige veelhoeken
Regelmatige veelhoeken 81 2.5 Regelmatige veelhoeken Een regelmatige veelhoek is een figuur met zijden die allemaal even lang en hoekendieallemaalevengrootzijn. Wezijneraleenpaartegengekomen: de regelmatige
Nadere informatieHZH: c, α en β ZZR: a, b en β
EETKUNE e hoekpunten van een driehoek of vierhoek geven we met HOOFLETTER aan. Lijnen krijgen een kleine letter en voor hoeken gebruiken we vaak Griekse letters. Het Griekse alfabet begint met de letters
Nadere informatieinhoudsopgave inhoudsopgave 2 de grote lijn 3 bespreking per paragraaf 4
handleiding tellen inhoudsopgave inhoudsopgave 2 de grote lijn 3 bespreking per paragraaf 4 Applets 4 1 turven en superturven 4 2 tellen en formules 4 3 tellen en plaatjes 4 4 veelvouden en delers Error!
Nadere informatieLaat men ook transversalen toe buiten de driehoek, dan behoren bij één waarde van v 1 telkens twee transversalen l 1 en l 2. Men kan ze onderscheiden
Lesbrief 6 Meetkunde 1 Hoektransversalen in een driehoek ABC is een driehoek. Een lijn l door een hoekpunt A van de driehoek heet een hoektransversaal van A. We zullen onderzoeken onder welke voorwaarden
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 25 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VWO 2010 tijdvak 1 dinsdag 25 mei 13.30-16.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 18 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 84 punten te behalen. Voor elk
Nadere informatieUITWERKINGEN VOOR HET VWO
UITWERKINGEN VOOR HET VWO EEL HOOFSTUK 5 GRENZEN Kern FSTNEN a) b) Nee. e zijden a en b zijn samen even lang. b a c ) a) Teken diagonaal In geldt ( ) In geldt 0 ( ) us is b) ijv. ) Te bewijzen: ewijs:
Nadere informatieStelling 1.5 Geven isometrieën J 1 en J 2 hetzelfde beeld in drie punten die niet op één lijn liggen, dan zijn ze identiek. Bewijs. De isometrie J 1 2
Lesbrief 8 Isometrieën 1 Inleiding Een één-éénduidige afbeelding van het vlak op zichzelf heet een transformatie van het vlak. Als T 1 en T 2 transformaties zijn, wordt de transformatie T 1 gevolgd door
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Eamen VW 06 tijdvak woensdag 8 mei 3:30-6:30 uur wiskunde ij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. it eamen bestaat uit 7 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 77 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat
Nadere informatieSlangennest Wiskunde B-dag 2018
Slangennest Wiskunde B-dag 2018 2 Basisopgaven Opgave 1: Cirkeldekens (a) Het kleinste geschikte cirkelvormige dekentje heeft een diameter van 15 cm. (b) Slangen die voldoende om de kop heen krullen passen
Nadere informatieSTELLINGEN & BEWIJZEN 5VWO wiskunde B 1 e versie
STELLINGEN & BEWIJZEN 5VWO wiskunde B 1 e versie Euclides van Alexandrië (ca. 265-200 v.chr.) Thales van Milete (ca. 624 v.chr. - 547 v.chr.) INHOUDSOPGAVE Algemene begrippen..blz. 1-3 - Stelling en bewijs
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Eamen VW 06 tijdvak woensdag 8 mei 3:30-6:30 uur wiskunde ij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. it eamen bestaat uit 7 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 77 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat
Nadere informatiehandleiding ontbinden
handleiding ontbinden inhoudsopgave inhoudsopgave de grote lijn 3 Bespreking per paragraaf 4 Applets 4 1 met gegeven product 4 ontbinden van getallen 4 3 vergelijkingen 5 4 onderzoek 6 tijdpad 9 materialen
Nadere informatieHoofdstuk 3: De stelling van Pythagoras
Hoofdstuk 3: De stelling van Pythagoras Benamingen afspraken ( boek pag 53) - 49 We spreken van een rechthoekige driehoek als... We zeggen dat in de rechthoekige ABC de grootte van de hoek A 90 o is We
Nadere informatie1 Introductie. 2 Oppervlakteformules
Introductie We werken hier met ongeoriënteerde lengtes en voor het gemak laten we de absoluutstrepen weg. De lengte van een lijnstuk XY wordt dus ook weergegeven met XY. Verder zullen we de volgende notatie
Nadere informatieMeetkunde. Trainingsweekend 23 25 januari 2009. 1 Gerichte hoeken. gerichte hoeken, driehoeksongelijkheid, Ravi
Meetkunde gerichte hoeken, driehoeksongelijkheid, Ravi Trainingsweekend 23 25 januari 2009 Als je een meetkundig probleem aan het oplossen bent, stuit je vaak op verschillende oplossingen voor de verschillende
Nadere informatieExtra oefeningen: de cirkel
Extra oefeningen: de cirkel 1. Gegeven een cirkel met middelpunt M en straal r 5 cm en. De lengte van de raaklijnstukken PA PB uit een punt P aan deze cirkel bedraagt 1 cm. Bereken de afstand PM. () PAM
Nadere informatie