van de onderbouw naar de bovenbouw

Transcriptie

1 van de onderbouw naar de bovenbouw Uitgave: september 2012 Wanneer ga je over in klas 1 en 2? Welke keuzes moet je maken in klas 2? En hoe gaat dat dan allemaal?

2 Inhoudsopgave Voorwoord Leerwegen Beroepsgerichte opleidingen Na het vmbo Kiezen in klas Cijfers en rapporten Leerwegindicatie, basisstof en verrijkingsstof Overgaan: zorg dat je werk af is! Overgangsnormen van klas 1 naar klas Overgangsnormen van klas 2 naar klas Bijlage 1: vakkenpakket per opleiding... 19

3 Voorwoord Geachte ouders/verzorgers, beste leerlingen, Dit boekje is voor leerlingen van het eerste en tweede leerjaar en hun ouders/verzorgers. Omdat wij het belangrijk vinden dat de leerlingen weten wat hen te wachten staat, hebben wij ervoor gekozen in dit boekje de leerlingen aan te spreken en zoveel mogelijk eenvoudige taal te gebruiken. Zowel het eerste als het tweede leerjaar zijn erg belangrijk in je schoolcarrière. In de eerste klas leer je onze school goed kennen, wen je aan de andere manier van werken vergeleken met de basisschool en kun je alvast goed laten zien wat je allemaal kunt. In het tweede leerjaar wordt het allemaal nog wat serieuzer. Je moet dan namelijk een keuze maken welke richting je in het derde en vierde leerjaar zal gaan volgen. Ook zal worden bepaald welke leerweg het beste bij je past. Je moet dan dus écht laten zien wat je kunt. Hoe dit nu allemaal werkt, kun je lezen in dit boekje. We proberen hierin alles zo goed mogelijk uit te leggen. Het is een boekje dat je thuis, samen met je ouders/verzorgers, goed moet bewaren, omdat er veel belangrijke informatie in staat die jij en jouw ouders/verzorgers later dit schooljaar nog weer nodig zullen hebben. Mochten jij of jouw ouders/verzorgers na het lezen van dit boekje nog vragen hebben, dan kun je die stellen aan jouw mentor. Mocht die je niet (helemaal) kunnen helpen, dan kan het zo zijn dat ze jou of jouw ouders/verzorgers doorverwijzen naar één van ons. Hartelijke groet, Decaan en teamleiders onderbouw Van de onderbouw naar de bovenbouw, schooljaar

4 1 Leerwegen 1.1 De leerwegen van Panta Rhei De scholengemeenschap Panta Rhei kent drie leerwegen: Basisberoepsgerichte leerweg (BBL) Kaderberoepsgerichte leerweg (KBL) Kader-gemengde leerweg (KGL) en Mavo (TL) 1.2 Basisberoepsgerichte leerweg (BBL) Deze leerweg is voor de leerling die graag beroepsgericht wil werken en moeite heeft met de theorievakken. Je leert vooral door dingen te doen. 1.3 Kaderberoepsgerichte leerweg (KBL) Deze leerweg is voor de leerling die graag beroepsgericht wil werken en minder moeite heeft met de theorievakken. Dit betekent dat je van studeren houdt, maar niet de hele dag! Je leert door te studeren en ook door te doen. 1.4 Kader-gemengde leerweg (KGL) en Mavo (TL) Kun je misschien meer dan de kaderberoepsgerichte leerweg? Op Panta Rhei krijg je dan de mogelijkheid om in de bovenbouw het mavo-diploma te behalen. De mavo is bedoeld voor leerlingen die graag leren en die goed zijn in de theorievakken. Niet iedereen kan zomaar naar de mavo. Er zijn twee momenten waarop de docenten goed bekijken of jij bij Panta Rhei een mavo-diploma zou kunnen halen: aan het einde van het tweede leerjaar en halverwege het derde leerjaar. Eerst laat je in de eerste en tweede klas zien dat je het mavo-niveau goed aan zou kunnen. Als de docenten dit genoeg hebben gezien, dan ga je naar de kadergemengde leerweg in klas 3. Er bestaan duidelijke en strenge normen voor de overgang van klas 2 naar de kader-gemengde leerweg in klas 3. Meer hierover kun je verderop in dit boekje lezen. Als halverwege de derde klas nog steeds blijkt dat de mavo echt bij jou past, dan volg je vanaf de tweede helft in klas 3 de echte mavo-opleiding. Blijkt de mavo toch iets te zwaar te zijn of past de manier van leren toch niet zo goed bij je, dan kun je halverwege klas 3 alsnog verder in de kaderberoepsgerichte leerweg. Van de onderbouw naar de bovenbouw, schooljaar

5 Je volgt in de derde klas lessen in een gebruikelijk vakkenpakket op mavoniveau, maar we bieden nog iets extra s: je krijgt (alleen het eerste half jaar!) ook les in een beroepsgerichte opleiding. Daarom wordt het de kadergemengde leerweg genoemd: het is een mix tussen theorie op mavo-niveau en een klein beetje praktijk. De combinatie van theorie en praktijk zorgt ervoor dat je een goed beeld krijgt van mogelijke opleidingen en beroepen na de mavo binnen het mbo. Het extra beroepsgericht vak zorgt er ook voor dat halverwege de derde klas alsnog de kaderberoepsgerichte leerweg kunt gaan volgen, als de mavo toch niet zo goed bij jou blijkt te passen. Van de onderbouw naar de bovenbouw, schooljaar

6 2 Beroepsgerichte opleidingen 2.1 De beroepsgerichte opleidingen van Panta Rhei Binnen de basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerwegen kun je kiezen uit vier verschillende opleidingen: Zorg & Welzijn Breed; Techniek Breed; Handel & Administratie; Sport, Dienstverlening & Veiligheid (SDV). Deze opleidingen worden officieel ook wel afdelingen genoemd. Als je naar de kader-gemengde leerweg gaat, kies je ook eerst een beroepsgerichte opleiding (het praktijkvak). Je kunt in ieder geval kiezen tussen Zorg & Welzijn Breed en Handel & Administratie. We bekijken nog of andere keuzes ook mogelijk worden. Als je na een half jaar in klas 3 verder gaat met de Mavo-opleiding, dan krijg je geen les meer in de gekozen beroepsgerichte opleiding. Ga je alsnog de kaderberoepsgerichte leerweg volgen, dan ga je verder in de gekozen beroepsgerichte opleiding. 2.2 Zorg & Welzijn Breed Bij deze opleiding maak je kennis met de verschillende onderdelen van Zorg & Welzijn. Er wordt gewerkt met modules; dit betekent dat je eens in de zoveel weken met een ander onderwerp te maken krijgt. Met een vaste groep leerlingen worden de verschillende modules doorgewerkt. Hierbij kun je denken aan; ziekenverzorging, uiterlijke verzorging, kinderverzorging, facilitaire dienstverlening, horeca, toerisme, etc. 2.3 Techniek Breed Bij deze opleiding maak je kennis met techniek in het algemeen en met de onderdelen Elektrotechniek, Voertuigentechniek, Metaaltechniek, Installatietechniek en Bouwtechniek in het bijzonder. Omdat je met al deze vormen van techniek te maken krijgt, noemen we de opleiding Techniek Breed. Nadat je alle opdrachten voor het programma Techniek Breed hebt afgerond, doe je extra opdrachten in de technische richting die jou het meest aanspreekt. Van de onderbouw naar de bovenbouw, schooljaar

7 2.4 Handel & Administratie Bij de opleiding Handel & Administratie leer je over het werken op kantoor en in een winkel. Je leert over zakelijke (telefoon)gesprekken, het maken van afspraken, omgaan met klanten en collega s, tekstverwerken, berekeningen maken, boekhouden en presenteren. Je krijgt projecten van zes weken waarin je met andere leerlingen samenwerkt, soms zelfs aan een echte opdracht van een bedrijf. 2.5 Sport, Dienstverlening & Veiligheid ( SDV) Bij deze opleiding komen verschillende onderdelen aan de orde die vallen onder Sport, Dienstverlening & Veiligheid. Er wordt niet alleen maar gesport, want er is ook veel aandacht voor veiligheid en dienstverlening. Bij het thema dienstverlening kun je bijvoorbeeld denken aan het organiseren van activiteiten in een bejaardentehuis of op een basisschool. Bij het thema veiligheid krijg je te maken met allerlei soorten uniformberoepen. Met uniformberoepen wordt bedoeld: politie, landmacht, brandweerman, beveiliger en marechaussee. 2.6 Media & entertainment in klas 3? In het derde leerjaar volgen de leerlingen uit de ME-klassen in principe alleen nog de MES-uren (media & entertainment specialisatie), naast de gekozen opleiding. Ook worden specifieke activiteiten georganiseerd voor deze groep leerlingen in het kader van het vak Kunstvakken I (KVI). Leerlingen die in het derde leerjaar de kader-gemengde leerweg volgen, nemen het eerste half jaar niet deel aan de MES-uren, aangezien ze anders teveel belast worden. Na het wegvallen van het beroepsgerichte vak stromen ze weer in bij de MES-uren. Overigens, alle KG-leerlingen krijgen altijd het vak Tekenen aangeboden. N.B. Op pagina 19 van dit boekje vind je als bijlage een overzicht van het vakkenpakket per opleiding en leerweg van de bovenbouw. Van de onderbouw naar de bovenbouw, schooljaar

8 3 Na het vmbo 3.1 Waar kun je naartoe? Alle leerwegen sluiten af met een volwaardig vmbo-diploma en alle leerwegen geven toegang tot het mbo. Op het mbo zijn net als op het vmbo verschillende niveaus. De leerweg en de opleiding van het vmbo bepalen op welk niveau je instroomt op het mbo. Een leerling die een mavo-diploma van Panta Rhei heeft behaald, kan in sommige gevallen ook doorstromen naar de havo. Indien je voldoet aan de toelatingsnormen van de havo, kun je in havo 4 de profielen Economie & Maatschappij (E/M) of Cultuur & Maatschappij (C/M) gaan volgen. Wij werken samen met een aantal scholen in de regio van Amstelveen die havo aanbieden. Dit doen wij om ervoor te zorgen dat de overgang tussen onze mavo en de havo zo soepel mogelijk is en dat jij een plaatsingsgarantie hebt. Alleen, niet iedereen kan naar één van deze havo-scholen en daarom zijn er afspraken gemaakt over wanneer je in aanmerking komt voor plek op één van deze scholen. Deze havo-scholen zijn: Herman Wesselink College, Keizer Karel College, Amstelveen College en Alkwin Kollege. Schematische weergave: VMBO: geen diploma BBL KBL GL/mavo MBO: niveau 1 niveau 2 niveau 3 (4) niveau 4 HAVO: Profiel C/M & E/M Van de onderbouw naar de bovenbouw, schooljaar

9 4 Kiezen in klas Wat is belangrijk? In de tweede klas moet je al in april een keuze maken voor de opleiding waarin je het derde jaar verder wilt. De volgende zaken zijn belangrijk om tot een goede keuze van een opleiding te komen: - Je eigen wens; - De wens van je ouders; - Het LOB programma; - Het advies van je mentor en vakdocenten; - Het advies van de decaan. 4.2 Je eigen wens Als eerste is het natuurlijk belangrijk voor jezelf om te weten waar jouw interesse ligt. Belangrijke vragen die je jezelf kunt stellen zijn: - Wie ben ik? - Wat wil ik? - Wat kan ik? - Waar ben ik goed in? - Waar ben ik niet goed in? - Hoe leer ik? - Hoe zie ik mezelf over tien jaar? 4.3 De wens van je ouders Uiteraard spelen ook je ouders een belangrijke rol bij het maken van je keuze. Zij kennen je, weten waar je goed in bent en waar je talenten liggen. Het is belangrijk dat jullie thuis regelmatig met elkaar praten over waar jij jezelf ziet in de toekomst of in ieder geval het volgend schooljaar. 4.4 Het LOB programma LOB betekent loopbaanoriëntatie- en begeleiding. Dit is geen vak maar een programma waar je aan deelneemt. Veel van dat programma wordt door de mentor met je gedaan. Het LOB programma in het tweede leerjaar bestaat uit de volgende onderdelen: - CHOICE; - Projectweek Oriënteren op de Bovenbouw; - Beroepeninteressetest LC-Data; - Loopbaangesprekken met je mentor. Van de onderbouw naar de bovenbouw, schooljaar

10 4.4.1 CHOICE Op woensdag 16 januari 2013 organiseert het Nova College in het Kennemer Sportcenter in Haarlem een evenement voor vmbo-leerlingen van het tweede jaar. Een deel van de tweede klassen gaat daar op woensdagmiddag heen, het andere deel op donderdagmiddag. Tijdens dit evenement krijg je allerlei workshops over beroepen waarvoor je op het mbo (dus na het vmbo) kunt studeren. Dit kan je helpen met het kiezen voor de juiste opleiding bij Panta Rhei Projectweek Oriënteren op de Bovenbouw Van 28 januari t/m 1 februari 2013 hebben alle tweedejaars leerlingen de Projectweek Oriënteren op de Bovenbouw. Tijdens deze projectweek bezoek je iedere dag een verschillende beroepsgerichte opleiding op de bovenbouw. Iedere opleiding geeft een klein gedeelte theoretische informatie en daarna ga je zelf vooral aan de slag, zodat je een goed beeld krijgt van de vier beroepsgerichte opleidingen op Panta Rhei. Je houdt iedere dag een logboek bij en gedurende de hele week bespreek je veel na met je mentor en je klasgenoten. Tijdens de oudermiddag van 6 februari 2013 en ouderavond van 7 februari 2013 kunnen jouw ouders/verzorgers door de vakdocenten van de bovenbouw geïnformeerd worden over de verschillende afdelingen. Op deze manier krijgen zij ook een beeld van de verschillende afdelingen Beroepeninteressetest LC-Data De beroepeninteressetest LC-Data kun je zo vaak als je wilt maken op de computer. De uitslag helpt je bij het maken van een keuze. Deze test maak je tijdens een mentorles. Van je mentor krijg je te horen wanneer je deze test kunt maken Loopbaangesprekken met je mentor In de onderbouw ligt bij LOB het accent op het leren kennen van jezelf. Met je mentor praat je over wat jij ziet als je eigen kwaliteiten, waar jij vindt dat je talenten liggen, wat jij ziet als jouw ontwikkelpunten, hoe jij vindt dat je het beste leert en waar je hart ligt oftewel waar wordt jij blij van. Deze gesprekken worden loopbaangesprekken genoemd. 4.5 Het advies van de mentor en vakdocenten Tijdens de mentorlessen zal er veel aandacht worden besteed aan de opleidingskeuze die je in april moet gaan maken. Je gaat werken met de methode Kiezen op Komst. In deze methode maak je kennis met de ver- Van de onderbouw naar de bovenbouw, schooljaar

11 schillende opleidingen. Door het maken van de opdrachten uit het werkboek ga je meer nadenken over jezelf en je toekomst. Het helpt je om erachter te komen wat voor persoon je bent, waar je interesses liggen en welke opleiding het beste bij je past. Ook krijg je korte voorlichtingsfilms te zien over een aantal beroepen die binnen de verschillende opleidingen voorkomen. Het zijn een hulpmiddelen om je na te laten denken over wat je leuk vindt, waar je goed in bent en hoe je leert. 4.6 Adviesgesprek met mentor en decaan Mocht je na al deze activiteiten nog echt niet weten wat je volgend jaar wil gaan doen, of niet precies weet welke opleiding het beste bij je past bij een bepaald beroep, dan kan jij of kunnen jouw ouders een adviesgesprek met je mentor en decaan aanvragen. Dit kan via je mentor geregeld worden. Bij dit gesprek willen wij graag dat jij én je ouders aanwezig zijn, omdat het over jouw toekomst gaat. 4.7 Belangrijke data klas 2 27 september 2012 : Algemene ouderavond klas 2 20 november 2012 : Oudermiddag tussenrapport 1 22 november 2012 : Ouderavond tussenrapport 1 16 januari 2012 : CHOICE 28 jan. t/m 1 februari 2013 : Projectweek Oriënteren op de Bovenbouw 6 februari 2013 : Oudermiddag rapport 1 incl. voorlichting opleidingskeuze klas 2 7 februari 2013 : Ouderavond rapport 1 incl. voorlichting opleidingskeuze klas 2 1 maart 2013 : Definitieve opleidingskeuze moet bekend zijn bij de mentor 16 april 2013 : Oudermiddag tussenrapport 2 (incl. controle opleidingskeuze) 18 april 2013 : Ouderavond tussenrapport 2 (incl. controle opleidingskeuze) 24 t/m 26 juni 2013 : Overgangsvergaderingen & leerwegbesluit 3 juli 2013 : Uitreiking rapport 2 en eindrapport Van de onderbouw naar de bovenbouw, schooljaar

12 5 Cijfers en rapporten Voor ieder vak krijg je opdrachten en toetsen te doen. Daarvoor krijg je een cijfer tussen de 1 en 10. Heb je een 5,5 of hoger, dan noemen we dat een voldoende. Het schooljaar bestaat uit vier perioden. Na elke periode krijg je een rapport: Data: Periode: Rapport na einde van de periode: t/m 09-11: periode 1 tussenrapport t/m 25-01: periode 2 rapport t/m 05-04: periode 3 tussenrapport t/m 28-06: periode 4 rapport 2 en eindrapport Zoals je ziet, zijn er drie soorten rapporten: het tussenrapport, het rapport en het eindrapport. Op het tussenrapport zie je hoe je er na de eerste en derde periode voor staat. Dit is een tussenstand, want je hebt daarna nog een hele periode om ervoor te zorgen dat je cijfers nóg beter worden. Na twee periodes krijg je namelijk een écht rapport, waarop je ziet hoe je er voor staat na twee periodes, een half jaar. Aan het einde van het schooljaar krijg je jouw tweede rapport en het eindrapport. Het eindrapport is het gemiddelde van rapport 1 en 2. Op elk rapport krijg je één cijfer per vak. Dit cijfer is een gemiddelde van alle cijfers die je in een periode of een half jaar voor dit vak hebt gehaald. De cijfers op de rapporten worden afgerond op één cijfer achter de komma (bijv.: een gemiddelde van 6,47 wordt een 6,5 op je rapport). Op je eindrapport krijg je alleen hele cijfers. Dit betekent dat een gemiddelde van bijvoorbeeld 6,5 wordt afgerond naar een 7, maar een 6,4 wordt een 6 op je eindrapport. Bij de overgangsregels wordt alleen gekeken naar de hele eindcijfers op je eindrapport. Je mentor legt je precies uit hoe je de cijfers voor jouw rapporten kunt uitrekenen. Van de onderbouw naar de bovenbouw, schooljaar

13 6 Leerwegindicatie, basis- en verrijkingsstof Op Panta Rhei vinden we het belangrijk dat je altijd de kans krijgt om te laten zien wat je kunt. Dat betekent dat je, als je laat zien dat je dit kunt en wilt, stof aangeboden kunt krijgen op een hoger niveau. Dit noemen we verrijkingsstof. De lesstof die iedereen in jouw klas krijgt, noemen we basisstof. In het onderstaande lijstje kun je zien op welk niveau de eerste en tweede klassen op Panta Rhei les krijgen: Klas: Niveau basisstof: Niveau verrijkingsstof: 1b1, 1b2, 1bk1 basisberoepsgericht kaderberoepsgericht 1bk2 kaderberoepsgericht 1kg1, 1kg2, 1kgs kaderberoepsgericht gemengde leerweg 1me basis- of kaderb.g. kaderb.g. of gem. lw. 2b1, 2b2, 2bk, 2bks basisberoepsgericht kaderberoepsgericht 2kg1, 2kg2, 2kgs kaderberoepsgericht gemengde leerweg 2kb, 2me basis- of kaderb.g. kaderb.g. of gem. lw. Vanaf het eerste rapport in de eerste klas krijg je bij elk rapport, zoals we dat noemen, een leerwegindicatie. Dat wil zeggen dat we je vertellen welke leerweg (niveau) wij als jouw docenten denken dat je zou kúnnen doen in klas 3. Het is dan natuurlijk aan jou om met je cijfers, leer- en werkhouding en gedrag te laten zien dat je dit ook echt kunt bereiken. Je kunt de volgende leerwegindicaties krijgen: B BK K KG G - basisberoepsgerichte leerweg - basisberoepsgerichte of kaderberoepsgerichte leerweg (twijfel) - kaderberoepsgerichte leerweg - kaderberoepsgerichte leerweg of kader-gemengde leerweg (twijfel) - kader-gemengde leerweg Als we vinden dat je hebt laten zien dat je een hoger niveau aankunt, zetten we je één stapje hoger. Had je bijvoorbeeld een B als leerwegindicatie, maar we denken dat je meer kunt, dan krijg je BK als leerwegindicatie. Heb je een leerwegindicatie die hoger is dan het niveau van jouw klas, dan krijg je automatisch verrijkingsstof aangeboden. Je kunt verrijkingsstof krijgen vanaf periode 2 in de eerste klas. In de meeste gevallen is het wel zo dat je vanaf periode 3 verrijkingsstof krijgt. Alleen leerlingen die vanuit de basisschool al een advies KGT of GT hebben gekregen, krijgen vanaf de tweede periode in klas 1 al verrijkingsstof. Van de onderbouw naar de bovenbouw, schooljaar

14 Verrijkingsstof krijg je voor de vakken Nederlands, Engels, Wiskunde, Kennis der Natuur en Mens & Maatschappij. Als je in klas 2 Duits hebt, krijg je ook daarvoor verrijkingsstof. Leerlingen die misschien naar de kader-gemengde leerweg kunnen, krijgen in de tweede klas ook een verrijkingsstofcijfer voor het vak Beeldende Vorming. Op al deze verrijkingsvakken krijg je vanaf het volgende rapport twee cijfers: één voor de basisstof en één voor de verrijkingsstof. Als je een bepaald niveau niet aan lijkt te kunnen, zetten we je één stapje terug. Had je bijvoorbeeld KG als leerwegindicatie en we denken dat G te lastig voor je is, dan krijg je K als indicatie. Bij een verandering van je leerwegindicatie (een stap hoger of lager) bespreekt de mentor dit altijd met je ouder(s)/verzorger(s). Zoals gezegd vertelt de leerwegindicatie alleen maar wat jouw docenten dénken dat jij zou kunnen. Jij moet ons uiteindelijk met je cijfers laten zien wat je écht kunt. Aan het einde van klas 1 kijken we of je in elk geval hebt laten zien dat je de basisstof voor jouw klas aankunt. Aan het einde van de tweede klas wordt er een leerwegbesluit genomen. De docenten beslissen dan naar welke leerweg jij in klas 3 kunt: B, K of G. Dit hangt voor een groot deel af van je cijfers. Op de volgende pagina s kun je lezen wat de regels zijn voor de overgang van klas 1 naar klas 2 en voor de overgang van klas 2 naar klas 3. Van de onderbouw naar de bovenbouw, schooljaar

15 7 Overgaan: zorg dat je werk af is! Bij de overgang van klas 1 naar klas 2 en van klas 2 naar klas 3 geldt in elk geval altijd één belangrijke regel: je werk moet af zijn. Je moet er zelf voor zorgen dat je vóór het einde van het schooljaar zeker weet dat je alle toetsen, opdrachten en weektaken hebt (af)gemaakt. Als dat niet zo is, dan zul je bij de docenten moeten navragen welke toets(en) en/of opdracht(en) je nog (af) moet maken. Dit is bijvoorbeeld erg belangrijk als je ziek of afwezig bent geweest. Zodra je weer terug op school bent, zoek je dan meteen uit wat je hebt gemist. Daarvoor kun je ook de klassenmap en de weektaak gebruiken. Daarna maak je duidelijke afspraken met de docent(en) over hoe en wanneer je de gemiste toets(en) en/of opdracht(en) gaat inhalen. Van de onderbouw naar de bovenbouw, schooljaar

16 8 Overgangsnormen van klas 1 naar klas 2 In klas 1 kun je normaal gesproken niet zomaar blijven zitten. Dat hebben we afgesproken zodat jij twee jaar lang de tijd kunt krijgen om ons te laten zien wat je kunt. Wél gaan jouw docenten bekijken of het misschien beter voor je zou zijn om het tweede jaar in een andere klas te zitten. Bij de overgang van klas 1 naar klas 2 kijken we eigenlijk al een beetje vooruit naar volgend jaar. We kijken dan naar de regels die gelden voor de overgang van klas 2 naar klas 3. We stellen ons dan de vraag: stel dat deze leerling nu in klas 2 zou zitten, zou deze leerling met deze cijfers over kunnen gaan naar klas 3? Heb je laten zien dat je met jouw cijfers over zou kunnen gaan naar de volgende klas met hetzelfde niveau, dan heb je het keurig gedaan. Je gaat dan over naar klas 2. In heel bijzondere gevallen kan het zijn dat wij het tóch beter voor je vinden om te blijven zitten. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat je, om welke redenen dan ook, teveel achterstand hebt opgelopen. Als je dreigt te blijven zitten, dan hebben we daarover al ruim voor het einde van het schooljaar met jou en je ouder(s)/verzorger(s) overlegd, zodat je de kans hebt gekregen het eerste leerjaar alsnog voldoende af te sluiten. Van de onderbouw naar de bovenbouw, schooljaar

17 9 Overgangsnormen van klas 2 naar klas 3 Voor de overgang van klas 2 naar klas 3 gelden duidelijke regels. De docentenvergadering geeft een advies aan de teamleider over jouw overgang door naar deze regels te kijken. De teamleider neemt uiteindelijk de beslissing. De regels worden aan het begin van ieder schooljaar opnieuw bekeken en, als dit nodig is, aangepast. De mentor neemt altijd contact op met je ouder(s)/verzorger(s) als: de docentenvergadering besluit dat je niet over kunt naar hetzelfde niveau in klas 3, maar wel een lager niveau; de docentenvergadering besluit dat je (nog) niet over kunt gaan. 9.1 Naar klas 3, basisberoepsgerichte leerweg (met basisstof): Van klas 2, basisberoepsgerichte leerweg naar klas 3, basisberoepsgerichte leerweg Je gaat over naar klas 3, basisberoepsgerichte leerweg, als je voldoet aan de onderstaande regels: Voor de vakken Nederlands, Engels, Wiskunde: - deze vakken moeten altijd voldoende zijn. Voor de vakken Kennis der Natuur, Mens & Maatschappij, Verzorging, Techniek, Beeldende Vorming, Cultuur & Media, Lichamelijke Opvoeding: - je hebt niet meer dan 2 vijven of 1 vier voor deze vakken. Haal je de bovenstaande norm niet, dan kunnen jouw docenten besluiten of je kunt overgaan naar klas 3, basisberoepsgerichte leerweg, of dat een andere optie beter voor je zou zijn. Daarbij wordt ook gekeken naar de Citovoortgangstoetsen (zie 9.5). 9.2 Naar klas 3, kaderberoepsgerichte leerweg (met verrijkingsstof): Van klas 2, basisberoepsgerichte leerweg naar klas 3, kaderberoepsgerichte leerweg Om met verrijkingsstof over te kunnen gaan naar de kaderberoepsgerichte leerweg, moet je in elk geval over kunnen gaan naar de basisberoepsgerichte leerweg. Verder geldt de onderstaande regel voor je verrijkingsstof: Voor de vakken Nederlands, Engels, Wiskunde, Kennis der Natuur, Mens & Maatschappij: - voor al deze vakken moet je een 7 of hoger hebben behaald. Van de onderbouw naar de bovenbouw, schooljaar

18 Haal je de hiervoor genoemde norm niet, dan kunnen jouw docenten besluiten of je tóch kunt overgaan naar klas 3, kaderberoepsgerichte leerweg. Bij deze beslissing wordt dan ook gekeken naar werkhouding en gedrag. Daarbij wordt ook gekeken naar de Cito-voortgangstoetsen (zie 9.5). 9.3 Naar klas 3, kaderberoepsgerichte leerweg (met basisstof): Van klas 2, kaderberoepsgerichte leerweg naar klas 3, kaderberoepsgerichte leerweg Je gaat over naar klas 3, kaderberoepsgerichte leerweg, als je voldoet aan de onderstaande regels: Voor de vakken Nederlands, Engels, Wiskunde: - deze vakken moeten altijd voldoende zijn. Voor de vakken Duits, Mens & Maatschappij, Kennis der Natuur, Verzorging, Techniek, Beeldende Vorming, Cultuur & Media, Lichamelijke Opvoeding: - je hebt niet meer dan 2 vijven of 1 vier voor deze vakken; - voor iedere 5 moet je een 7 of hoger op een ander vak hebben; - voor een 4 moet je op twee andere vakken een 7 of hoger hebben. Haal je de bovenstaande norm niet, dan kunnen jouw docenten besluiten of je kunt overgaan naar klas 3, kaderberoepsgerichte leerweg, of dat een andere optie beter voor je zou zijn. Ook kunnen we besluiten je te laten overgaan naar klas 3, basisberoepsgerichte leerweg. Daarbij wordt ook gekeken naar de Cito-voortgangstoetsen (zie 9.5). 9.4 Naar klas 3, kader-gemengde leerweg (met verrijkingsstof): Van klas 2, kaderberoepsgerichte leerweg naar klas 3, kader-gemengde leerweg (met mogelijke doorstroom naar de Mavo halverwege klas 3) Om met verrijkingsstof over te kunnen gaan naar klas 3, kader-gemengde leerweg, moet je in elk geval over kunnen gaan naar de kaderberoepsgerichte leerweg. Verder geldt de onderstaande regel voor je verrijkingsstof: Voor de vakken Nederlands, Engels, Duits, Wiskunde, Kennis der Natuur, Mens & Maatschappij: - voor al deze vakken moet je een 7 of hoger hebben behaald. Voor het vak Beeldende Vorming: - je hebt een voldoende voor dit vak. Haal je de bovenstaande norm niet, dan kunnen jouw docenten besluiten of je tóch kunt overgaan naar klas 3, kader-gemengde leerweg. Bij deze Van de onderbouw naar de bovenbouw, schooljaar

19 beslissing wordt dan ook gekeken naar werkhouding en gedrag. Daarbij wordt ook gekeken naar de Cito-voortgangstoetsen (zie 9.5). 9.5 Cito-voortgangstoetsen Aan het begin van klas 1, aan het einde van klas 1 en aan het einde van klas 2 maken alle leerlingen de Cito-voortgangstoetsen. Dit zijn steeds toetsen over de onderwerpen Nederlands Leesvaardigheid, Nederlands Woordenschat, Taalverzorging, Engels Leesvaardigheid en Rekenen/Wiskunde. De uitslag van de Cito-voortgangstoetsen vertelt jou, jouw ouders/verzorgers en jouw docenten op welk niveau (leerweg) jij per onderwerp presteert. Dit helpt de docenten om jou beter te kunnen begeleiden. Ook geeft het Cito een advies over welke leerweg het beste bij past. Panta Rhei vindt het advies dat uit de Cito-voortgangstoetsen komt erg belangrijk, maar natuurlijk zijn jouw cijfers het belangrijkst. De uitslag van de Cito-voortgangstoetsen wordt dan ook vooral gebruikt als de docenten nog twijfelen over jouw niveau en je met jouw cijfers niet zomaar over kunt naar de leerweg die jij graag zou willen volgen in klas 3. Voor leerlingen in klas 1 hebben de Cito-voortgangstoetsen een grotere betekenis. De cijfers tellen natuurlijk mee, maar Panta Rhei gebruikt het advies van het Cito bij de beslissing of je hetzelfde niveau door kan gaan in klas 2, of dat dit een hoger of lager niveau wordt. 9.6 Negatief advies voor een opleiding Je mag normaal gesproken helemaal zelf kiezen welke beroepsgerichte opleiding je in de derde klas wilt gaan volgen. Het kan wel voorkomen dat de docenten jouw keuze niet verstandig vinden. Bijvoorbeeld omdat het soort leren van een bepaalde opleiding volgens hen niet zo goed bij jou past, of omdat je minder goed bent in één van de vakken die bij de opleiding hoort. Voor elke opleiding zijn de vakken Nederlands, Engels en wiskunde erg belangrijk. Daarnaast zijn er nog andere vakken die voor een bepaalde opleiding belangrijk zijn: Zorg & Welzijn Breed: Kennis der Natuur, Verzorging Techniek Breed: Kennis der Natuur, Techniek Handel & Administratie: Mens & Maatschappij Van de onderbouw naar de bovenbouw, schooljaar

20 Sport, Dienstverlening & Veiligheid: Mens & Maatschappij, Lichamelijke Opvoeding Als de docenten vinden dat je een opleiding hebt gekozen die niet goed bij je past, dan kunnen ze jou daarvoor een negatief advies geven. Heel soms betekent dit dat je de opleiding niet mag volgen, maar meestal betekent het alleen dat de docenten het erg onverstandig zouden vinden. En omdat zij er verstand van hebben, is het slim om daar goed over na te denken. Jouw mentor, de decaan of de teamleider zal je uitleggen waarom je een negatief advies hebt gekregen en wat volgens de docenten veel beter bij je zou passen. Bij een negatief advies neemt de mentor of decaan altijd contact op met je ouders/verzorgers om samen met jou te bekijken wat voor jou de beste optie is. Van de onderbouw naar de bovenbouw, schooljaar

21 Bijlage 1 Vakkenpakket per opleiding Zorg & Welzijn Breed Examenvakken: Nederlands, Engels, Biologie Wiskunde, Maatschappijleer 2, Lichamelijke Opvoeding, Zorg & Welzijn Breed Examenvakken die in het 3 de jaar worden afgerond: Maatschappijleer 1, Kunstvakken 1 Techniek Breed Examenvakken: Nederlands, Engels, Wiskunde, Natuur- en Scheikunde 1, Lichamelijke Opvoeding, Techniek Breed Examenvakken die in het 3 de jaar worden afgerond: Maatschappijleer 1, Kunstvakken 1 Handel & Administratie Examenvakken: Nederlands, Engels, Duits (alleen kaderberoepsgerichte leerweg), Wiskunde, Economie, Lichamelijke Opvoeding, Handel & Administratie Examenvakken die in het 3 de jaar worden afgerond: Maatschappijleer 1, Kunstvakken 1 Mavo-klas Examenvakken: Nederlands, Engels, Duits, Wiskunde, Biologie, Economie, Maatschappijleer II, Tekenen Examenvakken die in het 3 de jaar worden afgerond: Maatschappijleer 1, Kunstvakken 1 Sport, Dienstverlening & Veiligheid (SDV) Examenvakken: Nederlands, Engels, Wiskunde, Biologie, Economie, Lichamelijke Opvoeding, SDV Examenvakken die in het 3 de jaar worden afgerond: Maatschappijleer 1, Kunstvakken 1 Van de onderbouw naar de bovenbouw, schooljaar