RAADSVOORSTEL. 2e wijziging Algemene Plaatselijke. Beslispunten. Inleiding. Beoogd resultaat. Argumenten. 28 januari december 2015

Transcriptie

1 RAADSVOORSTEL Agendapunt Raad Voorstel nummer Datum Onderwerp 28 januari december e wijziging Algemene Plaatselijke Afdeling Wonen en Leven Programma Verordening Veenendaal Burger en Bestuur Inlichtingen bij Telefoonnummer adres Olga Klooster/ Michelle van Heusden/ Mariet Grootenboer (0318) Olga.Klooster@veenendaal.nl Michelle.van.heusden@veenendaal.nl Mariet.grootenboer@veenendaal.nl Aan de leden van de raad, Beslispunten De 2e wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Veenendaal vast te stellen conform bijgevoegd concept-raadsbesluit. Inleiding Op 30 mei 2013 heeft de raad de Algemene Plaatselijke Verordening Veenendaal (APV) vastgesteld. Er is aanleiding om deze op dit moment te wijzigen vanwege de bestuurlijke wens om de leeftijd voor leidinggevenden van een dag(horeca)zaak niet langer vast te leggen in de APV en de invoering van het digitaal opkopersregister (DOR). Daarnaast zijn wij er door het Regionaal Inlichtingen en Expertisecentrum (RIEC) op gewezen dat er een kennelijke verschrijving zit in artikel 6:2, doordat politie-ambtenaren niet zijn aangewezen als toezichthoudend ambtenaren op de APV. Beoogd resultaat Een gewijzigde APV vast te stellen. Argumenten 1.1. We willen jonge ondernemers in Veenendaal een kans geven In de Drank- en Horecawet is een leeftijdsgrens opgenomen van 21 jaar voor leidinggevenden van een horecabedrijf waar alcoholhoudende dranken verstrekt worden. Voor horecabedrijven waar geen alcoholhoudende dranken worden verstrekt is de gemeente zelf bevoegd om een leeftijdsgrens vast te stellen. Deze leeftijdsgrens is beschreven in artikel 2:29, lid 3 onder c en is bij de laatste vaststelling van de APV gelijkgesteld met de leeftijdsgrens zoals gehanteerd in de Drank- en Horecawet. Echter om jonge ondernemers in Veenendaal een kans te geven een horecabedrijf te starten waarvan de openings- en sluitingstijden vergelijkbaar zijn met detailhandelsfuncties en waar geen alcoholhoudende dranken worden verstrekt, wordt voorgesteld deze leeftijdsgrens vrij te laten.

2 1.2. Het DOR is een goed middel om gestolen goederen terug te vinden Woninginbraken zijn een prioriteit binnen het Integraal Veiligheidsplan Naar aanleiding hiervan is de Aanpak tegen woninginbraak Veenendaal geschreven. In dit plan wordt beschreven hoe de gemeente en haar partners de komende drie jaar woninginbraken tegen wil gaan. Eén van de maatregelen die beschreven staat in dit plan is het invoeren van het DOR. Daartoe heeft de burgemeester onlangs een besluit genomen op grond van artikel 2:67 APV, waarbij het DOR wordt aangewezen als het gewaarmerkte register voor opkopers. Het DOR is een hulpmiddel voor gemeenten en politie om de handel vanuit diefstal verkregen goederen via legale opkopers aan banden te leggen. Het is wettelijk verplicht om deel te nemen aan het register, wanneer een ondernemer tweedehands goederen inkoopt en wanneer het gevestigd is in Veenendaal. De ingekochte goederen worden geregistreerd met een serienummer in het DOR. Wanneer slachtoffers van woninginbraak een serienummer van het gestolen goed kunnen tonen, kan er via dit systeem gekeken worden of de inbreker het goed heeft verkocht aan een opkoper. Wanneer dit het geval is, worden deze spullen door de politie in beslag genomen. Door middel van dit systeem proberen gemeente en politie niet alleen goederen op te sporen maar ook woninginbrekers. Wanneer inbrekers goederen willen verkopen aan een opkoper, zijn zij verplicht een identiteitsbewijs te laten zien. De identiteit van de verkoper van het goed wordt, net als de verkochte goederen, geregistreerd in het systeem. Er kan op deze manier een link gelegd worden tussen het gestolen goed en de woninginbreker Er is meer tijd nodig om tijdig en adequaat te kunnen reageren op meldingen uit het DOR Een knelpunt waar gemeenten tegenaan liepen in de beginfase van het implementeren van het DOR, was het aantal dagen dat handelaren een ingekocht goed moeten bewaren alvorens het te mogen doorverkopen. Deze termijn lag voor veel gemeenten op drie dagen, zo ook bij de gemeente Veenendaal. Deze termijn is opgenomen in artikel 2:68, onder d, in de APV en is onder meer bedoeld om na te kunnen gaan of het om een gestolen goed gaat. Om op een door het systeem gegeven melding (en het gestolen goed te traceren) tijdig en adequaat te kunnen reageren is een langere bewaartermijn wenselijk. Zeven dagen moet de politie voldoende ruimte geven om op de juiste wijze de benodigde stappen te nemen. Voorgesteld wordt daarom de in artikel 2:68, onder d, opgenomen termijn van drie dagen te verlengen naar zeven dagen. 1.4 De politie door de aanwijzing als toezichthouder goed in staat is de openbare orde te handhaven Wanneer aan politieambtenaren toezichthoudende bevoegdheden worden toegekend kan er slagvaardiger worden opgetreden, ook omdat toezichthoudende (c.q. controle} bevoegdheden mede ten behoeve van de opsporing mogen worden ingezet. Zo kan de politie in het kader van de aanpak van woninginbraken bij een redelijk oordeel dat inbrekerswerktuigen worden vervoerd, voertuigen controleren zonder dat er sprake is van een verdenking van een strafbaar feit. Mocht uit het toezicht een verdenking ontstaan, dan gaat het toezicht over in opsporing. Indien aan politieambtenaren een toezichthoudende taak wordt toegekend, komen zij te beschikken over de bevoegdheden die worden genoemd in afdeling 5.2 (de artikelen 5:11 tot en met 5:20) van de Algemene wet bestuursrecht. Hier worden ook de plichten van de toezichthouder beschreven. Zo bepaalt artikel 5:13 dat een toezichthouder slechts van zijn bevoegdheden gebruik mag maken 'voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is'. In het uitoefenen van het toezicht zal

3 een prioritering moeten worden aangebracht, waarbij het wenselijk is dat afstemming plaatsvindt met gemeentelijke toezichthouders. Politieambtenaren dienen zich conform hun hoofdtaak te richten op veiligheid. Gemeentelijke toezichthouders zullen zich (daarnaast) richten op de bepalingen die betrekking hebben op leefbaarheid Kanttekeningen 1.2. Het wijzigen van de bewaartermijn voor opkopers kan negatieve gevolgen hebben voor de ondernemer Uit ervaringen van andere gemeenten is gebleken dat het verlengen van de bewaartermijn nauwelijks voor ophef heeft gezorgd. Wel vinden ondernemers het vervelend dat zij af moeten stappen van hun papieren registerboekje en digitaal hun voorraden bij moeten houden. Aanpak I uitvoering Het niet meer hanteren van een leeftijdsgrens voor een exploitatievergunning voor een dagzaak De aanpassing van de leeftijdsgrens voor een dagzaak zal op de website en andere informatiedocumenten worden aangepast. DOR Allereerst zal er een brief worden verstuurd naar alle ondernemers die in aanmerking komen voor het DOR waarbij de ondernemers tevens worden uitgenodigd voor een ondernemersavond op dinsdag 2 februari Tijdens deze avond zal het DOR uitgebreid uitgelegd worden en is er ruimte voor vragen vanuit de ondernemers. Na een aantal weken zullen de boa's bij de ondernemingen langs gaan. Dit bezoek is om kennis te maken en om te vragen of er bij de ondernemingen nog zaken zijn waar hij of zij tegenaan loopt. Het gaat hier dus niet om een controle. Pas aan het einde van dat jaar zullen er controles worden uitgevoerd. Communicatie De wijziging van de APV zal actief worden gecommuniceerd in de Veenendaalse Krant. Verder wordt de wijziging opgenomen in GVOP en in de CVDR. Evaluatie In het voorjaar van 2016 wordt u opnieuw een aantal wijzigingen van de APV voorgelegd, omdat de onderliggende model-apv gewijzigd is. Evaluatie van de APV en herziening ervan vindt periodiek plaats. Kosten, baten, dekking Aan deze wijziging zijn geen kosten verbonden. Burgemeester en wethouders, mevrouw drs. A.P.W. van de Klift secretaris de heer mr. A.W. Kolff burgemeester

4 Bijlagen Ter inzage

5 De raad van de gemeente Veenendaal; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 december 2015, nummer ; overwegende dat gelet op BESLUIT: het de aanbeveling verdient regels te stellen ter handhaving van de openbare orde; een tussentijdse tekstuele aanpassing noodzakelijk wordt geacht wegens de invoering van het digitaal opsporingsregister en de wens om geen leeftijdsgrens voor leidinggevenden meer te hanteren voor een dag(horeca)zaak; een tekstuele wijziging eveneens is gewenst door een kennelijke verschrijving van het artikel over toezicht; het bepaalde in artikel 149 Gemeentewet; vast te stellen de 2 wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Veenendaal. Artikel 1 Wijziging verordening De Algemene Plaatselijke Verordening Veenendaal wordt als volgt gewijzigd: A. In artikel 2:27 toe te voegen sub h: h. Dagzaak: detailhandel-ondersteunend horecabedrijf waar geen alcoholhoudende dranken worden verstrekt, zoals croissanteries, koffiebars, lunchrooms, ijssalons en tearooms, automatieken, cafetaria's en snackbars, met een sluitingstijd die overeenkomt met datgene dat bepaald is in de Winkeltijdenwet. B. In artikel 2:29 wordt in het derde lid onder sub c tussen de zinsneden 'de leidinggevende' en 'heeft de leeftijd' de tekst ingevoegd: van een horecabedrijf niet zijnde een dagzaak. C. In artikel 2:68 wordt in sub d 'drie dagen' vervangen door: zeven dagen. D. In artikel 6:2 wordt in het eerste lid achter 'artikel 141' ingevoegd: sub b en. Artikel Il Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking. Vastgesteld in de openbare vergadering van 28 januari 2016, mevrouw drs. F.A. van Hooijdonk raadsgriffier de heer mr. A.W. Kolff voorzitter