Onderzoeksvoorstel Buur & co. interventie gemeente Opsterland

Transcriptie

1 Onderzoeksvoorstel Buur & co. interventie gemeente Opsterland Inleiding De Wmo-werkplaats Noord wil samen met gemeenten en betrokken instellingen een aantal innovatieve Wmo-praktijken ontwikkelen, beschrijven, monitoren en evalueren. Bovendien worden opleidingsmodulen ontwikkeld, die professionals in de praktijk moeten helpen hun praktijkkennis op Wmo terrein te vernieuwen en die de nieuwe werkwijzen onder de Wmo moeten helpen integreren in het studieaanbod in de beroepsopleiding. Het project Buur & co. van de gemeente Opsterland is één van de innovatieve Wmo-praktijken van de Wmowerkplaats Noord. Buur & co. Buur & co. is een interventie die bestaat uit een groep van burgers met psychosociale, verstandelijke en/of psychische beperkingen die elkaar ondersteunen bij het maatschappelijk participeren. Hierbij worden zij door een of meerdere vrijwilligers en professionals. Iedere groep bestaat uit een netwerk van ongeveer 8-9 burgers die bij elkaar in de buurt wonen en elkaar ondersteunen. Wanneer de groep er zelf niet uitkomt, kan de groep beroep doen op een vrijwilliger of professional. Mensen helpen elkaar en tegelijkertijd is er ook sprake van een ontmoeting, waardoor een sociaal isolement wordt bestreden. Deze benadering is gebaseerd op de principes van Keyring Networks in Engeland. In overeenstemming met Welzijn Nieuwe Stijl is deze interventie erop gericht om burgers met beperkingen die hulp nodig hebben, niet direct professionele hulp te bieden. Eerst wordt er door welzijns- en zorgorganisaties gekeken of men het zelf kan, daarna wordt er in de sociale omgeving gekeken. Een Buur & co. groep zorgt op deze manier eigenlijk voor een vergroting van het sociale netwerk. Daarbij wordt het gevaar voor negatieve sociale vergelijking verkleind, omdat men allemaal hulp nodig heeft op diverse vlakken en zo in hetzelfde schuitje zit. Projectteam Gemeente Opsterland: Trijntje Köhler Timpaan welzijn: Willy Oldengarm Lectoraat Rehabilitatie, Hanzehogeschool Groningen: Arne van den bos Partoer CMO Fryslân: Els Hiemstra

2 Doel van het onderzoek: Het doel van dit onderzoek is om meer inzicht te krijgen in de werkwijze en de werking van twee Buur & co. groepen in Gorredijk (gelegen in gemeente Opsterland). 1. Teneinde bij te dragen aan de ontwikkeling van een nieuwe werkwijze in het kader van Welzijn Nieuwe Stijl. 2. Teneinde praktijkkennis te verkrijgen ten behoeve van het ontwikkelen van opleidingsmodulen, die erop zijn gericht de kennis van professionals (en vrijwilligers) beter te matchen met de eisen van Welzijn Nieuwe Stijl en Wmo. Op te leveren produkten: 1. Een beschrijving van de gehele methodiek. 2. Evaluatierapport van de pilot interventie, uitmondend in aanbevelingen. 3. Competentiebeschrijving van de vrijwilligers, uitgesplitst in kennis, attitude en vaardigheden. Onderzoeksvragen met betrekking tot de beschrijving van de methodiek: 1. Wat is de ontstaansgeschiedenis van de interventie? 2. Wat is de vorm van de beslissingsstructuur (wie bepaalt wat?) met betrekking tot de gehele interventie? 3. Hoe worden de deelnemers voor Buur & co. geworven? a. Zijn er indicaties en/of contra-indicaties voor deelname en zo ja, welke? b. Welke actieve en passieve wervingstechnieken worden gebruikt, via welke kanalen en hoe verloopt de hierop volgende selectie? 4. Hoe wordt de interventie vormgegeven? a. Hoe, waar en hoe vaak worden de bijeenkomsten georganiseerd? b. Wat gebeurt er tijdens de bijeenkomsten en welke activiteiten vloeien hieruit voort? c. Hoe worden de deelnemers aan de interventie begeleidt door vrijwilligers? d. Hoe verloopt de selectie en ondersteuning van de vrijwilligers? 5. Wat is de plek die de methodiek inneemt met betrekking tot andere interventies? a. In hoeverre verhoudt de interventie zich tot de AWBZ-Wmo transitie?

3 b. Financieel; in hoeverre is de methodiek betaalbaar? Onderzoeksvragen met betrekking tot het evaluatierapport: 1. In hoeverre heeft deelname aan Buur & co. netwerken een positieve invloed op het gebied van ervaren sociale participatie, eigen kracht en algemeen welzijn van de cliënten? 2. Hoe tevreden zijn de cliënten, vrijwilligers en professionals over het traject van het Buur & co. netwerk? a. Wat loopt wel/niet met betrekking tot de werving van de deelnemers en vrijwilligers? i. Is er een transparante methode voor die overdraagbaar is? b. Wat loopt wel/niet mbt. training en begeleiding van vrijwilligers i. Zijn de vrijwilligers tevreden over de deskundigheidsbevordering en professionele ondersteuning vanuit Timpaan? ii. Is de professional tevreden en is deze in staat de vrijwilliger te coachen ipv. werk over te nemen? c. Wat loopt wel/niet mbt. Buur & co. bijeenkomsten, het functioneren van de groep, de activiteiten die daaruit voortvloeien en de terugkoppeling? i. Wat vinden de cliënten van de bijeenkomsten en werkwijze? ii. In hoeverre slagen de vrijwilligers erin om op eigen kracht te focussen en zelfredzaamheid te stimuleren 1. In hoeverre levert Buur & co. een bijdrage bij de verschuiving van 2 e naar 1 e naar geen zorg? 2. In hoeverre worden begeleiders van cliënten ontlast door Buur & co.? d. In hoeverre past de interventie in het totaalaanbod van zorg en welzijn bij gemeente Opsterland? 3. Wat zijn de positieve en negatieve ervaringen met betrekking tot de samenwerking tussen de betrokken Buur & co. partijen (uitgesplitst in meedenkers en praktijkers )? a. In hoeverre zijn de ketenpartners tevreden over de wijze waarop met elkaar is samengewerkt en gecommuniceerd? b. In hoeverre is de rolverdeling van de betrokken ketenpartners helder?

4 Onderzoeksvragen met betrekking tot de competentiebeschrijving van de vrijwilligers : 1. Welke attitude, vaardigheden en kennis zijn nodig om een Buur & co. netwerk te kunnen begeleiden? a. Hoe verhoudt dit zich met de eventueel variërende groepsleden en hun kenmerken? b. Zijn er buiten attitude, vaardigheden en kennis nog restricties of vereisten voor de werving en selectie van de vrijwilligers? Methode Om dit onderzoek uit te voeren, worden meerdere methodes gebruikt; literatuuronderzoek en, kwalitatief onderzoek. Specifiek voor het evaluatieonderzoek wordt gebruik gemaakt van interviews en focusgroepen. 1. Documentonderzoek: a. Literatuur over Keyring network Engeland en andere landen. b. Aanwezige documentatie bij ketenpartners. c. Literatuur over sociale netwerken en eenzaamheid, waarbij ook wordt gekeken naar bestaande vragenlijsten hieromtrent. 2. Interviews: a. Deelnemers (burgers). b. Begeleiders van de burgers vanuit de zorginstellingen. c. Ketenpartners. d. Vrijwilligers en Professional(s) vanuit Timpaan opgeleid. 3. Focusgroepen / observaties: a. Van 1 of meerdere Buur & co. bijeenkomsten.

5 Globale Onderzoeksplanning fase 2 e fase: september begin e fase: 2 e helft 2014, begin 2015 activiteit uitvoering onderzoek: 1 e voorlopige beschrijving van interventie Start nulmeting bij deelnemers kwantitatief evaluatieonderzoek Start kwalitatief deel evaluatieonderzoek Terugkoppeling bevindingen ter mogelijke tussentijdse bijstelling van interventie verloop onderzoek: Definitieve beschrijving van interventie Continuering evaluatieonderzoek Terugkoppeling bevindingen ter mogelijke tussentijdse bijstelling van interventie Start onderzoek competentiebeschrijving 4 e fase: 2015 oplevering produkten: Definitieve beschrijving interventie Evaluatierapport Competentiebeschrijving Omzetting in onderwijsmodulen Gedetailleerde onderzoeksplanning evaluatierapport sept.-dec. jan. juli 2014 sept. dec jan. - juli documentonderzoek v v v vragenlijsten voormeting vragenlijsten nameting focusgroepen / observaties v v v v interviews v v v rapportage v v v

6 Literatuur Abdel-Khalek, A. (2006). Measuring happiness with a single-item scale. Social behavior and personality, 34(2), Boevink, Kroon & Giesen (2009). De Nederlandse empowerment vragenlijst. Opgevraagd op 10 juli 2013 van en De Jong Gierveld, J., & van Tilburg, T.G. (2006). A 6-item scale for overall, emotional, and social loneliness: Confirmatory tests on survey data. Research on Aging, 28,