Actualiteiten week 27 januari tot en met 2 februari Verplichte melding van incident bij DNB. Gonneke Barendse, Adviseur

Transcriptie

1 Actualiteiten week 27 januari tot en met 2 februari 2015 Gonneke Barendse, Adviseur Verplichte melding van incident bij DNB Vanaf 1 januari 2015 zijn pensioenfondsen verplicht een incidentenregeling te hebben. In het kader van de lagere regelgeving inzake het nftk is artikel 19a aan het Besluit financieel toetsingskader toegevoegd. Voor deze datum was in de Code Pensioenfondsen weliswaar de norm opgenomen dat fondsen beschikken over een onregelmatigheidsregeling maar fondsen konden op basis van een beleidskeuze hiervan afwijken. Vanaf 1 januari 2015 moet een incident bij een pensioenfonds of bij de uitbestedingspartij van het pensioenfonds gemeld worden aan DNB. DNB geeft een aantal voorbeelden van een incident, zoals: een bestuurder, directeur of manager van het fonds of de pensioenuitvoerder wordt ontslagen omdat hij zijn positie heeft misbruikt of omdat er sprake is van ongewenste vermenging van zakelijke en privébelangen. Ook indien er sprake is van (vermeende) fraude met overboekingen door een medewerker wordt dit als een incident gezien. DNB heeft derhalve een ruime interpretatie van hetgeen onder een incident moet worden verstaan. Een incident dient gemeld te worden bij de toezichthouder die toezicht houdt op het desbetreffende fonds. Ook vragen of een gebeurtenis wel of geen incident is kunnen aan deze toezichthouder gesteld te worden. PENSIOEN ASSET MANAGEMENT GOVERNANCE

2 DNB geeft mogelijkheid tot overleg inzake oprichting APF Voor de oprichting van een APF is een vergunning nodig van DNB. De toezichtho uder vindt het belangrijk dat het APF snel vorm krijgt. Zo snel mogelijk nadat de lagere regelgeving bekend is, wil DNB informatie over een vergunningaanvraag publiceren. Bovendien biedt DNB marktpartijen die een APF willen oprichten nu al de mogelijkheid om in overleg te treden. Omdat de wet- en regelgeving nog niet definitief is, zal dit vooral een oriënterend gesprek zijn. DNB biedt marktpartijen aan zich bij de toezichthouder te melden. DNB publiceert thema s toezicht 2015 DNB publiceert in een brochure de thema s voor het toezicht voor 2015 en later. Hieronder geven wij u de link naar deze brochure. Met deze brochure geeft DNB instellingen (waaronder pensioenfondsen) een leidraad. Het biedt een gedetailleerd overzicht van alle onderzoeksthema s inclusief een planning van activiteiten. Belangrijk speerpunt van DNB is de alertheid op integriteit. Onder andere onderzoeken naar witwassen, het verbeteren van een systematische analyse van integriteitsrisico s en het naleven van de sanctiewetgeving worden gestart. DNB zegt toe altijd een terugkoppeling te geven en waar mogelijk een best practice. DNB-overzicht aan te leveren documenten Tijdens de onlangs gehouden sessies van DNB inzake het nieuwe financieel toetsingskader voor pensioenfondsen (nftk) heeft DNB een overzicht gegeven van hetgeen een pensioenfonds dit jaar moet aanleveren aan DNB. Wij hebben dit voor u op een rijtje gezet: 15/1 eerste maandrapportage nieuwe stijl 1/3 melding tekort 19/5 eerste kwartaalrapportage nieuwe stijl 1/7 herstelplan 1/7 ABTN 1/10 haalbaarheidstoets 1/10 ABTN met haalbaarheidstoets Datum te bepalen door pensioenfonds eenmalige vergroting risicoprofiel (optioneel) 2

3 Tijdens deze sessies is ook aandacht besteed aan de lagere regelgeving die gepubliceerd is in het Staatsblad nr. 567 tot en met 570 en de Staatscourant 2014 nr Het betreft aanpassingen in de volgende regelgeving: Pensioenwet; Wet verplichte beroepspensioenregeling; Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet in verband met aanpassing van het financieel toetsingskader voor pensioenfondsen; Besluit financieel toetsingskader; Besluit uitvoering Pensioenwet en W et verplichte beroepspensioenregeling. Nettopensioen en arbeidsongeschikte deelnemers Op 27 januari jl. heeft staatssecretaris Klijnsma gereageerd op vragen van de Eerste Kamer over de gevolgen van de aftopping van het nabestaandenpensioen in de volgende situatie. Het ging om personen die voor hun arbeidsongeschiktheid langdurig veel meer verdienden dan , al lange tijd arbeidsongeschikt zijn, een slechte gezondheidsprognose hebben en van wie de premie bij een pensioenfonds is vrijgesteld. Dat laatste betekent dat de opbouw van het ouderdomspensioen en het nabestaandenpensioen wordt voortgezet en de premiebetaling geheel of gedeeltelijk ten laste komt van het pensioenfonds. Als een betreffende deelnemer zou overlijden voor 31 december 2014 zou zijn nabestaandenpensioen fors hoger zijn dan bij een overlijden op of na 1 januari De staatssecretaris heeft hierop geantwoord dat fiscale regels respecteren dat de dekking van het nabestaandenpensioen, dat is opgebouwd respectievelijk is toegezegd op basis van het inkomen in de periode voor 1 januari 2015, gehandhaafd blijft. Dit geldt voor zowel nabestaandenpensioen op opbouwbasis als risicodekking. Voor toekomstige dekking is de mogelijkheid tot dekking in de nettopensioenregeling (tweede pijler) maar ook in de derde pijler. In de tweede pijler geldt daarbij een keuringsverbod. Als een werkgever die is aangesloten bij een pensioenfonds vanaf 1 januari 2015 ook mensen met een slechte gezondheidsprognose een nettopensioen aanbiedt, behouden deze mensen nabestaandendekking voor het inkomen boven de als zij voor een nettopensioen kiezen. Als een werkgever geen nettopensioenregeling aanbiedt zijn deze mensen aangewezen op de derde pijler. Daarbij bestaat het risico dat mensen met een slechte gezondheid zich niet of moeilijk kunnen verzekeren. Of deze zeer specifieke groep mensen toegang heeft tot een nabestaandendekking hangt derhalve af van de afspraken die sociale partners daar over maken. Dat is het geval als zij ook een nettopensioen aanbieden aan de groep mensen met vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid. De staatssecretaris gaat ervan uit dat in die afspraken rekening gehouden wordt met die specifieke groep mensen. 3

4 Voortgangsrapportage IORP-richtlijn Ten aanzien van het voorstel voor de richtlijn is ook het Europees Parlement (EP) gestart met een positiebepaling. Als eerste stap in de behandeling van het voorstel door het EP is bepaald dat de Commissie Economische en monetaire zaken (ECON) binnen het parlement de leidende commissie zal zijn. De behandeling in ECON wordt voorafgegaan door behandeling in twee mede-betrokken commissies (commissie werkgelegenheid en sociale zaken en de commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid). Beide commissies zullen met een opinie komen. Deze opinies zullen ter kennisneming achter het verslag van ECON worden gevoegd. ECON verwacht in het najaar van 2015 klaar te zijn. Nadat het EP zijn uiteindelijke standpunt heeft bepaald kan de discussie tussen het EP, de Europese Commissie (EC) en de Europese Raad worden gestart (laatste half jaar 2015/eerste half jaar 2016). Klijnsma geeft aan dat er voor de Tweede Kamer twee mogelijkheden zijn om haar opvatting over het richtlijnvoorstel kenbaar te maken. De eerste keer is bij het begin van bovengenoemde discussie wanneer het Nederlandse oordeel over het door het EP aangepaste richtlijnenvoorstel wordt opengesteld. Het tweede moment is na het moment dat het EP, de EC en de Europese Raad hun bevindingen openbaar hebben gemaakt. Daarna neemt Europa waarschijnlijk pas een beslissing. De inbreng van Nederland behoeft niet beperkt te blijven tot deze formele momenten. Gedurende het gehele proces kunnen technische of beleidsmatige punten opkomen waarover informeel overleg met lidstaten plaats kan hebben. Klijnsma geeft aan de Kamer op de hoogte te houden van de stand van zaken. Kamervragen inzake uitspraak College voor de Rechten van de Mens Eind 2014 (oordeel ) heeft het College van de Rechten van de Mens een oordeel uitgesproken dat de Minister van Defensie verboden onderscheid maakt op grond van leeftijd door een militair vanaf de leeftijd 65 tot aan het moment waarop hij AOW -gerechtigd is geen uitkering te geven die vergelijkbaar is met een uitkering op grond van de Uitkeringswet Gewezen Militairen. Het College oordeelt dat de uitkeringen voor militairen met functioneel leeftijdsontslag het karakter van pensioen hebben. Er is daarom geen relevant verschil tussen verzoeker als hij 65 is geworden en jongere gewezen militairen. Het Tweede Kamerlid Ulenbelt heeft minister Ascher vragen gesteld over de gevolgen van deze uitspraak. Een van de vragen is of de regeling voor de militairen vergelijkbaar is met andere prepensioenregelingen en daarmee het oordeel van het College ook op deze regelingen van toepassing is. De minister ziet de regeling van de militairen als een unieke regeling. Deze kan niet vergeleken worden met andere regelingen. De uitkering ingevolge deze regeling is derhalve een compensatie voor het gedwongen ontslag in verband met het nie t meer ten volle kunnen functioneren als militair. Tevens biedt de uitkering een overbrugging naar het moment waarop aanspraak bestaat op militair pensioen (leeftijd 65) De regeling is dan ook geen voorziening die vergelijkbaar is met bijvoorbeeld de VUT of de FPU omdat er geen sprake is van een vrijwillig vervroegde uittreding. Zowel de vrijwilligheid als de vervroegde uittreding zijn nadrukkelijk niet aan de orde. 4

5 Netspar: afschaffen doorsneepremie is mogelijk In het rapport: Beëindiging doorsneesystematiek, juridisch navigeren naar alternatieven wordt geschreven welke juridische obstakels moeten worden geslecht en hoe, om een streep te kunnen zetten door de doorsneesystematiek. Netspar richt zich met name op verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen. Bij die fondsen is de doorsneepremie wettelijk verplicht. Volgens Netspar maakt een relatief simpele wetswijziging een overgang naar andere systemen mogelijk. De verplichting om een doorsneepremie te heffen kan worden geschrapt. Een andere mogelijkheid is expliciet in de wet te zetten dat progressieve premieheffing en degressieve opbouw eveneens zijn toegestaan. Over eventuele strijdigheid met Europese regelgeving maakt Netspar zich geen zorgen. Het is verdedigbaar dat het loslaten van de doorsneepremie juist bijdraagt aan het behoud van de sociale functie van het pensioenstelsel. Er blijven volgens Netspar voldoende solidariteitselementen in de regeling, zoals het delen van het langlevenrisico en de acceptatieplicht om de verplichtstelling te handhaven. Over eventuele leeftijdsdiscriminatie bij een progressieve premieheffing maakt Netspar zich ook geen zorgen. Objectief gezien is het goed uit te leggen dat progressieve opbouw minder discriminerend is dan de doorsneepremie. Bij deze laatste bouwen weliswaar jongeren evenveel pensioen op als ouderen maar daar moet (veel)meer voor betaald worden. Fusie Verbond van Verzekeraars en FDP rond hoe groter wij zijn hoe beter wij de achterban kunnen bedienen Op 23 januari jl. is de fusie tussen het Verbond van Verzekeraars en de FDP (Federatie van Onderlinge Verzekeringsmaatschappijen) afgerond. Voor deze fusie waren meerdere redenen. Naast het argument van effectiever werken is ook een belangrijke gedachte: hoe groter wij zijn hoe beter wij de achterban kunnen bedienen. De eis van kwaliteit stond hoog in het vaandel bij beide organisaties. De fusie zorgt voor gebundelde krachten. Feitelijk verandert er voor de achterban van het Verbond niet veel. De achterban wordt alleen breder. 5

6 Bijeenkomsten, seminars De komende maanden vinden onder meer de volgende bijeenkomsten plaats: 4 februari Seminar DNB inzake nftk voor bestuurders, directeuren pensioenfondsen en leden Raden van Toezicht 5, 9 en 19 februari nftk-sessies Montae en Ortec voor pensioenfondsen, werkgevers en sociale partners voorjaar 2015 Seminar DNB inzake nftk voor intern toezichthouders Wetsvoorstellen (in parlementaire behandeling) Wetsvoorstel Status Beoogde datum inwerkingtreding Wetsvoorstel Pensioencommunicatie Wetsvoorstel werken na de AOWgerechtigde leeftijd Wetsvoorstel versnelde verhoging AOW-leeftijd Wetsvoorstel Algemeen Pensioenfonds (APF) Wetsvoorstel is op 2 september jl. ingediend bij de Tweede Kamer. Reacties van eerdere internetconsultatie zijn hierin verwerkt. Nota n.a.v. het verslag, Nota van wijziging (o.a. plicht tot opnemen reële dekkingsgraad in jaarverslag) en ontwerpbesluit zijn eind december 2014 bij de Tweede Kamer ingediend. Wetsvoorstel is op 11 november jl. ingediend bij de Tweede Kamer. Bespreking inbreng Tweede Kamerfracties in Tweede Kamercommissie SZW vond op 10 december jl. plaats. Wetsvoorstel is op 17 november jl. ingediend bij de Tweede Kamer. Bespreking inbreng fracties in Tweede Kamercommissie SZW vond op 10 december jl. plaats. Eind december 2014 is het wetsvoorstel door Klijnsma aan de Tweede Kamer gezonden. Tot 11 februari a.s. kunnen leden Tweede Kamer vragen stellen en opmerkingen maken. Naar verwachting vindt de behandeling van het wetsvoorstel plaats voor de uitreiking van het UPO dit jaar (voor 1 oktober 2015). Datum inwerkingtreding is vermoedelijk 1 juli januari januari 2016 Nog nader te bepalen 6

7 Overige pensioenonderwerpen/aangekondigde wet- en regelgeving Thema Concept-AMvB tot schrappen termijn waardeoverdracht Nationale Pensioendialoog (toekomst van ons pensioenstelsel) Wetsvoorstel tot wijziging instemmingsrecht OR bij pensioenregelingen (aanpassing WOR) Facilitering pensioenregeling zzp ers, aanpassing Participatiewet in het kader van vermogenstoets Ontwerpbesluit tot verlaging van de wettelijke rente voor niethandelstransacties (van 3% naar 2%) Wijzigingswet financiële markten 2016 Monitoren wijze waarop pensioenfondsen omgaan met vrijwillige voortzetting na ontslag Verkenning naar de mogelijkheid om pensioen in te zetten voor de aflossing van de woningschuld (n.a.v. verzoek Reformatorische maatschappelijke unie) Stand van zaken/planning Concept-AMvB moet nog ingediend worden bij de Tweede Kamer. Fase 1: Oriëntatie Fase 2: Bijeenkomsten (sept. jan. 2015) - Algemene bijeenkomsten - Themabijeenkomsten - Verdieping - Slotbijeenkomst (19 januari 2015) Fase 3: Resultaten (Hoofdlijnennota in mei 2015) Wetsvoorstel wordt naar verwachting ingediend voor de zomer van Deels al in voorzien in Belastingplan Consultatie tot eind januari a.s. Ontwerpbesluit ligt voor advies voor bij de Raad van State. Diverse wijzigingen van de Wet op het financieel toezicht (Wft) en enkele andere wetten. Consultatie gestart op 26 juni jl. en gesloten op 13 augustus jl. Wetsvoorstel ligt voor advies voor bij de Raad van State. Consultatie aanpassing Pensioenwet tot eind januari a.s. Brief over voortgang onderzoek en doorkijk is op 28 november jl. ingediend bij de Tweede Kamer. Voortgangsrapportage verkenning volgt naar verwachting in januari

8 Onderzoek fundamentele herziening waardeoverdracht Monitoren pensioenpremies (n.a.v. nftk) Onderzoek naar (mate van) nadelige gevolgen renteafdekkingen in nftk Onderzoek naar mogelijkheid van vertegenwoordiging gepensioneerden in bestuur beroepspensioenfondsen Oplossingsrichtingen problematiek pensioen in eigen beheer Wegens prioritering in de capaciteitsinzet is dit onderwerp stil komen te liggen. Wordt op zijn vroegst vanaf 1 januari 2015 opnieuw opgepakt na afronding van de parlementaire behandeling van het nftk. Klijnsma streeft ernaar brief met uitkomst onderzoek voor de zomer van 2015 gereed te hebben. Monitor premiedalingen door DNB volgt eind Uitkomsten volgen naar verwachting voor de zomer van Brief met uitkomsten onderzoek volgt naar verwachting in voorjaar Oplossingsrichtingen volgen zo spoedig mogelijk maar uiterlijk voor het meireces