MENS & TECHNIEK. COMPAEN VMBO - leerjaar 1. Bron: Pixabay

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MENS & TECHNIEK. COMPAEN VMBO - leerjaar 1. Bron: Pixabay"

Transcriptie

1 MENS & TECHNIEK COMPAEN VMBO - leerjaar 1 Bron: Pixabay

2 1 WAT IS MENS EN TECHNIEK? Inleiding Wat heb je nodig voor Mens en Techniek? Beoordeling Hoe leer je bij Mens en Techniek voor een toets? WERKEN BIJ MENS EN TECHNIEK Veiligheid in het lokaal Opruimen van het lokaal Zorgen voor je werkstuk Gereedschap METEN Waarom is meten belangrijk? Grootheden en eenheden Meetgereedschap Meten van een lengtemaat in centimeters Meten van een lengtemaat in millimeters Natuurkundige voorvoegsels Eenheden omrekenen Oppervlaktematen omrekenen Inhoudsmaten omrekenen Inhoudsmaten voor vloeistoffen omrekenen TECHNISCH TEKENEN Wat is een technische tekening? Maataanduiding Hardheid van potloden Lijnsoorten Papierformaten Schaal MASSA Massa en gewicht Volume Wat is dichtheid? Rekenen met dichtheid VERSLAG PRAKTIJKWERKSTUKKEN Draadpuzzel Vragen bij het werkstuk Boter, kaas en eieren Vragen bij het werkstuk Mobielhouder... 69

3 7.6. Vragen bij het werkstuk Sleutelhanger Vragen bij het werkstuk Zigzagstoel Vragen bij het werkstuk

4 1 WAT IS MENS EN TECHNIEK? 1.1. Inleiding Mens en Techniek is eigenlijk een leergebied in plaats van een vak. Vaak wordt Mens en Techniek verward met het vak Techniek. Bij het vak Techniek leer je hoe je bijvoorbeeld materialen, gereedschappen en machines kunt gebruiken. Je maakt praktijkwerkstukken in het praktijklokaal. Dat is inderdaad een belangrijk onderdeel en de cijfers voor je praktijkwerkstukken zijn dan ook erg belangrijk. Mens en Techniek gaat ook over wetenschap, natuurkunde, scheikunde en biologie. Mens en Techniek gaat ook over ontwerpen en technisch tekenen. Maar bij Mens en Techniek leer je ook verslagen te maken zoals dat van je wordt verwacht bij Nederlands en bij vakken in de bovenbouw. Heel veel apparaten worden bedacht of uitgevonden door wetenschappers. Daarna worden ze getekend door tekenaars of constructeurs. Tenslotte worden ze gemaakt door mensen in de techniek. Wetenschappers bedenken hoe een satelliet de ruimte in geschoten moet worden en hoe de baan om de aarde moet zijn. Tekenaars maken een tekening of ontwerp. Technici maken dan alle onderdelen en ze zetten alles in elkaar. 3

5 1.2. Wat heb je nodig voor Mens en Techniek? Bij Mens en Techniek leer je werkstukken maken, rekenen, tekenen, verslagen maken, werken op de computer en proefjes doen. Je hebt dus best veel nodig voor Mens en Techniek. Sommige dingen moet je zelf regelen en sommige dingen heeft de school al voor je geregeld. Wat moet je zelf regelen? Multomap met 23 ringen Lijntjespapier voor aantekeningen Insteekhoesjes voor tekeningen Etui, pennen, potloden, gum, puntenslijper, passer, geodriehoek, lineaal Rekenmachine Een zakje of een bakje om je werkstukjes in te bewaren Een USB-stick hoeft niet maar is wel handig Doe in het praktijklokaal niet al te dure kleren aan want er wordt gewerkt! Wat krijg je van school: Leerboek Werkboek Gebruik van de website Materialen om je praktijkwerkstuk te kunnen maken Gebruik van gereedschappen Gebruik van computers tijdens de les BELANGRIJK: Je moet ELKE M&T-les ALLES voor de theorie EN de praktijkles bij je hebben! 4

6 In het leerboek zit: De uitleg van wat je moet weten. Werktekeningen van praktijkwerkstukken Uitleg over de werkstukken Uitleg hoe je een verslag moet maken inclusief checklijst In je werkboek staan: Opdrachten die je kunt oefenen voor je toetsen Proefjes met uitleg Op de website staan: Alle werkboeken, tekeningen en andere belangrijke zaken zodat je ze zo vaak kunt lezen of downloaden/printen als je wil. Samenvattingen Links naar handige video s voor extra uitleg Links naar diverse websites voor extra uitleg Checklijst voor het maken van verslagen 5

7 1.3. Beoordeling Het schooljaar bestaat uit 4 rapportperiodes. Aan het einde van het schooljaar wordt gekeken waar je in het weede leerjaar naar toe gaat. Mens en Techniek telt daarbij volledig mee dus het is belangrijk dat je een voldoende haalt. Voor elk rapport doe je opdrachten uit de theorie en uit de praktijk. Theorie Bij de theorie werk je voornamelijk uit dit boek, je maakt verslagen over je praktijkwerkstukkenen en soms krijg je praktische proefjes. Ook leer je tijdens de theorie hoe je veilig kunt werken als je later in de praktijkruimte bezig bent. De theorie wordt getoetst door middel van schriftelijke overhoringen (S.O.) en proefwerken (PW). De S.O. s tellen één keer mee en de proefwerken tellen twee keer mee. Soms doe je een proefje of je maakt een technische tekening. Daar krijg je ook een cijfer voor dat 1x meetelt. 6

8 Praktijk Tijdens het praktijk deel van het vak werk je voornamelijk in de gereedschapsruimte aan praktijkwerkstukken. Bij het maken van deze werkstukken leer je hoe je om moet gaan met het verschillende gereedschap en materiaal. Ieder werkstuk is zo ontworpen en uitgekozen dat je steeds weer kennis maakt met ander gereedschap en nieuwe materialen. Per rapportperiode maak je in het prakijklokaal één hoofdwerkstuk. Dit werkstuk telt twee keer mee. 7

9 Er wordt bij de beoordeling gekeken naar: Is het op tijd ingeleverd? Is het werkstuk klaar? Kun je het gebruiken waarvoor het bedoeld is? Is het stevig? Is het netjes gemaakt? Ben je tijdens het werk goed omgegaan met de materialen en gereedschappen? Heb je je tijdens de lessen veilig gedragen? Heb je zelfstandig gewerkt? Heb je goed samengewerkt? Heb je je spullen en het lokaal steeds netjes opgeruimd? Dit lijstje staat in willekeurige volgorde, alle punten zijn dus belangrijk! Verslag Over het hoofdwerkstuk moet je ook een verslag maken. In dit verslag schrijf je onder andere hoe je hebt gewerkt, wat je makkelijk of moeilijk vond en wat je nieuw hebt geleerd. Er zit een checklijst in dit boek dus gebruik de checklijst zodat je niets vergeet in je verslag. Extra werkstuk Als je op tijd klaar bent met je hoofdwerkstuk en het verslag, dan mag je een extra werkstuk maken. Voor ieder extra werkstuk krijg je een cijfer die één keer meetelt. 8

10 Hieronder staat een overzicht met de cijfers die je per rapportperiode kan halen en hoe vaak deze cijfers meetellen voor je rapport. Onderwerp Theorie: Schriftelijke overhoring (SO) Proefwerk (PW) Praktijk: Hoofdwerkstuk Verslag Extra werkstuk Wegingsfactor 1x 2x 2x 1x 1x Wegingsfactor betekent hoe vaak iets meetelt. Al je cijfers worden online opgeslagen in Magister zodat je altijd kunt controleren wat je cijfers zijn en wat je gemiddelde is. 9

11 1.4. Hoe leer je bij Mens en Techniek voor een toets? Hier vind je allemaal tips die zou kunnen gebruiken om te leren voor een S.O. of een proefwerk. Je kunt veel van deze tips natuurlijk ook voor andere vakken gebruiken. Gebruik je leerboek/werkboek: Leer de formules uit je hoofd Leer rijtjes uit je hoofd Leer tabellen uit je hoofd Je kunt dit op dezelfde manier doen als rijtjes leren voor Engels of zoals je rijtjes bij aardrijkskunde en topografie leerde. Bekijk de inhoudsopgave van je leerboek en check of je snapt wat alle woorden betekenen. Maak een samenvatting Zoek moeilijke of opvallende woorden in de tekst. Schrijf ze in de kantlijn van je boek, onderstreep ze of markeer ze met een markeerstift. Zoek de betekenis op en schrijf die op. Maak een spiekbriefje (maar niet gebruiken tijdens de toets! ;) Gebruik wat je in de les hebt gezien of gehoord: Bekijk de filmpjes die je tijdens de lessen hebt gezien nog eens en maak een samenvatting van wat je gezien hebt Vraag aan de docent of hij of zij iets nog eens wil uitleggen. Zorg wel dat je een duidelijke hulpvraag stelt. Zeg niet: Kunt u me helpen, ik snap er helemaal geen bal van!!. Want daar kan een docent natuurlijk niet zoveel mee. Gebruik de website Lees de samenvattingen op de website Schrijf de samenvattingen over Bekijk de video s die over het hoofdstuk gaan Druk de vragen nog eens af en probeer ze weer te beantwoorden 10

12 Gebruik internet: Zoek moeilijke woorden op, bijvoorbeeld op Wikipedia. Zoek zelf video s waarin de stof wordt uitgelegd (bijvoorbeeld Youtube, SchoolTV, Kernpunt, Geoclips) Zoek plaatjes en info op andere websites op over de leerstof (bijvoorbeeld Wikiwijs of natuurkunde.nl). Gebruik handige apps zoals bijvoorbeeld Geogebra (wiskune/rekenen). Zoek op internet zelf vragen/opdrachten met het onderwerp van het hoofdstuk. Probeer ze te beantwoorden of te verklaren en kijk jouw antwoorden kritisch na als je de antwoorden hebt bij die de vragen horen. Bespreek jouw antwoorden met medeleerlingen of met je docent. Gebruik de sites van WRTS en/of TEACH2000 om je te laten overhoren. En dit kun je ook nog doen: Maak extra oefenopgaven over sommige hoofdstukken die je bij de docent kunt opvragen of die soms op staan. Verzin zelf een opdracht met een vraag erbij. Beantwoord deze vraag in een stukje tekst of in een gesprekje en bespreek het antwoord met medeleerlingen, familielid en/of docent. Bedenk ezelsbruggetjes of andere handige trucs om een reeks of formule te onthouden 11

13 Maar het allerbelangrijkste is: Zorg dat je geen lessen mist Zorg dat je je oefeningen en opdrachten goed doet Zorg dat je je antwoorden goed nakijkt Zorg dat je op tijd begint met leren. Kijk altijd een week vooruit in je agenda/planning Laat je goed overhoren door een familielid, een vriend(in) of een klasgenoot. Zorg dat je alles bij je hebt wat je nodig hebt tijdens de toets (etui met alles er in, rekenmachine enz.). Mis geen toetsen! En als je er een keer niet bent maak dan ZELF een afspraak om hem in te halen. 12

14 2 WERKEN BIJ MENS EN TECHNIEK 2.1. Veiligheid in het lokaal Het technieklokaal is een heel ander soort lokaal dan dat van de meeste andere vakken die je op school krijgt. Er is veel duur gereedschap dat gemakkelijk stuk kan gaan en waar men zich aan kan verwonden. Bij het vak techniek heb je geen vaste plek in de klas. Je moet namelijk tijdens praktijkuren continue heen en weer lopen om gereedschap en materialen te pakken. Hierdoor kan het in het lokaal erg druk worden. Wanneer er zo veel mensen bij elkaar in één ruimte moeten samenwerken, kunnen er veel dingen mis gaan. De regels Om ervoor te zorgen dat iedereen in het lokaal prettig, veilig, zelfstandig kan werken en samen kan werken, gelden er in het technieklokaal een aantal regels waaraan iedereen zich moet houden. Deze regels zijn jammer genoeg nodig voor je eigen veiligheid, maar vooral ook voor die van anderen. De complete lijst met alle regels en afspraken kan je achterin de module vinden. Een lijst met de belangrijkste regels hangen ook in het technieklokaal zelf. Maar vooral: Gebruik je verstand! Overtreden van regels Het zal niet zo moeilijk zijn om je aan deze regels te houden als iedereen logisch en helder nadenkt tijdens het werken in het technieklokaal. Wanneer je je niet aan de regels houdt, is het aan de docent om daarvoor een passende maatregel of straf bij toe te passen. Ook de docenten van andere klassen hebben dit volledige recht. 13

15 Waar mag je mee werken? Bijna al het gereedschap dat in de kasten ligt, mag je vrij pakken en gebruiken zolang je er normaal mee omgaat. Maar niet al het gereedschap mag door de leerlingen gebruikt worden. De docent zal duidelijk zijn in wat de leerlingen wel en niet mag gebruiken. Je mag niet zomaar nieuw materiaal pakken. Vraag het daarom altijd aan de docenten als je nieuw materiaal nodig hebt. Al het materiaal dat in de materiaalbakken in het lokaal ligt mag je gewoon pakken. Als je zelf materiaal over hebt dat anderen misschien nog goed kunnen gebruiken dan leg je dit in de daarvoor bestemde materiaalbakken. Let op: Dit zijn geen afvalbakken! 14

16 2.2. Opruimen van het lokaal Als je een lokaal binnen komt, vind jij het waarschijnlijk ook prettig dat je tafel schoon is en dat alles is opgeruimd. Voor al het gereedschap is er een vaste plek in de gereedschapskast. Zorg er daarom ook voor dat als je iets hebt gebruikt, je alles weer op de juiste plek terug legt. Niet alleen een opgeruimde gereedschapskast zorgt voor een schoon lokaal. Voordat de leerlingen het lokaal mogen verlaten, moet bijvoorbeeld ook het machinegereedschap schoongemaakt worden, de tafels moeten worden geveegd en de vloer moet schoon zijn. Achterin dit boekje kan je een checklist vinden voor het opruimen. LET OP!! Dat je bij het vegen en weggooien van afval niet per ongeluk (onderdelen van) werkstukken of de boortjes van de kolomboormachine weggooit! Kijk ook even of er nog schroefjes, spijkers en andere onderdelen tussen liggen die misschien niet weggegooid mogen worden! Het opruimen van het lokaal is niet alleen maar je eigen troep opruimen. Om ervoor te zorgen dat het opruimen snel en goed gebeurt, moet er samengewerkt worden. Daarom houden wij ons aan een simpele afspraak: IEDEREEN ruimt ALLES op! Kijk daarom altijd of je nog iemand kan helpen met gereedschap opruimen, vegen, materiaal opbergen en stoelen aanschuiven of op tafel zetten. Zo is alles snel gedaan en kan je meteen weg als de bel gaat! 15

17 2.3. Zorgen voor je werkstuk Wanneer Tijdens de lessen van Mens en Technologie ga je onder andere zelfstandig werken aan kleine werkstukjes. Deze werkstukken kunnen best lastig zijn en je bent er daarom ook meerdere lessen mee bezig. Aan het einde van de les moet je er dus voor zorgen dat je jouw werkstuk veilig opbergt zodat je er de volgende les weer mee verder kan gaan. Er zijn meerdere opties om je werkstuk te bewaren: In je tas (bijvoorbeeld in een apart vakje); In de bak voor jouw klas; In je kluisje. Zorg er ook voor dat je eventuele losse onderdelen van een werkstuk bij elkaar kan bewaren. Een handige tip is om bijvoorbeeld een afsluitbaar plastic zakje te kopen die je kan voorzien van je naam en klas. Eigen verantwoordelijkheid Het kan natuurlijk altijd gebeuren dat je jouw werkstuk nergens meer kan vinden. De docenten snappen maar al te goed hoe vervelend dat is en daarom wijzen wij alle leerlingen altijd herhaaldelijk erop dat ze hun werkstuk goed en veilig moeten opbergen en vooral voorzien van hun naam en klas. Mocht het toch gebeuren dat je werkstuk niet meer te vinden is, dan kunnen de docenten het werkstuk dus niet beoordelen. Er wordt alleen iets beoordeeld als er daadwerkelijk iets is ingeleverd. Bij verlies van een werkstuk of verslag (door bijvoorbeeld iets niet op te slaan op de computer) zal het werkstuk of verslag opnieuw gemaakt moeten worden om nog een cijfer te halen. Het inleveren van andermans werkstuk mag natuurlijk niet. Het is de verantwoordelijkheid van de leerling zelf om voor zijn werkstukken te zorgen. Dus verzin een goede manier om je werkstuk veilig op te bergen en let goed op dat je al je onderdelen veilig opruimt. 16

18 2.4. Gereedschap Er zijn heel veel verschillende soorten gereedschap. In de loop van de jaren is er voor bijna iedere handeling wel een handig apparaat bedacht. Wij gebruiken in het technieklokaal een flink aantal van deze gereedschappen. Voor de werkstukken die jullie in dit jaar gaan maken, hebben we de benodigde gereedschappen even onder elkaar gezet. Om de lijst met gereedschap overzichtelijk te maken, hebben we ze verdeeld in vier soorten: Aftekengereedschap Bewerkingsgereedschap Bevestigingsgereedschap Afwerkgereedschap Aftekenen Bewerken Bevestigen Afwerken Liniaal/maatlat Handzaag Platbektang Schuurpapier Winkelhaak Metaalzaag Rondbektang Vijl Potlood Lintzaag Combinatietang Halfronde vijl Pen Kniptang Popnageltang Kraspen Nijptang Soldeerbout Priem Kolomboormachine Puntlasser Centerpons Metaalboor Schroevendraaier Houtboor Hamer Gatenzaag Bankschroef Kunststofbuiger Machineklem Zetbank Guillotineschaar Hefboomschaar De meeste van deze gereedschappen ken je waarschijnlijk al en sommige heb je ook al eens gebruikt. 17

19 Als je een gereedschap in de lijst niet kent dan kan je het op de volgende pagina opzoeken. Liniaal/maatlat Met een liniaal of maatlat kan je korte afstanden meten. De maatverdeling is aangegeven in millimeters. Let op dat je begint met meten vanaf de nul! Winkelhaak Een winkelhaak gebruik je om te kijken of een hoek haaks is. Ook is dit gereedschap goed te gebruiken om iets verstek af te tekenen vanwege de 45 graden verbinding in de hoek. Potlood Een potlood gebruik je voor het aftekenen op hout of aluminium. Gebruik voor het aftekenen een hard potlood (2H) en zorg ervoor dat de punt goed geslepen is. Viltstift Voor op kunststof of andere materialen die niet beschadigd mogen worden, kan je een viltstift gebruiken. Kraspen Een kraspen gebruik je als je iets moet aftekenen op metalen. Priem Met een priem kan je een ondiep gaatje prikken (of met een hamer slaan) in hout. Dit gaatje kan je gebruiken als beginpunt voor boren of schroeven. Centerpons Dit gereedschap gebruik je om in metaal een putje te slaan. Dit gaatje kan je gebruiken als beginpunt voor boren. Zo kan de boor niet weg lopen op het gladde oppervlak. 18

20 Handzaag Voor houten platen en balken. Kan door de grove tanden veel splinters veroorzaken Metaalzaag Voor metalen en kunststof. Heeft kleine tandjes en geeft dus minder splinters. Lintzaag Elektrische zaag met eindeloos, lintvormig zaagblad voor lange zaagsnedes. Kniptang Gebruik je voor het afknippen van ijzerdraad of het afknippen elektrische bedrading. Nijptang Hiermee kan je spijkers uit hout trekken en ijzerdraad afknippen. Kolomboormachine Voor het boren van gaten in materiaal. Je kunt hem in hoogte verstellen. Elk materiaal heeft zijn eigen soort boor. Veiligheid is erg belangrijk bij dit apparaat! Metaalboor Een metaalboor gebruik je voor metaal maar je kunt ze ook gebruiken voor hout of kunststof. Houtboor Deze voor is alleen voor hout. Te herkennen aan de scherpe punt in het midden en aan de uiteinden. Gatenzaag Hiermee kan je grote ronde gaten zagen in plaatmateriaal. In het midden zit vaak een metaalboor zodat je goed het midden kan vinden. 19

21 Kunststofbuiger Hiermee kan je met behulp van warmte kunststof buigen. Hitte maakt het plastic zacht en buigbaar. Buigbalk Kunststof dat net buigbaar is gemaakt met een kunststofbuiger, kan in een vooraf afgestelde hoek worden gezet met dit gereedschap. Zetbank Hiermee kan je metalen platen in een bepaalde hoek buigen of zetten. Guillotineschaar Grote knipmachine voor lange, rechte kniplijnen. Herkenbaar een groot schuin snijvlak, net als een guillotine. Te gebruiken voor metalen en kunststof platen. Hefboomschaar Voor metaalplaten of staaldraad. Met de lange hefboom-arm kan je veel kracht zetten. Platbektang Tang met een platte bek. Hiermee kun je dun materiaal buigen en vasthouden. Rondbektang Tang met een ronde bek. Kun je gebruiken voor het buigen van oogjes aan een draad. Door de conische bek kan je verschillende diameters buigen. Combinatietang De naam zegt het al: dit is een combinatie tussen een platbektang, klemtang en een kniptang. Popnageltang Deze tang gebruik voor het vastklemmen van popnagels. Voor verschillende maten popnagels zijn ook verschillende neusstukken beschikbaar. 20

22 Soldeerbout Dit gebruik je om twee metalen met elkaar te verbinden door een verbindingsmiddel tussen de twee metalen te smelten. Daarbij gebruik je soldeertin als verbindingsmiddel. Puntlasser kan je twee dunne platen staal op een klein punt aan elkaar smelten door een hoge stroom die in een korte tijd door het materiaal loopt. Er wordt hierbij geen verbindingsmiddel gebruikt. Schroevendraaier Er zijn veel verschillende schroevendraaiers. Het is belangrijk dat je de juiste schroevendraaier gebruikt. Ze zijn er in vele verschillende soorten en maten. Als de schroevendraaier niet past, loop je de kans dat je de kop van de schroef beschadigd. De meest voorkomende vormen zijn: Kruiskop Torx Platkop/fitting Hamer Wordt gebruikt om hout te verbinden met spijkers. Ook kun je met een hamer metaal in een vorm slaan. Bankschroef Hiermee zet je werkstukken vast zodat je deze kan bewerken zonder dat ze bewegen of als je een hand tekort komt. Meestal worden bankschroeven gemonteerd op een werkbank. 21

23 Machineklem Een losse soort bankschroef waarmee je kleine werkstukken kan vastzetten om er veilig in te kunnen boren. De machineklem gebruik je vaak samen met een kolomboormachine. Schuurpapier Een stuk papier of linnen met daarop een ruwe bovenlaag die lijkt op zand. Je kunt er een ruw oppervlak glad mee maken of er een glad oppervlak juist ruw mee maken. De korrelgrootte wordt aangegeven met een getal. Des te groter het getal, des te fijner is het schuurpapier. En hoe kleiner het getal hoe groter en ruwer de korrels op het schuurpapier zijn. Van links naar rechts: Halfronde vijl Een vijl met een bolling aan één zijde van de vijl. Deze kan gebruikt worden om een holling te vijlen. Vijl Met een vijl kan je een werkstuk glad maken of een andere vorm geven. Als je iets goed glad wil krijgen, werk je van een grove vijl naar een fijne vijl. Ronde vijl Deze vijl is helemaal rond. Hij wordt ook wel rattenstaart genoemd. Heb jij enig idee waarom? 22

24 3 METEN 3.1. Waarom is meten belangrijk? De Beemster (vlakbij Purmerend) was in 1608 nog een groot merengebied. In die tijd is men begonnen om er dijken en wallen omheen te leggen om hierna de Beemster met behulp van 26 watermolens leeg te pompen. In een oud boek is de volgende tekst gevonden: Hamorodius getuigt dat er aanvankelijk slechts 5 Duitse mijlen lang, 1,5 mijlen breed en 7 voet breed is geweest. Mettertijd is het echter zo toegenomen dat het zich in omtrek tot 12 mijlen heeft uitgestrekt en in de diepte tot 7-9 voet gekomen is, dus dat men schepen van 70 tot 80 last door dit meer naar zee heeft kunnen varen. Een last is een oude eenheid in de scheepvaart 1976,4 kg en in de graanhandel 30 hl. In 1612 was de Beemster helemaal drooggelegd. De boeren die zich er vestigden bezaten soms wel 7 morgen land. Dit betekende dat 1 morgen land de hoeveelheid was, wat met een os geploegd kon worden in één morgen. Vroeger gebruikten veel landen allerlei verschillende maten voor van alles en nog wat. In Nederland gebruikte men vroeger bijvoorbeeld maten als el (68,8 cm), voet (30,5 cm) en mijlen (1,6 km). Dit gebeurde overal ter wereld en soms was het zelfs zo erg dat iedere stad zijn eigen maten hanteerde. Dat werd dus allemaal wel erg ingewikkeld met al die vreemde maten. Rekenen met deze maten was erg moeilijk en niemand kon meer kon bijhouden welke maat klopte. Daarom heeft men tijdens de Franse Revolutie in 1798 bepaald dat iedereen dezelfde maten moet gebruiken. Er is nu geen verwarring meer en er kan ook makkelijker mee gerekend worden. Deze maten legde men vast in het Metriek Stelsel. 23

25 Een van die maten die toen is vastgesteld is de meter. De meter was een tien-miljoenste deel van de afstand van de noordpool tot de evenaar. Later, in 1889, is de standaard meter vastgesteld als de afstand tussen twee inkepingen in een X- vormige balk gemaakt van platina en iridium. Nu is de meter als laatste vastgesteld in 1983 als een afgeleide van de lichtsnelheid in vacuüm. De lichtsnelheid in het heelal is precies m/s. De enige echte meter wordt in Parijs bewaard. En de enige echte kilogram trouwens ook. Als iemand wil controleren of meetlat of een weegschaal wel goed werkt kunnen ze deze vergelijken met de meter en de kilogram in Parijs. Als iemand dit doet dan noem je dit: ijken. In dit hoofdstuk leer je het volgende: Meetgereedschap leren aflezen Lengte meten in centimeter (cm) en millimeter (mm) Lengte tekenen Oppervlakte berekenen Eenheden omrekenen 24

26 3.2. Grootheden en eenheden Het is zomer, mooi weer en je zit in Spanje op een leuke camping. De temperatuur is ongeveer 30 Celsius, het zwembad is gevuld met misschien wel liter water en binnen een paar seconden is je ijsje gesmolten als je hem in de zon houdt. Je hebt hier alles geschat en dat is voor een leuk verhaaltje niet zo erg. Maar maten inschatten is in de natuurkunde geen goede manier om iets te meten. We hebben in dit voorbeeld natuurkundig gezien met drie grootheden te maken. Een grootheid is een natuurkundige eigenschap die je kan meten. In dit voorbeeld zijn dit: de temperatuur, de inhoud en de tijd. Kijk nog maar eens naar hetzelfde verhaaltje: Het is zomer, mooi weer en je zit in Spanje op een leuke camping. De temperatuur is ongeveer 30 Celsius (= temperatuur), het zwembad is gevuld met misschien wel liter (= inhoud) water en binnen een paar seconden (= tijd) is je ijsje gesmolten als je hem in de zon houdt. Een eenheid is de maat waarin je een grootheid kan meten. Voor alle grootheden zijn er ook eenheden. In dit voorbeeld meet je: Temperatuur in graden Celsius ( C) Inhoud in liters (L) en Tijd in seconden (s). 25

27 Een eenheid staat altijd dichtbij een getal. Bijvoorbeeld: 11 meter, 3 kilogram, 10 seconden. Meter, kilogram en seconden zijn dan de eenheden. Iemand zegt: De hoogte is 2 meter. Dan is hoogte de grootheid. En meter is de eenheid. De letters of tekens die we gebruiken als afkorting voor een grootheid of eenheid noemen we symbolen. Deze zijn voor veel grootheden en eenheden vastgelegd en komen soms ook uit een andere taal. Een symbool is een teken of een afkorting van een grootheid of een eenheid. In de natuurkunde zijn heel veel grootheden en eenheden. Bij Mens en Techniek leer je de volgende grootheden: Lengte, tijd, massa, kracht, oppervlakte, volume, inhoud en dichtheid. In de onderstaande tabel zie je een aantal grootheden en eenheden met hun symbolen: Grootheid Symbool Eenheid Symbool Lengte l Meter m Tijd t Seconde s Massa m Kilogram kg Volume V Kubieke meter m 3 26

28 3.3. Meetgereedschap Heb je wel eens de lengte van het lokaal opgemeten met behulp van eengeodriehoek? Of de afstand van school naar huis met een liniaal? Waarschijnlijk niet. Dan ben je namelijk erg lang bezig en dan weet je nog niet helemaal zeker of je wel nauwkeurig genoeg hebt gemeten. In de natuurkunde, wiskunde, de techniek maar in nog veel meer beroepen heb je te maken met meetgereedschappen. Een dokter meet hoeveel een patiënt weegt, een kok moet weten hoe warm de oven is en hoe lang het eten al in de oven staat en een kledingontwerper meet je maten als je kleding wil laten maken. Alles dat gemaakt wordt is door mensen opgemeten. Het is belangrijk dat je leert om de juiste meetgereedschappen te gebruiken voor een product te meten. Als je een huis bouwt heb je andere meetgereedschappen nodig dan wanneer je een fiets maakt. Het doel van meetgereedschappen is om producten zo goed mogelijk te maken en te controleren. Elk meetgereedschap heeft zijn specifieke gebruiksdoel. Als je bijvoorbeeld een machine moet maken gebruik je vaak een schuifmaat, wanneer je een huis moet bouwen is een rolmaat of duimstok beter om te gebruiken. 27

29 Hierboven staan vijf meetgereedschappen afgebeeld. Maar ik tel er zes meester!. Ja dat klopt. Welke hoort niet in het rijtje meetgereedschappen thuis? En wat voor gereedschap is dat dan? Ken je misschien ook al de namen van alle meetgereedschappen? 28

30 De rolmaat Hieronder zie je een afbeelding van een rolmaat. De rolmaat is een van de meest voorkomende meetgereedschappen. Hij heeft een meetbereik van 2 meter tot soms wel 10 meter. De schaalverdeling is in centimeter en in millimeters. Opvallend aan de rolmaat is dat het ijzeren lipje aan het begin een beetje los zit. Denk nu niet meteen dat de rolmaat kapot is, want dit is expres gedaan voor binnenmaten en buitenmaten. Het meetlint Het meetlint lijkt misschien een ouderwets meetgereedschap maar wordt nog steeds in een aantal beroepen gebruikt. Het meetbereik van een meetlint is meestal 1 meter of 1,5 meter en de schaalverdeling is in centimeter en millimeter. Een voordeel van een meetlint is dat hij flexibel is en dat je daardoor bijvoorbeeld een middel van een mens kunt opmeten. Een nadeel is dat je niet erg nauwkeurig kunt meten omdat er vaak wat rek in zit en het aflezen soms lastig is. De duimstok De duimstok is vooral in de bouw een veelgebruikt meetgereedschap. Je kunt een duimstok gebruiken om een lengtemaat te meten of om een maatlijn af te tekenen. Soms wordt een duimstok ook wel gebruikt om te controleren of een stuk materiaal vlak is. Het meetbereik van de duimstok is altijd één meter en de schaalverdeling is in centimeter en millimeter. De duimstok is om twee redenen moeilijker afleesbaar dan een rolmaat omdat hij drie scharnierpunten heeft en omdat hij dikker is dan een rolmaat. 29

31 De meetlat Een meetlat of maatlat is een stalen liniaal die meestal gemaakt is van roestvrijstaal. Hij wordt vaak gebruikt als afteken- en meetgereedschap in de metaaltechniek. Je kunt de meetlat ook goed gebruiken om met behulp van een mesje karton te snijden. Het meetbereik van de meetlat kan van 30 tot 100cm zijn, maar de meeste meetlatten zijn 30cm lang. De schaalverdeling is centimeter en millimeter. Een voordeel van een maatlat is dat hij niet snel breekt of beschadigd. Wel moet je opletten dat je een meetlat niet buigt. Het is namelijk erg moeilijk om deze weer precies recht te buigen. De schuifmaat De schuifmaat is er in twee uitvoeringen de analoge en digitale schuifmaat. Hieronder zie je links een digitale schuifmaat en rechts een analoge schuifmaat. De voordelen van een digitale schuifmaat is dat hij direct afleesbaar is en hij kan nauwkeuriger meten dan een analoge schuifmaat, tot wel 0,01 mm nauwkeurig. Enkele nadelen van de digitale schuifmaat is dat hij veel duurder is dan een analoge schuifmaat en gevoeliger is voor stof, water en beschadigingen. Het meetbereik van zowel de digitale als analoge schuifmaat is meestal 150 millimeter. 30

32 De analoge schuifmaat kan iets minder nauwkeurig meten dan de digitale: namelijk tot 0,05 mm. Je kunt met een schuifmaat op drie manieren een maat meten: Met de buitenbekken kun je een lengtemaat meten. Met de binnenbekken een binnenmaat. Met de dieptemaat kun je bijvoorbeeld de diepte van een blind gat meten. Vraag je docent om een demonstratie! Je kunt ook op internet opzoeken (Google op schuifmaat ). Er is een site waarop je kunt leren aflezen met de analoge schuifmaat. 31

33 3.4. Meten van een lengtemaat in centimeters Met een liniaal of geodriehoek kun je een lengte meten. Je moet bij het opmeten de nul van je meetgereedschap op het beginpunt van je lijn leggen. Dat zie je op het plaatje hieronder. Diameter en straal Als je de maat van een cirkel wilt meten zijn er twee maten die je kunt meten: de diameter en de straal van de cirkel. De diameter is grootste afstand die gemeten kan worden tussen de lijndelen van de cirkel. De diameter wordt in het Nederlands ook wel de middenlijn genoemd. Het symbool voor de diameter is de (kleine)letter d. De eenheid van diameter geven we gewoon aan in centimeter (cm). In maattekeningen gebruikt met voor de diameter ook vaak dit symbool: Ø de 32

34 De straal is de afstand vanaf het middenpunt van de cirkel aan de cirkel zelf. De straal is ook altijd de helft van de diameter. Het symbool voor de straal is de (kleine)letter Dit komt van het Engelse woord voor straal: radius. tot r. Hieronder zijn de grootheden nog een keer in een tabel gezet om gemakkelijker te onthouden: Grootheid Symbool Eenheid Symbool Oppervlakte A Vierkante centimeter cm 2 diameter d of Ø centimeter cm straal r centimeter cm 3.5. Meten van een lengtemaat in millimeters Niet alle maten komen precies uit op hele centimeters. Daarom noteren we in de techniek altijd alle lengtematen en afstanden in millimeters. Zelfs in maattekeningen van complete huizen of bruggen worden de maten in millimeters aangegeven. Als je iets moet opmeten rond je het dus niet af op centimeters maar op millimeters. Opletten dus! 33

35 3.6. Natuurkundige voorvoegsels Je hebt nu al geleerd wat eenheden zijn. Het komt heel vaak voor dat je eenheden moet omrekenen. Als je wilt weten hoe ver het fietsen is vanaf school tot aan de Dam in Zaandam, dan heb je niks aan een antwoord als mm ver. Je wilt een antwoord waarmee je sneller kan inschatten hoe lang het duurt om te fietsen mm is bijvoorbeeld afgerond 2,5 kilometer. Hoe je dit soort eenheden kan omrekenen leer je in dit hoofdstuk. Om ervoor te zorgen dat een getal voor een eenheid niet al te groot of te klein wordt, gebruikt men de eenheden vaak in combinatie met een voorvoegsel als kilo-, centi- of milli-. Veel van deze eenheden met voorvoegsel ken je al (zoals kilometer, centimeter en millimeter). Ieder voorvoegsel heeft zijn eigen betekenis en is voor iedere eenheid hetzelfde. Hieronder zie je de betekenis van de enkele veel gebruikte voorvoegsels: Voorvoegsel betekenis afkorting voorbeeld betekenis kilo = 1000 k 1 kilometer (km) 1000 meter hecto = 100 h 1 hectometer (hm) 100 meter deca = 10 da 1 decameter (dam) 10 meter 1 Meter (m) 1 meter deci = 0,1 d 1 decimeter (dm) 0,1 meter centi = 0,01 c 1 centimeter (cm) 0,01 meter milli = 0,001 m 1 millimeter (mm) 0,001 meter Deze voorvoegsels worden voor alle soorten eenheden gebruikt. Je kunt ze dus bijvoorbeeld voor meter, liter, gram zetten. Maar ook bijvoorbeeld voor byte. Zoals bij het afmeten van kleine hoeveelheden vloeistof (milliliter = 0,001 liter en centiliter = 0,01 liter ) of bij zware gewichten (kilogram = 1000 gram). 34

36 3.7. Eenheden omrekenen Bedenk eens hoeveel millimeter er in een centimeter zitten. En hoeveel centimeter in een millimeter? Wanneer je een lengtemaat moet omrekenen is de stapgrootte telkens 10. Als je moet gaan omrekenen van centimeter naar millimeter moet je dus het aantal centimeters vermenigvuldigen met 10. Een voorbeeld: 3cm x 10 = 30mm Als je van millimeter naar centimeter moet deel juist het tegenovergestelde doen, dus dan moet je door 10 delen. Een voorbeeld: 60mm : 10 = 6cm Telkens als je een eenheid verder moet omrekenen komt er een factor tien bij. Als je dus van meters naar centimeters moet omrekenen, moet je twee keer vermenigvuldigen met 10. Een voorbeeld 4m x 10 x 10 = 400cm. Hieronder staan de stapgroottes nog in een schema. Met behulp van dit schema kan je gemakkelijk in kleine stappen berekenen hoe vaak je moet vermenigvuldigen of delen. 35

37 Stap 1: kijk hoe veel stappen er tussen de twee eenheden zitten Stap 2: kijk of je moet vermenigvuldigen of delen Stap 3: reken de eenheid om! Een voorbeeld 18 cm = m. Stap 1: van cm naar m zijn 2 stapjes van 10 Stap 2: van een kleine eenheid naar een grote betekent dat je moet delen. Stap 3: 18 : 10 : 10 = 0,18 m 36

38 3.8. Oppervlaktematen omrekenen Wanneer je oppervlaktematen moet omrekenen kan je hetzelfde schema gebruiken als met de lengtematen. Alleen moet je opletten dat met oppervlaktes de stapgrootte niet 10 is maar stapgroottes van 100! Want zoals je in het plaatje hieronder kan zien, zitten er in 1 vierkante centimeter wel wel 100 vierkante millimeters (10mm x 10mm). Een voorbeeld 3 m 2 = cm 2 Stap 1: van m naar cm zijn 2 stapjes van 10 Stap 2: van een grote eenheid naar een kleine betekent dat je moet vermenigvuldigen. Stap 3: 3 x 100 x 100 = cm 2 Nog een voorbeeld mm² = cm² : 100 = 120 cm² 37

39 3.9. Inhoudsmaten omrekenen Net als bij oppervlaktematen, kan je weer hetzelfde soort schema aanhouden voor het omrekenen van inhoudsmaten. Alleen bij het omrekenen van inhoudsmaten is de stapgrootte niet 10, ook niet 100, maar gebruik je stapgroottes van 1000! Een blokje van 1cm x 1cm x 1cm heeft een inhoud van 1 cm³ oftewel kubieke centimeter. In 1 cm 3 zitten dus 10 x 10 x 10 = 1000 mm 3 (kubieke millimeters). Een voorbeeld 2m³ = cm³ Stap 1: van m naar cm zijn 2 stapjes van 1000 Stap 2: van een grote eenheid naar een kleine betekent dat je moet vermenigvuldigen. Stap 3: 2 x 1000 x 1000 = cm³ 38

40 3.10. Inhoudsmaten voor vloeistoffen omrekenen Wanneer je inhoudsmaten van vloeistoffen moet omrekenen gebruik je meestal aanduidingen zoals liter, centiliter of bijvoorbeeld milliliter. Hierbij heb je een aantal eenheden die vaak voorkomen en die dus belangrijk zijn om te onthouden. Dit zijn de volgende eenheden: Liter (l) = kubieke decimeter (dm³). Milliliter (ml) = kubieke centimeter (cm³). Als je een bakje van 10 cm x 10 cm x 10 cm hebt dan is dat hetzelfde als een bakje van 1 dm x 1 dm x 1 dm (want 10 cm = 1 dm). Het volume van het bakje kun je uitrekenen: V = l x b x h = 1 x 1 x 1 = 1 dm³ In dit bakje kun je precies een literfles water gieten. Dus 1 liter = 1 dm³. BELANGRIJK: bij het omrekenen van de inhoudsmaten van vloeistoffen in liters is de stapgrootte van het omrekenen niet 1000 maar het gaat in stapjes van 10. Zie het schema hieronder: 39

41 4. TECHNISCH TEKENEN 4.1. Wat is een technische tekening? Hoe komt het dat de stekker van je oplader perfect in het stopcontact past en dat het hoesje ook nog eens precies om de telefoon zelf past? Veel mensen vinden dit allemaal heel normaal, maar bijna niemand heeft door dat daar heel veel bij komt kijken. Zo n hoesje voor je telefoon is bijvoorbeeld bedacht door een ontwerper in Amerika, maar kan gemaakt zijn in China door iemand die de ontwerper nog nooit heeft gezien of gesproken. Hoe kan die Chinees nou weten hoe groot het hoesje precies moet worden? Daarom maakt men gebruik van technische tekeningen. Dit zijn tekeningen die volgens bepaalde afspraken gemaakt worden zodat iedereen ter wereld begrijpt wat er precies gemaakt moet worden en hoe. Kan je een voorbeeld noemen van een technische tekening? Er zijn heel veel verschillende soorten technische tekeningen. Veel voorkomende en meest gebruikte technische tekeningen zijn: Werktekening Striptekening Opengewerkte tekening Explosietekening 40

42 Technische tekeningen worden al eeuwen lang gemaakt om aan te geven hoe iets gemaakt moet worden of hoe iets in elkaar zit. Hierboven zie je een explosietekening van een oude hijskraan uit 1485, ontworpen door het beroemde genie Leonardo Da Vinci. Werktekening: Hierop staan aanzichten: voorkant, bovenkant, zijkant. Soms ook doorsneden of delen van het product. En je ziet hoe groot het wordt, er staan maten bij en een schaal waarin de tekening gemaakt is. Werktekening van een auto 41

43 Striptekening: Hierop zie je wat je moet doen, en in welke volgorde. Denk maar aan de instructies van LEGO speelgoed. Striptekening van een LEGO bouwpakket Opengewerkte tekening: Hierop zie je hoe iets er van binnen uitziet. Een ander woord voor opengewerkte tekening is doorsnede. Opengewerkte tekening van een kraan 42

44 Explosietekening: Op deze tekeningen zie je alle onderdelen van een product. Je ziet hoe alles in elkaar past. Explosietekening van een boormachine 43

45 4.2. Maataanduiding Zoals je al eerder geleerd hebt zijn er voor het maken van technische tekeningen afspraken gemaakt zodat iedereen de tekeningen zonder problemen kan aflezen. Maatlijnen en grenslijnen Maatlijnen zijn de lijnen op een technische tekening die aangeven hoe lang een bepaalde afstand is. Deze lijnen hebben aan beide uiteinden een strak afgewerkt pijltje en in het midden van de lijn staat de maat. Bij een tekening waar veel maatlijnen opstaan kan het soms onduidelijk zijn voor welk gedeelte op de tekening de maatlijn bedoeld is. Dit kun je oplossen met behulp van grenslijnen. Deze geven aan van waar tot waar een maatlijn loopt en op welke plek van de tekening de maatlijn betrekking heeft. Maatlijnen en grenslijnen zijn altijd dunner dan de lijnen van de tekening zelf (zie hieronder). De lijnen van de tekening zelf noemt men ook wel begrenzingslijnen. Let op: Verwar deze niet met de grenslijnen! 44

46 Meters, centimeters of millimeters? Het is een algemene afspraak dat alle maten worden aangegeven in millimeters (mm). Het lijkt misschien raar, maar zelfs bij de bouwtekeningen van de grootste bouwwerken ter wereld worden de maten in millimeters opgeschreven! Let hier dus op als je zelf een keer een technische tekening maakt. Het symbool van millimeters (mm) wordt nooit opgeschreven in technische tekeningen. Dat zie je ook op het plaatje op de vorige bladzijde. De grootste maat is daar 35mm, maar er staat alleen maar 35 omdat de maat toch altijd in millimeters is. Onderaan de tekening staat vaak wel in een vakje dat het om mm gaat. Er staat dan: Maateenheid: mm Dit betekent dat alle cijfers op de tekening bij maatlijnen millimeters zijn. Diameter en straal Als je de diameter of straal aangeeft van een cirkel, zet je niet alleen de maat neer, maar ook het symbool die aangeeft of het om de diameter (d of Ø) of de straal (r of R) gaat. Hieronder zie je hoe dat er dan uitziet: 45

47 4.3. Hardheid van potloden Het potlood zoals we die nu kennen is het meest gebruikte tekengereedschap ter wereld. De naam potlood komt van het tekengereedschap dat de oude Grieken duizenden jaren geleden al gebruikten. Zij gebruikten namelijk een staafje lood om tekens op papier te maken. Tegenwoordig bestaan potloden uit een houten omhulsel met daarin een stift, gemaakt van een mengsel van grafiet en klei. Dit soort potloden zijn in 1794 uitgevonden en pas in 1904 kwam het eerste kleurpotlood op de markt. Hoewel veel potloden er vaak hetzelfde uitzien, kan er toch verschil in zitten. Op potloden is meestal een code te vinden die verwijst naar de hardheid van het potlood. Deze code bestaat uit een getal en de letter H (hard) of B (zacht). Het getal geeft aan hoe hard of zacht het potlood precies is. 6H is bijvoorbeeld heel hard en is geschikt voor dunne, lichte lijnen. Een hoog B-potlood (zoals 8B) is een heel zacht potlood. Het lijkt bijna alsof je met houtskool tekent. B-potloden geven ook heel vaak af en zorgen voor vlekken als je er per ongeluk met je hand over gaat. 46

48 De hardheid van een potlood wordt bepaald door de verhouding grafiet en klei waarvan het potlood gemaakt is: Een hard potlood (H) bevat veel klei en weinig grafiet. Een zacht potlood (B) bevat veel grafiet en weinig klei. Een hard potlood gebruik je om scherpe en dunne lijnen te trekken die gemakkelijk uit zijn te gummen. Een zacht potlood gebruikt men vaak om te schetsen. Ook is een zacht potlood handig om schaduwen en donkere vlekken te maken. Een HB-potlood is de middenweg tussen hard en zacht. Dit is het verreweg meest gebruikte potlood omdat het voor heel veel tekeningen wel redelijk bruikbaar is. Later werd er ook nog een F-potlood ingevoerd. Die is iets lichter dan een HBpotlood, maar het verschil is bijna niet te merken. Ze ziet ze dan ook niet zo vaak. 47

49 Timmermanspotlood In de bouw moet veel worden afgetekend. Op ruwe materialen zoals hout en beton, kunnen potloden erg snel slijten. Er zijn daarvoor speciale timmermanspotloden. Deze potloden zijn erg hard en hebben een bredere grafietstift. Ook zijn deze potloden ovaal in plaats van rond. Zo kunnen ze niet ver wegrollen als ze vallen. De rode kleur zorgt ervoor dat ze goed opvallen tussen zaagsel en houtsnippers. Op het plaatje zie je rechts een normaal potlood en links een timmermanspotlood 48

50 4.4. Lijnsoorten Op een technische tekeningen zie je vaak heel veel lijnen. Om ervoor te zorgen dat het niet rommelig wordt, zijn er afspraken gemaakt over het aangeven van de verschillende lijnen. De lijnen verschillen hierdoor in dikte en het kan ook zijn dat de lijn op sommige punten is onderbroken. Ten eerste heb je natuurlijk de lijnen van het voorwerp zelf. Deze lijnen noemen we de begrenzingslijnen en worden vaak wat dikker getekend zodat ze goed opvallen tussen de andere lijnen. Soms zijn bepaalde delen van begrenzingslijnen niet zichtbaar in een aanzicht (zoals de diepte van een gat of iets aan de achterkant). Deze lijnen noemen we onzichtbare begrenzingslijnen. We tekenen ze als een middeldikke gestreepte lijn. En er zijn ook nog alle maatlijnen en grenslijnen. Hier heb je in de vorige paragraaf over kunnen lezen. Deze moeten erg dun getekend worden. Hartlijnen geven aan waar het midden van een vorm precies zit. Een hartlijn wordt altijd dun getekend en bestaat uit een gemengde gestreepte lijn. Dat betekent dat de streepjes in de lijn om en om steeds lang en kort zijn. 49

51 Hieronder staan de lijnsoorten nog eens onder elkaar: Begrenzingslijn dikke lijn Onzichtbare begrenzingslijn middeldikke streeplijn: Maatlijn en grenslijn dunne lijn Hartlijn dunne gemengde streeplijn 50

52 4.5. Papierformaten Meet eens met behulp van een liniaal/meetlat op hoe groot de pagina s zijn van deze module. Is het je wel eens opgevallen dat de maten van gewoon papier bijna nooit mooie afgeronde getallen zijn? De afmetingen van papier lijken hele rare getallen, maar er is een speciale reden dat ze deze maat hebben. Veel van jullie kennen de term A4-papier wel, maar waarom heet het zo? In Europa gebruiken wij de A-serie papier. Deze serie begint met A0. De helft van een A0 heet een A1, en als je een A1 weer door de helft snijdt, heb je een A2 enzovoorts. Opvallend is dat het oppervlakte van een A0- vel precies 1 m 2 is. Maar er is nog meer bijzonder aan dit vel papier. De afmetingen van het A0-vel zijn zo gekozen dat als je het door de helft snijdt, de verhouding van de lengte en de breedte hetzelfde blijft! 51

53 Hieronder kan je in het schema de precieze maten nog eens bekijken van de meest gebruikte formaten uit de A-serie. Formaat Lengte (mm) Breedte (mm) A A A A A A Een leuk feitje: Wist je dat je een normaal A4-tje slechts 7 keer kan dubbelvouwen? Geloof je het niet en denk je dat je het vaker kan? Probeer het dan zelf eens! 52

54 4.6. Schaal Het komt vaak voor dat een voorwerp te groot of te klein is om in ware grootte te tekenen. In dat geval worden voorwerpen op schaal getekend. Als een voorwerp te groot is, teken je deze kleiner. Iets wat je twee keer zo klein tekent, heeft de schaal 1:2. Dan is 10mm op de tekening in werkelijkheid 20mm. Een voorwerp op schaal 1:2 is in werkelijkheid dus 2 keer zo groot. Er zijn ook voorwerpen die je juist groter tekent. Dan is de schaal bijvoorbeeld 2:1. Het voorwerp is in werkelijkheid dus 2 keer zo klein. De schaal van een tekening moet altijd op de technische tekening staan, ook als de tekening op ware grootte is (schaal 1:1). Hieronder zie je een creditcard op ware grootte, op schaal 1:2 (twee keer zo klein) en op schaal 1:4 (vier keer zo klein). Schaal 1:1 Schaal 1:2 Schaal 1:4 53

55 5. MASSA 5.1. Massa en gewicht Massa een grootheid en is dus iets wat je kan meten. De eenheid van massa is de gram (g). Heel vaak wordt gram ook gebruikt met een natuurkundig voorvoegsel. Dan wordt het vaak milligram of kilogram, maar decigram kan ook. Als men h et heeft over kilogram of gram, denkt men vaak aan het gewicht. Massa en gewicht worden vaak door elkaar gebruikt, maar er is een groot verschil tussen de twee. Massa blijft namelijk altijd hetzelfde terwijl het gewicht kan veranderen. Dit hangt af van de plek waar je de massa gaat wegen. Voorbeeld: Stel, een astronaut gaat op aarde op de weegschaal staan. De weegschaal geeft 60 kg aan. Als hij op de maan is gaat de astronaut nog een keer op dezelfde weegschaal staan. Nu geeft de weegschaal slechts 10 kg aan! Hoe kan dat? Het is niet zo dat de astronaut opeens zo veel is afgevallen. De massa van de astronaut is op de maan nog steeds 60 kg, maar alleen geeft de weegschaal een ander gewicht aan. De weegschaal meet de kracht (het gewicht) waarmee de zwaartekracht aan je voeten trekt als je op de weegschaal staat. 54

56 En aangezien de zwaartekracht op de maan veel kleiner is (om precies te zijn 6x zo klein!), zal je ook met minder kracht op de weegschaal staan. Ook al is je massa nog steeds hetzelfde. Je massa is nog steeds 60 kg, maar de weegschaal geeft op de maan een gewicht van 10 kg aan! Eenheden van massa De gram en kilogram zijn de internationaal afgesproken gewichtseenheden. Soms kom je andere eenheden tegen, deze kunnen oud zijn of per land nog verschillend. Veel voorkomende eenheden voor massa zijn: 1 milligram = 0,001 gram 1 gram = 0,001 kg 1 kilogram = 1000 gram 1 ton = 1000 kg 55

57 5.2. Volume Het volume is een grootheid die aangeeft hoeveel ruimte iets inneemt. De eenheid van volume is kubieke centimeters (cm 3 ). Het volume van een voorwerp kun je op twee manieren bepalen. De eerste manier is door het volume te berekenen. Dit kan alleen bij wiskundige vormen bijvoorbeeld een kubus, een bol of een piramide. Wanneer een voorwerp een willekeurige vorm heeft kun je het volume niet berekenen. Hiervoor gebruiken we de onderdompelmethode om het volume te meten. Bij de onderdompelmethode doe je een bepaalde hoeveelheid vloeistof in een maatcilinder (meestal gewoon water). Als er maar genoeg vloeistof in zit om het voorwerp onder water te kunnen houden. Belangrijk om te weten: 1 ml = 1 cm 3 1 l = 1 dm 3 Voorbeeld: Je doet 500 ml water in een maatbeker. Daarna stop je het voorwerp in de maatcilinder en je kijkt hoeveel het water is gestegen. Lees je nu bijvoorbeeld 630 ml af dan neem je het verschil: 630 ml ml = 130 ml. 1 ml = 1 cm 3 dus 130 ml = 130 cm 3 Het volume van het voorwerp is dus 130 cm 3 56

58 Het berekenen van het volume van een kubus (de blokjes) gaat met de volgende formule: Volume = lengte x breedte x hoogte Voorbeeld: Een blokje heeft een lengte van 6 cm, een breedte van 4 cm en een hoogte van 3 cm. Bereken het volume van het blokje. Geef de volledige berekening. V = l x b x h V = 6 x 4 x 3 V = 72 cm³ Belangrijk: In sommige oefeningen worden alle maten in cm gegeven. Soms worden maten bijvoorbeeld in mm of meters of kilometers aangegeven. En soms ook van alles door elkaar heen. Je moet dan eerst ervoor zorgen dat je alle maten in centimeters berekend voordat je het volume kunt berekenen. Een voorbeeld: Een blokje heeft een lengte van 3 cm, een breedte van 40 mm en een hoogte van 2 dm. Bereken het volume van het blokje. Geef de volledige berekening. l = 3 cm b = 40 mm = 4 cm h = 2 dm = 20 cm V = l x b x h V= 3 x 4 x 20 V = 240 cm 3 57

59 5.3. Wat is dichtheid? Wat is zwaarder? Een kilo steen of een kilo veren? Deze strikvraag heb je vast wel eens gehoord. Maar wat als je de vraag anders gaat stellen: Wat is zwaarder? Een m 3 steen of een m 3 veren? Dan is het antwoord natuurlijk steen. Als je kijkt naar verschillende materialen, zal je merken dat het ene materiaal een stuk zwaarder is dan de ander. Natuurlijk hangt het ook af van hoe groot het stuk materiaal is, maar als je twee blokjes materiaal (bijvoorbeeld ijzer en hout) van dezelfde grootte naast elkaar zou leggen, zal je voelen dat blokje ijzer veel zwaarder is. Dit komt omdat de dichtheid van ijzer groter is dan die van hout. Met de dichtheid bedoelen we dus eigenlijk hoe veel massa een bepaald volume van een materiaal heeft. De dichtheid meten we daarom ook in de hoeveelheid gram per kubieke centimeter. Oftewel: De dichtheid reken je zo uit: Gram gedeeld door cm 3. Dus de eenheid van dichtheid is: g/cm 3. 58

60 Zinken of drijven? De dichtheid van een stof verandert nooit! Maar de massa en het volume kunnen wel veranderen. Omdat de dichtheid van een stof altijd hetzelfde blijft, kan je aan de dichtheid vaststellen om wat voor soort stof het gaat. Ook is het soms handig om te weten of een bepaalde stof zal zinken, zweven of drijven. Een stof met een grotere dichtheid (bijvoorbeeld koper 8,9 g/cm³) zal zinken in een vloeistof (water 1 g/cm³) met een kleinere dichtheid. Wanneer de dichtheid van een stof kleiner is dan de ander, dan zal de stof met de kleinste dichtheid op de ander blijven drijven. Als de dichtheid van twee stoffen gelijk is, zal de ene stof in de ander blijven zweven. Wat ook nog belangrijk is om te weten is dat de dichtheden van stoffen zijn vastgesteld bij een temperatuur van 20 C (293 K). 59

61 Hieronder staat een tabel met de dichtheid van veel voorkomende stoffen: Stof Dichtheid Stof vaste Dichtheid Stof Dichtheid metalen g/cm³ stoffen g/cm³ vloeistoffen g/cm³ aluminium 2,7 acryl 1,2 alcohol 0,8 chroom 7,2 diamant 3,5 benzine 0,72 goud 19,3 glas 2,5 melk 1.02 koper 9,0 hout vuren 0,6 olijfolie 0,92 * kwik 13,5 hout eiken 0,8 spiritus (95%) 0,85 lood 11,3 zout 2,2 terpentijn 0,84 tin 7,3 kurk 0,3 water 1,0 ijzer 7,9 plexiglas 1,2 zeewater 1,02 zilver 10,5 suiker 1,6 * kwik 13,5 zink 7,2 ijs (269 K) 0,9 petroleum 0,79 * messing 8,5 zand 1,6 * lucht (gas) 0,

62 5.4. Rekenen met dichtheid Als je met behulp van de dichtheid erachter wilt komen om wat voor stof het gaat, moet je wel eerst weten wat de dichtheid is. De dichtheid van een stof kun je berekenen door de massa te delen door het volume. De formule is: massa (g) m dichtheid (g/cm³) = ook wel: ρ = volume (cm 3 ) V Grootheid Eenheid Massa m g Volume V cm³ Dichtheid ρ g/cm³ Voorbeeld: Een blokje heeft een volume van 6 cm³. Het blokje is gewogen en heeft een massa van 67,8 gram. Bereken de dichtheid van deze stof. m 67,8 Dichtheid = = = 11,3 g/cm³ V 6 Welke stof is dit? Zoek op in de tabel. En dan kun je aflezen dat het om het metaal lood gaat. 61

63 6. VERSLAG Aan het einde van sommige werkstukken moet je een verslag maken. In jouw verslag laat je zien wat je hebt gedaan, wat je hebt gebruikt en wat je allemaal hebt geleerd. Gebruik voor de tekst in je verslag lettertype Verdana 11, Arial 12 Calibri 12. Het cijfer achter het lettertype is de lettergrootte die je moet gebruiken. De titels en kopjes mogen wel in ander lettertype. Hieronder staan de hoofdstukken die je in het verslag moet verwerken: Titelblad Het titelblad moet op een los blad en je mag het zo mooi maken als je zelf wilt. Je mag zelf weten wat voor letters je gebruikt en zoek een leuk plaatje op dat met het werkstuk te maken heeft. Je kunt ook een foto van je eigen werkstuk maken! Inhoudsopgave Maak een inhoudsopgave met daarin de hoofdstukken met paginanummers. Doel Beschrijf wat je hebt gemaakt en hoe je het kunt gebruiken. Bij een spelletje kun je bijvoorbeeld de spelregels opschrijven. Of je maakt een soort gebruiksaanwijzing. Werkwijze Je beschrijft stap voor stap wat je allemaal hebt gedaan om jouw werkstuk te maken. Je kunt een verhaaltje schrijven waarin je elke stap uitlegt wat je hebt gedaan. Hierin beschrijf je hoe je gereedschappen, machines en materialen hebt gebruikt en in welke volgorde je hebt gewerkt. Vergeet niet de maten van de onderdelen in je verslag te zetten. 62

64 Als je niet zo goed bent in verhaaltjes schrijven mag je ook een lijstje maken. Of je kunt foto s of tekeningen maken die je in je verslag plakt, want dan hoef je niet alles met schrijfwerk uit te leggen maar dan doe je dat met plaatjes. Jouw werkwijze is perfect als iemand met jouw verslag jouw werkstuk kan namaken zonder uitleg van de docent! Gereedschappen Maak een lijst van alle gereedschappen die je hebt gebruikt. Zoek op internet plaatjes van de gereedschappen. Je kunt er ook foto s van maken in het lokaal. Belangrijk: Wel eerst even bespreken met de docent want je hebt toestemming nodig om tijdens de les met je mobiel te werken. Zet daarna de namen van de gereedschappen bij de goede plaatjes. Materialen Doe hetzelfde als bij de gereedschappen. Vragen Bij de uitleg van hoe je werkstuk moet maken zitten vragen. Beantwoord in dit hoofdstuk alle vragen. Het antwoord vind je vaak in de tekst van de uitleg, in je M&T leerboek of op het internet. Soms moet je ook even terugdenken aan de lessen en toen je aan het werk was om het antwoord te vinden. Nawoord In dit laatste hoofdstukje vertel je je mening over wat je van dit werkstuk vond. Je kunt vertellen wat je nieuw hebt geleerd, wat moeilijk of wat makkelijk was. Ook kun je bijvoorbeeld je mening geven over de uitleg en of er voldoende spullen waren. TIP: Gebruik de checklist op de volgende bladzijde als je een verslag maakt. 63

65 HET MAKEN VAN EEN VERSLAG TITELBLAD INHOUDSOPGAVE Titel van het verslag Plaatje of afbeelding van het werkstuk Naam, klas, datum en docent Lijstje van de hoofdstukken met paginanummers Wat heb je gemaakt? DOEL WERKWIJZE GEREEDSCHAPPEN MATERIALEN VRAGEN NAWOORD Waarvoor kun je het werkstuk gebruiken? Hoe werkt het werkstuk? Leg uit hoe je het werkstuk hebt gemaakt. Beschrijf welk gereedschap en materialen je hebt gebruikt en waarvoor. Vergeet ook niet te melden welke maten je hebt aangehouden. Zet alle gebruikte gereedschappen onder elkaar in een lijstje en zoek van ieder gereedschap een plaatje. Zet al het gebruikte materiaal onder elkaar in een lijstje en zoek alles een plaatje. Hier zet je de vragen en de antwoorden op de vragen bij het werkstuk. De vragen kun je vinden in je boek bij de uitleg van het werkstuk. Opmerking: 2 e klassers hoeven geen vragen te maken. Omschrijf hier wat je van het maken van dit werkstuk en verslag vond. Je kan bijvoorbeeld uitleggen wat je lastig vond of juist makkelijk, wat je leuk vond, of spannend. Wat heb je geleerd tijdens het maken van dit werkstuk en verslag? 64

66 7. PRAKTIJKWERKSTUKKEN 7.1. Draadpuzzel De draadpuzzel is een soort puzzeltje. Het bestaat uit drie onderdelen gemaakt van ijzerdraad: een staafje, een beugel en een hartje. Het doel van de puzzel is om het hartje los te maken van de beugel en het staafje. Dit lijkt misschien onmogelijk, maar er is wel degelijk een manier voor! Hoe maak je het werkstuk? De draadpuzzel maak je van dun staaldraad. Dit draad knip je met behulp van een liniaal en een kniptang. De maten voor alle onderdelen kan je vinden op de maattekening. De uiteinden van het draad kunnen scherp zijn, dus braam deze af met een vijl. Met een rondbektang kan je nu de oogjes buigen van het staafje en de beugel. De rechte hoeken van de beugel maak je met behulp van een platbektang. Deze tang gebruik je ook voor het buigen van het U-tje voor het hartje. De rondingen van het hartje maak je door je duim als buigmal te gebruiken. Let op! Als je ijzerdraad buigt, zal je merken dat het materiaal iets terugveert. Je kan hier rekening mee houden door het staal iets verder door te buigen. Als je alle onderdelen af hebt, soldeer je de oogjes en het hartje dicht met soldeertin. Solderen is het aan elkaar verbinden van twee metalen, waarbij het voegmiddel soldeertin wordt gebruikt. Soldeertin is een mengsel van metalen die bij een temperatuur (240 C) al smelt. Om het werkstuk af te werken kan je de scherpe randen nog nalopen met een vijl en schuurpapier. 65

67 7.2. Vragen bij het werkstuk 1. Wat is het verschil tussen een platbektang en een rondbektang? 2. Wat bedoelt men met afbramen? 3. Bij welke temperatuur smelt soldeertin? 4. Bij welke temperatuur smelt ijzer? 5. Hoe warm wordt een soldeerbout ongeveer? 6. Waarom smelt het ijzerdraad niet als je gaat solderen? 7. Wat is de functie van de soldeerpasta? 8. Waarom moet je ijzerdraad soms iets verder doorbuigen dan nodig is? 9. Wat is metaalmoeheid? 66

68 Hartjespuzzel SCHAAL: GETEKEND: N. Lamme OPMERKINGEN: MAATEENHEID: mm KLAS: DATUM: GEZIEN: A4

Mens & Techniek VMBO Leerjaar 1 BB/KB/TL/TL+ 2017/2018

Mens & Techniek VMBO Leerjaar 1 BB/KB/TL/TL+ 2017/2018 1 WAT IS MENS EN TECHNIEK?... 3 1.1. Inleiding... 3 1.2. Wat heb je nodig voor Mens en Techniek?... 4 1.3. Beoordeling... 6 1.4. Hoe leer je bij Mens en Techniek voor een toets?... 10 2 WERKEN BIJ MENS

Nadere informatie

1 WAT IS MENS EN TECHNIEK? Inleiding Wat heb je nodig voor Mens en Techniek? Beoordeling Hoe leer je bij Mens

1 WAT IS MENS EN TECHNIEK? Inleiding Wat heb je nodig voor Mens en Techniek? Beoordeling Hoe leer je bij Mens 1 WAT IS MENS EN TECHNIEK?... 3 1.1. Inleiding... 3 1.2. Wat heb je nodig voor Mens en Techniek?... 3 1.3. Beoordeling... 3 1.4. Hoe leer je bij Mens en Techniek voor een toets?... 3 2 WERKEN BIJ MENS

Nadere informatie

Mens & Techniek VMBO Leerjaar 1 BB/KB/TL/TL+ 2017/2018

Mens & Techniek VMBO Leerjaar 1 BB/KB/TL/TL+ 2017/2018 1 WAT IS MENS EN TECHNIEK?... 3 1.1. Inleiding... 3 1.2. Wat heb je nodig voor Mens en Techniek?... 3 1.3. Beoordeling... 3 1.4. Hoe leer je bij Mens en Techniek voor een toets?... 3 2 WERKEN BIJ MENS

Nadere informatie

Het metriek stelsel. Grootheden en eenheden.

Het metriek stelsel. Grootheden en eenheden. Het metriek stelsel. Metriek komt van meten. Bij het metriek stelsel gaat het om maten, zoals lengte, breedte, hoogte, maar ook om gewicht of inhoud. Er zijn verschillende maten die je moet kennen en die

Nadere informatie

klas 2-3 - 4 "Eenheden"

klas 2-3 - 4 Eenheden Naam: klas 2-3 - 4 "Eenheden" Klas: Het woord eenheid betekent dat dingen hetzelfde zijn. In de natuurkunde, scheikunde en techniek kan van alles gemeten worden. Iedereen kan elkaars metingen pas gebruiken

Nadere informatie

1 Inleiding 2 Lengte en zijn eenheden 3 Omtrek 4 Oppervlakte 5 Inhoud. Meten is weten. Joke Braaksma. November 2010

1 Inleiding 2 Lengte en zijn eenheden 3 Omtrek 4 Oppervlakte 5 Inhoud. Meten is weten. Joke Braaksma. November 2010 November 2010 Wat kunnen we allemaal meten? Wat kunnen we allemaal meten? 1. Lengte / breedte / hoogte / omtrek / oppervlakte / inhoud en volume 2. Tijd 3. Gewicht 4. Geld 5. Temperatuur Wij gaan ons

Nadere informatie

Inhoud. Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10

Inhoud. Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10 Inhoud Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10 1/10 Eenheden Iedere grootheid heeft zijn eigen eenheid. Vaak zijn er meerdere eenheden

Nadere informatie

Verder zijn er toetsen bij de theorie en praktijk. Je hoort van jouw leraar wanneer je die moet maken.

Verder zijn er toetsen bij de theorie en praktijk. Je hoort van jouw leraar wanneer je die moet maken. Voorwoord Beste leerling, Voor je ligt de map Stappenplan houtbewerken. Dit Stappenplan is speciaal geschreven voor leerlingen die praktijkonderwijs volgen, maar is ook te gebruiken in andere situaties.

Nadere informatie

Voor welke materialen/voorwerpen gebruik je het. Naam gereedschap. Gereedschapkennis Klas 2. Wat doe je er mee (Vaak kun je meer dan 1 ding noemen)

Voor welke materialen/voorwerpen gebruik je het. Naam gereedschap. Gereedschapkennis Klas 2. Wat doe je er mee (Vaak kun je meer dan 1 ding noemen) Gereedschapkennis Klas 2 Naam gereedschap Wat doe je er mee (Vaak kun je meer dan 1 ding noemen) Voor welke materialen/voorwerpen gebruik je het 1 Draadkniptang Knippen van t/m 5 mm 2 Nijptang Voor het

Nadere informatie

Hallo ik ben TECH. Wij gaan samen in het technieklokaal een mobieltjeshouder maken. We moeten ons eerst goed voorbereiden op school.

Hallo ik ben TECH. Wij gaan samen in het technieklokaal een mobieltjeshouder maken. We moeten ons eerst goed voorbereiden op school. Hallo ik ben TECH. Wij gaan samen in het technieklokaal een mobieltjeshouder maken. We moeten ons eerst goed voorbereiden op school. Daar ga ik jou bij helpen. Als je klaar bent kun je hierdoor in het

Nadere informatie

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud Het Metriek Stelsel Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud lengte in meter afkorting naam hoeveel meter 1 km kilometer 1 000 1 hm hectometer 100 1 dam decameter 10 1 m meter 1 1 dm decimeter 0,1 1 cm

Nadere informatie

Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren

Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren Uren, Dagen, Maanden, Jaren,. Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren 1 minuut 60 seconden 1 uur 60 minuten 1 half uur 30 minuten 1 kwartier 15 minuten 1 dag (etmaal) 24 uren 1 week

Nadere informatie

Metriek stelsel. b. Grootheden. b-1. Lengte. Uitgangspunt (SI-eenheid): meter ; symbool: m. Gebruikte maten: mm-cm-dm-m-dam-hm-km

Metriek stelsel. b. Grootheden. b-1. Lengte. Uitgangspunt (SI-eenheid): meter ; symbool: m. Gebruikte maten: mm-cm-dm-m-dam-hm-km Inhoudsopgave: a: Inleiding b: Grootheden: (voor het basis-onderwijs) 1. Lengte 2. Oppervlakte 3. Volume, inhoud 4. Massa (vroeger: gewicht) 5. Tijd (voor het voortgezet onderwijs) 6. Temperatuur c. Omrekenregels

Nadere informatie

TOELICHTING METRIEK STELSEL

TOELICHTING METRIEK STELSEL TOELICHTING METRIEK STELSEL 2 3 642_rv_wb_metriek_stelsel_bw.indd 2 8-03-3 23: liter ml 00 4 5 6 642_rv_wb_metriek_stelsel_bw.indd 3 8-03-3 23: Rekenvlinder Metriek stelsel Toelichting Uitgeverij Zwijsen

Nadere informatie

Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen

Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen Natuur-scheikunde Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen Temperatuur in C en K Metriek stelsel voorvoegsels lengtematen, oppervlaktematen, inhoudsmaten en massa Eenheden van tijd 2 Havo- VWO H. Aelmans SG

Nadere informatie

Aanvulling hoofdstuk 1

Aanvulling hoofdstuk 1 Natuur-Scheikunde Aanvulling hoofdstuk 1 Temperatuur in C en K Metriek stelsel voorvoegsels lengtematen, oppervlaktematen, inhoudsmaten en massa Eenheden van tijd VMBO- Tl2 H. Aelmans SG Groenewald 1.

Nadere informatie

Schaal. Met behulp van de werkelijke grootte en de afgebeelde grootte kun je de schaal berekenen.

Schaal. Met behulp van de werkelijke grootte en de afgebeelde grootte kun je de schaal berekenen. Schaal Hieronder staat een afbeelding van het raam van het van Gogh-museum waardoor een inbreker zou zijn ontsnapt. Een advocaat voert aan dat door het gat in de ruit zijn client niet heeft kunnen ontsnappen,

Nadere informatie

Gereedschappen. Combinatietang

Gereedschappen. Combinatietang 8 Gereedschappen Met welke tang mag ik staaldraad knippen? Wat is een griptang? De antwoorden op dit soort vragen vind je in het hoofdstuk Gereedschappen. Je vindt niet alleen de namen van de meestgebruikte

Nadere informatie

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud Het Metriek Stelsel Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud 1 3 COLOFON DiKiBO presenteert Het het complete Metriek Stelsel reken-zakboek voor groep voor 6, 7 en groep 8 5 & 6 3 Auteur: Nicolette de

Nadere informatie

S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R LEKKER BAKKEN IN DE ZON! Nee niet zonnebaden, maar barbecuen zonder hout of kolen! Dat kan ook met zonlicht. Het lijkt een beetje op een oude truc met een sterk vergrootglas. Als de zon goed schijnt, en

Nadere informatie

LOPUC. Een manier om problemen aan te pakken

LOPUC. Een manier om problemen aan te pakken LOPUC Een manier om problemen aan te pakken LOPUC Lees de opgave goed, zodat je precies weet wat er gevraagd wordt. Zoek naar grootheden en eenheden. Schrijf de gegevens die je nodig denkt te hebben overzichtelijk

Nadere informatie

Theoretische toets - WerkPortfolio Pro-Tech

Theoretische toets - WerkPortfolio Pro-Tech Je naam Je klas De datum Cijfer Vraag 1: Wanneer gebruik je een kruishout? In vraag 1 is één antwoord goed. Als je geen timmermanspotlood bij je hebt. Om evenwijdige lijnen op hout af te tekenen. Om sierranden

Nadere informatie

11 Meten en maten. Er zijn nog meer maten. Die gebruik je minder vaak. uit het hoofd

11 Meten en maten. Er zijn nog meer maten. Die gebruik je minder vaak. uit het hoofd De dollar heeft een andere waarde dan de euro. De verhouding van de waarde van de ene munt ten opzichte van de andere heet de wisselkoers. Als je een munt koopt, betaal je de aankoopkoers. De aankoopkoers

Nadere informatie

Voor we iets gaan maken moeten we wel het een en ander weten van meten. We zeggen altijd meten is weten. Hoi Leuk dat je er weer bent.

Voor we iets gaan maken moeten we wel het een en ander weten van meten. We zeggen altijd meten is weten. Hoi Leuk dat je er weer bent. Hallo ik ben TECH. Wij gaan samen in het technieklokaal een Boomhoogtemeter maken. We moeten ons eerst goed voorbereiden op school. Daar ga ik jou bij helpen. Als je klaar bent kun je hierdoor in het technieklokaal

Nadere informatie

Meten. Kirsten Nederpel. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Meten. Kirsten Nederpel. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Kirsten Nederpel 24 June 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/73382 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Wat is een standaardmaat?

Wat is een standaardmaat? Meten kun je op veel verschillende manieren. Als we iets meten dan vergelijken we dit met een afgesproken standaardmaat. Wat is een standaardmaat? Lang geleden is er afgesproken dat de afstand tussen twee

Nadere informatie

Inleiding tot de natuurkunde

Inleiding tot de natuurkunde OBC Inleiding tot de Natuurkunde 01-08-2010 W.Tomassen Pagina 1 Hoofdstuk 1 : Hoe haal ik hoge cijfers. 1. Maak van elke paragraaf een samenvatting. (Titels, vet/schuin gedrukte tekst, opsommingen en plaatsjes.)

Nadere informatie

Bloemlezing uit 36 bladzijden voor een eerste indruk. inzicht in het complete metriek stelsel. Op een eenduidige

Bloemlezing uit 36 bladzijden voor een eerste indruk. inzicht in het complete metriek stelsel. Op een eenduidige Meten is weten Bloemlezing uit 36 bladzijden voor een eerste indruk Leer- Meten en is oefenboek weten Bloemlezing metriek uit stelsel 36 bladzijden voor ISBN: een 978-90-821249-1-0 eerste indruk Auteur

Nadere informatie

Massa Volume en Dichtheid. Over Betuwe College 2011 Pagina 1

Massa Volume en Dichtheid. Over Betuwe College 2011 Pagina 1 Massa Volume en Dichtheid Over Betuwe College 2011 Pagina 1 Inhoudsopgave 1 Het volume... 3 1.1 Het volume berekenen.... 3 1.2 Volume 2... 5 1.3 Symbolen en omrekenen... 5 2 Massa... 6 3 Dichtheid... 7

Nadere informatie

Dichtheid.info hoort bij de lesserie Dichtheid praktisch gezien. Alle informatie voor leerlingen is hier te vinden.

Dichtheid.info hoort bij de lesserie Dichtheid praktisch gezien. Alle informatie voor leerlingen is hier te vinden. praktisch gezien http://dichtheid.wordpress.com/ praktisch gezien.info.info hoort bij de lesserie praktisch gezien. Alle informatie voor leerlingen is hier te vinden. Docenten krijgen het docentenmateriaal

Nadere informatie

Rembrandt College Veenendaal. Protocol medicijnverstrekking. Begeleiding van leerlingen met dyscalculie Rembrandt College

Rembrandt College Veenendaal. Protocol medicijnverstrekking. Begeleiding van leerlingen met dyscalculie Rembrandt College Rembrandt College Veenendaal Protocol medicijnverstrekking Begeleiding van leerlingen met dyscalculie Rembrandt College Mei 206 Begeleiding van leerlingen met dyscalculie Leerlingen met dyscalculie krijgen

Nadere informatie

tekentaken [ TO ] technisch tekenen [ A ] BA VA RZA graa klas 1

tekentaken [ TO ] technisch tekenen [ A ] BA VA RZA graa klas 1 tekentaken [ TO ] technisch tekenen [ A ] BA VA RZA graa klas 1 Waaraan moet een technische tekening voldoen? Ontwerpers werken hun ideeën eerst uit in de vorm van schetsen. Schetsen is snel tekenen uit

Nadere informatie

En wat nu als je voorwerpen hebt die niet even groot zijn?

En wat nu als je voorwerpen hebt die niet even groot zijn? Dichtheid Als je van een stalen tentharing en een aluminium tentharing wilt weten welke de grootte massa heeft heb je een balans nodig. Vaak kun je het antwoord ook te weten komen door te voelen welk voorwerp

Nadere informatie

REKENMODULE INHOUD. Rekenen voor vmbo-groen en mbo-groen

REKENMODULE INHOUD. Rekenen voor vmbo-groen en mbo-groen REKENMODULE INHOUD Rekenen voor vmbo-groen en mbo-groen Colofon RekenGroen. Rekenen voor vmbo- groen en mbo- groen Extra Rekenmodule Inhoud Leerlingtekst Versie 1.0. November 2012 Auteurs: Mieke Abels,

Nadere informatie

spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep

spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep de o ra en a oor a 1. ik lees de opgave 2. ik kijk naar het plaatje 3. wat is de som die schrijf ik op kladpapier 4. ik kijk naar de

Nadere informatie

Groep 8, blok 1, week 1 Passende Perspectieven, leerroute 2. Groep 8, blok 1, week 2 Passende Perspectieven, leerroute 2

Groep 8, blok 1, week 1 Passende Perspectieven, leerroute 2. Groep 8, blok 1, week 2 Passende Perspectieven, leerroute 2 Groep 8, blok 1, week 1 Passende Perspectieven, leerroute 2 LES 1 LES 2 LES 3 LES 4 LES 5 (hele getallen tot 1000) (meter, decimeter, centimeter, millimeter, kilometer, decameter, hectometer) (begrip kilo)

Nadere informatie

Lesmateriaal bovenbouw

Lesmateriaal bovenbouw Lesmateriaal bovenbouw Workshopdag Satellieten 8 oktober 2008 Space Expo, Noordwijk Bouw je eigen telescoop Benieuwd naar het oppervlak van de maan? Of de ringen van Saturnus? Deze dingen staan te ver

Nadere informatie

kilometer hectometer decameter meter decimeter centimeter milimeter km hm dam m dm cm mm

kilometer hectometer decameter meter decimeter centimeter milimeter km hm dam m dm cm mm Op een plattegrond van een stad, maar ook op de landkaart van Nederland worden allerlei wegen kleiner afgebeeld. Omdat je niet de werkelijke maten op papier kunt zetten, maak je gebruik van een schaal.

Nadere informatie

11 Meten en maten VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote rekenboek - overzicht - Hoofdstuk Meten en maten

11 Meten en maten VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote rekenboek - overzicht - Hoofdstuk Meten en maten Bestelnr. Het grote rekenboek - overzicht - Hoofdstuk Meten en maten K-Publisher B.V. Prins Hendrikstraat NL- CS Bodegraven Telefoon +(0)- 0 Telefax +(0)- info@k-publisher.nl www.k-publisher.nl De dollar

Nadere informatie

WERKSTUK. Houten letter

WERKSTUK. Houten letter Houten letter Triplex 50 x 80 x 3 mm Figuurzaag + plankje Schuurpapier Zoek in T0 Bouwstenen op hoe je een figuurzaag moet gebruiken. Als je nog nooit met een figuurzaag gewerkt hebt, vraag dan je docent

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 1494 woorden 8 april 2014 7,8 97 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde Grootheden en eenheden Kwalitatieve

Nadere informatie

Hoe kunnen we er voor zorgen dat de juf vlug de namen kent van de leerlingen in jouw klas?...

Hoe kunnen we er voor zorgen dat de juf vlug de namen kent van de leerlingen in jouw klas?... Een nieuwe schooljaar heel wat nieuwe gezichten! En al die namen de juf kan dit moeilijk uit elkaar houden. Dat duurt nog eventjes. Ze onthoudt wel dat bruin gezichtje, die mooie ogen, die lange blonde

Nadere informatie

Doelenlijst 9: METEN onderdeel LENGTE, INHOUD, GEWICHT en OPPERVLAKTE

Doelenlijst 9: METEN onderdeel LENGTE, INHOUD, GEWICHT en OPPERVLAKTE Doelenlijst 9: METEN onderdeel LENGTE, INHOUD, GEWICHT en OPPERVLAKTE Doel: Enkele referentiematen mbt lengte en inhoud kennen en kunnen gebruiken 81 Passende Perspectieven rekenen Doelenlijst 9: Meten,

Nadere informatie

Nee, ik heb de cijfers nog niet. Ja, ik ga zo tijdens de les verder met nakijken REKENEN. Les Grootheden en Eenheden.

Nee, ik heb de cijfers nog niet. Ja, ik ga zo tijdens de les verder met nakijken REKENEN. Les Grootheden en Eenheden. Nee, ik heb de cijfers nog niet. Ja, ik ga zo tijdens de les verder met nakijken REKENEN Les 2.3.8 Grootheden en Eenheden Hoofdstuk 11 - VANDAAG Studiewijzer Terugblik Grootheden en Eenheden Tijd voor

Nadere informatie

STOF VOOR SCHOOLEXAMEN 5

STOF VOOR SCHOOLEXAMEN 5 STOF VOOR SCHOOLEXAMEN 5 Nederlands Hoofdstuk 1 en 2. Lezen Taalverzorging en woordenschat Grammatica en spelling Schrijfopdracht (artikel) Groene boekje (lessen 19 t/m 27) Geldt voor alle niveaus. Engels

Nadere informatie

Sheets inleiding ontwerpen

Sheets inleiding ontwerpen Sheets inleiding ontwerpen Boten bouwen Periode 4 themaklas Doel van het project Bedenk een ontwerp voor een boot Verkoop dit ontwerp aan de baas (ik) Bouw je eigen ontwerp De winnaars winnen een bouwpakket

Nadere informatie

Examen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur

Examen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur Examen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten

Nadere informatie

1 de jaar 2 de graad (2uur) Naam:... Klas:...

1 de jaar 2 de graad (2uur) Naam:... Klas:... Hoofdstuk 1 : Mechanica 1 de jaar de graad (uur) -1- Naam:... Klas:... 1. Basisgrootheden en hoofdeenheden In de Natuurkunde is het vaak van belang om de numerieke waarde van natuurkundige grootheden te

Nadere informatie

M V. Inleiding opdrachten. Opgave 1. Meetinstrumenten en grootheden. Vul het schema in. stopwatch. liniaal. thermometer. spanning.

M V. Inleiding opdrachten. Opgave 1. Meetinstrumenten en grootheden. Vul het schema in. stopwatch. liniaal. thermometer. spanning. Inleiding opdrachten Opgave 1. Meetinstrumenten en grootheden Vul het schema in. Meetinstrument Grootheid stopwatch liniaal thermometer spanning hoek van inval oppervlak Opgave. Formules Leg de betekenis

Nadere informatie

STERREN DANSEN OP DE MUUR WAT HEB JE NODIG? BOUWTEKENING

STERREN DANSEN OP DE MUUR WAT HEB JE NODIG? BOUWTEKENING STERREN DANSEN OP DE MUUR Als je op een onbewolkte avond naar de hemel kijkt zie je overal sterren. Net zoals je soms in wolken gekke figuren kunt ontdekken, kun je dat in sterren ook. Door lijnen te trekken

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden

Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde Getallen

Nadere informatie

In het internationale eenhedenstelsel, ook wel SI, staan er negen basisgrootheden met bijbehorende grondeenheden. Dit is BINAS tabel 3A.

In het internationale eenhedenstelsel, ook wel SI, staan er negen basisgrootheden met bijbehorende grondeenheden. Dit is BINAS tabel 3A. Grootheden en eenheden Kwalitatieve en kwantitatieve waarnemingen Een kwalitatieve waarneming is wanneer je meet zonder bijvoorbeeld een meetlat. Je ziet dat een paard hoger is dan een muis. Een kwantitatieve

Nadere informatie

Metaal: FOTOBOS. fotokader. digitale sleutelhanger. fotokader. fotobos. digitaal. fotokader. Vak: Techniek Leraar: J. Gielen Naam:...

Metaal: FOTOBOS. fotokader. digitale sleutelhanger. fotokader. fotobos. digitaal. fotokader. Vak: Techniek Leraar: J. Gielen Naam:... Metaal: FOTOBOS fotoalbum fotokader fotokader digitale sleutelhanger fotokader fotobos digitaal fotokader Vak: Techniek Leraar: J. Gielen Naam:... 1 1. Wat is het probleem? Ik heb enkele mooie foto s van

Nadere informatie

0,8 = m / 350 1 = m / 650

0,8 = m / 350 1 = m / 650 EXTRA De dichtheid van een mengsel 39 a 1L = 1000 ml 1% is dus 10 ml 35% is dan 350 ml Zo kan het ook: (1000 / 100) x 35 = 350 ml alcohol (en dus 1000-350 = 650 ml water) b alcohol water m =? V = 350 cm

Nadere informatie

werkstukmap Houtopdracht

werkstukmap Houtopdracht werkstukmap Houtopdracht Henze mussennestkast Samengesteld door J. van wijk - 2012 1 Verklaring gebruikte symbolen: Lees deze tekst aandachtig door. Probeer er iets van te onthouden Dit teken geeft aan

Nadere informatie

REKENVAARDIGHEID BRUGKLAS

REKENVAARDIGHEID BRUGKLAS REKENVAARDIGHEID BRUGKLAS Schooljaar 008/009 Inhoud Uitleg bij het boekje Weektaak voor e week: optellen en aftrekken Weektaak voor e week: vermenigvuldigen Weektaak voor e week: delen en de staartdeling

Nadere informatie

SAMENVATTING BASIS & KADER

SAMENVATTING BASIS & KADER SAMENVATTING BASIS & KADER Afronden Hoe je moet afronden hangt af van de situatie. Geldbedragen rond je meestal af op twee decimalen, 15,375 wordt 15,38. Grote getallen rondje meestal af op duizendtallen,

Nadere informatie

Voordat je aan de slag gaat met het maken van een meubel wil ik je nog wat tips en instructies mee geven.

Voordat je aan de slag gaat met het maken van een meubel wil ik je nog wat tips en instructies mee geven. Voorwoord Leuk dat je gebruik maakt van één van mijn bouwtekeningen! Alle bouwtekeningen zijn zorgvuldig samengesteld en leggen op een duidelijke en eenvoudige manier uit hoe jij je steigerhouten meubel

Nadere informatie

Grootheden, eenheden, voorvoegsels, symbolen

Grootheden, eenheden, voorvoegsels, symbolen Grootheden, eenheden, voorvoegsels, symbolen Afspraken: we kunnen niet zonder Liefst overal hetzelfde Je importeert een Amerikaanse auto. Je rijdt ermee de bebouwde kom binnen, ziet een verkeersbord (50)

Nadere informatie

EXACT- Periode 1. Hoofdstuk Grootheden. 1.2 Eenheden.

EXACT- Periode 1. Hoofdstuk Grootheden. 1.2 Eenheden. EXACT- Periode 1 Hoofdstuk 1 1.1 Grootheden. Een grootheid is in de natuurkunde en in de chemie en in de biologie: iets wat je kunt meten. Voorbeelden van grootheden (met bijbehorende symbolen): 1.2 Eenheden.

Nadere informatie

S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R EEN ADEMBENEMEND INSTRUMENT Een liedje fluiten is niet zo makkelijk. Je lippen en je tong moet je in allerlei bochten wringen. Met een muziekinstrument gaat het al een stukje makkelijker. Even blazen en

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl 2008 - I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl 2008 - I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2 OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter oppervlakte cirkel = π straal 2 inhoud prisma = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud cilinder = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud kegel = 1 3 oppervlakte

Nadere informatie

Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5

Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5 Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5 1 2 3 4 5 1x1= 1 1x2= 2 1x3= 3 1x4= 4 1x5= 5 2x1= 2 2x2= 4 2x3= 6 2x4= 8 2x5=10 3x1= 3 3x2= 6 3x3= 9 3x4=12 3x5=15 4x1= 4 4x2= 8 4x3=12 4x4=16 4x5=20 5x1= 5 5x2=10 5x3=15

Nadere informatie

Appelhuis. materiaal. gereedschap

Appelhuis. materiaal. gereedschap Appelhuis Prik een appel aan de pin en hang het Appelhuis buiten in een boom, zodat de vogels lekker kunnen smullen. Voor dit werkstuk heb je een zetbank, een puntlasmachine en een hefboomschaar nodig.

Nadere informatie

Verkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE

Verkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE Verkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE 1. Inleiding Vanaf 1 oktober 2015 gelden nieuwe afspraken omtrent het rekenexamen 3F. De exameneisen

Nadere informatie

BLAD 16: HAM EN KAAS. b. Bij de maatbeker horen verschillende inhoudsmaten. Hiernaast staan ze op een rij. Schrijf op de stippeltjes wat het betekent.

BLAD 16: HAM EN KAAS. b. Bij de maatbeker horen verschillende inhoudsmaten. Hiernaast staan ze op een rij. Schrijf op de stippeltjes wat het betekent. BLAD 16: HAM EN KAAS 1. Hoeveel is het goedkoper? a. Twee aanbiedingen bij de supermarkt. Hoeveel cent is het goedkoper? 6 witte bolletjes:... 10 scharreleieren:... b. Reken van deze aanbiedingen ook uit

Nadere informatie

Het Maken Van Een Kristalontvanger (Radio)

Het Maken Van Een Kristalontvanger (Radio) Het Maken Van Een Kristalontvanger (Radio) Dit boekje is van... Klas... Dit werkstuk moet af:... H. Oostendorp,. TechnaLab, maart 2003 Practicum 1: De kern voor de spoel Wat heb je nodig? een stukje installatiebuis

Nadere informatie

Even voorstellen. Verkenningsgebieden: Hout Informatie en communicatie

Even voorstellen. Verkenningsgebieden: Hout Informatie en communicatie Even voorstellen Verkenningsgebieden: Hout Informatie en communicatie Een nieuwe school, een nieuwe klas heel wat nieuwe gezichten! En al die namen moeilijk uit elkaar te houden. Dat duurt nog eventjes.

Nadere informatie

wiskunde CSE GL en TL

wiskunde CSE GL en TL Examen VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten

Nadere informatie

Thema 0 Bouwstenen Naam Klas. Startdatum / lesnr. cijfer

Thema 0 Bouwstenen Naam Klas. Startdatum / lesnr. cijfer Thema 0 Bouwstenen Naam Klas Startdatum / lesnr cijfer BOUWSTENEN NATUURKUNDE INSTRUCTIE GEREEDSCHAP Blokhaak gebruiken... 18 Figuurzagen... 19 Rillen en ritsen... 18 Stik-, Rijg en Festonsteek... 20 Solderen...

Nadere informatie

TRAINING HOUT WERKBLAD BINAIRE OMREKENMACHINE

TRAINING HOUT WERKBLAD BINAIRE OMREKENMACHINE 1 MENS & NATUUR TRAINING HOUT WERKBLAD BINAIRE OMREKENMACHINE De vader van Mieke en Toby werkt al 30 jaar bij hetzelfde bedrijf. Als dank krijgt de vader van Mieke en Toby van zijn baas een heel bijzonder

Nadere informatie

Samenvatting door Flore colnelis 714 woorden 11 november keer beoordeeld. Natuurkunde. Fysica examen 1. Si-eenhedenstelsel

Samenvatting door Flore colnelis 714 woorden 11 november keer beoordeeld. Natuurkunde. Fysica examen 1. Si-eenhedenstelsel Samenvatting door Flore colnelis 714 woorden 11 november 2016 1 2 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Fysica examen 1 Si-eenhedenstelsel Grootheden en eenheden Een grootheid is iets wat je kunt meten Een eenheid

Nadere informatie

Inleiding tot de natuurkunde

Inleiding tot de natuurkunde OBC Inleiding tot de Natuurkunde 01-09-2009 W.Tomassen Pagina 1 Inhoud Hoofdstuk 1 Rekenen.... 3 Hoofdstuk 2 Grootheden... 5 Hoofdstuk 3 Eenheden.... 7 Hoofdstuk 4 Evenredig.... 10 Inleiding... 10 Uitleg...

Nadere informatie

Sleutelkastje Nietverliezen & Altijdvinden

Sleutelkastje Nietverliezen & Altijdvinden Sleutelkastje Nietverliezen & Altijdvinden 1 2 Één bouwpakket met 2 uitvoeringen. Naam: Groep/ klas: Inhoud: Gereedschap: 1 Witblik 200 / 200 / 0,6 mm Potlood, liniaal, passer 1 Koperblik 165 / 50 / 0,6

Nadere informatie

Huppel de pup. Zaag 40 cm rondhout af. Gebruik een verstekbak en een toffelzaag.

Huppel de pup. Zaag 40 cm rondhout af. Gebruik een verstekbak en een toffelzaag. Dit heb je nodig: rondhout 6mm, handboor + 6mm boortje, plankje 10x10 cm, ijzerdraad 1,2 mm, houtlijm, kniptang, kurk, chenilledraad, push-pins, stiften, materialen om de kruk te versieren Beweging/Mechanica

Nadere informatie

Deze les bestaat uit twee delen. Het eerste deel kunnen de leerlingen zelfstandig in groepjes uitvoeren en het tweede gedeelte doe je klassikaal.

Deze les bestaat uit twee delen. Het eerste deel kunnen de leerlingen zelfstandig in groepjes uitvoeren en het tweede gedeelte doe je klassikaal. LESBRIEF 1 KM HOOP Handleiding leerkracht In de Week van de Hoop staat Team Hoop centraal, een groep superhelden die samen bijzondere avonturen beleven. De leerlingen ontdekken dat ze allemaal superhelden

Nadere informatie

Examen VMBO-BB versie blauw

Examen VMBO-BB versie blauw Examen VMBO-BB versie blauw 2018 gedurende 140 minuten profielvak D&P CSPE BB onderdeel C Naam kandidaat Kandidaatnummer Bij dit onderdeel horen een bijlage en een digitaal bestand. Dit onderdeel bestaat

Nadere informatie

Archeologen logboek Namen:....

Archeologen logboek Namen:.... Archeologen logboek Namen:... Bladzijde 1 De antwoorden op deze vragen kun je vinden bij de internetsites die bij opdracht 1 op de WebQuest staan. Vul de antwoorden in de piramide in. De letters in de

Nadere informatie

Schoonwerken Hout gereedschap is scherp. Eigenlijk zijn het allemaal messen die houtvezels doorsnijden. Ook een boormachine draait heel snel rond.

Schoonwerken Hout gereedschap is scherp. Eigenlijk zijn het allemaal messen die houtvezels doorsnijden. Ook een boormachine draait heel snel rond. Naam Klas Opdracht Hout bewerken. Dobbelsteen. Het doel is het maken van een grote dobbelsteen van hout Je leert werkhouding -Alles over hout. -presies aftekenen en omzetten met een blokhaak. -Zagen met

Nadere informatie

Theorie: Het maken van een verslag (Herhaling klas 2)

Theorie: Het maken van een verslag (Herhaling klas 2) Theorie: Het maken van een verslag (Herhaling klas 2) Onderdelen Een verslag van een experiment bestaat uit vier onderdelen: - inleiding: De inleiding is het administratieve deel van je verslag. De onderzoeksvraag

Nadere informatie

Naam: Klas: Mieke Gilté

Naam: Klas: Mieke Gilté Naam: Klas: Mieke Gilté Stap1: probleem of behoefte Probleemstelling Wanneer de schoolbel s morgens rinkelt moet je nog op zoek gaan naar je schooltas. Snel grijp je een schooltas uit het rek. Even later

Nadere informatie

BLAD 21: AAN DE OPPERVLAKTE

BLAD 21: AAN DE OPPERVLAKTE BLAD 21: AAN DE OPPERVLAKTE 1. Maak het getal a. In de figuur hiernaast zie je zes getallen staan: één in het rondje, en vijf in de rechthoek. Probeer nu om het getal in de cirkel te 'maken' met de getallen

Nadere informatie

bijlagen groep 7 en 8

bijlagen groep 7 en 8 bijlagen groep 7 en 8 bijlage 1 werkkaart Overzicht klussen Hieronder vind je een overzicht van alle klussen en activiteiten. De klussen: 1. Snoephuisje op het plein 2. Schommeltijd meten 3. Naar beneden

Nadere informatie

B5-4 Antwoorden Hoofdstuk 2 Straatwerk uitzetten

B5-4 Antwoorden Hoofdstuk 2 Straatwerk uitzetten 1 B5-4 Antwoorden Hoofdstuk 2 Straatwerk uitzetten 1 Kruis het juiste antwoord aan. Er is meer dan één antwoord juist. Hieronder staat een aantal gereedschappen. Kruis de meetgereedschappen aan. Zaag Waterpas

Nadere informatie

Windmolenpark Houten. Project nask & techniek Leerjaar 2 havo/atheneum College de Heemlanden, Houten. Namen: Klas:

Windmolenpark Houten. Project nask & techniek Leerjaar 2 havo/atheneum College de Heemlanden, Houten. Namen: Klas: Namen: Klas: Windmolenpark Houten Project nask & techniek Leerjaar 2 havo/atheneum College de Heemlanden, Houten Ontwikkeld door: Geert Veenstra Gerard Visker Inhoud Probleem en hoofdopdracht Blz 3 Samenwerking

Nadere informatie

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk 13 OMTREK EN OPPERVLAKTE

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk 13 OMTREK EN OPPERVLAKTE Instructie voor Docenten Hoofdstuk 13 OMTREK EN OPPERVLAKTE Instructie voor docenten H13: OMTREK EN OPPERVLAKTE DOELEN VAN DIT HOOFDSTUK: Leerlingen weten wat de begrippen omtrek en oppervlakte betekenen.

Nadere informatie

Docentenhandleiding. het dagelijks leven. Ook worden de leerlingen gemotiveerd om na te denken wat ze aan het kompas zouden kunnen verbeteren.

Docentenhandleiding. het dagelijks leven. Ook worden de leerlingen gemotiveerd om na te denken wat ze aan het kompas zouden kunnen verbeteren. Docentenhandleiding Korte beschrijving van de opdracht: Bij deze opdracht gaan de leerlingen een kompas maken. Met simpele materialen wordt er een kompashuis en een magnetische naald gemaakt. Op school

Nadere informatie

M O N T A G E - I N S T R U C T I E S D E U R E N

M O N T A G E - I N S T R U C T I E S D E U R E N MONTAGE-INSTRUCTIES DEUREN Inhoudsopgave Inleiding. Inleiding. Voorbereiding voor montage. Waterpas zetten. Vlakke deuren en paneeldeuren Deuren monteren Deuren stellen Paneeldeurrand verstellen Paneeldeuren

Nadere informatie

Lessen in Krachten. Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege

Lessen in Krachten. Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege Lessen in Krachten Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege Krachten werken op alles en iedereen. Sommige krachten zijn nodig om te blijven leven. Als er bijv. geen zwaartekracht zou zijn, zouden

Nadere informatie

Voordat je aan de slag gaat met het maken van een meubel wil ik je nog wat tips en instructies mee geven.

Voordat je aan de slag gaat met het maken van een meubel wil ik je nog wat tips en instructies mee geven. Voorwoord Leuk dat je gebruik maakt van één van mijn bouwtekeningen! Alle bouwtekeningen zijn zorgvuldig samengesteld en leggen op een duidelijke en eenvoudige manier uit hoe jij je steigerhouten meubel

Nadere informatie

M4131 Antwoorden 1 Borenstandaard. Aluminium

M4131 Antwoorden 1 Borenstandaard. Aluminium 1 M4131 1 Hoeveel onderdelen heb je nodig om de borenstandaard te maken? 6 2 Van welk materiaal moet je de grondplaat maken? Aluminium 3 Streep het foute antwoord door. a. De dopmoer is gemaakt van staal

Nadere informatie

9.1 Oppervlakte-eenheden [1]

9.1 Oppervlakte-eenheden [1] 9.1 Oppervlakte-eenheden [1] De omtrek van een figuur bereken je door uit te rekenen hoe lang het is als je één keer langs de rand van de figuur gaat. Omtrek = l + l + l + l + l + l + l + l = 14 + 8 +

Nadere informatie

REKENEN Hfst 1-3 PROCENTEN. Procenten betekent per honderd.

REKENEN Hfst 1-3 PROCENTEN. Procenten betekent per honderd. REKENEN Hfst 1-3 PROCENTEN Procenten betekent per honderd. Percentage Groeifactor 1% 1/100 0,01 2% 2/100 0,02 10% 10/100 0,10 99% 99/100 0,99 104% 104/100 1,04 150% 150/100 1,50 Rekenen met procenten:

Nadere informatie

LUCHTKASTEEL. moeilijkheidsgraad. Klustijd:6 uur

LUCHTKASTEEL. moeilijkheidsgraad. Klustijd:6 uur LUCHTKSTEEL moeilijkheidsgraad Klustijd:6 uur MTERILEN Materiaalkosten ca. 15,- antal Materiaal Dikte Breedte Lengte CM Plank 1 Plank 2 1 Geïmpregneerde tuinplank 1,6 13,5 180 1 Geïmpregneerde tuinplank

Nadere informatie

Inhoudsopgave. In dit bestand wordt veel met knoppen gewerkt die aangeklikt kunnen worden.

Inhoudsopgave. In dit bestand wordt veel met knoppen gewerkt die aangeklikt kunnen worden. Inhoudsopgave Blz. 1 Schuifmaat Wat is een schuifmaat Meetplaatsen Bekken Binnenbekjes Doorn Blz. 4 Blz. 5 Toetsing Toetsblad 1 Toetsblad 2 Blz. 2 Blz. 3 Aflezen Grof aflezen Nauwkeurig aflezen Samenvatting

Nadere informatie

Dichtheid. banner. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Dichtheid. banner. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. banner Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Sonja Koitek 03 september 2018 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/109161 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs

Nadere informatie

S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R DE WILLIE WORTEL QUIZZZ Gaat er bij jou ook een lampje branden? Dan heb je het goede antwoord op de vraag gegeven. Maak een knotsgekke elektroquiz. Daarvoor gaan jullie zelf de quizvragen en antwoorden

Nadere informatie

Bijlage 1. Module Kunststof

Bijlage 1. Module Kunststof Bijlage 1 Module Kunststof GLASHELDER Je hebt al geleerd wat kunststof is. In deze opdracht ga je een fotolijstje maken. Je krijgt glashelder Acrylaat. Om het helder te houden moet je de beschermfolie

Nadere informatie

Meander. Aardrijkskunde BAKKAARTEN THEMA 4

Meander. Aardrijkskunde BAKKAARTEN THEMA 4 6 Meander Aardrijkskunde BAKKAARTEN THEMA 4 thema 4 Wat heb je nodig... Warm of koud 21 In de winter is het koud en in de zomer is het warm. Dit kun je goed voelen. Kun je het ook meten?... voor de proef?

Nadere informatie

Veilig werken met machines

Veilig werken met machines Veilig werken met machines VEILIGHEID IN HET TECHNIEKLOKAAL Werkboek antwoorden APG Veiligheid in het technieklokaal Opdracht 1 Kijk eens goed om je heen. a In wat voor een lokaal ben je? Techniek / praktijklokaal

Nadere informatie