Kennis 2p 1 Zet de volgende gebeurtenissen in chronologische volgorde. A Verdamping. B Afstroming. C Condensatie. D Neerslag.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kennis 2p 1 Zet de volgende gebeurtenissen in chronologische volgorde. A Verdamping. B Afstroming. C Condensatie. D Neerslag."

Transcriptie

1 HOOFDSTUK 1 WATER IN JE EIGEN OMGEVING Schrijf alle antwoorden op een apart antwoordblad. Kennis 2p 1 Zet de volgende gebeurtenissen in chronologische volgorde. A Verdamping. B Afstroming. C Condensatie. D Neerslag. 1p 2 Bekijk bron 1. Welk onderdeel van huishoudelijk watergebruik geeft het cijfer 1 aan? A Voedselbereiding. B Toiletspoeling. C Kleding wassen. D Bad, douche en wastafel. Bron 1 Watergebruik per persoon per dag. 1p 3 Waarom gebruiken rijke huishoudens minder water dan armere huishoudens? A Rijke huishoudens doen minder vaak de was. B Rijke huishoudens hebben meer geld om waterbesparende maatregelen te treffen. C Rijke huishoudens hebben vaak waterloze toiletten. D Rijke huishoudens hebben vaak meer kinderen, waardoor het gemiddelde watergebruik per persoon daalt. MALMBERG 1

2 HOOFDSTUK 1 WATER IN JE EIGEN OMGEVING 1p 4 Een taak van de waterschappen is ervoor zorgen dat we allemaal droge voeten houden, zelfs in perioden van (extreem) hoge waterstanden. Hoe noemen we in één woord deze taak? 1p 5 De inhoud van een gemiddeld ligbad is 150 liter. Is dat meer of minder dan de dagelijkse gemiddelde hoeveelheid watergebruik van een Nederlander? Inzicht 1p 6 Welk type watergebied neemt het grootste deel van Nederland in beslag? A Riviergebieden en beekdalen. B Polders. C Kust- en zeegebieden. D Meren en plassen. 3p 7 Er zijn verschillende irrigatietechnieken mogelijk in de landbouw. Elke techniek heeft voor- en nadelen. Welke techniek hoort bij welk nadeel? Maak de juiste combinaties. A Beregening overdag I Veel verdamping B Beregening s nachts II Relatief duur om aan te leggen C Druppelirrigatie III Lastig in de gaten te houden 1p 8 Welke uitspraak over verdroging is onjuist? A Verdroging kan worden veroorzaakt door irrigatie. B In Drenthe en Noord-Brabant komt de meeste verdroging voor. C Verdroging is een proces dat nooit meer te herstellen is. D Het is de taak van de waterschappen om iets aan de verdroging te doen. 1p 9 Lees onderstaande uitspraken en kies het juiste antwoord. I De waterkwaliteit van de Nederlandse rivieren gaat achteruit. II In de Nederlandse steden vindt meer watervervuiling plaats dan op het platteland. A Beide uitspraken zijn juist. B Alleen uitspraak I is juist. C Alleen uitspraak II is juist. D Beide uitspraken zijn onjuist. MALMBERG 2

3 HOOFDSTUK 1 WATER IN JE EIGEN OMGEVING 1p 10 Bekijk bron 2. Niek en Cato discussiëren over de foto. Volgens Niek is dit waterverspilling. Cato vindt van niet. Bij wie horen de volgende argumenten: bij Niek of Cato? Schrijf achter elke letter de juiste naam. A De prijs van kraanwater in Nederland is erg laag. B Water is kostbaar; vooral in de zomermaanden ontstaat er al snel een watertekort. Bron 2 2p 11 Wie verbruikt het meeste water? Zet de items in de juiste volgorde: van veel naar weinig verbruik. A Een veeteeltbedrijf in Noord-Brabant (1 hectare groot). B Een tuinbouwbedrijf in het Westland (1 hectare groot). C Staalbedrijf Tata Steel in IJmuiden. D Een gemiddeld Nederlands gezin. Toepassing 2p 12 Bekijk in je atlas op het kaartblad Nederland - drinkwater en energie de kaart Productie van elektriciteit. Waarom liggen alle elektriciteitscentrales aan het water? 2p 13 Bekijk in je atlas op het kaartblad Nederland - milieu de kaart Verdroging. Vergelijk deze met de kaart Neerslagoverschot van het kaartblad Nederland - klimaat Leg uit waarom het in eerste instantie vreemd is dat verdroging voorkomt in een gebied met een neerslagoverschot. MALMBERG 3

4 HOOFDSTUK 1 WATER IN JE EIGEN OMGEVING 2p 14 Bekijk bron 3. Vul de ontbrekende woorden in. Dit is de enige kerncentrale van Nederland. Bij A zien we de uitstroom van. Dit wordt bij B gebruikt als een vorm van. Het gebruik van water uit de Westerschelde door de kerncentrale heeft invloed op de waterstand van de Westerschelde. Bron 3 1p 15 In welke gebieden is er regelmatig sprake van een wateroverschot? A In polders en bij rivieren. B In het kustgebied en in polders. C In Limburgse dalen en bij rivieren. D In het kustgebied en in Limburgse dalen. MALMBERG 4

5 Schrijf alle antwoorden op een apart antwoordblad. 4 VMBO-KGT HOOFDSTUK 2 NEDERLANDSE RIVIEREN EN WATERPRODUCTIE Kennis 2p 1 De vier grote rivieren waarvan het stroomgebied in Nederland ligt, hebben een verschillend debiet. Zet deze rivieren in de juiste volgorde: van klein naar groot. A Rijn. B Schelde. C Eems. D Maas. 2p 2 Welke rivier is geen gemengde rivier? Een of meer antwoorden zijn goed. A Rijn. B Schelde. C Eems. D Maas. 1p 3 Lees onderstaande uitspraken en kies het juiste antwoord. I De benedenloop van een rivier ligt altijd lager dan de bovenloop. II Het regiem van een gemengde rivier is gelijkmatiger dan dat van een regenrivier. A Beide uitspraken zijn juist. B Alleen uitspraak I is juist. C Alleen uitspraak II is juist. D Beide uitspraken zijn onjuist. 1p 4 In welk seizoen bevindt zich het meeste smeltwater uit de Alpen in de Nederlandse rivieren? A In de lente. B In de zomer. C In de herfst. D In de winter. 3p 5 Welk woord uit de linkerkolom hoort bij welk woord uit de rechterkolom? Maak de juiste combinaties. A Polder I Zand B Oeverwal II Klei C Komgrond III Boezem MALMBERG 1

6 HOOFDSTUK 2 NEDERLANDSE RIVIEREN EN WATERPRODUCTIE Inzicht 1p 6 Waarom zal Rijkswaterstaat de rivier de Eems niet onderhanden nemen voor het project ruimte voor de rivier? Noem twee redenen. A Alleen de monding van de Eems ligt in Nederland, waardoor slechts een zeer klein deel van de rivier tot het werkgebied van Rijkswaterstaat behoort. B De Eems heeft een heel onregelmatig regiem. C De Eems is geen gevaarlijke rivier; hij overstroomt nooit. D Langs de Eems wonen nauwelijks mensen en dus heeft deze rivier geen prioriteit. 1p 7 Bekijk bron 1. Waarom liggen er verschillende binnenhavens in de buurt van Nijmegen? A Dit is een dichtbevolkt gebied, dus zijn de binnenhavens nodig. B Het was erg goedkope grond om havens aan te leggen. C De lonen liggen hier lager dan in de Randstad. D Door de nabijheid van de Duitse grens is dit een gunstige plaats voor handel. Bron 1 Vaarwegen en enkele belangrijke binnenhavens in Nederland. MALMBERG 2

7 HOOFDSTUK 2 NEDERLANDSE RIVIEREN EN WATERPRODUCTIE 1p 8 In 2009 was er onenigheid tussen Nederland en België over de diepte van de Westerschelde. Waarom wilde België dat de Westerschelde werd uitgebaggerd? A Het vruchtbare slib kon gebruikt worden voor de landbouw. B Hoe dieper de Westerschelde, hoe meer vis er gevangen kan worden. C Als de Westerschelde wordt uitgediept, kunnen grote schepen de Antwerpse haven bereiken. D Het gewonnen slib was nodig om de dijken langs de Westerschelde mee op te hogen. 1p 9 Bekijk bron 2. Waarom wordt deze zeewering alleen gesloten bij een zeer serieuze dreiging van een overstroming? A Omdat de binnenvaart erdoor gestremd raakt en dit kost de economie veel geld. B Het sluiten van de enorme installaties kost honderden euro's aan energiekosten. C De doorgang van vissen wordt erdoor belemmerd. D Er is wettelijk afgesproken dat de zeewering maar één keer per jaar dicht mag. Bron 2 MALMBERG 3

8 HOOFDSTUK 2 NEDERLANDSE RIVIEREN EN WATERPRODUCTIE 1p 10 Waarom is de productie van drinkwater uit oppervlaktewater zoveel duurder dan die uit grondwater? A Het moet over grotere afstanden naar het waterleidingbedrijf vervoerd worden. B Het moet langer gezuiverd worden dan grondwater. C Het kan niet altijd gewonnen worden, omdat er soms te lage waterstanden zijn. D Het waterleidingbedrijf moet opdraaien voor de kosten die verdroging met zich meebrengt. 2p 11 Zwart water is water dat je niet kunt zuiveren voor hergebruik. Bekijk de volgende voorbeelden van afvalwater. Noteer bij elk voorbeeld of het grijs of zwart water is. A Afvalwater van wasmachine. B Afvalwater van toilet. C Afvalwater van douche. Toepassing 2p 12 Bekijk in je atlas van het kaartblad Europa - verkeer de kaart Havens en vervoer over water. Wat is de grootste haven die op deze kaart staat? Geef ook aan hoeveel ton daar in totaal per jaar wordt verhandeld. 2p 13 Zoek in je atlas op door welke landen de Rijn stroomt. Schrijf ze op, in volgorde van bron tot monding. Je hoeft elk land maar één keer te noteren. 3p 14 Bekijk bron 3. Vul de ontbrekende woorden in. Dit is een foto van in de praktijk. Er wordt gebruikgemaakt van de werking van het zand. Deze manier van waterwinning kan leiden tot van het duingebied. MALMBERG 4

9 HOOFDSTUK 2 NEDERLANDSE RIVIEREN EN WATERPRODUCTIE Bron 3 2p 15 Welke uitspraak over het Nederlandse grondwater is juist? A Het grondwater zit erg diep in de grond. B Nederlands grondwater is van goede kwaliteit. C In de hoger gelegen delen van het land is het grondwater brak. D Grondwater wordt opgeslagen in spaarbekkens. MALMBERG 5

10 Schrijf alle antwoorden op een apart antwoordblad. 4 VMBO-KGT HOOFDSTUK 3 WATER IN CHINA EN HET MIDDEN-OOSTEN Kennis 2p 1 De drie grote Chinese rivieren hebben een verschillend debiet. Zet ze in de juiste volgorde: van groot naar klein debiet. A Gele Rivier. B Blauwe Rivier. C Parelrivier. 1p 2 Lees onderstaande uitspraken en kies het juiste antwoord. I In de delta van de Gele Rivier liggen de havens van Guangzhou en Hongkong. II De Gele Rivier krijgt te maken met steeds meer sediment door de klimaatverandering. A Beide uitspraken zijn juist. B Alleen uitspraak I is juist. C Alleen uitspraak II is juist. D Beide uitspraken zijn onjuist. 3p 3 Welke rivier heeft welke stroomrichting? Maak de juiste combinaties. A Nijl I Oost-west B Jordaan II Zuid-noord C Blauwe Rivier III Noord-zuid 1p 4 Wat is het gevolg van klimaatverandering voor de rivieren in het Midden- Oosten? A Door verminderde regenval neemt de waterstand in de rivieren af. B Door de stijgende temperaturen is er meer verdamping, dus meer neerslag, dus zijn er meer overstromingen. C Omdat het harder gaat waaien, komt er steeds meer sediment in de rivieren terecht. D Er is te weinig rivierwater over om de aquifers mee aan te vullen. MALMBERG 1

11 HOOFDSTUK 3 WATER IN CHINA EN HET MIDDEN-OOSTEN 1p 5 Welk begrip past bij de volgende omschrijving? Een rivier in een woestijngebied die vaak droogstaat. 1p 6 Hoe noemen we de grens tussen de stroomgebieden van twee rivieren? A Een bergrug. B Een delta. C Een waterscheiding. D Een rivierengebied. Inzicht 1p 7 De Gele Rivier zet veel sediment af in zijn middenloop. Waar zegt dit iets over? A Over de stroomsnelheid. B Over het debiet. C Over het regiem. D Over de hoogteligging. 2p 8 Welke twee uitspraken zijn juist? In een oase A hoef je minder te irrigeren dan in omliggende gebieden. B ligt meestal de bron van een rivier. C vind je grondwater dichter aan het oppervlak dan in omliggende gebieden. D worden meestal stuwdammen aangelegd om water vast te houden. 2p 9 Bekijk bron 1. Streep door wat niet juist is en vul de ontbrekende woorden in. Deze foto is gemaakt in China Turkije. We zien schepen die dankzij deze rivier kunnen bevaren. De binnenvaart is een dure goedkope vorm van transport. Gezien de vele hoogspanningsmasten zal er een met een ingebouwde elektriciteitscentrale in de buurt zijn. MALMBERG 2

12 HOOFDSTUK 3 WATER IN CHINA EN HET MIDDEN-OOSTEN Bron 1 1p 10 Bekijk bron 2. In het Midden-Oosten wordt het meeste zoete water door ontzilting geproduceerd. Waarom doet men dat in andere delen van de wereld niet zoveel? Meer antwoorden zijn goed. A In andere delen van de wereld is men te arm. B In andere delen van de wereld vindt men het een energieverspillende techniek. C In andere delen van de wereld vindt men het water dat ontzilt is, niet zo lekker. D In andere delen van de wereld zijn andere waterbronnen voorradig. Bron 2 Productie van zoet water door ontzilting. MALMBERG 3

13 HOOFDSTUK 3 WATER IN CHINA EN HET MIDDEN-OOSTEN 3p 11 Vul in bij welke letter uit het schema de volgende begrippen horen: waterproblematiek meeste irrigatie met aquifers minste ontzilting voor drinkwaterproductie meeste oases klimaatverandering meeste binnenvaart langste rivier bijna geheel droog gebied meeste waterconflicten. Midden-Oosten China A B C Toepassing 2p 12 Bekijk in je atlas de kaart Zuidoost-Azië. In de megastad Chongqing wonen meer dan dertig miljoen mensen. Heeft deze stad vooral voordeel of nadeel van de aanleg van de Drie Klovendam? Verklaar je antwoord. 2p 13 Bekijk in je atlas van het kaartblad Midden-Oosten de kaart Waterprojecten en irrigatie. Waarom hebben Iran en Turkije meer cultuurland dan Saudi-Arabië? Twee antwoorden zijn goed. A In Iran en Turkije valt meer neerslag. B In Saudi-Arabië wordt geld vooral besteed aan ontziltingsinstallaties. C Iran en Turkije liggen in het stroomgebied van de Eufraat en de Tigris. D Iran en Turkije zijn grotere landen. 1p 14 Bekijk in je atlas de kaart Midden-Oosten - grondgebruik en energie. Welke term is het meest van toepassing op de grotere gebieden met cultuurland in Saudi-Arabië? A Aquifer. B Bron. C Oase. D Stuwdam. MALMBERG 4

14 HOOFDSTUK 3 WATER IN CHINA EN HET MIDDEN-OOSTEN 1p 15 Lees onderstaande uitspraken en kies het juiste antwoord. I China maakt een snellere ontwikkeling door wat betreft toegang tot schoon drinkwater dan de meeste landen in het Midden-Oosten. II De toegang tot schoon drinkwater is in China beter dan in de meeste landen in het Midden-Oosten. A Beide uitspraken zijn juist. B Alleen uitspraak I is juist. C Alleen uitspraak II is juist. D Beide uitspraken zijn onjuist. Opdrachten over de casusparagrafen (alleen voor vmbo-gt) 1p 16 (gt) Op welk neveneffect van het Zuidoost-Anatoliëproject hoopt de Turkse regering? A Dat de Koerden door de economische opleving van de regio zich niet meer van Turkije willen afscheiden. B Dat er steeds meer Koerden uit andere landen in Turkije willen wonen. C Dat de druk op de steden in Turkije afneemt, omdat mensen naar Zuidoost-Anatolië verhuizen. D Dat Turkije de arme Koerden die over de grens wonen, van water kan voorzien. 2p 17 (gt) Wat zijn de namen van Egyptes grootste stuwdam en het bijbehorende stuwmeer? 1p 18 (gt) Wie ondervinden vooral de nadelen van de Egyptische dam in het zuiden van het land? A Alleen de bevolking van Egypte. B Alleen de bevolking van Sudan. C Alleen de bevolking van Ethiopië. D De bevolking van Egypte, Sudan en Ethiopië. 2p 19 (gt) Wat is het grootste voordeel van druppelirrigatie in vergelijking met beregening? 2p 20 (gt) Stuwdammen kunnen meer of minder water doorlaten. Noem twee voordelen voor bewoners van de benedenloop, als de doorvoer van water wordt verhoogd. MALMBERG 5

15 HOOFDSTUK 4 BEVOLKINGSONTWIKKELINGEN IN DE WIJK Schrijf alle antwoorden op een apart antwoordblad. Kennis 3p 1 Welk begrip hoort bij welke uitspraak? Maak de juiste combinaties. A Bevolkingsdichtheid B Ruimtegebruik C Bevolkingsspreiding I Op het platteland vind je veel bedrijven die met landbouw te maken hebben. II In het zuiden van de provincie Noord-Holland wonen veel meer mensen dan in het noorden. III In Amsterdam wonen meer dan mensen per km 2. 1p 2 Welk antwoord verklaart de relatie tussen de grootte en het inwonertal van het verzorgingsgebied? A Als een gebied een hoge bevolkingsdichtheid heeft, wordt de drempelwaarde van een voorziening eerder gehaald en is het verzorgingsgebied klein. B Als een voorziening een groot verzorgingsgebied heeft, is de reikwijdte ook groot. C Gespecialiseerde voorzieningen hebben een kleinere reikwijdte met veel inwoners. D Als een gebied een hoge bevolkingsdichtheid heeft, wordt de drempelwaarde van een voorziening eerder gehaald en is het verzorgingsgebied groot. 3p 3 De krimp van de bevolking op het platteland is een proces dat zichzelf versterkt. Zet de onderstaande oorzaken van bevolkingskrimp op het platteland in de juiste volgorde. Noteer de letters. Begin en eindig met gebeurtenis A. A Jongeren trekken weg, omdat er weinig werk en onderwijs zijn. B Bewoners moeten verder reizen voor werk en voorzieningen. C De drempelwaarde voor scholen en winkels wordt niet meer gehaald. D Scholen en winkels moeten sluiten en de werkgelegenheid neemt af. MALMBERG 1

16 HOOFDSTUK 4 BEVOLKINGSONTWIKKELINGEN IN DE WIJK 1p 4 Waarom wordt de leefbaarheid van een wijk groter als de participatie van bewoners toeneemt? A Bewoners voelen zich partner van de gemeente en helpen de wijk netjes te houden. B Door meer sociale contacten voelen bewoners zich meer verantwoordelijk voor wat er in de wijk gebeurt. C De bewoners gaan meer buurtfeesten organiseren, waardoor de wijk gezelliger wordt. D De buurtbewoners voelen zich veiliger in een gerenoveerde woonwijk. 1p 5 Waardoor veranderde de bevolkingssamenstelling van stadswijken vanaf 1960? A Er was sprake van een hoog geboortecijfer, waardoor de gemiddelde leeftijd van de bevolking daalde. B Mensen die het zich konden veroorloven, trokken weg naar omliggende dorpen. C Door renovatie, sloop en nieuwbouw waren de bewoners van de oude stadswijken gedwongen een nieuwe woonplaats te zoeken. D Jongeren trokken weg naar de overgangsgebieden op zoek naar werk. Inzicht 1p 6 Bekijk in je atlas het kaartblad Nederland - steden en voorsteden. Bekijk de kaarten van Eindhoven goed. Lees onderstaande uitspraken en kies het juiste antwoord. I De kaarten laten zien dat tegenwoordig minder mensen vanuit de stad naar de overgangsgebieden verhuizen dan veertig jaar geleden. II De kaarten laten zien dat steeds meer bewoners vanuit Eindhoven in het overgangsgebied werken. A Beide uitspraken zijn juist. B Alleen uitspraak I is juist. C Alleen uitspraak II is juist. D Beide uitspraken zijn onjuist. MALMBERG 2

17 HOOFDSTUK 4 BEVOLKINGSONTWIKKELINGEN IN DE WIJK 1p 7 Lees onderstaande uitspraken en kies het juiste antwoord. I De reikwijdte van een juwelier is groter dan die van een supermarkt. II De drempelwaarde van een supermarkt is lager dan die van een juwelier. A Beide uitspraken zijn juist. B Alleen uitspraak I is juist. C Alleen uitspraak II is juist. D Beide uitspraken zijn onjuist. 1p 8 Grote steden hadden tot voor kort een krimpende bevolking. Sinds enkele jaren groeit het aantal inwoners van de steden weer. Wat is hiervan geen oorzaak? A Grote steden hebben veel voorzieningen en werkgelegenheid. Dit trekt jonge mensen aan. B Door herinrichting van oude wijken zijn meer aantrekkelijke koophuizen beschikbaar voor jonge gezinnen. C De meeste kinderen van niet-westerse allochtonen blijven in de grote steden wonen vanwege de goedkope woonruimte. D Oude industrieterreinen in de steden zijn veranderd in woonwijken. Er is dus meer woonruimte in de steden beschikbaar. 1p 9 Als het aantal gebruikers daalt, zullen voorzieningen verdwijnen. Toch neemt het aantal zorginstellingen in krimpregio s de komende jaren niet af. Wat is hiervan de oorzaak? A Om de zorginstellingen in krimpregio s in stand te houden, worden ook mensen van buiten de regio hiernaartoe gebracht. B De verwachting is dat de bevolking in krimpregio s binnenkort weer gaat groeien. In afwachting daarvan worden zorginstellingen daarom nog niet opgeheven. C Om mensen van buitenaf aan te trekken zullen zorginstellingen in krimpregio s meer specialistische zorg gaan leveren. D In krimpregio s is ook sprake van vergrijzing. Er is dus juist behoefte aan zorg binnen een korte reisafstand. 1p 10 Welk begrip hoort niet in onderstaand rijtje thuis? A Urbanisatie. B Integratie. C Segregatie. D Participatie. MALMBERG 3

18 HOOFDSTUK 4 BEVOLKINGSONTWIKKELINGEN IN DE WIJK 1p 11 Waarom is het belangrijk dat bewoners van een wijk inspraak hebben, als de gemeente nieuwe plannen maakt voor hun wijk? A Omdat bewoners zich dan veiliger gaan voelen in hun wijk. B Omdat bewoners zich dan meer verantwoordelijk voelen voor hun buurt. C Omdat bewoners dan eerder van een huurhuis naar een koophuis verhuizen. D Omdat bewoners zelf meebetalen aan de herinrichting van de wijk. 1p 12 Bekijk bron 1. Waarom ervaren de bewoners van flats hun woonwijk vaak als onveilig? A In flats wonen vaak mensen met een criminele achtergrond. B In flatwijken wonen veel alleenstaanden die weinig sociale contacten hebben. C Er is weinig toezicht op wat er op straat gebeurt, want de flatbewoners hebben geen zicht op de straat. D In flatwijken ontbreken vaak dagelijkse voorzieningen. Bron 1 De Tilburgse wijk Stokhasselt-Noord. 1p 13 Een van de manieren om de ruimtelijke kwaliteit van oude stadswijken te verbeteren is het vervangen van huurwoningen door koopwoningen. Waarom los je hiermee het probleem van de sociale ongelijkheid niet op? MALMBERG 4

19 HOOFDSTUK 4 BEVOLKINGSONTWIKKELINGEN IN DE WIJK Toepassing 2p 14 Bekijk bron 2 en in je atlas de kaart Zuid-Nederland. In Zeeuws- Vlaanderen, in het zuiden van Zeeland, is de reistijd tot het dichtstbijzijnde academisch ziekenhuis erg groot. Op welke manier zouden de inwoners van deze regio toch gemakkelijk toegang kunnen krijgen tot gespecialiseerde ziekenzorg? Bron 2 Reistijd tot het dichtstbijzijnde ziekenhuis. MALMBERG 5

20 HOOFDSTUK 4 BEVOLKINGSONTWIKKELINGEN IN DE WIJK 4p 15 Lees bron 3. Je ziet zes afspraken die bewoners van de Amsterdamse Joubertstraat met elkaar gemaakt hebben om de ruimtelijke kwaliteit te verhogen. Ruimtelijke kwaliteit wordt gemeten door te kijken naar onderhoud, veiligheid, sociale controle en voorzieningen. Over welke factoren van ruimtelijke kwaliteit (A t/m D) gaan deze afspraken? Zet achter elke letter de juiste nummers. Sommige nummers passen achter meer letters! Factoren ruimtelijke kwaliteit A Onderhoud B Veiligheid C Sociale controle D Voorzieningen 1 Wij groeten elkaar, verwelkomen nieuwe buren en organiseren twee keer per jaar een activiteit. 2 Vuil gaat in de container en niet ernaast. 3 Het straatcomité organiseert regelmatig acties om de straat schoon te maken. 4 Spelen in de straat is leuk, maar na uur doen we dat rustig. 5 Wij organiseren samen met bewoners van de Cronjéstraat activiteiten in het E-centrum. 6 Wij beheren samen met de Nelson Mandelaschool de speelplek. Bron 3 Gedragsregels in de Amsterdamse Joubertstraat. MALMBERG 6

21 HOOFDSTUK 5 BEVOLKING EN RUIMTE IN DUITSLAND EN NEDERLAND Schrijf alle antwoorden op een apart antwoordblad. Kennis 1p 1 In welk jaar werden Oost- en West-Duitsland herenigd? A In B In C In D In p 2 Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving? Het gemak waarmee iemand zich verplaatst. 2p 3 Mensen hebben verschillende soorten motieven om te migreren. Welk migratiemotief (A t/m D) hoort bij welk voorbeeld (I t/m IV)? Maak de juiste combinaties. A Economisch B Sociaal C Politiek D Milieu I Idris moest vluchten uit Uganda, omdat hij homoseksueel is. II Honderdduizenden Somaliërs zijn naar Kenia gevlucht vanwege hongersnood. III Saadia verhuist naar Duitsland om bij haar vader te gaan wonen. IV Een Poolse man is naar Nederland verhuisd om te werken bij een tuinbouwbedrijf. 1p 4 Voor welke gastarbeiders was remigratie in de jaren 70 ongunstig? A Voor Grieken. B Voor Italianen. C Voor Spanjaarden. D Voor Turken. 1p 5 Uit welke landen kwamen tussen 1990 en 2007 de meeste migranten naar Nederland en Duitsland? A Uit landen waar oorlog was. B Uit nieuwe EU-lidstaten. C Uit voormalige koloniën. D Uit Zuid-Europese landen. MALMBERG 1

22 HOOFDSTUK 5 BEVOLKING EN RUIMTE IN DUITSLAND EN NEDERLAND 1p 6 Welke oplossing is er in het Ruhrgebied bedacht voor overbodige bedrijventerreinen? Inzicht 1p 7 Bekijk bron 1. Lees onderstaande uitspraken en kies het juiste antwoord. I Nederland is meer verstedelijkt dan Duitsland, doordat Nederland dichter bevolkt is. II Zowel in Nederland als in Duitsland is het voorzieningenniveau in de landelijke gebieden lager dan in de stedelijke gebieden. A Beide uitspraken zijn juist. B Alleen uitspraak I is juist. C Alleen uitspraak II is juist. D Beide uitspraken zijn onjuist. Bron 1 Stedelijke en landelijke gebieden in Duitsland en Nederland. MALMBERG 2

23 HOOFDSTUK 5 BEVOLKING EN RUIMTE IN DUITSLAND EN NEDERLAND 1p 8 In welke economische sector is de werkgelegenheid in het Ruhrgebied vooral gedaald? A In de landbouw. B In de industrie. C In de diensten. D In de toeristische sector. 1p 9 Duitsland heeft tussen 1900 en 1970 een aantal keren een sterfteoverschot gehad. Welke oorzaak hiervoor is niet juist? A De Eerste Wereldoorlog. B De Spaanse griepepidemie. C De Tweede Wereldoorlog. D De invoering van de pil. 1p 10 Wanneer is het zeker dat de bevolking van een land groeit? A Bij een geboorteoverschot. B Bij een positief migratiesaldo. C Bij een geboorteoverschot dat groter is dan het aantal mensen dat uit het land vertrekt. D Bij een sterfteoverschot dat groter is dan het aantal mensen dat het land binnenkomt. 2p 11 Bekijk bron 2. Lees onderstaande uitspraken en kies het juiste antwoord. I In Nederland is de ontgroening sterker dan in Duitsland. II In de overgangsgebieden rond München is de bevolking gemiddeld jonger dan in de overgangsgebieden rond Magdeburg. A Beide uitspraken zijn juist. B Alleen uitspraak I is juist. C Alleen uitspraak II is juist. D Beide uitspraken zijn onjuist. MALMBERG 3

24 HOOFDSTUK 5 BEVOLKING EN RUIMTE IN DUITSLAND EN NEDERLAND Bron 2 Natuurlijke bevolkingsgroei in Duitsland en Nederland in p 12 Wat is het verschil tussen een agglomeratie en een stedelijke zone? 1p 13 Lees onderstaande uitspraken en kies het juiste antwoord. I In het Ruhrgebied zijn de steden gemiddeld ouder dan in de Randstad. II In het Ruhrgebied is de welvaart gemiddeld hoger dan in de Randstad. A Beide uitspraken zijn juist. B Alleen uitspraak I is juist. C Alleen uitspraak II is juist. D Beide uitspraken zijn onjuist. MALMBERG 4

25 HOOFDSTUK 5 BEVOLKING EN RUIMTE IN DUITSLAND EN NEDERLAND Toepassing 2p 14 Bekijk in je atlas van het kaartblad Duitsland / Verenigd Koninkrijk en Ierland de kaart Duitsland: bevolkingsgroei. Waarom laat het voormalige Oost-Duitsland een afname van het aantal inwoners zien? Noem twee oorzaken. 2p 15 Bekijk in je atlas van het kaartblad Duitsland / Verenigd Koninkrijk en Ierland de kaarten Duitsland: bruto binnenlands product en Duitsland: werkloosheid. Welk verband zie je tussen deze kaarten? MALMBERG 5

26 HOOFDSTUK 6 DE CHINESE BEVOLKING Schrijf alle antwoorden op een apart antwoordblad. Kennis 1p 1 Welke uitspraak over China is onjuist? A China is een van de laatste communistische landen in de wereld. B China heeft het grootste aantal inwoners van alle landen in de wereld. C China heeft tussen 1979 en 2012 een langzaam groeiende economie gekend. D De Chinese overheid heeft veel invloed in de samenleving. 2p 2 Door de eenkindpolitiek zijn er minder kinderen geboren in China. Het aandeel jongeren in de bevolking is daardoor afgenomen. Noem nog een gevolg van de eenkindpolitiek voor de bevolkingsopbouw. 1p 3 Welke uitspraak over de migratie in China is juist? A De mechanisering in de industrie is een oorzaak van de migratie. B De steden in het oosten van het land trekken de meeste migranten. C Mensen die een deel van het jaar in de stad wonen en werken, zijn arbeidsmigranten. D Tussen 1980 en 2010 zijn 1,5 miljoen mensen naar de stad getrokken. 2p 4 Welke politieke maatregel maakte het tussen 1958 en 2006 erg moeilijk om van het platteland naar de stad te verhuizen? Leg ook kort uit wat deze maatregel inhield. 1p 5 Veel dorpen in China worden opgeslokt door de grote steden. Welk begrip beschrijft dit het beste? A Agglomeratievorming. B Concentrisch groeimodel. C Meerkernengroeimodel. D Congestie. 1p 6 Bekijk bron 1. Welke energiebron hoort bij het cijfer 3 te staan? A Aardolie. B Kernenergie. C Steenkool. D Waterkracht. MALMBERG 1

27 HOOFDSTUK 6 DE CHINESE BEVOLKING Bron 1 Energieproductie in China tussen 1965 en Inzicht 1p 7 Bekijk bron 2. Lees de volgende uitspraken en kies het juiste antwoord. I De eenkindpolitiek bestaat als maatregel al meer dan zestig jaar. II Vóór de eenkindpolitiek begonnen ouders al minder kinderen te krijgen. A Beide uitspraken zijn juist. B Alleen uitspraak I is juist. C Alleen uitspraak II is juist. D Beide uitspraken zijn onjuist. Bron 2 Bevolkingsopbouw van China in MALMBERG 2

28 HOOFDSTUK 6 DE CHINESE BEVOLKING 2p 8 Noem een nadeel van braindrain voor het platteland van China. 2p 9 Bekijk bron 3. Welk cijfer in de bron hoort bij welke beschrijving? Maak de juiste combinaties. A Goedkope woningen. B Dure woningen. C Woningen van gemiddelde prijs. D Central business district. E Handel en lichte industrie. Bron 3 Een stedelijk groeimodel. 1p 10 Bekijk bron 3 nog een keer. Wat is het kenmerk van dit groeimodel? A De stad groeit door woningbouw voor migranten. B De stad groeit langs transportlijnen. C De stad groeit vanuit het centrum naar buiten toe. D De stad groeit vanuit meerdere plekken. 1p 11 De bevolkingsopbouw van China zal in 2050 heel anders zijn dan in Welke uitspraak hierover is juist? A De bevolkingspiramide zal in 2050 aan de basis breder zijn dan in B Het aandeel mensen tussen 20 en 40 jaar zal in 2050 groter zijn dan in C Het aandeel 65-plussers zal in 2050 groter zijn dan in D Het aantal mannen boven de 65 zal in 2050 groter zijn dan het aantal vrouwen boven de 65. MALMBERG 3

29 HOOFDSTUK 6 DE CHINESE BEVOLKING 1p 12 Wat is geen ruimtelijk gevolg van de bevolkingsontwikkeling in China in de toekomst? A De grote steden dreigen overbevolkt te raken. B Er komen steeds grotere verschillen in bevolkingsdichtheid. C Er verdwijnt meer natuur door de groeiende infrastructuur. D Op het platteland ontstaat een tekort aan arbeidskrachten. 1p 13 Er worden in China steeds minder kinderen geboren, maar toch groeit de bevolking nog. Wat is de belangrijkste oorzaak van de doorgaande groei? A De meeste mensen nemen meer dan één kind. B De levensverwachting neemt toe. C De volkstellingen van de overheid kloppen niet. D Op het platteland wordt de eenkindpolitiek niet uitgevoerd. Toepassing 2p 14 Bekijk in je atlas van het kaartblad De aarde - bevolking de kaart Bevolkingsdichtheid. Vergelijk deze kaart met het kaartblad De aarde - klimaat. Verklaar de bevolkingsspreiding in China met behulp van de kaarten over het klimaat. 2p 15 Bekijk in je atlas van het kaartblad Israël en Palestina / China de kaart China: bevolkingsgroei. Wat hebben de bevolkingsgroei in de provincies Sichuan en Guangdong met elkaar te maken? Opdrachten over de casusparagrafen (alleen voor vmbo-gt) 1p 16 (gt) Lees de volgende uitspraken en kies het juiste antwoord. I Guangzhou heeft de grootste haven ter wereld. II Shanghai ligt aan de Parelrivierdelta. A Beide uitspraken zijn juist. B Alleen uitspraak I is juist. C Alleen uitspraak II is juist. D Beide uitspraken zijn onjuist. MALMBERG 4

30 HOOFDSTUK 6 DE CHINESE BEVOLKING 1p 17 (gt) Bekijk bron 4. Welke uitspraak is juist? A In 1990 groeiden de steden niet. B Tussen 1990 en 2005 was migratie de belangrijkste oorzaak van de stedelijke groei. C Van 1990 tot 2005 en van 2005 tot 2025 is de jaarlijkse natuurlijke bevolkingsgroei even groot. D Veel dorpsbewoners zijn zonder te verhuizen stadsbewoner geworden. Bron 4 Oorzaken van de stedelijke bevolkingsgroei in China tussen 1990 en p 18 (gt) Shanghai en Guangzhou waren begin 20e eeuw economisch verder ontwikkeld dan de meeste andere Chinese steden. Wat was hiervan de oorzaak? A Beide steden hadden concessiegebieden. B Beide steden hadden Speciale Economische Zones. C Beide steden waren eerder met de industrialisering. D In beide steden stuurde de overheid de handel aan. 2p 2p 19 (gt) De grote steden in China hebben te maken met veel problemen door de snelle groei. Zo is de bereikbaarheid niet goed. Noem twee maatregelen die Shanghai en Guangzhou nemen om de bereikbaarheid te verbeteren. 20 (gt) Shanghai en Guangzhou proberen allebei de drukte in de stad te verminderen. Er is echter een verschil in aanpak tussen beide steden. Leg uit welk verschil dat is. MALMBERG 5

31 HOOFDSTUK 7 NEDERLANDS WEER EN KLIMAATVERSCHILLEN Schrijf alle antwoorden op een apart antwoordblad. Kennis 3p 1 Het weer en het klimaat zijn twee verschillende begrippen. Vermeld achter elke uitspraak of ze betrekking heeft op het weer of op het klimaat. A De straat is nat door de regen van afgelopen nacht. B In de zomervakantie gaan we altijd in Zandvoort op het strand liggen. C Vanmorgen had ik een flinke wind tegen op de fiets naar school. D Het is weer tijd om winterbanden onder de auto te laten zetten. E We moesten vandaag zelfs sneeuwkettingen om de banden van de auto doen. F Het wordt vandaag 25 graden. 1p 2 Hoeveel millimeter neerslag valt er in Nederland gemiddeld per jaar? A Ongeveer 8,5 mm. B Ongeveer 85 mm. C Ongeveer 850 mm. D Ongeveer mm. 1p 3 Wat is de beste definitie van wind? A De verplaatsing van lucht van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied. B De verplaatsing van lucht van een lagedrukgebied naar een hogedrukgebied. C De verplaatsing van lucht van de zee naar het land. D De verplaatsing van lucht van het land naar de zee. 1p 4 Waardoor is het op de polen kouder dan op de evenaar? A Doordat er op de polen meestal een hogedrukgebied ligt. B Doordat er op de polen veel meer bewolking is dan op de evenaar. C Doordat er op de polen geen steden en geen autowegen zijn. D Doordat de zonnestralen op de polen een groter gebied moeten verwarmen. MALMBERG 1

32 HOOFDSTUK 7 NEDERLANDS WEER EN KLIMAATVERSCHILLEN 2p 5 Hoe ontstaat luchtcirculatie boven het aardoppervlak? Zet de onderdelen in de juiste volgorde. A De lucht daalt. B Warme lucht stijgt op. C De zon verwarmt het aardoppervlak. D De lucht koelt af. E De lucht verplaatst zich aan het aardoppervlak. Inzicht 1p 6 Welke uitspraak over regionale verschillen in Nederland is juist? A Het noorden van Nederland is s zomers koeler dan het zuiden en er valt minder neerslag. B Het westen van Nederland is s winters warmer dan het oosten en het waait er harder. C In het midden van Nederland waait het harder dan aan de kust en er valt meer neerslag. D In het noorden van Nederland waait het harder dan in het zuiden en er valt minder neerslag. 1p 7 Lees onderstaande uitspraken en kies het juiste antwoord. I In de winter brengt een zeewind relatief koude lucht mee. II In de zomer koelt het land s nachts sneller af dan de zee. A Beide uitspraken zijn juist. B Alleen uitspraak I is juist. C Alleen uitspraak II is juist. D Beide uitspraken zijn onjuist. 1p 8 Hoe komt het dat er meer neerslag valt rond dichtbevolkte gebieden? A Omdat daar meer water gebruikt wordt, verdampt er ook meer. Dit heeft neerslag als gevolg. B Steden produceren warmte. De warme lucht stijgt op, met neerslag als gevolg. C Door de vele fabrieken die stoom uitstoten. Deze stoom valt terug op aarde als neerslag. D Door de hoge luchtdruk boven steden valt er meer neerslag dan op het platteland. MALMBERG 2

33 HOOFDSTUK 7 NEDERLANDS WEER EN KLIMAATVERSCHILLEN 1p 9 Lees onderstaande uitspraken en kies het juiste antwoord. I Hoe dichter isobaren bij elkaar staan, hoe harder het waait. II Voor een Elfstedentocht is het gunstig als er een aflandige wind staat. A Beide uitspraken zijn juist. B Alleen uitspraak I is juist. C Alleen uitspraak II is juist. D Beide uitspraken zijn onjuist. 2p 10 Bekijk bron 1. Merijn en Tobias bekijken dit weerkaartje. Merijn zegt: De windrichting is opvallend. Dit komt niet zo heel vaak voor in Nederland. Tobias zegt: Ten zuiden van Nederland zal zich een lagedrukgebied bevinden. Wie heeft er gelijk? A Merijn. B Tobias. C Beiden. D Geen van beiden. Bron 1 Een weerkaart van Nederland. MALMBERG 3

34 HOOFDSTUK 7 NEDERLANDS WEER EN KLIMAATVERSCHILLEN 1p 11 Bekijk bron 2. Wat zou de titel van deze bron kunnen zijn? A De gemiddelde neerslag in Nederland. B Het gemiddeld aantal zonuren in Nederland. C De gemiddelde temperatuur in Nederland in juli. D De gemiddelde windsnelheid in Nederland. Bron 2 2p 12 Waarom valt er in Midden-Nederland gemiddeld meer neerslag dan in de rest van het land? 3p 13 Vul de ontbrekende woorden in. In de zomer heeft de wind die over zee komt een werking op de temperatuur in Nederland. In de winter heeft diezelfde wind juist een werking. Dit komt doordat het zeewater. MALMBERG 4

35 HOOFDSTUK 7 NEDERLANDS WEER EN KLIMAATVERSCHILLEN Toepassing 2p 14 Bekijk in je atlas van het kaartblad Europa - klimaat de kaart Jaarlijkse neerslag. In sommige gebieden valt meer dan mm neerslag. Waarom zou juist in die gebieden zoveel regen vallen? 2p 15 Bekijk in je atlas van het kaartblad België en Luxemburg de kaart Neerslag. Met welk deel van Nederland kun je het zuidoosten van België het beste vergelijken? Licht je antwoord toe. MALMBERG 5

36 Schrijf alle antwoorden op een apart antwoordblad. 4 VMBO-KGT HOOFDSTUK 8 KLIMAATVERSCHILLEN TUSSEN SPANJE EN NEDERLAND Kennis 2p 1 Voordat er hoog in een gebergte stuwingsneerslag ontstaat, is er een aantal stappen aan voorafgegaan. Hieronder zie je vier stappen in het ontstaan van stuwingsneerslag. Zet de stappen in de juiste volgorde. A Lucht botst tegen het gebergte en stijgt op. B Wind neemt waterdamp van zee mee het land in. C Lucht koelt af. D Waterdamp condenseert en regent uit. 1p 2 In Spanje komen andere klimaten voor dan in Nederland. Wat is hiervoor de verklaring? A Spanje ligt dichter bij de evenaar en ontvangt dus meer zonnestraling. B Spanje ligt verder van een zee of oceaan dan Nederland. C In Spanje zijn de windrichtingen anders dan in Nederland. D Het grootste gedeelte van Spanje ligt in de regenschaduw van een gebergte. 1p 3 Welke neerslagvorm zal ontstaan, als de zon het aardoppervlak sterk verwarmt? A Stuwingsneerslag. B Frontale neerslag. C Stijgingsneerslag. D Motregen. 2p 4 Alle klimaten in Spanje hebben hun eigen kenmerken. Welk klimaat hoort bij welk kenmerk? Maak de juiste combinaties. A Gematigd zeeklimaat I Droogste klimaat in Spanje B Hooggebergteklimaat II Droge zomers C Steppeklimaat III Meeste neerslag in Spanje D Mediterraan klimaat IV Gematigde temperaturen in zomer en winter MALMBERG 1

37 HOOFDSTUK 8 KLIMAATVERSCHILLEN TUSSEN SPANJE EN NEDERLAND Inzicht 1p 5 Twee leerlingen doen uitspraken over het weer in Nederland. Nina: Voor een strenge winter in Nederland heb je wind nodig uit het oosten. Dan is de invloed van zee namelijk het minst. Tim: Voor een strenge winter in Nederland moet de wind juist uit het westen komen. Vochtige lucht van zee zorgt voor sneeuw en ijs. Wie heeft gelijk: Nina of Tim? 2p 6 Bekijk bron 1. Welke uitspraken over de foto zijn juist? Meer antwoorden zijn goed. A Deze foto is in Nederland genomen. B Deze foto is in Spanje genomen. C Een stuwmeer is vooral aangelegd voor toeristen. D Een stuwdam kan duurzame energie opwekken. E Dit water wordt gebruikt voor boeren om in de zomer te kunnen irrigeren. Bron 1 Een stuwdam met daarachter een stuwmeer. MALMBERG 2

38 HOOFDSTUK 8 KLIMAATVERSCHILLEN TUSSEN SPANJE EN NEDERLAND 1p 7 Bekijk bron 2. In welke regio s van Spanje liggen gebieden die bij deze klimaatgrafiek passen? Twee antwoorden zijn goed. A In het zuidoosten van Spanje. B In het noordwesten van Spanje. C In het midden en zuidwesten van Spanje. D In het noordoosten van Spanje. Bron 2 Klimaatgrafiek. 1p 8 Wat is de grootste bedreiging voor Nederland als gevolg van klimaatverandering? A Bosbranden. B Drinkwatertekorten. C Meer hittegolven in de zomer. D Zeespiegelstijging. 1p 9 In Spanje heeft het klimaat invloed op de bebouwing. Hoe zie je dat terug in het straatbeeld? A Er zijn geen ramen aan de zonnige kant van het huis. B Huizen zijn vaak wit om zonnestralen te weerkaatsen. C Alle huizen hebben zonnecollectoren om energie op te wekken. D In alle huizen zijn kelders om altijd over een koele ruimte te kunnen beschikken. MALMBERG 3

39 HOOFDSTUK 8 KLIMAATVERSCHILLEN TUSSEN SPANJE EN NEDERLAND 2p 10 Welke uitspraken over landbouw in Nederland en Spanje zijn juist? Meer antwoorden zijn goed. A Het verbouwen van olijven en druiven kan het beste in Spanje plaatsvinden vanwege het klimaat. B Nederlandse boeren kunnen meer profiteren van een evenwichtige waterbalans dan Spaanse boeren. C In Spanje moeten boeren veel draineren. D Spaanse boeren zijn blij met een hogere neerslagintensiteit. 1p 11 Als je de loefzijde en de lijzijde van een gebergte met elkaar vergelijkt, is er veel verschil in de begroeiing te zien. Hoe kan dit? A Door het verschil in temperatuur. B Door het verschil in wind. C Door het verschil in neerslag. D Door het verschil in hoogte. 2p 12 Welk land loopt het grootste risico op overstromingen door zeespiegelstijging: Nederland of Spanje? Licht je antwoord toe. 2p 13 Klimaatverandering brengt veel problemen met zich mee. Toch zijn er ook voordelen en nieuwe kansen voor landen om geld te verdienen. Noem een voordeel van klimaatverandering voor Nederland en een voordeel van klimaatverandering voor Spanje. Toepassing 2p 14 Bekijk in je atlas van het kaartblad Europa - klimaat de kaart Verdroging. Je ziet een groot verschil tussen Nederland en Spanje, als het gaat om verdroging van landschappen. Leg uit hoe dit kan. Betrek klimaatverandering in je antwoord. 3p 15 Bekijk in je atlas de kaart Europa - bevolking. Verklaar waarom het binnenland van Spanje dunbevolkt is en de kustlijn dichtbevolkt. Noem ook de klimaatfactor die hierin de belangrijkste rol speelt. MALMBERG 4

40 Schrijf alle antwoorden op een apart antwoordblad. 4 VMBO-KGT HOOFDSTUK 9 WEER EN KLIMAAT IN DE VERENIGDE STATEN Kennis 2p 1 Welke twee kenmerken horen bij de toendra? A Alleen maar naaldbomen. B Hoge breedteligging. C Heel het jaar ligt de temperatuur onder 0 C. D De toendra kom je in de VS tegen in de staat Alaska. E In de toendra groeien verspreid staande bomen. 1p 2 Welk kenmerk hoort bij een tropisch regenwoudklimaat? A Meer dan mm neerslag per jaar en de temperatuur ligt het hele jaar boven 18 C. B Meer dan mm neerslag per jaar en de temperatuur ligt het hele jaar boven 12 C. C Meer dan mm neerslag per jaar en de temperatuur ligt het hele jaar boven 12 C. D Meer dan mm neerslag per jaar en de temperatuur ligt het hele jaar boven 18 C. 1p 3 In welke klimaatzone wonen de meeste inwoners van de VS? A In de gematigde zone: land- en zeeklimaat. B In de droge zone: steppe- en woestijnklimaat. C In het mediterrane klimaat. D In het hooggebergteklimaat. 3p 4 Welk klimaat hoort bij welke vegetatiezone? Maak de juiste combinaties. A Toendraklimaat I Verspreid staande bomen B Taiga II Warm gebied met grassen en struiken C Savanne III Delen met eeuwige sneeuw D Steppe IV Koud gebied met grassen en struiken E Hooggebergteklimaat V Naaldbomen MALMBERG 1

41 HOOFDSTUK 9 WEER EN KLIMAAT IN DE VERENIGDE STATEN 1p 5 Amerikanen hebben een grote ecologische voetafdruk. Wat wil dat zeggen? A Amerikanen verbruiken veel energie. B Amerikanen kunnen veel vervuilen, voordat ze er echt last van krijgen. C Amerikanen hebben per persoon veel ruimte tot hun beschikking door een lage bevolkingsdichtheid. D Amerikanen hebben veel milieuregels. Inzicht 1p 6 Bekijk bron 1. Bij welk klimaat hoort deze grafiek? A Savanneklimaat. B Tropisch regenklimaat. C Toendraklimaat. D Gematigd zeeklimaat. Bron 1 Een klimaatgrafiek uit de VS. 1p 7 Lees onderstaande uitspraken en kies het juiste antwoord. I Het koude zeewater bij Los Angeles heeft weinig invloed op het klimaat daar. II In de VS kom je gebieden tegen met eeuwige sneeuw. A Beide uitspraken zijn juist. B Alleen uitspraak I is juist. C Alleen uitspraak II is juist. D Beide uitspraken zijn onjuist. MALMBERG 2

42 HOOFDSTUK 9 WEER EN KLIMAAT IN DE VERENIGDE STATEN 2p 8 Bekijk bron 2. New York ligt in het noordoosten van de VS. Welke twee klimaatfactoren veroorzaken de koude winters in New York? A De breedteligging. B De koude zeestroom. C Het hogedrukgebied. D De aflandige wind. Bron 2 Klimaten en klimaatfactoren in de VS. MALMBERG 3

43 HOOFDSTUK 9 WEER EN KLIMAAT IN DE VERENIGDE STATEN 2p 9 Bekijk nogmaals bron 2. Welke twee uitspraken over klimaten in de VS zijn juist? A In de VS komt het poolklimaat voor. B De Rocky Mountains vormen een grote scheidingsmuur tussen verschillende klimaten. C De stad Seattle ligt in het mediterraan klimaat. D De aanlandige wind in Los Angeles zorgt voor veel neerslag. E Het binnenland van de VS heeft met grotere temperatuurverschillen te maken tussen zomer en winter dan de rest van de VS. 1p 10 Bekijk nogmaals bron 1. Verklaar waarom de temperatuur heel het jaar hoog is in dit klimaat. A Dit komt doordat het gebied dicht bij zee ligt. B Dit komt doordat het gebied dicht bij de evenaar ligt. C Dit komt doordat het gebied een landklimaat heeft. D Dit komt doordat het gebied het hele jaar een aflandige wind heeft. 1p 11 Een groot gedeelte van de VS is niet goed geschikt voor de landbouw. Hoe kan dit? A Grote delen van het land zijn te bergachtig. B Grote delen van het land zijn te warm of te koud. C Grote delen van het land zijn te koud of te droog. D Grote delen van het land zijn te warm of te droog. 1p 12 Met welk gevaar hebben de steppegebieden in de VS te maken, als je let op de klimaatverandering? A Verhoogde neerslagintensiteit. B Hogere temperaturen. C Lagere temperaturen. D Verdroging. 2p 13 Het Kyoto-klimaatverdrag uit 2005 om broeikasgassen te verminderen werd door bijna alle landen in de wereld ondertekend. De VS waren een van de weinige landen die het verdrag niet hebben ondertekend. Wat was hiervoor de reden? A De VS waren niet aanwezig bij de besprekingen van dit klimaatverdrag. B De VS vonden dat het klimaatverdrag de eigen economie veel schade zou toebrengen. C De VS stootten al erg weinig broeikasgassen uit en hoefden dus niet mee te doen aan dit klimaatverdrag. D De VS hadden in 1995 al een ander klimaatverdrag getekend. MALMBERG 4

44 HOOFDSTUK 9 WEER EN KLIMAAT IN DE VERENIGDE STATEN Toepassing 3p 14 Bekijk in je atlas van het kaartblad Verenigde Staten - klimaat en natuurgeweld de kaart Neerslag. Beschrijf en verklaar het verschil in neerslag tussen het noordwestelijke en het zuidwestelijke kustgebied van de VS. 3p 15 Bekijk in je atlas van het kaartblad De aarde - klimaatveranderingen de kaart Kooldioxideproductie. Leg uit waarom de VS een veel hogere uitstoot van kooldioxide (CO 2 ) hebben dan alle landen in Afrika. Opdrachten over de casusparagrafen (alleen voor vmbo-gt) 2p 16 (gt) Leg uit hoe een orkaan ontstaat. 1p 17 (gt) Een orkaan die boven de Atlantische Oceaan is gevormd, beweegt altijd in westelijke richting. Waardoor wordt deze westelijke richting veroorzaakt? A Door de passaatwinden. B Door het warme zeewater. C Door de draaiing van de aarde. D Door de invloed van de zon. 3p 18 (gt) Bekijk bron 3. Hieronder staat een aantal uitspraken over orkanen en tornado s. Geef per uitspraak aan of deze juist of onjuist is. A De windsnelheid van een orkaan is vaak hoger dan die van een tornado. B Een tornado is groter dan een orkaan. C De schade bij een orkaan is vele malen groter dan die bij een tornado. D Orkanen komen ook regelmatig in Europa voor. E Een orkaan op het noordelijk halfrond draait altijd met de klok mee. MALMBERG 5

45 HOOFDSTUK 9 WEER EN KLIMAAT IN DE VERENIGDE STATEN Bron 3 1p 19 (gt) Bekijk nogmaals bron 3. Is het verschijnsel op deze foto een tornado of een orkaan? Leg je antwoord uit. 2p 20 (gt) Vul de ontbrekende begrippen in. De overheid neemt maatregelen om de schadelijke gevolgen van een natuurramp zo klein mogelijk te houden. Dit noem je. De bevolking wordt geïnformeerd over de gevaren van die natuurramp en wat te doen tijdens een ramp. De mate waarin de bevolking is geïnformeerd, noem je. MALMBERG 6

Kennis 2p 1 Zet de onderstaande begrippen in chronologische volgorde. A Infiltreren. B Verdampen. C Condenseren. D Bevriezen.

Kennis 2p 1 Zet de onderstaande begrippen in chronologische volgorde. A Infiltreren. B Verdampen. C Condenseren. D Bevriezen. MODULE 4 WATER Schrijf alle antwoorden op een apart antwoordblad. Kennis 1 Zet de onderstaande begrippen in chronologische volgorde. A Infiltreren. B Verdampen. C Condenseren. D Bevriezen. 2 Welke twee

Nadere informatie

Als er een neerslagoverschot is, zou je verwachten dat er voldoende water in de grond infiltreert om verdroging te voorkomen.

Als er een neerslagoverschot is, zou je verwachten dat er voldoende water in de grond infiltreert om verdroging te voorkomen. 4 VMO-KGT HOOFSTUK WTER IN JE EIGEN OMGEVING NTWOOREN EINTOETS 2p p 2 p 3 p 4 p 5 p 6 3p 7 p 8 p 9 p 0 2p,,, Waterbeheer. Meer. I, III, II ato. Niek.,,, 2p 2 2p 3 2p 4 p 5 e elektriciteitscentrales hebben

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Weer en Klimaat hoofdstuk 3

Samenvatting Aardrijkskunde Weer en Klimaat hoofdstuk 3 Samenvatting Aardrijkskunde Weer en Klimaat hoofdstuk 3 Samenvatting door Jordan 595 woorden 14 december 2017 5,5 2 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Hoofdstuk 3 Aardrijkskunde Weer en klimaat in de VS

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde 4.1 t/m 4.6

Samenvatting Aardrijkskunde 4.1 t/m 4.6 Samenvatting Aardrijkskunde 4.1 t/m 4.6 Samenvatting door een scholier 1392 woorden 15 januari 2014 5,9 5 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Wereldwijs AARDRIJKSKUNDE PW 4.1 T/M 4.6 H 4 1 *Reliëfkaart:

Nadere informatie

Aardrijkskunde samenvatting H2: Klimaat: is een beschrijving van het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar.

Aardrijkskunde samenvatting H2: Klimaat: is een beschrijving van het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar. Samenvatting door S. 1016 woorden 28 februari 2016 6,2 47 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Aardrijkskunde samenvatting H2: Nadeel tropische klimaten: het vocht, en de insecten/ziektes.

Nadere informatie

H2: Europa, verenigd of versnipperd?

H2: Europa, verenigd of versnipperd? H2: Europa, verenigd of versnipperd? Klas 2 Geo Vragen 5 1. Europa is te herkennen aan een aantal natuurkenmerken. Noem er drie. 6 2. Het aantal inwoners verandert door natuurlijk bevolkingsgroei (geboorte

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Water hoofdstuk 2

Samenvatting Aardrijkskunde Water hoofdstuk 2 Samenvatting Aardrijkskunde Water hoofdstuk Samenvatting door Jordan 93 woorden 14 december 017 6,1 18 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Samenvatting Aardrijkskunde Water Hoofdstuk 1 Rivieren in China

Nadere informatie

3 havo 4 water, 2 t/m 4

3 havo 4 water, 2 t/m 4 3 havo 4 water, 2 t/m 4 Mozambique: soms te veel India: vaak te weinig De blauwe planeet: alles stroomt Welke kringloop heeft de meeste betekenis voor de mens en waarom? De lange kringloop (B) omdat deze

Nadere informatie

Een wadi is een rivier die slechts een deel van het jaar water bevat. Je kunt er gemakkelijk grondwater winnen.

Een wadi is een rivier die slechts een deel van het jaar water bevat. Je kunt er gemakkelijk grondwater winnen. Samenvatting door een scholier 912 woorden 19 december 2017 4.8 16 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo Hoofdstuk 1: 1: het Midden-Oosten Droog Groot deel Midden-Oosten heeft steppeklimaat

Nadere informatie

Soms moet de lucht omhoog omdat er een gebergte ligt. Ook dan koelt de lucht af. Er ontstaan wolken en neerslag. Dit is stuwingsregen.

Soms moet de lucht omhoog omdat er een gebergte ligt. Ook dan koelt de lucht af. Er ontstaan wolken en neerslag. Dit is stuwingsregen. Samenvatting door een scholier 1790 woorden 1 juni 2016 7,9 13 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 2: KLIMATEN 2.1 Klimaten Waardoor is het niet

Nadere informatie

Klimaat is een beschrijving van het weer zoals het zich meestal ergens voordoet, maar ben je bijvoorbeeld in Spanje kan het ook best regenen.

Klimaat is een beschrijving van het weer zoals het zich meestal ergens voordoet, maar ben je bijvoorbeeld in Spanje kan het ook best regenen. Samenvatting door Annique 1350 woorden 16 mei 2015 7,3 333 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Klimaten Paragraaf 2.2 Weer en klimaat Klimaat is een beschrijving van het weer zoals het

Nadere informatie

Score-overzicht. 2 0 Correctievoorschrift: Uit het antwoord moet blijken dat in het oosten de matigende invloed van de zee kleiner is.

Score-overzicht. 2 0 Correctievoorschrift: Uit het antwoord moet blijken dat in het oosten de matigende invloed van de zee kleiner is. Score-overzicht Naam examen: VMBO KB aardrijkskunde 2015 variant h1 voorbeeld Examen variant: 72ddd358-7c9a-4615-895a-7259fa320cdd_85247134_5c833992-ecd3-4524-9ae1- ebefe2c4ade9 Datum afname: 15/10/2015

Nadere informatie

Klimaten Verschillende klimaten - Tropisch klimaat - Droog klimaat - Gematigd klimaat - Landklimaat - Poolklimaat - Mediterraan klimaat - Subtropisch klimaat https://schooltv.nl/video/klimaatzones-van-de-wereld-waarom-zijn-er-verschillende-klimaatzones/

Nadere informatie

2 Landschapszones op aarde SO 1

2 Landschapszones op aarde SO 1 Aardrijkskunde 1 havo/vwo 2 Landschapszones op aarde SO 1 Deze toets bestaat uit tien vragen: open vragen en meerkeuzevragen. Ook zijn er vragen waarbij de atlas (Grote Bosatlas, editie 54) nodig is. Bij

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 Samenvatting door J. 181 woorden 13 januari 2016 6,1 48 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Terra 2.1 Klimaten A Waardoor is het bij de evenaar warm? In bron

Nadere informatie

7,5. Samenvatting door Anne 867 woorden 12 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. paragraaf 2. klimaten wereldwijd.

7,5. Samenvatting door Anne 867 woorden 12 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. paragraaf 2. klimaten wereldwijd. Samenvatting door Anne 867 woorden 12 april 2017 7,5 15 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand paragraaf 2 klimaten wereldwijd breedteligging: de afstand van een plaats tot de evenaar in

Nadere informatie

Programma van Toetsing en Afsluiting

Programma van Toetsing en Afsluiting Leerweg: TL Klas: 3 Vak: Aardrijkskunde Methode: De Geo Toetsnr 3.1.1 Arm en rijk H1 + Atlasopdrachten Wat moet je voor de toetsing doen? Weet hoe de verschillen ontstaan tussen arm en rijk in NL, VS en

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 122 woorden 17 juni 2016 6, 75 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Humboldt Samenvatting aardrijkskunde H2 2.1 Het weer: beschrijft

Nadere informatie

Schrijf alle antwoorden op een apart antwoordblad.

Schrijf alle antwoorden op een apart antwoordblad. Schrijf alle antwoorden op een apart antwoordblad. Kennis 1p 1 Welk begrip hoort bij deze omschrijving? Inkomensverschillen tussen gebieden in een land. 2 Neem de letters A, B en C over op je antwoordblad.

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk en

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk en Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1.1 1.2 en 4.1 4.2 Samenvatting door een scholier 1402 woorden 5 december 2017 7 21 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Humboldt Aardrijkskunde toetsweek 1

Nadere informatie

Examen VMBO-BB. aardrijkskunde CSE BB. tijdvak 1 dinsdag 23 mei uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Examen VMBO-BB. aardrijkskunde CSE BB. tijdvak 1 dinsdag 23 mei uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Examen VMBO-BB 2017 tijdvak 1 dinsdag 23 mei 9.00-10.30 uur aardrijkskunde CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Dit examen bestaat uit 44 vragen. Voor dit

Nadere informatie

Opdrachten bij Weer en klimaat. (Tekstboek en de ELO) 3.1.1. Temperatuurverschillen op aarde.

Opdrachten bij Weer en klimaat. (Tekstboek en de ELO) 3.1.1. Temperatuurverschillen op aarde. Opdrachten bij Weer en klimaat. (Tekstboek en de ELO) 3.1.1. Temperatuurverschillen op aarde. 1-Maak een begrippenlijst van de rood gedrukte begrippen. 2-Wat zijn de drie elementen van weer en klimaat?

Nadere informatie

5,5. Definities: Samenvatting door een scholier 1591 woorden 25 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde

5,5. Definities: Samenvatting door een scholier 1591 woorden 25 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde Samenvatting door een scholier 1591 woorden 25 juni 2008 5,5 31 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo 13 De oorzaken van bevolkingsgroei zijn: geboorte, sterfte, vestiging, vertrek. Migranten

Nadere informatie

Waarom is er waterschaarste in de Arabische Wereld? Agenda: Waterschaarste in de Arabische Wereld. WB p afwerken oef.

Waarom is er waterschaarste in de Arabische Wereld? Agenda: Waterschaarste in de Arabische Wereld. WB p afwerken oef. Waarom is er waterschaarste in de Arabische Wereld? Agenda: Waterschaarste in de Arabische Wereld. WB p34-37 taak 18/11: WB p37- afwerken oef. stroomgebied Waterschaarste in de Arabische Wereld 1.Situering

Nadere informatie

Weer is de toestand van de weerselementen op een bepaalde tijd op een bepaalde plaats.

Weer is de toestand van de weerselementen op een bepaalde tijd op een bepaalde plaats. Aantekening door Janine 2280 woorden 17 mei 2018 10 1 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo Tips voor leerwerk Weer en Klimaat. Nederland. De vier weerselementen: Temperatuur Neerslag Bewolking

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl 2004 - II

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl 2004 - II Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. OMGAAN MET NATUURLIJKE HULPBRONNEN figuur 1 De kringloop van het water R * ** ** ** ** ** ** ** * S ** * ** ** * P Q LAND ZEE T

Nadere informatie

Wat is Meteorologie?

Wat is Meteorologie? Meteorologie Niek van Andel www.alweeronline.nl Wat is Meteorologie? Latijn: Meteorologia Grieks: Meteorologos metewros (hoog in de lucht) logos (leer van) Leer van iets, hoog in de lucht (abstract) 1

Nadere informatie

Toets_Hfdst2_WeerEnKlimaat

Toets_Hfdst2_WeerEnKlimaat Toets_Hfdst2_WeerEnKlimaat Vragen Samengesteld door: visign@hetnet.nl Datum: 31-1-2017 Tijd: 11:02 Samenstelling: Geowijzer Vraag: 3, 4, 5, 7, 8, 10, 11, 11, 12, 12, 13, 13, 14, 14, 15, 16, 17, 18, 19,

Nadere informatie

Klimaten VS vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Klimaten VS vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 21 November 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/82688 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Thema 5 Weer en klimaat

Thema 5 Weer en klimaat Naut samenvatting groep 7 Mijn Malmberg Thema 5 Weer en klimaat Samenvatting Wordt het warm vandaag? De stralen van de zon zorgen voor warmte op aarde. De zon geeft niet altijd dezelfde temperatuur. Doordat

Nadere informatie

Weer en klimaat. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Weer en klimaat. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 16 December 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/87209 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8 Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8 Samenvatting door Anne 1154 woorden 12 april 2017 6,3 46 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Paragraaf 2 Bevolkingsspreiding: de manier

Nadere informatie

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 2 dinsdag 18 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 2 dinsdag 18 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VWO 2013 tijdvak 2 dinsdag 18 juni 13.30-16.30 uur aardrijkskunde Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 32 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 67 punten te behalen. Voor elk

Nadere informatie

Bedreigingen. Broeikaseffect

Bedreigingen. Broeikaseffect Bedreigingen Vroeger gebeurde het nogal eens dat de zee een gat in de duinen sloeg en het land overspoelde. Tegenwoordig gebeurt dat niet meer. De mensen hebben de duinen met behulp van helm goed vastgelegd

Nadere informatie

Werkblad:weersverwachtingen

Werkblad:weersverwachtingen Weersverwachtingen Radio, tv en internet geven elke dag de weersverwachting. Maar hoe maken weerdeskundigen deze verwachting, en kun je dat niet zelf ook? Je meet een aantal weergegevens en maakt zelf

Nadere informatie

Bevolkingsspreiding. Waar zit iedereen? Juist of onjuist: China is het grootste land ter wereld. A. Juist. B. Onjuist

Bevolkingsspreiding. Waar zit iedereen? Juist of onjuist: China is het grootste land ter wereld. A. Juist. B. Onjuist Bevolking Waar zit iedereen? Waar zit iedereen? Bevolkingsspreiding Vraag 1 van 9 Juist of onjuist: China is het grootste land ter wereld. A. Juist B. Onjuist De manier waarop de bevolking over een gebied

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Leefbaarheid en zorg in stedelijke en landelijke gebieden

Samenvatting Aardrijkskunde Leefbaarheid en zorg in stedelijke en landelijke gebieden Samenvatting Aardrijkskunde Leefbaarheid en zorg in stedelijke en landelijke gebieden Samenvatting door een scholier 1149 woorden 21 juni 2004 5,3 162 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Terra Hoofdstuk

Nadere informatie

AK hoofdstuk 3 paragraaf 4

AK hoofdstuk 3 paragraaf 4 AK hoofdstuk 3 paragraaf 4 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Renee Cools 04 February 2014 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/49138 Dit lesmateriaal is gemaakt met

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, les 1,2,3

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, les 1,2,3 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, les 1,2,3 Samenvatting door M. 941 woorden 8 oktober 2012 6 113 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo Paragraaf 1, Regio in beeld: Zuid-Afrika Hoogteligging

Nadere informatie

Overstromingen en wateroverlast

Overstromingen en wateroverlast Atlasparagraaf Overstromingen en wateroverlast 1/6 In deze atlasparagraaf herhaal je de stof van Overstromingen en wateroverlast. Je gaat extra oefenen met het waarderen van verschijnselen (vraag 4 en

Nadere informatie

Hoe komen de verschillende klimaten op Aarde tot stand?

Hoe komen de verschillende klimaten op Aarde tot stand? Klimaat Wat is klimaat? Klimaat is de gemiddelde toestand van het weer over een langere periode op een bepaalde plaats. Veel meteorologische instituten hanteren een periode van 30 jaar voor de berekening

Nadere informatie

2 Mavo H3 Europa: van de bergen naar de zee. versie A. toets par 4, 5 en 6.

2 Mavo H3 Europa: van de bergen naar de zee. versie A. toets par 4, 5 en 6. 2 Mavo H3 Europa: van de bergen naar de zee. versie A. toets par 4, 5 en 6. 1a. Welke drie soorten rivieren bestaan er? b. Hoe komt een gemengde rivier aan zijn water? 2a. Het gebied dat afwatert op een

Nadere informatie

Toets 1 - 'Landschappen in Europa'

Toets 1 - 'Landschappen in Europa' Auteur Mayon Ottens Laatst gewijzigd 07 oktober 2015 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres https://maken.wikiwijs.nl/62751 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Toets 2 - 'landschappen in europa'

Toets 2 - 'landschappen in europa' Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Mayon Ottens 16 june 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/62989 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs

Nadere informatie

Opdrachten bij Weer en klimaat. (Tekstboek en de ELO) 3.1.1. Temperatuurverschillen op aarde.

Opdrachten bij Weer en klimaat. (Tekstboek en de ELO) 3.1.1. Temperatuurverschillen op aarde. Opdrachten bij Weer en klimaat. (Tekstboek en de ELO) 3.1.1. Temperatuurverschillen op aarde. 1-Maak een begrippenlijst van de rood gedrukte begrippen. 2-Wat zijn de drie elementen van weer en klimaat?

Nadere informatie

Opdrachten bovenbouw hv

Opdrachten bovenbouw hv Opdrachten bovenbouw hv Dit is de laatste actuele lesopener van dit jaar. Deze keer kiezen we voor een quiz over weer, klimaat en klimaatverandering, waarin je jouw kennis kunt meten met andere leerlingen

Nadere informatie

Toets 2 - 'Landschappen in Europa'

Toets 2 - 'Landschappen in Europa' Auteur Mayon Ottens Laatst gewijzigd 16 June 2015 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/62989 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein

Nadere informatie

Klimaten hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Klimaten hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 02 May 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/52491 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Antwoorden Aardrijkskunde H1 bevolking 1.7 t/m 1.9 en workitout

Antwoorden Aardrijkskunde H1 bevolking 1.7 t/m 1.9 en workitout Antwoorden Aardrijkskunde H bevolking.7 t/m.9 en workitout Antwoorden door een scholier 49 woorden april 08,7 5 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Hoofdstuk Bevolking - antwoorden.7

Nadere informatie

Manieren om een weersverwachting te maken Een weersverwachting kun je op verschillende manieren maken. Hieronder staan drie voorbeelden.

Manieren om een weersverwachting te maken Een weersverwachting kun je op verschillende manieren maken. Hieronder staan drie voorbeelden. Weersverwachtingen Radio, tv en internet geven elke dag de weersverwachting. Maar hoe maken weerdeskundigen deze verwachting, en kun je dat niet zelf ook? Je meet een aantal weergegevens en maakt zelf

Nadere informatie

Weer = de toestand van de atmosfeer. Deze kan snel veranderen. Dit bepaald bijv. je kledingkeuze.

Weer = de toestand van de atmosfeer. Deze kan snel veranderen. Dit bepaald bijv. je kledingkeuze. Samenvatting door Carlijn 3598 woorden 17 mei 2018 8,4 7 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Wereldwijs Hoofdstuk 7 Nederlands weer en klimaatverschillen P1 Weer en klimaat Weer = de toestand van

Nadere informatie

aardrijkskunde voor vmbo bovenbouw vmbo-kgt zakboek samenvattingen begrippen

aardrijkskunde voor vmbo bovenbouw vmbo-kgt zakboek samenvattingen begrippen aardrijkskunde voor vmbo bovenbouw 3 + 4 vmbo-kgt zakboek samenvattingen begrippen Inhoud 3 vmbo-kgt MODULE 1 Arm en rijk Hoofdstuk 1 Arme en rijke Nederlanders 5 Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en

Nadere informatie

5,8. Samenvatting door een scholier 2061 woorden 23 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Buitenland - vmbo/t/havo klas 1 - Hoofdstuk 1

5,8. Samenvatting door een scholier 2061 woorden 23 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Buitenland - vmbo/t/havo klas 1 - Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 2061 woorden 23 oktober 2010 5,8 129 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Buitenland - vmbo/t/havo klas 1 - Hoofdstuk 1 1.2 Bevolkingsspreiding: de manier

Nadere informatie

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 vrijdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 vrijdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk. Examen VWO 2019 tijdvak 1 vrijdag 17 mei 9.00-12.00 uur aardrijkskunde Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk. Dit examen bestaat uit 30 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

Van de regen in de drup

Van de regen in de drup Doelen Kerndoel 43: De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind. De leerlingen leren de waterkringloop. Kerndoel 47: De leerlingen leren de

Nadere informatie

Een les met WOW - Temperatuur

Een les met WOW - Temperatuur Een les met WOW - Temperatuur Weather Observations Website VMBO WOW handleiding 1 Colofon Deze handleiding is gemaakt door het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap (KNAG) in opdracht van het

Nadere informatie

Toets 1 - 'Landschappen in Europa'

Toets 1 - 'Landschappen in Europa' Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Mayon Ottens 07 October 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/62751 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Naam: WATER. pagina 1 van 8

Naam: WATER. pagina 1 van 8 Naam: WATER Geen leven zonder water Zonder water kun je niet leven. Als je niet genoeg drinkt, krijgt je dorst. Als je dorst hebt, heeft je lichaam water tekort. Je raakt dit water vooral kwijt door te

Nadere informatie

Extra CaseQuest 1 Watergebruik in het Middellandse Zeegebied

Extra CaseQuest 1 Watergebruik in het Middellandse Zeegebied Extra CaseQuest 1 Watergebruik in het Middellandse Zeegebied 1/5 Inleiding Het Middellandse Zeegebied ligt in een landschapszone die vanwege zijn klimaat prettig is om te wonen of om er als toerist op

Nadere informatie

DE WERELD VAN DE GROTE STAD

DE WERELD VAN DE GROTE STAD DE WERELD VAN DE GROTE STAD VIER KENMERKEN VAN HET BEGRIP STAD Een bepaalde omvang, per land verschillend Een hoge bebouwingsdichtheid in vergelijking met het omringende gebied Een beroepsbevolking die

Nadere informatie

5,5. Samenvatting door Timo 3481 woorden 25 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. De GEO Samenvatting. Water

5,5. Samenvatting door Timo 3481 woorden 25 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. De GEO Samenvatting. Water Samenvatting door Timo 3481 woorden 25 april 2018 5,5 14 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo De GEO Samenvatting. Water - Drie vormen van water : Vloeistof Vaste stof ( sneeuw of ijs ) Gas

Nadere informatie

Een les met WOW - Temperatuur

Een les met WOW - Temperatuur Een les met WOW - Temperatuur Weather Observations Website HAVO - VWO WOW handleiding 1 Colofon Deze les is gemaakt door het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap (KNAG) in opdracht van het

Nadere informatie

5,3. Samenvatting door een scholier 1646 woorden 7 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde

5,3. Samenvatting door een scholier 1646 woorden 7 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde Samenvatting door een scholier 1646 woorden 7 oktober 2010 5,3 41 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo Aardrijkskunde 3 HAVO/VWO De Geo 1+ basisboek. B32 Temperatuurfactoren veroorzaken temperatuurverschillen.

Nadere informatie

De islamitische wereld is een van de tien cultuurgebieden waarin we de wereld verdelen. Die verdeling is gebaseerd op:

De islamitische wereld is een van de tien cultuurgebieden waarin we de wereld verdelen. Die verdeling is gebaseerd op: Samenvatting door Kaelin 1586 woorden 9 juni 2015 6,3 36 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Terra Paragraaf 1. Eén cultuurgebied. A, wat is de islamitische wereld? De islamitische wereld is een

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Samenvatting Bevolking en Ruimte

Samenvatting Aardrijkskunde Samenvatting Bevolking en Ruimte Samenvatting Aardrijkskunde Samenvatting Bevolking en Ruimte Samenvatting door Z. 1730 woorden 20 februari 2019 0 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo 1.1) Bevolkingsgroei in Nederland Bevolkingsgroei

Nadere informatie

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 55e druk.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 55e druk. Examen HAVO 2019 tijdvak 2 woensdag 19 juni 13.30-16.30 uur aardrijkskunde Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 55e druk. Dit examen bestaat uit 32 vragen. Voor dit examen zijn

Nadere informatie

Stedelijk netwerk = een groep steden in een lang die onderling op tal van terreinen verbonden zijn; zoals de Randstad.

Stedelijk netwerk = een groep steden in een lang die onderling op tal van terreinen verbonden zijn; zoals de Randstad. Samenvatting door Jonna 1751 woorden 20 april 2018 6,7 5 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Ak Samenvatting 3.2 Een stad heeft vier kenmerken: een bepaalde, per land verschillende omvang

Nadere informatie

aardrijkskunde CSE GL en TL

aardrijkskunde CSE GL en TL Examen VMBO-GL en TL 219 tijdvak 1 woensdag 15 mei 9. - 11. uur aardrijkskunde CSE GL en TL Dit examen bestaat uit 43 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 57 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat

Nadere informatie

Hoogteverschillen in Europa

Hoogteverschillen in Europa Hoogteverschillen in Europa 1 1 2 3 4 Europa kent veel verschillende landschappen. Dat komt door: a. Grote verschillen in reliëf b. Verschil in afstand tot zee c. Verschil in afstand tot evenaar Benoem

Nadere informatie

1 Kun je aan planten zien wat je aan moet?

1 Kun je aan planten zien wat je aan moet? 1 Kun je aan planten zien wat je aan moet? Hoofdstuk 1 Les 1 Zoek het op Bij de evenaar staat de zon hoog. Het is er warm en daardoor verdampt het water. Die warme damp stijgt op en koelt af: dan gaat

Nadere informatie

4 Leven in een koud gebied

4 Leven in een koud gebied 4 Leven in een koud gebied 1 a Canada b/c W16 d 73 2 a Te koud: s zomers < 10º C b gebruik van sneeuwscooter en sleden kleding c te koud om voedsel te verbouwen 3a/4 W17 Toendra: wat, waar en waarom daar?

Nadere informatie

De Islamitische wereld

De Islamitische wereld AK H 6.1 Een cultuurgebied De Islamitische wereld A) De islamietische wereld is een cultuurgebied > gebaseerd op: overheersende cultuur geschiedenis ligging islamietische > voorbeeld: overheersende cultuur

Nadere informatie

Toets_Hfdst2_WeerEnKlimaat

Toets_Hfdst2_WeerEnKlimaat Toets_Hfdst2_WeerEnKlimaat Antwoorden Samengesteld door: visign@hetnet.nl Datum: dinsdag 31 januari 2017 Tijd: 11:02 Samenstelling: Geowijzer Vraag: 3, 4, 5, 7, 8, 10, 11, 11, 12, 12, 13, 13, 14, 14, 15,

Nadere informatie

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 donderdag 27 mei 9.00-11.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 donderdag 27 mei 9.00-11.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2010 tijdvak 1 donderdag 27 mei 9.00-11.30 uur aardrijkskunde Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 60 punten te behalen. Voor elk

Nadere informatie

Droogte en honger in Afrika

Droogte en honger in Afrika Droogte en honger in Afrika Ik ben bang. Als het de komende week niet regent, mislukt de oogst. Dan verlies ik mijn boerderij, zegt boer Pieter Uys in Zuid-Afrika. Mijn drie broers, mijn twee zussen, mijn

Nadere informatie

Aardrijkskundeproefwerk Hoofdstuk 6. Vakantielanden

Aardrijkskundeproefwerk Hoofdstuk 6. Vakantielanden Aardrijkskundeproefwerk Hoofdstuk 6 Vakantielanden Het klimaat is in Zuid-Europa anders dan in Nederland. In de zomer is het er warm en droog, in de winter is het er ongeveer zoals zomers in Nederland.

Nadere informatie

aan het water koeler is dan op het land langzamer afkoelt dan aarde

aan het water koeler is dan op het land langzamer afkoelt dan aarde Het klimaat GROEP 3-4 27 45 minuten 1, 42 en 43 De leerling: aan het water koeler is dan op het land langzamer afkoelt dan aarde landklimaat en zeeklimaat blauwe kleurpotloden Zorg voor de activiteit De

Nadere informatie

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 dinsdag 17 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 dinsdag 17 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk. Examen HAVO 2014 tijdvak 2 dinsdag 17 juni 13.30-16.30 uur aardrijkskunde Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk. Dit examen bestaat uit 33 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl 2003 - I

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl 2003 - I Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. OMGAAN MET NATUURLIJKE HULPBRONNEN figuur 1 De kringloop van het water A B LAND ZEE 2p 1 In figuur 1 staat de kringloop van het

Nadere informatie

Op de weerkaarten staan de weerselementen en de luchtdruk ook weergegeven. Er staan dan vaak weersymbolen bij.

Op de weerkaarten staan de weerselementen en de luchtdruk ook weergegeven. Er staan dan vaak weersymbolen bij. Boekverslag door P. 3526 woorden 7 december 2015 6 140 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde 1 Wisselvalligheid in Nederland Het weerbericht Meteorologen (= weerkundigen) maken bij het Koninklijk Nederlands

Nadere informatie

6,5. Werkstuk door Een scholier 2067 woorden 31 maart keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Hoofdvraag en deelvragen

6,5. Werkstuk door Een scholier 2067 woorden 31 maart keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Hoofdvraag en deelvragen Werkstuk door Een scholier 2067 woorden 31 maart 2004 6,5 179 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Hoofdvraag en deelvragen Hoofdvraag: Wat is het gezicht van Noord-Europa als je kijkt naar natuurlijke factoren

Nadere informatie

Studiewijzer Aardrijkskunde 12 e klas VWO

Studiewijzer Aardrijkskunde 12 e klas VWO Studiewijzer Aardrijkskunde 12 e klas VWO Klas: 12vwo Datum: november 2014 Als een les wegens ziekte uitvalt dan kan je zelfstandig door werken. Zorg voor een groot schrift (A4-formaat) waarin je duidelijke

Nadere informatie

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Persbericht PB13 062 1 oktober 2013 9:30 uur Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Tussen 2012 en 2025 groeit de bevolking van Nederland met rond 650 duizend tot 17,4 miljoen

Nadere informatie

Docentenvel opdracht 19 (campagne voor een duurzame wereld en een samenwerkend Europa)

Docentenvel opdracht 19 (campagne voor een duurzame wereld en een samenwerkend Europa) Docentenvel opdracht 19 (campagne voor een duurzame wereld en een samenwerkend Europa) Lees ter voorbereiding onderstaande teksten. Het milieu De Europese Unie werkt aan de bescherming en verbetering van

Nadere informatie

PERIODESCHRIFT AARDRIJKSKUNDE EUROPA EN DE WERELD

PERIODESCHRIFT AARDRIJKSKUNDE EUROPA EN DE WERELD PERIODESCHRIFT AARDRIJKSKUNDE EUROPA EN DE WERELD HET KLIMAAT Het klimaat is, zo luidt de officiële definitie, het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar. Dat wil zeggen dat het klimaat in een bepaald

Nadere informatie

Eindexamen vmbo gl/tl aardrijkskunde 2011 - I

Eindexamen vmbo gl/tl aardrijkskunde 2011 - I Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 punt toegekend. De Nederlanders en hun vakantiebestemmingen 1 maximumscore 1 De Veluwe / het Veluwemeer 2 maximumscore 2 1 = juist

Nadere informatie

In bovenstaande figuur staat de kringloop van het water weergegeven.

In bovenstaande figuur staat de kringloop van het water weergegeven. Omgaan met natuurlijke hulpbronnen figuur 1 De kringloop van het water 1 6 3 5 4 2 4 zee In bovenstaande figuur staat de kringloop van het water weergegeven. 1p 23 Bij welke cijfers in deze figuur is het

Nadere informatie

BEVOLKINGSGROEI De bevolking groeit snel aan in de Arabische Wereld. De trek naar de stad veroorzaakt een snelle verstedelijking!

BEVOLKINGSGROEI De bevolking groeit snel aan in de Arabische Wereld. De trek naar de stad veroorzaakt een snelle verstedelijking! C. De vraag stijgt Hoofdstuk 1: water in de Arabische Wereld BEVOLKINGSGROEI De bevolking groeit snel aan in de Arabische Wereld. De trek naar de stad veroorzaakt een snelle verstedelijking! VERANDEREND

Nadere informatie

1 Landschap en klimaat in Turkije

1 Landschap en klimaat in Turkije 1 Landschap en klimaat in Turkije 1 landschap, klimaat, Turkije, Europa, Azië, Azië 2a 2b 2c 3a 3b Istanbul door twee bruggen De Bosporus eigen antwoord (verschilt per atlas) zee 4a 1 Istanbul 2 Ankara

Nadere informatie

De Geo. 3 havo/vwov Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk 2 1, 2 en 3. 1ste druk

De Geo. 3 havo/vwov Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk 2 1, 2 en 3.  1ste druk De Geo 3 havo/vwov Aardrijkskunde voor de onderbouw Antwoorden hoofdstuk 2 1, 2 en 3 www.degeo-online.nl 1ste druk 2 De toekomst van Nederland Start 1 a Onbereikbaarheid Randstad; vergrijzing; waterberging

Nadere informatie

GB53 GB54 Titel GB54 ten opzichte van GB53. 4 2 Algemene inhoud 5 3 Algemene inhoud 6 4 Algemene inhoud 7 5 8 6 Algemene inhoud 9 7 10 8 10 9 10 11

GB53 GB54 Titel GB54 ten opzichte van GB53. 4 2 Algemene inhoud 5 3 Algemene inhoud 6 4 Algemene inhoud 7 5 8 6 Algemene inhoud 9 7 10 8 10 9 10 11 GB53 GB54 Titel GB54 ten opzichte van GB53. 4 2 Algemene inhoud 5 3 Algemene inhoud 6 4 Algemene inhoud 7 5 8 6 Algemene inhoud 9 7 10 8 10 9 10 11 Algemene inhoud Introductie Kaarten foto s en Satelliet

Nadere informatie

De ramp in 1953 waarbij grote stukken van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid- Holland overstroomden.

De ramp in 1953 waarbij grote stukken van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid- Holland overstroomden. Thema 1 Water De watersnoodramp In 1953 braken tijdens een zware storm de dijken door in Zeeland en delen van Noord-Brabant en Zuid-Holland. Het land overstroomde. Bij deze watersnoodramp kwamen veel mensen

Nadere informatie

Inhoudsopgave atlas. antwoorden met uitleg voorbeeldopgaven Aardrijkskunde. Wereldorientatie-pabo antwoord 1 van 12

Inhoudsopgave atlas. antwoorden met uitleg voorbeeldopgaven Aardrijkskunde. Wereldorientatie-pabo antwoord 1 van 12 antwoord 1 van 12 Inhoudsopgave atlas kaart 1 De Aarde Godsdiensten kaart 2 De Aarde Ziekenhuizen per land kaart 3 De Aarde Talen kaart 4 Azië Grote steden kaart 5 Azië Telefoons kaart 6 Amerika Auto's

Nadere informatie

Lesbrief. Dijken. Kijken naar dijken. www.wshd.nl/lerenoverwater. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

Lesbrief. Dijken. Kijken naar dijken. www.wshd.nl/lerenoverwater. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta Lesbrief Dijken Kijken naar dijken www.wshd.nl/lerenoverwater Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta Kijken naar dijken Zonder de duinen en de dijken zou jij hier niet kunnen wonen: bijna de

Nadere informatie

Problemen met water vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Problemen met water vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 13 October 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/63438 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2000-I

Eindexamen aardrijkskunde havo 2000-I Eindexamen aardrijkskunde havo 000-I 3 Antwoordmodel Migratie en Vervoer Uit het antwoord moet blijken dat in de centrale stad (Amsterdam) het percentage 75-plussers afneemt, terwijl dit percentage in

Nadere informatie

De Geo. 1 hv Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk 1. www.degeo-online.nl. 1ste druk

De Geo. 1 hv Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk 1. www.degeo-online.nl. 1ste druk De Geo 1 hv Aardrijkskunde voor de onderbouw Antwoorden hoofdstuk 1 www.degeo-online.nl 1ste druk De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van hv - Docentenhandleiding 1 HV 1 ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen,

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Samenvatting Weer en Klimaat

Samenvatting Aardrijkskunde Samenvatting Weer en Klimaat Samenvatting Aardrijkskunde Samenvatting Weer en Klimaat Samenvatting door Z. 2308 woorden 20 februari 2019 7 1 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo 1.1) Wisselvalligheid in Nederland Het

Nadere informatie

Les 5: Factoren van weer en klimaat

Les 5: Factoren van weer en klimaat Les 5: Factoren van weer en klimaat 1 De stand van de zon 1.1 seizoen Zoek de januari- en julitemperatuur van de volgende steden op. AW weerstation (plaats) temperatuur januari temperatuur juli Stockholm...

Nadere informatie

Examen VMBO-KB. aardrijkskunde CSE KB. tijdvak 1 woensdag 15 mei uur

Examen VMBO-KB. aardrijkskunde CSE KB. tijdvak 1 woensdag 15 mei uur Examen VMBO-KB 219 tijdvak 1 woensdag 15 mei 9. - 11. uur aardrijkskunde CSE KB Dit examen bestaat uit 46 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 54 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel

Nadere informatie