Ergotherapie richtlijn Problematiek in voorbereidend schrijven

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ergotherapie richtlijn Problematiek in voorbereidend schrijven"

Transcriptie

1 3 juni 16 Ergotherapie richtlijn Problematiek in voorbereidend schrijven - Een concept - Betreft: Bachelor Thesis Beroepsproduct Studenten: Jeske van Diemen, Lianne Wiesenekker, Lotte Zijlstra, Opleiding: Ergotherapie Coach: Hetty Tonneijck Opdrachtgevers: Dorien Kikkert Tanya Janssen Aantal woorden:

2 Ergotherapie richtlijn Problematiek in het voorbereidend schrijven - Een concept - Ergotherapie richtlijn Problematiek in voorbereidend schrijven - Een concept 2

3 Voorwoord Deze Ergotherapie richtlijn 'Problematiek in het voorbereidend schrijven' (een concept) is geschreven door drie studenten Ergotherapie aan de Hogeschool van Amsterdam: Lianne Wiesenekker, Lotte Zijlstra en Jeske van Diemen. Gedurende onze afstudeerperiode hebben wij gewerkt aan deze richtlijn. Het project is uitgevoerd in opdracht van Tanya Janssen en Dorien Kikkert, praktijkhouders van eerstelijns kinderergotherapie praktijken in de omgeving van Haarlem en Purmerend. Wij zijn begeleid door Hetty Tonneijck, docent en coach. De onderbouwing van deze concept richtlijn is beschreven in de theoretische onderbouwing. In de theoretische onderbouwing zijn alle gemaakte keuzes en overwegingen onderbouwd. Daarnaast is het proces beschreven wat wij hebben doorlopen bij het maken van deze concept richtlijn. Graag willen wij de opdrachtgevers Dorien en Tanya bedanken voor het vertrouwen dat zij in ons hebben gehad en de heldere feedback die zij ons regelmatig gaven. Hierdoor hebben wij een product kunnen ontwikkelen die aansluit bij de verwachtingen van de opdrachtgevers. Ook willen wij Hetty Tonneijck bedanken voor haar inzet en het ondersteunen tijdens het proces van schrijven van de concept richtlijn. Ergotherapie richtlijn Problematiek in voorbereidend schrijven - Een concept 3

4 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Inhoudsopgave 4 1. Inleiding 5 2. Richtlijn Achtergrond en uitgangspunten Doel, doelgroep en beoogde gebruikers Doelen Doelgroep Beoogde gebruikers Uitgangsvragen Werkgroep en werkwijze Werkgroep Werkwijze Wetenschappelijke onderbouwing en formulering van aanbevelingen Wetenschappelijke onderbouwing van meetinstrumenten Formulering van aanbevelingen Referenties 9 3. Signalering Ontwikkeling van het handschrift Ontwikkelingsfasen linker- en rechterhersenhelft Linkshandigen Meetinstrumenten Development of the Writing Readiness Inventory Tool in Context (WRITIC) Beery VMI Movement ABC, fijn motorische gedeelte Nine Hole Peg Test Opstellen behandeldoelen Referenties Behandeling Benaderingswijze Oefeningen Het maken van schrijfpatronen Grafomotorisch werken Fijne motoriek oefeningen Mesker Therapie Pengrepen Materialen Hulpmiddelen Zithouding Verbonden- of blokschrift? Wanneer kies je voor blokschrift? Wanneer kies je voor verbonden schrift? Schrijfmethodes in het regulier basisonderwijs Referenties Afronding en evaluatie 29 Ergotherapie richtlijn Problematiek in voorbereidend schrijven - Een concept 4

5 1. Inleiding Voor u ligt de Ergotherapie richtlijn 'Problematiek in het voorbereidend schrijven' (een concept). Deze concept richtlijn is geschreven door drie studenten Ergotherapie aan de Hogeschool van Amsterdam. Gedurende de afstudeerperiode van 20 weken hebben de studenten aan de concept richtlijn gewerkt. De richtlijn is opgesteld volgens de stappen van de Evidence Based Richtlijn Ontwikkeling (EBRO) systematiek. De beschikbare tijdsduur van 20 weken is ontoereikend voor het maken van een definitieve richtlijn en in de projectgroep zijn geen professoren opgenomen die de teksten kunnen autoriseren. Om deze redenen is de richtlijn tot en met stap 13 van de EBRO systematiek ontwikkeld, waardoor het een concept versie is. In dit concept wordt het concept wel een richtlijn genoemd, zodat bij de autorisatie en publicatie in een later stadium dit niet aangepast hoeft te worden. Daarnaast is de richtlijn hierdoor prettiger te hanteren voor de lezer. In de richtlijn vindt u ten eerste de achtergrond, uitgangspunten en alle informatie over de doelgroep en de beoogde gebruikers van de richtlijn. Vervolgens wordt er toegelicht hoe de werkgroep vormgegeven is en wordt de gehanteerde EBRO systematiek verder toegelicht. Na deze informatie volgen hoofdstukken waarin het signaleren van problematiek in voorbereidend schrijven uitgeschreven staat en de ergotherapeutische behandeling die hierop volgt beschreven wordt. In die hoofdstukken vindt u de meetinstrumenten en oefeningen die volgens de literatuur het best te gebruiken zijn tijdens het voorbereidend schrijven. Daarnaast is er wetenschappelijk onderbouwd welk schrift (blok- of lopend schrift) het best aangeleerd kan worden aan het kind. Ten slotte is er toegelicht wat de beste benaderingswijze van de kinderergotherapeut is tijdens de behandeling, welke verschillende pengrepen er zijn, wat de juiste zithouding is en er wordt meer informatie gegeven over het samenwerken van de beide hersenhelften. In deze concept richtlijn wordt het ergotherapeutische proces beschreven vanaf het begin van het behandelen, het signaleren, tot het einde van de behandeling, de evaluatie. Wanneer een kinderergotherapeut een vraag heeft over een bepaald aspect van de behandeling kan er in de inhoudsopgave gezocht worden naar het geschikte hoofdstuk. Ergotherapie richtlijn Problematiek in voorbereidend schrijven - Een concept 5

6 2. Richtlijn 2.1 Achtergrond en uitgangspunten Binnen de kinderergotherapie zijn de kinderen met schrijfproblemen de grootste groep die doorverwezen wordt (Hartingsveldt, 2014). Uit de laatste onderzoeken blijkt dat 5 tot 30 % van de kinderen problemen heeft met schrijven. Ondanks deze grote groep komt er uit de gegevens van de commissie richtlijnen van de ergotherapie naar voren dat er in 2015 nog geen richtlijn op de markt is, gericht op problematiek in het voorbereidend schrijven bij Nederlandse kinderen op het reguliere basisonderwijs (Commissie Richtlijnen Ergotherapie Nederland, 2015). Door ontwikkelingen in de nieuwe technologie hoeven kinderen steeds minder te schrijven (Francken, 2013). Zo blijkt uit de literatuur dat tijdens het leren schrijven er een specifiek motorprogramma in de hersenen wordt opgeslagen. Dit bevat een beschrijving van de precieze bewegingen die moeten worden uitgevoerd om een bepaalde letter te schrijven. Bij het zien van de letter herkent het brein deze, waardoor de ontwikkeling van het lezen gestimuleerd wordt. Daarnaast blijkt dat mensen die veel met de hand schrijven beter ontwikkelde basale motorische vaardigheden hebben (Francken, 2013). Ook blijkt uit het onderzoek van Francken (2013) dat kinderen die nog niet kunnen lezen het volwassen lees -hersengebied meer activeren wanneer ze een letter zien die ze hebben geleerd door te schrijven, dan wanneer ze die hebben geleerd door te typen. In veel lessen op de basisschool komt schrijven aan de orde, zoals in de taalles, in de rekenles, in aardrijkskunde opdrachten enzovoorts. Hierdoor is op tempo en leesbaar schrijven van belang voor kinderen. De leerlingen die goed leren schrijven hebben kans op een betere schoolloopbaan en uiteindelijk hebben zij ook meer maatschappelijke mogelijkheden. Ze ontwikkelen meer zelfvertrouwen doordat ze goed kunnen schrijven (Dijk, 2015). Het aanleren van schrijven is voor kinderen één van de eerste vaardigheden die kan leiden tot onzekerheden. Wanneer kinderen merken dat zij de opdrachten niet goed kunnen uitvoeren in vergelijking met hun klasgenoten, wordt er een onzeker gevoel gecreëerd. Door deze onzekerheid proberen ze geregeld de schrijflessen te vermijden (Graham, 2010). In het Nederlandse onderwijs wordt er vanaf groep één activiteiten aangeboden die een voorbereiding bieden op het schrijven. In groep drie leren de kinderen vervolgens schrijven. Vanuit de literatuur zijn de volgende voorwaarden opgesteld die nodig zijn om te kunnen schrijven: De grove en fijne motoriek moet goed ontwikkeld zijn Een goede oog-handcoördinatie Vormen kunnen waarnemen en onderscheiden Kritisch kunnen waarnemen Ruimtelijk inzicht moet ontwikkeld zijn, oriëntatie in de ruimte en op het platte vlak: links/rechts/onder/boven moet bekend zijn. (Boxmeer, 2010). 2.2 Doel, doelgroep en beoogde gebruikers Doelen Doelen van de ergotherapie richtlijn Problematiek in het voorbereidend schrijven zijn: Ergotherapeuten handvatten bieden bij het overzien van de huidige interventies gericht op het voorbereidend schrijven. Ergotherapeuten ondersteunen in de besluitvorming over passende interventies onderbouwd middels literatuur en wetenschappelijk onderzoek Doelgroep De richtlijn is geschreven voor kinderen van van 4 tot 7 jaar uit de kleuterklas van het reguliere basisonderwijs, met mogelijke problematiek in het voorbereidend schrijven. Deze problematiek kan ontstaan door verschillende factoren: Problemen met de vorm: ten gevolge van onvoldoende visuele discriminatie, een niet optimaal ruimtelijk inzicht, een te starre oogbeweging en het ontbreken van de concentratie; Ergotherapie richtlijn Problematiek in voorbereidend schrijven - Een concept 6

7 Problemen met de beweging: ten gevolge van een onvoldoende motorische vaardigheid, een verkeerde pen- greep, een verkeerde beweging van de schrijfhand of het niet voldoende gelateraliseerd zijn; Problemen met de ruimte: ten gevolge van het niet voldoende beheersen van de ruimtelijke oriëntatie, een oogbeweging die te wensen overlaat of een eventuele angst van het kind om het grote vel papier vol te schrijven. (Keulen & Eerd-Smetsers, 2007) Beoogde gebruikers De richtlijn is geschreven ter ondersteuning van kinderergotherapeuten die werken op basisscholen of in de praktijk waar kinderen met problemen in het voorbereidend schrijven komen. Ondanks dat de richtlijn niet primair geschreven is voor basisschoolleerkrachten en ouders, kan de informatie uit de concept richtlijn mogelijk door deze doelgroepen gebruikt worden. Leerkrachten kunnen de informatie gebruiken ter ondersteuning van het voorbereidend schrijven in de kleuterklas. Ouders/verzorgers van kinderen kunnen de informatie gebruiken wanneer het kind problematiek vertoond in het voorbereidend schrijven. 2.3 Uitgangsvragen De richtlijn geeft antwoord op de volgende centrale vragen: Welke best betrouwbare en valide ergotherapeutische meetinstrumenten zijn er om problemen tijdens het voorbereidend schrijven tijdig te signaleren? Welke best betrouwbare en valide ergotherapeutische oefeningen zijn er om het voorbereidend schrijven te ondersteunen en problemen te behandelen? Welke schrijfvoorwaarden heeft het kind nodig om verbonden schrift te leren? Wat bepaald de keuze van blokschrift of verbonden schrift? 2.4 Werkgroep en werkwijze Werkgroep De opdrachtgevers van het project zijn Dorien Kikkert en Tanya Janssen. Er is een projectgroep opgesteld met daarin drie ergotherapeuten in opleiding en een ergotherapie docent van de Hogeschool van Amsterdam. Samenstelling Projectgroep: Hetty Tonneijck: Docent ergotherapie aan de Hogeschool van Amsterdam (Coach) Jeske van Diemen: Ergotherapeut in opleiding aan de Hogeschool van Amsterdam Lotte Zijlstra: Ergotherapeut in opleiding aan de Hogeschool van Amsterdam Lianne Wiesenekker: Ergotherapeut in opleiding aan de Hogeschool van Amsterdam Werkwijze Bij het schrijven van de richtlijn is er gebruik gemaakt van de EBRO systematiek. Daarbij worden de eerste 13 stappen van de methodiek doorlopen. De beschikbare tijd van 20 weken is ontoereikend voor het doorlopen van de gehele systematiek. Op basis van inventarisatie in huidige literatuur, nieuwe ontwikkelingen in wet- en regelgeving, kennis van de opdrachtgevers en ervaringen van experts uit het werkveld zijn de uitgangspunten voor de richtlijn opgesteld. De conceptteksten van de richtlijn zijn geschreven op basis van literatuur gepubliceerd tot april Deze conceptteksten zullen in een later stadium of door een andere projectgroep moeten worden voorgelegd aan een referentie groep. Vervolgens kunnen de conceptteksten omgezet worden tot definitieve richtlijnteksten. Ergotherapie richtlijn Problematiek in voorbereidend schrijven - Een concept 7

8 2.5 Wetenschappelijke onderbouwing en formulering van aanbevelingen Wetenschappelijke onderbouwing van meetinstrumenten De meetinstrumenten die in hoofdstuk 3, diagnostiek, worden genoemd zijn wetenschappelijk onderbouwd. Bij deze wetenschappelijke onderbouwing is gebruik gemaakt van de volgende klinimetrische eigenschappen: Validiteit: meet het instrument wat het beoogt te meten? Betrouwbaarheid: meet het instrument precies en bij herhaling hetzelfde? Toepasbaarheid: informatie ten aanzien van de belasting, tijd, kosten, enzovoort. Dit kan zijn beschreven vanuit cliënt- en/of professioneel perspectief. (Steultjens, Cup, Zajec & Hees, 2013) Nadat de literatuur over bovenstaande klinimetrische eigenschappen voor een meetinstrument is samengevat, volgt per eigenschap een conclusie en een globaal oordeel over deze instrumenten (Steultjes et al., 2013). Dit oordeel wordt gegeven zoals weergegeven staat in tabel 1. + De gegevens over deze klinimetrische eigenschap zijn hoog. +/- De gegevens over deze klinimetrische eigenschap zijn matig. - De gegevens over deze klinimetrische eigenschap zijn laag.? De gegevens over deze klinimetrische eigenschap zijn onbekend. Tabel 1: Indeling klinimetrische eigenschappen meetinstrumenten Formulering van aanbevelingen In de richtlijn leest u aanbevelingen voor verschillende assessments en oefeningen die in de behandeling uitgevoerd kunnen worden. In tabel 2 staat de formulering van de aanbevelingen weergegeven. Deze zijn gerangschikt aan de hand van de sterkte van de aanbevelingen: Sterkte van de aanbeveling Sterk (Alle klinimetrische eigenschappen van het instrument scoren een +) Matig sterk (De klinimetrische eigenschappen van het instrument scoren afwisselend + en +/-) Zwak (De klinimetrische eigenschappen van het instrument scoren afwisselend +/- en -) Geen Formulering van de aanbeveling Sterk aan te bevelen Sterk te ontraden Aan te bevelen Niet aan te bevelen Te overwegen Is terughoudendheid geboden Kan geen advies of aanbeveling worden gegeven Tabel 2: Formulering aanbevelingen Ergotherapie richtlijn Problematiek in voorbereidend schrijven - Een concept 8

9 2.6 Referenties Boxmeer, A., van. (2010). voorbereidend schrijven & fijne motoriek kleuters. Verkregen op 17 februari 2016, van: Commissie richtlijnen Ergotherapie Nederland. (2015). Richtlijnen. Verkregen op 19 april 2016, van: Dijk, M. van. (2015). Beter schrijven, meer zelfvertrouwen. Ergotherapiemagazine 2. Francken, J. (2013). Schrijven versus typen: wat zegt de neurowetenschap? Weten Wat Werkt en Waarom, 2(3), Graham, S. (2010). Want to improce children s writing? Don t neglect their handwriting. American Educator, (20-40). Hartingsveldt, M. van., (2014). Ready for handwriting? Development of the Writing Readiness Inventory Tool in Context (WRITIC) for kindergarten children in the prewriting phase. Nijmegen: Radboud Universiteit van Nijmegen Keulen, M., & Eerd-Smetsers, C., van. (2007). Van kleutertekening tot schrijven. Groningen: Wolters- Noordhoff. Steultjens, E.M.J., Cup, E.H.C., Zajec, J., Van Hees, S., (2013). Ergotherapierichtlijn CVA. Nijmegen/Utrecht: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen/Ergotherapie Nederland. Ergotherapie richtlijn Problematiek in voorbereidend schrijven - Een concept 9

10 3. Signalering In deze fase van het ergotherapeutisch proces gaat het om het signaleren van mogelijke problematiek in het voorbereidend schrijven. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de ontwikkeling van het handschrift, de schrijfvoorwaarde, de ontwikkelingsfasen van de linker- en rechter hersenhelft, linkshandigen en de meetinstrumenten die toegepast kunnen worden tijdens de signalering. 3.1 Ontwikkeling van het handschrift Niet ieder kind ontwikkelt zich op dezelfde manier. Hierdoor is het van belang om bij de behoefte van ieder kind aan te sluiten wat betreft het aanleren van het handschrift. Om ieder individu op een andere manier les te geven is niet haalbaar, in het onderwijs dat in Nederland gehanteerd wordt. Wel is het mogelijk om bij de ontwikkeling van ieder individu aan te sluiten. Hiervoor zijn er in 1984 verschillende schrijfvoorwaarden opgesteld. In 2000 is er een uitbreiding geweest van de schrijfvoorwaarden, welke momenteel nog steeds gehanteerd wordt (zie afbeelding 1). De basisvoorwaarden; vorm, beweging en ruimte hebben hun eigen specifieke plek gekregen binnen het schrijfonderwijs (Keulen & Eerd-Smetser, 2007). Afbeelding 1: Schrijfvoorwaarden. De ontwikkelingen die nodig zijn voor het schrijven zijn te verdelen in ontwikkelingen van de motoriek, ruimtelijke oriëntatie, oog-hand coördinatie, lateralisatie, kennis van het lichaam en de basisvaardigheden van het tekenen: De motoriek: o Grove motoriek: Het kind rolt, kruipt, kan bewegingen controleren en het evenwicht bewaren/controleren (Keulen et al., 2007; Schwellnuss, Carnahan, Kushki, Potatajko, Missiuna, Chau., 2012; Alblas & Eerd-Smetsers, 2003; Klaassen-Poyck & Tönissen, 2015 o & Blazer, 2010.) Fijne motoriek: Het kind beweegt de vingers afzonderlijk van elkaar, kan een potlood of pen vasthouden en door middel van kleine bewegingen letters maken (Keulen & Eerd- Smetsers 2007; Hagen & Valkenburg, 2010 & Schwelnuss et al., 2012.) Ruimtelijke oriëntatie: Het kind herkent vormen en kopieert op papier en kent begrippen zoals boven, onder, links en rechts (Alblas & Eerd-Smetsers, 2003; Keulen & Eerd-Smetsers 2007; Schwellnuss et al., 2012; Klaassen-Poyck & Tönissen 2015 & Hamerling, 2002). Oog-hand coördinatie: Het kind kan de bewegingen van het schrift volgen (Keulen & Eerd- Smetsers 2003; Hagen & Valkenburg 2010 & Schwellnuss et al., 2012). Lateralisatie: De voorkeurshand is bepaald door een natuurlijke ontwikkeling in de lateralisatie fase, waarbij de handen afzonderlijk van elkaar kunnen bewegen (Keulen & Eerd-Smetsers, 2007; Hagen & Valkenburg 2010; Alblas & Eerd-Smetsers, 2003 & Hamerling, 2002). Kennis van het lichaam: Het kind weet hoe het zijn/haar stand van de voeten bepaalt en wanneer zijn/haar rug recht is. Dit is belangrijk voor het aannemen van een goede schrijfhouding (Alblas & Eerd-Smetsers, 2003 & Schwellnuss et al., 2012). Ergotherapie richtlijn Problematiek in voorbereidend schrijven - Een concept 10

11 De basisvaardigheden van het tekenen: Het kind kan lineaire vormen en figuren maken (Hagen & Valkenburg, 2010 & Schwellnus et al., 2012). Voldoet het kind niet aan één van de hierboven genoemde basisvoorwaarden is het kind nog niet rijp voor het schrijven. In dit geval zal het kind zich eerst verder moeten ontwikkelen voordat het aangeboden schrift aangeleerd kan worden. Als kinderergotherapeut kun je het kind hierin ondersteunen door gericht op de betreffende basisvaardigheden te behandelen (Veger, Kolen & Koningstein, 2009) Ontwikkelingsfasen linker- en rechterhersenhelft De schrijfbeweging wordt aangestuurd vanuit de hersenen. In de hersenen zitten twee hersenhelften waarbij de linkerhersenhelft de rechterkant van het lichaam aanstuurt en andersom. Hieronder staat per hersenhelft beschreven welke taken er worden uitgevoerd. (Alblas & Eerd-Smetsers, 2003) De linkerhersenhelft: Is de zetel van het analytisch waarnemen Is het centrum van de spraak, rekenvaardigheden en logica Regelt het tijdsbewustzijn Zetel van het denkvermogen (Alblas & Eerd-Smetsers, 2003) De rechterhersenhelft: Is de zetel van de globale waarneming Is het centrum van ritmisch en artistiek vermogen Is de zetel van intuïtie (Alblas & Eerd-Smetsers, 2003) Hieronder worden de verschillende fasen beschreven die de hersenen van het kind doorlopen tijdens het leren schrijven: A-symmetrische fase (0-4 jaar) De linker- en de rechterhersenhelft werken gescheiden. Deze fase blokkeert de ontwikkeling van de fijne motoriek. Het is belangrijk dat het kind ruimtebesef krijgt (Engen, 2000). Symmetrische fase (4-6 jaar) In de symmetrie werken beide hersenhelften gelijktijdig (simultaan) en wordt er een onderlinge verbinding gelegd; de balkfunctie. Deze samenwerking van de hersenhelften is belangrijk voor de volgende fase, waarbij alle activiteiten naar één hersenhelft toe gaan. Te weinig oefening in de symmetrische fase betekend vertraging bij de volgende fase (Engen, 2000). Lateralisatie (6-9 jaar) Lateralisatie verwijst naar de functionele verschillen tussen beide hersenhelften. Deze fase kenmerkt zich tot de handmotoriek, doordat de duim van de voorkeurshand de functie overneemt van de andere hand. Het kind is bijvoorbeeld in staat met de voorkeurshand meerdere dingen tegelijk te voelen. Dit in tegenstelling tot het kind in de symmetriefase, dat beide handen nodig heeft om meerdere dingen tegelijk waar te nemen (Engen, 2000). Dominantie (9-12 jaar) Het kind is in staat om onafhankelijke bewegingen te maken met één van beide handen. Van dominantie is sprake wanneer één hersenhelft overheerst. Dominantie is alleen mogelijk als de symmetrische- en lateralisatiefase goed doorlopen zijn. Bij de meeste kinderen is de dominante hand rond het vijfde levensjaar aanwezig. Kinderen die problemen hebben met het lateralisatieproces, kunnen door extra symmetrische oefeningen en oefeningen in het parallelschrijven meer motorische ervaringen opdoen, waardoor het ontwikkelen van de voorkeurshand gestimuleerd wordt (Engen, 2000). Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat men het beste functioneert wanneer beide hersenhelften goed samenwerken. Wanneer het kind de voorkeur geeft aan de linkerhand zal de rechterhersenhelft het meest ontwikkeld zijn en andersom. Het is van essentieel belang dat de andere 'minder' ontwikkelde hersenhelft blijft meewerken om bijvoorbeeld het denken en bewegen zo soepel mogelijk op elkaar af te stemmen. Tijdens het schrijven gaat het niet alleen om de voorkeurshand, afhankelijk van de voorkeurshand zal moeten worden geleerd hoe die hand te gebruiken is bij het schrijven. Voor linkshandigen is de pengreep, schrijfhouding en de papierligging anders dan voor rechtshandigen (Alblas & Eerd-Smetsers, 2003). Ergotherapie richtlijn Problematiek in voorbereidend schrijven - Een concept 11

12 3.1.2 Linkshandigen Linkshandigen zijn er pas vanaf de jaren vijftig. Omdat er voor die tijd geen mogelijkheid was voor linkshandigen om te schrijven. Dit kwam met name doordat: Het schrijfmateriaal niet gehanteerd kon worden met de linkerhand. De duwende beweging die de linkshandigen in tegenstelling tot de rechtshandigen maken zorgde ervoor dat de inkt alle kanten opspat. De moeilijkheid werd vergroot doordat men niet wist hoe ze linkshandigen moesten begeleiden. De linkerhand werd gezien als 'slechte hand', die uit principes niet gebruikt hoorde te worden bij het schrijven. In Oosterse landen geldt dit nog steeds (Alblas & Eerd-Smetsers, 2003). Schriftkeuze: Vanaf het moment dat linkshandigen geaccepteerd worden in het onderwijs is de komst van de voorkeurshand ontstaan. Tegelijkertijd is ook het linkshellend schrift ontstaan. Wanneer het kind de voorkeur geeft aan de linkerhand vergt dat een andere begeleiding dan voor kinderen met een voorkeur voor de rechterhand. Er zijn vier aspecten waarop gelet moet worden bij linkshandigen: 1. De papier ligging De manier waarop het papier neergelegd wordt. Bij linkshandigen ligt het papier vaak links omhoog, waardoor de regel omlaag loopt bij het schrijven. De linkshandige kiest deze positie zodat de hoek waaronder geschreven kan worden kan variëren. Andere linkshandigen schrijven rechtop waarbij hun papier evenwijdig ligt aan de tafelrand (Keulen & Eerd- Smetsers, 2007). 2. De positie van de schrijfhand Schrijfpedagogen raden aan om de hand onder de schrijfregel te houden bij het schrijven. Een aantal linkshandigen schrijft ondanks deze aanbeveling boven de regel, de hand ligt dan als een 'bokkepoot'. Wanneer een leerling zo schrijft is het handig om een 'floating balpen te gebruiken, waarbij minder inkt vrijkomt en vlekken voorkomen worden. Als een linkshandige onder de lijn schrijft houden zij de pen hoger vast ten opzichte van de rechtshandige schrijvers. Rechtshandigen schrijven meestal onder de lijn (Keulen & Eerd- Smetsers, 2007). 3. De schrijfrichting Over de schrijfrichting is nog veel discussie tussen de schrijfpedagogen. Sommige vinden dat linkshandigen linkshellend (voor hen is dat achteroverhellend) moeten schrijven en ontwikkelen hier speciale methodes voor. Anderen zijn van mening dat zij rechtshellend zouden moeten schrijven (Keulen & Eerd-Smetsers, 2007). De keuze van het links- of rechtshellend schrift hangt van de persoon af. Rechtshandige kunnen, als dit hun voorkeur heeft, ook linkshellend schrijven. Wel is het linkshellend schrift minder standaard om te gebruiken en voor de lezer moeilijker te lezen. Dit komt doordat de informatie die bij linkshellend schrift vanuit de ogen doorgegeven wordt aan de hersenen lastig te herkennen is voor het brein (Alblas & Eerd-Smetsers, 2003). 4. De plek in de klas Het is verstandig om de linkerkant van een linkshandige vrij te houden. Dit voorkomt stoten van de arm tijdens het schrijven of andere werkzaamheden in de klas(keulen & Eerd- Smetsers 2007). 3.2 Meetinstrumenten Om er achter te komen in welk ontwikkelingsgebied het kind een achterstand heeft, zijn er verschillende instrumenten en theorieën ontwikkeld die daaraan de grondslag leggen. Door deze informatie uit te zoeken, is de therapeut in staat om de behandeling zo vorm te geven dat het aansluit bij het kind. Uit de literatuur komen de WRITIC, de Beery VMI, de Movement ABC en de Nine Hole Peg Test als meest geschikte meetinstrumenten naar voren. In de volgende paragrafen worden deze meetinstrumenten toegelicht: Ergotherapie richtlijn Problematiek in voorbereidend schrijven - Een concept 12

13 3.2.1 Development of the Writing Readiness Inventory Tool in Context (WRITIC) Beschrijving van het instrument Doel: Bepalen of oudste kleuters (5 en 6 jarige) schrijfrijp zijn voor het schrijfonderwijs in groep 3. Afname: De WRITIC bestaat uit drie domeinen, welke allemaal twee subdomeinen bevatten: Kind: Hierbij wordt er gekeken naar de interesses en volgehouden aandacht. Omgeving: hierbij wordt gekeken naar fysieke- en sociale omgeving. Papier- en pentaken: hierbij wordt gekeken naar taakuitvoering en intensiteit van uitvoering. De WRITIC wordt in de klas afgenomen. Eerst wordt de interesse van het kind bekeken door middel van een vragenlijst. Vervolgens wordt het kind gevraagd om in een tekenboekje verschillende pen- en papiertaken uit te voeren (volgen van een spoor, kleuren, maken van voorbereidende schrijffiguren, schrijven van de eigen naam en het kopiëren van letters en nummers). Gedurende deze activiteiten kijkt de leraar of therapeut naar de pengreep, werkhouding en het resultaat van de pen- en papiertaken (Hartingsveldt, 2014). Afnameduur: Het afnemen van de WRITIC duurt gemiddeld 20 minuten. Het invullen van het scoreformulier duurt ongeveer vijf minuten (Hartingsveldt, 2014) Wetenschappelijke onderbouwing Validiteit, + De inhoudsvaliditeit, waarbij wordt gekeken naar de relevantie, de inhoud en duidelijkheid van de items, scoort 94.4% in overeenstemming met de experts (Hartingsveldt, 2014). Betrouwbaarheid, +/- De test-hertest en interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van het subdomein 'taakuitvoering' variëren tussen de (p<0.001) (Hartingsveldt, 2014). Op de andere subdomeinen is er een matige tot goede betrouwbaarheid gevonden, variërend van 0.70 tot 1.0 (p<0.001) (Hartingsveldt, 2014). Toepasbaarheid, + De toepasbaarheid van de WRITIC is hoog. Het heeft een korte afnameduur en 83% van de participanten vond het leuk om te doen. Ook worden leerkrachten niet afgeleid wanneer je als therapeut de WRITIC afneemt in de klas. Na het volgen van een drie uur durende cursus mag je de WRITIC afnemen (Hartingsveldt, Vries, Cup, Groot & Nijhuis-van der Sanden, 2014). Aanbevelingen: Op basis van de validiteit, de betrouwbaarheid en de toepasbaarheid is het gebruik van de WRITIC sterk aan te bevelen om te bepalen of oudste kleuters schrijfrijp zijn voor het schrijfonderwijs in groep Beery VMI Beschrijving van het instrument Doel: Het primaire doel van de Beery VMI is het ondersteunen bij het identificeren van significante moeilijkheden bij integratie en coördineren van de visuele perceptieve- en motorische capaciteiten, door een vroege screening. Door deze vroege screening wordt er gehoopt dat moeilijkheden in een later stadium voorkomen kunnen worden of door passend onderwijs of therapie behandelt kunnen worden (Beery & Beery, 2006). Afname: Het gehele instrument bevat drie test onderdelen. Het eerste onderdeel is het Beery VMI test, welke altijd wordt afgenomen. Daarnaast zijn er twee aanvullende onderdelen: Visual Perception test en de Ergotherapie richtlijn Problematiek in voorbereidend schrijven - Een concept 13

14 Motor Coordination test. Deze aanvullende onderdelen zijn optioneel en hoeven niet afgenomen te worden. Wanneer alle drie de onderdelen afgenomen worden is het van belang dat er een vaste volgorde aangehouden wordt: 1. Beery VMI 2. Visual Perception 3. Motor Coordination De Beery VMI bevat 30 geometrische vormen die met pen en papier geïmiteerd of gekopieerd moeten worden. De Beery VMI kan als 30-items volledige vorm worden afgenomen bij kinderen van 2 jaar tot volwassenen. Hij kan zowel in groepsverband als individueel worden afgenomen. Ook kan de Beery VMI als verkorte vorm worden afgenomen, deze bevat 21 items en is geschikt voor kinderen van 2 tot 7 jaar. De verkorte vorm wordt geadviseerd om individueel af te nemen (Beery & Beery, 2006). De Visual Perception test wordt afgenomen om te beoordelen welke invloed de visuele perceptie bijdraagt aan de Beery VMI score. De eerste drie items worden afgenomen bij jonge kinderen, waarbij de kinderen delen van hun lichaam moeten aanwijzen. Bij de overige 27 items van de Visual Perception test staat er een geometrische vorm weer gegeven met daaronder een aantal opties. Telkens is een van deze opties identiek aan de aangegeven vorm en die moet worden omcirkelt door het kind (Beery & Beery, 2006). Het kind moet gedurende 3 minuten zo veel mogelijk matches vinden. De Motor Coordination test wordt afgenomen om te beoordelen welke invloed de motorische coördinatie bijdraagt aan de score van de Beery VMI. De eerste drie items van deze test zijn zijn voor jonge kinderen waarbij ze op een stoel moeten klimmen, een potlood moeten vasthouden met hun duim en vingers en een papier moeten vasthouden. De Motor Coordination test bevat verder 27 items waarbij het kind een geometrische vorm moet maken binnen een een aangegeven dubbellijnig patroon. Hierbij mag het kind niet buiten de lijnen komen. Gedurende 5 minuten maakt het kind zoveel mogelijk geometrische vormen zonder buiten de lijnen te komen (Beery & Beery, 2006). Afnameduur: Hieronder staat voor alle drie de testen de afnameduur: 1. Beery VMI Volledige versie: 10 tot 15 minuten Verkorte versie: minder dan 10 minuten 2. Visuel Perception: 3 minuten 3. Motor Coordination: 5 minuten Wetenschappelijke onderbouwing Validiteit, + De Beery VMI is samen met de twee aanvullende testen het meest valide instrument voor een visueelmotorische screening bij mensen met alle leeftijden (Beery & Beery, 2006). Zo heeft de Beery VMI een hoge content validiteit. Betrouwbaarheid, + De Beery VMI scoort hoog op de drie grote vormen van betrouwbaarheid (interbeoordelaarsbetrouwbaarheid, interne consistentie en test-hertest). In tabel 3 staan de scores van de gemiddelde betrouwbaarheid voor alle drie de deeltesten van de Beery VMI (Beery & Beery, 2006). Tabel 3: Betrouwbaarheid Beery VMI Beery VMI Visual Perception Motor coordination Average Toepasbaarheid, + De toepasbaarheid van de Beery VMI is hoog. Het meetinstrument heeft een korte afname duur en er is geen cursus nodig om de Beery VMI af te kunnen nemen als therapeut. Wel moeten de werkbladen aanwezig zijn in de praktijk. Ergotherapie richtlijn Problematiek in voorbereidend schrijven - Een concept 14

15 Aanbevelingen: Op basis van de validiteit, betrouwbaarheid en de toepasbaarheid is het gebruik van de Beery VMI sterk aan te bevelen om moeilijkheden bij integratie en coördineren van de visuele perceptieve- en motorische capaciteiten, door een vroege screening, te identificeren Movement ABC, fijn motorische gedeelte Beschrijving van het instrument Doel De Movement ABC heeft als doel screening en identificatie van motorische problemen. Afname: De test bestaat uit een achttal motorische taken waarvan er drie gericht zijn op de fijne motoriek. Deze drie taken zijn opgenomen in deze richtlijn. De uitslagen worden vergeleken met het leeftijdsniveau van het kind. Door de nieuwe normwaarden van de M-ABC2, gepubliceerd in april 2010, is dit instrument bruikbaar in de leeftijdscategorie 3-16 jaar. Dit is onderverdeeld in drie categorieën; 3-6 jaar, 7-10 jaar en jaar (Henderson, Sugden & Barnett, 2010) M-ABC is een evaluatief instrument. Het kan bij de intake afgenomen worden en vervolgens bij de laatste behandeling nog een keer, waardoor de voortgang gemeten wordt (Henderson et al., 2010). De drie onderdelen van de handvaardigheid zijn als volgt onderverdeelt: 1. Snelheid en nauwkeurigheid van de beweging van elke hand 2. De coördinatie tussen de twee handen voor het uitvoeren van een enkele handeling 3. Oog-handcoördinatie voor de controle van de pen (Henderson et al., 2010). In eerste instantie wordt er gekeken naar de leeftijdsband (kalenderleeftijd) van het kind. Vervolgens wordt de volgorde van de test aangehouden: oefeningen 1, 2 en 3. Ten eerste wordt er uitgelegd wat de bedoeling is, vervolgens mag het kind één keer oefenen en ten slotte is de echte testpoging. Bij het scoren is er een mogelijkheid dat er gescoord wordt onder geen uitvoering mogelijk. Daarbij is; M= mislukt, W=weigeren en O=ongeschikt (Henderson et al., 2010). Afnameduur: De verkorte versie van de M-ABC duurt ongeveer 15 minuten (Henderson et al., 2010) Wetenschappelijke onderbouwing Validiteit, + Door de uitgebreide handleiding en de testinstructies op te volgen is de validiteit van de M-ABC erg sterk. Betrouwbaarheid, +/- Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de M-ABC: ICC 0.70/0.89 Test-hertest betrouwbaarheid M-ABC : ICC 0.77/0.98 Toepasbaarheid, +/- De M-ABC is niet direct bruikbaar. Dit komt door de instructies en de gestandaardiseerde materialen die voor deze test ontworpen zijn. Het is van belang dat voorafgaande aan het afnemen van de test alle testmaterialen en de handleiding in de praktijk aanwezig zijn. Wanneer deze materialen in huis zijn, is de M-ABC direct toepasbaar zonder dat er een cursus aan vooraf gaat (Henderson et al., 2010). Aanbevelingen Op basis van de validiteit, betrouwbaarheid en de toepasbaarheid is het gebruik van de M-ABC sterk aan te bevelen om motorische problemen te screenen en identificeren. Het is noodzakelijk om alle testmaterialen en de handleiding van de M-ABC in de praktijk te hebben om de test af te kunnen nemen. Ergotherapie richtlijn Problematiek in voorbereidend schrijven - Een concept 15

16 3.2.4 Nine Hole Peg Test Beschrijving van het instrument: Doel: Het doel van de Nine Hole Peg Test (9HPT) is het testen van de fijne motoriek van de onderarm en hand, het testen van de oog- handcoördinatie en het testen van het vermogen om simpele instructies op te volgen (Mobilis Rolyan Workshop, z.d.). Afname: Ten eerste wordt de dominante hand getest (indien deze al is ontwikkeld). Het bord moet horizontaal voor het kind worden neergezet met de ronde houder aan de kant van de te testen hand. Het kind moet negen pinnetje door middel van in-handmanipulatie één voor één in de gaatjes zetten van het bord, en één voor één er weer uit halen. Het kind mag dit één keer oefenen, waarna er bij de tweede keer gescoord wordt. Bij het scoren van de test wordt de tijd bijgehouden, waarbij de stopwatch gestart wordt op het moment dat het kind het eerste pinnetje aanraakt. Vervolgens wordt de tijd gestopt wanneer het kind het laatste pinnetje in de ronde houder heeft gelegd (Arink, Stroo & Tijssen, 2009 & Mobilis Rolyan Workshop, z.d.). Afnameduur: Het afnemen van de test duurt ongeveer 5 minuten (Mobilis Rolyan Workshop, z.d.) Wetenschappelijke onderbouwing Validiteit, + De 9HPT is een gestandaardiseerde test (Mobilis Rolyan Workshop, z.d.). Er is bewijs voor een sterke convergente en concurrente validiteit van de test (Smith, Hong & Presson, 2000 & Wessel, Spelthann, Joeris & Bokhorst, 2011). Betrouwbaarheid, +/- De 9HPT heeft een matig hoge test-hertest betrouwbaarheid (rs = 0,81 en 0,79) en een hoge interbeoordelaarsbetrouwbaarheid (rs> 0,99) (Smith et al., 2000). Toepasbaarheid, + De 9HPT heeft een goede toepasbaarheid, wanneer de benodigde materialen aanwezig zijn in de praktijk. De therapeut moet op de hoogte is van de regels van de 9HPT. Wanneer de therapeut hierover beschikt mag elke therapeut de 9HPT afnemen zonder eerst een cursus te volgen. De 9HPT heeft een korte afnameduur. Aanbeveling: Op basis van de validiteit, betrouwbaarheid en de toepasbaarheid is het gebruik van de Nine Hole Peg Test sterk aan te bevelen om de fijne motoriek van de onderarm en hand, de oog- hand coördinatie en het vermogen om simpele instructies op te volgen te testen. 3.3 Opstellen behandeldoelen Naar aanleiding van de resultaten uit de bovengenoemde instrumenten kunnen de behandeldoelen geformuleerd worden met het kind en zijn systeem. Hierbij worden vooral de sterke kanten en hulpbronnen van het kind en zijn context meegenomen (Hartingsveldt, Houten, Leij-Hemmen & Velden, 2014). De doelen worden SMARTI opgesteld: S Specifiek M Meetbaar A Acceptabel R Realistisch T Tijdgebonden I Inspirerend (Hartingsveldt et al., 2014). Nadat de behandeldoelen zijn opgesteld kan de behandeling worden gestart. Ergotherapie richtlijn Problematiek in voorbereidend schrijven - Een concept 16

17 3.4 Referenties Alblas, G., & Eerd-Smetsers, C., van. (2003). Schrijven is een vak apart. Groningen: Wolters- Noordhoff. Arink, N., Stroo, M., Tijssen, E. (2009). Writing Readiness Iventory Tool in Context & Test of In- Hand Manipulation, the seconde revision. De test- hertestbetrouwbaarheid en convergente validiteit. Verkregen op 12 mei 2016, van: Beery, K.E. & Beery, N.A. (2006). Rationale and Overview. In K.E. Beery & N.A. Beery (Ed.), Beery VMI Administration, Scoring and Teaching Manual (5th Ed., pp. 9-16). Minneapolis: NCS Pearson. Blazer, C., (2010). Should cursive handwriting still be taught in schools? Miami-dade County Public Schools, 0916, 1-8. Engen, van, A. (2000) De motorische ontwikkeling van de hand. In A. van Engen (Red.), Schrijven als oefenvak (pp ). Heeswijk/ Dinther, Nederland: Uitgeverij ESSTEDE Hagen, A., van. & Valkenburg, A.,(2010). Zo leer je kinderen schrijven. Groningen: Noordhoff uitgevers. Hamerling, B., (2002). Functioneel geletterd maar nu de letters nog. De wereld van het jonge kind, 29 (1), Hamerling, B., (2002). Blokletters, verbonden schrift en de ruimtelijke oriëntatie. De wereld van het jonge kind, 29 (4), Hartingsveldt, M. van., (2014) Ready for handwriting? Development of the Writing Readiness Inventory Tool in Context (WRITIC) for kindergarten children in the prewriting phase. Nijmegen: Radboud Universiteit van Nijmegen Hartingsveldt, M. van, Houten, J. van den, Leij-Hemmen, I. van der & Velden, M. ten (2014). Profiel specialisatie kinderergotherapeut. Meppel: Ergotherapie Nederland Hartingsveldt, M. van, Vries, L. de, Cup, E.H.C., Groot, I.J.M. de & Nijhuis-van der Sanden, M.W.G. (2014). Development of the Writing Readiness Inventory Tool in Context (WRITIC). Physical & Occupational Therapy in Pediatrics, 34(4), Henderson. S., Sugden. D., & Barnett, A., (2010). Movement Assessment Battery for Children - Second Edition. Pearson. Keulen, M., & Eerd-Smetsers, C., van. (2007). Van kleutertekening tot schrijven. Groningen: Wolters- Noordhoff. Klaassen-Poyck, B., & Tönissen, B., (2015). Waarom leren we kinderen nog schrijven met verbondenschrift? s Hertogen Bosch: Malmberg. Mobilis Rolyan Workshop. (z.d.). 9 Hole Peg Test. Verkregen op 12 mei 2016, van: Schwelnuss, H., Carnahan, H., Kushki, A., Polatajko, H., Missiuna, C., & Chau, T., (2012). Effect of pencil grasp on the speed and legibility of handwriting in children. American Journal of Occupational Therapy. 66, Smith, Y.A., Hong, E., Presson, C. (2000). Normative and validation studies of the nine hole peg test with children. Perceptual and motor skills, 90, doi: /pms Ergotherapie richtlijn Problematiek in voorbereidend schrijven - Een concept 17

18 Vegter, M., Kolen, M. & Koningstein, R. (2009). Schrijven een complexe beweging. Zuidlaren: O.B.S. Schuilingsoord. Wessels, R., Spelthann I., Joeris, S., Bokhorst, M. (2011). Uitgebreide toelichting van het isntrumentnine hole peg test. Verkregen op 12 mei 2016, van: Ergotherapie richtlijn Problematiek in voorbereidend schrijven - Een concept 18

19 4. Behandeling In deze fase van het ergotherapeutisch proces gaat het om het daadwerkelijk behandelen van problematiek in het voorbereidend schrijven. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de benaderingswijze, verschillende interventies, pengrepen, materialen, hulpmiddelen, de zithouding, het verbonden- of blokschrift en verschillende schrijfmethodes. 4.1 Benaderingswijze De kinderergotherapeut werkt methodisch en gebruikt assessments en interventies die cliëntgecentreerd, op handelen gericht en evidence-based zijn en zo mogelijk uitgevoerd worden in de context. Hartingsveldt et al., (2014) stellen dat de cliënt- en familie gecentreerde benaderingswijze het meest effectief zijn. Deze benaderingswijzen zijn gericht op de participatie thuis, op school, in de wijk en elders. Daarnaast richt een ergotherapeutische benaderingswijze zich op de motivatie, interesse, omgevingsmogelijkheden, krachten en beperkingen van het kind. De reden waarom deze benaderingswijze goed werkt is omdat de ergotherapeut rekening houdt met de voorkeuren van het kind, waarbij de wensen en betekenisvolle handelingen tijdens een spelactiviteit getraind en geoefend worden (Case-Smith & Clifford- O'brien, 2015). Volgens Jane O Brien (2016) is de strenght-based approach vanuit het Model of Human Occupation (MOHO) een van de meest effectieve benaderingswijze. Door de sterke kanten van het kind te benadrukken bij de familie gaan zijn dit inzien en ontstaat het ripple effect. Dit houdt in dat de positiviteit zich verspreid als een druppel in het water, de familie zal door de benadrukking de sterke kanten van het kind zien en benadrukken. Dit heeft vervolgens het effect dat het kind deze positiviteit ervaart en zich zelfverzekerder gaat voelen. 4.2 Oefeningen Om het kind te ondersteunen tijdens de ontwikkeling van het voorbereidend schrijven komen de volgende oefeningen/interventies naar voren in de literatuur, zoals het maken van schrijfpatronen, grafomotorisch werken, fijne motoriek oefeningen en de Meskertherapie Het maken van schrijfpatronen Schrijfpatronen of directe vooroefeningen zijn ontwikkeld als eenvoudige lijnen om het ingewikkelde schrift voor te bereiden. Het ingewikkelde schrift bestaat uit rechte en kromme lijnen. Uiteindelijk ontstaan uit deze rechte en kromme lijnen patronen die duidelijk de voorlopers, de basiselementen van de letters zijn (Keulen & Eerd- Smetsers, 2007). De schrijfpatronen worden geoefend in de kleuterklassen en soms in het begin van groep 3. In afbeelding 2 staand de schrijfpatronen weergegeven die geoefend kunnen worden. Afbeelding 2: Schrijfpatronen Ergotherapie richtlijn Problematiek in voorbereidend schrijven - Een concept 19

20 De lemniscaat neemt bij de schrijfpatronen een bijzondere plaats in. De lemniscaat wordt gevormd door de doorgaande beweging waarbij de lichaamsas gekruist wordt. Er is een doorgaande beweging naar zowel links als rechts nodig, met in het midden een snijpunt van lijnen. Kinderen hebben vaak moeite om het snijpunt precies in het midden te laten vallen en het snijpunt te kruisen. Ze gaan dan onder of boven het snijpunt langs (Alblas & Eerd- Smetsers, 2003). Door de kruising van de lichaamsas wordt de lateralisatie bevorderd. Daarnaast bevordert de doorgaande beweging de concentratie (Keulen & Eerd-Smetsers, 2007). Deze schrijfpatronen kunnen als ontspanningsoefening en als inspanningsoefening worden aangeleerd. Bij het aanleren van schrijfpatronen als ontspanningsoefening gaat het in eerste instantie niet om de precieze vorm, maar om een ontspannen beweging. Het is hierbij belangrijk dat de oefening spelenderwijs wordt aangeboden. Bij de inspanningsoefeningen gaat het om het oefenen van de precieze vorm van de schrijfpatronen. De vorm staat hierbij centraal en de beweging is daaraan ondergeschikt (Alblas & Eerd-Smetsers, 2003) Grafomotorisch werken Grafomotorisch werken betekent bewegen maken over het papier. Wanneer het kind hier moeite mee heeft is het van belang om het kind meer bewegingservaring op papier op te laten doen. Het gaat bij het leren schrijven om kijken, de richting bepalen, mikken en bijsturen in de hoop dat het resultaat goed wordt. Het vraagt oefening om het potlood goed over het papier te sturen. Om deze reden is het van belang dat het kind bewegingservaring op doet door middel van het creëren van grote patronen en daarna ook kleine patronen. Hierbij wordt er gewerkt richting de grootte van de letters in het uiteindelijke schrift. Aan de hand van de volgende basisbewegingen worden de grote en kleine patronen gemaakt: Rechte bewegingen Ronde bewegingen Hoekige bewegingen Golvende bewegingen (Kooijman, Mierlo & Natzijl, 2009) Fijne motoriek oefeningen Wanneer het kind moeite heeft met de fijne motoriek, is het mogelijk dat de ergotherapeut ervoor kiest om het kind op dat gebied meer te prikkelen. De fijne motoriek koffer is daarvoor een geschikt hulpmiddel. Deze is speciaal gemaakt om kinderen spelenderwijs kleine voorwerpen in en uit de hand te laten manipuleren. De materialen zijn geschikt voor kinderen van groep 1 tot en met groep 8 (Wouters & Schaerlaekens, 2009). Daarnaast zijn spellen met kleine voorwerpen goed om de fijne motoriek te oefenen. Hierbij kan de ergotherapeut, de leerkracht of de ouder het kind adviseren om de kleine voorwerpen in en uit de hand te manipuleren gedurende het spel. 4.3 Mesker Therapie Wanneer het kind moeite heeft met de bewegingspatronen uit paragraaf en kan er gekozen worden voor Mesker Therapie. Bij Mesker therapie wordt er extra aandacht besteed aan de dominantiefase van de hersenen. Het doel hierbij is om uiteindelijk met beide handen de bewegingspatronen op een vloeiende manier uit te voeren. Zodat de voorkeurshand naar voren komt. De validiteit en betrouwbaarheid van de Mesker therapie wisselt in de twee onderzoeken die geschreven zijn over deze therapie. Momenteel wordt er een boek ontwikkeld waarin de achtergrond en validiteit van deze therapie onderzocht wordt. Door dit boek zal de Mesker Therapie een betrouwbaarder en valide instrument worden. Wanneer het boek is uitgebracht kan de informatie hieruit worden opgenomen in deze richtlijn (Grunsven, Njiokiktjien, Vuylsteke-Wauters & Vranken, 2009). Ergotherapie richtlijn Problematiek in voorbereidend schrijven - Een concept 20

21 4.4 Pengrepen Om goed te kunnen schrijven is het van belang dat er een juiste pengreep wordt gehanteerd door het kind. Er zijn vele verschillende manieren om een pen of potlood te hanteren. Over het algemeen worden deze manieren gecategoriseerd in de volgende drie groepen: Onrijpe pengrepen: Hierbij houdt het kind het potlood vast in de palm van zijn of haar hand. De bewegingen van het potlood komen bij de onrijpe greep nog vanuit de pols, arm en romp. Bij deze greep zien we geen duim- en vingerbewegingen. Overgangsgrepen Deze grepen worden vaak gezien als een tussenstap naar de rijpe greep. De kinderen houden het potlood met duim- en vingerbeweging vast, maar bewegingen komen nog vanuit de pols en elleboog. Rijpe pengrepen De rijpe pengreep ontwikkelt zich over het algemeen tussen de vier en zes jaar. Het potlood beweegt bij de rijpe greep vanuit de duim en vinger. (Kijk op ontwikkeling, z.d.) Het is belangrijk dat er ten alle tijden gestreefd wordt naar een rijpe pengreep. Uit de literatuur blijkt dat het voor de leesbaarheid en de snelheid van het schrift niet uitmaakt welke rijpe pengreep gehanteerd wordt (Schwellnus, et al., 2012). In Nederland worden er door kleuters in groep één en twee vier verschillende pengrepen gehanteerd: 1. Knuistgreep of vuistgreep: Het kind houdt de pen of het potlood vast in de hele vuist, waarbij de beweging met de hele hand gemaakt wordt. Dit maakt het (bijna) onmogelijk om de beweging fijner en preciezer te maken (Hagen & Valkenburg, 2010). Deze greep valt onder de onrijpe pengrepen (Kijk op ontwikkeling, z.d.). 2. Functionele of dynamische driepuntsgreep: Hierbij wordt de pen of het potlood vastgehouden door de duim, middelvinger en wijsvinger. De spieren die in de bovenste kootjes van deze vingers zitten maken de schrijf- en tekenbewegingen. De duim zorgt ervoor dat er bij rechtshandige kinderen naar rechts wordt bewogen. De wijsvinger zorgt voor de beweging van boven naar beneden en drukt op de punt van de pen of het potlood. De middelvinger zorgt voor het remmen van de beweging. Bij linkshandige kinderen zou de duim moeten trekken in plaats van duwen wanneer er een beweging naar rechts gemaakt moet worden (Hagen & Valkenburg, 2010). Dit is een vorm van een rijpe pengreep (Kijk op ontwikkeling, z.d.). 3. Duimgreep of sleutelgreep of snuitgreep: Bij deze pengreep ligt de duim over de wijsvinger. Daardoor moeten de wijsvinger en de middelvinger er samen voor zorgen dat er voldoende druk uitgeoefend wordt op de punt van het potlood of de pen tijdens het uitvoeren van de schrijfbewegingen. De schrijfbeweging komt bij deze pengreep meer vanuit de hand dan vanuit de vingers (Hagen & Valkenburg, 2010). Deze pengreep behoort tot de rijpe pengrepen (Kijk op ontwikkeling, z.d.). 4. Middelvingergreep: Bij deze pengreep ligt de middelvinger op of naast de wijsvinger. Hierbij kan de wijsvinger niet voor voldoende druk op de punt van de pen of het potlood zorgen. Ook bij deze pengreep komen de bewegingen meer vanuit de hand dan vanuit de vingers (Hagen & Valkenburg, 2010). Wanneer de ringvinger het potlood stuurt hoort deze pengreep bij de overgangsgrepen. Wordt het potlood vastgehouden door duim, wijs- en middelvinger dan behoort de greep tot rijpe pengrepen (Kijk op ontwikkeling, z.d.). In afbeelding 3 staan de hierboven genoemde pengrepen van links naar rechts afgebeeld. Afbeelding 3: Verschillende pengrepen van kleuters Het is belangrijk om te streven naar een functionele rijpe pengreep. Wanneer een pengreep is geautomatiseerd, is het lastig om deze af te leren. Het automatiseren van een juiste pengreep kan het beste gedaan worden tussen het vierde en zevende levensjaar van het kind. Een aantal kinderen heeft Ergotherapie richtlijn Problematiek in voorbereidend schrijven - Een concept 21

Bachelor Thesis. Grip op voorbereidend schrijven

Bachelor Thesis. Grip op voorbereidend schrijven 3 juni 16 Bachelor Thesis Grip op voorbereidend schrijven Betreft: Bachelor Thesis Theoretische onderbouwing Studenten: Jeske van Diemen, 500664111 Lianne Wiesenekker, 500663567 Lotte Zijlstra, 500675888

Nadere informatie

5.3.2.0. OMSCHRIJVING VAN HET VAKGEBIED

5.3.2.0. OMSCHRIJVING VAN HET VAKGEBIED DEELSCHOOLWERKPLAN; SCHRIJVEN INHOUDSOPGAVE; 5.3.2.0. omschrijving vakgebied 5.3.2.1. visie op schrijven 5.3.2.2. bijdrage van het leergebied aan de integrale doelen 5.3.2.3. beginsituatie 5.3.2.4. globale

Nadere informatie

SCHRIJVEN. Doel workshop. Definitie van schrijven. Soorten schrijfproblemen. Handvatten om het schrijven te verbeteren

SCHRIJVEN. Doel workshop. Definitie van schrijven. Soorten schrijfproblemen. Handvatten om het schrijven te verbeteren SCHRIJVEN Doel workshop Soorten schrijfproblemen Handvatten om het schrijven te verbeteren Definitie van schrijven Schrijven is het op papier zetten van een boodschap Motorische vaardigheid Communicatiemiddel

Nadere informatie

9-2-2016. Het volgen en ontwikkelen van de kleine motoriek. Wat heb je met de kleine motoriek? MOTORISCHE ONTWIKKELING. Breda 2 februari 2016

9-2-2016. Het volgen en ontwikkelen van de kleine motoriek. Wat heb je met de kleine motoriek? MOTORISCHE ONTWIKKELING. Breda 2 februari 2016 MOTORISCHE ONTWIKKELING Wat heb je met de kleine motoriek? Het volgen en ontwikkelen van de kleine motoriek Breda 2 februari 2016 Hans Stroes Voorkennis? Hoe volg jij de kleinmotorische ontwikkeling? En

Nadere informatie

Schrijfprotocol. Obs de Wezeboom. Oosteinde. Schrijfprotocol obs de Wezeboom versie; 01-08-2015 1

Schrijfprotocol. Obs de Wezeboom. Oosteinde. Schrijfprotocol obs de Wezeboom versie; 01-08-2015 1 Schrijfprotocol Obs de Wezeboom Oosteinde Schrijfprotocol obs de Wezeboom versie; 01-08-2015 1 Inleiding Voor u ligt het schrijfprotocol van obs de Wezeboom. In dit protocol worden de volgende onderdelen

Nadere informatie

handschrift Structuur van het vak Het aanleren van handschrift is opgebouwd uit een drietal kernconcepten, namelijk vormgeving, materialen

handschrift Structuur van het vak Het aanleren van handschrift is opgebouwd uit een drietal kernconcepten, namelijk vormgeving, materialen handschrift Belang van het vak Het kind kan zich pas cultureel ontwikkelen als het een goede beheersing heeft van het schrift van de samenleving waarin hij opgroeit. Handschrift is een basisvaardigheid.

Nadere informatie

Het volgen en ontwikkelen van de kleine motoriek. Anne Frank school Utrecht 19 april Wat heb je met de kleine motoriek?

Het volgen en ontwikkelen van de kleine motoriek. Anne Frank school Utrecht 19 april Wat heb je met de kleine motoriek? MOTORISCHE ONTWIKKELING Wat heb je met de kleine motoriek? Het volgen en ontwikkelen van de kleine motoriek Anne Frank school Utrecht 19 april 2016 Hans Stroes Voorkennis? Hoe volg jij de kleinmotorische

Nadere informatie

Voorbereidende schrijfoefeningen gaan onvoldoende Slordig of slecht leesbaar handschrift

Voorbereidende schrijfoefeningen gaan onvoldoende Slordig of slecht leesbaar handschrift Ouderinformatiebrief: Motorische schrijfproblemen & kinderfysiotherapie Het belang van Schrijven is een manier om te communiceren en om je creatief te uiten. Daarom is belangrijk in de ontwikkeling van

Nadere informatie

Effectiveness of a self-regulated remedial program for handwriting difficulties

Effectiveness of a self-regulated remedial program for handwriting difficulties Effectiveness of a self-regulated remedial program for handwriting difficulties Van Waelvelde, De Roubaix A, Steppe L, et al. (2017) Effectiveness of a self-regulated remedial program for handwriting difficulties.

Nadere informatie

Handschrift ontwikkeling

Handschrift ontwikkeling 2.4.1 Handschrift ontwikkeling Marjolein van Buuren Anne van Wensveen Werkcollege 6 Werkcollege 6 Doelen Je kunt jouw kennis van de handschriftontwikkeling van kinderen in groep 1 t/m 3 gebruiken om deze

Nadere informatie

Writing Readiness Inventory Tool In Context (WRITIC)

Writing Readiness Inventory Tool In Context (WRITIC) WRITIC Scoreboek jaar maand dag Naam: Datum: Groep: Geboortedatum: Therapeut: Chronologische leeftijd: 1. Kind 1.1 Interesse papier- en pentaken Hoe vaak kleur je een kleurplaat of maak je een tekening

Nadere informatie

Eerstelijns ergotherapie voor schoolgaande kinderen

Eerstelijns ergotherapie voor schoolgaande kinderen Eerstelijns ergotherapie voor schoolgaande kinderen Sterk in beweging Ergotherapie voor kinderen De ontwikkeling van kinderen verloopt niet altijd vanzelfsprekend. Een kind kan problemen hebben met allerlei

Nadere informatie

Door: Prof. Dr. Ralph Bruder Directeur van het Instituut voor Ergonomie en Arbeidswetenschappen/ Technische Universiteit van Darmstadt

Door: Prof. Dr. Ralph Bruder Directeur van het Instituut voor Ergonomie en Arbeidswetenschappen/ Technische Universiteit van Darmstadt ERGONOMISCH RAPPORT Ergonomisch rapport STABILO EASYcolors / EASYgraph Door: Prof. Dr. Ralph Bruder Directeur van het Instituut voor Ergonomie en Arbeidswetenschappen/ Technische Universiteit van Darmstadt

Nadere informatie

Handschrift ontwikkeling Marjolein van Buuren

Handschrift ontwikkeling Marjolein van Buuren 2.4.1 Handschrift ontwikkeling Marjolein van Buuren Hoorcollege 1 2.4.1 taal en zaakvakken Samenhang: In werkcollege 2 wordt het win-winmodel ingezet om belangrijke begrippen uit het handschriftonderwijs

Nadere informatie

Mats* (6 jaar) is nog niet schoolrijp

Mats* (6 jaar) is nog niet schoolrijp Mats* (6 jaar) is nog niet schoolrijp Kan hij dan niet naar het eerste leerjaar? Toch wel! Al is het wel belangrijk om nog te werken aan de basisvaardigheden. Zo krijgt Mats een stevig fundament en zal

Nadere informatie

Antwoordsleutel vraag 2 t/m 9 IOF al la carte Pediatric Balance Scale

Antwoordsleutel vraag 2 t/m 9 IOF al la carte Pediatric Balance Scale Antwoordsleutel vraag 2 t/m 9 IOF al la carte Pediatric Balance Scale Hieronder staan de antwoorden beschreven voor de vragen die jullie beantwoord hebben tijdens de IOF bijeenkomst. Mochten jullie naar

Nadere informatie

Schrijven een complexe beweging

Schrijven een complexe beweging Schrijven een complexe beweging Margriet Vegter Marja Kolen Richard Koningstein mei 2009 obs Schuilingsoord Zuidlaren 1 Inhoudsopgave Hoofdstuk Blz. Hoofdstuk 1: Aanleiding en onderzoeksvraag 3 Hoofdstuk

Nadere informatie

Developmental Test of Visual Perception (DTVP-2) 2 th Edition

Developmental Test of Visual Perception (DTVP-2) 2 th Edition Een kijk op het oog (update 2012) DTVP-2 1 Developmental Test of Visual Perception (DTVP-2) 2 th Edition Omschrijving van de test Doel Doelgroep auteurs: D.D. Hammil, N.A. Pearson, & J.K. Voress uitgever:

Nadere informatie

Hoogbegaafde kinderen met een motorische ontwikkelingsachterstand

Hoogbegaafde kinderen met een motorische ontwikkelingsachterstand Hoogbegaafde kinderen met een motorische ontwikkelingsachterstand Oefentherapie Cesar kan uitkomst bieden Auteurs: Mignon Biesta Detti Steeman Het verschil zit hem in het aanbieden van de oefenstof De

Nadere informatie

Bruininks-Oseretsky Test of Motor Proficiency, second edition. Kathy Blanchaert COS Gent Potloot Gentbrugge- Lochristi Dinamo Lochristi BOT-2

Bruininks-Oseretsky Test of Motor Proficiency, second edition. Kathy Blanchaert COS Gent Potloot Gentbrugge- Lochristi Dinamo Lochristi BOT-2 Bruininks-Oseretsky Test of Motor Proficiency, second edition Kathy Blanchaert COS Gent Potloot Gentbrugge- Lochristi Dinamo Lochristi BOT-2 Inleiding BOTMP gepubliceerd in 1978 Meet grove en fijne motorische

Nadere informatie

Uit de greep van de pen.

Uit de greep van de pen. Uit de greep van de pen. Met mijn kleine fijne handjes kom ik ook in jouw wereld zien. Ik wil rekken, strekken, plooien, draaien, graaien. Met alle vingers tien. Laat me sukkelen en proberen. Geef me wat

Nadere informatie

Op stap naar het 1 e leerjaar Wat is schoolrijpheid? Ook de ouders doen er toe!

Op stap naar het 1 e leerjaar Wat is schoolrijpheid? Ook de ouders doen er toe! Op stap naar het 1 e leerjaar Wat is schoolrijpheid? Ook de ouders doen er toe! Lieven Coppens Vooraf De ontwikkeling van een kind verloopt op verschillende domeinen. Elk kind ontwikkelt op zijn eigen

Nadere informatie

Kobe* (10 jaar) heeft ernstige dyslexie

Kobe* (10 jaar) heeft ernstige dyslexie Kobe* (10 jaar) heeft ernstige dyslexie En daarmee is de kous af? Nee, natuurlijk niet! Dyslexie is een symptoom van één of meerdere obstakels in de ontwikkeling. Het is dus geen vaststaand feit waarmee

Nadere informatie

Pengrepen bij kinderen in groepen 2 tot en met 8

Pengrepen bij kinderen in groepen 2 tot en met 8 Pengrepen bij kinderen in groepen 2 tot en met 8 Mot research totaal pengrepen vier basisscholen jan 2010 Inleiding Doel van het onderzoek was om op enkele scholen te onderzoeken welke pengrepen door kinderen

Nadere informatie

Schrift 3290 SCHRIFT 1

Schrift 3290 SCHRIFT 1 Schrift Kinderen een leesbaar en verzorgd handschrift helpen verwerven behoort tot de opdrachten van de basisschool. Deze opdracht is echter niet eenvoudig. We merken dat de ontwikkeling tot een vloeiend

Nadere informatie

Leren schrijven 4/5 JAAR. Van puntjes tot lijn. Lijnen en versiering. Van lijn tot letter. Om thuis te doen

Leren schrijven 4/5 JAAR. Van puntjes tot lijn. Lijnen en versiering. Van lijn tot letter. Om thuis te doen K E O B F IJ R H C S MIJN Leren schrijven 4/5 JAAR Van puntjes tot lijn Lijnen en versiering Van lijn tot letter Om thuis te doen 2 Van school tot thuis Van school tot thuis Beste ouders, Leren schrijven

Nadere informatie

KIJK! Lijst van: Schooljaar: Groep: Leraar: Datum gesprek 1e rapport: Datum gesprek 2e rapport: KIJK! 1-2 Bazalt Educatieve Uitgaven www.bazalt.

KIJK! Lijst van: Schooljaar: Groep: Leraar: Datum gesprek 1e rapport: Datum gesprek 2e rapport: KIJK! 1-2 Bazalt Educatieve Uitgaven www.bazalt. KIJK! Lijst van: Schooljaar: Groep: Leraar: Datum gesprek : Datum gesprek : KIJK! Lijst 1. Basiskenmerken Een kind dat lekker in zijn vel zit, zal zich goed en vlot ontwikkelen. Het is van nature nieuwsgierig

Nadere informatie

Handschriftontwikkeling

Handschriftontwikkeling Handschriftontwikkeling Kennisgroep Speciaal Kennisgroep Speciaal is een samenwerkingsverband van organisaties voor speciaal (Mytyl)onderwijs gericht op het delen en ontwikkelen van kwalitatief hoogstaande

Nadere informatie

Zijn zithouding heeft de volgende kenmerken: - te dicht op papier - schouders/ hoofd scheef - rechterelleboog niet op tafel - zit onderuitgezakt

Zijn zithouding heeft de volgende kenmerken: - te dicht op papier - schouders/ hoofd scheef - rechterelleboog niet op tafel - zit onderuitgezakt Samenvatting Aangezien het niveau van de motorische - en schrijfvaardigheden van de kinderen in mijn stagegroep laag ligt, wil ik de kwaliteit van het handschrift verbeteren. In dit onderzoek geef ik antwoord

Nadere informatie

Alles over. Schrijven in de basisschool. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Schrijven in de basisschool. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Schrijven in de basisschool Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken.

Nadere informatie

Op stap naar het 1 e leerjaar

Op stap naar het 1 e leerjaar Op stap naar het 1 e leerjaar Schoolrijpheid? Ook de ouders doen er toe! Zwevegem, 26 november 2009 Lieven Coppens Inleiding Uit de kindermond Ik wil niet naar het eerste leerjaar want daar mag ik niet

Nadere informatie

Evaluatie Pilot Klasse-ergo basisschool De Bolster Amersfoort Ergotherapie Kinderen Amersfoort

Evaluatie Pilot Klasse-ergo basisschool De Bolster Amersfoort Ergotherapie Kinderen Amersfoort Evaluatie Pilot Klasse-ergo basisschool De Bolster Amersfoort Ergotherapie Kinderen Amersfoort Groep: 2 Leerkracht : Arianne van der Laan IB-er: Ria Ruyne Ergotherapeuten: Eelke van Haeften en Viviane

Nadere informatie

Doel Het in kaart brengen van de persoonlijkheid, de houding en de tevredenheid van een leerling met betrekking tot schoolgerelateerde onderwerpen

Doel Het in kaart brengen van de persoonlijkheid, de houding en de tevredenheid van een leerling met betrekking tot schoolgerelateerde onderwerpen Product Informatie Blad - PHT (Persoonlijkheid, Houding, Tevredenheid) PIB110-2010-PHT Doel Het in kaart brengen van de persoonlijkheid, de houding en de tevredenheid van een leerling met betrekking tot

Nadere informatie

Rapport Lotje H. Naam Lotje H. Geboortedatum School/Locatie Boogschutter 0-7. Schooljaar Aanmaakdatum

Rapport Lotje H. Naam Lotje H. Geboortedatum School/Locatie Boogschutter 0-7. Schooljaar Aanmaakdatum Naam Geboortedatum 2-5-2012 School/Locatie Boogschutter 0-7 Schooljaar 2017-2018 Aanmaakdatum 9-10-2017 Groep Beren 2 Leraar Lieve van W. Bazalt Basisbehoeften Basiskenmerken Een kind dat lekker in zijn

Nadere informatie

Ergotherapie bij ouderen met dementie en hun mantelzorgers: het EDOMAH programma

Ergotherapie bij ouderen met dementie en hun mantelzorgers: het EDOMAH programma Ergotherapie bij ouderen met dementie en hun mantelzorgers: het EDOMAH programma De toepassing van de richtlijn Ergotherapie aan huis bij ouderen met dementie en hun mantelzorgers Post - HBO cursus 2012

Nadere informatie

Alles over. Schrijven in de basisschool. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Schrijven in de basisschool. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Schrijven in de basisschool Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken.

Nadere informatie

Ergotherapeutische conceptrichtlijn voor de individuele behandeling van borstkankerpatiënten in de nazorgfase

Ergotherapeutische conceptrichtlijn voor de individuele behandeling van borstkankerpatiënten in de nazorgfase Ergotherapeutische conceptrichtlijn voor de individuele behandeling van borstkankerpatiënten in de nazorgfase In het kader van: Toegepast Onderzoek Kwaliteitszorg en Ondernemen Realisatiefase 18 december

Nadere informatie

Beelddenken in Beweging

Beelddenken in Beweging Beelddenken in Beweging Leren in beweging werkt effectief bij Beelddenken [ Vier krachtige oefeningen om te leren vanuit beweging en plezier! Leren in Beweging sluit aan bij het leren van Beelddenkers.

Nadere informatie

Oefenschrift. 24 oefeningen met de griffix -Waskrijtstift. Eerste oefeningen met de waskrijtstift voor een optimale bewegingsuitvoering. Naam.

Oefenschrift. 24 oefeningen met de griffix -Waskrijtstift. Eerste oefeningen met de waskrijtstift voor een optimale bewegingsuitvoering. Naam. Leren schrijven Oefenschrift Eerste oefeningen met de waskrijtstift voor een optimale bewegingsuitvoering. Naam Klas 24 oefeningen met de griffix -Waskrijtstift Leren Schrijven -systeem Succesvol leren

Nadere informatie

De schrijfsleutel INFORMATIEBROCHURE

De schrijfsleutel INFORMATIEBROCHURE De schrijfsleutel INFORMATIEBROCHURE 1 Voorwoord 3 2 De schrijfsleutel in het kort 4 3 Kinderen leren tegelijkertijd lezen en schrijven 6 4 Kinderen ontwikkelen een goed handschrift 7 5 Direct aan de slag

Nadere informatie

September: Leerkracht heeft kennis van zijn (zorg-) leerlingen dmv het overdrachtsformulier naar de volgende groep.

September: Leerkracht heeft kennis van zijn (zorg-) leerlingen dmv het overdrachtsformulier naar de volgende groep. Protocol zittenblijven In de wet voor het primair onderwijs, staat dat leerlingen de basisschool in principe in 8 aaneensluitende jaren zouden moeten kunnen doorlopen. (WPO art. 8, lid 7b). Wanneer - 1

Nadere informatie

groepsmrt Individuele MRT Groepsles Individueel handelingsplan in combinatie met groepslessen

groepsmrt Individuele MRT Groepsles Individueel handelingsplan in combinatie met groepslessen groepsmrt Elise van Weene Motoriek.nl Individuele MRT Wat kan het voordeel zijn: - Geschikt voor kinderen die (nog) erg angstig zijn - Om te wennen aan de situatie en de volwassenen om daarna te vertrouwen

Nadere informatie

Instructie. Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H Scoring. Testvolgorde en instructies

Instructie. Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H Scoring. Testvolgorde en instructies Instructie Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H. 1985 3 Scoring De therapeut scoort ieder motorische vaardigheid op een schaal van o tot 6. De test moet in een rustige ruimte worden uitgevoerd. De patiënt

Nadere informatie

Guy Bosmans, Patricia Bijttebier, Ilse Noens & Laurence Claes

Guy Bosmans, Patricia Bijttebier, Ilse Noens & Laurence Claes Inhoud Inleiding 11 Guy Bosmans, Patricia Bijttebier, Ilse Noens & Laurence Claes 1. De diagnostiek van intelligentie 13 Bea Maes, Stijn Smeets en Mark Schittekatte 1.1 Theorieën over het construct 13

Nadere informatie

KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K

KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K K.5.4 Action Research Arm (Aanbevolen meetinstrument handvaardigheid) De Action Research Arm (ARAT) evalueert de handvaardigheid. 40 Voor het afnemen van de test is een ARAT-koffer vereist. De test bestaat

Nadere informatie

Informatiebrochure gebruik van de Flexibiliteits Index Test (FIT-60)

Informatiebrochure gebruik van de Flexibiliteits Index Test (FIT-60) Informatiebrochure gebruik van de Flexibiliteits Index Test (FIT-60) Auteurs: T. Batink, G. Jansen & H.R.A. De Mey. 1. Introductie De Flexibiliteits Index Test (FIT-60) is een zelfrapportage-vragenlijst

Nadere informatie

Samenvatting Onderzoek Pilot ISO Milieuprestatiemeting

Samenvatting Onderzoek Pilot ISO Milieuprestatiemeting Samenvatting Onderzoek Pilot ISO 14001 Milieuprestatiemeting 28 november 2018 door Mart van Assem N181101 VERSI E 28 NOVEMB ER 2018 SAMENVATTING ONDERZOEK PILOT ISO 14001 MILIEUPRESTATIEMETING 1 1 Achtergrond

Nadere informatie

Het schrijven van een artikel of casus voor Oedeminus

Het schrijven van een artikel of casus voor Oedeminus Het schrijven van een artikel of casus voor Oedeminus Procedure De redactie van Oedeminus verheugt zich op uw bijdrage aan ons blad. Voor u uw kennis, inzichten en ideeën op papier zet, is het goed om

Nadere informatie

6 een mogelijke opbouw van oefeningen

6 een mogelijke opbouw van oefeningen 6 een mogelijke opbouw van oefeningen We bieden hier een oefenpakket aan, bestaande uit oefeningen die onmiddellijk in de klas of thuis kunnen worden gemaakt. Het is absoluut niet de bedoeling om een volledige

Nadere informatie

Bron: Handleiding bij feedbackkader, Marjoleine Dobbelaer, Onderwijsinspectie 2013

Bron: Handleiding bij feedbackkader, Marjoleine Dobbelaer, Onderwijsinspectie 2013 Effectief feedback geven en ontvangen Bron: Handleiding bij feedbackkader, Marjoleine Dobbelaer, nderwijsinspectie 2013 Inleiding Deze handleiding is geschreven ter ondersteuning van het gebruik van het

Nadere informatie

Symposium Zorg en onderwijs. Annemarie Tadema 8 april 2008

Symposium Zorg en onderwijs. Annemarie Tadema 8 april 2008 Symposium Zorg en onderwijs Annemarie Tadema 8 april 2008 Aanleiding onderzoek Burgerschapsparadigma: participeren in de samenleving KDC: segregatie Onderwijs: integratie/ inclusie Wet op de leerlinggebonden

Nadere informatie

Clock Drawing Test. Afkorting. Doelstelling/ beschrijving. Doelgroep. Soort meetinstrument. Afname CDT

Clock Drawing Test. Afkorting. Doelstelling/ beschrijving. Doelgroep. Soort meetinstrument. Afname CDT Clock Drawing Test Afkorting CDT Doelstelling/ beschrijving Deze test was ontwikkeld om de visueel constructieve capaciteiten te beoordelen. Later werd de test uitgebreid naar het onderzoeken van het cognitief

Nadere informatie

WRITIC groepsinterventie

WRITIC groepsinterventie WRITIC groepsinterventie Startklaar voor het schrijven! Margo van Hartingsveldt PhD Liesbeth de Vries MSc 20 mei 2019 The WRITIC story continues. 2014 2016 2019 WRITIC Groepsinterventie Startklaar voor

Nadere informatie

Versjes en liedjes bij schrijflessen

Versjes en liedjes bij schrijflessen Versjes en liedjes bij schrijflessen 1. Versjes voor algemene aandachtspunten: zit- schrijfhouding en penhantering Algemeen: Mijn voeten stevig op de grond. Tegen de leuning met mijn kont. Mijn rug is

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. De Klepel. Review 1: E. Oosterlinck, N. Ramakers Review 2: M. Jungen Invoer: E.

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. De Klepel. Review 1: E. Oosterlinck, N. Ramakers Review 2: M. Jungen Invoer: E. Uitgebreide toelichting van het meetinstrument De Klepel 0 september 2011 Review 1: E. Oosterlinck, N. Ramakers Review 2: M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking

Nadere informatie

Maakt leren schrijven. leuker. www.jufinabox.com

Maakt leren schrijven. leuker. www.jufinabox.com Maakt leren schrijven leuker www.jufinabox.com 1 op de 4 leerlingen heeft moeite met schrijven Motorische schrijfproblemen komen veel voor in het basisonderwijs. Cijfers in de literatuur variëren van 5

Nadere informatie

Post-hbo modules specialisatie kinderergotherapeut

Post-hbo modules specialisatie kinderergotherapeut Post-hbo modules specialisatie kinderergotherapeut Samenwerking opleidingen ergotherapie en Ergotherapie Nederland Margo van Hartingsveldt - HvA Jolien van den Houten - Zuyd Selma van Huijzen - HR Inge

Nadere informatie

Karakter in een notendop PRESENTATIEBUNDEL

Karakter in een notendop PRESENTATIEBUNDEL Karakter in een notendop PRESENTATIEBUNDEL Karakter in een notendop waarom een nieuwe methode schrijven? eennieuwschriftbeeld: nieuw de karakterletters karakter in het eerste leerjaar karakter kt in het

Nadere informatie

TAALONTWIKKELING 2. Activiteiten bij leren. Inspiratie:

TAALONTWIKKELING 2. Activiteiten bij leren. Inspiratie: TAALONTWIKKELING 2 Boek: Activiteiten bij leren Inspiratie: Blz. 15 Blz. 18 Blz. 39 Taalactiviteiten bij een boek Leergebieden in samenhang (kerndoelen) linken naar Taalactiviteiten rond een boek Voor

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd / hals Overige, ongespecificeerd

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd / hals Overige, ongespecificeerd Uitgebreide toelichting van het meetinstrument ComVoor Voorlopers in communicatie 31 oktober 2011 Review M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende

Nadere informatie

Motorisch functioneren in Noonan syndroom: Een interview met Noonan syndroom personen en/of hun ouders

Motorisch functioneren in Noonan syndroom: Een interview met Noonan syndroom personen en/of hun ouders Motorisch functioneren in Noonan syndroom: Een interview met Noonan syndroom personen en/of hun ouders Ellen Croonen, AIOS kindergeneeskunde Radboudumc Inhoudsopgave Achtergrond Doel Methode Resultaten

Nadere informatie

Ik schrijf met pl ezier

Ik schrijf met pl ezier Ik schrijf met pl ezier Handleiding letterkaarten (Junior Adviseurs) Ingrid van den Berg Marylon Brouwer Anouk Postuma Lisanne Vos (Senior Adviseur) Anneco van der Toorn 22 juni 2010 In opdracht van: o.b.s.

Nadere informatie

Aanbod scholingen PEDI-NL November 2010 SCHOLINGEN PEDI-NL

Aanbod scholingen PEDI-NL November 2010 SCHOLINGEN PEDI-NL SCHOLINGEN PEDI-NL De PEDI-NL is de Nederlandse vertaling en bewerking van Pediatric Evaluation of Disability Inventory. Met de PEDI kan de mate van zelfstandigheid in het uitvoeren van de dagelijkse activiteiten

Nadere informatie

Getallen 1 is een programma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip).

Getallen 1 is een programma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip). Getallen 1 Getallen 1 is een programma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip). Doelgroep Rekenen en Wiskunde Getallen 1 Getallen 1 is geschikt voor groep 7 en 8 van de basisschool

Nadere informatie

Schrijven aan Sinterklaas voor het BO

Schrijven aan Sinterklaas voor het BO Schrijven aan Sinterklaas voor het BO Opdracht aan de kinderen: schrijf een creatief-brief aan Sinterklaas en win een prijs! Opdracht leerkracht: kinderen begeleiden bij fijn motorische oefeningen en het

Nadere informatie

COGNITIEVE REVALIDATIE THERAPIE VOOR KINDEREN, ADOLESCENTEN EN VOLWASSENEN

COGNITIEVE REVALIDATIE THERAPIE VOOR KINDEREN, ADOLESCENTEN EN VOLWASSENEN VOOR KINDEREN, ADOLESCENTEN EN VOLWASSENEN CURSUS VOOR ERGOTHERAPEUTEN OPLEIDING TOT CPCRT-GECERTIFICEERD THERAPEUT De cursus richt zich op de ergotherapeutische diagnostiek, benadering en behandeling

Nadere informatie

. In een notendop. Over de auteur

. In een notendop. Over de auteur Boek : DCD-hulpgids voor leerkrachten. Achtergrond en adviezen bij de motorische coördinatiestoornis. Auteur : Eelke van Haeften 2009, Pica ISBN: 9789077671276 Bespreker : Sofie Bruyneel Datum : april

Nadere informatie

Mobiliteit in al haar facetten. Re-integratieteam & sporttherapeuten UZ Leuven

Mobiliteit in al haar facetten. Re-integratieteam & sporttherapeuten UZ Leuven Mobiliteit in al haar facetten Re-integratieteam & sporttherapeuten UZ Leuven I. Inleiding Wat is mobiliteit? ICF: veranderen van lichaamshouding of locatie; van de ene naar andere plaats gaan; dragen,

Nadere informatie

Faculteit Ontwerpwetenschappen Handleiding Opstellen van een toetsmatrijs Versie 15/04/2015

Faculteit Ontwerpwetenschappen Handleiding Opstellen van een toetsmatrijs Versie 15/04/2015 Faculteit Ontwerpwetenschappen Handleiding Opstellen van een toetsmatrijs Versie 15/04/2015 FOW Handleiding toetsmatrijzen 1 Inhoud Woord vooraf... 3 DEEL 1: Theoretische achtergrond... 4 1. Kwaliteitsvol

Nadere informatie

Protocol 1: Ergotherapie voor mensen met dementie en hun mantelzorgers aan huis (EDOMAH)

Protocol 1: Ergotherapie voor mensen met dementie en hun mantelzorgers aan huis (EDOMAH) VitaDem-studie: vitaal blijven en meedoen, ondersteuning op maat voor mensen met dementie en hun naasten VitaDem interventies Protocol 1: Ergotherapie voor mensen met dementie en hun mantelzorgers aan

Nadere informatie

STIMULIZ Leerlingvolgsysteem 0 24 jaar Gezondheidsvolgsysteem 0 80?

STIMULIZ Leerlingvolgsysteem 0 24 jaar Gezondheidsvolgsysteem 0 80? www.stimuliz.nl STIMULIZ Leerlingvolgsysteem 0 24 jaar Gezondheidsvolgsysteem 0 80? Stimuliz is een softwaresysteem waarmee kinderen van 0 tot 24 jaar gevolgd kunnen worden in hun ontwikkeling. Een systeem

Nadere informatie

Aanbevelingen handschrift en tablet BO VO

Aanbevelingen handschrift en tablet BO VO Primas Scholen Groep Aanbevelingen handschrift en tablet BO VO De BOVO-werkgroep Handschrift en tablet Basisonderwijs: Mirjam Krijger, Prisma-scholengroep (St. Jozefschool) Gwendolijn Meulenbroek, Onze

Nadere informatie

TAAL EN LEESMETHODEN Begrijpend Lezen Goed Gelezen

TAAL EN LEESMETHODEN Begrijpend Lezen Goed Gelezen TAAL EN LEESMETHODEN Begrijpend Lezen Goed Gelezen Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze methode zijn te vinden op www.taalpilots.nl en www.rekenpilots.nl. De rubriek implementatiekoffer

Nadere informatie

Getallen 1 is een computerprogramma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip).

Getallen 1 is een computerprogramma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip). Getallen 1 Getallen 1 is een computerprogramma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip). Doelgroep Rekenen en Wiskunde Getallen 1 Getallen 1 is geschikt voor groep 7 en 8 van de basisschool

Nadere informatie

Bayley III-NL Motoriekschaal

Bayley III-NL Motoriekschaal White paper Bayley III-NL Motoriekschaal Algemene introductie op de Bayley-III-NL Motoriekschaal, vergelijking met de vorige versie, de BSID-II-NL Motorische Schaal White paper 1 www.pearsonclinical.nl

Nadere informatie

Manual: handleiding opstarten Skills Lab

Manual: handleiding opstarten Skills Lab Manual: handleiding opstarten Skills Lab Dit is een handleiding voor professionals die zelf een Skills Lab willen starten. Skills Lab wil de werkmogelijkheden voor mensen met ASS vergroten door hen te

Nadere informatie

Hieronder volgt een beknopte uitleg van de begrippen die u in het rapport zult tegenkomen.

Hieronder volgt een beknopte uitleg van de begrippen die u in het rapport zult tegenkomen. Onderbouwrapport In het onderbouwrapport waarderen wij alle genoemde aspecten ten opzichte van de leeftijd. Een waardering wordt uitgedrukt in een cijfer. U kunt via de beknopte omschrijvingen in het rapport

Nadere informatie

Om de bewegingsachterstand in te halen zijn er twee wegen.

Om de bewegingsachterstand in te halen zijn er twee wegen. Wat is Motorische Remedial Teaching? M.R.T. is samen met ouders en leerlingen d.m.v. het bewegen, werken aan achterstanden in de ontwikkeling van kinderen. Het uitgangspunt van M.R.T. is dat je kijkt naar

Nadere informatie

CREATIEF VERMOGEN. Andrea Jetten, Hester Stubbé

CREATIEF VERMOGEN. Andrea Jetten, Hester Stubbé CREATIEF VERMOGEN Andrea Jetten, Hester Stubbé OPDRACHT Creativitief vermogen meetbaar maken zodat de ontwikkeling ervan gestimuleerd kan worden bij leerlingen. 21st century skills Het uitgangspunt is

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Nijmeegse Pragmatiek Test (NPT) 1 Algemene gegevens

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Nijmeegse Pragmatiek Test (NPT) 1 Algemene gegevens Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Nijmeegse Pragmatiek Test (NPT) Maart 2017 Review: 1. Sonja Bauhoff 2. Eveline van Engelen Invoer: Marsha Bokhorst 1 Algemene gegevens Lichaamsregio Aandoening

Nadere informatie

Fabel Positieve feedback in het schrijfschrift zorgt ervoor dat kinderen leesbaar leren schrijven.

Fabel Positieve feedback in het schrijfschrift zorgt ervoor dat kinderen leesbaar leren schrijven. Fabel of feit? Auteurs: Annelies de Hoop & Johannes Noordstar Goed zo! Kinderen leren leesbaar schrijven door positieve feedback. Kerndoel van het schrijfonderwijs is dat leerlingen gedurende de basisschool

Nadere informatie

Oefenschrift. Naam. Klas

Oefenschrift. Naam. Klas Leren schrijven Oefenschrift Oefeningen met het vulpotlood volgend op de waskrijtstift voor een optimale bewegingsuitvoering en als voorbereiding op eerste schrijfoefeningen.. Naam Klas Leren Schrijven

Nadere informatie

Overgangsprotocol VPCO

Overgangsprotocol VPCO Overgangsprotocol VPCO Vastgesteld november 2015 Overgangsprotocol FO-scholen Inleiding Ieder kind heeft recht op een ononderbroken ontwikkeling binnen het Funderend Onderwijs. In principe doorlopen leerlingen

Nadere informatie

weken na het ontstaan van het hersenletsel niet zinvol is. Geheugen Het is aangetoond dat compensatietraining (het aanleren van

weken na het ontstaan van het hersenletsel niet zinvol is. Geheugen Het is aangetoond dat compensatietraining (het aanleren van Richtlijn Cognitieve revalidatie Niveau A (1) Het is aangetoond dat.. Aandacht Het is aangetoond dat aandachtstraining gedurende de eerste 6 weken na het ontstaan van het hersenletsel niet zinvol is. Geheugen

Nadere informatie

DEELBEWEGING 1 VAN HET SCHRIJVEN: LINKSHANDIG VERSUS RECHTSHANDIG

DEELBEWEGING 1 VAN HET SCHRIJVEN: LINKSHANDIG VERSUS RECHTSHANDIG DEELBEWEGING 1 VAN HET SCHRIJVEN: LINKSHANDIG VERSUS RECHTSHANDIG LINKSHANDIG RECHTSHANDIG DEELBEWEGING 2 VAN HET SCHRIJVEN: LINKSHANDIG VERSUS RECHTSHANDIG LINKSHANDIG RECHTSHANDIG DEELBEWEGING 3 VAN

Nadere informatie

Overzicht competenties Schrijven

Overzicht competenties Schrijven Overzicht competenties Schrijven Inleiding De insteek bij alle hbo-opleidingen is om in de komende jaren een competentiegerichte aanpak te gaan hanteren. De bedoeling daarbij is om onder andere de student

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Pediatric Volitional Questionnaire (PVQ) December 2013 Review: 1) G. Hodenius, J. Issel, J. Ohl 2) J.B.Grondal Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens

Nadere informatie

Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument. Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid

Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument. Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid De gebruikers 1200 gezondheidsbevorderaars, voorlichters en preventiewerkers, werkzaam bij: GGD

Nadere informatie

Doorverwijzen naar het voortgezet onderwijs

Doorverwijzen naar het voortgezet onderwijs Doorverwijzen naar het voortgezet onderwijs Ouderversie 1 Inhoudsopgave Inleiding... 3 1. De plaatsingswijzer... 4 2. Uitstroomprofielen in groep 6... 5 3. Voorlopig advies in groep 7... 6 4. Advisering

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

JSW JAARGANG 93, MAART 2009. Vincent van den Hoogen. Een schrijf

JSW JAARGANG 93, MAART 2009. Vincent van den Hoogen. Een schrijf Vincent van den Hoogen Een schrijf 12 Voor ieder kind Alger van Hagen instrument op maat Het gebruik van vulpennen en ander schrijfmateriaal geeft in veel schoolteams hoofdbrekens. De meningen over aanschaf

Nadere informatie

Protocol. Kinderoefentherapie

Protocol. Kinderoefentherapie Protocol Kinderoefentherapie Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Samenwerking 4 3 Signalering 5 4 Verwijzing 6 5 Behandeling 7 6 In schema 8 7 Ouders 9 Bijlagen 1 Formulier Aanvraag buitengewoon verlof in verband

Nadere informatie

Gerichte instructie in lezen en spellen voorkomt lees- en spellingproblemen bij (vrijwel) alle leerlingen op Het Kofschip

Gerichte instructie in lezen en spellen voorkomt lees- en spellingproblemen bij (vrijwel) alle leerlingen op Het Kofschip Prof. dr. Anna M.T. Bosman 1 Gerichte instructie in lezen en spellen voorkomt lees- en spellingproblemen bij (vrijwel) alle leerlingen op Het Kofschip 1 Inleiding Het Kofschip is een reguliere openbare

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

HANDLEIDING Groepsplan. Doelen

HANDLEIDING Groepsplan. Doelen HANDLEIDING Groepsplan Met behulp van deze handleiding kunt u beoordelen of het gemaakte groepsplan aan de principes van Opbrengst Gericht Werken voldoet. Op basis van de naar voren gekomen punten kunt

Nadere informatie

Handleiding Delphi methode

Handleiding Delphi methode IJBURGCOLLEGE.NL Handleiding Delphi methode & 02-06-2012 Inleiding Deze handleiding biedt een stapsgewijze beschrijving van de afname van de Delphi methode. Aan de hand van deze methode kunnen de ervaringen

Nadere informatie

Cursus. Netwerk versterken

Cursus. Netwerk versterken Cursus Netwerk versterken Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Lieke Helmes Inhoudelijke redactie: Agnes Schouten Titel: Netwerk versterken ISBN:

Nadere informatie

Werkmap. Opdrachtgever OBS De Klim-Op te Bovenkarspel Tom Velkers en Emmy Kok. Junioradviseurs Ingrid den Haan Esther Hiele Suzan Kok

Werkmap. Opdrachtgever OBS De Klim-Op te Bovenkarspel Tom Velkers en Emmy Kok. Junioradviseurs Ingrid den Haan Esther Hiele Suzan Kok Werkmap Hoe leerkrachten tijdig eventuele schrijf- en motoriekproblematiek kunnen signaleren bij kinderen in de onderbouw en hoe zij hen adequate begeleiding kunnen bieden, zodat het kind kan blijven participeren

Nadere informatie

Inleiding. Ophalen en neerhalen (1e van 2 lessen) groep 7/8

Inleiding. Ophalen en neerhalen (1e van 2 lessen) groep 7/8 Ophalen en neerhalen (1e van 2 lessen) groep 7/8 Inleiding De methode " " is grafo-cognitief. Dit houdt in dat de vaardigheid van de kinderen wordt geoefend, in samenhang met hun letterkennis. In deze

Nadere informatie