EurotestXE MI 3102 BT Gebruikshandleiding versie

Transcriptie

1 + EurotestXE MI 3102 BT versie

2 Fabrikant: METREL d.d. Ljubljanska cesta Horjul Slovenië website: De CE-markering op uw apparatuur geeft aan dat deze apparatuur voldoet aan de Europese richtlijnen inzake veiligheid en elektromagnetische compatibiliteit 2014 METREL De handelsnamen Metrel, Smartec, Eurotest en Autosequence zijn in Europa en andere landen geregistreerde handelsmerken of handelsmerken waarvoor registratie is aangevraagd. Niets uit deze uitgave mag op enigerlei wijze worden gereproduceerd of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van Metrel. 2

3 Inhoudsopgave 1 Opstarthandleiding Veiligheids- en bedieningsoverwegingen Beschrijving van het instrument Front- en aansluitpaneel Beschrijving van het instrument Betekenis van de symbolen Bedrijfsmodus/meetfuncties selecteren Omgang met batterijen Onderhoud Zekeringen vervangen Garantie en reparatie Gebruikershandleiding... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 2.1 Meetleidingen compenseren(nullen)... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 2.2 Metingen Spanning, frequentie en fasevolgorde Isolatieweerstand Weerstand van de aardverbinding en potentiaalvereffening Aardlekschakelaartest... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd Aardcircuitimpedantie Inwendige impedantie PE-geleiderweerstand Aardverspreidingsweerstand Vermogensmeting Harmonischen Stroom Lekstromen bij enkelvoudige fout in IT-voedingssysteem (ISFL) Testen isolatiewachters (IMD) in IT-voedingssysteem Lichtsterktemeting (lux)... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 2.3 Automatische testvolgorde

4 Opstarthandleiding 1 Opstarthandleiding 1.1 Veiligheids- en bedieningsoverwegingen Veiligheidswaarschuwingen algemene informatie Dit document is geen aanvulling op de volledige gebruiksaanwijzing! (CD-rom) Het symbool op het instrument betekent 'Lees de gebruiksaanwijzing zeer aandachtig door voor een veilige bediening'. Bij dit symbool is een actie vereist! Als de testapparatuur wordt gebruikt op een manier die niet in deze handleiding staat beschreven, kan dit een nadelige invloed hebben op de bescherming die de apparatuur biedt! Lees deze handleiding zorgvuldig door omdat het instrument anders gevaarlijk kan zijn voor de gebruiker, het instrument zelf of de geteste apparatuur! Gebruik het instrument of de accessoires niet als u beschadiging constateert! Zorg ervoor dat alle algemeen bekende voorzorgsmaatregelen zijn getroffen om bij het werken met gevaarlijke spanningen het risico van elektrische schokken te vermijden! Als een zekering defect is, moet u voor het vervangen ervan de instructies in deze handleiding naleven! Gebruik alleen de gespecificeerde zekeringen! Gebruik het instrument niet met AC-voedingen met spanningen boven 550 VAC. Service-, reparatie- of afstelwerkzaamheden aan de instrumenten of accessoires mogen uitsluitend worden uitgevoerd door gekwalificeerd en bevoegd personeel! Gebruik uitsluitend standaard of optionele testaccessoires die door KWx worden geleverd! Denk eraan dat de beschermingsklasse van een aantal accessoires lager is dan die van het instrument. De meetpennen en het bedieningselement zijn voorzien van afneembare doppen. Als deze worden verwijderd, neemt de beschermingsklasse af tot CAT II. Controleer de markeringen op de accessoires! Zonder dop, pen 18 mm: CAT II tot 1000 V Met dop, pen 4 mm: CAT II 1000 V / CAT III 600 V / CAT IV 300 V Het instrument wordt geleverd met oplaadbare NiMH-batterijen. Vervang de batterijen uitsluitend door batterijen van hetzelfde type als aangegeven op het etiket op het batterijenvak of zoals beschreven in deze handleiding. Gebruik geen standaard alkalinebatterijen als de voedingsadapter is aangesloten: de batterijen kunnen exploderen! In het instrument zijn gevaarlijke spanningen aanwezig. Koppel alle meetkabels los, verwijder de voedingskabel en schakel het instrument uit voordat u het klepje van het batterijenvak verwijdert. Nooit een spanningsbron aansluiten op ingang C1. Deze is alleen bedoeld voor aansluiting van stroomtangen. De maximale ingangsspanning is 3 V! Alle normale veiligheidsmaatregelen moeten worden getroffen om het risico van elektrische schokken tijdens werkzaamheden aan de elektrische installatie te voorkomen! 4

5 Opstarthandleiding Veiligheidswaarschuwingen metingen Isolatieweerstand Isolatieweerstandsmetingen mogen uitsluitend worden uitgevoerd op ontladen objecten! Raak het testobject niet aan tijdens de meting of als het niet volledig is ontladen! Risico van elektrische schokken! Als een isolatieweerstandsmeting is uitgevoerd op een capacitief object, mag het niet onmiddellijk automatisch worden ontladen! De waarschuwing en de werkelijke spanning worden tijdens het ontladen weergegeven totdat de spanning lager is dan 30 V. Sluit de meetaansluitingen niet aan op een externe spanning van meer dan 600 V (AC of DC) om beschadiging van het instrument te voorkomen! Doorgangsmetingen Doorgangsmetingen mogen uitsluitend worden uitgevoerd op ontladen objecten! Parallelle lussen kunnen de testresultaten beïnvloeden. PE-klem testen Als spanning wordt geconstateerd op de geteste PE-klem, moet u onmiddellijk alle metingen stoppen en ervoor zorgen dat de oorzaak van de fout wordt verholpen voordat u verder gaat! Veiligheidswaarschuwingen batterijen Als het instrument is aangesloten op een installatie, kan er in het batterijenvak een gevaarlijke spanning aanwezig zijn! Als batterijen worden vervangen of als het klepje van het batterijen- /zekeringenvak wordt geopend, moeten eerst alle meetaccessoires die op het instrument zijn aangesloten worden losgekoppeld en moet het instrument worden uitgeschakeld. Zorg ervoor dat de batterijen correct worden geplaatst omdat het instrument anders niet werkt en de batterijen ontladen kunnen worden. Alkalinebatterijen nooit opladen! Gebruik alleen de voedingsadapter die door de fabrikant van de testapparatuur is geleverd! Veiligheidswaarschuwingen bedieningstoestel Meetcategorie van de bedieningstoestellen: Meetsteker met bedieningselement A V CAT II Meetpen met bedieningselement A 1401 (zonder dop, pen 18 mm) 1000 V CAT II / 600 V CAT II / 300 V CAT II Meetpen met bedieningselement A 1401 (met dop, pen 4 mm) 1000 V CAT II / 600 V CAT III / 300 V CAT IV De meetcategorie van de bedieningstoestellen kan lager zijn dan de beschermingsklasse van het instrument. Als een gevaarlijke spanning wordt geconstateerd op de geteste PE-klem, moet u onmiddellijk alle metingen stoppen en ervoor zorgen dat de oorzaak van de fout wordt verholpen! Als batterijen worden vervangen of als het klepje van het batterijenvak wordt geopend, moet eerst het meetaccessoire dat op het instrument en de installatie is aangesloten worden losgekoppeld. 5

6 Opstarthandleiding 1.2 Beschrijving van het instrument Front- en aansluitpaneel Legenda: 1 LCD Matrixdisplay met 128 x 64 punten en achtergrondverlichting. 2 PIJL OMHOOG Wijzigt de geselecteerde parameter. 3 PIJL OMLAAG 4 TEST Start metingen. TEST Fungeert ook als de PE-contactelektrode. 5 ESC Gaat een niveau terug. 6 TAB Selecteert de parameters in de geselecteerde functie. 7 Achtergrondverlichting, contrast Wijzigt de achtergrondverlichting en het contrast ON/OFF 9 HELP/CAL Functiekeuzetoets RECHTS Functiekeuzetoets LINKS Schakelt het instrument aan (ON) of uit (OFF). Het instrument gaat automatisch uit na vijftien minuten nadat de laatste toets is ingedrukt. Opent de helpmenu's. Kalibreert de meetkabels bij de CONTINUTITY-functies (doorgangstest). Start de Z REF -meting in de subfunctie Voltage drop (spanningsverlies). Selecteert de test-/meetfuncties 12 MEM Slaat gegevens op in het geheugen/haalt gegevens op uit het geheugen van het instrument. Slaat de kleminstellingen op. 13 Groene leds Rode leds Geven aan of het resultaat PASS (GOED) of FAIL (NIET GOED) is. 6

7 Opstarthandleiding Legenda: 1 Testaansluiting Meetingangen/commando ingangen 2 Laderaansluiting 3 USB-aansluiting Communicatie met de USB-poort (1.1) van de pc. 4 Beschermkap 5 C1 Meetingang voor de stroomtang 6 PS/2-aansluiting Communicatie met de seriële poort van de pc Aansluiting voor optionele meetadapters Aansluiting voor een barcode-/rfid-lezer 7

8 Opstarthandleiding 1.3 Beschrijving van het instrument Betekenis van de symbolen Netspanningsmonitor Deze spanningsmonitor geeft online de spanningen op de meetaansluitingen en informatie over actieve meetaansluitingen weer in de meetmodus voor AC-installaties. Online spanningen worden samen met het symbool voor de meetaansluiting weergegeven. Alle drie de aansluitingen worden gebruikt voor de geselecteerde meting. Online spanningen worden samen met het symbool voor de meetaansluiting weergegeven. De L- en N-meetaansluitingen worden gebruikt voor de geselecteerde meting. L en PE zijn actieve meetaansluitingen; de N-aansluiting moet ook worden aangesloten voor de juiste ingangsspanningconditie. De polariteit van de testspanning op de uitgangen L en N. Batterij-indicatie Indicatie van de batterijcapaciteit. Batterijcapaciteit is laag. De batterij is te zwak om een correct resultaat te kunnen garanderen. Vervang de batterijen of laad ze op. Opladen is bezig (als de voedingsadapter is aangesloten). Meldingen De meting is bezig, lees de weergegeven waarschuwingen. De condities op de ingangen staan de start van de meting toe; lees de overige waarschuwingen en meldingen. De condities op de ingangen staan de start van de meting niet toe; lees de waarschuwingen en meldingen. Aardlekschakelaar is uitgeschakeld tijdens de meting (bij RCD-functies). Draagbare aardlekschakelaar geselecteerd (PRCD). Het instrument is oververhit. De meting is geblokkeerd totdat de temperatuur daalt tot onder de toegestane grenswaarde. Het resultaat/de resultaten kan/kunnen worden opgeslagen. Tijdens de meting is veel elektrische ruis geconstateerd. De resultaten kunnen nadelig beïnvloed zijn. L en N zijn verwisseld. Waarschuwing! De meetaansluitingen staan onder spanning. 8

9 Opstarthandleiding Waarschuwing! Gevaarlijke spanning op de PE-klem! Stop de meetactiviteit onmiddellijk en verhelp de fout/het verbindingsprobleem voordat u verder gaat! De meetkabelweerstand wordt bij doorgangsmetingen niet gecompenseerd. De meetkabelweerstand wordt bij doorgangsmetingen gecompenseerd. Hoge aardweerstand van de meetsonde. De resultaten kunnen nadelig beïnvloed zijn. Te kleine stroom voor de gewenste nauwkeurigheid. De resultaten kunnen nadelig beïnvloed zijn. Controleer bij Current Clamp Settings (stroomtanginstellingen) of de gevoeligheid van de stroomklem vergroot kan worden. Het meetsignaal is buiten het bereik (begrensd). De resultaten worden negatief beïnvloed. Eén fout in het IT-systeem. (alleen bij model MI 3102 BT) Zekering F1 is gesprongen. Geluidssignalen Ononderbroken signaal Waarschuwing! Er is een gevaarlijke spanning op de PE-klem gedetecteerd! Resultaten Het meetresultaat ligt binnen de vooringestelde grenswaarden (PASS GOED). Het meetresultaat ligt buiten de vooringestelde grenswaarden (FAIL FOUT). De meting wordt afgebroken. Lees de weergegeven waarschuwingen en meldingen. 1.4 Bedrijfsmodus/meetfuncties selecteren Selecteert de juiste bedrijfsmodus Schakelt de geselecteerde bedrijfsmodus in Selecteert de meetfunctie Selecteert de subfunctie Selecteert de waarde van de parameter/grenswaarde Selecteert parameters/grenswaarden 9

10 Opstarthandleiding Start de meting 1.5 Omgang met batterijen Neem de veiligheidswaarschuwingen in acht! Zorg ervoor dat de batterijen correct worden geplaatst omdat het instrument anders niet werkt en de batterijen ontladen kunnen worden. Als het instrument langdurig niet wordt gebruikt, moeten alle batterijen uit het batterijenvak worden verwijderd om het instrument tegen lekkende batterijen te beschermen. Gebruik alkalinebatterijen of oplaadbare NiMH-batterijen van het type AA. Alkalinebatterijen nooit opladen! De batterijen worden opgeladen zodra de voedingsadapter wordt aangesloten op het instrument. De geïntegreerde veiligheidskringen regelen het opladen. Polariteit van de voedingsaansluiting 10

11 Opstarthandleiding 1.6 Onderhoud Zekeringen vervangen Onder de achterklep van het Eurotest-instrument zitten drie zekeringen. F1 M 0,315 A / 250 V, 20 5 mm Deze zekering beschermt de interne kringen tegen doorgangsmeetfuncties als de meetpennen tijdens de meting per vergissing op de netvoeding worden aangesloten. F2, F3 F 4 A / 500 V, 32 6,3 mm (uitschakelvermogen: 50 ka) Zekeringen voor de algemene bescherming van de ingangen van de meetaansluitingen L/L1 en N/L2. Waarschuwingen: Koppel alle meetkabels/accessoires los van het instrument en de installatie en schakel het instrument uit voordat u het klepje van het batterijen-/zekeringenvak opent. In het instrument kan een gevaarlijke spanning aanwezig zijn. Vervang gesprongen zekeringen door zekeringen van exact hetzelfde type. Een verkeerde zekering in het instrument kan de veiligheid van de bediener nadelig beïnvloeden en/of het instrument beschadigen. Als een zekering in het instrument defect is, moet u voor het vervangen ervan de instructies in de handleiding in acht nemen! Legenda: 1 Zekering F1 M 315 ma / 250 V 2 Zekeringen F2 en F3 F 4 A / 500 V (uitschakelvermogen: 50 ka) 3 Serienummerlabel 4 Batterijen Type AA, alkaline/oplaadbaar NiMH 11

12 Opstarthandleiding 1.7 Garantie en reparatie Alle mogelijk defecte onderdelen moeten worden teruggestuurd naar KWx /Metrelmet informatie over de opgetreden fout. Het is raadzaam om defecte apparaten terug te sturen naar KWx/Metrel via de handelaar bij wie u het product hebt gekocht. Alle defecte producten worden binnen de garantieperiode vervangen of gerepareerd. Defecte producten worden alleen volledig gerestitueerd als er geen geschikt vervangingsexemplaar beschikbaar is. Verzendkosten/kosten voor de retourzending worden niet vergoed. KWx/Metrel is niet aansprakelijk voor verlies of beschadiging door het gebruik of de prestaties van de producten. In geen geval is KWx/Metrel aansprakelijk ten opzichte van de klant of zijn klanten voor bijzondere, indirecte, incidentele, morele of als straf bedoelde schade die het gevolg is van verlies of gebruik, onderbreking van de bedrijfsvoering of winstderving, zelfs als KWx/ Metrel is geïnformeerd over de mogelijkheid van dergelijke schade. Als de garantie voor het product van de klant is verlopen maar het product gerepareerd dient te worden, zal er een prijsopgave worden gemaakt, direct of via de handelaar die het instrument heeft teruggestuurd. Opmerkingen: Bij elke ongeautoriseerde reparatie of kalibratie van het instrument vervalt de garantie van het product. Op alle verkopen zijn de standaardvoorwaarden van KWx/Metrel van toepassing. KWX/ Metrel behoudt zich het recht voor om te allen tijde de voorwaarden te wijzigen. Typografische fouten, tikfouten of andere fouten of weglatingen in de verkoopdocumenten, de offerte, de prijslijst, de orderbevestiging, de factuur of overige documentatie of verstrekte informatie van Metrel worden gecorrigeerd zonder enige aansprakelijkheid van de verkoper. Wijzigingen aan specificaties en ontwerpen van producten door Metrel zonder voorafgaande kennisgeving aan de klant voorbehouden. Metrel behoudt zich het recht voor de productspecificaties te wijzigen als dat nodig is om te voldoen aan de geldende wettelijke of Europese vereisten of, als producten moeten worden geleverd volgens de specificaties van Metrel, als deze de kwaliteit of de prestaties van het product niet wezenlijk beïnvloeden. Als een voorwaarde ongeldig of nietig is, blijven de overige voorwaarden onverminderd van kracht; KWx/Metrel aanvaardt geen aansprakelijkheid voor vertragingen of niet-nakoming als de oorzaak hiervan voor KWx/Metrel op overmacht berust; Geen order die door Metrel is aanvaard, kan door de klant worden geannuleerd tenzij na schriftelijk akkoord van Metrel en op voorwaarde dat de klant volledige aansprakelijkheid aanvaardt voor alle verliezen (inclusief winstderving), kosten (inclusief alle arbeidskosten en gebruikte materialen), schadevergoedingen, toeslagen en uitgaven van Metrel die het gevolg zijn van de annulering. De minimumkosten voor een dergelijke annulering bedragen 25% van de totale waarde van de bestelde producten. Zie algemene leveringsvoorwaarden van KWx 12

13 2 2.1 Meetleidingen compenseren(nullen) 1. Stel de functie in. RLOW of CONTINUITY 2. Compenseer de weerstand van het meetkabelsschema. Kortgesloten meetkabels 3. Druk op de -toets. 4. Druk op de CAL-toets. Nadat de meetkabel zijn gecompenseerd, wordt de eerste gemeten waarde en vervolgens 0,00 weergegeven. Als de compensatie succesvol is, wordt de ndicator CONTINUITY. getoond in de menu's RLOW en De gemeten waarde moet gecompenseerd worden. De weergegeven gecompenseerde waarde is nu

14 2.2 Metingen Spanning, frequentie en fasevolgorde 1. Stel de functie in. 2. Aansluitschema's Aansluiting van de meetsteker met bedieningselement en de drie-aderige meetkabel in een éénfasig systeem Aansluiting van de drie-aderige meetkabel en een optionele adapter in een driefasig systeem 3. Bekijk de resultaten en sla ze op met een druk op de MEM-toets. Uln... Spanning tussen de fase- en nulleider Ulpe... Spanning tussen de fase- en aardleider Unpe.. Spanning tussen de nul- en aardleider f... Frequentie U12... Spanning tussen de fasen L1 en L2 U13... Spanning tussen de fasen L1 en L3 U23... Spanning tussen de fasen L2 en L Juiste aansluiting draairichting rechtsom Onjuiste aansluiting draairichting linksom f... Frequentie 14

15 2.2.2 Isolatieweerstand 1. Stel de functie in. 2. Stel de parameters en de grenswaarden in. Nominale testspanning [50 V, 100 V, 250 V, 500 V, 1000 V] Minimale isolatieweerstand [OFF, 0,01 M 200 M ] 3. Aansluitschema Aansluiting van de drie-aderige meetkabel en meetpen met bediening 4. Druk op de -toets en houd deze ingedrukt totdat het resultaat is gestabiliseerd. 5. Bekijk de resultaten en sla ze op met een druk op de MEM-toets. R... Isolatieweerstand Um... Testspanning (werkelijke waarde) 15

16 2.2.3 Weerstand van de aardverbinding en potentiaalvereffening 1. Stel de functie in. 2. Stel de subfunctie en de grenswaarde in. Weerstandsmeting subfunctie [R LOWΩ, CONTINUITY] Maximumweerstand [OFF, 0,1 Ω 20,0 Ω] Zoemer (alleen bij de subfunctie CONTINUITY (doorgang) [ON, OFF] 3. Aansluitschema's Aansluiting van de drie-aderige meetkabel plus optionele verlengkabel Toepassingen van de meetpen met bediening en een drie-aderige meetkabel 4.a Subfunctie R LOW : Druk op de -toets. 4.b Subfunctie CONTINUITY (doorgang): Druk op de -toets om een continumeting te starten. Druk opnieuw op de TEST-toets om de meting te stoppen 16

17 5. Bekijk de resultaten en sla ze op met een druk op de MEM-toets. R... R LOWΩ-weerstand R+... Resultaat bij een positieve polariteit R-... Resultaat bij een negatieve testpolariteit R... CONTINUITY-weerstand (doorgang) 17

18 2.2.4 Aardlekschakelaartest 1. Stel de functie in. 2. Stel de subfunctie, parameters en grenswaarden in. Test subfuncties aardlekschakelaar (RCD) Aanraakspanning Uc, Aanspreektijd RCD t, Aanspreekstroom RCD I, RCD autotest] Nominale aanspreekstroom van de aardlekschakelaar I N [10 ma, 30 ma, 100 ma, 300 ma, 500 ma, 1000 ma] Type aardlekschakelaar [AC, A, F, B, B+] Startpolariteit [,,,,, ] Karakteristiek en keuze draagbare aardlekschakelaar (PRCD) [selectief, vertraagd, algemeen, niet vertraagd, PRCD, PRCD-K, PRCD-S] Vermenigvuldigingsfactor voor de teststroom [½, 1, 2, 5 I N ] Aanraakspanningsgrenswaarde [25 V, 50 V] 3. Aansluitschema De meetsteker met bediening en de drie-aderige meetkabel aansluiten 4. Druk op de -toets. 18

19 5. Bekijk de resultaten (druk ingeval van meerdere schermen op de HELP-toets) en druk op de MEMtoets om ze op te slaan. Uc Aanraakspanning R1, Aardweerstand t Uitschakeltijd Uc Aanraakspanning bij nominale I N I Uitschakelstroom Uci Aanraakspanning bij uitschakelstroom I of eindwaarde ingeval de aardlekschakelaar niet reageert t Uitschakeltijd x1... Stap 1 uitschakeltijd (I =I N, 0º) x1... Stap 2 uitschakeltijd (I =I N, 180º) x5... Stap 3 uitschakeltijd (I =5 I N, 0º) x5... Stap 4 uitschakeltijd (I =5 I N, 180º) x½... Stap 5 uitschakeltijd (I =½ I N, 0º) x½... Stap 6 uitschakeltijd (I =½ I N, 180º) I... Stap 7 uitschakelstroom (0º) I... Stap 8 uitschakelstroom (180º) Uc... Aanraakspanning bij I N 19

20 2.2.5 Aardcircuitimpedantie 1. Stel de functie in. 2. Stel de subfunctie, parameters en grenswaarden in. Subfunctie aardcircuitimpedantie [Zloop, Zs rcd] Type zekering [---, NV, gg, B, C, K, D] Nominale stroom van de geselecteerde zekering Maximale uitschakeltijd van de geselecteerde zekering Minimale kortsluitstroom voor de geselecteerde zekering 3. Aansluitschema De meetsteker met bediening en de drie-aderige meetkabel aansluiten 4. Druk op de -toets. 5. Bekijk de resultaten en sla ze op met een druk op de MEM-toets. Z... Aardcircuiimpedantie Isc... Ideale kortsluitstroom Lim.. Onderste grenswaarde van de ideale kortsluitstroom 20

21 2.2.6 Inwendige circuitimpedantie 1. Stel de functie in. 2. Stel de subfunctie, parameters en grenswaarden in. Keuze van de subfunctie inwendigeimpedantie [Zline] of Spanningsval [ΔU] Keuze van het type zekering [---, NV, gg, B, C, K, D] Nominale stroom van de geselecteerde zekering Maximale uitschakeltijd van de geselecteerde zekering Minimale kortsluitstroom voor de geselecteerde zekering Maximale spanningsval [3,0% 9,0%] 3. Aansluitschema's Lijnimpedantie Inwendige impedantiemeting tussen fase-nul of fase-fase de meetsteker met bediening en de drieaderige meetkabel aansluiten Kringen voor het meten van de spanningsval Spanningsverliesmeting tussen fase-nul of fase-fase de meetsteker met bediening en de drieaderige meetkabel aansluiten 4. Druk op de -toets. 21

22 5. Bekijk de resultaten en sla ze op met een druk op de MEM-toets. Z inwendige circuitimpedantie Isc... Ideale kortsluitstroom Lim.. Onderste grenswaarde van de ideale kortsluitstroom U... Spanningsverlies Isc... Ideale kortsluitstroom Z... Inwendige circuitimpedantie bij het meetpunt Zref.. Referentie-circuitimpedantie 22

23 2.2.7 PE-geleiderweerstand 1. Stel de functie in. 2. Stel de subfunctie en de grenswaarden in. Keuze van de subfunctie PEgeleiderweerstand [Rpe, Rpe(rcd)] Maximumweerstand [OFF, 0,1 20,0 ] 3. Aansluitschema Aansluiting van de meetsteker met bedieningselement en de drie-aderige meetkabel 4. Druk op de -toets. 5. Bekijk de resultaten en sla ze op met een druk op de MEM-toets. R... PE-geleiderweerstand 23

24 2.2.8 Aardverspreidingsweerstand 1. Stel de functie in. 2. Stel de subfunctie, parameters en grenswaarden in. Testconfiguratie (Aarde RE, 2 stroomtangen, ] Maximumweerstand [OFF, 1 5 k ] Alleen in de subfunctie: Afstand tussen sondes [0,1 m 30,0 m] of [1 ft 100 ft] 3. Aansluitschema's Aarding meting van de hoofdaarding van de installatie Aarding meting van een bliksembeveiligingssysteem Contactloze aardweerstandsmeting met twee stroomtangen Specifieke aardweerstandsmeting 4. Druk op de -toets. 5. Bekijk de resultaten en sla ze op met een druk op de MEM-toets. R... Aardweerstand Rp... Weerstand van de S (potentiaal)sonde Rc... Weerstand van de H (stroom)sonde R... Aardweerstand... Specifieke aardweerstand Rc.. Weerstand van de H, E (stroom)sonde Rp.. Weerstand van de S, ES (potentiaal)sonde 24

25 2.2.9 Vermogensmeting 1. Stel de functie in. 2. Aansluitschema Aansluitingen Vermogensmeting 4. Druk op de -toets om een continumeting te starten. Druk opnieuw op de -toets om de meting te stoppen 5. Bekijk de resultaten en sla ze op met een druk op de MEM-toets. P... Actief vermogen S... Schijnbaar vermogen Q... Reactief vermogen (capacitief of inductief) PF... Vermogensfactor (capacitief of inductief) THDU... Totale harmonische vervorming spanning 25

26 Harmonischen 1. Stel de functie in. 2. Stel de parameters in. Parameter [spanning U of stroom I] Geselecteerde harmonische [h:0... h:11] 2. Aansluitschema Aansluitingen meting van de harmonische spanningen/stromen 4. Druk op de -toets. 5. Bekijk de resultaten en sla ze op met een druk op de MEM-toets. Uh... TRMS-spanning van de geselecteerde harmonische Ih... TRMS-stroom van de geselecteerde harmonische THDU... Totale harmonische vervorming spanning THDI Totale harmonische vervorming stroom 26

27 Stroommeting 1. Stel de functie in. 2. Aansluitschema Lek- en belastingsstroommetingen 4. Druk op de -toets om een continumeting te starten. Druk opnieuw op de -toets om de meting te stoppen 5. Bekijk de resultaten en sla ze op met een druk op de MEM-toets. I... Stroom 27

28 Lekstroom enkelvoudige fout in IT-voedingssysteem (ISFL) 1. Stel de functie in. 2. Stel de grenswaarde in. Maximale lekstroom [OFF, 3,0 ma 19,5 ma] 3. Aansluitschema's Meting van de hoogste lekstroom bij een enkelvoudige fout met een drie-aderige meetkabel Meting met een drie-aderige meetkabel van de lekstroom bij een enkelvoudige fout in een kring die door een aardlekschakelaar is beveiligd 4. Druk op de -toets. 5. Bekijk de resultaten en sla ze op met een druk op de MEM-toets. Isc1.. Lekstroom bij een enkelvoudige fout tussen L1/PE Isc2.. Lekstroom bij een enkelvoudige fout tussen L2/PE 28

29 Testen isolatiewachters (IMD) in IT-voedingssysteem 1. Stel de functie in. 2. Stel de parameters in. Testmodus [MANUAL R, MANUAL I, AUTO R, AUTO I] HANDMATIG R: Minimale isolatieweerstand [OFF, 5 k 640 k ] HANDMATIG I: Maximale stroom [OFF, 0,1 ma 19,9 ma] AUTOMATISCH R: Minimale isolatieweerstand [OFF, 5 k 640 k ], Timer [1 s 99 s] AUTOMATISCH I: Maximale stroom [OFF, 0,1 ma 19,9 ma], Timer [1 s 99 s] 3. Aansluitschema Meting van de hoogste lekstroom bij enkelvoudige fout met een drie-aderige meetkabel 29

30 4.a Modi R of I HANDMATIG 4.b Modi R en I AUTOMATISCH Druk op de -toets. Druk op de -toetsen om de isolatieweerstand te wijzigen totdat de isolatiewachter een isolatiefout voor meetfase L1 signaleert. Druk op de -toets om de meetfase te wijzigen in L2. Als de isolatiewachter de voedingsspanning uitschakelt, wijzigt het instrument automatisch de meetfase in L2 en gaat door met testen als het instrument een voedingsspanning detecteert. Druk op de -toetsen om de isolatieweerstand te wijzigen totdat de isolatiewachter een isolatiefout voor L2 signaleert. Druk op de -toets. Als de isolatiewachter de voedingsspanning uitschakelt, gaat het instrument automatisch door naar de GOED/FOUT-indicatie. Gebruik de -toets om de GOED/FOUTindicatie te kiezen. Druk op de -toets om de keuze te bevestigen en stop de meting. Sla het resultaat op (optioneel). Druk op de -toets. De isolatieweerstand tussen L1 en PE wordt automatisch verlaagd op basis van de ingestelde grenswaarde en de ingestelde timerinterval. Druk,om de test te versnellen op de -toetsen totdat de isolatiewachter een isolatiefout voor L1 signaleert. Druk op de -toets om de meetfase te wijzigen in L2. Als de isolatiewachter de voedingsspanning uitschakelt, wijzigt het instrument automatisch de meetfase in L2 en gaat door met testen als het instrument een voedingsspanning detecteert. De isolatieweerstand tussen L2 en PE wordt automatisch verlaagd op basis van de ingestelde grenswaarde en de ingestelde timerinterval.. Druk om de test te versnellen op de - toetsen totdat de isolatiewachter een isolatiefout voor L2 signaleert. Druk op de -toets. Als de isolatiecontroleapparatuur de voedingsspanning uitschakelt, gaat het instrument automatisch door naar de GOED/FOUT-indicatie. Gebruik de -toets om de GOED/FOUTindicatie te kiezen. 5. Bekijk de resultaten en sla ze op met een druk op de MEM-toets. Druk op de -toets om de keuze te bevestigen en stop de meting. Sla het resultaat op (optioneel). R1... Drempelwaarde van de indicatieve isolatieweerstand voor L1 R2... Drempelwaarde van de indicatieve isolatieweerstand voor L2 I1... Berekende lekstroom bij de eerste fout voor R1 I2... Berekende lekstroom bij de eerste fout voor R2 30

31 Lichtsterktemeting(Lux) 1. Stel de functie in. 2. Stel de grenswaarde in. Minimumverlichting [OFF, 0,1 lx 20 klx] 3. Aansluitschema Plaats van de LUX-metersensor 4. Druk op de -toets om een continumeting te starten. Druk opnieuw op de -toets om de meting te stoppen 5. Bekijk de resultaten en sla ze op met een druk op de MEM-toets. E... Verlichting 31

32 2.3 Automatische testvolgorde 1. Stel de functie in. 2. Stel de parameters en de grenswaarden in. Automatische test van het aardingssysteem [TT, TN (rcd), TN, IT] Type zekering [---, NV, gg, B, C, K, D] Nominale stroom van de geselecteerde zekering Maximale uitschakeltijd van de geselecteerde zekering(netstelsel) Minimale kortsluitstroom voor de geselecteerde zekering Maximale spanningsval [3,0% 9,0%] I N aardlekschakelaar [10 ma, 30 ma, 100 ma, 300 ma, 500 ma, 1000 ma] Type aardlekschakelaar [AC, A, F, B, B+] Startpolariteit [,,,,, ] Karakteristiek [selectief, vertraagd, algemeen, niet vertraagd ]. Aanraakspanningsgrenswaarde [25 V, 50 V] Maximale PE-weerstand [OFF, 0,1 20,0 ] Maximale lekstroom van ISFL [OFF, 3,0 ma 19,5 ma] Testtype van isolatiewachter[manual R, MANUAL I, AUTO R, AUTO I] HANDMATIG/AUTOMATISCH R: Minimale isolatieweerstand [OFF, 5 k 640 k ] HANDMATIG/AUTOMATISCH I: Maximale stroom [OFF, 0,1 ma 19,9 ma] Timer [1 s 99 s] 3. Aansluitschema Automatische testvolgorde aansluitingen 4. Druk op de -toets. 32

33 5. Bekijk de resultaten (druk ingeval van meerdere schermen op de HELP-toets) en druk op de MEMtoets om ze op te slaan. U Spanning tussen L en N Zln Inwendige circuitimpedantie /ideële kortsluitstroom U Spanningsverlies Zs Aardcircuitimpedantie en aanraakspanning U Spanning tussen L en N Zln inwendige circuitimpedantie en ideële kortsluitstroom U Spanningsverlies Zs Aardcircuitimpedantie en ideële kortsluitstroom Rpe.. PE-weerstand U Spanning tussen L en N Zln Inwendige circuitimpedantie en ideële kortsluitstroom U Spanningsverlies Zlp aardcircuitimpedantie en ideële kortsluitstroom Rpe... PE-weerstand U Spanning tussen L1 en L2 Zl inwendige circuitimpedantie en ideële kortsluitstroom U Spanningsverlies Is lekstroom tussen L1/PE en L2/PE bij enkelvoudige fout Im indicatieve isolatieweerstand voor L1 en L2 KWx B.V. Aston Martinlaan NB Oud Beijerland T F E meetinstrumeneten@kwx.nl 33