Rubrics ontwerpen met behulp van de SOLO Taxonomie

Transcriptie

1 Rubrics ontwerpen met behulp van de SOLO Taxonomie Roundtable ORD 2011 ONDERWIJSCENTRUM VRIJE UNIVERSITEIT AMSTERDAM Drs. Saskia van der Jagt Prof. Dr. Jos Beishuizen Prof. Dr. Albert Pilot Dr. Lisette van Rens Dr. Herman Schalk

2 RUBRICS & LEERLIJN LEREN ONDERZOEKEN - INLEIDING Leren onderzoeken in bètavakken voortgezet onderwijs Procedureel inzicht (onderzoekspractica) Leren onderzoeken Vakkennis/ kennisbasis (begripspractica) Praktische vaardigheden (vaardighedenpracticum)

3 RUBRICS & LEERLIJN LEREN ONDERZOEKEN - INLEIDING Procedureel inzicht bij leren onderzoeken in bètavakken = (leren) bewaken van nauwkeurigheid, betrouwbaarheid en validiteit van een natuurwetenschappelijk onderzoek Nauwkeurigheid: Betrouwbaarheid: Validiteit: uitvoeren metingen herhaalbaarheid & reproduceerbaarheid aansluiting tussen onderdelen onderzoek

4 RUBRICS & LEERLIJN LEREN ONDERZOEKEN - INLEIDING Leerlingen: weinig samenhang tussen onderzoekscontexten verschillende bètavakken Vergroten procedureel inzicht = vergroten van samenhang voor leerlingen, maar hoe kan procedureel inzicht worden vergroot? Transfer tussen contexten m.b.v. rubrics om kwaliteit onderzoek te bewaken. Roundtable: Betrouwbaarheid & validiteit van (her)ontwerp rubrics

5 RUBRICS BETROUWBAARHEID ONTWERP Activiteit 1 Evalueer de kwaliteit van vijf onderzoeksvragen m.b.v. de rubric Onderzoeksvraag. Hoe ver kom je? Omcirkel het behaalde niveau DE ONDERZOEKSVRAAG vermeldt het (globale) onderwerp van je onderzoek vermeldt één variabele die je wilt onderzoeken tijdens het onderzoek. vermeldt meerdere variabelen die je wilt onderzoeken tijdens het onderzoek. beschrijft welk verband je wilt onderzoeken tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele. VOORBEELDEN Kun je verandering in hartslag meten? Wat gebeurt met de hartslag van mensen als ze iets doen? Wat gebeurt er met de hartslag van mensen als ze een tijdje in handstand staan? In hoeverre is er een verband tussen de tijd die mensen in handstand staan en de verandering van hun hartslagfrequentie? Centrale vraag: Wat is de betrouwbaarheid van deze rubric? Ofwel: In hoeverre heeft iedereen dezelfde uitkomst en waardoor zouden eventuele verschillen kunnen zijn veroorzaakt? 5 beschrijft welk verband je wilt onderzoeken tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele en sluit aan bij de informatie uit eerder onderzoek zoals je hebt vermeld in het theoretisch kader. Het theoretisch kader bevat informatie over wat er gebeurt in het lichaam als je omgekeerd staat, informatie over wat de hartslagfrequentie is en informatie over ander relevant onderzoek over de verandering van de hartslagfrequentie. Hierna volgt de onderzoeksvraag: In hoeverre is er een verband tussen de tijd die mensen in handstand staan en de verandering van hun hartslagfrequentie?

6 SOLO TAXONOMIE & ONTWERPEN RUBRICS SOLO Taxonomie Structure of the Observed Learning Outcomes (Biggs, 1982) Classificatiesysteem voor invullen rubrics Gebaseerd op stadia van cognitieve ontwikkeling (Piaget) Geschikt om kwaliteitsniveau van uitkomsten leerproces te beschrijven Vijf niveaus: 1. Prestructural Leerling probeert wat uit, m.b.v. ideeën uit eigen leefwereld, zonder duidelijk natuurwetenschappelijk doel. 2. Unistructural Leerling richt zich op één aspect van een onderzoek 3. Multistructural Leerling richt zich op meerdere aspecten van een onderzoek, zonder een verband hiertussen te leggen 4. Relational Leerling legt verband tussen verschillende aspecten van een onderzoek 5. Extended abstract Leerling trekt vergelijking tussen eigen onderzoek en onderzoek van anderen, onderzoek uit ander vakgebied etc.

7 SOLO TAXONOMIE - INLEIDING Vertaling SOLO Taxonomie voor leren onderzoeken in bètavakken Matrix met relevante karakteristieken (zie hand-out) Matrix als basis ontwerp rubrics Prestructural Unistructural Multistructural Relational Extended abstract EEN LEERLING legt simpele verbanden binnen het onderzoeksonderwerp richt zich op één aspect van een taak voert één onderdeel van het onderzoek uit noemt één relevant aspect of resultaat van het onderzoek maakt gebruik van eenvoudige vaktermen trekt conclusies op basis van één experiment of resultaat. legt geen of nauwelijks verband tussen de verschillende onderdelen van het onderzoek. EEN LEERLING heeft geen overzicht over het gehele onderzoeksonderwerp geeft een verzameling van losse of ongeorganiseerde informatie.noemt onderdelen die weinig relevantie of verband hebben met onderwerp toont weinig of geen betrokkenheid bij onderwerp herkent passende vakspecifieke onderzoeksconcepten niet maakt gebruik van eigen concepten pakt het onderzoek op nietpassende wijze aan toont geen begrip van het doel van een opdracht. heeft vakinhoudelijke basiskennis over het onderzoeksonderwerp volgt simpele algoritmen (eerst dan we, dan doen we.).is in staat tot definiëren, beschrijven, identificeren en benoemen van onderdelen van het onderzoek richt zich op de gevonden resultaten.legt simpele verbanden of signaleert eenvoudige trends in de resultaten geeft in grote lijnen aan wat samenhangende factor binnen verzameling resultaten is benoemt geen verband tussen onderdelen en geheel bereikt geen transfer binnen de onderzoekscontext heeft volledig vakinhoudelijk begrip van het onderzoeksonderwerp brengt een passende volgorde aan in onderdelen of resultaten van een onderzoek. integreert verschillende onderdelen van een onderzoek die gezamenlijk bijdragen aan het volledige begrip van probleem. geeft het geheel een coherente structuur classificeert resultaten van een onderzoek zoekt naar mogelijke oorzakelijke verklaringen legt uit wat de plaats van onderdelen is in het geheel herkent en vergelijkt tegenstellingen binnen het onderzoek bereikt transfer binnen een context overstijgt het specifieke onderzoeksonderwerp en legt verband met ander onderzoek. beschrijft het onderzoek als een samenhangend geheel..brengt samenhang aan in methodologie. benoemt invloed van andere dan de onderzochte variabelen beargumenteert of resultaten van een onderzoek gegeneraliseerd mogen worden door deze te toetsen aan achterliggende ideeën en theorieën. houdt andere mogelijkheden open bij trekken van conclusies benoemt op passende wijze de mate van nauwkeurigheid, betrouwbaarheid en validiteit van een onderzoek reflecteert op onderzoeksproces formuleert nieuwe theorieën op basis van het uitgevoerde onderzoek. bereikt transfer tussen verschillende onderzoekscontexten.

8 RUBRICS SOLO TAXONOMIE IN HET ONTWERP? Activiteit 2 Beoordeel m.b.v. de matrix Karakteristieken SOLO taxonomie of deze taxonomie daadwerkelijk terug te vinden is in: - rubric Onderzoeksvraag - rubric Gemiddelde meetwaarden & spreiding Prestructural Unistructural Multistructural Relational Extended abstract EEN LEERLING legt simpele verbanden heeft vakinhoudelijke heeft volledig binnen het basiskennis over het vakinhoudelijk begrip van het onderzoeksonderwerp onderzoeksonderwerp onderzoeksonderwerp richt zich op één aspect volgt simpele algoritmen brengt een passende van een taak (eerst dan we, dan doen volgorde aan in onderdelen voert één onderdeel van we.) of resultaten van een het onderzoek uit.is in staat tot definiëren, onderzoek. noemt één relevant aspect beschrijven, identificeren en integreert verschillende of resultaat van het benoemen van onderdelen onderdelen van een onderzoek van het onderzoek onderzoek die gezamenlijk maakt gebruik van richt zich op de gevonden bijdragen aan het volledige eenvoudige vaktermen resultaten begrip van probleem. trekt conclusies op basis.legt simpele verbanden of geeft het geheel een van één experiment of signaleert eenvoudige trends coherente structuur resultaat. in de resultaten classificeert resultaten van legt geen of nauwelijks geeft in grote lijnen aan wat een onderzoek verband tussen de samenhangende factor zoekt naar mogelijke verschillende onderdelen van binnen verzameling oorzakelijke verklaringen het onderzoek. resultaten is legt uit wat de plaats van benoemt geen verband onderdelen is in het geheel tussen onderdelen en geheel herkent en vergelijkt bereikt geen transfer tegenstellingen binnen het binnen de onderzoekscontext onderzoek bereikt transfer binnen een context EEN LEERLING heeft geen overzicht over het gehele onderzoeksonderwerp geeft een verzameling van losse of ongeorganiseerde informatie.noemt onderdelen die weinig relevantie of verband hebben met onderwerp toont weinig of geen betrokkenheid bij onderwerp herkent passende vakspecifieke onderzoeksconcepten niet maakt gebruik van eigen concepten pakt het onderzoek op nietpassende wijze aan toont geen begrip van het doel van een opdracht. overstijgt het specifieke onderzoeksonderwerp en legt verband met ander onderzoek. beschrijft het onderzoek als een samenhangend geheel..brengt samenhang aan in methodologie. benoemt invloed van andere dan de onderzochte variabelen beargumenteert of resultaten van een onderzoek gegeneraliseerd mogen worden door deze te toetsen aan achterliggende ideeën en theorieën. houdt andere mogelijkheden open bij trekken van conclusies benoemt op passende wijze de mate van nauwkeurigheid, betrouwbaarheid en validiteit van een onderzoek reflecteert op onderzoeksproces formuleert nieuwe theorieën op basis van het uitgevoerde onderzoek. bereikt transfer tussen verschillende onderzoekscontexten.