Wedstrijdreglement Precisiegeweer PG300/100/50m

Transcriptie

1 Wedstrijdreglement Precisiegeweer PG300/100/50m Versie: 25/07/2015b

2 1. Algemeen 1.0 Reglementen Bij inachtneming van de regelgeving zal onderstaande volgorde worden aangehouden m.b.t. documenten: 1.) Precisie Geweer Wedstrijd Reglement 2.) KNSA Schiet- en Wedstrijd Reglement (SWR) 3.) ISSF Reglementen Geboden en verboden in het PG wedstrijd reglement zullen voor gaan op de algemene regels in het KNSA SWR Deel I en de regels per discipline zoals omschreven in het KNSA SWR delen III en IV. Pas daarna zullen ISSF Reglementen worden geraadpleegd. De wedstrijdleiding of aangewezen jury heeft te allen tijde de eindbeslissing bij vraagstukken of aanpassingen aan wapen of hulpmiddelen welke niet uitgesloten of expliciet toegestaan zijn in de regels. 1.1 Houding De discipline wordt liggend verschoten. 1.2 Klassen Zodra tijdens een seizoen bij een discipline het aantal schutters (per in dit regelement omschreven discipline) gemiddeld boven de 30 komt worden er 2 klasse indelingen gemaakt te weten H en A. Boven de 60 schutters komt wordt onderstaande klasse indeling ingevoerd. Per discipline worden de grenzen van de klasse bepaald en voor de start van een schietseizoen gepubliceerd op Klasse indeling: Er zijn 3 verschillende klassen volgens de KNSA te weten: - H-Klasse. - A-Klasse. - B-Klasse. De indeling van de klassen gaat aan de hand van de gemiddelde score van de wedstrijden van het vorige schiet seizoen*. I.v.m. het aantal schutters in één klasse wordt de indeling per discipline van de klassen voor het begin van het volgende seizoen bepaald. D.w.z., een bestaande limiet kan naar boven dan wel naar beneden aangepast om teveel schutters in één bepaalde klasse te voorkomen. Er wordt naar gestreefd een evenredig aantal schutters per klasse in te delen. De klasseindeling wordt voor de start van een schietseizoen gepubliceerd op Een nieuwe schutter die nog nooit aan een PG wedstrijd heeft deelgenomen begint in de H- klasse. Dit geldt tevens voor schutters die 2 jaar geen PG wedstrijden op de betreffende afstand hebben geschoten in de voorafgaande seizoenen. Het is niet wenselijk om een andere schutter met een geleend wapen te laten schieten waarvan de eigenaar zelf in een hogere klasse schiet. *Een schutter mag zelf verzoeken om ingedeeld te worden in een hogere klasse dan dat hij is ingedeeld omdat hij bv een andere/beter buks in gebruik heeft genomen. Ook kan een schutter door de organisatie in een hogere groep worden ingedeeld als, door bijvoorbeeld een andere buks dan het voorgaande seizoen, de schietresultaten een duidelijk beter resultaat laten zien. 2

3 1.3 Wapen - Trekker druk is vrij mits deze veilig is en niet kan afgaan indien de trekker niet door de schutter wordt bediend. De trekker dient direct aangesloten op het staartstuk. - Indien een wapen afgaat bij het sluiten van de grendel, zonder dat de trekker bedient wordt, kan dit leiden tot een diskwalificatie en onmiddellijk staakt vuren voor de betreffende schutter. - Mondingsrem is toegestaan. Deze dient geen overmatige last aan medeschutters te veroorzaken. De organiserende SV zorgt voor maatregelen die eventuele overlast beperkt. - Aanpassingen aan het geweer zijn toegestaan mits deze niet conflicteren met andere regels in het reglementen deze mogen de veiligheid voor schutter en medeschutter(s) niet in het geding brengen. - De loopmonding dient minimaal 4 cm voorbij de kolf te steken. Buiten een mondingsrem, vlamdemper of loopring t.b.v. een flimmerband mogen er geen onderdelen voorbij de loopmonding komen. De mondingsrem of vlamdemper dienen degelijk en veilig te zijn gemonteerd. - Het gewicht per wapen, inclusief alle accessoires als richtkijker, tweepoot, magazijn, flimmerband, mondingsrem enz., is voor PG300/100 maximaal 10 kg. Voor PG50 is het gewicht maximaal 8.25 kg. - PG300 en PG100 meter mogen alleen met groot kaliber tot 8mm worden geschoten met uitzondering van randvuur en zwartkruit. PG50 alleen klein kaliber (.22LR), bij kaliber beperkingen op een specifieke baan, wordt dit vermeldt in de uitnodiging. - Actieve koeling van de loop door geforceerde lucht of vloeistof is niet toegestaan. 1.4 Munitie - Enkel centraal vuur nitro munitie t/m 8mm is toegestaan voor PG Enkel fabrieks- en herladen munitie van categorie III zijn toegestaan. Lichtspoor of pantser doorborende munitie is niet toegestaan. - De munitie moet veilig zijn herladen en mag geen gevaar voor de schutter of zijn omgeving vormen. - Indien de schutter met veel kracht zijn grendel/afsluiter moet openen of sluiten dan dient deze per direct aan de wedstrijd te worden ontnomen. Met klemmende munitie zal de schutter niet worden toegestaan om verder te schieten. - Bij meerdere weigeraars zal de schutter niet worden toegestaan om verder te schieten. 1.5 Richtmiddelen - De vergroting van de richtkijker is vrij en een verlicht richtkruis is toegestaan. Geadviseerd wordt een vergroting van minimaal 20 keer omdat anders de visueels onvoldoende zichtbaar zijn. - Geen licht- emitterende hulpmiddelen. - Geen red-dot, holografische of andere richtmiddelen zonder vergrotende werking. Dit i.v.m. het niet zichtbaar zijn van de schijf. 3

4 1.6 Ondersteuning - Ondersteuning dient enkel te gebeuren door middel van een aan het wapen te (de)monteren tweepoot. - Een tweepoot dient makkelijk opklapbaar en inschuifbaar te zijn. Tevens dient er geen bevestiging tussen de twee poten te zitten en dient de tweepoot niet permanent deel uit te maken van het geweer, of middels gereedschap te moeten worden verwijderd. -Bij een semiautomatisch wapen mag een voor het wapen originele tweepoot worden gebruik die niet inschuifbaar is maar enkel opklapbaar. Deze dient dan wel origineel bij het betreffende wapen te horen. Dit komt voor bij bv. een SIG, PE90, Steyr STG58 enz. Indien men niet de originele tweepoot gebruikt dan dient men te voldoen aan de standaard regelgeving voor de tweepoot. - Als een monopod (achter op de kolf) vast deel uitmaakt van de originele kolf dient deze volledig ingetrokken te zijn. Monopods die niet geïntegreerd zitten in de kolf dienen volledig verwijderd te worden. - Als er vaste verhogende ondersteuning en of een monopod deel uitmaakt van de achterkant kolf dan dient deze volledig verwijderd te worden/ingetrokken / ingedraaid / ingeklapt te zijn en kan verzegeld worden door de wedstrijdleiding. Indien de ingeklapte / ingedraaide toestand kolf verhogend werkt mag dit niet als steunpunt voor de nietschiethand worden gebruikt. - Bij een verstelbare onderkant van een kolf gelden dezelfde regels als het voor de wedstrijd instellen van de tweepoot. - Eventuele ondersteuning aan de achterkant dient onder het laagste punt van de kolf te zijn. De kolf mag tijdens het schieten niet op de grond/schietmat steunen en dient in ruststand met het richtpunt boven de kaart te staan. De ondersteuning moet tijdens het schieten zichtbaar zijn en mag niet worden afgedekt met een jas of anders. Note: De baancommandant mag voor en na afloop van de wedstrijd door de kijker kijken om te bepalen of het geweer in ruststand duidelijk boven de bovenste visuele uitgelijnd staan. - Ondersteuning aan de achterkant van het wapen mag enkel met de blote hand. Het gebruik van een ondersteunende schiet handschoen, schietriem, zandzakken, opgerolde matten ed. zijn niet toegestaan. Het is toegestaan om een dunne (enkele millimeters) bescherming aan te brengen rond of onder de kolf ter voorkoming van het beschadigen en irritatie aan hand of vuist tijdens het schieten (speelt voornamelijk bij de zware buksen). - Enkel de schiethand mag voorzien zijn van een schiethandschoen. - Voor de wedstrijd krijgen de schutters 5 minuten de tijd om hun tweepoot in te stellen. Tijdens de wedstrijd is het niet toegestaan de tweepoot te verstellen. Bij uitzondering kan aan de wedstrijdleiding verzocht worden om eenmalig van deze regel te mogen afwijken (bijv. wanneer bij terugslag de tweepoot is ontsteld). - Het wapen dient tijdens het schieten geschouderd te worden. - Bij het niet uitvoeren van bovenstaande regels, schiet de schutter per direct buiten mededinging. Dit om commotie op de baan te voorkomen en andere schutters te benadelen. 4

5 1.7 Accessoires/Kleding Accessoires die zijn toegestaan: - Flimmerband, baankijker, timer (mits deze geen geluid maakt), schiet- of veiligheidsbril (sterk geadviseerd, maar eigen verantwoordelijkheid), gehoorbescherming (verplicht), pet, zonne-breeklens voor richtkijker (mits deze niet voor de voorzijde van de loop uitsteekt). - Een schietmat is toegestaan. Afmetingen zoals breedte en lengte zijn vrij mits deze geen hinder vormt voor andere schutters. Wel dient de schietmat binnen het schietpunt te passen. De schietmat mag maximaal 3 cm dik zijn. Er mogen geen voorzieningen of aanpassingen zijn gedaan om de schiethouding te bevorderen. - Kleding met een ondersteunende of verstevigende werking zijn niet toegestaan. Hieronder vallen o.a. schietjas en broek, riem, schoenen en handschoenen. - Voor schutters met een doktersverklaring bestaat de mogelijkheid om een schietjas te gebruiken. - Externe apparatuur ter bevordering van het schot of het zicht zijn niet toegestaan. - Geen elektronica op het schietpunt m.u.v. elektronische gehoorbescherming mits deze geen externe communicatie toepast en timer/horloge mits deze geen waarneembaar geluid produceert. - Windmeters en/of -vlaggen zijn niet toegestaan. - Apparatuur of accessoires die een oneerlijk voordeel geven aan de schutter zijn niet toegestaan. 5

6 1.8 Scores - Alle scores worden voor PG300/100 gemeten met een 8mm schotmaat, dit om kaliber voordeel te elimineren. Als de 8mm schotmaat de ring van een score doorbreekt dan telt deze score (voorbeeld de buitenring van de 9 is met de 8mm schotmaat doorsneden, dan levert dit 9 punten op). Voor PG50 gelden dezelfde regels m.u.v. het gebruik van de 8mm schotmaat. Bij PG50 wordt een.22lr schotmaat gebruikt. - Bij gelijke score zal het aantal mouches meegenomen worden in het resultaat (waarde 0.01 punt per mouche). - Voor PG300/100 wordt een mouche waardering gegeven indien de 8 mm schotmaat volledig binnen de buitendiameter van de 10 ring valt. Dus de buitenzijde van de zwarte ring/lijn mag niet "doorbroken zijn. Bij PG50 wordt een mouche waardering gegeven als de klein kaliber schotmaat binnen de buitendiameter van de 10 ring valt. De lijn mag niet doorbroken zijn. - Indien er alsnog een gelijke score (gelijk aantal punten en mouches) is dan zal d.m.v. "count back" de score bepaald worden. Hierbij wordt vanaf het laatste schot op de laatste schijf (dus vanaf schotnummer 25) terug geteld. Diegene die terug tellend het laatst een punt heeft laten vallen is de winnaar. - Indien alsnog een gelijke score, dan zal gekeken worden naar de afstand van het laatste schot t.o.v. het middelpunt van de 10. De schutter die het dichtst bij het middelpunt zit zal het voordeel krijgen. - Kruisschoten direct melden bij de baancommandant. Een kruisschot mag niet opnieuw worden geschoten, dit geldt ook voor een schot dat bedoeld is als proefschot, maar naast de proefkaart valt in het gebied van een wedstrijd visueel. Bij meerdere schoten op een kaart/visueel, vervalt de hoogste score van het betreffende visueel. Bij meer dan twee kruisschoten wordt de schutter verzocht te stoppen met schieten, daar dit mede schutters teveel hindert. - Schotwaardering bij schoten op kaart van medeschutter: 1. Is het kaliber van het kruisschot te onderscheiden dan vervalt het kruisschot. 2. Is niet te bepalen welk schot het kruisschot is, bv. hetzelfde kaliber dan geldt het hoogste schot (dus voordeel schutter). 3. Indien een schutter een kruisschot doet, dient hij dit te melden aan de baancommandant en dan mag dit schot niet op het betreffende visueel op zijn kaart herhalen. Indien blijkt dat dit wel is gedaan, dan wordt het betreffende visueel als nul geteld. De schoten die zijn gedaan op een andere schijf worden niet meetellen in zijn score. 6

7 1.9 Schijven - Het gebruik van de officiële papieren wedstrijd schijf "Breda 100m" met 30 visuelen (afmetingen 40x60 cm) is verplicht bij deelname aan het PG50 en PG100 klassement. - Het gebruik van de officiële papieren wedstrijd schijf "Breda 300m" met 1 visueel is verplicht bij deelname aan PG300 wedstrijden. - Elektronische score registratie is voor PG100 en PG50 niet toegestaan (uitzondering PG300), tenzij het schotwaardering systeem de Wedstrijd schijf "Breda" aan kan inclusief het hoogteverschil. - Er dient op de schijf een duidelijke markering van het baannummer te worden aangebracht, dusdanig dat de schutter deze via zijn richtkijker kan zien. - De volgorde van de schoten is aangegeven via nummers op de schijven. Deze volgorde is men verplicht aan te houden. BC ziet er op toe dat deze volgorde wordt aangehouden. Voor schijven die niet voorzien zijn van een nummer per visueel, schiet men van links naar rechts, van boven naar onder per schijf van 5 visuele (dus ieder wedstrijd visueel in Z-vorm schieten, dit geldt eveneens de volgorde van het schieten van de 5 wedstrijd visueels). - Er mogen zich geen obstakels in het gezichtsveld tot de schijf bevinden. Het zicht op schijven dient niet gehinderd te worden door stof of andere zaken op de baan. - Schijven dienen dusdanig bevestigd te zijn dat deze niet zichtbaar bewegen tijdens de wedstrijd door inslagen of invloed van buitenaf zoals wind tot een minimum wordt beperkt 1.10 Schietpunt - Voorkeur gaat uit om vanaf een verharde vloer te schieten welke voldoende ruimte biedt voor de schutter en zijn wapen. -Indien men een verhoging gebruikt om vanaf te verschieten, dan dient deze lang en breed genoeg te zijn om de schutter en wapen volledig te dragen en een degelijke constructie te hebben m.b.t. stabiliteit en verhinderen van invloed door naastliggende schutters. Armen en benen mogen niet uit steken bij een rechtuit liggende houding achter het wapen. Richtlijn is 240 cm lang en 90 cm breed. - Indien een schutter klaar is met zijn serie dient hij in stilte achter het schietpunt te wachten. Er mag nog niet worden opgeruimd totdat alle schutters klaar zijn en de baancommandant hiertoe opdracht geeft. 7

8 1.11 Veiligheid - Wapens mogen enkel op commando van de baancommandant worden in- of uitgepakt en zodra op de baan geplaatst, de kamer geopend en bij voorkeur de veiligheidsvlag geplaatst. - Het gebruik van een veiligheidsvlag is verplicht. Het wapen mag pas geladen worden bij de aanvang van de serie na het commando van de baan-commandant. - Het geweer dient op de schietbaan ten alle tijden in de veilige richting (richting schietbunker) te worden gehouden, ook bij het in- en uitpakken. - Als alle schutters gereed zijn met schieten controleert de baancommandant of de wapens leeg zijn, waarna het commando volgt de wapens op te bergen. - Het in- en uitpakken van het geweer dient indien mogelijk op het schietpunt te gebeuren. Afwijkingen, uitsluitend volgens instructie van de baancommandant. - Bij onenigheid over een ontstane situatie of score, vindt er om veiligheidsredenen géén discussie plaats op de baan. In een dergelijk geval, bespreekt men dit met de wedstrijdleiding of aanwezige jury Overleg met schutter tijdens de wedstrijd - Gaat er iets fout en is er overleg nodig, dan zal de baancommandant de schutter proberen te waarschuwen. Dit kan door de schutter aan te tikken of door een gele of rode kaart bij de schutter neer te leggen. De baancommandant zal proberen de schutter niet te storen tijdens een schot, maar bij voorkeur direct nadat een schot is gelost. De schutter wordt geacht hier direct op te reageren en te stoppen met het schieten. Instructies van de baancommandant moeten worden opgevolgd en er wordt bepaald of en hoe de wedstrijd kan worden afgerond Gedrag en gezelligheid - Schieten is een hobby en moet leuk zijn. Dit geldt ook voor de personen die een wedstrijd organiseren of de vrijwilligers die de wedstrijd mogelijk maken. Het kan gebeuren dat er tijdens een wedstrijd dingen gebeuren zoals onenigheid over scores, kruisschoten, overlast op het schietpunt ed.. Meldt een probleem altijd direct bij de baancommandant en indien het probleem niet op de baan is op te lossen, dan kan e.e.a. worden besproken met de wedstrijdleiding. Mocht het antwoord niet hetgeen zijn wat de schutter zou willen horen, dan verwachten wij sportief gedrag. Het blijft mensenwerk en de waarheid kan niet altijd (direct) worden achterhaald. De wedstrijdleiding zal iedere klacht onderzoeken en eventueel advies inwinnen bij andere organisatoren om zo te komen tot een oordeel. Betrek geen anderen bij onenigheid in een discussie en houdt zaken klein, zodat onze hobby voor iedereen leuk blijft! 8

9 2. Wedstrijd Schutters dienen zichzelf op de hoogte te stellen van het wedstrijd regelement en kunnen geen bezwaar aantekenen als regels bij hen niet gekend zijn. Geschoten afstanden 300, 100 of 50 meter. - PG100 en PG50: 25 wedstrijdschoten en onbeperkt aantal proefschoten. PG300: 30 wedstrijdschoten en onbeperkt aantal proefschoten. - maximaal 5 minuten voorbereidingstijd. (instellen tweepoot, monopod etc.). - De schiettijd bedraagt voor PG100 en PG50 maximaal 30 minuten, voor PG300 bedraagt de schiettijd maximaal 40 minuten. Wedstrijdschijf: De bedoeling van PG100 en PG50 wedstrijden is om niet steeds op hetzelfde punt te schieten en richtpunten moeten ook het werkelijke raakpunt zijn. Uitzondering PG300: I.v.m. elektronische schotwaardering wordt de PG300 op één punt geschoten, omdat het schieten op verschillende punten hier niet mogelijk is. PG100 en PG50: - Voor de PG100 en PG50 wedstrijdschijf wordt de zogenaamde schijf "Breda" gebruikt. (40x60 cm) met 30 doelen waarvan 5 proefdoelen. Er dient 1 schot per visueel afgegeven te worden. - PG100 kaart Breda (10 is het complete witte vlak van 10mm). - PG50 kaart Breda (indien de 10 van de Breda schijf is voorzien van een kleinere binnenring dan telt de binnenring als 10 punten. De ruimte buiten de ring wordt in dit geval meegeteld bij de 9. Na invoeren van de kleinere binnenring geldt dus een overgangsperiode. Het is verplicht om een wedstrijd/discipline met dezelfde wedstrijdkaarten te schieten. PG300: - Voor de PG300 wedstrijdschijf wordt voorlopig de zogenaamde schijf "Woerden 100m" gebruikt. Het is de bedoeling om een meer geschiktere schijf te ontwikkelen zoals bv. "Breda 300m" kaart - De banen en/of wedstrijdkaarten worden duidelijk zichtbaar genummerd om kruisschoten zoveel als mogelijk te voorkomen. - Hoogte en plaatsing wedstrijdkaart: De onderzijde van wedstrijdkaart dient minimaal 20cm hoger te hangen dan het vlak waar vanaf geschoten wordt. De wedstrijdkaarten moeten zodanig zijn bevestigd dat deze niet zichtbaar bewegen, waardoor de resultaten negatief beïnvloed kunnen worden. 9

10 3. Regels per discipline opsomming PG50 Algemeen Afstand: 50m Schoten: 25 tellend + onbeperkte proefschoten Tijd: 30 minuten, inclusief proefschoten Schijf: Wedstrijd schijf "Breda" (40x60cm) met 30 visuele waarvan 5 proef. Één schot per visueel. Note: Zodra beschikbaar met een 8mm binnenring als 10 Score: Maximaal 250 punten plus mouche waardering Klassen Er zullen klassen worden gehanteerd volgens het KNSA systeem, ofwel een H/A/B klassen tot een max van drie klassen. De grens voor elke klasse, alsmede het aantal klassen voor het seizoen, zal jaarlijks voor aanvang van het nieuwe PG seizoen worden bepaald door de vaste PG wedstrijd organisatoren. Wapen - Alle geweren die vallen binnen de disciplines KKG, KKK, KKSG - Max gewicht van het geweer inclusief richtmiddelen en alle accessoires is 8,25kg. Munitie - Enkel.22 Long Rifle (.22LR randvuur) is toegestaan. De schijf Voor alle PG klassen (H/A/B*) wordt voor op 100m de wedstrijd versie van schijf "Breda" gebruikt, zie hoofdstuk Schijven *zodra voldoende schutters meedoen worden meerdere klassen ingevoerd. 10

11 PG100 Algemeen Afstand: 100m Schoten: 25 tellend + onbeperkte proefschoten Tijd: 30 minuten, inclusief proefschoten Schijf: Wedstrijd schijf "Breda" (40x60cm) met 30 visuele waarvan 5 proef. Één schot per visueel. Score: - Maximaal 250 punten plus mouche waardering - 8mm schotmaat voor alle kalibers Klassen Er zullen klassen worden gehanteerd volgens het KNSA systeem, ofwel een H/A/B klassen tot een max van drie klassen. De grens voor elke klasse, alsmede het aantal klassen voor het seizoen, zal jaarlijks voor aanvang van het nieuwe PG seizoen worden bepaald door de vaste PG wedstrijd organisatoren. Wapen - Max gewicht inclusief richtmiddelen en accessoires is 10kg. De schijf Voor alle PG klassen (H/A/B) wordt voor op 100m de wedstrijd versie van schijf "Breda" gebruikt, zie hoofdstuk Schijven Munitie Alleen centraal vuur nitro munitie t/m 8mm is toegestaan. Lichtspoor of pantser doorborende munitie is verboden. 11

12 PG300 Algemeen Afstand: 300m Schoten: 30 tellend + onbeperkte proefschoten Tijd: 40 minuten, inclusief proefschoten Schijf: Nieuw te ontwikkelen schijf Breda 300m" Score: - Maximaal 300 punten plus mouche waardering - 8mm schotmaat voor alle kalibers - Een mouche waardering wordt gegeven op moment dat de 8mm schotmaat de ring van de mouche raakt. Klassen Er zullen klassen worden gehanteerd volgens het KNSA systeem, ofwel een H/A/B klassen tot een max van drie klassen. De grens voor elke klasse, alsmede het aantal klassen voor het seizoen, zal jaarlijks voor aanvang van het nieuwe PG seizoen worden bepaald door de vaste PG wedstrijd organisatoren. Wapen - Max gewicht inclusief richtmiddelen en accessoires is 10kg. De schijf Voor alle PG klassen (H/A/B) wordt voor op 300m de schijf "Breda 300m" gebruikt. Zie hoofdstuk Schijven. 12

13 4. Wedstrijd Schrijf "Breda" PG100 & PG50 kaart Afmetingen: 40x60cm met 30 visuele (8mm binnenring t.b.v. PG50 nog niet afgebeeld) Afmetingen per visueel: 10-8mm binnenring (wit) (t.b.v. PG50 zodra beschikbaar) 10-10mm (wit) 9-20mm (grijs) 8-30mm (grijs) 7-40mm (grijs) 6-50mm (grijs) 5-60mm (wit) 13

14 Schijf "Breda 300m" (nog te ontwikkelen) Afmetingen:??x??cm met één visueel. Afmetingen per visueel: M - 15mm (wit) 10-30mm (grijs) 9-60mm (grijs) 8-90mm (grijs) 7-120mm (grijs) 6-150mm (grijs) 5-180mm (grijs) 4-210mm (wit) 3-240mm (wit) 2-270mm (wit) 1-300mm (wit) 14