Projectie private huishoudens

Transcriptie

1 Projectie private huishoudens Edith Lodewijckx SVR PROJECTIES VAN DE BEVOLKING EN DE HUISHOUDENS VOOR VLAAMSE STEDEN EN GEMEENTEN

2 Inhoud presentatie Korte toelichting methodologie Totaal aantal huishoudens Aantal huishoudens naar grootte - alleenwonenden naar leeftijd - personen in 2-persoonshuishouden naar leeftijd Besluiten

3 Projectie private huishoudens Methodologie SVR PROJECTIES VAN DE BEVOLKING EN DE HUISHOUDENS VOOR VLAAMSE STEDEN EN GEMEENTEN

4 Vereenvoudigd projectiemodel private huishoudens huishoudparticipatiegraden grootte huis- % bevolking in huishouden met grootte X geprojecteerde bevolking in aantal huishoudens in houden (=10.000) % 15% (1500/1) 2 30% 32% (3200/2) 3 20% 21% (2100/3) 4 23% 20% (2000/4) 5 10% 8% (800/5) 6+ 5% 4% (400/6,8) totaal 100% 100%

5 0-4j 10-14j 20-24j 30-34j 40-44j 50-54j 60-64j 70-74j 80-84j >=90j % wonend in 1-persoonshuishouden vrouwen mannen Huishoud- participatiegraden naar leeftijd en geslacht Vlaams Gewest, 2008 leeftijd Verfijning model: 5-jaarlijkse leeftijdsgroepen mannen en vrouwen apart 38 (leeftijd x geslacht)groepen

6 mannen, jaar, % in 3-persoonshuishouden % mannen, jaar in 1-persoonshuishouden logaritmische trend doortrekken 18 Vooruitberekening huishoudparticipatiegraden Vlaams Gewest y = -1,161ln(x) + 14,978 R 2 = 0, geobserveerd geprojecteerd jaar jaar

7 mannen, jaar, % in 1-persoonshuishouden Niveau voor berekening toekomstige trends Vlaams Gewest jaar

8 mannen, jaar, % in 1-persoonshuishouden Niveau voor berekening toekomstige trends Antwerpen Gent Vlaams Gewest jaar

9 mannen, jaar, % in 1-persoonshuishouden Niveau voor berekening toekomstige trends Antwerpen Bocholt Gent Gemeenten (behalve Gent en Antwerpen) Vlaams Gewest Vlaams Gewest Ravels jaar Groepen van gemeenten met zelfde profiel inzake huishoudparticipatiegraden

10 Collectief wonenden Geen projectie collectieve huishoudens Collectief wonende personen: 1% van Vlaamse bevolking, 15% van 80-plussers Collectief wonende personen verwijderd uit: berekening waargenomen / vooruitberekende huishoudparticipatiegraden geprojecteerde bevolking waarop vooruitberekende huishoudparticipatiegraden worden toegepast Toekomstig aantal collectief wonenden schatten voor elke (leeftijd x geslacht)groep in projectiemodel: gemiddeld aantal collectief wonenden 2006,2007,2008 dit aantal blijft onveranderd tot in 2030

11 Projectie private huishoudens Resultaten centrumsteden SVR PROJECTIES VAN DE BEVOLKING EN DE HUISHOUDENS VOOR VLAAMSE STEDEN EN GEMEENTEN

12 Geprojecteerde verandering totaal aantal huishoudens

13 Totaal aantal huishoudens

14 Geprojecteerde verandering aantal 1-persoonshuishoudens

15 Aantal 1-persoonshuishoudens

16 + 570 alleenwonende 80-plussers Alleenwonenden, naar leeftijd alleenwonende 80-plussers

17 Verandering van aantal alleenwonende 80-plussers

18 Geprojecteerde verandering aantal 2-persoonshuishoudens

19 Aantal 2-persoonshuishoudens

20 Personen in 2-persoonshuishoudens, naar leeftijd

21 Geprojecteerde verandering aantal 3-persoonshuishoudens

22 Aantal 3-persoonshuishoudens

23 Geprojecteerde verandering aantal 4-persoonshuishoudens

24 Aantal 4-persoonshuishoudens

25 Verandering in aantal 5-persoonshuishoudens

26 Verandering in aantal 6+ persoonshuishoudens

27 Besluit 1 Aantal huishoudens stijgt, vooral 1- en 2-persoonshuishoudens. Grotere huishoudens nemen vaak af. Wel variatie tussen centrumsteden! Gevolgen voor: - woningmarkt & huisvestingsbeleid - stijging consumptie (per huishouden ijskast,.) - meer mobiliteitsproblemen (lagere bezettingsgraad auto) - negatieve impact milieu (stijging emissie broeikasgassen, huishoudelijk afval, belasting oppervlaktewater, energie- en ruimtegebruik)

28 Besluit 2 Aantal alleenwonenden stijgt. Wel variatie tussen centrumsteden! Alleenwonenden vaak: - minder gezond - minder gunstige arbeidsmarktpositie - hoger armoederisico - geringere sociale participatie - minder huiseigenaar; vaak (sociale) kleinere huurwoningen

29 Besluit 3 Vooral aantal alleenwonende ouderen en oudste ouderen stijgt. Wel variatie tussen centrumsteden! Oudere (oudste) alleenwonenden: - hoger risico sociale uitsluiting, armoede, vereenzaming - bijzonder kwetsbaar als ze zorgbehoevend zijn - meer nood aan externe hulp en zorg dan ouderen van wie huisgenoten intensieve mantelzorg verlenen - grotere kans te verhuizen naar residentiële voorziening dan ouderen die met andere persoon samenwonen - vraag naar formele hulp, residentiële zorg zal toenemen

30 - Partners zorgen voor elkaar, maar vraag naar hulp zal toenemen omdat mantelzorg die oudere kan verstrekken aan partner, zal dalen wegens fysieke beperkingen van mantelzorgverstrekker - Ouderen blijven doorgaans in hun (te grote) woning. In functie van betere benutting bestaand woningpatrimonium wenselijk dat ze doorschuiven naar kleinere woning. Wordt niet vereenvoudigd door zeer hoog eigenaarspercentage. Besluit 4 Toename 2-persoonshuishoudens vooral bij ouderen. Wel variatie tussen centrumsteden!