1. In welk domein van de filosofie wordt gereflecteerd over het probleem van identiteit en verandering?
|
|
- Robert de Wit
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 ANTWOORDEN EN TOELICHTING IN BOLD DEEL A. Meerkeuzevragen 1. In welk domein van de filosofie wordt gereflecteerd over het probleem van identiteit en verandering? A. de metafysica B. de epistemologie C. de ethiek D. de esthetica E. de wijsgerige antropologie Het is een probleem betreffende de structuur van de werkelijkheid: hoe kunnen dingen tegelijk hetzelfde blijven en veranderen? De metafysica gaat over al dat soort vraagstukken. 2. Welke bewering over de natuurfilosofen is NIET waar? A. Volgens Pythagoras zijn mathematische structuren onveranderlijk. B. Volgens Herakleitos bestaat identiteit niet. C. Volgens de atomisten bestaan objecten uit tijdelijke clusters van onveranderlijke atomen. D. Volgens Anaximander is het apeiron onstoffelijk. E. Volgens Parmenides bestaat verandering niet. Het apeiron van Anaximander is een onbepaalde oerstof, maar het is dus wel degelijk een stof. 3. Welke opvatting is typerend voor Aristoteles benadering van het universaliaprobleem? A. Vormen zijn niet transcendent, maar veeleer immanent. B. De vorm van rood, is rood. C. Perfecte kwalitatieve identiteit brengt numerieke identiteit mee. D. Er bestaat geen brute materie. E. Objecten zijn bundels van eigenschappen. Dat is het grote verschil tussen Plato en Aristoteles. Antwoord B is kenmerkend voor Plato. D druist in tegen Aristoteles. En E is de opvatting van Russell. 4. Hoe lost Russell het probleem van instantiatie op? A. door objecten eerst op te vatten als bundels van universalia en vervolgens te stellen dat geen twee zo n bundels volstrekt identiek zijn B. door instantiatie te analyseren als een relatie tussen particularist en universalia C. door instanties van instantiatie als fundamenteel, primitief en onanalyseerbaar te beschouwen en universalia en particularist als vicieuze abstracties D. door de instantiatie-relatie te reduceren tot universalia
2 E. door objecten eerst op te vatten als bundels van tropes en vervolgens te stellen dat geen twee zo n bundels volstrekt identiek zijn, A is letterlijk de kerngedachte van Russell. B is hoe iedereen het doet/moet doen, die een onderscheid maakt tussen universalia en particularia. C hoort bij Armstrong s factualism. D is nonsense. En E hoort bij trope nominalisme. 5. Beschouw twee krijtjes die precies dezelfde kleur hebben, neem rood. Hoe analyseert een trope nominalist deze stand van zaken? A. De twee krijtjes hebben dezelfde kleur rood, omdat ze allebei lid zijn van de klasse van rode dingen. B. De twee krijtjes gelijken op elkaar qua kleur en gelijkenis is een primitieve, onanalyseerbare relatie. C. De twee krijtjes hebben dezelfde kleur rood, omdat eenzelfde predikaat, i.e., rood erop van toepassing is. D. Het rood van het ene krijtje gelijkt exact, maar is numeriek onderscheiden van het andere krijtje; elke roodheid is een verschillend, onderscheiden particularium. E. De twee krijtjes hebben een aantal eigenschappen gemeen, waaronder hun kleur; de krijtjes zelf zijn bundels van eigenschappen. D is letterlijk de kerngedachte van trope nominalisme. A is klasse-nominalisme, B gelijkenis-nominalisme, C predikaat-nominalisme en E is Russells eigenschappenrealisme (of komt althans in de buurt). 6. Augustinus A. geloofde dat alle middelen geoorloofd zijn om mensen te bekeren tot het ware geloof. B. geloofde dat iemands wereldbeeld enkel mocht beïnvloed worden door eigen, redelijk inzicht. C. vond dat totale tolerantie vereist was t.o.v. afwijkende gods- en wereldbeelden. D. vond dat iemand alle mogelijkheden moet krijgen om diens eigen geloofsbeleving en -overtuigingen (zijn geweten ) te volgen. E. vond dat vrijheid het nastreven van tweede orde verlangen inhield. B staat haaks op de hele middeleeuwse filosofie, C en D horen bij Augustinus tegenspreker Bayle en E is de kerngedachte van Harry Frankfurt. Het kan dus eigenlijk niet anders dan A zijn. 7. Welk argument betreffende het bestaan van God, wordt in de volgende redenering kernachtig samengevat? The series of events [comprising the history of the universe] is either caused, or it is not caused. If it is caused, there must obviously be a cause outside the series. If it is not caused, then it is sufficient to itself; and if it is sufficient to itself it is what I call necessary. But it [the universe[ can t be necessary since each member is contingent, and... the total has no reality apart from its members.
3 A. het ontologisch argument B. het kosmologisch argument C. het teleologisch argument D. het moreel argument E. het argument vanuit het kwaad Het fragment is letterlijk van Copleston, zoals we dat in de les hebben besproken. 8. In antwoord op welk argument betreffende het bestaan van God, bedacht Leibniz dat we in de beste der mogelijke werelden leven? A. het ontologisch argument B. het kosmologisch argument C. het teleologisch argument D. het moreel argument E. het argument vanuit het kwaad Leibniz wou met zijn beste der mogelijke werelden uitleggen hoe er pijn en lijden an zijn in de schepping van een almachtige, alwetende en algoed God. 9. Tegen welk argument betreffende het bestaan van God, is de volgende redenering gericht? This world (...) is very faulty and imperfect, compared to a superior standard; and was only the first rude essay of some infant deity, who afterwards abandoned it, ashamed of his lame performance: it is the work only of some dependent, inferior deity; and is the object of derision to his superiors; it is the production of old age and dotage in some superannuated deity; and ever since his death, has run on at adventures, from the fitst impulse and active force which it received from him. A. het ontologisch argument B. het kosmologisch argument C. het teleologisch argument D. het moreel argument E. het argument vanuit het kwaad Het fragment zegt ongeveer: in plaats van te focussen op schijnbare voorbeelden van design en dat een designer te postuleren, zouden we beter aandacht besteden aan alle voorbeelden van lelijkheid, problemen en gebrek aan design. Dan hoeven we geen designer meer te postuleren. Dit argument staat dus haaks op het teleologisch argument. 10. Waardoor kan volgens Hobbes het naleven van een sociaal contract gewaarborgd worden? A. het geloof in het hiernamaals B. het afstaan van een deel autonomie aan een absoluut heerser C. ons eigen redelijk inzicht D. de ingebakken schrik voor vijandigheid binnen de sociale groep
4 E. het kan helemaal niet gewaarborgd worden B refereert aan Hobbes beroemde Leviathan. Een alternatieve oplossing hiervoor is bijvoorbeeld Spinoza, die stelt dat enkel een democratie het naleven van sociale contracten kan waarborgen. 11. Van welke vroeg-moderne filosoof is het volgend fragment? Hoewel ik misschien (of liever, zoals ik dadelijk zal zeggen, zeker) een lichaam heb dat heel nauw met me is verbonden, staat het toch vast dat ik van mijn lichaam daadwerkelijk onderscheiden ben en zonder dit kan bestaan, omdat ik aan de ene kant een helder en duidelijk idee van mijzelf heb voor zover ik een denkend en niet een uitgebreid ding ben, en aan de andere kant een onderscheiden idee van mijn lichaam heb, voor zover dat slechts een uitgebreid en niet een denkend ding is. A. Descartes B. Malebranche B. Spinoza D. Leibniz E. de La Mettrie Dit fragment is onmiskenbaar van Descartes. Hij maakt hier het klassieke onderscheid tussen res cogitans en res extensa, zegt dat geest en lichaam nauw verbonden zijn en hun interactie dus reëel is, en gebruikt daartoe het kenmerkende criterium van heldere en onderscheiden ideeën. 12. Aan welke theorie refereert filosofe en psychologe Monica Meijsing in het volgend fragment? Ik nam aspirine omdat ik hoofdpijn had, lijkt te betekenen dat er iets in mij was, iets mentaals, wat mijn aspirine-neem-gedrag veroorzaakte, maar zo is het niet. Er is geen causale relatie tussen hoofdpijn en aspirine-neem-gedrag; hoofdpijn staat in een conceptuele relatie tot bepaalde soorten gedrag, zoals aspirine nemen, kreunen, en zeggen: Ik heb zo n hoofdpijn enzovoort. A. substantiedualisme B. logisch behaviorisme C. identiteistheorie D. functionalisme E. eliminativisme Kenmerkend voor Ryle s logisch (of filosofisch) behaviorisme is dat er geen causale relatie bestaat tussen mentale toestanden en gedrag (zoals functionalisten zouden beargumenteren), maar een zuiver conceptuele. De mentale toestand (in kwestie) bestaat volgens Ryle in een disjunctie van gedragsdisposities. 13. Hegels Fenomenologie van de Geest A. beschrijft de geschiedenis van bewuste ervaringen.
5 B. handelt over de evolutie naar een onafhankelijke, zelfbewuste Geest. C. bestudeert de subjectieve beleving en waarneming van de individuele bewustzijnsvormen. D. beschrijft vooruitgang in termen van manifestaties van vervreemding. E. poneert dat de geschiedenis van de mensheid gekenmerkt is door een asymmetrische relatie t.o.v. een alles-overkoepelende Geest. Bij Hegel gaat het over de evolutie van de Geest, niet als zodanig over individuele geestjes (dus A en C vallen af). Vooruitgang bestaat uit het overwinnen van vervreemding (dus D valt af). En er is geen asymmetrische relatie tussen de mensheid en de Geest; alle individuele geestjes maken in precies dezelfde zin deel uit van de Geest (dus ook E valt af). Hegels Fenomenologie van de Geest beschrijft de evolutie van de Geest van bij de eerste, begrensde verschijningsvorm - afhankelijk en niet zelfbewust- tot het eindpunt -volstrekt onafhankelijk en volstrekt zelfbewust. 14. Feuerbach gelooft dat A. de vervreemding opgeheven wordt door godsgeloof. B. wijsgerige antropologie baat brengt bij de studie van God. C. mensen zich van hun eigen essentie vervreemden door eigen wezenskenmerken toe te schrijven aan een denkbeeldige God. D. de perfectie van God een constructieve illustratie vormt van nastrevenswaardige menselijke kwaliteiten. E. we ons kunnen bevrijden door een rijkere conceptie van God. C is de kern van Feuerbachs opvatting. Dat kan je ook vrij gemakkelijk zien door eliminatie want alle overige beweringen schrijven een positieve rol toe aan God of godsgeloof, terwijl volgens Feuerbach het schoentje precies daar knelt. 15. Het denken van Hume kenmerkt zich door een A. metafysisch scepticisme B. epistemologisch scepticisme C. conceptueel scepticisme D. epistemologisch en conceptueel scepticisme E. metafysisch, epistemologisch en conceptueel scepticisme Wel, je zou er over kunnen discussiëren dat het denken van Hume zich kenmerkt door conceptueel scepticisme, maar zeker niet dat het zich zowel kenmerkt door metafysisch als door epistemologisch scepticisme. Enkel antwoord E kan dus voldoen! 16. Welke bewering over scepticisme op scherp is NIET WAAR? A. Volgens de theoretische interpretatie van het pyrronisme is het onmogelijk voor eindige wezens zoals de mens om verantwoorde overtuigingen te hebben. B. De schade van Descartes droomargument is beperkt; wiskundige kennis blijft overeind.
6 C. Psychologisch en praktisch gesproken, is de kern van het pyrronisme dat de gelijke kracht van tegengestelde opvattingen ertoe leidt dat we onze opvattingen opschorten. D. Pas met de kwaadaardige demon bereikt Descartes een punt waarop werkelijk alles, ook wiskundige kennis, in vraag staat, behalve zijn cogito-redenering. E. Dialectisch gesproken is de kern van het pyrronisme dat een neutraal observator moeiteloos een rationele keuze kan maken tussen tegengestelde opvattingen. In E wordt de dialectische interpretatie van het pyrronisme op z n kop gezet; het tegendeel is het geval. 17. Welke filosoof is in het volgend fragment aan het woord? En toch, hij, die zal overwegen, dat hetzelfde vuur, dat in ons de gewaarwording van warmte voortbrengt op de ene afstand, in ons, bij een dichtere benadering, de erg verschillende gewaarwording van pijn voortbrengt, moet zich bedenken, welke reden hij heeft om te zeggen, dat deze idee van warmte, welke in hem voortgebracht werd door het vuur, feitelijk in het vuur is; en zijn idee van pijn, welke door hetzelfde vuur op dezelfde wijze in hem wordt voortgebracht, niet in het vuur is. Waarom is witheid en koude in sneeuw, en pijn niet, wanneer zij de ene en de andere idee in ons voortbrengt; en kan geen van beide voortbrengen, tenzij door omvang, figuur, aantal, en beweging van haar vaste delen? A. Locke B. Berkeley C. Hume D. Reid E. Kant Hier wordt duidelijk het klassieke onderscheid tussen primaire en secundaire kwaliteiten gemaakt, zoals een indirect realist alla Locke het opvat. Beide ideeën worden voortgebracht door de dispositionele eigenschappen van objecten, dispositionele eigenschappen die ultiem teruggevoerd kunnen worden op hun primaire kwaliteiten. 18. Welke bewering over waarneming en werkelijkheid is NIET WAAR? A. Volgens een indirect realist tonen illusies en hallucinaties aan dat we de buitenwereld steeds indirect waarnemen. B. Een indirect realist kan een onderscheid maken tussen primaire en secundaire kwaliteiten. C. Een transcendentaal idealist ontkent niet het bestaan van de buitenwereld. D. Een direct realist kan geen onderscheid maken tussen primaire en secundaire kwaliteiten. E. Fenomenalisme is geen vorm van realisme. Een direct realist alla Reid kan dat wel degelijk: aan de ene kant lijken secundaire kwaliteiten eigenschappen te zijn in de wereld, maar aan de andere kant kan wetenschap uitwijzen dat zij zich niet daadwerkelijk in de wereld bevinden, maar veeleer onze respons vormen op welbepaalde stimuli. Een direct realist is niet noodzakelijk een naïef realist.
7 19. Welke filosoof is in het volgend fragment aan het woord? Maar ik verlang dat iedereen nadenkt en probeert of hij door enige abstractie in gedachten, de uitgebreidheid en beweging van een lichaam kan vatten, zonder alle andere zintuiglijke kwaliteiten. Wat mij betreft, ik zie duidelijk in dat het niet in mijn macht ligt een idee te vormen van een lichaam dat uitgebreid is en beweegt, maar ik moet het daarbij enige kleur of andere waarneembare kwaliteit geven, waarvan aanvaard wordt dat zij enkel in de geest bestaat. Kortom, uitgebreidheid, figuur en beweging, geabstraheerd van alle kwaliteiten, zijn onvatbaar. Dus, waar andere waarneembare kwaliteiten zijn, daar moeten deze ook zijn, namelijk, in de geest en nergens anders. A. Locke B. Berkeley C. Hume D. Reid E. Kant Dit is overduidelijk Berkeley omdat hij het onderscheid tussen primaire en secundaire kwaliteiten hekelt en vervolgens 20. Hoe benadert een relevantist de volgende sceptische paradox? (1) Ik weet dat er zebra s achter de omheining staan. (2) Ik weet niet dat er geen geverfde ezels achter de omheining staan. (3) Als ik weet dat er zebra s achter de omheining staan staat, dan weet ik dat er geen geverfde ezels staan. A. In een relevante context is (1) waar en is (2) niet waar. In een niet-relevante context is (2) waar en is (1) niet waar. (3) is waar in alle contexten. B. Er is geen context waarin (2) onwaar is. Of (1) of (3) waar is, hangt af van de context. C. In een relevante context is (2) waar en is (1) niet waar. In een niet-relevante context is (1) waar en is (2) niet waar. (3) is waar in alle contexten. D. In een relevante context is (1) en is (2) waar. In een niet-relevante context zijn (1) noch (2) waar. (3) is in geen enkele context waar. E. Er is geen context waarin (3) waar is. Of (1) of (2) waar is, hangt af van de context. Of een sceptisch alternatief (hier: dat wat zebra s lijken, geverfde ezels zijn) relevant is of niet, hangt volgens de relevantst af van de context. Niet-relevante sceptische alternatieven dienen NIET uitgesloten te worden, zodat (3) dan wegvalt. Relevante sceptische alternatieven dienen WEL uitgesloten te worden en als ze dat niet zijn (cfr. 2), valt (1) weg. Dat B het juiste antwoord is, kan je ook te weten komen door eliminatie. Essentieel voor het relevantisme is dat (3) in sommige contexten waar is en in andere niet. Alle overige opties stellen dat (3) in ALLE contexten waar of onwaar is. 21. Hoe beantwoordt G.E. Moore de uitdaging van het sceptische BIV-argument?
8 A. Ik kan weten dat ik handen heb zonder te weten dat ik geen BIV ben. B. Ofwel weet ik dat ik handen heb, ofwel weet ik dat ik een BIV ben. C. Zelfs als ik weet dat ik een BIV ben, kan ik weten dat ik handen heb. D. Zelfs als ik een BIV ben, kan ik weten dat ik handen heb. E. Ik weet dat ik handen heb en dus weet ik dat ik geen BIV ben. Moore draait de redenering van de scepticus gewoon om, cfr. E. 22. Beschouw het volgende Gettier-geval. Waarom weet Tim volgens Nozicks analyse van kennis niet hoe laat het is? Buiten zijn weten om, loopt Tims horloge al enkele dagen een uur achter. Vervolgens vindt, opnieuw buiten Tims weten om, de nacht plaats waarin, de wintertijd wordt ingeschakeld en de klok een uur wordt teruggedraaid. De volgende ochtend staat Tim op, kijkt naar zijn horloge en leest de juiste tijd af. A. Mocht Tim weten dat zijn horloge een uur achterliep, zou hij niet langer geloven de juiste tijd af te lezen. B. Mocht de wintertijd niet zijn ingeschakeld, zou Tim nog steeds geloven de juiste tijd af te lezen. C. Mocht de wintertijd niet zijn ingeschakeld, zou Tims horloge nog steeds een uur achterlopen. D. Mocht Tims horloge niet een uur achtergelopen hebben, zou Tim ook niet geloven de juiste tijd af te lezen. E. Mocht Tim weten dat de wintertijd werd ingeschakeld, zou hij niet langer geloven de juiste tijd af te lezen. Om na te gaan of Tims opvatting voldoet aan Nozicks waarheidsgevoeligheidseis, moeten we naar de dichtst bijgelegen mogelijke wereld gaan waarin de tijd die Tim afleest niet juist is, in dit voorbeeld: omdat de wintertijd niet is ingeschakeld. Omdat alles buiten Tims weten om gaat, zal hij in die mogelijke wereld NOG STEEDS geloven de juiste tijd af te lezen, en daarom weet hij in de feitelijke wereld niet hoe laat het is. Het juiste antwoord is dus B. 23. Wat is het verschil tussen u en uw filosofische zombie-tegenhanger? A. hij of zij heeft geen intentionaliteit B. hij of zij heeft geen emoties C. hij of zij heeft geen qualia D. hij of zij heeft geen representaties E. hij of zij heeft geen propositionele attitudes Het enige verschil tussen u en uw filosofische zombie-tegenhanger is dat hij of zij geen qualia, kwalitatieve ervaringen of fenomenaal bewustzijn heeft. Hij of zij heeft wel een binnenwereld, maar geen belevingswereld. Het juiste antwoord is dus C. 24. Stel de voorzitter van je studievereniging het leslokaal binnenkomt, met een stokbrood, een fles wijn en een kaasmand, en jij leidt daaruit af dat de studiereis dit jaar naar Parijs gaat. Welk soort afleiding maak je dan?
9 A. abductie B. inductie C. conductie D. deductie E. reductie Je zet een denkstap van een ervaring of waarneming naar een (mogelijke) verklaring voor die ervaring of waarneming. Dat heet abductie. 25. Welke bewering over wetenschapsfilosofie is NIET WAAR? A. Volgens de Duhem-Quinestelling bestaan er geen cruciale experimenten. B. Poppers demarcatiecriterium is falsifieerbaarheid. C. Volgens Kuhn kan de rationaliteit van wetenschap enkel van binnenuit begrepen worden, niet van buitenaf. D. Volgens Kuhn wisselen lange periodes van normale wetenschap zich af met korte, intensieve periodes van revolutie en paradigmawisseling. E. Volgens het verificatiecriterium van de Wiener Kreis zijn universele uitspraken verifieerbaar. Een van de problemen met het verificatiecriterium is net dat het te sterk is omdat het meebrengt dat universele uitspraken, i.e., het soort uitspraken waar wetenschappers typisch naar streven (cfr. natuurwetten), NIET geverifieerd kunnen worden en ze dus NIET wetenschappelijk zouden zijn. DEEL 2. OPEN VRAGEN 26. Leg aan de hand van een eigen voorbeeld van de vermeende interactie tussen lichaam en geest uit, hoe Spinoza, Leibniz en Malebranche de relatie tussen lichaam en geest beschouwden! Eigen voorbeeld zou bijvoorbeeld kunnen zijn: dat de koffie die je gedronken hebt voordat je het examen maakte, je geest wakker en alert heeft gemaakt, en dat, omgekeerd, je maag in een knoop zit doordat je extra gespannen bent omdat je een goed examen wil maken. Spinoza, Leibniz en Malebranche ontkennen, elk op een eigen manier, dat die interactie plaats zou vinden. Bij Spinoza zijn lichaam en geest twee (van het oneindig aantal) attributen waarin de ene substantie God zich met noodzakelijkheid uitdrukt; ze vormen als het ware twee wijzerplaten van eenzelfde uurwerkmechanisme en om die reden lopen ze synchroon. Bij Leibniz lopen de horloges synchroon, omdat God hun harmonie vooraf heeft ingesteld (lees: geschapen). Bij Malebranche ten slotte ontspringt elke schijnbare interactie tussen lichaam en geest telkens weer aan een individuele tussenkomst van God. 27. Leg uit waarom nogal wat leden van de Wiener Kreis fenomenalisten waren? Volgens het verificatiecriterium moeten uitspraken over de wereld geverifieerd kunnen worden. Metafysische uitspraken, waarin een buitenwereld en daarin allerlei materiële objecten worden gepostuleerd, kunnen niet geverifieerd worden. Daarom
10 willen nogal wat leden van de Wiener Kreis zich beperken tot de fenomenen, de bewustzijnsinhouden waartoe we direct toegang hebben (de sense-data, de omgeinterpreteerde waarnemingsgegevens, bv. de gekleurde vlekken die we zien), en onthouden ze zich van ijdele speculaties over wat er verder zou bestaan (vgl. de krekelschool). 28. Geef een voorbeeld van een vorm van relativisme waar je achter staat en een vorm van relativisme waar je tegen bent. Motiveer je antwoord. Je zou bijvoorbeeld kunnen beargumenteren dat waarden wel en waarheid niet relatief zijn aan culturen. Als je eigen voorbeelden moet geven, komt het er vooral op aan duidelijk te maken dat je begrijpt/weet waarover het gaat, in dit geval: wat relativisme precies inhoudt, hoe het werkt.
1. In welk domein van de filosofie wordt gereflecteerd over het probleem van identiteit en verandering?
Beste studenten, Wie al zijn/haar kennis wil testen, hierbij een voorbeeldexamen. Gelieve er rekening mee te houden dat je op het examen maximum drie uur tijd hebt. Succes! DEEL A. Meerkeuzevragen 1. In
Nadere informatieVraag Antwoord Scores. geesten op metafysisch niveau, omdat er geen andere bewustzijnsvormen bestaan 1
Opgave 1 Scepticisme en film 1 maximumscore 4 geesten op metafysisch niveau, omdat er geen andere bewustzijnsvormen bestaan 1 geesten op epistemologisch niveau, omdat er geen andere bewustzijnsinhouden
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Opgave 2 Spiritueel scepticisme 6 maximumscore 4 een uitleg dat McKenna in tekst 6 vanuit epistemologisch perspectief over solipsisme spreekt: hij stelt dat de kennisclaim over het bestaan van andere mensen
Nadere informatiefilosofie vwo 2016-II
Opgave 2 Theoriegeladenheid van de waarneming 5 maximumscore 3 Een goed antwoord bevat een uitleg met de afbeelding van het eend-konijn van: Kuhns Aristoteles-ervaring: plotselinge perspectiefverandering
Nadere informatieVraag Antwoord Scores. Opgave 1 Een sceptische schnauzer en een sceptische arts
Opgave 1 Een sceptische schnauzer en een sceptische arts 1 maximumscore 3 een uitleg dat de schnauzer vragen stelt die blijk geven van metafysisch scepticisme: hij vraagt zich af of er wel een buitenwereld
Nadere informatieDUALISME. René Descartes ( )
DUALISME René Descartes (1596-1650) HET CORPUSCULAIRE WERELDBEELD Galileo Galilei (veroordeling 1633 vanwege Dialogen) Descartes - Le Monde (voltooid in 1633) HET CORPUSCULAIRE WERELDBEELD PRIMAIRE QUALITEITEN
Nadere informatiefilosofie vwo 2017-II
Opgave 1 Twijfelen aan kunstmatige intelligentie 1 maximumscore 2 Een goed antwoord bevat een uitleg van: een weergave van het analogieargument: bij vergelijkbaar gedrag zijn er vergelijkbare mentale toestanden
Nadere informatienaar: Jed McKenna, Jed McKenna s theorie van alles, Samsara, 2014
Opgave 2 Spiritueel scepticisme tekst 6 Jed McKenna is de schrijver van verschillende boeken over spiritualiteit. In zijn boeken speelt hij de hoofdrol als leraar van een leefgemeenschap. McKenna is spiritueel
Nadere informatieVraag Antwoord Scores. Opgave 3 Hoe is het om een vleermuis te zijn?
Opgave 3 Hoe is het om een vleermuis te zijn? 11 maximumscore 2 een uitleg met een citaat uit tekst 7 dat Nagels probleem van de vleermuizen een epistemologisch probleem van andere geesten is: we weten
Nadere informatieSamenvatting Filosofie Algemene eindtermen
Samenvatting Filosofie Algemene eindtermen Samenvatting door L. 15618 woorden 23 april 2017 3 2 keer beoordeeld Vak Filosofie ALGEMENE EINDTERMEN 1. De kandidaten kunnen verschillende opvattingen en de
Nadere informatieFilosofie VWO 4 periode 1 Dikgedrukt: betekent dat dit woord in de woordenlijst staat
Filosofie VWO 4 periode 1 Dikgedrukt: betekent dat dit woord in de woordenlijst staat Het begin van de natuurfilosofie Filosofen beginnen zich dingen af te vragen, waar je gewoonlijk niet zo over na zou
Nadere informatieOpeningstoespraak Debat Godsargument VU Faculteit der Wijsbegeerte 11 April 2012. Emanuel Rutten
1 Openingstoespraak Debat Godsargument VU Faculteit der Wijsbegeerte 11 April 2012 Emanuel Rutten Goedemiddag. Laat ik beginnen met studievereniging Icarus en mijn promotor Rene van Woudenberg te bedanken
Nadere informatieRene Descartes. René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain
Rene Descartes René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain Cogito ergo sum, ik denk dus ik ben. Een uitspraak van René Descartes. Een belangrijk wiskundige en filosoof in de geschiedenis. Volgens
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Opgave 1 Twijfel in de rechtbank 1 maximumscore 3 een weergave van het onderscheid dat Peirce maakt tussen echte en artificiële twijfel: echte twijfel is serieuze, levende twijfel en artificiële twijfel
Nadere informatieSpinoza s Visie. Dag 2. Over God en de Natuur
Spinoza s Visie Dag 2 Over God en de Natuur Module 2 Herhaling dag 1 Over geluk, kennis en God Belangrijke lessen Streven naar eer, rijkdom en lust brengt niet het gewenste geluk. Denken, het opdoen van
Nadere informatieINLEIDING Over verwondering, contingentie en denken-als-ordenen 13
INHOUD VOORWOORD 11 INLEIDING Over verwondering, contingentie en denken-als-ordenen 13 HOOFDSTUK 1. Op zoek naar een stabiele werkelijkheid. De Oudheid (6 de eeuw v.c. 6 de eeuw n.c.) 25 1. Het ontstaan
Nadere informatieCorrectievoorschrift VWO 2017
Correctievoorschrift VWO 2017 tijdvak 2 filosofie Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Aanleveren scores 6 Bronvermeldingen
Nadere informatiefilosofie vwo 2015-II
Opgave 2 Onbewuste discriminatie 6 maximumscore 4 Een beschrijving van de twee groepen waarin bij Descartes de gedachten van de ziel uiteenvallen: acties en passies van de ziel 1 een antwoord op de vraag
Nadere informatieFilosofie. Op het VWO. Filosofie juist op Lyceum Oudehoven!
Filosofie Op het VWO Wat is Filosofie? Wetenschappen beantwoorden vragen: Over een eigen onderwerp (object van studie) Op een eigen manier (methode van bestuderen) Filosofie beantwoordt vragen die niet
Nadere informatieGeloven en redeneren. Religie en filosofie
Geloven en redeneren Religie en filosofie Historisch overzicht Pantheïsme en polytheïsme De spiltijd Het oosten Boeddhisme Confucianisme Taoïsme Het westen Jodendom, christendom, islam Filosofie Het begin
Nadere informatieInhoud. 1. Protagoras Gorgias Thrasymachus, Callicles en Hippias 13
Voorwoord XIII Deel 1 Oudheid Historische situering 1 I. De natuurfilosofen of presocratici Inleiding 3 Het veranderlijke en het blijvende 5 II. De sofisten en Socrates Inleiding 9 A. De sofisten 10 1.
Nadere informatieMaterie en geest. Grenzen aan het fysische wereldbeeld. Gerard Nienhuis. Universiteit Leiden. Workshop Conferentie SCF, 20 januari 2018
Materie en geest Grenzen aan het fysische wereldbeeld Gerard Nienhuis Universiteit Leiden Workshop Conferentie SCF, 20 januari 2018 Natuurwetenschap: Natuurwetenschap is basis van wereldbeeld geworden.
Nadere informatieWat is de mens? - Context. De opkomst van de filosofische antropologie
De menselijke natuur, week 9 De opkomst van de filosofische antropologie Overzicht van reeds behandelde mensbeelden en de mechanistische visie uit de late 19e eeuw Wat is de mens? - Context Plato / Descartes
Nadere informatieSpinoza s Visie. Dag 3. Hoe verhoudt de mens zich tot de Natuur?
Spinoza s Visie Dag 3 Hoe verhoudt de mens zich tot de Natuur? Module 3 Herhaling Belangrijke lessen dag 1 en 2 Kennis is de bron van ons geluk. Kennis van het hoogst denkbare geeft het grootst mogelijke
Nadere informatieTer inleiding (tot een inleiding)
Inhoud Voorwoord 3 Aanvullende lectuur 4 Ter inleiding (tot een inleiding) 1. Wijsbegeerte, haar begin(sel) en doelstelling 5 2. Waarom filosofie altijd een inleiding blijft 7 3. Waarom een historische
Nadere informatieBEWUSTZIJN GEEST BEWUSTE GEEST DENKEN BEWUST-DENKEN
BEWUSTZIJN GEEST BEWUSTE GEEST DENKEN BEWUST-DENKEN BEWUSTZIJN BEWUSTZIJN ZELFBEWUST-ZIJN N.B. KANT (APPERCEPTIE) BEWUSTZIJN LEVEND WEZEN BEWUSTZIJN (CREATURE CONSCIOUSNESS) BEWUSTZIJN VAN MENTALE TOESTANDEN
Nadere informatieCorrectievoorschrift VWO 2018
Correctievoorschrift VWO 2018 tijdvak 1 filosofie Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Aanleveren scores 6 Bronvermeldingen
Nadere informatieHersenschimmen. Jan Sleutels
Hersenschimmen Jan Sleutels Hersenschimmen 1. De geest heeft een lange geschiedenis 2. Descartes vond de geest uit 3. In 1874 werd de psychologie geboren 4. Volkspsychologie en philosophy of mind 5. Eliminatief
Nadere informatieSamenvatting Filosofie Scepticisme
Samenvatting Filosofie Scepticisme Samenvatting door een scholier 8978 woorden 10 april 2018 8,5 2 keer beoordeeld Vak Filosofie Het voordeel van de twijfel Hoofdstuk 1 2 Soorten scepticisme Metafysisch
Nadere informatieFILOSOFIE VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2016 (MET EINDTERMEN ONDERWERP SCEPTICISME)
FILOSOFIE VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2016 (MET EINDTERMEN ONDERWERP SCEPTICISME) Inhoud Voorwoord 6 1 Verdeling examinering CE/SE 7 2 Het centraal examen 8 2.1 Zittingen centraal examen 8 2.2 Vakspecifieke
Nadere informatieHet lichaam-geest probleem
Het lichaam-geest probleem Wouter Bouvy 3079171 November 5, 2006 Abstract Dit artikel behandelt het lichaam-geest probleem. Het bestaat uit een uitleg over het lichaam-geest probleem, en schrijft deze
Nadere informatie6,1. Samenvatting door J woorden 7 juni keer beoordeeld. Filosofie. Filosofie hoofdstuk 4 wetenschapsfilosofie:
Samenvatting door J. 2128 woorden 7 juni 2016 6,1 6 keer beoordeeld Vak Filosofie Filosofie hoofdstuk 4 wetenschapsfilosofie: Wetenschap is descriptief en normatief. Descriptief: beschrijvend zonder waarde.
Nadere informatieEindexamen filosofie vwo II
Opgave 2 Over wetenschap en religie: zij die uit de hemel kwamen 7 maximumscore 2 een argumentatie waarom wetenschappelijke kennis niet als probleemloze bron van vooruitgang kan worden beschouwd: wetenschap
Nadere informatieINLEIDING Plato's grot Filosofie en ideologie De hermeneutische cirkel DEEL 1. DE LOTGEVALLEN VAN DE FILOSOFISCHE RATIONALITEIT
INLEIDING Plato's grot Filosofie en ideologie De hermeneutische cirkel DEEL 1. DE LOTGEVALLEN VAN DE FILOSOFISCHE RATIONALITEIT HOOFDSTUK 1. Wijsbegeerte binnen de antieke bestaanshorizon: zijn en worden
Nadere informatieToelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 2
Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 2 Deel 1, Hoofdstuk 2 - Wat God is. Rikus Koops 8 juni 2012 Versie 1.1 Inmiddels hebben we van Spinoza begrepen dat God bestaat, dat heeft hij ons
Nadere informatien filosofie n wetenschapsfilosofie n soorten wetenschap n filosofie van de informatica n inhoud college n werkwijze college
Filosofie van de Informatica FILOSOFIE VAN DE INFORMATICA Prof. Dr. John-Jules Meyer Dr. R. Starmans Dr. J. Broersen n n wetenschaps n soorten wetenschap n van de informatica n inhoud college n werkwijze
Nadere informatiePropositie: inhoud van een uitspraak (In welke taal dan ook, de inhoud blijft hetzelfde).
Boekverslag door L. 1713 woorden 22 januari 2014 6.2 35 keer beoordeeld Vak Methode Filosofie Cogito Scepticisme: geen enkele bron van kennis is betrouwbaar Empirisme: bron van kennis zijn onze zintuigen
Nadere informatieDe filosofie van René Descartes
De filosofie van René Descartes The new Asian Hemisphere. The Irresistible Shift of Global Power to the East -Kishore Mahbubani The first point [ ] is the end of the era of Western domination of world
Nadere informatieSamenvatting Filosofie Hoofdstuk 3 Kennen en Weten
Samenvatting Filosofie Hoofdstuk 3 Kennen en Weten Samenvatting door een scholier 2177 woorden 15 juni 2010 5,9 17 keer beoordeeld Vak Methode Filosofie Het oog in de storm 3. Kennen en Weten 2 soorten
Nadere informatieOverzicht van vandaag. Filosofie van de geest: WB3027 Joel Anderson ( , blok 2) Het other minds probleem. Het argument from analogy
Filosofie van de geest: WB3027 Joel Anderson (2006-07, blok 2) Bijeenkomst #4 (23 nov 2006) I feel your pain : Wittgenstein en Malcolm over de identificatie van pijn Overzicht van vandaag Logistiek: BSCW
Nadere informatieSpinoza s Visie. Dag 1. Wie is Spinoza en wat is ware kennis?
Spinoza s Visie Dag 1 Wie is Spinoza en wat is ware kennis? Opzet cursus Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4 Over God Over de mens Over het geluk Inleiding Hoe zit de wereld in elkaar? Hoe verhoudt de mens zich tot
Nadere informatieExamen VWO. filosofie. tijdvak 2 maandag 19 juni uur
Examen VWO 2017 tijdvak 2 maandag 19 juni 13.30-16.30 uur filosofie Dit examen bestaat uit 17 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 45 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een
Nadere informatieSamenvatting Filosofie Berkely, Hume, Kant
Samenvatting Filosofie Berkely, Hume, Kant Samenvatting door een scholier 1736 woorden 8 juni 2003 6,5 67 keer beoordeeld Vak Filosofie George Berkeley (Ier, bisschop) Dacht dat de toenmalige filosofie
Nadere informatieProeftentamen 2010-2011 deel Wetenschapsfilosofie. 20102011proef_deel_Wetenschapsfilosofie.pdf
Proeftentamen 2010-2011 deel Wetenschapsfilosofie 20102011proef_deel_Wetenschapsfilosofie.pdf Tilburg University Sociale Filosofie en Wetenschapsfilosofie Proeftentamen Sociale Filosofie en wetenschapsfilosofie
Nadere informatieGeologica. Logisch Empirisme, Popper en Kuhn. Opzet van dit college. Rationalisme. Wat is kennis? Wetenschappelijke Revolutie.
Geologica Logisch Empirisme, Popper en Kuhn Gastcollege Kai Eigner Vrije Universiteit Amsterdam Opzet van dit college Wat is kennis Deductie en inductie Logisch empirisme Popper Kuhn Wat is kennis? Hoe
Nadere informatieFILOSOFIE VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2017 (MET EINDTERMEN ONDERWERP SCEPTICISME) Versie 2, februari 2015
FILOSOFIE VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2017 (MET EINDTERMEN ONDERWERP SCEPTICISME) Versie 2, februari 2015 Inhoud Voorwoord 6 1 Verdeling examinering CE/SE 7 2 Het centraal examen 8 2.1 Zittingen centraal
Nadere informatieCorrectievoorschrift VWO 2019
Correctievoorschrift VWO 2019 tijdvak 2 filosofie Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Aanleveren scores 6 Bronvermeldingen
Nadere informatieExamenprograma filosofie havo/vwo
Examenprograma filosofie havo/vwo Havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein
Nadere informatieOpgave 3 De gewapende overval
Opgave 3 De gewapende overval 12 maximumscore 2 een argumentatie dat het idee van vrije wil als bovennatuurlijke kracht in het kader van vrije wil als bewuste aansturing voor veel mensen aantrekkelijk
Nadere informatieFilosofie en actualiteit. Derde avond
Filosofie en actualiteit Derde avond Godsdienstvrijheid Alle overtuigingen toestaan? Moet de staat een oordeel vellen over een geloof? Zijn er harde criteria? (boerkaverbod omdat dat het functioneren hindert)
Nadere informatieEindexamen filosofie vwo 2010 - II
Opgave 2 Religie in een wetenschappelijk universum 6 maximumscore 4 twee redenen om gevoel niet te volgen met betrekking tot ethiek voor Kant: a) rationaliteit van de categorische imperatief en b) afzien
Nadere informatieSpinoza s Visie. Dag 2. Over God en de Natuur
Spinoza s Visie Dag 2 Over God en de Natuur Opzet cursus Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4 Over God Over de mens Over het geluk Inleiding Hoe zit de wereld in elkaar? Hoe verhoudt de mens zich tot de wereld? Waarin
Nadere informatieEindexamen filosofie vwo 2011 - I
Opgave 3 Vreemder dan alles wat vreemd is 12 maximumscore 3 de twee manieren waarop je vanuit zingevingsvragen religies kunt analyseren: als waarden en als ervaring 2 een uitleg van de analyse van religie
Nadere informatieFILOSOFIE VWO. SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2018 (met eindtermen onderwerp scepticisme)
FILOSOFIE VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2018 (met eindtermen onderwerp scepticisme) Inhoud Voorwoord 6 1 Verdeling examinering CE/SE 7 2 Het centraal examen 8 2.1 Zittingen centraal examen 8 2.2 Vakspecifieke
Nadere informatieCorrectievoorschrift VWO 2017
Correctievoorschrift VWO 2017 tijdvak 1 filosofie Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Aanleveren scores 6 Bronvermeldingen
Nadere informatieExamen VWO. filosofie. tijdvak 1 vrijdag 18 mei uur
Examen VWO 2018 tijdvak 1 vrijdag 18 mei 9.00-12.00 uur filosofie Dit examen bestaat uit 17 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 46 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een
Nadere informatieFilosofie VWO. Examenbundel
Filosofie VWO Examenbundel 1999-2017 Inhoudsopgave 2017 I - Filosofie 2017 II - Filosofie 2016 I - Filosofie 2016 II - Filosofie 2015 I - Filosofie 2015 II - Filosofie 2014 I - Filosofie 2014 II - Filosofie
Nadere informatie11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets
11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets Opdracht 1 Wat is de Sokratische methode? Opdracht 2 Waarom werd Sokrates gedwongen de gifbeker te drinken? Opdracht 3 Waarom zijn onze zintuigen
Nadere informatieCorrectievoorschrift VWO 2016
Correctievoorschrift VWO 2016 tijdvak 1 filosofie Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores 6 Bronvermeldingen
Nadere informatieWijsgerige antropologie:
Wijsgerige antropologie: 1. De mens is een dier dat kan denken Een mens is tegelijkertijd het subject en het object van het onderzoek in de wijsgerige antropologie, zowel onderzoeker als datgene wat onderzocht
Nadere informatieFilosofie van de geest: WB3027. Bijeenkomst #4 (19 nov 2009) I feel your pain : Wittgenstein en Malcolm over de identificatie van pijn
Filosofie van de geest: WB3027 Bijeenkomst #4 (19 nov 2009) I feel your pain : Wittgenstein en Malcolm over de identificatie van pijn Overzicht van vandaag Citaten van Jackson & Nagel Het other minds probleem
Nadere informatieInleiding Filosofie en Ethiek Derde Bijeenkomst: De 2e wetenschappelijke revolutie Dinsdag 19 september 2006
Inleiding Filosofie en Ethiek Derde Bijeenkomst: De 2e wetenschappelijke revolutie Dinsdag 19 september 2006 Freud (1917) Narcistische krenking Copernicus (1543) Darwin (1859/1871) Galileo Galileï (1564-1642)
Nadere informatiePijn. Een filosofische benadering. Periode 4, 2011. http://www.phil.uu.nl/~rob/guest.shtml
Pijn Een filosofische benadering Periode 4, 2011 http://www.phil.uu.nl/~rob/guest.shtml Rob van Gerwen Departement Filosofie Universiteit Utrecht http://www.phil.uu.nl/~rob/ Inhoudsopgave 1 Inleiding tot
Nadere informatieEindexamen filosofie vwo 2002-I
Opgave 1 Wetenschappelijke verklaringswijzen Maximumscore 3 1 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een antwoord op de vraag of de Weense Kring de uitspraak zinvol zou vinden: ja 1 een omschrijving
Nadere informatieSamenvatting Filosofie Emoties
Samenvatting Filosofie Emoties Samenvatting door een scholier 1030 woorden 28 mei 2013 3,2 2 keer beoordeeld Vak Methode Filosofie Cogito Filosofie samenvatting Emoties (theorie en primaire teksten) THEORIE
Nadere informatieFILOSOFIE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0
FILOSOFIE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de
Nadere informatieDe Sinn van fictie. Wouter Bouvy March 12, 2006
De Sinn van fictie Wouter Bouvy 3079171 March 12, 2006 1 Inleiding Hoe is het mogelijk dat mensen de waarheid van proposities over fictie zo kunnen bepalen dat iedereen het er mee eens is? Kan een theorie
Nadere informatieTranscendentale vrijheid tegenover natuurlijke kausaliteit bij Immanuel Kant
Transcendentale vrijheid tegenover natuurlijke kausaliteit bij Immanuel Kant Ulrich Grün, stud.nr.: 9212647 7 juli 2006 Inleiding In een wereld bestaande uit materie vinden veranderingen, zoals wij ze
Nadere informatieEindexamen Filosofie vwo II
3 Antwoordmodel Opgave 1 De empirische werkelijkheid 1 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een goede uitleg van wat het verificatie- en het confirmatieprincipe inhouden 2 een goede uitleg dat
Nadere informatieEen beeld dat ons gevangen houdt. Over de epistemische status van de metafysica in het vertoog van Guido Vanheeswijck
1 Een beeld dat ons gevangen houdt. Over de epistemische status van de metafysica in het vertoog van Guido Vanheeswijck Emanuel Rutten Het essay van Vanheeswijck laat zich lezen als een boeiend en gepassioneerd
Nadere informatieVoor wat betreft het multiple choice gedeelte heeft elke vraag altijd 3 mogelijke antwoorden, waarvan er slechts één het juiste is!
KLEIN PROEFTENTAMEN WETENSCHAPSLEER Let op: Het tentamen bestaat straks uit 20 multiple choice vragen en 2 open vragen. In totaal zijn dus 100 punten te verdienen (= cijfer: 10). In het multiple choice
Nadere informatieGeest, brein en cognitie
Geest, brein en cognitie Filosofie van de geest en Grondslagen van de cognitiewetenschap Fred Keijzer 1 Overzicht: Wat is filosofie en waarom is dit relevant voor cognitiewetenschap en kunstmatige intelligentie?
Nadere informatieHandleiding bij Wondere wetenschap
18 Handleiding bij Wondere wetenschap Handleiding bij Wondere wetenschap les 1 De kracht en de grenzen van het wetenschappelijk denken 1 De leerlingen kunnen in hun eigen woorden de betekenis uitleggen
Nadere informatieHoofdstuk 2. Kennis en geloof
Hoofdstuk 2 Kennis en geloof Kennis of dogma Is religieus geloof een vorm van kennis? Is het mogelijk een rationeel bewijs van het bestaan van God te geven? Is religieus taalgebruik betekenisvol? Vormen
Nadere informatieINHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76
INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76 Vergeten... 7 Filosofie... 9 Een goed begin... 11 Hoofdbreker... 13 Zintuigen... 15 De hersenen... 17 Zien... 19 Geloof... 21 Empirie... 23 Ervaring...
Nadere informatieCorrectievoorschrift VWO 2019
Correctievoorschrift VWO 2019 tijdvak 1 filosofie Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Aanleveren scores 6 Bronvermeldingen
Nadere informatieGeloven en redeneren. Samenvatting
Geloven en redeneren Samenvatting Historisch overzicht Pantheïsme en polytheïsme De spiltijd Het oosten Boeddhisme Confucianisme Taoïsme Het westen Jodendom, christendom, islam Filosofie Ontwikkelingen
Nadere informatieEssay. Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet
Essay Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet Ethici onderscheiden zich van gewone mensen doordat zij niet schijnen te weten wat morele oordelen zijn. Met behulp van elkaar vaak uitsluitende ismen trachten
Nadere informatieSamenvatting Filosofie Hoofdstuk 3: Wat is kennis?
Samenvatting Filosofie Hoofdstuk 3: Wat is kennis? Samenvatting door een scholier 2852 woorden 31 maart 2005 6,9 35 keer beoordeeld Vak Methode Filosofie ViaDELTA Filosofie..wat is kennis? (kennisleer)
Nadere informatiePolitieke Filosofie Oudheid en Middeleeuwen
Politieke Filosofie Oudheid en Middeleeuwen Geschiedenis en politieke filosofie Geschiedenis Beschrijving feitelijke gebeurtenissen. Verklaring in termen van oorzaak en gevolg of van bedoelingen. Politieke
Nadere informatieToelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 1
Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 1 Deel 1, Hoofdstuk 1 - Dat er iets buiten ons bestaat. Rikus Koops 8 juni 2012 Versie 1.1 In de inleidende toelichting nummer 0 heb ik gesproken
Nadere informatieFilosofie voor de Wetenschappen
Date 15-10-2013 1 Filosofie voor de Wetenschappen Presentatie voor de Honours-studenten van de Rijksuniversiteit Gent Jan-Willem Romeijn Faculteit Wijsbegeerte Rijksuniversiteit Groningen Date 15-10-2013
Nadere informatieSpinoza s Visie. Dag 1. Wie is Spinoza en wat is ware kennis?
Spinoza s Visie Dag 1 Wie is Spinoza en wat is ware kennis? Opzet cursus Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4 Over God Over de mens Over het geluk Inleiding Hoe zit de wereld in elkaar? Hoe verhoudt de mens zich tot
Nadere informatieLeren Filosoferen. Tweede avond
Leren Filosoferen Tweede avond Website Alle presentaties zijn te vinden op mijn website: www.wijsgeer.nl Daar vind je ook mededelingen over de cursussen. Hou het in de gaten! Vragen n.a.v. vorige keer
Nadere informatieTAALFILOSOFIE. Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS?
TAALFILOSOFIE Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS? GOTTLOB FREGE (1848 1925) Uitvinder moderne logica Vader van de taalfilosofie BEGRIFFSCHRIFT (1879) Bevat moderne propositie en predicaten-logica Syllogistiek
Nadere informatieWetenschaps- filosofie. Wolter Kaper AMSTEL-instituut
Wetenschaps- filosofie Wolter Kaper AMSTEL-instituut Wetenschap en methode Vandaag: Wetenschapsfilosofie Wat is wetenschap? Hoe wordt vooruitgang geboekt? Zoeken naar waarheid? Bestaat er een tijdloze
Nadere informatieRetorica en drogredenen. Lucas Beerekamp, 2017
Retorica en drogredenen Lucas Beerekamp, 2017 Logicapuzzel Which answer in this list is the only correct answer to this question? A. All of the below. B. None of the below. C. All of the above. D. One
Nadere informatieExamen VWO. filosofie. tijdvak 2 maandag 18 juni uur
Examen VWO 2018 tijdvak 2 maandag 18 juni 13.30-16.30 uur filosofie Dit examen bestaat uit 17 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 46 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een
Nadere informatieToelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 5
Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 5 Deel 1, Hoofdstuk 4 en 6 De volmaakte natuur en het niet bestaan van toeval Rikus Koops 24 juni 2012 Versie 1.0 Hoewel het vierde hoofdstuk op
Nadere informatieSamenvatting Filosofie Wijsgerige antropologie
Samenvatting Filosofie Wijsgerige antropologie Samenvatting door Cristel 1201 woorden 26 juni 2016 3,5 3 keer beoordeeld Vak Methode Filosofie Cogito Wijsgerige antropologie 1 Verschillen tussen mens en
Nadere informatieOpgave 2 Neuroplasticiteit en wilsbekwaamheid
Opgave 2 Neuroplasticiteit en wilsbekwaamheid 6 maximumscore 3 een argumentatie dat de opvatting van Kahn niet tot het dualistisch epifenomenalisme kan behoren, omdat daarin bewuste gedachten geen invloed
Nadere informatieOpgave 1: Vrije wil als zelfverwerkelijking
* PTA code: ED/st/05 * Docent: MLR * Toetsduur: 100 minuten. * Deze toets bestaat uit 11 vragen. Het totaal aantal punten dat je kunt behalen is: 32. * Kijk voor je begint telkens eerst de vraag kort door,
Nadere informatieOver Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten
1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor
Nadere informatieCorrectievoorschrift VWO 2016
Correctievoorschrift VWO 2016 tijdvak 2 filosofie Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores 6 Bronvermeldingen
Nadere informatieEindexamen filosofie vwo 2009 - I
Beoordelingsmodel Opgave 1 Religieuze ervaring 1 maximumscore 5 een bruikbare definitie van religie 1 drie problemen die zich kunnen voordoen bij het definiëren van religie 3 meerdere religieuze tradities;
Nadere informatieCorrectievoorschrift VWO 2018
Correctievoorschrift VWO 2018 tijdvak 2 filosofie Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Aanleveren scores 6 Bronvermeldingen
Nadere informatieFilosofie VWO. Examenbundel
Filosofie VWO Examenbundel 1999-2017 Inhoudsopgave 2017 I - Filosofie Opgaven 2017 II - Filosofie Opgaven 2016 I - Filosofie Opgaven 2016 II - Filosofie Opgaven 2015 I - Filosofie Opgaven 2015 II - Filosofie
Nadere informatieImmanuel Kant Kritiek van de zuivere rede 53
Ten geleide Kant en de grenzen van de rede 15 Geraadpleegde literatuur 39 Verantwoording bij de vertaling 41 Immanuel Kant aan Marcus Herz (21 februari 1772) Het 'geboorteuur' van de Kritiek van de zuivere
Nadere informatieZelfstudiefiches M&T: Deel 1 (H1-3)
Zelfstudiefiches M&T: Deel 1 (H1-3) Lees eerst het document Toelichting fiches Hoofdstuk 1 1. Noteer/markeer de vier doelstellingen van dit boek De verschillende doelstellingen zeggen niet alleen iets
Nadere informatie