Voor jouw veiligheid De Wet Bopz in makkelijke taal Versie voor lvg-cliënten

Transcriptie

1 SC-0032 mei alle rechten voorbehouden s Heeren Loo Zorggroep Berkenweg LA Amersfoort Postbus AP Amersfoort Voor jouw veiligheid De Wet Bopz in makkelijke taal Versie voor lvg-cliënten s Heeren Loo is onderdeel van de s Heeren Loo Zorggroep

2 Inhoud Voor jouw en onze veiligheid 3 Samen leren 7 Niet mee eens 8 Klachtenformulier 10 Voor jouw en onze veiligheid Word jij wel eens boos? Tuurlijk wel, iedereen wordt weleens boos. Soms omdat je iets niet eerlijk vindt. Of omdat je iets niet begrijpt, of iets niet doorgaat wat je erg hoopte. Boos worden hoort bij jouw ontwikkeling. Zo leer je aangeven wat je wel en niet fijn vindt. Soms gebeurt het dat mensen zo boos worden dat ze niet goed meer weten wat ze doen. Dit kan gevaarlijk zijn. Voor jou, voor ons en voor anderen. Om goed voor jou te zorgen moeten we je soms vastpakken of afzonderen. Daarover is een wet in Nederland. 2 3

3 Wat is een wet? Een wet bestaat uit regels die voor iedereen gelden. Voor jou en voor ons. In een wet staat wat er wel en niet mag. Wat jij mag en moet en wat groepsleiding mag en moet doen. Er staat ook bij welk doel dat heeft. Een wet beschermt ons allemaal. De wet over vastpakken en afzonderen is de Wet Bopz. Deze wet geldt voor mensen die op speciale groepen van s Heeren Loo wonen en leven. De meeste mensen wonen daar niet omdat ze dat graag willen. Ze wonen daar omdat ze nog moeten leren hoe ze met boosheid kunnen omgaan. In andere groepen wonen mensen die niet verder kunnen leren en vaak gevaarlijk worden als ze boos zijn. Dit is nooit leuk. Jouw groepsgenoot of jijzelf hebben dan echt hulp nodig. Vaak vindt je op dat moment van niet. Dat begrijpen we ook en toch doen we dan wat we moeten doen volgens de wet. Heel soms zijn mensen gevaarlijk voor zichzelf. Ook nog in de afzondering. Groepsleiders bellen dan een dokter. De doktor beslist dan wat er gaat gebeuren. De doktor zegt dat je medicijnen moet krijgen. De doktor zegt dat je eten en drinken moet krijgen. Dit gaat dan zoals de doktor zegt. De groepsleiders en de dokter dwingen dan die persoon. Deze Wet Bopz zorgt ervoor dat jij beschermd wordt. De wet zorgt ervoor dat de groepsleiders iemand niet zomaar kunnen vastpakken of afzonderen als dat nodig is. Groepsleiders willen dit liever niet doen. Groepsleiders leren ook hoe ze kunnen voorkomen dat ze moeten vastpakken of afzonderen. Dat kan ook bij jou of een groepsgenoot gebeuren. Helpen? Als een groepsgenoot zo boos wordt dat hij gevaarlijk is, zorgt de groepsleiding ervoor dat het ook voor jou veilig is. Dit doet hij niet om jouw groepsgenoot pijn te doen. Soms zou je een groepsgenoot willen helpen. Als je een groepsgenoot wilt helpen zorg dan dat jij ergens bent waar jij er geen last van hebt. Ga je jouw groepsgenoot helpen, dan wordt het alleen maar gevaarlijker. Voor jou, je groepsgenoot en de groepsleiding. Je kunt beter achteraf een vraag stellen aan de groepsleider als je het niet begrijpt. Hoe de wet jou beschermt In de Wet Bopz staat wat er wel en niet mag als jij of een groepsgenoot gevaarlijk wordt. De groepsleiders kunnen dan kiezen: Je wordt naar jouw kamer gestuurd. Je wordt vastgepakt. Je wordt vastgepakt en naar een speciale ruimte gebracht, de afzondering. Ze zorgen ervoor dat je niet weg kunt lopen. 4 5

4 Samen leren De groepsleiding grijpt alleen in bij noodsituaties. Groepsleiders bespreken dit ook altijd met jou. Om samen van te leren. Ze vertellen je wat er gebeurde en ze vertellen ook wat ze hebben gedaan om het voorkomen. Je kunt dan ook vertellen wat jou helpt om niet gevaarlijk te worden. De groepsleider schrijft dat op. Zo kunnen jullie later nog eens terugkijken hoe dat vroeger ging. De groepsleider moet dat ook doen van de wet. Veel afspraken en regels zijn er voor iedereen. Als jij iets wel kunt of al geleerd hebt, maken we andere afspraken met jou. Zo kun je steeds verder leren en verantwoordelijk worden. Al deze afspraken moeten in jouw persoonlijk plan staan. We kijken dan ook regelmatig of dit nog nodig is voor jou. Ook jij mag daar iets over zeggen. De groepsleider moet jou ook vragen of je begrijpt waarom ze dit hebben gedaan. Jij mag dan vertellen of je dat snapt. Begrijp je het nog niet helemaal of weet je niet goed wat de groepsleider bedoelt, dan mag je daarover altijd een vraag stellen. De groepsleider schrijft op hoe jij reageert. Begrijp je het? Loop je weg? Snap je het nog niet helemaal? De groepsleider moet dit zo precies mogelijk opschrijven. Het is belangrijke informatie voor iedereen die jou begeleidt. De groepsleiders maken dan een plan. In dit plan staat hoe jij en de groepsleiders samen ervoor zorgen dat je niet meer vastgepakt hoeft te worden. Dit hoort dan bij jouw persoonlijk plan. Jij hebt daar ook verantwoordelijkheid in. Vertel de groepsleiding als je ergens bang voor bent. Misschien ben je wel boos. Hier kunnen we van leren; want niemand wil dat jij moet worden vastgepakt of naar de afzondering wordt gebracht. Je mag ook zeggen dat je het er niet mee eens bent. Dat is dan heel goed. Je mag dan een klacht indienen. Verder in deze folder staat hoe je dat kunt doen. Regels die te maken hebben met jouw vrijheid Soms denk je wel eens; ik kan alles. Als we dan eerlijk zijn, is dat niet altijd zo. Jij, je groepsgenoten en ook groepsleiders en orthopedagogen leren elke dag. Om goed te kunnen leren zijn er regels. Deze regels helpen ons om goed met elkaar om te gaan. Regels zijn niet altijd leuk, bijvoorbeeld: De deur van de groep is gesloten. Jij kunt niet naar buiten als jij dat wilt. Je moet dan vragen of je naar buiten mag. Als je naar buiten gaat is er altijd een groepsleider bij. De dagindeling staat vast. Dit geeft rust. Je weet wanneer wat gaat gebeuren. Je mag niet zomaar met iemand bellen of op internet. Je mag bezoek ontvangen op afgesproken tijden. Je mag misschien zelfs op bezoek gaan, met afspraken. Je kunt niet in alle kasten. Omdat er gevaarlijke dingen in staan. Autorijden = leren Als je gaat autorijden leer je dat eerst. Je begint in een lesauto. Je leert gas geven, richting aangeven, sturen, schakelen en ook belangrijk: remmen. De instructeur kan ook remmen, gas geven en helpt soms met sturen. Er zijn verkeersregels die jou helpen en beschermen. Zo is dat ook in de groep. Jij leert hier veel. Soms moet je opschieten om op tijd te zijn. Je vertelt wat je gaat doen in je vrije tijd, zodat anderen dat weten. Je hebt iets geleerd en kunt dus een stap verder. Soms moet je ook remmen, stoppen omdat je iets doet wat niet goed voor jou is. Als jij niet remt, kan de groepsleider remmen. Ookal wil jij doorgaan. De groepsleider doet dit tegen jou zin. We maken daar afspraken over. Die zetten we in jouw persoonlijk plan. 6 7

5 Niet mee eens Als je het ergens niet mee eens bent, moet je dat bespreken. Je kunt klagen over heel veel dingen. Veel klachten kun je met de groepsleiders bespreken. Zij zullen dan kijken of ze daar iets aan kunnen doen. Soms kan dat niet. De groepsleiders moeten zich ook aan regels en afspraken houden. De groepsleiders moeten jou dan vertellen waarom ze daar niets aan kunnen doen. Als je het er dan nog niet mee eens bent kun je (samen met iemand anders) bellen met de vertrouwenspersoon. Je kunt ook (samen met iemand anders) een brief schrijven aan de regiomanager. Wat is de klachtencommissie? De klachtencommissie is een groep mensen die samen praten over jouw klacht. Zij beslissen of jij gelijk hebt of niet. Zodra de klachtencommissie jouw klacht heeft besproken, krijg je van de directeur een brief. In deze brief staat wat ze van jouw klacht vinden en wat de directeur er aan kan doen. In de bijlage van deze folder vind je een voorbeeld van een klachtenformulier dat je kunt (laten) invullen. Je kunt dit formulier samen met jouw persoonlijk begeleider invullen en opsturen naar de directeur. Wat kun je allemaal bespreken: Dat je begeleiders vinden dat je sommige beslissingen niet zelf kunt nemen. Dat je het niet eens bent met wat er in jouw persoonlijk plan staat. Dat jouw begeleiders niet doen wat er in jouw persoonlijk plan staat. Dat jouw begeleiders hebben besloten dat het nodig is om jou en anderen te beschermen. Bijvoorbeeld door: jou een korte tijd af te zonderen om je te laten kalmeren; jou een korte tijd vast te pakken; je medicijnen te geven zonder dat jij dit wilt; jou eten en drinken te geven terwijl jij dat niet wilt; jou te vertellen dat jij niet steeds mag telefoneren; te beslissen dat de kasten en deuren in jouw huis op slot gaan. Stap 1: Vertel aan je persoonlijke begeleider waar je het niet mee eens bent. Waarom ben je het er niet mee eens? En wat zou je anders willen? Stap 2: Wil je nog iets anders met jouw klacht doen dan alleen het te vertellen aan je persoonlijke begeleider? Stap 3: Vraag aan je persoonlijke begeleider, familie of cliëntvertrouwenspersoon of zij je willen helpen om een brief te schrijven aan de klachtencommissie. Je kunt de brief ook opsturen naar de directeur. Hij zorgt ervoor dat je klacht wordt gelezen door de juiste mensen. 8 9

6 Klachtenformulier Zet een kruisje voor het onderwerp waarover je een klacht wilt indienen bij de klachtencommissie. Stuur dit formulier naar de klachtencommissie. Je kunt hier ook een brief bij doen. Naam Adres Persoonlijk begeleider 1 Ik wil graag mijn eigen beslissingen kunnen nemen. 2. Ik ben het niet eens met mijn persoonlijke plan 3. Ik vind dat de groepsleiding niet doet wat in mijn persoonlijk plan staat 4. Ik werd vastgepakt maar wil dat niet 5. Ik moest naar de afzondering maar wil dat niet 6. Ik kreeg medicijnen die ik niet wil 7. Ik kreeg eten en drinken wat ik niet wilde 8. Ik heb een klacht over de huisregels. 9. Ik heb een klacht over de groepsafspraken 10. Ik heb een andere klacht: 10 11