Wrijvings- en weerstandskracht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wrijvings- en weerstandskracht"

Transcriptie

1 10 Wrijvings- en weersandskrach 10.1 Inleiding Aan alles zijn wee kanen: je ouders zorgen voor je en geven je zakgeld, maar sellen eveneens regels en normen. Ook voor wrijving geld die nauurwe. Enerzijds is wrijving vervelend: omwille van de wrijving moe je blijven duwen als je fies en kan een auomoor vaslopen als de olie is weggelek. Anderzijds zorg wrijving ervoor da je op je fies kun raken en verrekken; op een verijsd wegdek luk da nauwelijks! Er zijn verschillende sooren wrijvings- en weersandskrachen. Zo n krach is alijd egengeseld aan de zin waarin he voorwerp beweeg. Weersandskrach in een fluïdum 7 Een voorwerp da beweeg in een gas of in een vloeisof ondervind weersand van da fluïdum. Da is bijvoorbeeld he geval bij een valschermspringer of een rijdende auo. De krach die daardoor op he voorwerp inwerk, is egengeseld aan de snelheid. Ze hang af van de grooe van de snelheid, de vorm van he voorwerp en van he fluïdum. Om de luchweersand zo klein mogelijk e maken, krijgen auo s een aërodynamische vorm. Bij vrachwagens worden dakspoilers gebruik. Scania Bij lage snelheden is de grooe van de weersandskrach rech evenredig me en egengeseld " " aan de snelheid: Fw = - m v m is de weersandscoëfficiën. 7 Rolweersand Op de plaas waar een band van bv. een auo of een fies ijdens he rijden conac maak me he wegdek, word de band vervormd. Da veroorzaak de rolweersand. Die krach voel je ijdens he fiesen als de banden van je fies slech opgepomp zijn. Om die krach zo klein mogelijk e maken, rijden wielrenners op smalle ubes. Die worden opgepomp o ongeveer 10 bar en vervormen prakisch nie ijdens he rijden. Bij mounainbiken is de rolweersand groer omda men rijd me brede banden die minder hard opgepomp worden. Ineracie_6.2_Lb.indb 95

2 96 ] Kinemaica en dynamica 7 Glijdende wrijving Glijdende wrijving of dynamische wrijving onsaa wanneer wee sysemen over elkaar schuiven. Da is bv. he geval als een auo rem en de wielen blokkeren. De wielen (syseem 1) schuiven dan over he wegdek (syseem 2). Ook als je me je fies rem is er glijdende wrijving: de remblokjes (syseem 1) wrijven over de velg van he wiel (syseem 2). 7 Saische wrijving Wrijving kan ook opreden ussen sysemen die.o.v. elkaar nie bewegen. Op een verijsde helling kun je nie blijven saan en glijd je naar beneden door de zwaarekrach. Als die helling nie verijsd is, luk da zonder problemen. De oorzaak hiervan is de saische wrijvingskrach ussen je schoenen en he oppervlak van de helling. Ook bij he muurklimmen maak je gebruik van saische wrijving. In hegeen volg, behandelen we enkel saische en dynamische wrijving. Sappen en rijden " Fv Sappen lijk zo eenvoudig: je doe he elke dag zonder er bij sil e saan! Toch is he een comple gebeuren. Als je een sap wil zeen, rek je je spieren samen en duw je je voe op de grond en " naar acheren me een krach Fv. Hierbij oefen je door de wrijving op de grond een " krach Fwg ui die naar acheren gerich is. De grond oefen op je voe een even " " groe egengeselde krach Fwv ui, die naar voren gerich is. " Fwv Als er weinig wrijving is, bv. bij ijzel, is de krach Fwv e klein (kleiner dan " de krach Fv) en zal je voe naar acheren bewegen en slip je. " Fwg " Is de wrijvingskrach groo genoeg (zo groo als de krach Fv), dan is de resulerende krach op je voe gelijk aan nul: je voe blijf saan en je heb een vas pun en opziche waarvan je je kun afzeen en je lichaam naar voren kun verplaasen. Nu nie vergeen je andere voe bij e rekken en voorui e plaasen en je eerse sap is geze! Sappen seun dus fundameneel op saische wrijving. Ook he fiesen en rijden seun daarop: dankzij de saische wrijvings krach ussen wegdek en banden kun je voorui geraken. He gedeele van de band da conac maak me de grond heef snelheid nul, juis zoals de voe bij he sappen! De groeven in een band moeen bij regenweer he waer onder de band afvoeren. Daarom moeen auobanden weelijk een minimale diepe hebben. Als he waer nie snel genoeg afgevoerd word, onsaa er een waerlaagje ussen band en wegdek (aquaplaning). Omda de wrijving me he wegdek dan erg klein is, kun je zo de conrole over he voeruig verliezen. Die paar vierkane cenimeers conac ussen he rubber van de banden en he wegdek zorgen voor de wrijving waardoor je kun versnellen, verragen en bochen nemen. Ineracie_6.2_Lb.indb 96

3 Dynamische wrijving K INE M ATICA E N DY NA M ICA Bij curling glijd een schijf horizonaal over he ijs. Na enige ijd kom de schijf o rus. Volgens de weede we van Newon moe er dus een krach op de schijf inwerken. Die krach is de dynamische wrijvingskrach Fw. De oorzaak van die krach zijn de oneffenheden ussen de schijf en he oppervlak. Die oneffenheden haken op elkaar in en zorgen voor weersand. Op aomair vlak is de wrijving een gevolg van de elekrische wisselwerking ussen de deeljes (aomen, elekronen...) van beide oppervlakken. Da leid o volgende onderzoeksvraag. RAAG KSV E O RZ DE ON Welke kenmerken (grooe, riching, zin) heef de dynamische wrijvingskrach? Eperimeneel kun je vassellen da de dynamische wrijvingskrach Fw egengeseld is aan de snelheid van he voorwerp. De grooe van Fw is rech evenredig me de grooe van de normaalkrach FN. De normaalkrach is de krach waarmee beide oppervlakken egen elkaar drukken. Hoe groer de normaalkrach, hoe harder de schijf op he oppervlak druk, hoe groer de wrijvingskrach. Da kun je ook vassellen bij he remmen: hoe harder je rem, hoe meer je de remblokjes egen de velg rek, hoe groer de normaalkrach en hoe groer de wrijvingskrach. Fw ~ FN Fw = ce FN Deze consane is afhankelijk van de aard van beide oppervlakken en noem men de dynamische wrijvingscoëfficiën µd. Fw = µd FN onafhankelijk van de snelheid Da geld enkel als de snelheid nie e groo is. + Ineracie_6.2_Lb.indb 97 µd is onbenoemd. Hoe groer µd, hoe groer de wrijvingskrach Fw. De grooe van de dynamische wrijvingskrach is onafhankelijk van de grooe van he conacoppervlak en van de snelheid waarmee he voorwerp over he oppervlak glijd. De dynamische wrijvingskrach Fw is egengeseld aan de snelheid van he voorwerp. Voor de grooe geld Fw = µd FN. µd is de dynamische wrijvingscoëfficiën ussen de wee oppervlakken.

4 98 ] Kinemaica en dynamica 10.3 Saische wrijving Een doos kun je maar verschuiven als je hard genoeg duw. Bij een e kleine krach blijf de doos saan. Volgens de weede we van Newon is de resulerende krach in da geval nul. De duwkrach F word gecompenseerd door de saische wrijvingskrach Fw (fig. a en b). F = Fw F = Fw fig. a fig. b F > Fw,ma fig. c Is de krach groo genoeg, dan kom de doos in beweging (fig. c). Da leid o volgende onderzoeksvraag. RAAG KSV E O RZ DE ON Welke kenmerken heef de saische wrijvingskrach? " We gebruiken he symbool Fw zowel voor de saische als voor de dynamische wrijvingskrach. De grooe van de saische wrijvingskrach Fw heef geen vase waarde! He enige wa je kun zeggen, is da ze kleiner is dan of gelijk aan een maimale waarde Fw,ma: Fw Fw,ma Om een syseem in beweging e brengen, moe je een krach uioefenen die groer is dan Fw,ma. Eperimeneel kun je vassellen da de maimale saische wrijvingskrach Fw,ma rech evenredig is me de normaalkrach FN: Fw,ma ~ FN en dus Fw,ma = ce FN µs is onbenoemd en is groer dan µd (zie abel). + Deze consane is afhankelijk van de aard van beide oppervlakken en noem men de saische wrijvingscoëfficiën µs. Fw,ma = µs FN De saische wrijvingskrach Fw is alijd kleiner dan de maimale waarde Fw,ma. Voor Fw,ma geld Fw,ma = µs FN µs is de saische wrijvingscoëfficiën ussen de wee oppervlakken. Typische waarden voor wrijvingscoëfficiënen Ineracie_6.2_Lb.indb 98 µd µs rubber - droog beon 0,85 0,95 rubber - na beon 0,50 0,60 rubber - droog asfal 0,90 0,95 rubber - na asfal 0,60 0,65 rubber - ijs 0,10 0,15 hou - hou 0,20 0,40 hou - sneeuw 0,050 0,15 saal - saal 0,60 0,70 saal - ijs 0,010 0,012

5 99 - OEFENING De remafsand van een auo Oplossing He syseem da we beschouwen is de wagen. Er is geen moorkrach: ijdens he remmen geef je immers geen gas! K INE M ATICA E N DY NA M ICA Een wagen rem me geblokkeerde wielen op een horizonale weg (glijdende wrijving). Leid de formule af die de remafsand geef als funcie van de beginsnelheid v. FN a Fw v Op da syseem werken drie krachen: de zwaarekrach Fz de normaalkrach FN de (dynamische) wrijvingskrach Fw FZ y Volgens de weede we van Newon geld Fz + FN + Fw = m a FN We kiezen he assenselsel zoals in de figuur. Projeceren geef op de -as: Fw = m a (1) op de y-as: -Fz + FN + 0 = m ay (2) Fw FZ De zwaarekrach is Fz = m g. Voor de wrijvingskrach geld Fw = µd FN. De versnelling a is horizonaal en naar acheren gerich. Dan is ay = 0. Invullen in (1) en (2) geef -µd FN = m a (3) -m g + FN = 0 (4) Is a posiief of negaief? Verklaar. Vergelijking (4) geef FN = m g en da invullen in (3) geef -µd m g = m a a = -µd g (5) Als de wrijvingskrach Fw consan is, voer de wagen een EVB ui.o.v. de -as en geld Δ = v1 + v2 v +0 v Δ = Δ = Δ (6) Ui Δv = a Δ volg 0 v = a Δ en dus Δ = Da invullen in (6) geef Δ = + v2 2 µd g -v v = a µd g Bij glijdende wrijving is de remafsand Δ voor een wagen me snelheid v Δ = v2 2 µd g WAT JE NA DIT HOOFDSTUK MOET KENNEN EN KUNNEN: de verschillende sooren weersandskrachen beschrijven me voorbeelden ui he dagelijkse leven de kenmerken van de dynamische en de saische wrijvingskrach geven en afleiden oefeningen en denkvragen m.b.. wrijvingskrach oplossen Ineracie_6.2_Lb.indb 99

6 11 HOOFDSTUK 1 REEKS 1 1. Een auo heef een olielek. Hoe zou je daarmee de beweging van de auo kunnen regisreren? 2. Als je de beweging van een syseem regisreer me een afsandssensor, kun je de ijdsinervallen Δ groo of klein nemen. a) Wa is he nadeel als je de ijdsinervallen groo neem? b) Als je de ijdsinervallen erg klein neem, veroon de snelheidsgrafiek groe onregelmaigheden. Verklaar. groo HOOFDSTUK 2 Oefeningen 4. Welke figuren kloppen nie? Wa is fou? a) b) 200 m 100 m 0s 1s 200 m 100 m 1s 2s c) 100 m 200 m -2 m/s -3 m/s 2s 1s 3 m/s 2 m/s d) 5. In 2009 vesigde Usain Bol een nieuw wereldrecord op de 100 m me een ijd van 9,58 s. Bereken zijn gemiddelde snelheid. klein 3. Na een feesje rijd Bob huiswaars. Op een bepaald ogenblik zie hij in de vere een alcoholconrole. Bespreek zijn reacie bij elk van de ondersaande grafieken (bv. soppen en erugkeren ). a) b) c) d) = plaas poliiepos 6. 7 a) Jo rijd 10 km me een snelheid van 20 km/h en dan 10 km me een snelheid van 40 km/h. Bereken zijn gemiddelde snelheid over he hele rajec. b) Leen rijd 30 min me een snelheid van 20 km/h en dan 30 min me een snelheid van 40 km/h. Bereken haar gemiddelde snelheid over he hele rajec. c) Maak voor beide gevallen de ()- en de v()-grafiek. 8. E en hovercraf suif van Dover naar Duinkerke in 55 min (afsand 36 km). Bereken zijn gemiddelde snelheid. Welke uispraken zijn juis? Verklaar a) Op 1 beweeg he voorwerp in de posiieve zin van de -as. b) Op 2 beweeg he syseem me een consane snelheid. c) Op 3 is de snelheid negaief. d) De gemiddelde snelheid in he ijdsinerval [1; 2] is nul. e) De verplaasing ussen 1 en 3 is nul. f) He voorwerp beweeg op 1 sneller dan op 3. Ineracie_6.2_Lb.indb 100

7 De beweging van een syseem word gegeven door () = 1,00 2 2,00 + 3,00 a) Geef de eenheden voor elke coëfficiën. b) Maak de ()- en de v()-grafiek ussen 0 s en 3 s. c) Bepaal de posiie op = 0 s, 1,00 s en 2,00 s. d) Bepaal de verplaasing in [0 s; 1,00 s] en [1,00 s; 2,00 s]. e) Bepaal de snelheid op = 0 s, 1,00 s en 2,00 s. 13. Julie verrek me de fies en versnel o 20,0 km/h in 5,0 s. Bereken haar gemiddelde versnelling. 15. De v()-grafiek geef in groe lijnen weer hoe he hoofd van een dummy beweeg ijdens een crashes. 10. Bekijk voor elke grafiek of he voorwerp versnel of verraag en of he voorwerp in de posiieve of in de negaieve zin van de -as beweeg. a) v b) v v 3 d) v c) v 11. De snelheidsvergelijking van een auo die verrek, word gegeven door v() = 1,00 m/s4 3 4,75 m/s ,00 m/s2 a) Maak de v()- en de a()-grafiek voor he inerval [0 s; 3 s]. b) Bereken de gemiddelde versnelling in he inerval [0,20 s; 0,60 s]. c) Bereken de ogenblikkelijke versnelling op he ogenblik 0,40 s. d) Bereken de oppervlake onder de a()-kromme ussen 0,20 s en 0,60 s. e) Bereken de verandering van de snelheid Δv ussen 0,20 s en 0,60 s en vergelijk me d). Beslui? f) Bespreek he eken van a op = 0,40 s en 1,50 s. K INE M ATICA E N DY NA M ICA 14. Ik rijd 90,0 km/h en verraag o 60,0 km/h in 3,0 s. Bereken mijn gemiddelde versnelling a) Bekijk voor de ijdsippen 1, 2, 3, 4 en 5 of he hoofd naar voor, naar acheren of nie beweeg. b) Bekijk voor de ijdsippen 1, 2, 3, 4 en 5 of he hoofd versnel, verraag of een consane snelheid heef. c) Op welk ijdsip is de versnelling van he hoofd he groos? d) Beschrijf de beweging die he hoofd maak bij deze crashes en geef een mogelijke verklaring. 16. Teken de bijbehorende a()- en de ()-grafiek voor ondersaande v()-grafiek. v 12. Een Ferrari F355 accelereer van 0 naar 100 km/h in 4,7 s. Bereken de gemiddelde versnelling. Ineracie_6.2_Lb.indb 101

8 102 ] Kinemaica en dynamica 17. Ondersaande ()-grafiek is een suk van een bergparabool. Teken de bijbehorende v()- en de a()-grafiek. 26. N aar aanleiding van een reinongeval saa in een kranenarikel : Een rein die 140 km/h rijd, heef 600 à 700 m nodig om e soppen. Bereken de gemiddelde versnelling van de rein. 27. B ereken de sopafsand als je pa 130 km/h rijd, de reacieijd 1,00 s is en de versnelling 6,00 m/s H e is misig en de zichbaarheid is 50 m. Je reacieijd is 1,0 s. Hoe groo mag je maimale snelheid zijn? (versnelling 6,0 m/s2) 18. Voor de snelheidsvergelijking van een syseem geld v() = 3,00 3 2, ,00 + 2,00 a) Geef de eenheden voor elke coëfficiën. b) Maak de v()- en de a()-grafiek ussen 0 s en 3 s. c) Bereken de verplaasing in [1,00; 2,00 s]. d) Bereken de snelheid op 1,00 s en op 2,00 s. e) Bereken de gemiddelde snelheid in [1,00 s; 2,00 s]. f) Bereken de gemiddelde versnelling in he inerval [1,00 s; 2,00 s]. g) Bereken de ogenblikkelijke versnelling op 1,50 s. 29. B ereken de afgelegde weg als je versnel van 60,0 km/h naar 80,0 km/h in 3,0 s. 30. Op een vliegdekschip help een soomkaapul sraaljagers voldoende e versnellen bij de sar. Bereken de versnelling als een F14 op 80 m een snelheid van 260 km/h bereik. 19. Een speleoloog ondek in een gro een diepe pu. Me een ulrasone zender suur hij een geluidssignaal in de pu. Na 1,48 s onvang hij de gerefleceerde puls. Hoe diep is de pu? (geluidssnelheid = 340 m/s) 20. Een Boeing 747 versnel en bereik vanui rus na 15 s een snelheid van 180 km/h. Bereken de versnelling en de verplaasing op de sarbaan. 22. Een wagen rijd 80,0 km/h als hij berokken raak bij een fronale bosing. De gordel vang de passagier op waardoor die o rus kom in 0,030 s. Bereken zijn versnelling en de verplaasing. 23. Een sporieve wagen kan van 0 km/h naar 100 km/h ver snellen in 9,3 s. Bereken de versnelling en de verplaasing. 24. Elise rijd van Anwerpen naar Luik (= 100 km) me een snelheid van 110 km/h. Seven doe he rajec aan 130 km/h. Hoeveel minuen is hij vlugger? HOOFDSTUK A nn rijd 90,0 km/h en kom door e remmen o silsand in 4,00 s. Bereken de afsand die ijdens he remmen word afgelegd gedurende de eerse seconde en de laase seconde. 31. Zoek voorbeelden die de eerse we van Newon illusreren. 32. Leg me de 1e we van Newon ui wa er juis gebeur bij een whiplash. 33. An fies van Gen naar Aals (25,0 km) me een snelheid van 20,0 km/h. Tien minuen daarna verrek Pieer ui Aals naar Gen aan 15,0 km/h. Waar en wanneer onmoeen ze elkaar? 25. De sopafsand is gelijk aan de reacieafsand (EB) plus de remafsand (EVB). a) Sel da de reacieijd gelijk is aan 1,0 s, de snelheid 50 km/h en de verraging 6,0 m/s2. Bereken de sopafsand. b) Idem voor snelheid 100 km/h. Ineracie_6.2_Lb.indb 102

9 34. Bepaal elkens de - en de y-componen, de som y en he scalair produc van de vecoren. a) y a (10) b (10) 30 c) y c) y b) y a (10) b (10) 115 b (15) b (15) Welke grafieken zijn onmogelijk? Verklaar. a) y b) y a (10) a) y b) y d) y d) y a (10) T eken voor elk geval de verplaasingvecor, bepaal he eken van en y en duid de afgelegde weg aan. a) y b) y 35. Bepaal he scalair produc van de vecoren a) (3; -2) en (0; 3) b) (5; 2) en (-1; -4) K INE M ATICA E N DY NA M ICA HOOFDSTUK c) y d) y 36. Bepaal de hoek ussen de vecoren (2; -3) en (5; -10). 37. Bepaal elkens de - en de y-componen van de vecor. a) y b) y c) y d) y 10 e) y f) y Voor de beweging van een voorwerp geld = 3, ,00 y = 5, , ,0 + 5,00 a) Teken de baan van he voorwerp ussen 0 s en 1,00 s. b) Bepaal de posiie van he syseem op = 0,300 s en op = 0,800 s. c) Bepaal de snelheid v en de versnelling a op die ogenblikken en eken die vecoren in de punen. d) Bepaal a, an en ρ voor die ogenblikken. 38. Teken de volgende vecoren en bepaal elkens de grooe (grafisch en me de formule). a) (-3; 5) b) (2; 0) c) (3; -2) Ineracie_6.2_Lb.indb 103

10 104 ] Kinemaica en dynamica 42. Bespreek volgende formules. Is de formule alijd, soms of nooi waar? Verklaar. a) a = dv d b) a = an c) a = a (kromlijnige beweging) d) a = a + an (a 0 en an 0) e) a = a,g f) ag = v (ECB) 43. Een voorwerp beschrijf een kromlijnige baan. In een pun P is de versnelling a = 20 m/s2. Welke van de volgende combinaies zijn dan mogelijk? a) an = -10 m/s2 en a = 30 m/s2 2 b) an = -10 m/s en a = 17,3 m/s2 2 c) an = +10 m/s en a = 10 m/s2 2 d) an = +10 m/s en a = -17,3 m/s2 44. De opri van de E17 in Burch heef een kromesraal van 190 m. Bereken de snelheid waarmee de boch kan genomen worden als de cenripeale versnelling van een wagen 8,0 m/s2 mag zijn. HOOFDSTUK 6 HOOFDSTUK De verplaasing in een ijdsinerval kan a) groer zijn dan de afgelegde weg in da ijdsinerval b) gelijk zijn aan de afgelegde weg in da ijdsinerval c) kleiner zijn dan de afgelegde weg in da ijdsinerval 49. De maan voer bij benadering een ECB ui rond de aarde. Bereken de grooe van de snelheid en de versnelling van de maan. 50. De aarde draai in een dag rond haar as. a) Bereken de hoeksnelheid van de aarde, waarbij je aanneem da een dag gelijk is aan 24 h. b) Zoek, bv. op inerne, he verschil ussen een siderische dag en een zonnedag. Bereken de hoeksnelheid van de aarde, waarbij je de correce daglenge gebruik. 51. Iedereen op aarde voer een ECB ui omda de aarde rond haar as draai. Kabila zi op de evenaar; Bar zi in Brussel op 51 NB. Bereken de hoeksnelheid, de grooe van de snelheid en de versnelling voor beide. 52. Bereken de frequenie waarmee je een bol aan een ouw me lenge 1,50 m horizonaal moe rondzwieren zoda de bol een cenripeale versnelling zou hebben gelijk aan 9,81 m/s Bereken de cenripeale krach op de aarde in haar baan rond de zon. 54. Bij he hamerslingeren word een bol me massa 7,260 kg rondgezwierd. Bereken de krach die de alee moe uioefenen op de kabel als de hamer een ECB beschrijf in een horizonaal vlak me sraal 1,20 m en periode 0,85 s. 46. Zoek voorbeelden die de weede we van Newon illusreren. a) Beschrijf de siuaie. b) Welke krachen werken er op he syseem? c) Is er een resulerende krach? d) Wa is he effec van de resulerende krach? 55. a) In de film Poin Break duik een parachuis in vrije val acher iemand aan. Hoe kan hij ervoor zorgen da hij de andere inhaal? b) Wa val in vacuüm he snels: een loden bol of een rubberen bol me dezelfde grooe? 47. Een radiogesuurd auooje me massa 2,6 kg beschrijf een kromlijnige baan. Tussen de ogenblikken 0 s en 2,0 s word de beweging beschreven door = 4, , ,0 y = 1, ,00 Maak me je grafisch rekenoesel of me je pc de grafiek van de baan en bepaal voor he ogenblik 1,30 s: F, Fy, F, F, Fn. 56. Jan gooi een bal omhoog. De bal bereik een hooge van 10 m. Hoe groo was zijn beginsnelheid? 57. Wou val ui een boom vanaf 5,00 m hooge. Bereken de snelheid waarmee hij op de aarde erech kom. 48. Een paardenmolen heef diameer 12,0 m en draai 8,0 oeren per minuu. Koen zi op 2,0 m van he middelpun en Sofie op 4,0 m. Bepaal zowel voor Koen als voor Sofie de hoeksnelheid, de grooe van de snelheid en de versnelling. Ineracie_6.2_Lb.indb 104

11 64. Alison slaa een ennisbal erug. De bal verrek op 8,00 m van he ne, horizonaal, op een hooge van 1,10 m, me snelheid 140 km/h en vlieg loodrech naar he ne. De hooge van he ne is 0,91 m. Raak de bal erover? HOOFDSTUK Een luchballon bevind zich op een hooge van 440 m en beweeg vericaal naar beneden me een snelheid van 5,00 m/s als Tine haar foooesel laa vallen. Hoelang duur he voorda he oesel beneden is? Me welke snelheid val he op aarde? 59. E en voorwerp word vericaal omhoog gegooid. Welke uispraak is juis? In he hoogse pun is a) v = 0 en a=0 b) v 0 en a=0 c) v = 0 en a 0 d) v 0 en a Een vlo me 10 personen aan boord meer aan en word nie vasgelegd. Waarom is he risico om in he waer e vallen veel groer voor de laase dan voor de eerse die uisap? 67. Een paard saa voor een kar. Als he paard een krach uioefen op de kar, oefen de kar een even groe egengeselde krach ui op he paard volgens de derde we van Newon. Dus kan he paard de kar nooi in beweging krijgen! Bespreek deze redenering. 7,00 m 5,00 m 62. Een volleybal word boven he ne op een hooge van 2,50 m horizonaal gesmash me een snelheid van 10 m/s. Bereken he bereik van de bal. Waarom zal he bereik in realiei kleiner zijn? 63. Een pijl word horizonaal weggeschoen me een beginsnelheid van 30 m/s. He doel saa 10 m verder. Hoeveel zak de pijl over die afsand? Ineracie_6.2_Lb.indb 105 HOOFDSTUK E en kogel word me een Long Rifle horizonaal weggeschoen me een snelheid van 450 m/s van op 1,60 m hooge. Bereken he bereik van de kogel en de snelheid waarmee hij op de grond erech kom. 61. Bij een ongeval kom een wagen in een dok erech. Bereken de beginsnelheid van de wagen me de gegevens van de figuur. 65. Zoek voorbeelden die de derde we van Newon illusreren a) Beschrijf de siuaie. b) Welke zijn de wee sysemen? c) Waarui blijk da syseem 1 op syseem 2 een krach uioefen? d) Waarui blijk da syseem 2 op syseem 1 een krach uioefen? K INE M ATICA E N DY NA M ICA W elke we van Newon word door volgende fenomenen geïllusreerd? Verklaar. a) Een nae hond die zich afschud. b) Als je ui een boom val, kom de aarde een (heel klein) beeje naar boven. c) Je kun me één hand een plasiczakje van de rol rekken op de groeneafdeling in he warenhuis. d) Een zwaar binnenschip kun je van de kan wegduwen, maar di gaa zeer langzaam. e) Een honkbalknuppel op de hoedenplank van de auo is levensgevaarlijk. f) Als ik ui een roeibooje sap, gaa he booje acherui en kan ik in he waer vallen. g) He uikloppen van een apijje. h) Een ei gaa nie suk als je he op een maras laa vallen. i) De schoenen van een fieser die door een auo is aangereden, vind men dikwijls een eind verder erug. j) Een slacenrifuge. k) Een vrachwagen die op sneeuw langzaam egen een auo glijd, veroorzaak och veel schade.

12 106 ] Kinemaica en dynamica 69. Alijd, soms of nooi waar? (me krach word de resulerende krach bedoeld) a) Krach veroorzaak verplaasing. b) Om een voorwerp in beweging e krijgen is er een krach nodig. c) Als er op een voorwerp een krach werk, kan de snelheid nul zijn. d) Om een voorwerp in beweging e houden is er een krach nodig. e) Krach veroorzaak versnelling. f) Als op een voorwerp een krach werk, kan de versnelling nul zijn. g) Als je in een wagen zi die een boch neem, werk op je lichaam een krach die naar de buienkan van de boch gerich is. 73. Een Volkswagen New Beele (massa 1250 kg) rijd me een consane snelheid van 70 km/h op een vlakke weg. De wrijvingskrach bedraag 410 N. Teken en bereken alle krachen. 74. Chris Froome (massa van fies + Chris is 74,3 kg) rijd me een consane snelheid van 21,3 km/h een helling van 10 op. Teken en bereken alle krachen (verwaarloos de wrijving). 75. Een auo (massa 1250 kg) me caravan (massa 700 kg) word op een vlakke weg in gang gerokken door een horizonale kabel die een krach van 500 N uioefen. a) Bereken de versnelling van he syseem. b) Bereken de krachen op de auo en de caravan (verwaarloos de wrijving). 70. Een piloo (massa 85,9 kg) voer me een F-16 een vericale looping ui me sraal 600 m. Rond he onderse pun is zijn snelheid consan en gelijk aan 680 km/h. Bereken zijn versnelling en eken de krachen op zijn lichaam in da pun. 72. Een Ciroën Jumpy heef massa 1400 kg en rek op een vlakke, horizonale weg in 20,4 s op van 0 km/h o 100 km/h. Teken en bereken alle krachen ijdens he oprekken (verwaarloos de wrijving). Ineracie_6.2_Lb.indb 106 HOOFDSTUK Teken de krachen op he syseem in de volgende siuaies. Is er een resulerende krach? a) Joris fies me consane snelheid over een vlakke weg naar huis. b) Heleen fies al remmend een seile helling af. c) Hans is een duiker en daal me consane snelheid in de Caraïbische zee. d) Peer zi in een wagen die een boch neem me consane snelheid. e) Bij een moorongeval vlieg Ben naar voor. 76. Op een vliegdekschip land een Tomca me massa 23,8 on egen een snelheid van 220 km/h en kom me behulp van een remkabel o silsand in 2,5 s. a) Bereken de verraging en de krach die de piloo (massa 76,0 kg) ijdens he remmen ondervind. b) Bereken de krach op de kabel. 77. a) Bereken de grooe van de graviaiekrach ussen wee vrachwagens van 10,0 on die op 5,00 m van elkaar saan. b) Bereken de graviaiekrach van de maan op de ienonner (aarde, ienonner en maan in deze volgorde op één lijn). c) Bereken de graviaiekrach die de aarde op de ienonner uioefen. Bereken eveneens de grooe van de zwaarekrach op die ienonner. Wa kun je besluien?

13 107 zon Mars Pluo 86. Bereken de valversnelling op a) de maan; b) Mars; c) Pluo. K INE M ATICA E N DY NA M ICA 78. De zon, Mars en Pluo bevinden zich op een bepaald ogenblik op een lijn. Bereken de resulerende graviaiekrach op Mars. 87. Wa is he verschil ussen massa, gewich, zwaarekrach en normaalkrach? 79. Bereken de graviaiekrach van de zon op de aarde. Vergelijk deze me de middelpunzoekende krach op de aarde. Wa kun je besluien? 88. In zijn ruimepak lees Neil Armsrong op een weegschaal op aarde 245 kg af. 80. De aarde voer een ECB ui rond de zon. Bereken daarui de massa van de zon. 82. Een ruimeveer voer een ECB ui rond de aarde op 300 km hooge. Bereken zijn periode. 83. De aarde oefen op elke massa graviaiekrach ui. Deze krach is gelijk aan de zwaarekrach en kun je meen me een dynamomeer. Voor een massa van 1,00 kg vind je 9,81 N. Bepaal daarui de massa van de aarde. (Hieroe moe G gekend zijn. Daarom noem men de proef van Cavendish waarbij de waarde van G bepaald werd he wegen van de aarde.) 84. Joris heef een massa van 60 kg. Bereken de zwaare krach die op zijn lichaam werk op a) de aarde; b) de maan; c) Venus; d) Jupier; e) Saurnus. NASA 81. De maan voer een ECB ui rond de aarde. Bereken daarui de afsand van de maan o de aarde. a) Hoe groo is da gewich op aarde? b) Hoe groo is die massa op de maan? c) Hoe groo is he gewich op de maan? d) Welke waarde lees hij op die weegschaal af op de maan? 89. Lien saa in een lif en draag een zak levensmiddelen me massa 12,6 kg. a) Waar grijp he gewich van de zak aan? b) Bereken he gewich van de zak als de lif in rus is; als ze opwaars verrek me versnelling 3,0 m/s Een ruimeveer voer een ECB ui rond de aarde op 300 km hooge. a) Bereken de valversnelling op die hooge. b) Toon aan da de asronauen gewichloos zijn. 85. a) Op welke hooge is de valversnelling gehalveerd? b) Hoe groo is de valversnelling daar als je de invloed van de maan mee in rekening breng? Ondersel da de aarde, he pun en de maan op een reche liggen. Ineracie_6.2_Lb.indb 107

14 108 ] Kinemaica en dynamica 91. T ijdens een ri op een roesjbaan zi Sofie (massa 62,5 kg) in he middelse wagenje. Rond pun P (he onderse pun) heef ze een consane snelheid van 70,0 km/h. De kromesraal van de baan is op die plaas 50,0 m. a) Teken en bereken de krachen op Sofie in da pun. Hoe groo is haar gewich in da pun? b) Waarom en waarin verschil haar ervaring me die van Peer die vooraan zi? Sofie 94. Op welke manier speel wrijving een rol bij volgende zaken? a) racewagens hebben brede banden; b) handbal; c) sappen; d) me een fies een boch nemen; e) als je me de mounainbike op een modderig pad naar boven klim, slip je acherwiel minder gemakkelijk als je wa naar acher gaa hangen; f) he hieschild van een ruimeveer. 95. Teken alle krachen op he syseem. a) Je rijd me je fies aan een consane snelheid een seile helling af. b) Een puck beweeg wrijvingsloos over een horizonaal oppervlak. 96. Waarom is he moeilijker een kas in beweging e krijgen dan ze in beweging e houden? 97. Een rein heef snelheid 140 km/h en doe een noodsop. Door nae bladeren op de sporen is de wrijvingscoëfficiën ussen wielen en sporen 0,30. Bereken de remafsand. Peer HOOFDSTUK 10 P 92. Een schaaser me massa 75,6 kg laa zich uibollen op een ijsbaan. De dynamische wrijvingscoëfficiën van he saal op he ijs is 0,010. Bereken de grooe van de wrijvingskrach. 93. Op een blok hou me massa 150 g word horizonaal een oenemende krach uigeoefend. Bij een krach van 1,10 N kom he blok juis in beweging. Hoe groo is de saische wrijvingscoëfficiën ussen he hou en de ondergrond? Ineracie_6.2_Lb.indb Een wagen me massa 1300 kg verrek op een horizonaal en verijsd wegdek. De wrijvingscoëfficiën ussen banden en wegdek is 0,12. a) Bereken de maimaal mogelijke versnelling. b) Hoelang duur he eer de wagen een snelheid van 40 km/h bereik? 99. Hoe snel mag men rijden op een besneeuwd wegdek (µs = 0,20) om eenzelfde remafsand e hebben als aan 50 km/h op een droog wegdek? 100. D e opselling in de figuur laa oe de wrijvings coëfficiën ussen bv. een schoen en een egel e bepalen. Als de helling voorzichig groer gemaak word, begin de schoen e glijden bij een hoek α. Toon aan da µs = an α Curling is een precisiespor, waarbij een groe, plae, granieen seen over he ijs schuif. Me een bezem maak men de weg naar he doel (een cirkel) zo glad mogelijk. Bepaal de wrijvingscoëfficiën ussen de seen en he ijs als de seen me een beginsnelheid van 1,5 m/s een afsand van 16,0 m afleg.

15 REEKS 2 1. Sarah rijd 40 km/h en kom door e remmen o silsand in 4,0 s. Bereken haar remafsand. 2. Hoe lang doe he zonlich erover om de aarde e bereiken? 3. Toon aan da de remafsand rech evenredig is me he kwadraa van de beginsnelheid. 4. Je rijd 80 km/h. Je reacieijd is 1,0 s. Welke afsand moe je bewaren en opziche van je voorganger (verraging 6,0 m/s2)? 5. Een vrachwagen rijd 90 km/h. De chauffeur is versrooid en merk pas op 30 m een silsaande file. Na een reacieijd van 1,0 s rem hij me verraging 6,0 m/s2. Kom hij ijdig o silsand? Zo nie, me welke snelheid bos hij op de saar van de file? 6. Een vrij elekron in koper bos bij kamerempera uur gemiddeld maal per s. Tussen wee bosingen leg he elekron gemiddeld m af. Bereken de gemiddelde snelheid van he elekron. 7. Michiel rijd 60,0 km/h en Lies 80,0 km/h. Ze haal Michiel in. Als ze naas mekaar gekomen zijn, remmen beiden gelijkijdig me een verraging van 7,0 m/s2. a) Bereken de remafsand van Michiel. b) Welke snelheid heef Lies nog op he momen da Michiel silsaa? Hoeveel verder dan Michiel is Lies op da ogenblik? c) Welke afsand moe Lies nog afleggen o silsand vanaf da pun? 8. Bij een demarrage versnel Tom Boonen vanaf 42,0 km/h. Na 10 s heef hij een voorsprong van 100 m op he peloon. Bereken zijn versnelling. 9. Een vlieguig land op een vliegdekschip me een snelheid van 220 km/h en kom o rus in 2,0 s. Bereken de versnelling die de piloo ondervind en de afsand waarover he vlieguig word afgeremd. 10. Me een bepaalde moor kun je van 0 o 100 km/h versnellen in 5,2 s. Bereken de versnelling. 12. Tijdens een vorige ediie van de ronde van Burkina Faso vond een wonderbaarlijke onsnapping plaas. Ongezien slaagde een renner erin om in een ijdsverloop van 5 minuen een voorsprong van 15 minuen op e bouwen. Bespreek di mirakel. Wa zou er kunnen gebeurd zijn? Neem voor de snelheid van de groep 25 km/h. 13. Hoelang duur he voorda een alee bij de sar van de 200 m he sarscho hoor als hij 14 m van he pisool verwijderd is (geluidssnelheid = 340 m/s)? K INE M ATICA E N DY NA M ICA De afsand ussen wee seden bedraag 500 km. Een vlieg uigje doe over een vluch heen en erug normaal 2 h 0 min. a) Bereken de gemiddelde snelheid. b) Sel da he bij de heenreis een egenwind heef van 100 km/h (en dus 100 km/h rager vlieg) en bij de erugreis 100 km/h wind mee heef (en dus 100 km/h sneller vlieg). Doe he vlieguig over de oale vluch dan even lang, minder of meer? Reken ui, rek je beslui en bewijs di ook algemeen. 15. Een marahon bedraag 42,195 km. In 2003 liepen zowel Paul Terga bij de mannen als Paula Racliffe bij de vrouwen een nieuw wereldrecord me respecievelijk 2 h 04 min 55 s en 2 h 15 min 25 s. Welke afsand moe Paula nog afleggen op he ogenblik da Paul aankom (als ze samen gelopen hadden)? 16. I k rijd 50 km/h en word ingehaald door een auo die 80 km/h rijd. Op he momen da hij me passeer, rek ik op me een consane versnelling van 2,0 m/ s2. Na welke afsand heb ik de wagen ingehaald en wa is dan mijn snelheid? 17. D e snelheid van een wagen verander eenparig van v1 o v2. De versnelling is a. a) Bewijs da voor de verplaasing geld v 2 v12 = 2 2 a b) Kan negaief zijn? Zo ja, wanneer? 11. Bewijs me inegraalrekenen a) d a de oppervlake onder de v()-curve ussen 1 en 2 gelijk is aan Δ; b) d a de oppervlake onder de a()-curve ussen 1 en 2 gelijk is aan Δv. Ineracie_6.2_Lb.indb 109

16 110 ] Kinemaica en dynamica 18. De snelheid v van een voorwerp verander zoals weergegeven in de grafiek. Bereken de gemiddelde snelheid gedurende de eerse 10 seconden. v (m/s) a) Reken da na en verklaar. b) Sel da de lif eenparig versnel gedurende een ijd Δ1, dan me een consane snelheid beweeg gedurende ijd Δ2 en en sloe eenparig verraag in eenzelfde ijd Δ1. Bereken de ijd Δ2. (ip: eken de v()-grafiek en bepaal de oppervlake onder de curve) (s) 19. Pol rijd 50,0 km/h in een bebouwde kom en kan juis o silsand komen voor een oversekende voeganger. Me welke snelheid zou hij de voeganger aangereden hebben, moes zijn snelheid 60,0 km/h gewees zijn? Verondersel in beide gevallen een reacieijd van 1,00 s en een remverraging van 7,00 m/s2. a) 10 km/h b) 20 km/h c) 30 km/h d) 40 km/h. 20. Bij de lancering bereik een ruimeveer na 2,5 min een hooge van 45 km. Bereken zijn snelheid op die hooge en zijn versnelling. Ondersel da de rake een EVB uivoer. 21. Arne rijd me zijn auo van Hassel naar Namen (afsand 100 km) me een snelheid van 110 km/h. Niels verrek 10 minuen laer. Me welke snelheid moe hij rijden om samen me Arne in Namen aan e komen? 22. De Taipei 101 heef een hooge van 508 m en saa in de Taiwanese hoofdsad Taipei. Op de 89e verdieping bevind zich een observaorium. In een kranenarikel saa: He observaorium lig op een hooge van 382 meer. Twee lifen bedienen de verdieping en brengen bezoekers egen 60,6 km/h naar boven zoda he precies 39 seconden duur. Ineracie_6.2_Lb.indb E en voorwerp voer zowel.o.v. de -as als.o.v. de y-as (een EB ui). De snelheid v en vy is verschillend. Toon aan da de baan van he voorwerp rech is. 24. Een bromfieser rijd me een consane snelheid van 36,0 km/h en passeer een silsaande poliiewagen. Na 5,00 s verrek de wagen en versnel eenparig me een consane versnelling van 2,00 m/s2. a) Op welk ogenblik en na welke afsand haal de poliiewagen de bromfieser in? b) H oe groo is de snelheid van de wagen op da ogenblik? 25. Toon aan da a = a v + ay vy v 26. I ndiana Jones zwem een wildwaerrivier over me een snelheid van 1,0 m/s. De rivier is 100 m breed en sroom me een snelheid van 2,0 m/s. a) Hoever drijf hij af? b) Hoe kan hij ervoor zorgen da hij loodrech overseek? c) Bereken in beide gevallen de ijd die hij nodig heef voor de overseek.

17 Op aarde kun je vanaf 3,0 m zonder al e groo risico naar beneden springen. En op de maan (de valversnelling op de maan bedraag 1,60 m/s2)? 32. A ls de lasersraal he spoor op een cd lees op 5,80 cm van he middelpun, is de hoeksnelheid van de cd 215 oeren per minuu. a) Bereken de lenge van he spoor da de lasersraal lees in 1 s (da is de leessnelheid). b) Bereken he oerenal als de lasersraal op 3,5 cm van he middelpun saa (he oerenal van de schijf word aangepas, zoda de leessnelheid dezelfde blijf). K INE M ATICA E N DY NA M ICA 27. Bij he kompas schieen word de sapriching gemeen in wijzerzin.o.v. he noorden. Ik sap 100 m op 70 en vervolgens 150 m op 120. Bepaal de afsand en riching van mijn eindpun.o.v. mijn verrekpun. dv. dv 28. Marie zeg: Vermis a = geld ook a = d d Saïd zeg: Nee, da klop nie alijd. Wie heef gelijk? Verklaar. 29. Iemand sel je he volgende spel voor: Ik neem een briefje van 10 euro bovenaan vas ussen duim en wijsvinger en laa he naar beneden hangen. Jij leg je hand op een afel juis onder he bilje zoda he ussen je duim en wijsvinger kan vallen. Als ik he loslaa moe jij he proberen e pakken door duim en wijsvinger samen e knijpen. Als je he bee heb, is he van jou, anders beaal je mij 10 euro. Zou je op he voorsel ingaan? 33. Een pijl word horizonaal afgeschoen ui pun P en ref een vericale wand in pun A. Verdubbel men de beginsnelheid v o van de pijl, dan zal deze de wand reffen in pun P vo O D C a) A b) B c) C d) D (modelvraag fysica Olympiade) 30. De verhuisfirma Hoog en droog is een verhuis bezig naar de zevende verdieping me een ladderlif. Op de derde verdieping werk Tess. Op een bepaald ogenblik hoor ze een vloek. Ze kijk naar buien en zie een kas haar raam passeren. Ze is enorm accuraa, zie meeen da he raam een hooge heef van 1,20 m en de kas 0,10 s nodig had om he raam e passeren. Van hoe hoog viel de kas naar beneden? Ineracie_6.2_Lb.indb 111 B A 34. Een bal A val ui rus vericaal naar beneden. Bal B voer een horizonale worp ui en heef beginsnel heid vo. Ze verrekken op hezelfde ogenblik en op dezelfde hooge. Welke bal is eers beneden? a) bal A b) bal B c) beide samen d) er zijn e weinig gegevens

18 112 ] Kinemaica en dynamica 35. Een seen word in vacuüm vericaal omhoog gegooid. De figuur sel de vericale posiie h als funcie van de ijd schemaisch voor (nie op schaal). h(m) 5m 39. De skaer spring horizonaal van een ramp me snelheid 2,8 m/s. Hoever van de ramp en onder welke hoek kom de skaer op de grond? y 1,50 m ho 0 (s) 5 De hooge ho waarop de seen verrok op he ogenblik = 0 s, is dan ongeveer gelijk aan a) 25 m b) 50 m c) 75 m d) 100 m (modelvraag fysica Olympiade) 36. Een Mirage voer een horizonale ECB ui aan een snelheid van 800 km/h. Om bewuszijnsverlies e vermijden mag de versnelling van de piloo maimaal 5 g (= 5 9,81 m/s2 ) bedragen. Bereken de diameer van de baan in da geval. 40. Op hezelfde ogenblik da iemand van op de grond een seenje precies 5 m omhoog gooi, schie een ander op 10 m hooge een kogelje rech voorui. Welk van de wee raak als eerse de grond? a) he seenje b) he kogelje c) ze raken de grond gelijkijdig (Vrij naar de Naionale Weenschapskwis 1995) 41. Een voorwerp voer een valbeweging ui in vacuüm. We beschouwen drie ijdsippen o, 1 en 2 (zie abel). v o 0 m/s 0m 1 v v1? De posiie op he ogenblik 2 is dan a) 3 1 b) 6 1 c) 9 1 d) Een baskebal vlieg horizonaal me snelheid 4,0 m/s egen de doelplaa en bos horizonaal erug. De bal kom 2,60 m van de plaa op de grond erech. Bereken de snelheid waarmee de bal op de plaa erugbose. 37. Maak gebruik van he scalaire produc om aan e onen da bij een ECB a) v raak aan de baan (en dus loodrech saa op r); b) a wijs naar he middelpun (en dus egengeseld is aan r). 3,30 m 2,60 m 38. Een C130 vlieg horizonaal me een snelheid van 250 km/h op een hooge van 190 m. Een voedselpakke moe erech komen op een bepaalde plaas. Hoever voor da pun moe he pakke dan gedrop worden? Waarom nie juis boven die plaas? Ineracie_6.2_Lb.indb 112

19 43. Tijdens een achervolging in een film moe een sun man van een pla dak op een ander springen. He hoogeverschil is 3,50 m, de horizonale afsand 3,0 m. Bereken de snelheid waarmee hij moe aanlopen voor deze horizonale sprong. 3,50 m 3,00 m 44. Een seen word van op 15,0 m vericaal naar boven gegooid me beginsnelheid 15 m/s. Bereken de snelheid waarmee de seen op de grond erechkom en de ijd da de seen onderweg is. 45. Zoek eens erug de we van Archimedes op. Hoe kun je daarmee de derde we van Newon illusreren? 46. Een ouw me lenge 10 m word opgespannen door wee ploegen van een jeugdbeweging. In he midden hang de leider op he ouw en oefen zo een neerwaarse krach ui van 300 N. Hoe groo is de krach die elke ploeg moe uioefenen als de hoek α = 10? α α 47. Verklaar volgende fenomenen: a) Na een zwaar fronaal auo-ongeval kunnen de haarvaajes in de ogen gesprongen zijn en kan de aora gedeelelijk van he har losgescheurd zijn. b) Dankzij de we van acie en reacie kun je sappen. c) Waarmee moe je rekening houden als je van een rijdende racor zou springen? d) Waarom gebruik men een elasiek en geen ouw bij benji-springen? e) Welke krach zorg ervoor da je naar voor val in een bus die plos rem? f) Ga me je vriend(in) egenover elkaar allebei op een weegschaal saan. Seek je handen ui. Duw je vriend(in) naar boven. Wa merk je? g) Bergbeklimmers gebruiken dynamische ouwen : di zijn ouwen die rekken als ze belas worden. Ineracie_6.2_Lb.indb Een eenvoudige versnellingsmeer kun je maken door een massa aan een ouwje e hangen. Bij een voorwaarse versnelling gaa α he blokje naar acheren hangen. a) Verklaar di. b) Toon aan da voor de versnelling a geld a = g an α. 49. De figuur sel een ramp voor in een skaecircui. Tussen de punen A en C duw Seven (massa 58,6 kg) zich nie af. a) Teken de krachen die op hem inwerken in pun A, B en C. b) Bereken de krachen op Seven in pun C (kromesraal 4,00 m) als zijn snelheid daar 15,0 km/h is. Verwaarloos de wrijving. K INE M ATICA E N DY NA M ICA 113 C B A 50. Om een ruimevaarder (massa 90,0 kg) e rainen in he omgaan me groe versnellingen, gebruik men een soor cenrifuge. Daarbij voer hij horizonaal een ECB ui in een zeel die gemoneerd is op he einde van een arm me lenge 5,50 m. Teken en bereken de krachen op zijn lichaam als de cenripeale versnelling 9,0 g (= 9,0 9,81 m/s2) bedraag. 51. Voor de beweging van een voorwerp geld = 2,0 y = 4,0 2 a) Wa voor soor beweging voer he voorwerp ui.o.v. de -as? b) Wa voor soor beweging voer he voorwerp ui.o.v. de y-as? c) Sel de formule voor de baan op. d) Werk er een krach op he voorwerp? Zo ja, bepaal de kenmerken ervan. 52. E en wagen (massa 1250 kg) verrek op een helling van 10 me een caravan (600 kg). Tijdens he verrek is de versnelling 1,0 m/s2. Bereken de grooe van de krachen op de caravan. 53. Aagje (massa 48,6 kg) kom me snelheid 2,0 m/s vericaal neer op een rampoline, die daardoor 40 cm word ingedruk. Bereken de krach die door Aagje op de rampoline word uigeoefend.

20 114 ] Kinemaica en dynamica 54. De figuur oon een opselling om he verband ussen krach en versnelling e onderzoeken: door de val van he blokje kom he wagenje in beweging. Bereken de grooe van de krach die de krachsensor regisreer ijdens de beweging. versnellingssensor 250 g krachsensor 100 g 55. Alijd, soms of nooi waar? (me krach word de resulerende krach bedoeld) a) Een syseem beweeg in dezelfde riching en zin als de krach die erop inwerk. b) Krach veroorzaak snelheid. c) Als een syseem me consane snelheid beweeg op een kromme baan, werk er een krach op he syseem. d) Op een voorwerp da eenparig rechlijnig beweeg, werk er een krach in dezelfde riching en zin als de verplaasing. 56. Een wagen me massa 1260 kg neem een boch me kromesraal 180 m aan een snelheid van 53,6 km/h. Teken en bereken alle krachen op he syseem. 57. An (60 kg) zi in een auo die snelheid 70 km/h heef en draag haar veiligheidsgordel. Op haar schoo zi haar docherje Merel (14 kg). Bij een bosing kom de auo o silsand in 0,15 s. Bereken de krach die zij moe uioefenen op Merel om e voorkomen da ze ui de wagen vlieg. (Grosmon - Groo-Briannië) 58. E en Land Rover Defender 90 (massa 1720 kg) me een caravan (massa 600 kg) rijd me een consane snelheid van 50 km/h een helling af van 33 %. Men rem op de moor. Teken en bereken de krachen op de caravan. Ineracie_6.2_Lb.indb Op een afel saan wee karrejes. Aan elk karreje zi een ouw. Elk ouw hang naar beneden via een karol aan de afelrand. Aan he ene ouw hang een massa van 5 kg. Aan he andere ouw rek iemand me een krach die overeenkom me de zwaare van die 5 kg. Welk karreje kom sneller op gang? a) he karreje me de hangende massa; b) he karreje me de rekkende persoon; c) he maak nie ui. (Vrij naar de Naionale Weenschapskwis 2003) 60. Een piloo (massa 85,9 kg) voer me een F-16 een vericale looping ui me sraal 600 m. In he bovense pun is zijn snelheid consan en gelijk aan 230 km/h. Bereken zijn versnelling en eken de krachen op zijn lichaam in da pun. P R Q 61. Een fieswiel saa P vericaal. Vanaf pun P is een draad (rech naar beneden) naar pun Q en een weede draad schuin naar een (willekeurig) pun R gespannen. R Een kraal kan vanui rus wrijvingsloos langs de baan PQ of Q PR vallen. Toon aan da de ijd daarvoor dezelfde is. Je hoor dus maar één ik als je beide kralen in P egelijk loslaa. Da fenomeen werd al door Galilei proef ondervindelijk vasgeseld. (Tip: de driehoek PQR is rechhoekig)

21 62. V orig jaar leerde je da op een lading Q die beweeg in een magneisch veld de lorenzkrach werk. Als de lading (massa m) me snelheid v loodrech in een homogeen magneisch veld me grooe B erech kom, voer ze een ECB ui me sraal m v r= S B Q a) Toon da aan. B b) Bereken de afsand RS voor α-deeljes me snelheid v = km/h als B = 5,0 mt. r Q + v R 65. De figuur sel de machine van Awood voor. Als je de massa s nie onderseun is a) de versnelling g; g; g; g b) de spankrach in he ouw 1 3 m g; m g; m g; 2 m g 2 2 m 3 m 66. Baron von Münchhausen was een fanas die de mees wonderbaarlijke verhalen wis e verellen. 30,0 m Zo zou hij zichzelf me zijn paard ui een moeras omhoog hebben gerokken. Leg ui volgens welke we da nie kan.p K INE M ATICA E N DY NA M ICA Een bol voer een slingerbeweging ui aan een ouw. Welke fi guur oon de resulerende krach op de bol in he uierse pun? 67. Toon aan da de zwaareveldserke g (= 9,81 N/kg) en de valversnelling g (= 9,81 m/s2) dezelfde eenheden hebben. geen krach a) b) c) d) 64. Een bol voer een slingerbeweging ui aan een ouw. Welke figuur oon de resulerende krach op de bol in he onderse pun? geen krach a) b) c) 68. Sel da de sraal van de aarde wee maal zo groo zou zijn en de dichheid dezelfde. Hoe groo is de valversnelling op he aardoppervlak dan? 69. In he perihelium is een planee he dichs bij de zon, in he aphelium he vers. Toon aan da een planee versnel op weg naar he perihelium en verraag op weg naar he aphelium. perihelium aphelium d) 70. Maak me je grafisch rekenoesel de grafiek die de valversnelling als funcie van de hooge weergeef. Bepaal wiskundig en grafisch de hooge waarop g nog maar 10 % is van de valversnelling op aarde. Ineracie_6.2_Lb.indb 115

22 116 ] Kinemaica en dynamica 71. Bereken de resulerende graviaiekrach die de wee massa s van 50,0 kg op de massa van 1,0 kg uioefenen. In welk pun moe een punmassa van 100,0 kg geze worden om dezelfde krach e geven? 1,0 kg 50,0 kg 1,0 m 50,0 kg 1,0 m 72. In welke ijd zou de aarde om haar as moeen draaien, opda de valversnelling op de evenaar nul zou zijn? 73. Leid de formule af voor he gewich als je op een helling saa. 78. Een piloo (massa m) voer me een F-16 een vericale looping ui me sraal r. a) In he onderse pun is zijn snelheid v. Sel de formule op die de grooe van zijn gewich geef in da pun. b) In he bovense pun is hij gewichloos. Sel de formule op voor de grooe van zijn snelheid in da pun. 79. De saaf in ondersaande figuur heef een homogene massaverdeling. m saaf me massa M d a) b) 74. De massa van Robbe bedraag 78 kg. Hij saa in een lif die bij he opwaars soppen verraag me 4,0 m/s2. Bepaal zijn gewich. 75. Je schie een pijl horizonaal weg me beginsnelheid 26 m/s van op 1,58 m hooge. a) Bepaal he bereik. Verwaarloos de wrijving. b) Hoe groo zou he bereik op de maan zijn? 76. Een geosaionaire saellie is een saellie die seeds op eenzelfde pun.o.v. de aarde blijf. Zo n saellieen worden gebruik voor elecommunicaie en hebben dezelfde hoeksnelheid als de aarde. a) Toon aan da zo n saellie zich in he evenaars vlak moe bevinden. b) Bereken de hooge voor zo n saellie. lenge l Me een inegraal-berekening kun je aanonen da de graviaiekrach die de saaf op de G m M massa m uioefen gegeven word door Fg =. d (d + l ) We vervangen de saaf nu door een pundeelje me massa M. Op welke afsand r moe je die massa plaasen zoda de graviaiekrach op m even groo zou zijn? 80. Heef de aarde een gewich? 81. Bij langdurig verblijf in een ruimesaion degenereren de spieren omwille van de gewichloze oesand. Om kunsmaig graviaiekrach op e wekken, kan men he ruimesaion laen ronddraaien. r a) Teken alle krachen op een asronau in een buiencomparimen. b) Bepaal de periode T opda de versnelling daar 9,81 m/s2 zou bedragen. De sraal r is 450 m. 77. Leid de formules af voor he gewich van een lichaam in volgende siuaies: a) Leen saa in een lif die opwaars verraag; b) Moshe saa in een lif die neerwaars verrek; c) Krisien leun schuin egen een muur. Ineracie_6.2_Lb.indb 116

23 82. Een asronau in een ruimeveer begin op een bepaald P momen e zweven a) omda hij ver genoeg verwijderd is van de aanrekkingskrach van de aarde; b) omda zijn ruimevaaruig precies ussen wee zwaarekrachvelden hang; c) omda de moor van zijn ruimeuig afgeze is. (Vrij naar de Naionale Weenschapskwis 2003) R 83. Ui welke we volg da de graviaiekrach van een massa 1 op een massa 2 even groo en egengeseld is aan die van massa 2 op massa 1? Q 84. He eenvoudigse aoom da er besaa is he 1H-aoom: he heef 1 proon in de kern en 1 elekron da gemiddeld op 5, m rond die kern beweeg. Bereken en vergelijk de graviaiekrach en de elekrische krach van de kern op he elekron. 85. De planeen bewegen op nagenoeg cirkelvormige banen rond de zon. a) Bewijs voor da geval de weede we van Kepler. b) Bereken de consane in die we voor de aarde. 86. De planeen bewegen op nagenoeg cirkelvormige banen rond de zon. Volgens de derde we van Kepler geld a3 = ce T2 a) Bewijs voor da geval de derde we G mz van Kepler en oon aan da die ce =. 4π 2 b) Bereken die ce en conroleer ze voor enkele planeen. c) Geld de derde we van Kepler ook voor de a3 manen van Jupier? Waaraan is de verhouding 2 in da T geval gelijk? 87. In een adverenie voor een bepaald ype band beweer he Michelin manneje: van 100 (km/h) naar 0 in 3,3 s. Van welke wrijvingscoëfficiën ussen band en wegdek word uigegaan bij deze bewering? 88. D e bodemloze on is een kermisaracie waarbij een on sneller en sneller word rondgedraaid. Bij een bepaalde hoeksnelheid zak de bodem weg, maar blijven de deelnemers door de wrijvingskrach hangen egen de zijkan. Bereken die hoeksnelheid als de wrijvings coëfficiën ussen de deelnemers en de wand 0,50 is en de diameer van de on 8,00 m. K INE M ATICA E N DY NA M ICA E en parachuis heef ijdens zijn vrije val een con sane snelheid van 180 km/h. De oale massa van he syseem is 92,3 kg. Als hij zijn parachue openrek, neem zijn snelheid af o 6,0 m/s in 2,85 s. Bereken de weersandskrach van de luch op de parachuis a) ijdens de vrije val; b) ijdens he opengaan van de parachue; c) ijdens he dalen me geopende parachue. 90. Regelmaig gebeuren er ongevallen waarbij een vrach wagen inrijd op een silsaande file. Bij zo n ongeval noeerde een eper: Er is een remspoor van 50 m. De wrijvingscoëfficiën ussen banden en wegdek is 0,80. Ui de geblokkeerde sand van de snelheidsmeer blijk da de vrachwagen me een snelheid van 40 km/h op de file is ingereden. Bepaal de snelheid van de vrachwagen bij he begin van he remmen. 91. D e opri van de E-19 e Konich heef op een bepaalde plaas een kromesraal van 85 m. Wa is de maimale snelheid waarmee je deze boch kan nemen bij droog weer (µs = 0,95) en bij regen (µs = 0,60)? Michelin 92. Onderseun de uieinden van een la me je wee wijsvingers. Probeer langzaam één vinger naar he midden van de la e schuiven (zonder rucjes e gebruiken!). Luk he? Verklaar. Ineracie_6.2_Lb.indb 117

Oefeningen REEKS Een auto heeft een olielek. Hoe zou je daarmee de beweging van de auto kunnen registreren?

Oefeningen REEKS Een auto heeft een olielek. Hoe zou je daarmee de beweging van de auto kunnen registreren? 10 Oefeningen HOOFDSTUK 1 REEKS 1 1. Een auo heef een olielek. Hoe zou je daarmee de beweging van de auo kunnen regisreren? 2. Na een feesje rijd Bob huiswaars. Op een bepaald ogenblik zie hij in de vere

Nadere informatie

1 Herhalingsoefeningen december

1 Herhalingsoefeningen december 1 Herhalingsoefeningen december Een lichaam word vericaal omhoog geworpen. Welke van de ondersaande v, diagrammen geef dan he juise verloop van de snelheidscomponen weer? Jan rijd me de fies over een lange

Nadere informatie

1 Inleidende begrippen

1 Inleidende begrippen 1 Inleidende begrippen 1.1 Wanneer is een pun in beweging? Leg di ui aan de hand van een figuur. Rus en beweging (blz. 19) Figuur 1.1 Een pun in beweging 1.2 Wanneer is een pun in rus? Leg di ui aan de

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Rust en beweging

Hoofdstuk 1: Rust en beweging Hoofdsuk 1: Rus en beweging 1.1 Rus en beweging zijn relaief Ten opziche van he vlieguig is de passagier in................................................ Ten opziche van he aardoppervlak is he vlieguig

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1 vwo I

Eindexamen wiskunde B1 vwo I indeamen wiskunde B vwo 009 - I Over een parabool gespannen In figuur is de grafiek van de funcie f me f ( ) = 3 geekend. Tussen wee punen en S die even ver van O op de -as liggen, word denkbeeldig een

Nadere informatie

2.4 Oppervlaktemethode

2.4 Oppervlaktemethode 2.4 Opperlakemehode Teken he --diagram an de eenparige beweging me een snelheid an 10 m/s die begin na 2 seconden en eindig na 4 seconden. De afgelegde weg is: =. (m/s) In he --diagram is de hooge an de

Nadere informatie

Deel 1. Kinematica en dynamica

Deel 1. Kinematica en dynamica Deel 1 Kinemaica en dynamica Ineracie_6._Lb.indb 5 1 Beweging 1.1 Inleiding Bovensaande woordenwolk beva begrippen die je vorige jaren in de lessen fysica zag. Om die begrippen op e frissen, gebruiken

Nadere informatie

1 Beweging 1.1. Inleiding

1 Beweging 1.1. Inleiding 1 Beweging 1.1 Inleiding Bovensaande woordenwolk beva begrippen die je vorige jaren in de lessen fysica zag. Om die begrippen op e frissen, gebruiken we ze bij he beschrijven van een srafschop. Terech

Nadere informatie

Krommen in het platte vlak

Krommen in het platte vlak Krommen in he plae vlak 1 Een komee beschrijf een baan om de zon. We brengen een assenselsel aan in he vlak van de baan van de komee, me de zon als oorsprong. Als eenheid in he assenselsel nemen we de

Nadere informatie

Examen VWO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl) Wiskunde B (nieuwe sijl) Examen VW Voorbereidend Weenschappelijk nderwijs Tijdvak Donderdag 22 mei 3.30 6.30 uur 20 03 Voor di examen zijn maximaal 83 punen e behalen; he examen besaa ui 20 vragen. Voor

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B 1 vwo 2003-I

Eindexamen wiskunde B 1 vwo 2003-I Eindexamen wiskunde B vwo 2003-I Lenge Ui saisisch onderzoek is gebleken da de volwassen Nederlandse mannen in 999 gemiddeld 80,0 cm lang waren, en da er een sandaardafwijking van 2,8 cm was in de lengeverdeling.

Nadere informatie

Deel 2. Basiskennis wiskunde

Deel 2. Basiskennis wiskunde Deel 2. Basiskennis wiskunde Vraag 26 Definieer de funcie f : R R : 7 cos(2 ). Bepaal de afgeleide van de funcie f in he pun 2π/2. (A) f 0 ( 2π/2) = π (B) f 0 ( 2π/2) = 2π (C) f 0 ( 2π/2) = 2π (D) f 0

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv a b c d e a Analyse De omze was in 987 ongeveer, miljard (de recher as) De wins was ongeveer 6 miljoen (linker as) 6 miljoen 6 miljoen = %, % Er is sprake van verlies als de wins/verlies-grafiek negaief

Nadere informatie

Dit examen bestaat uit 13 opgaven Bijlage: 1 antwoordpapier

Dit examen bestaat uit 13 opgaven Bijlage: 1 antwoordpapier MAVO-D Il EXAMEN MIDDEBAAR AGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1986 D - niveau Donderdag 5 juni, 9. 00-11. 00 uur '-,, NATUURKUNDE Di examen besaa ui 13 opgaven Bijlage: 1 anwoordpapier Waar nodig mag bij

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde 1 HAVO Beweging

Samenvatting Natuurkunde 1 HAVO Beweging Beweging Samenvaing Nauurkunde HAVO Eenparig rechlijnige beweging a Eenparig versnelde rechlijnige beweging a a = consan a = 0 m/s Oppervlake = v = 0 m/s Oppervlake = v v v v = consan v() = a Oppervlake

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 - Overige verbanden

Hoofdstuk 2 - Overige verbanden Hoofdsuk - Overige verbanden bladzijde < a D 4 4,, 8 dus heef de vergelijking 4p p +, geen oplossingen en zijn er geen snijpunen van de grafiek me de horizonale as. b 4p p +,, p 4p p of p 4 + c Voor p

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 - Overige verbanden

Hoofdstuk 2 - Overige verbanden Moderne Wiskunde Uiwerkingen bij vwo C deel Hoofdsuk Overige verbanden Hoofdsuk - Overige verbanden bladzijde < a D 4 4,, 8 dus heef de vergelijking 4p p +, geen oplossingen en zijn er geen snijpunen van

Nadere informatie

Verbetersleutel examen 6LWI

Verbetersleutel examen 6LWI Verbeerleuel exaen 6LWI Correcieleuel bij Vraag-V01: De grafiek bechrijf de beweging an een rein die eer rijd in een zone oor beperke nelheid, en daarna ernel op he ogenblik da hij buien de zone i. De

Nadere informatie

Tentamen Golven en Optica

Tentamen Golven en Optica Tenamen Golven en Opica woensdag 9 juni 011, 15.00-18.00 uur Maak elke opgave op een apar vel voorzien van uw naam en sudennummer. Gebruik van een (grafische) rekenmachine is oegesaan. Verdeel uw ijd opimaal

Nadere informatie

Snelheid en richting

Snelheid en richting Snelheid en riching Di is een onderdeel van Meekunde me coördinaen en behoeve van he nieuwe programma (05) wiskunde B vwo. Opgaven me di merkeken kun je, zonder de opbouw aan e asen, overslaan. * Bij opgaven

Nadere informatie

faseverschuiving wisselstroomweerstand frequentieafhankelijk weerstand 0 R onafhankelijk spoel stroom ijlt 90 na ωl toename met frequentie ELI 1 ωc

faseverschuiving wisselstroomweerstand frequentieafhankelijk weerstand 0 R onafhankelijk spoel stroom ijlt 90 na ωl toename met frequentie ELI 1 ωc 6.2.5 ergelijking faseverschuiving wisselsroomweersand frequenieafhankelijk weersand 0 onafhankelijk spoel sroom ijl 90 na ω oename me frequenie E condensaor sroom ijl 90 voor ω afname me frequenie E Fasordiagramma

Nadere informatie

Uitslagen voorspellen

Uitslagen voorspellen Eindexamen vwo wiskunde A pilo 04-I Vraag Anwoord Scores Uislagen voorspellen maximumscore 3 De afsand ussen Wilders en Thieme is 4 De conclusie: nie meer dan wee maal zo groo maximumscore 3 Bij gelijke

Nadere informatie

Dit tentamen bestaat uit 5 opgaven, die nagenoeg even zwaar beoordeeld zullen worden.

Dit tentamen bestaat uit 5 opgaven, die nagenoeg even zwaar beoordeeld zullen worden. Maeriaalmodellen Faculei : Werkuigbouwkunde Daum : 18 augusus 1997 Tijd : 9.00-12.00 uur Di enamen besaa ui 5 opgaven, die nagenoeg even zwaar beoordeeld zullen worden. Eerse-jaars sudenen maken de muliple-choice

Nadere informatie

Blok 1 - Vaardigheden

Blok 1 - Vaardigheden 6 Blok - Vaardigheden Blok - Vaardigheden Exra oefening - Basis B-a Bij abel A zijn de facoren achereenvolgens 8 : = 6 ; 08 : 8 = 6 en 68 : 08 = 6. Bij abel A is sprake van exponeniële groei. Bij abel

Nadere informatie

Opgave 1 (30 punten) + + = B h Z

Opgave 1 (30 punten) + + = B h Z Tenamen CT222 Dynamica van Sysemen 25 juni 212 14.-17. Le op: - Vermeld op ieder blad je naam en sudienummer - Maak elk van de drie opgaven op een apar vel Opgave 1 (3 punen) 2 Een bekken (links) me berging

Nadere informatie

Oefeningen Elektriciteit I Deel Ia

Oefeningen Elektriciteit I Deel Ia Oefeningen Elekriciei I Deel Ia Di documen beva opgaven die aansluien bij de cursuseks Elekriciei I deel Ia ui he jaarprogramma van de e kandidauur Indusrieel Ingenieur KaHo Sin-Lieven.. De elekrische

Nadere informatie

C. von Schwartzenberg 1/11

C. von Schwartzenberg 1/11 G&R havo A deel C von Schwarzenberg 1/11 1a m 18:00 uur He verbruik was oen ongeveer 1150 kwh 1b Minimaal ongeveer 7750 kwh (100%), maimaal ongeveer 1150 kwh (145,%) Een oename van ongeveer 45,% 1c 1d

Nadere informatie

dwarsrichting Doelstellingen van dit hoofdstuk

dwarsrichting Doelstellingen van dit hoofdstuk 7 Afschuiving HOOFDSTUK in langs- en dwarsriching Ga naar www.pearsonmylab.nl voor sudiemaeriaal en oesen om je begrip en kennis van di hoofdsuk ui e breiden en e oefenen. Ook vind je daar videouiwerkingen

Nadere informatie

De Wageningse Methode 5&6 VWO wiskunde B Uitgebreidere antwoorden Hoofdstuk 4 Goniometrie

De Wageningse Methode 5&6 VWO wiskunde B Uitgebreidere antwoorden Hoofdstuk 4 Goniometrie De Wageningse Mehode & VWO wiskunde B Uigebreidere anwoorden Hoofdsuk Goniomerie Paragraaf Cirkelbewegingen a. De hooge van he wiel is de y-coördinaa van he hoogse pun van de grafiek, dus 80 cm b. De periode

Nadere informatie

wiskunde A bezem havo 2017-I

wiskunde A bezem havo 2017-I Disribuieriem Een disribuieriem is een geribbelde riem die in een moderne verbrandingsmoor van een auo zi. Zo n riem heef en opziche van een keing voordelen: hij maak minder lawaai en er is geen smering

Nadere informatie

Examen VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde B,2 (nieuwe sijl) Examen VW Voorbereidend Weenschappelijk nderwijs Tijdvak Donderdag 22 mei 3.30 6.30 uur 20 03 Voor di examen zijn maximaal 86 punen e behalen; he examen besaa ui 9 vragen. Voor

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Eindexamen vwo nauurkunde 04-I Vraag Anwoord Scores Opgave Tsunami maximumscore 4 voorbeeld van een anwoord: Voor de zwaare-energie van de waerberg geld: Ez = mgh. Voor de massa van he waer geld: m= ρv.

Nadere informatie

op het interval 5, 15 betekent 5 x 15. 4b x op het interval 6, 10 betekent 6 x < 10. 5d Bij 3 < x π hoort het interval 3, π

op het interval 5, 15 betekent 5 x 15. 4b x op het interval 6, 10 betekent 6 x < 10. 5d Bij 3 < x π hoort het interval 3, π G&R havo B deel Veranderingen C. von Schwarzenberg / a b c Tussen en uur. Van en uur neem de sijging oe. Van o 6 uur neem de sijging af. Van o 8 uur neem de daling oe. Van 8 o uur neem de daling af. 6,,,,,

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 - Formules voor groei

Hoofdstuk 2 - Formules voor groei Moderne wiskunde 9e ediie Havo A deel Uiwerkingen Hoofdsuk - Formules voor groei bladzijde 00 V-a = 08, ; 870 08, ; 70 0, 8; 60 00 00 870 70 08,, gemiddeld 0,8 b De beginhoeveelheid is 00 en de groeifacor

Nadere informatie

Analoge Elektronika 1 DE SCHMITT TRIGGER

Analoge Elektronika 1 DE SCHMITT TRIGGER Analoge Elekronika DE SCHMITT TIGGE Een Schmi rigger is een komparaor me hyseresis. Ne zoals bij een komparaor is de ingang een analoog signaal, erwijl de uigang een digiaal signaal is. De uigangsspanning

Nadere informatie

Bij het bewerken van plaatmateriaal ontstaat vaak de situatie dat materiaal langs

Bij het bewerken van plaatmateriaal ontstaat vaak de situatie dat materiaal langs 12_DRUK_nr2_2005 19-04-2005 11:33 Pagina 12 Druk op de INLEIDING Bij he bewerken van plaamaeriaal onsaa vaak de siuaie da maeriaal langs een radius moe bewegen. Meesal heef men dan van doen me he maken

Nadere informatie

natuurkunde vwo 2017-I

natuurkunde vwo 2017-I nauurkunde vwo 07-I Zonvolgsyseem maximumscore De wee parallelle akken ABD en ACD zijn ideniek. Dus saa er geen spanning over de moor en loop er geen sroom door de moor. inzich da beide parallelle akken

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opgave Tsunami maximumscore 4 Voor de zwaare-energie van de waerberg geld: Ez = mgh. Voor de massa van he waer m geld: m= ρv. Voor he volume van de waerberg geld: V = bh. 3 3 3 Invullen lever: V = 00 0

Nadere informatie

elektriciteit voor 5TSO

elektriciteit voor 5TSO e Dirk Sarens 45 elekriciei voor 5TSO versie 1.0 1 2011 Dirk Sarens Versie 1.0 Schooljaar 2011-2012 Gemaak voor he leerplan D/2009/7841/036 Di boek kan worden gekoch via de websie www.nibook.com Had je

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Exponentiële functies

Hoofdstuk 3 Exponentiële functies Havo B deel Uiwerkingen Moderne wiskunde Hoofdsuk Eponeniële funies ladzijde 6 V-a Door zih in weeën e delen vermenigvuldig he aanal aeriën per ijdseenheid zih seeds me een faor is de eginhoeveelheid,

Nadere informatie

Werkboek. meer. check! Geluk. in 3Weken! Marjan van de Bult

Werkboek. meer. check! Geluk. in 3Weken! Marjan van de Bult Werkboek meer Geluk J check! in 3Weken! Marjan van de Bul www.gelukfabriek.nl Unlock your Luck vormgeving www.somehingilse.nl Alsjeblief! Hier is jouw eigen werkboek voor meer geluk in 3 weken. Misschien

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO 2014

Correctievoorschrift VWO 2014 Correcievoorschrif VWO 04 ijdvak nauurkunde He correcievoorschrif besaa ui: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor de beoordeling

Nadere informatie

Labotekst. Meetsystemen

Labotekst. Meetsystemen Labo Meesysemen dr ir J.Baeen Laboeks Meesysemen 2004 3 II Elekronica 3 II Elekromechanica (opies au/el) - - J. Baeen Labo Meesysemen Proef 1: Digiale opische meesysemen Proef I: Digiale opische meesysemen

Nadere informatie

Examen beeldverwerking 30/1/2013

Examen beeldverwerking 30/1/2013 Richlijnen Examen beeldverwerking 30//03 Di is een gesloen boek examen. Communicaieapparauur en beschreven of bedruk papier of andere voorwerpen zijn dus nie oegelaen. Schrijf je naam op elk blad. Schrijf

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 Polarisatie

Hoofdstuk 8 Polarisatie Hoofdsuk 8 Polarisaie lecromagneische Sraling is Gepolariseerd Iedere ransversale rilling is gepolariseerd To nu alleen rillingen beschouwd waarvan (en B) in één vlak ril: Lineair gepolariseerd lich. (In

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde 1,2 HAVO

Samenvatting Natuurkunde 1,2 HAVO Beweging Samenvaing Nauurkunde, HAVO Eenparig rechlijnige beweging a Eenparig versnelde rechlijnige beweging a a = consan a = 0 m/s Oppervlake = v = 0 m/s Oppervlake = v v v v = consan v() = a Oppervlake

Nadere informatie

. Tijd 75 min, dyslecten 90min. MAX: 44 punten 1. (3,3,3,3,2,2p) Chemische stof

. Tijd 75 min, dyslecten 90min. MAX: 44 punten 1. (3,3,3,3,2,2p) Chemische stof RUDOLF STEINERCOLLEGE HAARLEM WISKUNDE HAVO CM/EM T112-HCMEM-H579 Voor elk onderdeel is aangegeven hoeveel punen kunnen worden behaald. Anwoorden moeen alijd zijn voorzien van een berekening, oeliching

Nadere informatie

Uitwerkingen H14 Algebraïsche vaardigheden 1a. x = 6 2 = 4 en y = 9,60 5 = 4,60

Uitwerkingen H14 Algebraïsche vaardigheden 1a. x = 6 2 = 4 en y = 9,60 5 = 4,60 Uiwerkingen H Algebraïsche vaardigheden = 6 = en y = 9,60 5 =,60 Voor km een bedrag van,60 euro Per km dus een bedrag van,5 euro. Da is he quoiën van y en. Bij km zijn de kosen 5 euro dus bij 0 km zijn

Nadere informatie

Labotekst. Meetsystemen

Labotekst. Meetsystemen Labo Meesysemen dr ir J.Baeen Laboeks Meesysemen MSYSL 2006 3 II Elekronica 3 II Elekromechanica (opie au) EK Elo EK EL - - J. Baeen Labo Meesysemen Doelsellingen - Inhoud - Evaluaie Doelsellingen Op basis

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Exponentiële formules

Hoofdstuk 1 - Exponentiële formules V-1a 4 Hoofdsuk 1 - Exponeniële formules Hoofdsuk 1 - Exponeniële formules Voorkennis prijs in euro s 70 78,0 percenage 100 119 1,19 b Je moe de prijs me he geal 1,19 vermenigvuldigen. c De BTW op de fies

Nadere informatie

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 4. 4.1 Soorten straling en stralingsbronnen

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 4. 4.1 Soorten straling en stralingsbronnen Uiwerkingen opgaven hoofdsuk 4 Opgave 1 a 4.1 Sooren sraling en sralingsbronnen Eröngenfoon = h f h f 4 = 6, 6607 10 Js 19 = 1, 9 10 Hz E = = röngenfoon 4 19 14 6, 6607 10 1,9 10 1, 59 10 J b De hoeveelheid

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO 2015

Correctievoorschrift VWO 2015 Correcievoorschrif VWO 205 ijdvak wiskunde C (pilo) He correcievoorschrif besaa ui: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor

Nadere informatie

Gebruik van condensatoren

Gebruik van condensatoren Gebruik van condensaoren He spanningsverloop ijdens he laden Als we de schakelaar s sluien laden we de condensaor op. De condensaorspanning zal oenemen volgens een exponeniële funcie en de spanning over

Nadere informatie

Uitwerkingen Toets 1 IEEE, Modules 1 en 2

Uitwerkingen Toets 1 IEEE, Modules 1 en 2 Uiwerkingen Toes IEEE, Modules en Daum: 9 sepember 007 Tijd: 0.40.0 (90 minuen) Opgave I) Di is een warmmakerje. In woorden is V is de serieschakeling van, en (de parallelschakeling van 3 en 4) of V =

Nadere informatie

OEFENTOETS HAVO B DEEL 1

OEFENTOETS HAVO B DEEL 1 EFENTETS HAV B DEEL 1 HFDSTUK 2 VERANDERINGEN PGAVE 1 Een oliehandelaar heef gedurende 24 uur nauwkeurig de olieprijs bijgehouden. Zie de figuur hieronder. Hierin is P de prijs in dollar per va. P 76 75

Nadere informatie

Investeringsbeslissingen

Investeringsbeslissingen Inveseringsbeslissingen 1. Begrippen 1.1. Wa is inveseren? Een dadelijke (zekere) beschikbare koopkrach inruilen egen: 1. een oekomsige onzekere inkomenssroom; 2. besparingen van uigaven; 3. een nie-financieel

Nadere informatie

Eenparig rechtlijnige beweging. Eenparig versnelde rechtlijnige beweging a. x Steilheid van de raaklijn= v(t) Samenvatting Natuurkunde 1 VWO.

Eenparig rechtlijnige beweging. Eenparig versnelde rechtlijnige beweging a. x Steilheid van de raaklijn= v(t) Samenvatting Natuurkunde 1 VWO. Beweging Samenvaing Nauurkunde VWO Eenparig rechlijnige beweging a Eenparig versnelde rechlijnige beweging a a = consan a = 0 m/s Oppervlake = v = 0 m/s Oppervlake = v v v v = consan v() = a Oppervlake

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 - De afgeleide functie

Hoofdstuk 3 - De afgeleide functie ladzijde 7 V-a Plo de grafiek van y = x + x +. Me al-zero vind je x 8,. Plo ook de grafiek me y = x+ 5. Me al-inerse vind je x 89, en y= g( 89, ),. V-a d Exa, wan de vergelijking is lineair. Me de rekenmahine,

Nadere informatie

Wat is een training? Het doel van een trainingssessie is om met het team en de spelers vastgestelde doelstellingen te bereiken.

Wat is een training? Het doel van een trainingssessie is om met het team en de spelers vastgestelde doelstellingen te bereiken. Wa is een raining? He doel van een rainingssessie is om me he eam en de spelers vasgeselde doelsellingen e bereiken. De doelselling van de raining bepaal de inhoud van de rainingssessie. De keuze van de

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Lineaire en exponentiële verbanden

Hoofdstuk 1 Lineaire en exponentiële verbanden Hoofsuk Lineaire en exponeniële veranen lazije A: Geen lineair veran, als x me oeneem, neem y nie sees me ezelfe waare oe. B: Lineair veran, als x me oeneem, neem y sees me, oe. C: Geen lineair veran,

Nadere informatie

: Vermeld op alle bladen van uw werk uw naam. : Het tentamen bestaat uit 4 bladzijden inclusief dit voorblad.

: Vermeld op alle bladen van uw werk uw naam. : Het tentamen bestaat uit 4 bladzijden inclusief dit voorblad. POST HBO-OPLEIDINGEN Beonconsruceur BV Saalconsruceur BmS Professional maser of srucural engineering Toegepase mechanica Maeriaalmodellen en nie-lineaire mechanica docen : dr. ir. P.C.J. Hoogenboom TENTAMEN

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv 60 Hoofdsuk Eponeniële funies ladzijde 6 V-a Door zih in weeën e delen vermenigvuldig he aanal aeriën per ijdseenheid zih seeds me een faor is de eginhoeveelheid, dus 0 g is de groeifaor, dus g d gewih

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 - Exponentiële functies

Hoofdstuk 3 - Exponentiële functies Hoofdsuk - Eponeniële funcies Voorkennis: Groeifacoren ladzijde 7 V-a 060, 80 8, - euro 079, 0, 9, 88 c 0, 98, - 998, V-a De facor waarmee je de oude prijs vermenigvuldig om de nieuwe prijs e krijgen is

Nadere informatie

ELEKTRICITEIT WISSELSTROOMTHEORIE. Technisch Instituut Sint-Jozef, Wijerstraat 28, B-3740 Bilzen. Cursus : Ian Claesen. Versie: 19-10-2008

ELEKTRICITEIT WISSELSTROOMTHEORIE. Technisch Instituut Sint-Jozef, Wijerstraat 28, B-3740 Bilzen. Cursus : Ian Claesen. Versie: 19-10-2008 EEKTTET WSSESTOOMTHEOE Technisch nsiuu Sin-Jozef, Wijersraa 28, B-3740 Bilzen ursus : an laesen Versie: 19-10-2008 1 Sooren spanningen en sromen... 3 1.1 Gelijksroom... 3 1.2 Wisselsroom... 4 2 Sinusvormige

Nadere informatie

digitale signaalverwerking

digitale signaalverwerking digiale signaalverwerking deel 2: sampling en digiale filerechniek Hoewel we de vorige keer reeds over he samplen van signalen gesproken hebben, komen we daar nu op erug, om de ermee samenhangende effecen

Nadere informatie

X Y e. p n+ e. X Y e. Y(stabiel)

X Y e. p n+ e. X Y e. Y(stabiel) Faculei Bèaweenschappen Ioniserende Sralen Pracicum chergrondinformaie Eigenschappen van ioniserende sraling Bij he uizenden van ioniserende sraling röngensraling en α-, β- en γ-sraling door maerie gaa

Nadere informatie

Wind en water in de Westerschelde. Behorende bij de Bacheloropdracht HS

Wind en water in de Westerschelde. Behorende bij de Bacheloropdracht HS Behorende bij de Bacheloropdrach HS Door: Julia Berkhou Lena Jezuia Sephen Willink Begeleider: Prof.dr. A.A. Soorvogel Daum: 17 juni 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Achergrondinformaie 3 2.1 He geij.................................

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A 1-2 vwo 2002-I

Eindexamen wiskunde A 1-2 vwo 2002-I Eindexamen wiskunde A 1-2 vwo 2002-I Vogels die voedsel zoeken Vogels die voedsel zoeken op de grond veronen vaak een karakerisiek paroon van lopen en silsaan. In iguur 1 is di paroon voor wee vogelsooren

Nadere informatie

Rekenen banken te veel voor een hypotheek?

Rekenen banken te veel voor een hypotheek? Rekenen banken e veel voor een hypoheek? J.P.A.M. Jacobs en L.A. Toolsema Me enige regelmaa word door consumenen en belangenorganisaies gesuggereerd da banken de hypoheekrene onmiddellijk naar boven aanpassen

Nadere informatie

Hoofdstuk 11:Reactiesneleid 1.waarom van het waarom De reactiesnelheid kan afhankelijk zijn van verschillende factoren:

Hoofdstuk 11:Reactiesneleid 1.waarom van het waarom De reactiesnelheid kan afhankelijk zijn van verschillende factoren: Hoofdsuk :eaciesneleid.waarom van he waarom De reaciesnelheid kan afhankelijk zijn van verschillende facoren:. aard van de reagerende producen(uigangssoffen) A + B AB A + B AB Hoeveel kans op bosing? ~[

Nadere informatie

wiskunde A pilot vwo 2015-I

wiskunde A pilot vwo 2015-I Piramiden maximumscore a = en x =,5 geef h = 6,5 (dm) De oppervlake van he grondvlak is,5,5 = 6, 5 (dm²) De inhoud is 6, 5 6,5 4 (dm³) ( nauwkeuriger) maximumscore 4 I = x (9 x ) geef di 6 d = x x x x

Nadere informatie

DAFTrucks AUTOMATISCH BLOKKEREND DIFFERENTIEEL AUTOMATISCH BLOKKEREN D DI FFERENTIEEL

DAFTrucks AUTOMATISCH BLOKKEREND DIFFERENTIEEL AUTOMATISCH BLOKKEREN D DI FFERENTIEEL BLOKKEREN D DI FFERENTIEEL W ER KPLAATSI NSTRUCTI ES BLOKKEREND DIFFERENTIEEL Algemeen Bij een gewoon differenieel word he ingaande draaimomen via he saellieenhuis aan de saelliewielen doorgegeven. Deze

Nadere informatie

Antwoordmodel VWO wa II. Speelgoedfabriek

Antwoordmodel VWO wa II. Speelgoedfabriek Anwoordmodel VWO wa 00-II Anwoorden Speelgoedfabriek Voorwaarde II hoor bij immeren Voor immeren zijn 60x + 40y minuen nodig Voor immeren zijn 80 uur dus 4800 minuen beschikbaar 60x + 40y 4800 kom overeen

Nadere informatie

,3 Algemeen CO. - Examen VBO-MAVO-D. ~ Voorbereidend C. :l Middelbaar

,3 Algemeen CO. - Examen VBO-MAVO-D. ~ Voorbereidend C. :l Middelbaar - Examen VO-MVO- ~ Voorbereidend eroeps :l Onderwijs ~ :i.. :l Middelbaar,3 lgemeen O Voorgeze Onderwijs Z Tijdvak 2 Woensdag 20 juni 13.30-15.30 uur 2001 Voor di examen zijn maximaal 90 punen e behalen;

Nadere informatie

Dwarsliggers van spoorrails werken als balken die heel grote dwarskrachten ondersteunen. Hierdoor splijten ze, als ze van hout gemaakt zijn, aan de

Dwarsliggers van spoorrails werken als balken die heel grote dwarskrachten ondersteunen. Hierdoor splijten ze, als ze van hout gemaakt zijn, aan de Dwarsliggers van spoorrails werken als balken die heel groe dwarskrachen onderseunen. Hierdoor splijen ze, als ze van hou gemaak zijn, aan de uieinden, omda daar de dwarskrachbelasingen he groos zijn.

Nadere informatie

acentrifugaal g ge ω λ

acentrifugaal g ge ω λ acenrifugaal ω g ge λ hp://eagle.cc.ukans.edu/~keihweb/64_.hml Oefening 8: z α ω λ mge g en sleepersnelling geen g e en worden erder samen weergegeen door g,, z : relaief assenselsel me naar he zuiden,

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur Emen VW 018 ijdvk woensdg 0 juni 1.0-16.0 uur wiskunde B Di emen bes ui 16 vrgen. Voor di emen zijn miml 77 punen e behlen. Voor elk vrgnummer s hoeveel punen me een goed nwoord behld kunnen worden. Als

Nadere informatie

Tentamen ELEKTRISCHE OMZETTINGEN (et3 019)

Tentamen ELEKTRISCHE OMZETTINGEN (et3 019) 1 Tenamen ELEKTRISCHE OMZETTINGEN (e3 019) gehouden op donderdag, 3 februari 2000 van 9.00 o 12.00 uur Di enamen besaa ui 5 bladzijden me 6 opgaven. He aanal punen da u maximaal per opgave kun verkrijgen,

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 - Formules maken

Hoofdstuk 6 - Formules maken Hoofdsuk 6 - Formules maken ladzijde 0 V-a Formule, wan de grafiek gaa door he pun (,) 0 en formule is exponenieel. Formule heef voor x = 0 geen eekenis, erwijl de grafiek door he pun (0, 3) gaa. Formule,

Nadere informatie

Tentamen ELEKTRISCHE OMZETTINGEN (ET3 019)

Tentamen ELEKTRISCHE OMZETTINGEN (ET3 019) 1 Tenamen ELEKTRISCHE OMZETTINGEN (ET3 019) gehouden op maandag, 30 okober 2000 van 9.00 o 12.00 uur Di enamen besaa ui 6 bladzijden me 5 opgaven. Beanwoord en beargumeneer alle vragen kor en bondig. Begin

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 - Differentiaalvergelijkingen

Hoofdstuk 5 - Differentiaalvergelijkingen Hoofdsuk 5 - Differeniaalvergelijkingen 5. Differenievergelijkingen ladzijde a 0 3 4 5 A 00 0 04 06 08 0 oename B 00 30 69,00 9,70 85,6 37,9 oename 30 39 50,70 65,9 85,68 C 00 3 73,60 7,68 97,98 389,38

Nadere informatie

LABO. Elektriciteit OPGAVE: Meten van vermogen in een driegeleidernet. Totaal :.../20. .../.../ Datum van afgifte:

LABO. Elektriciteit OPGAVE: Meten van vermogen in een driegeleidernet. Totaal :.../20. .../.../ Datum van afgifte: LABO Elekriciei OPGAVE: Meen van vermogen in een driegeleiderne Daum van opgave:.../.../ Daum van afgife: Verslag nr. : 8 Leerling: Assisenen: Klas: 3.1 EIT.../.../ Evaluaie :.../10 Theorie :.../10 Meeopselling

Nadere informatie

Examen beeldverwerking 10/2/2006

Examen beeldverwerking 10/2/2006 Richlijnen Examen beeldverwerking 10/2/2006 Di is een gesloen boek examen. Communicaieapparauur en beschreven of bedruk papier of andere voorwerpen zijn dus nie oegelaen. Schrijf je naam op elk blad. Schrijf

Nadere informatie

INSTALLATIE-, GEBRUIKS- EN ONDERHOUDSVOORSCHRIFTEN

INSTALLATIE-, GEBRUIKS- EN ONDERHOUDSVOORSCHRIFTEN INSTALLATIE-, GEBRUIKS- ONDERHOUDSVOORSCHRIFT N / N / N NL INHOUDSTAFEL INLEIDING Gebruikers van di handleiding Symbolen Geldende normen Waarschuwingen GEBRUIKERSHANDLEIDING Gebruik van de keel Vergrendeling

Nadere informatie

1800W. 2. De klemspanning van een batterij daalt van 14,4V naar 8V bij het belasten met 100A. Hoe groot is de inwendige weerstand van de batterij?

1800W. 2. De klemspanning van een batterij daalt van 14,4V naar 8V bij het belasten met 100A. Hoe groot is de inwendige weerstand van de batterij? Basisleersof vragen: oplossingmodel. Een accu van ol lever een sroom van 50A aan een moor. Hoe groo is de weersand (impedanie) van de moor? Hoe groo is he geleverde vermogen in W en PK? Geg. Ω 4 Gevr.?

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur Emen VW 018 ijdvk woensdg 0 juni 1.0-16.0 uur wiskunde B Di emen bes ui 16 vrgen. Voor di emen zijn miml 77 punen e behlen. Voor elk vrgnummer s hoeveel punen me een goed nwoord behld kunnen worden. Als

Nadere informatie

Overzicht Examenstof Wiskunde A

Overzicht Examenstof Wiskunde A Oefenoes ij hoofdsuk en Overzih Examensof Wiskunde A a X min 0, X max 0, Y min 0 en Y max 000. 0 lier per minuu. Als de ank leeg is, dan is W 0, dus 00 0 0 dus 0. Na 0 minuen is de ank leeg. a Neem de

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING. Binnenunit voor lucht-waterwarmtepompsysteem EKHBRD011ABV1 EKHBRD014ABV1 EKHBRD016ABV1 EKHBRD011ABY1 EKHBRD014ABY1 EKHBRD016ABY1

GEBRUIKSAANWIJZING. Binnenunit voor lucht-waterwarmtepompsysteem EKHBRD011ABV1 EKHBRD014ABV1 EKHBRD016ABV1 EKHBRD011ABY1 EKHBRD014ABY1 EKHBRD016ABY1 GEBRUIKSAANWIJZING Binnenuni voor luch-waerwarmepompsyseem en opies EKHBRD011ABV1 EKHBRD014ABV1 EKHBRD016ABV1 EKHBRD011ABY1 EKHBRD014ABY1 EKHBRD016ABY1 EKHBRD011ACV1 EKHBRD014ACV1 EKHBRD016ACV1 EKHBRD011ACY1

Nadere informatie

Blok 4 - Vaardigheden

Blok 4 - Vaardigheden Havo B deel Uiwerkingen Moderne wiskunde Blok - Vaardigheden bladzijde a domein en bereik b x = = = c Me behulp van onderdeel b en de grafiek: d Eers: log x = ofwel x = = Dan me behulp van de grafiek:

Nadere informatie

Transparantie: van bedreiging tot businessmodel

Transparantie: van bedreiging tot businessmodel rends Impac op organisaie en informaievoorziening Transparanie: van bedreiging o businessmodel Transparanie is een rend die zowel in he bedrijfsleven als in de publieke secor langzaam maar zeker in krach

Nadere informatie

Ze krijgt 60% korting op het basisbedrag van 1000,- (jaarpremie) en moet dan 400,- (jaarpremie) betalen.

Ze krijgt 60% korting op het basisbedrag van 1000,- (jaarpremie) en moet dan 400,- (jaarpremie) betalen. 1a 1b G&R havo A deel 1 Tabellen en grafieken C. von Schwarzenberg 1/14 Een buspakje kan door de brievenbus, een pakke nie. Een zending die voorrang krijg. 1c 5, 40. (Worldpack Basic prioriy Buien Europa

Nadere informatie

Universiteit Twente - Faculteit der Elektrotechniek. Tentamen INLEIDING ELEKTRISCHE ENERGIETECHNIEK (124177)

Universiteit Twente - Faculteit der Elektrotechniek. Tentamen INLEIDING ELEKTRISCHE ENERGIETECHNIEK (124177) Universiei Twene - Faculei der Elekroechniek Tenamen INLEIDING ELEKTRISCHE ENERGIETECHNIEK (124177) gehouden op woensdag 10 mei 2000 van 13.30 o 17.00 uur Di enamen besaa ui 6 bladzijden me 6 opgaven.

Nadere informatie

Digitale Systeem Engineering 1

Digitale Systeem Engineering 1 Digiale Syseem Engineering 1 Week 5 Timing, daaoverdrach Jesse op den Brouw DIGSE1/2017-2018 Timing (revisied) Een verandering op de ingang van een componen geef als resulaa een verandering op de uigang.

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv a Blok - Vaardigheden ladzijde d 9 B B 6 f a a e r 9 9r r r r 8 a De rihingsoëffiiën van de lijn is gelijk aan en he sargeal is dus 7 0 de vergelijking is y x+ De rihingsoëffiiën van de lijn is gelijk

Nadere informatie

Lineaire processen. HAVO - CM en EM

Lineaire processen. HAVO - CM en EM PERIODE STATISTIEK, COMBINATORIEK, Lineaire en Exponeniele funcies. DERDE WEEK Lineaire processen. HAVO - CM en EM Er is een duidelijk recep voor he opsellen van lineaire (rechlijnige) formules op basis

Nadere informatie

4.9 Berekening van dragend metselwerk onderworpen aan verticale belasting

4.9 Berekening van dragend metselwerk onderworpen aan verticale belasting De radioaciviei die mogelijk word uigesraald in consrucies, is hoofdzakelijk e wijen aan de aanwezigheid van radium (Ra 226) en/of horium (Th 232) in de kelder en in de gebruike maerialen. Ui de ondersaande

Nadere informatie

Het wiskunde B1,2-examen

Het wiskunde B1,2-examen Ger Koole, Alex van den Brandhof He wiskunde B,2 examen NAW 5/4 nr. 2 juni 2003 65 Ger Koole Faculei der Exace Weenschappen, Afdeling Wiskunde, Vrije Universiei, De Boelelaan 08 a, 08 HV Amserdam koole@cs.vu.nl

Nadere informatie

Mkv Dynamica. 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg

Mkv Dynamica. 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg Mkv Dynamica 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg 2 /3 g 5 /6 g 1 /6 g 1 /5 g 2 kg 2. Variant1: Een wagentje met massa m1

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO 2014

Correctievoorschrift VWO 2014 Correcievoorschrif VWO 04 ijdvak wiskunde A (pilo) He correcievoorschrif besaa ui: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor de

Nadere informatie

Uw auto in 3 simpele stappen

Uw auto in 3 simpele stappen Uw auo in 3 simpele sappen 1 Als financieringsmaaschappij van Fia Group Auomobiles SA is Fia Financial Soluions als geen ander op de hooge van he Ialiaanse auoaanbod. Daarnaas beschik Fia Financial Soluions

Nadere informatie