Overzicht Lucht/water LW schema s

Transcriptie

1 Overzicht Lucht/water LW schema s Schema LW1001: Monoblock 2030/2040/2300 met/zonder boiler en afgifte systeem (buffer in serie) / Toepassing: monovalent en beperkt bivalent Schema LW1002: Monoblock 2030/2040/2300 met boiler en buffer / Toepassing: monovalent en bivalent Schema LW1003: Monoblock 2030/2040 met VVM310 (tapwater doorstroom toestel) Schema LW1004: Monoblock 2030/2040 met VVM320 (180 liter tapwater in tank) Schema LW1005: Monoblock 2030/2040/2300 BUW buffer - tapwater door HR ketel / Toepassing: bivalent / hybride Schema LW1006: Monoblock 2030/2040/2300 UKV buffer / combiketel (tapwater door ketel) / Toepassing: hybride / beperkt bivalent Schema LW1007: Monoblock 2300 met VVM500 (met mogelijkheid van thermische zonenergie en bijverwarming door ketel)

2 Attentie het vermogen van een lucht/water warmtepomp wordt meestal gegeven bij een buitenlucht temperatuur van 7 C hou daar rekening mee en informeer dus wat deze doet bij -10 C (daar is immers uw transmissieberekening op gemaakt) LW monoblock CV Ketel openverdeler -BT50 *AA Bijverwarming dient voor desinfectie tapwater en ondersteuning verwarming (in de winter) voeding HR10 EB1 *AA SMO.. 230V BT63 GP12* Tapwater: zie boilerselectielijst welke boiler bij welke warmtepomp past. BT6 is boilersensor (altijd nodig) BT7 is topboilersensor (soms nodig). QN10 is wisselklep. Indien u geen tapwater wenst laat u dit blok weg. QN10 BT7 BT6 Tapwater en verwarmen -F 2030 met SMO.. 20 of 40 -F 2300 met SMO.. 20 of 40 -F 2040 met SMO.. 20 of 40 Tapwater, verwarmen en koelen: -F2040 met SMO 20 of 40 Als u ook wil gaan koelen (F2040), kies dan voor QN10 een klep type VCC. Als u koelt onder de dauwpuntgrens (< 18 C) dient u de installatie die dat betreft dampdicht te isoleren (kan niet met vloerverwarming). In plaats van elektrisch element (EB1) Attentie: Als u een RMU 40 ruimte-bediening/opnemer wil toepassen kan ook een cv ketel worden dient u als regelaar de SMO 40 te kiezen. toegepast februari 2014 NP UKV buffervat SCHEMA LW 1001 Toepassing: Installatie met bètafactor 1 (100% inzet / transmissie dekkend) of bivalent binnen de range van *GP12: Aan de hand van de minimaal systeeminhoud van de toegepaste lucht/water warmtepomp en of er wel of geen naregeling is, bepaalt u de inhoud van de buffer.

3 CV Ketel openverdeler -BT50 *AA In plaats van elektrisch element (EB1) kan ook een cv ketel worden toegepast SMO.. 230V GP12 Tapwater: zie boilerselectielijst welke boiler bij welke warmtepomp past. BT6 is boilersensor (altijd nodig) BT7 is topboilersensor (soms nodig). QN10 is wisselklep. Indien u geen tapwater wenst laat u dit blok weg. QN10 BT7 BT6 Tapwater en verwarmen - F 2030 met SMO.. 20 of 40 - F 2300 met SMO.. 20 of 40 - F 2040 met SMO.. 20 of 40 Tapwater, verwarmen en koelen: - F2040 met SMO 20 of 40 januari 2014 NP voeding K11 / IU EB 20 HR10 Attentie: Als u een RMU 40 ruimte-bediening/opnemer wil toepassen dient u als regelaar de SMO 40 te kiezen. UKV buffer ontluchter HR10 voeding EB1 *AA GP10 BT71 Aan de hand van de minimaal systeeminhoud van de toegepaste lucht/water warmtepomp en of er wel of geen na-regeling is, bepaalt u de inhoud van de buffer. SCHEMA LW 1002 Toepassing: O.a. bivalent installatie BT25

4 -BT50 VVM310 Verwarming en tapwater: F2030 met VVM310 F2040 met VVM310 Voeding 400V 3~ +N + PE Aan de hand van de minimaal systeeminhoud van de toegepaste lucht/water warmtepomp en of er wel of geen na-regeling is, bepaalt u of er een (extra) buffer tussen moet / de inhoud van de buffer. SCHEMA LW 1003 Denk aan voldoende ontluchtmogelijkheden januari 2014 NP

5 -BT50 Verwarming en tapwater: F2030 met VVM320 F2040 met VVM320 VVM320 Koeling met minimum temperatuur van 18 C: F2040 met VVM320 Voeding 400V 3~ +N + PE Voeding 400V 3~ +N + PE Er zit een 10 liter expansievat in de VVM320 gaat u na of dit voldoende is voor uw installatie, mogelijk is een extra vat nodig. Aan de hand van de minimaal systeeminhoud van de toegepaste lucht/water warmtepomp en of er wel of geen na-regeling is, bepaalt u of er een (extra) buffer tussen moet / de inhoud van de buffer. SCHEMA LW 1004 Denk aan voldoende ontluchtmogelijkheden januari 2014 NP

6 GP12 WA regeling SMO20 BUW 300.8A Verwarming en tapwater: Monoblock: F2030 / F2040 / F 2300 Koelen mogelijk met F2040 BT25 BT71 GP10 Bivalent installatie / hybride installatie HR KETEL 45 C AB 85 C 70 C PUB eventuele circulatieleiding SCHEMA LW 1005 Denk aan voldoende ontluchtmogelijkheden Attentie: Als u een RMU 40 ruimte-bediening/opnemer wil toepassen dient u als regelaar de SMO 40 te kiezen. januari 2014 NP

7 In plaats van de UKV buffer kan bij voldoende systeeminhoud ook een openverdeler worden toegepast. SMO20 Bivalent installatie* / hybride installatie* met combiketel Ketel doet tapwater GP12* WA regeling Verwarming: Monoblock: F2030 / F2040 / F 2300 Koelen mogelijk met F2040 UKV BT25 BT71 Combi-ketel Verwarming door LW monoblok, indien nodig schakelt de SMO regeling de ketel bij voor bijverwarming of schakelt om naar alleen ketel (onder een bepaalde buiten temperatuur) 80 C Max 45 C (LaagTemperatuur) Toepassing: Installatie met bètafactor 1 (100% inzet / transmissie dekkend) of bivalent binnen de range van *GP12: Denk aan voldoende ontluchtmogelijkheden SCHEMA LW 1006 Attentie: Als u een RMU 40 ruimte-bediening/opnemer wil toepassen dient u als regelaar de SMO 40 te kiezen. februari 2014 NP

8 F2300 E aansluting: BT1 Optioneel: room sensor of RMU40 Meng automaat VVM500 -Voeding (3~ +N +aarde) op AA1-X1 van de VVM en een voeding (3~ +N +aarde) op X1 van de F2300 buitensensor in de VVM op AA3-X6 klem 1 en 2 -Indien van toepassing ruimtesensor op AA3-X6 klem 3 en 4 Communicatie tussen de F2300 en de VVM 500: van F2300 A+ naar VVM 500 AA3-X4 klem 15 van F2300 B- naar VVM 500 AA3-X4 klem 14 van F2300 GND naar VVM 500 AA3-X4 klem 13 XL1 XL2 XL8 XL9 XL4 ww XL3 XL1 XL2 kw XL18 XL19 XL13 XL14 AXC 230V cv ketel T SPS10 T P Optioneel uitbreiding: 230V CV ketel via AXC40 print deze print heeft een 230 volt voeding nodig (uit wcd) Communicatie aansluiten met warmtepomp: van de AXC40 AA5-X4 klem 1 naar VVM500 AA3-X4 klem 15 (A+) van de AXC40 AA5-X4 klem 2 naar VVM500 AA3-X4 klem 14 (B-) van de AXC40 AA5-X4 klem 3 naar VVM500 AA3-X4 klem 13 (GND) Op X9 van de AXC40 komt op klem 1 en 2: 230 volt als ketel aan moet. RMU 40 ruimte sensor: klem A naar VVM500 AA3-X4 klem 11 klem B naar VVM500 AA3-X4 klem 10 klem GND naar VVM500 AA3-X4 klem 9 klem 12V naar VVM500 AA3-X4 klem 12 Afzekering: VVM500 3 x 16 Ampere C of D F2300 (model 14 of 20) 3 x 16 Ampere C of D LW 1007 (Zon is afhankelijk van de toegepaste zonregeling bijvoorbeeld SCA 30) F VVM500 sept NP