2/12/2015. Cursus verkeersreglement. Caelen Erik. 1. Definities. Wegcode. Voor wie? Alle weggebruikers. Waar? De openbare weg

Transcriptie

1 Cursus verkeersreglement Caelen Erik 1. Definities Wegcode Voor wie? Alle weggebruikers Waar? De openbare weg 1

2 Weggebruikers VOETGANGERS Weggebruikers BESTUURDERS Uitzondering 2

3 Openbare weg Openbare plaats VERSCHIL MET OPENBARE WEG Openbare plaats Wat met overtredingen? Vluchtmisdrijf Alcohol- en drugsmisbruik Ongeval met gewonden Niet verzekerd voertuig 3

4 Stilstaan Parkeren Gestopt 4

5 Voertuigen Personenauto Auto voor dubbel gebruik Minibus Lichte vrachtwagen Voertuigen Kampeerauto Vrachtauto Autobus/ -car Voertuig voor traag vervoer Tractor Voertuigen Bromfiets (Klasse A) Bromfiets (Klasse B) Bromfiets klasse B Motorfiets Trike Quad 5

6 Voertuigen Rijwiel Voortbewegingstoestel Motorloze voertuigen Voertuigen Aanhangwagen: wordt door een ander voortbewogen Caravan: aanhangwagen waarin men kan overnachten Definitie van massa Maximale toegelaten massa (M.T.M.) = de technisch toelaatbare massa Massa in beladen toestand = de massa van het voertuig op een moment = de massa van het voertuig + de lading + de bestuurder + de passagier(s) 6

7 2. De delen van de openbare weg Delen van de openbare weg Delen van de openbare weg Trottoir Verhoogde berm Gelijkgrondse berm 7

8 Delen van de openbare weg Fietspaden Fietspaden 8

9 Fietssuggestiestrook Delen van de openbare weg Delen van de openbare weg Aardeweg Pad 9

10 Delen van de openbare weg Bijzondere overrijdbare bedding Delen van de openbare weg Overweg Delen van de openbare weg Pechstrook 10

11 Gebieden aangeduid door borden Zone 30 Bebouwde kom Autosnelweg Autoweg Weg voorbehouden voor voetgangers, fietsers en ruiters Voetgangerszone Fietsstraat Speelstraat Schoolomgeving Lage emissiezone 3. Bevoegde personen Bevoegde personen Voornaamste bevoegde personen: Federale/lokale politie Douanebeambten Militaire politie Bevoegd personeel openbaar vervoer 11

12 Bevelen Arm horizontaal Arm rechtop gestoken Heen en weer zwaaien met rood licht Gemachtigde personen Gemachtigde opzichter Gemachtigde militair Groepsleider (voetgangers/ruiters) Gemachtigde signaalgever Wegkapitein (groepen fietsers/motorfietsen) Werfopzichter Begeleiders en verkeerscoördinatoren (uitzonderlijk vervoer) Gemachtigde personen 12

13 Overtredingen 1e graad O.I. 55 Geldboete e graad O.I. 110 Onmiddellijke intrekking (voorlopig) rijbewijs Geldboete Verval recht tot sturen 3e graad O.I. 165 Onmiddellijke intrekking (voorlopig) rijbewijs Geldboete Verval recht tot sturen 4e graad Geen O.I. Onmiddellijke intrekking (voorlopig) rijbewijs Geldboete Verval recht tot sturen Binnen de bebouwde kom, in een zone 30, schoolomgeving, woonerf of erf Snelheidsovertredingen Onmiddellijke inning tot 10 km/u 50 Geldboete Onmiddellijke intrekking rijbewijs Verval van het recht tot sturen meer dan 10 km/u voor elke km boven die 10 km/u Van 55 tot euro, door de rechtbank bepaald Bij snelheidsoverschrijding van meer dan 20 km/u Bij snelheidsoverschrijding van meer dan 30 km/u Op andere wegen Snelheidsovertredingen Onmiddellijke inning tot 10 km/u 50 Geldboete Onmiddellijke intrekking rijbewijs Verval van het recht tot sturen meer dan 10 km/u voor elke km boven die 10 km/u Van 55 tot euro, door de rechtbank bepaald Bij snelheidsoverschrijding van meer dan 30km/u Bij snelheidsoverschrijding van meer dan 40 km/u 13

14 Hiërarchie van de voorschriften 4. De bestuurder Minimumleeftijd Leeftijd Rijbewijs 18 jaar - Bestuurders van personenwagens - Bestuurders van bromfietsen met passagier; Rijbewijs B Rijbewijs AM 16 jaar - Bestuurders van bromfietsen zonder passagier; - Bestuurders van bespannen voertuigen. Rijbewijs AM / 14 jaar - Bestuurders van niet-ingespannen trekdieren, van last- of rijdieren of van vee / 12 jaar - Bestuurders van rijdieren, begeleid door een ruiter die ten minste 21 jaar oud is / 14

15 In staat zijn tot sturen Nodige kennis en rijvaarigheid bezitten Alle rijbewegingen kunnen uitvoeren Voertuig of dier goed in de hand hebben Geen gebruik draagbare telefoon Antidiefstalinrichting gebruiken Verboden motor in vrijloopstand herhaaldelijk versnellen Verboden motor te laten draaien in vrijloopstand 5. Plaats op de openbare weg Hoofdregel Rijbaan Zo rechts mogelijk 15

16 Uitzondering F15 F13 Uitzondering Rijstrookkeuze Uitzondering Rotonde Plein Fileverkeer 16

17 Uitzondering Motorfiets Zuilen, verkeersgeleiders, Vluchtheuvels Meerdere rijbanen Verboden te rijden op de meest linkse rijbaan 17

18 Gebruik pechstrook Gebruik pechstrook is verboden behalve voor: - Prioritaire voertuigen die dringende opdracht uitvoeren; - Diensten/personen die opgeroepen zijn, enkel bij stilstaand of vertraagd verkeer - Takelwagens, enkel bij stilstaand of vertraagd verkeer Moeten wel gebruik maken van oranje gele knipperlichten Fietsers Er is een berijdbaar fietspad: het rechts in hun rijrichting gelegen of gesignaleerde fietspad volgen het door bord D10 gesignaleerde deel van de weg volgen Wanneer het berijdbaar fietspad is aangeduid door bord D7 of D9: het in hun rijrichting gesignaleerde fietspad volgen uitzondering: het fietspad niet volgen indien dit links in hun rijrichting ligt, indien bijzondere omstandigheden dit rechtvaardigen en op voorwaarde rechts in hun rijrichting te rijden Er is geen fietspad: fietsers volgen normaal de rijbaan de rechts in hun rijrichting gelegen gelijkgrondse berm en parkeerstrook volgen buiten de bebouwde kom mogen zij de trottoirs en verhoogde bermen volgen kinderen minder dan 9 jaar mogen buiten de bebouwde kom op het trottoir en de verhoogde berm rijden (diameter wielen max. 50 cm) op de rijbaan: met 2 naast elkaar (behalve indien kruisen onmogelijk is en buiten de bebouwde kom bij het naderen van achteropkomend verkeer) Bromfietsers Vierwielige bromfietsers klasse B: op rijbaan zo dicht mogelijk bij de rechterrand Tweewielige bromfietsers klasse B: er is een fietspad: maximumsnelheid meer dan 50 km/uur: moeten fietspad gebruiken maximumsnelheid minder dan 50 km/uur: mogen fietspad indien bord D7: gebruik toegelaten indien in hun rijrichting gesignaleerd, indien bord D9: gebruik verboden gemarkeerd fietspad: alleen volgen indien rechts in hun rijrichting er is geen fietspad: normaal de rijbaan volgen 18

19 Bromfietsers Bromfietsers klasse A: er is een fietspad: moeten het gemarkeerd fietspad gebruiken indien rechts in hun rijrichting moeten het in hun rijrichting door bord D7 of D9 gesignaleerd fietspad gebruiken er is geen fietspad: normaal de rijbaan volgen mogen rechts in hun rijrichting gelegen gelijkgrondse berm of parkeerstrook volgen Voortbewegingstoestellen Niet sneller dan stapvoets: regels van toepassing voor de voetgangers volgen Sneller dan stapvoets: regels van toepassing voor de fietsers volgen 6. Snelheid 19

20 Relatieve snelheidsbeperking Snelheid aanpassen in functie van: Aanwezigheid andere weggebruikers Weersomstandigheden Verkeersdichtheid Plaatsgesteldheid Belemmeringen Zicht Staat van de weg Staat en lading van het voertuig Relatieve snelheidsbeperking aanwezigheid weersgesteldheid plaatsgesteldheid belemmering zicht de weg Relatieve snelheidsbeperking Stoppen voor mogelijke hindernissen Onnodig traag rijden Verboden plots te remmen Vertragen voor trek-, rijdieren of vee en je moet stoppen bij tekenen van angst Verboden iemand aan te sporen of uit te dagen om snel te rijden 20

21 Absolute snelheidsbeperking Verkeersbord C 43 Verboden sneller te rijden dan aangeduid Het verbod wordt opgeheven: - aan het eerstvolgende kruispunt - op autosnelwegen aan de eerstvolgende oprit - door het einde bord - aan elk verkeersbord C43 met of zonder zonale geldigheid, - aan het verkeersbord dat het begin of het einde van een bebouwde kom, van een woonerf of erf, of van een voetgangerszone aanduidt Zoneborden Absolute snelheidsbeperking Verboden sneller te rijden dan aangeduid. Het verbod wordt opgeheven door het einde zone bord, door het begin van de bebouwde kom of het begin van een andere zone. Absolute snelheidsbeperking Snelheidsbeperkingen binnen de bebouwde kom In heel de bebouwde kom 50 km per uur Vanaf het bord tot het volgende kruispunt + een hogere of lagere snelheid door het verkeersbord C 43 21

22 Absolute snelheidsbeperking Snelheidsbeperkingen buiten de bebouwde kom Absolute snelheidsbeperking Andere snelheidsbeperkingen - Verhoogde inrichting: 30 km per uur - Schoolomgevingen: 30 km per uur Absolute snelheidsbeperking Andere snelheidsbeperkingen - Erven en woonerven: 20 km per uur - Voetgangerszones en speelstraten: aanpassen 22

23 Absolute snelheidsbeperking - Wegen voorbehouden voor landbouw-voertuigen, voetgangers, fietsers en ruiters: 30 km per uur - Slepen met een nood- of hulpkoppeling: 25 km per uur 7. Voorrang 23

24 Algemene regel Elke bestuurder moet voorrang verlenen aan de bestuurder die van rechts komt Behalve - indien de bestuurder uit een verboden richting komt Uitzonderingen Spoorvoertuigen Voorrangsborden Verkeerslichten Bevoegde personen Uitzonderingen Prioritair voertuig Pad of aardeweg Rotonde Oversteken van fietspad/trottoir 24

25 uitzonderingen Manoeuvre Bijzonderheden Voorrang geldt over de hele breedte van de openbare weg Bijzonderheden Kruispunt vrijhouden (niet belemmeren) Voorzichtig oprijden Na voorrang te hebben verleend, enkel verder rijden zonder gevaar voor ongevallen (plaats / snelheid / afstand van andere weggebruikers) 25

26 Ritsen Bron: wegen en verkeer Ritsen Bron: wegen en verkeer 8. Bewegingen & manoeuvres 26

27 Manoeuvre Manoeuvre = uit eigen initiatief een niet-gereglementeerde rijbeweging uitvoeren Welke? Van rijstrook of file veranderen Rijbaan oversteken Parkeerplaats verlaten of oprijden Uit aanpalende eigendommen komen Keren of achteruit rijden Manoeuvre van rijstrook veranderen de rijbaan oversteken parkeerplaats oprijden of verlaten uit een eigendom komen keren achteruit rijden Geen manoeuvre Op het einde van het fietspad op de rijbaan komen Autobus die zijn halteplaats verlaat Ritsen 27

28 Rijbewegingen Regelmatige rijbewegingen Kruisen Inhalen Links afslaan Rechts afslaan Kruisen Altijd rechts Te smalle rijbaan Hindernis Kruisen Kruisen spoorvoertuigen 28

29 Kruisen Kruispunten. Ook rechts behalve Inhalen Altijd links Uitzondering Wordt niet beschouwd als inhalen? Inhalen: Uitzonderingen F15 Rijstrookkeuze F13 Fileverkeer 29

30 Inhalen: Uitzonderingen Motorfiets Wat wordt wél beschouwd als inhalen? Inhalen: Uitzonderingen Naderen van oversteekplaats (fiets/voetgangers) Inhalen: Hoe? Voor het inhalen Tijdens het inhalen Na het inhalen 30

31 Inhalen: Hoe? Word Toegelaten? ik niet Plaats? ingehaald? Veilig? Controle in binnenspiegel Inhalen: Hoe? Meerdere voertuigen na elkaar links inhalen mag: eenrichtingsverkeer eenrichtingsverkeer 4 of meer rijstroken Inhalen: Hoe? 31

32 Inhalen: Hoe? Verplichting van de ingehaalde bestuurder: Zo ver mogelijk rechts uitwijken Snelheid niet opdrijven Elk links inhalen = verboden Inhalen: inhaalverbod Inhalen: inhaalverbod Links inhalen van een gespan, motor- of bromfiets of een voertuig met meer dan 2 wielen is verboden: Overweg zonder slagboom of lichten 32

33 Inhalen: inhaalverbod Links inhalen van een gespan, motor- of bromfiets of een voertuig met meer dan 2 wielen is verboden: Kruispunt, voorrang van rechts Inhalen: inhaalverbod Links inhalen van een gespan, motor- of bromfiets of een voertuig met meer dan 2 wielen is verboden: Kruispunt, waar voorrang moet worden gegeven Inhalen: inhaalverbod Links inhalen van een gespan, motor- of bromfiets of een voertuig met meer dan 2 wielen is verboden: Top van een helling 33

34 Inhalen: inhaalverbod Links inhalen van een gespan, motor- of bromfiets of een voertuig met meer dan 2 wielen is verboden: Onoverzichtelijke bocht Inhalen: inhaalverbod Links inhalen van een gespan, motor- of bromfiets of een voertuig met meer dan 2 wielen is verboden: Oversteekplaats Tripleren Inhalen: inhaalverbod 34

35 Inhalen: inhaalverbod Bij neerslag voor bestuurders van voertuigen en slepen > 7,5 ton M.T.M. Voor bestuurders van voertuigen en slepen gebruikt voor het vervoer van zaken > 7,5 ton M.T.M. Inhalen: inhaalverbod Links afslaan 35

36 Links afslaan Links afslaan Rechts afslaan 36

37 Rechts afslaan Afstand tussen voertuigen Op bruggen: 15 m voor voertuigen > 7,5 ton M.T.M. Buiten de bebouwde kom: 50 m voor voertuigen in konvooi voor gezamenlijke tocht 50 m voor voertuigen > 7,5 ton M.T.M. of lengte > 7 m. 9. Verschillende soorten wegen 37

38 Spoorwegen & overwegen Nooit overweg oversteken wanneer: Autosnelwegen Wie mag niet op de autosnelweg? Wat is verboden op de autosnelweg? Veiligheidsvest Autosnelweg: Verboden 38

39 Autosnelweg: snelheid Autoweg Autoweg: Verboden Wie mag niet op de autoweg? Wat is verboden op de autoweg? Veiligheidsvest 39

40 Autoweg: snelheid Erven & woonerven Snelheid? Parkeren? Voetgangers? Verhoogde inrichtingen Snelheid? Parkeren? Inhalen? 40

41 Voorbehouden wegen Wegen voorbehouden voor voetgangers / fietsers / ruiters Wie toegelaten? Voorbehouden wegen Wegen voorbehouden voor voetgangers / fietsers / ruiters / landbouwverkeer Wie toegelaten? Voetgangerszone Voorbehouden wegen Wie toegelaten? 41

42 Voorbehouden wegen Speelstraten Wie toegelaten? Het verkeer? Voorbehouden wegen Fietsstraten Wie toegelaten? Het verkeer? 10. Stilstaan & parkeren 42

43 Definitie Waar? Hoe? Rechts in de rijrichting 43

44 Hoe? Uitzondering Waar? 1,5 meter (Verhoogde) berm Waar? -Evenwijdig met de rand (uitgez. Motorfiets) -Zover mogelijk van de aslijn -Eén enkele file 44

45 Opstellen van voertuig Fietsers en tweewielige bromfietsen Buiten rijbanen en parkeerzones (weggebruikers / verkeer niet hinderen) Specifieke gemarkeerde plaatsen Opstellen van voertuig Motorfietsen Mogen buiten de rijbaan en de parkeerzones opgesteld worden Mogen verkeer andere weggebruikers niet hinderen of onveilig maken Stilstaan en parkeren verboden 1. Algemeen verbod waar het hinderlijk of gevaarlijk is 45

46 Stilstaan- en parkeerverbod op trottoirs op verhoogde bermen binnen de bebouwde kom op oversteekplaatsen (voor voetgangers, voor fietsers en tweewielige bromfietsers) op fietspaden op verkeersgeleiders en verdrijvingsvlakken op dambordmarkeringen op verhoogde inrichtingen op overwegen op autosnelwegen en autowegen Stilstaan- en parkeerverbod Stilstaan- en parkeerverbod op de rijbaan op minder dan 5 m voor een oversteekplaats voor voetgangers op minder dan 5 m voor een oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen in de onderbruggingen en in tunnels onder de bruggen (uitzondering: parkeerstrook) nabij de top van een helling en in een bocht (bij onvoldoende zicht) 46

47 Stilstaan- en parkeerverbod op de rijbaan 5 m voor oversteekplaats 5 m voor oversteekplaats in tunnels onder bruggen nabij de top in bocht Stilstaan- en parkeerverbod op de rijbaan en op de berm op minder dan 5 m - van de rand van de dwarsrijbaan - van de plaats waar de fietsers en bromfietsers verplicht zijn het fietspad te verlaten of de rijbaan te verlaten Stilstaan- en parkeerverbod op de rijbaan en op de berm op minder dan 20 m - voor de verkeerslichten op de kruispunten - voor de verkeerslichten buiten de kruispunten * - voor de verkeersborden * * uitzondering: het bord of de lichten zijn minimaal 2 m boven de rijbaan aangebracht en je voertuig is niet hoger dan 1,65 m 47

48 Op minder dan 20 m Bord E 3 geldt op de berm en op de rijbaan Parkeerverbod parkeren is verboden stilstaan is toegestaan 48

49 Bord E 1 geldt op de berm en op de rijbaan Parkeerverbod op minder dan 1 m voor of achter een stilstaand of geparkeerd voertuig 15 m aan weerszijden van een bord dat een halte aangeeft op de berm en op de rijbaan Parkeerverbod op elke plaats waar het voertuig het instappen in of het wegrijden van een ander voertuig kan hinderen waar voetgangers en fietsers op de rijbaan moeten komen om rond een hindernis te gaan of te rijden voor de inrit van eigendommen (tenzij kentekenplaat aangebracht is) waar het voertuig de toegang tot buiten de rijbaan aangelegde parkeerplaatsen kan verhinderen waar de doorgang van spoorvoertuigen kan worden belemmerd binnen woonerven (alleen in de vakken) om voertuigen voor verkoop of voor verhuur tentoon te stellen 49

50 Parkeerverbod op elke plaats hinderen voetgangers op rijbaan voor inrit spoorvoertuig woonerf verkoop Parkeerverbod op de rijbaan in rijstroken verdeeld langs een gele onderbroken streep als de vrije doorgang minder dan 3 m breed wordt op de middelste rijbaan van een openbare weg met 3 rijbanen met tweerichtingsverkeer, tegenover een ander stilstaand of geparkeerd voertuig, wanneer 2 andere voertuigen elkaar daardoor moeilijk zouden kunnen kruisen Parkeerverbod op de rijbaan rijstroken gele streep minder dan 3 meter middelste rijbaan tegenover een ander voertuig 50

51 Parkeerverbod buiten de bebouwde kom op de rijbaan waarop het verkeersbord 'voorrangsweg is aangebracht aan de linkerzijde van een rijbaan van een openbare weg met twee rijbanen op de middenberm van een openbare weg met twee rijbanen Halfmaandelijks beurtelings parkeren parkeerverbod op de rijbaan: van de 1 ste tot de 15 de van de 16 de tot het einde van de maand het veranderen van kant moet: de laatste dag van elke periode tussen u en u Halfmaandelijks beurtelings parkeren in heel de bebouwde kom toegelaten te parkeren op de rijbaan van de 1 ste tot de 15 de van de maand aan de kant van de oneven huisnummers van de 16 de tot het einde van de maand aan de kant van de even huisnummers veranderen van kant: de laatste dag van elke periode tussen u en u 51

52 Beperkte parkeertijd door parkeerschijf in een zone of bij een bord met beperkte parkeertijd - op een werkdag een auto, een vierwielige bromfiets, een driewieler met motor of een vierwieler met motor parkeren - van 9 tot 18 u - het uur of het half uur volgend op je aankomst aanduiden - maximaal 2 uur tenzij anders aangegeven! Uitzonderingen De blauwe-zonereglementering is niet van toepassing: Op de plaatsen waar verkeersborden van het type E9 zijn aangebracht; Voor de houders van een gemeentelijke parkeerkaart, als het E9-bord aanaangevuld is door een onderbord met de vermelding uitgezonderd parkeerkaart, uitgezonderd bewoners of uitgezonderd autodelen. De gemeentelijke parkeerkaart vervangt de parkeerschijf; Voor de voertuigen die gebruikt worden door personen met een handicap. De speciale parkeerkaart vervangt de parkeerschijf. Voor de voertuigen die geparkeerd zijn voor de inritten van een eigendom en waarvan het kenteken leesbaar op de toegang aangebracht is. Parkeermeters en automaten de parkeertijd is beperkt volgens de voorschriften op deze toestellen Wanneer meer dan één motorfiets binnen een afgebakend parkeervak bedoeld voor één auto wordt geparkeerd, dan moet voor dat parkeervak slechts één maal betaald worden. parkeermeter of automaat buiten gebruik: parkeerschijf gebruiken! 52

53 Parkeerbetaalkaart Op plaatsen gesignaleerd door de verkeersborden van het type E9, aangevuld met een onderbord met de vermelding "betalend", moet een betaalparkeerkaart worden gebruikt op de wijze en onder de voorwaarden die op deze kaart zijn vermeld. Deze kaart moet op goed zichtbare wijze aangebracht worden. Op plaatsen met parkeermeters of parkeerautomaten mag het gebruik van de parkeermeter of de parkeerautomaat vervangen worden door het gebruik van een betaalparkeerkaart. De toegelaten parkeertijd mag echter de maximale toegelaten parkeertijd van de parkeermeter of parkeerautomaat niet overschrijden. Andere betaalsystemen Op plaatsen gesignaleerd door het verkeersbord van het type E9, aangevuld met een onderbord met de vermelding "betalend", evenals op plaatsen met parkeermeters of parkeerautomaten, kan het parkeren eveneens geschieden op andere wijzen en onder andere voorwaarden die ter plaatse ter kennis van de betrokkenen worden gebracht. Uitzonderingen Het beperkt parkeren door middel van het betalend parkeren is niet van toepassing: Op de plaatsen waar verkeersborden van het type E9 zijn aangebracht; Voor de houders van een gemeentelijke parkeerkaart, als het E9-bord aanaangevuld is door een onderbord met de vermelding uitgezonderd parkeerkaart, uitgezonderd bewoners of uitgezonderd autodelen. De gemeentelijke parkeerkaart vervangt de parkeerschijf; Voor de voertuigen die gebruikt worden door personen met een handicap. De speciale parkeerkaart vervangt de parkeerschijf. Maar als de gemeente geen uitzondering voorziet, dan moet er wel betaald worden. 53

54 Parkeerfaciliteiten personen met een handicap personen met een handicap met de speciale parkeerkaart geen beperking in tijd gemeentelijke parkeerkaart bewoners autodelen parkeerkaart (vb. dokters) de kaart vervangt de parkeerschijf kaartbezitters moeten niet betalen geen beperking in tijd voorbehouden parkeerplaatsen Langdurig parkeren het is verboden te parkeren op de openbare weg langer dan 24 uur na elkaar: motorvoertuigen die niet meer kunnen rijden aanhangwagens langer dan 3 uur na elkaar: reclamevoertuigen langer dan 8 uur na elkaar, binnen de bebouwde kom: auto s en slepen met een MTM van meer dan 7,5 ton, uitgezonderd bij de volgende borden Openen van portieren Verboden voetgangers en fietsers in gevaar te brengen door portier te openen of open te laten bij uit- of instappen 54

55 11. Gebruik van de lichten Welke? Wanneer? Dim- of grootlichten Dim- of grootlichten bij zichtbaarheid tussen < 200 m vallen van de avond en het aanbreken van de dag Brom- & motorfiets altijd 55

56 Grootlichten doven Grootlichten doven: Tegenligger Naderen van een spoorvoertuig of boot Volgen op minder dan 50 m, behalve bij inhalen Rijbaan doorlopend en voldoende verlicht, met duidelijk zicht van 100 m Mistlichten VOOR ACHTER MAG MOET MAG als MOET zicht < 100 als mzicht < 100 m MAG MOET ALTIJD Mist Sneeuwval Felle regen Standlichten en rode achterlichten Stilstaan en parkeren op openbare weg en zicht < 200 m Niet met standlichten rijden! 56

57 Parkeerlichten binnen de bebouwde kom evenwijdig met de aslijn geen aanhangwagen aan de kant van de aslijn van de rijbaan Richtingaanwijzer Richtingaanwijzer Alle richtingaanwijzers gelijktijdig bij: schoolbus dreigend gevaar voor ongeval gevarendriehoek 57

58 Geluidssignalen Wanneer? altijd dragen Gebruik van de gordel kinderen < 18 jaar en < 1,35 m dienen te worden vervoerd in een voor hen geschikt kinderbeveiligingssysteem Vrijstelling gordeldracht Postbedeling op korte afstand (Bpost) Taxichauffeurs met klant Tijdens achteruit rijden Vrijstelling om medische reden Bestuurder van een prioritaire voertuig: als hij personen vervoert die een potentiële dreiging vormen In onmiddellijke omgeving van de plaats van interventie Passagier van een prioritair voertuig: Wanneer een persoon die een potentiële dreiging vormt wordt vervoerd In de onmiddellijke omgeving van de plaatst van de interventie Wanneer ze de persoon verzorgen die wordt vervoerd 58

59 Dragen van een valhelm Bestuurders en passagiers van: Drie- en vierwielers met motor en Bromfietsen zonder passagiersruimte Moeten een valhelm dragen, behalve wanneer zij de veiligheidsgordel dragen of vervoerd worden in een kinderbeveiligingssysteem : bestuurders en passagiers van: motorfietsen Beschermende kleding Verplicht voor bestuurders en passagiers van motorfietsen: Handschoenen Laarzen/bottines die de enkels beschermen Jas met lange mouwen Lange broek of overal 12. Gedrag tegenover andere weggebruikers 59

60 Prioritaire voertuigen Autobus Een autobus heeft voorrang: vertrekt aan halteplaats in bebouwde kom met richtingsaanwijzers aan De andere bestuurders moeten voorrang verlenen, zo nodig stoppen. Voertuigen voor schoolvervoer snelheid matigen en indien nodig stoppen Gedrag tegenover voetgangers niet in gevaar brengen dubbel voorzichtig zijn voor kinderen en bejaarden zijdelingse afstand = 1 meter Voetgangers gaan omheen een hindernis = 1 m ruimte zo niet: stapvoets voorbijrijden 60

61 Rijden langs Rijden langs een autocar, autobus, trolleybus, een minibus of een spoortvoertuig die stilstaat om reizigers te laten in- of uitstappen Stoppen om reizigers te laten in- of uitstappen Langzaam vertrekken Oversteekplaatsen De voetganger moet een oversteekplaats gebruiken op < 30 m. Voorrang verlenen aan voetgangers die zich erop bevinden of op het punt staan zich erop te begeven Niet oprijden als je er waarschijnlijk op zal moeten stoppen Inhalen in de nabijheid van een oversteekplaats = verboden Het is verboden te doorbreken: Verboden te doorbreken - een troep soldaten of een voertuigenkonvooi - een groep voetgangers - een groep met leider of gemachtigde opzichter - een stoet of processie - deelnemers van een wedstrijd Weggebruikers moeten aanwijzingen opvolgen die gegeven worden door gemachtigde personen Foto: lokalepolitie.be 61

62 13. Verplichtingen van weggebruikers Verplichtingen Voetgangers moeten: de trottoirs volgen de delen van de openbare weg die voor hen D9 voorbehouden zijn door een bord D9 en D10 volgen de begaanbare verhoogde bermen volgen (zo er geen zijn: de begaanbare gelijkgrondse bermen) Als er geen begaanbare trottoirs of bermen zijn, mogen voetgangers andere delen van de openbare weg gebruiken. Als ze een fietspad volgen, dienen ze voorrang te verlenen aan fietsers en bromfietsers. Als ze de rijbaan volgen, moeten ze zo dicht mogelijk bij de rand van de rijbaan blijven en links in de door hen gevolgde richting gaan. D10 Verplichtingen 62

63 Uitzonderingen Personen die een fiets of een bromfiets aan de hand leiden, moeten rechts lopen. Stoeten, processies en voetgangers in groep vergezeld van een leider, moeten rechts lopen. Opgelet: groepen met min. 5 voetgangers mogen ook links lopen, maar dan moeten zij achter elkaar lopen. Rijbaan oversteken Voetgangers moeten de rijbaan haaks oversteken en mogen niet slenteren of blijven staan. Als er een oversteekplaats is op minder dan 30 m., zijn voetgangers verplicht deze te volgen. Voetgangers mogen het verkeer niet nodeloos belemmeren op een trottoir dat de rijbaan oversteekt. Fietsers en bromfietsen Het is fietsers en bromfietsers verboden te rijden: zonder het stuur vast te houden, zonder de voeten op de pedalen of voetsteunen te hebben, door zich te laten voorttrekken, terwijl zij een dier aan het leizeel houden. Fietsers die de rijbaan volgen, mogen met twee naast elkaar rijden. 63

64 Fietsers en bromfietsen Ze moeten achter elkaar rijden: - als het kruisen niet mogelijk is, - buiten de bebouwde kom, bij het naderen van een achteropkomend voertuig, - als zij mogen rijden op een busstrook of een bijzondere overrijdbare bedding, - als een aanhangwagen aan een fiets gekoppeld is. Groep = < 15 Verplicht op fietspad. Verkeersreglement naleven. Fietsers in groep >15 Niet verplicht op fietspad, mogen op rijbaan met twee naast elkaar op hun helft van de rijbaan Geen wegkapiteins verplicht, wel toegelaten. Geen auto voor of achter verplicht, wel toegelaten Moeten min. 2 wegkapiteins bijhebben. Min. 2 auto s met borden A51 met eronder een wit symbool van fiets, 30 m voor en achter Motorfietsers in groep Groep = vanaf 2 Moeten niet achter elkaar rijden, mogen in dezelfde rijstrook in 2 evenwijdige rijen geschrankt rijden Geen wegkapiteins verplicht, wel toegelaten >51 Minstens 2 wegkapiteins verplicht 64

65 Bestuurders & passagiers van voertuigen Bestuurders van een auto moeten beschikken over een plaatsruimte van min. 0,55 m breed. Passagiers moeten beschikken over een plaatsruimte van min. 0,40 m breed. Het aantal inzittenden mag niet meer bedragen dan het aantal plaatsen uitgerust met een veiligheidsgordel. De plaatsen uitgerust met veiligheidsgordels of kinderbeveiligingssystemen moeten bij voorrang worden ingenomen. Het is verboden personen te vervoeren op de uitwendige delen van de carrosserie van een voertuig. Het is de bestuurders van fietsen, bromfietsen, motorfietsen, driewielers met motor en vierwielers met motor verboden de amazonezit aan te nemen of te laten aannemen door een passagier. Het is de passagiers van deze voertuigen verboden de amazonezit aan te nemen. 14. Lading - Goed verdelen en vastmaken mag het publiek of dieren niet laten schrikken door lawaai Wijze van laden - De lading mag niet: het zicht hinderen gevaar opleveren schade toebrengen op de openbare weg vallen de wegligging van het voertuig verslechteren de lichten, reflectoren en nummerplaat onzichtbaar maken 65

66 Hoe laden? Afmetingen Afmetingen Lange ondeelbare lading Lading die meer dan 1 m uitsteekt: overdag een bord 's nachts verlicht Uitzonderlijk vervoer Lading die > 3 m uitsteekt of breder is dan 2,55 m of hoger is dan 4 m 66

67 Slepen: algemeen Een motorvoertuig en een gespan mogen slechts 1 voertuig trekken Uitzonderingen... Foto: Slepen: gesleepte voertuigen Het is verboden een motorvoertuig te slepen, behalve indien dit voertuig zich niet meer op eigen kracht kan verplaatsen of niet meer alle veiligheidswaarborgen biedt. Noodkoppelingen of hulpkoppelingen zijn enkel toegelaten: - in geval van overmacht, - uitsluitend aan een snelheid van 25 km/u, - enkel tot de plaats van herstelling. Slepen: signalisatie Afstand tussen de voertuigen of tussen het voertuig en de aanhangwagen < 3 m geen signalisatie Afstand tussen de voertuigen of tussen het voertuig en de aanhangwagen > 3 m overdag: rode lap als de auto verlicht moet zijn: oranje licht tenzij de koppeling verlicht is Foto: media.metaltis.be 67

68 Defect voertuig Opstellen en signaleren van een defect voertuig voertuig opstellen zoals een geparkeerd voertuig. Als de auto niet kan worden verplaatst of als het voertuig is opgesteld op een plaats waar parkeren en stilstaan verboden is: - gevaarsdriehoek plaatsen, - andere signalisatiemiddelen, bv. alle richtingaanwijzers gelijktijdig laten branden Defect voertuig Plaatsing van de gevaarsdriehoek Voor het voertuig in verticale stand: - 30 m op gewone wegen, m op autosnelwegen Zichtbaar op een afstand van 50 m Binnen de bebouwde kom, op kleinere afstand, eventueel op het voertuig 15. Verkeersongeval 68

69 Ongeval: Stoffelijke schade Maatregelen nemen om veiligheid verkeer te verzekeren Voertuigen verplaatsten Ter plaatse blijven voor nodige vaststellingen : aanrijdingsformulier Vanaf 15 jaar: identiteitskaart Aangifte bij politie mag Ongeval: Doden/gewonden Maatregelen nemen om veiligheid verkeer te verzekeren Hulp bieden aan gewonden Vanaf 15 jaar: identiteitskaart tonen Voertuigen moeten niet verplaatst worden Politie verplicht, indien niet mogelijk: aangifte binnen 24 uur Vluchtmisdrijf Wie maakt zich schuldig aan vluchtmisdrijf? - Op een openbare plaats - Weten dat men of zijn voertuig de oorzaak of aanleiding van een ongeval is geweest - De bedoeling hebben zich te onttrekken aan de nodige vaststellingen 69

70 16. Technische voorschriften Toebehoren Drijfwerk, lawaai, rook, gevaarlijke versierselen Het voertuig moet: in goede staat verkeren; geen gevaarlijke versieringen hebben of beschadigingen vertonen; de veiligheid van het verkeer niet hinderen. Het is verboden: olie of brandstof op de openbare weg te laten vallen; overdreven lawaai of overdreven rook of overdreven luchtverontreinigende gassen te verspreiden. 70

71 Drijfwerk, lawaai, rook, gevaarlijke versierselen Banden Min. 1,6 mm (bromfietsen 1 mm) Het linnen mag op geen enkele plaats zichtbaar zijn. Banden De banden gemonteerd op motorvoertuigen beantwoorden aan de voorschriften van het technisch reglement van autovoertuigen en deze van het technisch reglement voor bromfietsen en motorfietsen. Van deze bepalingen kan slechts tijdelijke afgeweken worden bij gebruik van het reservewiel. In dit geval wordt het gebruik van het voertuig aangepast voornamelijk door de snelheid te verminderen. 71

72 Banden Spijkerbanden: enkel tussen 1 november en 31 maart: snelheid 60 km/u op gewone wegen 90 km/u op autosnelwegen en wegen met 4 of meer rijstroken Sneeuwkettingen slechts gebruiken bij sneeuw of ijzel Bandenspanning: regelmatig controleren 17. De verkeerstekens Verkeerslichten 3-kleurige verkeerslichten Enkel rekening houden indien rechts opgesteld Verplicht stoppen Verplicht stoppen, behalve Verder rijden moeten/mogen? 72

73 Verkeerslichten Vervangingspijlen Enkel van toepassing op jouw rijstrook Bijkomende groene pijl Verkeerslichten Foto: OCW Verkeerslichten Lichten voor fietsen en bromfietsen 73

74 Verkeerslichten 2-kleurige lichten Voetgangerslichten Verkeerslichten 2-kleurige lichten Boven rijstrook Verkeerslichten Ontruimingspijlen - Boven de rijstrook - Aan kruispunten Foto: OCW 74

75 Verkeerslichten Knipperlichten Oranjegele knipperlichten Knipperlichten bij overwegen Verkeerslichten Lichten voor gemeenschappelijk vervoer Verkeersborden Verkeersborden: Gevaarsborden Voorrangsborden Verbodsborden Gebodsborden Stilstaan- & parkeerborden Aanwijzingsborden 75

76 Gevaarsborden A 1a gevaarlijke bocht naar links A 1b gevaarlijke bocht naar rechts A 1c meerdere bochten, de eerste naar links Gevaarsborden A 3 gevaarlijke daling A 5 steile helling A 7 rijbaanversmalling Gevaarsborden A 9 beweegbare brug A 11 uitweg op een kaai of een oever A 13 uitholling overdwars of ezelsrug 76

77 Gevaarsborden A 14 verhoogde inrichting(en) A 15 glibberige rijbaan A 17 kiezelprojectie Gevaarsborden A 19 vallende stenen A 21 oversteekplaats voor voetgangers A 23 plaats waar veel kinderen komen Gevaarsborden A 25 oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen of plaats waar die bestuurders van een fietspad op de rijbaan komen A 27 doortocht van groot wild A 29 doortocht van vee 77

78 Gevaarsborden A 31 werken A 33 verkeerslichten A 35 overtocht van vliegtuigen op geringe hoogte Gevaarsborden A 37 zijwind A 39 verkeer toegelaten in twee richtingen na een gedeelte van de rijbaan met eenrichtingsverkeer Gevaarsborden A 41 overweg met slagbomen A 43 overweg zonder slagbomen 78

79 Gevaarsborden A 45 overweg voor enkel spoor A 47 overweg voor twee of meer sporen Gevaarsborden A 49 kruising van een openbare weg door één of meer in de rijbaan aangelegde sporen A 51 gevaar dat niet door speciaal symbool wordt bepaald : onderbord duidt aard van het gevaar aan Voorrangsborden B 1 voorrang verlenen B 3 verkeersbord dat het verkeersbord B 1 aankondigt op de bij benadering aangeduide afstand 79

80 Voorrangsborden B 5 stoppen en voorrang verlenen B 7 verkeersbord dat het verkeersbord B 5 aankondigt op de bij benadering aangeduide afstand Voorrangsborden B 9 voorrangsweg B 11 einde van voorrangsweg B 13 verkeersbord dat het verkeersbord B 11 aankondigt op de bij benadering aangeduide afstand Voorrangsborden B 15 voorrangskruispunt B 15 voorrangskruispunt met aansluiting links duidt het tracé aan waar de bestuurders aan het volgende kruispunt voorrang hebben 80

81 Voorrangsborden B 17 kruispunt waar de voorrang van rechts geldt B 19 smalle doorgang: voorrang verlenen aan tegenliggers B 21 smalle doorgang: je hebt voorrang op tegenliggers Voorrangsborden B 22 Krachtens verkeersbord B22 mogen fietsers de in artikel 61 bedoelde driekleurige verkeerslichten voorbijrijden om rechts af te slaan, wanneer het verkeerslicht op rood of oranjegeel staat, op voorwaarde dat zij hierbij voorrang verlenen aan de andere weggebruikers die zich verplaatsen op de openbare weg of op de rijbaan. B 23 Krachtens verkeersbord B23 mogen fietsers de in artikel 61 bedoelde driekleurige verkeerslichten voorbijrijden om rechtdoor te rijden, wanneer het verkeerslicht op rood of oranjegeel staat, op voorwaarde dat zij hierbij voorrang verlenen aan de andere weggebruikers die zich verplaatsen op de openbare weg of op de rijbaan vanaf het rode of oranjegele licht. Verbodsborden C 1 verboden richting voor iedere bestuurder C 3 verboden toegang, in beide richtingen, voor iedere bestuurder C 5 verboden toegang voor bestuurders van motorvoertuigen met meer dan twee wielen en van motorfietsen met zijspan 81

82 Verbodsborden C 6 verboden toegang voor bestuurders van quads C 7 verboden toegang voor bestuurders van motorfietsen C 9 verboden toegang voor bestuurders van bromfietsen Verbodsborden C 11 verboden toegang voor bestuurders van rijwielen C 13 verboden toegang voor bestuurders van gespannen C 15 verboden toegang voor ruiters Verbodsborden C 17 verboden toegang voor bestuurders van handkarren C 19 verboden toegang voor voetgangers C 21 verboden toegang voor bestuurders van voertuigen waarvan de massa in beladen toestand hoger is dan de aangeduide massa 82

83 Verbodsborden C 22 verboden toegang voor bestuurders van autocars C 23 verboden toegang voor bestuurders van voertuigen bestemd of gebruikt voor het vervoer van zaken waarvan de massa in beladen toestand hoger is dan de aangeduide massa Verbodsborden C 24a verboden toegang voor bestuurders van voertuigen die gevaarlijke goederen vervoeren C 24b verboden toegang voor bestuurders van voertuigen die gevaarlijke ontvlambare of ontplofbare stoffen vervoeren C 24c verboden toegang voor bestuurders van voertuigen die gevaarlijke verontreinigende stoffen vervoeren Verbodsborden C 25 verboden toegang voor bestuurders van voertuigen of slepen waarvan de lengte, lading inbegrepen, groter is dan de aangeduide lengte C 27 de breedte, lading inbegrepen, groter is dan de aangeduide breedte C 29 de hoogte, lading inbegrepen, groter is dan de aangeduide hoogte 83

84 Verbodsborden C 31 verbod aan het volgend kruispunt af te slaan in de door de pijl aangegeven richting C 33 vanaf het verkeersbord tot en met het volgende kruispunt, verbod te keren Verbodsborden C 35 vanaf het verkeersbord tot en met het volgend kruispunt, verboden een gespan of een voertuig met meer dan 2 wielen links in te halen C 37 einde van het verbod opgelegd door verkeersbord C 35 Verbodsborden C 39 vanaf het verkeersbord tot en met het volgend kruispunt, verbod voor bestuurders van voertuigen of slepen gebruikt voor het vervoer van zaken, waarvan de maximale toegelaten massa meer dan kg bedraagt, een gespan of een voertuig met meer dan 2 wielen links in te halen C 41 einde van het verbod opgelegd door verkeersbord C 39 84

85 Verbodsborden C 43 vanaf het verkeersbord tot en met het volgend kruispunt, of tot elk verkeersbord C43 met of zonder zonale geldigheid, of tot het verkeersbord dat het begin of het einde van een bebouwde kom, van een woonerf, of van een voetgangerszone aanduidt, verboden te rijden met een grotere snelheid dan deze die is aangeduid C 45 einde van de snelheidsbeperking opgelegd door verkeersbord C 43 C 46 einde van alle plaatselijke verbodsbepalingen opgelegd aan de voertuigen in beweging Verbodsborden C 47 tolpost: verboden voorbij te rijden zonder te stoppen C 48 vanaf het bord tot het volgende kruispunt, verboden cruisecontrol te gebruiken C 49 einde van het verbod opgelegd door verkeersbord C 48 Verbodsborden zone waar het verboden is een gespan of een voertuig met meer dan 2 wielen links in te halen zone waar de toegang voor voetgangers verboden is zone met snelheidsbeperking 85

86 Gebodsborden D 1 verplichting de door de pijl aangeduide richting te volgen de plaatsgesteldheid bepaalt de stand van de pijl Gebodsborden D 3 verplichting één van de door de pijlen aangeduide richtingen te volgen D 4 verplichting voor voertuigen die gevaarlijke goederen vervoeren, om de door de pijl aangeduide richting te volgen D 5 verplicht rondgaand verkeer Gebodsborden D 7 verplicht fietspad D 9 deel van de openbare weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers, van fietsers en van tweewielige bromfietsen klasse A D 10 deel van de openbare weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers en fietsers 86

87 Gebodsborden D 11 verplichte weg voor voetgangers D 13 verplichte weg voor ruiters Stilstaan- en parkeerborden E 1 parkeerverbod E 3 stilstaan- en parkeerverbod verboden op de rijbaan en op de berm Stilstaan- en parkeerborden E 5 parkeerverbod van de 1 ste tot de 15 de van de maand E 7 parkeerverbod van de 16 de tot het einde van de maand veranderen van kant moet gebeuren op de laatste dag van elke periode tussen u en 20 u. verboden enkel op de rijbaan 87

88 Stilstaan- en parkeerborden E 9a parkeren toegelaten E 9b parkeren uitsluitend voor motorfietsen, personenauto s, auto s voor dubbel gebruik en minibussen E 9c parkeren uitsluitend voor lichte vrachtauto s en vrachtauto s Stilstaan- en parkeerborden E 9d parkeren uitsluitend voor autocars E 9e verplicht parkeren op de berm of op het trottoir E 9f verplicht parkeren deels op de berm of op het trottoir Stilstaan- en parkeerborden E 9g verplicht parkeren op de rijbaan E 9h parkeren uitsluitend voor kampeerauto's E 9i parkeren uitsluitend voor motorfietsen 88

89 Stilstaan- en parkeerborden betalend parkeren parkeerschijf Parkeren verboden voor vrachtwagens parkeren voor personen met een handicap Parkeren voor elektrische voertuigen Stilstaan- en parkeerborden begin van de reglementering einde van de reglementering reglementering over een korte afstand reglementering over een lange afstand Stilstaan- en parkeerborden toegelaten van 1 ste tot 15 de : aan de kant met oneven huisnummers van 16 de tot het einde : aan de kant met even huisnummers veranderen van kant de laatste dag tussen u en 20 u. enkel geldig op de rijbaan 89

90 Stilstaan- en parkeerborden zone waar parkeren mag op voorwaarde dat wordt betaald zone waar parkeren verboden is van 9 tot 12 u. zone met beperkte parkeertijd Aanwijzingsborden F 1 begin bebouwde kom F 3 einde bebouwde kom Aanwijzingsborden F 5 begin van een autosnelweg F 7 einde van een autosnelweg 90

91 Aanwijzingsborden F 8 tunnel met een lengte van meer dan 500 m onderbord van dit type duidt de lengte van de tunnel aan de naam van de tunnel kan ook worden aangegeven Aanwijzingsborden F 9 autoweg F 11 einde van een autoweg Aanwijzingsborden F 12a begin van een woonerf of van een erf F 12b einde van een woonerf of van een erf 91

92 Aanwijzingsborden F 13 verkeersbord dat pijlen op de rijbaan aankondigt en de keuze van een rijstrook voorschrijft F 14 opstelvak voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen F 15 verkeersbord dat de keuze van een richting voorschrijft Aanwijzingsborden F 17 aanduiding van de rijstroken van een rijbaan met een strook voorbehouden voor autobussen F 18 aanwijzing van een bijzondere overrijdbare bedding, voorbehouden aan het verkeer van voertuigen van geregelde diensten voor gemeenschappelijk vervoer Aanwijzingsborden F 19 openbare weg met eenrichtingsverkeer F 21 rechts of links voorbijrijden toegelaten 92

93 Aanwijzingsborden F 23a nummer van een gewone weg F 23b nummer van een autosnelweg F 23c nummer van een internationale weg Aanwijzingsborden F 27 voorwegwijzer F 29 wegwijzer de afstand in km kan aangeduid zijn F 31 wegwijzer reisweg over een autosnelweg de afstand in km kan aangeduid zijn Aanwijzingsborden F 33a wegwijzer op afstand F 34a wegwijzer F 34b1 wegwijzer voor bepaalde weggebruikers F 34b2 wegwijzer voor bepaalde weggebruikers naar een toeristische bestemming 93

94 Aanwijzingsborden F 35 wegwijzer F 37 wegwijzer F 39 voorwegwijzer die wegomlegging aankondigt F 41 wegwijzer wegomlegging Aanwijzingsborden F 43 plaatsnaambord F 45 doodlopende weg F 45 b doodlopende weg F 47 einde van de werken Aanwijzingsborden F 49 oversteekplaats voor voetgangers F 50 oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen F 50bis verkeersbord dat de bestuurders die van richting veranderen, wijst op fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen en/of voetgangers die dezelfde openbare weg volgen 94

95 Aanwijzingsborden F 51 ondergrondse of bovengrondse oversteekplaats voor voetgangers F 52 nooduitgang in tunnels F 52bis vluchtroute in tunnels: dichtstbijzijnde nooduitgang, in de aangeduide richting Aanwijzingsborden F 53 verplegingsinrichting F 55 hulppost F 56 brandblusapparaat Aanwijzingsborden F 57 waterloop F 59 aankondiging van een parking F 60 aankondiging van een overdekte parking F 61 telefoon F 62 noodtelefoon 95

96 Aanwijzingsborden F 63 Tankstation, respectievelijk, van links naar rechts, benzine en diesel, LPG, CNG, LNG, H 2, elektriciteit F 65 hotel of motel F 67 restaurant Aanwijzingsborden F 75 jeugdherberg F 77 vereniging tot bevordering van vreemdelingenverkeer, trefpunt voor toeristische informatie F 79 voorwegwijzer die de vermindering van het aantal rijstroken aankondigt Aanwijzingsborden F 81 voorwegwijzer die een uitwijking aankondigt F 83 voorwegwijzer die een doorsteek van de middenberm aankondigt F 85 verkeer toegelaten in beide richtingen op een deel van de rijbaan met eenrichtingsverkeer 96

97 Aanwijzingsborden F 87 verhoogde inrichting(en) F 89 voorwegwijzer die een gevaar of een verkeersregel aankondigt die slechts van toepassing is op één of meerdere rijstroken van een rijbaan die meerdere rijstroken in dezelfde richting omvat F 91 verkeersbord dat gevaar aanduidt of verkeersregel voorschrijft die slechts van toepassing is op één of meerdere rijstroken van een rijbaan die meerdere rijstroken in dezelfde richting omvat Aanwijzingsborden F 93 radio-omroep met verkeersinformatie F 95 noodstopstrook Aanwijzingsborden F 97 versmalling die de omvang van een rijstrook heeft F 98 vluchthaven 97

98 Aanwijzingsborden F 99a weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers, fietsers en ruiters F 99b weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers en fietsers met een aanduiding van het deel dat bestemd is voor de soorten weggebruikers F 99c weg voorbehouden voor landbouwvoertuigen, voetgangers, fietsers en ruiters Aanwijzingsborden F 101a einde van de weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers, fietsers en ruiters F 101b einde van de weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers en fietsers F 101c einde van de weg voorbehouden voor landbouwvoertuigen, voetgangers, fietsers en ruiters Aanwijzingsborden F 103 begin van een voetgangerszone F 105 einde van een voetgangerszone 98

99 Aanwijzingsborden F 111 en F113 Begin en einde fietsstraat F 117 en F118 Begin en einde lage emissiezone Markering Doorlopende streep Markering Onderbroken streep 99

100 Markering Doorlopend en onderbroken streep naast mekaar Markering Voorlopige markering Markering Busstrook 100

101 Markering Bijzondere overrijdbare bedding Markering Fietspad Markering Denkbeeldige rand 101

102 Markering Werkelijke rand van de rijbaan Markering Geel onderbroken streep Markering Stopstreep 102

103 Markering Haaientanden Markering Oversteekplaats voor voetgangers Markering Oversteekplaats voor fietsers 103

104 Markering Voorsorteringspijlen Markering Rijstrookverminderingspijlen Markering Verkeersgeleider 104

105 Markering Opstelvak Markering Dambordmarkering 105