BEELDKWALITEITPLAN HEINO - KIEZEBOS III

Transcriptie

1 BEELDKWALITEITPLAN HEINO - KIEZEBOS III GEMEENTE RAALTE

2

3 Inhoud 1 INLEIDING 2 STEDENBOUWKUNDIG PLAN 3 HET BEELDKWALITEITPLAN 4 INRICHTING OPENBARE RUIMTE 5 WELSTANDSCRITERIA 6 PROCEDURE Colofon: Opdrachtgever: Gemeente Raalte, Goldewijk b.v. & Salland Wonen Contactpersoon: De Heer Assie, Goldewijk de heer Koot, gemeente Raalte Projectteam WITPAARD: J. Drenth Projectnummer: B Versie/datum 24 maart 2010 GEMEENTE RAALTE

4 1 inleiding Plangebied 4

5 1.1 ALGEMEEN 1.3 status VAN HET BEELDKWALITEITPLAN GEMEENTE RAALTE Het voorliggende plan omvat de voorgestelde ontwikkeling aan de westkant van de kern Heino. Het plangebied heeft een oppervlak van ongeveer 4,9 ha en sluit goed aan op de bestaande uitbreidingen van Heino. 1.2 Doel van HET BEELDKWALITEITPLAN De gemeente Raalte zet bij iedere nieuwbouwlocatie in op een kwalitatief hoogwaardige woonbebouwing met een eigen identiteit die zich schikt naar de schaal en maat van de bestaande omgeving en daar waar het aansluit een goede overgang naar het landelijk gebied krijgt. De stedenbouwkundige hoofdstructuur houdt rekening met de specifieke situatie in het gebied. Aandacht dient er in ieder geval te zijn voor streekeigen bouw in het gebied met streekeigen kleuren en materialen die het dorpse karakter onderstrepen. Traditionele bebouwing die voldoet aan de eisen van deze tijd en een goede ruimtelijk kwaliteit staan voorop. Dit ambitieniveau dient zichtbaar te worden in een weloverwogen samenhangend plan. De stedenbouwkundige karakteristieken, architectuur van de bebouwing en een fraaie uitvoering van de inrichting van de openbare ruimte zijn hierin op elkaar zijn afgestemd. Naast het bestemmingsplan is een beeldkwaliteitplan het belangrijkste instrument om te komen tot een samenhangende beoordeling. Door dit beeldkwaliteitplan naast het bestemmingsplan vast te stellen laat de gemeente zien dat ze plannen voor 'Kiezebos III' zo goed mogelijk in overeenstemming met dit beeldkwaliteitplan wil laten ontwikkelen. Van externe partijen, ontwikkelaars en particulieren wordt verlangd dat zij zich aan het beeldkwaliteitsplan conformeren. Het beeldkwaliteitplan vormt geen onderdeel van het bestemmingsplan maar is een aanvulling daarop. Het voorliggende beeldkwaliteitplan is als een separaat plan door de gemeenteraad vastgesteld. Dit beeldkwalteitplan dient te worden beschouwd als partiële herziening van de Welstandsnota en wordt als toetsingskader conform artikel 12a van de Woningwet vastgesteld door de raad. De welstandscommissie is bevoegd om de bouwplannen te toetsen aan de eisen uit dit beeldkwaliteitplan. In de vigerende welstandsnota van de gemeente Raalte valt het plangebied onder buitengebied. Omdat de gemeente voor de locatie een afwijkende invulling wenst zullen de betreffende bepalingen ook nog afzonderlijk als onderdeel van de welstandsnota worden vastgesteld door de gemeenteraad. De bouwplannen alsmede de inrichting van de openbare ruimte moeten voldoen aan de eisen, voorwaarden en beschrijving zoals die in het plan zijn neergelegd. Daarnaast is het vanzelfsprekend ook zo dat de bouwplannen in overeenstemming moeten zijn met de bestemmingsplanvoorschriften en de bestemmingsplankaart. 1.4 VORM VAN HET BEELDKWALITEITPLAN Om duidelijk te maken welk beeld de gemeente voor ogen heeft bij de nieuwe wijk zijn referentiebeelden het meest effectief. Daarnaast zijn er randvoorwaarden en criteria opgesteld. De referentiebeelden en de randvoorwaarden en criteria hebben betrekking op de bebouwing en de inrichting van de openbare ruimte. De gemeente geeft met dit beeldkwaliteitplan een richting aan, de detaillering daarvan vindt plaats in de gezamenlijke beoordeling van de individuele plannen. 5

6 2 stedenbouwkundig plan 6 Verkavelingsplan

7 2.1 ALGEMEEN Het stedenbouwkundige plan voor Kiezebos III bestaat uit een verkavelingsplan en een juridisch bestemmingsplan. Voor dit beeldkwaliteitplan is met name het verkavelingsplan relevant. Mogelijk dat in de toekomst aan de westzijde van het nieuwe woongebied een vervolg komt op Kiezebos III. In dit licht is het stedenbouwkundig plan voor Kiezebos III dan ook gezien. Het stedenbouwkundig plan biedt een globale doorkijk voor volgende fasen, waarbij een hoofdstructuur uitgewerkt moet worden. op de weg daar waar het gaat om de hoofdontsluiting van de wijk van en naar de Molenweg. Het overige deel van het parkeren vindt plaats op eigen erf. Dit geldt voornamelijk voor de (half) vrijstaande woningen. 2.2 ontwerp GEMEENTE RAALTE 7 Het plangebied grenst aan de bestaande woongebieden Kiezebos en Haverakker. Het plan sluit aan op deze uitbreidingen van de kern Heino en voorziet in de realisering van in totaal 110 woningen van verschillende prijsklassen en voor verschillende doelgroepen. Het gebied wordt ontsloten op de Molenweg in het noorden en de Tarweakker in het zuiden. Binnen het ontwerp is rekening gehouden met een toekomstige ontwikkeling van woningbouw ten westen van dit plangebied. Omdat de ontwikkeling van Kiezebos IV op korte termijn niet aan de orde is, wordt een landschappelijke inpassing voor het gebied tussen het buitengebied en Kiezebos II en III onderzocht. De groenstructuur bestaat uit wadi s, langs de Molenweg en langs de oostelijke plangrens, welke een belangrijke rol voor de waterhuishouding in het plan vervullen. Centraal in het plangebied is een groene ruimte gepland om het dorpse, open karakter te benadrukken. Ook de westzijde van het plangebied kent een groene aankleding waarmee de dorpsrand wordt afgerond. Ook voor toekomstige ontwikkelingen is dit een passende afronding. Met betrekking tot de parkeerbehoefte hanteert de gemeente Raalte de parkeernormen uit het CROW (publicatie 182). In de uitwerking is naast de 66 parkeerplaatsen ruimte voor parkeren

8 3 het Beeldkwaliteitsplan Langs de Molenweg 2. Aan de hoofdroute 3. Aan de dorpsrand 4. Zuidoost 5. Rond het groen 6. Overige gebieden Verdeling in deelgebieden

9 3.1 ALGEMEEN Dit beeldkwaliteitplan is bedoeld als kader voor de coördinatie van de (beoordeling van de) ontwerpen. Het speelt daarbij in op een toenemende behoefte bij zowel burgers als gemeenten om bij het ontwikkelen van nieuwbouwprojecten aandacht te besteden aan duurzame bouw en architectonische kwaliteit. Deze twee elementen moeten een ontwikkeling garanderen die past in het landschap en door een ieder als postitief zal worden ervaren. Er zal nadrukkelijk worden gestuurd op ruimtelijke kwaliteit. De inrichting van de openbare ruimte is hierbij een belangrijk onderdeel. In dit kader is het van belang te vermelden dat de gemeente Raalte het convenant ruimtelijke kwaliteit heeft ondertekend. 3.2 uitgangspunten 3.3 gebiedsindeling Kiezebos III is onder te verdelen in een zestal deelgebieden waaraan specifieke criteria zijn verbonden. De gebieden zijn ingedeeld aan de hand van hun situering ten opzichte van bestaande gebieden of ontsluitingsroutes. 3.4 uitwerking criteria Met betrekking tot de bebouwing zijn criteria opgenomen ten aanzien van de situering, de hoofdvorm, het gevelaanzicht, de materialisatie en de detaillering. Hierbij is op basis van hetgeen in vorige paragrafen is aangegeven uitgegaan van de gebiedsdelen. In hoofdstuk 5 zijn deze criteria voor het gehele gebied samengevat. GEMEENTE RAALTE 9 In het Stedenbouwkundig Programma van Eisen, dat door de gemeente Raalte is opgesteld, is een aantal eisen gesteld aan de inrichting van het plangebied. De, voor dit beeldkwaliteitplan, relevante eisen dienen als uitgangspunten voor de beeldkwaliteit in Kiezebos III. Deze zijn hieronder weergegeven. Er dient nadrukkelijk en voornamelijk met betrekking tot de infrastructuur rekening gehouden te worden met een vervolg op Kiezebos III Kiezebos III krijgt uitsluitend een woonfunctie. Er is eventueel de mogelijkheid voor kleinschalige (maatschappelijke) voorzieningen. Het wegontwerp dient een veilige leefomgeving te waarborgen. Het woongebied wordt ingericht als 30 km-zone. Verkeersremmende maatregelen zijn noodzakelijk maar dienen beperkt te blijven. Het plangebied dient op deugdelijke wijze ontsloten te worden voor voetgangers en fietsers. Het materiaal dat wordt gebruikt voor de inrichting van de openbare ruimte dient te voldoen aan het Bouwstoffenbesluit. De groenvoorzieningen in het plangebied dienen te bestaan uit onder meer grootschalig groen in de vorm van gras met bomen waarbij zichtlocaties worden geaccentueerd. Snippergroen moet worden voorkomen. Algemeen Voor zover niet in tegenspraak met de in deze paragraaf gestelde criteria, zijn de sneltoetscriteria van toepassing voor kozijn- of gevelwijzigingen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen, overkappingen en dakkapellen zoals deze in januari 2006 door de gemeenteraad zijn vastgesteld.

10 Deelgebied 1 Langs de Molenweg Situering Het bebouwingsbeeld wordt bepaald door vrijstaande woningen; De bebouwing wordt in principe zaagtandsgewijs in de gevellijn geplaatst; De onderlinge afstand tussen de bebouwing geeft een open bebouwingsbeeld; De woningen staan met de voorgevel georiënteerd op de straat. Massa en vorm De woningen hebben een lage gootlijn met een hoogte van maximaal 3,50 meter; De kap zal worden uitgevoerd als zadeldak of schilddak en de nok van de hoofdkap is gericht op de Molenweg; Aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt aan het hoofdgebouw en staan ten minste drie meter achter de voorgevellijn; Aan- en uitbouwen blijven onder de lijn van de daklijst; Aangebouwde en vrijstaande bijgebouwen zijn voorzien van een kap waarvan de vorm is afgeleid van het hoofdgebouw. Gevels De gevels zijn qua maat en schaal afgestemd op die van de woningen in de omgeving; Aan eindgevels op straathoeken wordt extra aandacht besteed. In die situatie worden ze beoordeeld als voorgevels. Kleurgebruik Het metselwerk van de gevels wordt uitgevoerd in aardetinten. De kleuren zijn rood/bruin tot donkerbruin, eventueel met accenten van licht keimwerk; De kleur van de daken is donker grijs/antraciet. Materiaalgebruik De gevels bestaan in hoofdzaak uit baksteen; De kozijnen zijn van hout of een ander materiaal met een gelijksoortige profilering of detaillering; Het materiaalgebruik van aan-, uit- en bijgebouwen is afgestemd op dat van het hoofdgebouw; Glas, spiegelende oppervlakken en kunststof worden niet toegepast bij beplating van gevels. Detaillering De woningen worden gekenmerkt door een rijke detaillering, bijvoorbeeld rollagen, lijsten om de voordeur en/of forse dakoverstekken. (zie foto rechtsboven) De dakhelling wordt in het bestemmingsplan geregeld. Daken De daken worden uitgevoerd met een gebakken of betonnen dakpan. 10

11 GEMEENTE RAALTE Deelgebied 2 Aan de hoofdroute Situering Het bebouwingsbeeld wordt bepaald door vrijstaande, halfvrijstaande en in beperkte mate rijenwoningen. Binnen het gebied valt ook een zorg(huur)complex; De bebouwing wordt in principe in de gevellijn gerealiseerd; De onderlinge afstand tussen de bebouwing geeft een open tot halfopen bebouwingsbeeld; De woningen staan met de voorgevel georiënteerd op de straat. Massa en vorm Bij de bouw van de woningen wordt uitgegaan van het creëren van eenheid in verscheidenheid, zonder de omgeving te veronachtzamen; De halfvrijstaande woningen zijn symmetrisch of asymmetrisch van vorm; Het merendeel van de woningen heeft een hoge gootlijn met een hoogte van minimaal 4,50 en maximaal 6,50 meter, de rijenwoningen mogen met een lage gootlijn worden gerealiseerd; De kap zal worden uitgevoerd als zadel- of schildkap de rijenwoningen mogen met een lessenaarskap worden uitgevoerd; Aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt aan het hoofdgebouw en staan ten minste drie meter achter de voorgevellijn; Aan- en uitbouwen blijven onder of zijn gelijk aan de lijn van de daklijst; Aangebouwde en vrijstaande bijgebouwen zijn plat of zijn voorzien van een kap waarvan de vorm is afgeleid van het hoofdgebouw. Zorgcomplex De bouwmassa van het zorg(huur)complex wordt plat of met een lessenaarskap uitgevoerd; Gevels De gevels zijn qua maat en schaal afgestemd op die van de woningen in de omgeving; Aan eindgevels op straathoeken wordt extra aandacht besteed. In die situatie worden ze beoordeeld als voorgevels. Daken De daken worden uitgevoerd met een gebakken of betonnen dakpan. Kleurgebruik Het metselwerk van de gevels wordt uitgevoerd in aarde tinten; De kleuren zijn rood/bruin tot donkerbruin; De kleur van de daken is donker grijs/antraciet. Materiaalgebruik De gevels bestaan in hoofdzaak uit baksteen; De kozijnen zijn van hout of een ander materiaal met een gelijksoortige profilering of detaillering; Het materiaalgebruik van aan-, uit- en bijgebouwen is afgestemd op dat van het hoofdgebouw; Glas, spiegelende oppervlakken en kunststof worden niet toegepast bij beplating van gevels. 11

12 Deelgebied 3 Aan de dorpsrand De kleur van de daken is donker grijs/antraciet. Situering Het bebouwingsbeeld wordt bepaald door vrijstaande en halfvrijstaande woningen; De bebouwing wordt in principe in de gevellijn of daar maximaal 3 meter achter gerealiseerd; De onderlinge afstand tussen de bebouwing geeft een open bebouwingsbeeld; De woningen staan met de voorgevel georiënteerd op de straat. Massa en vorm De woningen hebben een lage gootlijn met een hoogte van maximaal 3,50 meter; De kap zal worden uitgevoerd als zadeldak, waarbij de nok haaks op de weg staat; Aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt aan het hoofdgebouw en staan ten minste drie meter achter de gevellijn; Aan- en uitbouwen blijven onder de lijn van de daklijst; Aangebouwde en vrijstaande bijgebouwen zijn plat of zijn voorzien van een kap waarvan de vorm is afgeleid van het hoofdgebouw. Materiaalgebruik De gevels bestaan in hoofdzaak uit baksteen; De kozijnen zijn van hout of een ander materiaal met een gelijksoortige profilering of detaillering; Het materiaalgebruik van aan-, uit- en bijgebouwen is afgestemd op dat van het hoofdgebouw; Glas, spiegelende oppervlakken en kunststof worden niet toegepast bij beplating van gevels. Detaillering De woningen worden gekenmerkt door een rijke detaillering, zoals rollagen, lijsten om de voordeur, forse dakoverstekken en/of hellende daken. De dakhelling wordt in het bestemmingsplan geregeld. Gevels De gevels zijn qua maat en schaal afgestemd op die van de woningen in de omgeving; Daken De daken worden uitgevoerd met een gebakken of betonnen dakpan. Kleurgebruik Het metselwerk van de gevels wordt uitgevoerd in aarde tinten, de kleuren zijn rood/bruin tot donkerbruin; 12

13 GEMEENTE RAALTE Deelgebied 4 Zuidoost Situering Het bebouwingsbeeld wordt bepaald door rijenwoningen; De bebouwing wordt in principe in de gevellijn gerealiseerd; De onderlinge afstand tussen de bebouwing geeft een gesloten bebouwingsbeeld; De woningen staan met de voorgevel georiënteerd op de straat. Massa en vorm Bij de bouw van de woningen wordt uitgegaan van het creëren van eenheid in verschijningsvorm; De woningen hebben een hoge gootlijn met een hoogte van minimaal 4,50 meter en maximaal 6,50 meter; De kap zal worden uitgevoerd als zadel- of schildkap; Aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt aan het hoofdgebouw en staan ten minste drie meter achter de gevellijn; Aan- en uitbouwen blijven onder de lijn van de daklijst; Aangebouwde en vrijstaande bijgebouwen zijn plat of zijn voorzien van een kap waarvan de vorm is afgeleid van het hoofdgebouw. Gevels De gevels zijn qua maat en schaal afgestemd op die van de woningen in de omgeving; Aan eindgevels op straathoeken wordt extra aandacht besteed. In die situatie worden ze beoordeeld als voorgevels. Daken De daken worden uitgevoerd met een gebakken of betonnen dakpan. Kleurgebruik Het metselwerk van de gevels wordt uitgevoerd in aarde tinten, de kleuren zijn licht bruin tot rood/bruin; De kleur van de daken is grijs of rood. Materiaalgebruik De gevels bestaan in hoofdzaak uit baksteen; De kozijnen zijn van hout of een ander materiaal met een gelijksoortige profilering of detaillering; Het materiaalgebruik van aan-, uit- en bijgebouwen is afgestemd op dat van het hoofdgebouw; Glas, spiegelende oppervlakken en kunststof worden niet toegepast bij beplating van gevels. 13

14 Deelgebied 5 Rond het groen Situering Het bebouwingsbeeld wordt bepaald door halfvrijstaande woningen; De bebouwing wordt in principe in de gevellijn gerealiseerd; De onderlinge afstand tussen de bebouwing geeft een halfopen bebouwingsbeeld; De woningen staan met de voorgevel georiënteerd op de straat en het groen. Massa en vorm Bij de bouw van de woningen wordt uitgegaan van het creëren van eenheid in verschijningsvorm; De woningen hebben een hoge gootlijn met een hoogte van minimaal 4,50 meter en maximaal 6,50 meter; De kap zal worden uitgevoerd als zadel- of schildkap; Aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt aan het hoofdgebouw en staan ten minste drie meter achter de voorgevellijn; Aan- en uitbouwen blijven onder de lijn van de daklijst; Aangebouwde en vrijstaande bijgebouwen zijn plat of zijn voorzien van een kap waarvan de vorm is afgeleid van het hoofdgebouw. Kleurgebruik Het metselwerk van de gevels wordt uitgevoerd in aarde tinten, de kleuren zijn rood/bruin tot donkerbruin, eventueel met accenten van wit keimwerk; De kleur van de daken is donker grijs/antraciet. Materiaalgebruik De gevels bestaan in hoofdzaak uit baksteen; De kozijnen zijn van hout of een ander materiaal met een gelijksoortige profilering of detaillering; Het materiaalgebruik van aan-, uit- en bijgebouwen is afgestemd op dat van het hoofdgebouw; Glas, spiegelende oppervlakken en kunststof worden niet toegepast bij beplating van gevels. Detaillering De woningen worden gekenmerkt door een rijke detaillering en toepassing van forse dakoverstekken. Gevels De gevels zijn qua maat en schaal afgestemd op die van de woningen in de omgeving; Aan eindgevels op straathoeken wordt extra aandacht besteed. In die situatie worden ze beoordeeld als voorgevels. Daken De daken worden uitgevoerd met een gebakken of betonnen dakpan. 14

15 GEMEENTE RAALTE Deelgebied 6 Overige gebieden Situering Het bebouwingsbeeld wordt bepaald door vrijstaande en halfvrijstaande woningen; De bebouwing wordt in principe in de gevellijn gerealiseerd; De onderlinge afstand tussen de bebouwing geeft een open bebouwingsbeeld; De woningen staan met de voorgevel georiënteerd op de straat. Massa en vorm Bij de bouw van de woningen wordt uitgegaan van het creëren van eenheid in verscheidenheid, zonder de omgeving te veronachtzamen; De woningen bestaan uit een middelhoge tot hoge gootlijn; De kap zal worden uitgevoerd als zadel- of schildkap; Aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt aan het hoofdgebouw en staan ten minste drie meter achter de voorgevellijn; Aan- en uitbouwen blijven onder de lijn van de daklijst; Aangebouwde en vrijstaande bijgebouwen zijn plat of zijn voorzien van een kap waarvan de vorm is afgeleid van het hoofdgebouw. Gevels De gevels zijn qua maat en schaal afgestemd op die van de woningen in de omgeving. Daken De daken worden uitgevoerd met een gebakken of betonnen dakpan. Kleurgebruik Het metselwerk van de gevels wordt uitgevoerd in aarde tinten, waarbij per woningtype een kleurnuance wordt gebruikt. De kleuren zijn licht bruin of rood/bruin tot donkerbruin; De kleur van de daken is licht grijs, antraciet of rood. Materiaalgebruik De gevels bestaan in hoofdzaak uit baksteen; De kozijnen zijn van hout of een ander materiaal met een gelijksoortige profilering of detaillering; Het materiaalgebruik van aan-, uit- en bijgebouwen is afgestemd op dat van het hoofdgebouw; Glas, spiegelende oppervlakken en kunststof worden niet toegepast bij beplating van gevels. 15

16 4 inrichting openbare ruimte plateau K J H L I G F plateau D E A C B 16 Straatprofielen. Links de positie van de diverse principeprofielen die op pagina 17 en 18 staan afgebeeld.

17 tuin trottoir straat tuin tuin groen trottoir wadi parkeren Doorsnede A Doorsnede E 1,5 2 1,5 6,75 tuin trottoir straat trottoir groenstrook wadi trottoir groen straat trottoir tuin GEMEENTE RAALTE Doorsnede B Doorsnede C 2 2,8 5 1,5 tuin trottoir parkeren straat (trottoir) (2) Doorsnede F Doorsnede G 2 4,8 5 2 tuin groen wadi 2,5 6,75 tuin parkeren straat parkeren tuin tuin trottoir/parkeren straat tuin 17 Doorsnede D 2,4 5 2,4 Doorsnede H 2 5

18 tuin parkeren straat tuin 5 (0,4) 5 Doorsnede I groen wadi groen 6 Doorsnede J wadi straat tuin Doorsnede K 5 tuin straat groen wadi Doorsnede L 5 5,5 > 1,5 18

19 4.1 ALGEMEEN 4.2 Vorm van het beeldkwaliteitsplan GEMEENTE RAALTE Naast de aandacht voor de bebouwing is ook de inrichting van de woonomgeving van belang voor de ruimtelijke kwaliteit van het plangebied. Deze inrichting kan de identiteit van de buurt ondersteunen, maar ook te niet doen. De items die hierbij een rol spelen zijn de straatverlichting en -meubilair, de beplanting, bestratingen en begrenzingen. Voor de inrichting van de openbare ruimte in het plangebied is een afzonderlijk plan gemaakt. De relevante criteria staan hieronder vermeld: Bestrating: Hagen: Betonklinkers in gedekte kleuren; rood tot roodbruin. Plateaus worden uitgevoerd in grijze betonklinker Kant en klaarhaag hedera helix woerder Diverse soorten n.t.b. Bomen: Straatmeubilair & wadi s: nader uit te zoeken volgens onderstaande voorbeelden Om duidelijk te maken welk beeld de gemeente voor ogen heeft bij de nieuwe wijk zijn referentiebeelden het meest effectief. Dit beeldkwaliteitsplan is dan ook zo beeldend mogelijk. De referentiebeelden moeten overigens niet te letterlijk worden genomen. Er zijn randvoorwaarden in geformuleerd en referentiebeelden opgenomen voor zowel de bebouwing als de inrichting van de openbare ruimte. Daarbij wordt er naar gestreefd de wijk iets toe te laten voegen aan de bestaande ruimtelijke kwaliteiten in Heino. 19

20 5 welstandscriteria Typologiekaart (Welstandsnota Raalte) 20

21 5.1 ALGEMEEN In de vigerende welstandsnota van de gemeente Raalte ligt het plangebied direct ten westen van welstandstype W2 Individuele bouw en direct ten noorden van welstandstype A8.1 Neomodernistische bebouwing. Een goede overgang van Kiezebos III naar de bestaande gebieden met hun eigen welstandstype is van belang. De geformeerde criteria voor het onderhavige plangebied dragen daar zorg voor. GEMEENTE RAALTE 21

22 22 6 procedure

23 Dit beeldkwaliteitplan zal na vaststelling door de gemeenteraad worden gehanteerd als gemeentelijk beleid als bedoeld in artikel 12a van de Woningwet. Bij de bouwaanvraagprocedure is een welstandsadvies van de welstandscommissie formeel nodig. maart 2010 GEMEENTE RAALTE 23