Jullie leggen op de hoeken van het zeil vier grote stenen neer. Op de randen van het zwarte zeil leggen jullie nog enkele kleinere stenen neer.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jullie leggen op de hoeken van het zeil vier grote stenen neer. Op de randen van het zwarte zeil leggen jullie nog enkele kleinere stenen neer."

Transcriptie

1 De aardappel Opdracht Jullie zoeken in de natuurtuin een plekje om een aardappel te planten. Jullie leggen de aardappel op de aarde neer. In het zwarte plastic knippen jullie eerst een klein gaatje. Jullie leggen nu het zwarte plastic op de aardappel. Jullie leggen op de hoeken van het zeil vier grote stenen neer. Op de randen van het zwarte zeil leggen jullie nog enkele kleinere stenen neer. Jullie wachten nu drie dagen. Na drie dagen gaan jullie weer bij de aardappel kijken. Overleg met jullie groepje wat jullie nu zien. Schrijf in jullie eigen schrift wat jullie gezien hebben. Dek de aardappel nu weer af en wacht weer drie dagen. Ga na drie dagen weer kijken. Overleg weer met jullie groepje wat jullie nu zien. Zijn er verschillen met de vorige keer? Schrijf deze verschillen op in jullie eigen schrift. Dek de aardappel nu weer af en wacht weer drie dagen. Ga na drie dagen weer kijken. Overleg met jullie groepje wat jullie zien. Zijn er weer verschillen met de vorige keer? Schrijf de verschillen op in je schrift. Dek de aardappel nu weer af en wacht weer drie dagen. Ga na drie dagen weer kijken. Teken en kleur nu de aardappel na. Het tekenen doen jullie in jullie eigen schrift. Zijn jullie klaar met het tekenen en kleuren ruimen jullie de aardappel op.

2 Herkennen van bloemen Opdracht 1 Jullie pakken een leeg bakje om buiten bloemen te gaan verzamelen. Het verzamelen doen jullie op de volgende manier: Jullie gaan op zoek naar bloemen. Van deze bloemen moeten er wel genoeg staan, want ieder groepslid moet dezelfde bloem hebben. De bloemen knippen jullie halverwege de steel af en leggen hem in het lege bakje. Op deze manier proberen jullie vijf verschillende bloemen te verzamelen. Hebben jullie de bloemen dan gaan jullie naar binnen toe voor de volgende stappen: In een hoek leggen jullie een dik zwaar boek neer. Op het boek twee vellen keukenrol, het hele boek moet bedekt zijn. Op de vellen keukenrol komen de bloemen te liggen. Boven op de bloemen komen weer twee vellen keukenrol. En op de keukenrol komt weer een dik en zwaar boek. Op het boek komt weer keukenrol. Jullie zorgen ervoor dat alle bloemen in deze stapel komen. Jullie laten deze stapel een week liggen. Na een week halen jullie de bloemen uit de stapel. Zijn de bloemen plat genoeg dan gaan jullie de bloemen verdelen. Ieder groepslid krijgt vijf bloemen (wel verschillende). De stapel waarin de bloemen lagen ruimen jullie op. Jullie gaan nu de bloemen in jullie eigen schrift plakken. Op iedere bladzijde in je schrift plakken jullie één bloem. Jullie plakken de bloem vast met een klein stukje plakband. Jullie kunnen nu verder gaan met opdracht 2.

3 Opdracht 2 Jullie kunnen deze opdracht pas uitvoeren als jullie opdracht 1 gedaan hebben. Jullie pakken je eigen schrift en gaan achter een computer zitten. Jullie gaan met behulp van internet proberen om de namen van de bloemen te achterhalen. Jullie maken hierbij gebruik van dit internetadres: Zoek: bloemen Klik op: 129 Winflora bezoeken Klik op een kleur: de kleur van jullie bloem Klik op een seizoen: het seizoen wanneer jullie de bloem vonden Klik op de vorm van de bloem: de vorm van jullie bloem Klik dan op een bloem en ga de bloemen bekijken en lees de informatie. Hou dit vol totdat jullie de juiste bloem gevonden hebben. Bij een andere bloem voeren jullie weer dezelfde stappen uit. Als jullie een naam van een bloem gevonden hebben dan schijven jullie deze naam onder de goede bloem. Wanneer jullie alle vijf de namen gevonden hebben zijn jullie klaar met het uitvoeren van deze opdracht.

4 Het laten ontkiemen van verschillende zaadjes Opdracht 1 Jullie pakken vijf glazen potten, de verschillende zaadsoorten en het vloeipapier. Vouw een strook vloeipapier tegen de binnenkant van de glazen pot. Vul de pot verder op met proppen wc-papier. Jullie pakken nu bijvoorbeeld de vijf bruine bonen. Jullie stoppen de zaden verspreid tussen het glas en het vloeipapier. Jullie gieten voorzichtig water in de pot (de proppen wc-papier moeten vochtig zijn en er moet een klein laagje water in de pot blijven staan). Jullie maken zo vijf potten met vijf verschillende zaadsoorten erin. Onder de potten schrijven jullie de namen van de zaadjes die in de glazen pot zitten. Jullie zorgen ervoor dat de komende twee weken er een laagje water in de pot blijft staan. Jullie wachten voor de rest af. Na twee weken maken jullie de potten netjes schoon en de kiemplantjes gooien jullie weg. Jullie pakken nu de tekenmaterialen. Jullie tekenen de vijf glazen potten na. Onder de potten schrijven jullie de namen van de zaadjes die in de glazen pot zitten Het maken van de tekeningen kunnen jullie in jullie eigen schrift doen.

5 Opdracht 2 Dit is het vervolg van opdracht 1. Jullie kunnen deze opdracht pas uitvoeren als jullie opdracht 1 uitgevoerd hebben. Na twee weken gaan jullie bij de glazen potten kijken. Als het goed is kunnen jullie nu precies zien, welke zaadjes wel en welke zaadjes niet ontkiemd zijn. Jullie gaan nu eerst deze vragen beantwoorden. De antwoorden schrijven jullie in jullie eigen schrift. De vragen: 1. Welke zaadjes zijn wel ontkiemd? 2. Welke zaadjes zijn niet ontkiemd? Jullie pakken nu de tekenmaterialen. Jullie gaan nu weer de glazen potten met kiemplantjes natekenen. Onder de glazen potten zetten jullie de namen van de zaadsoorten neer. De tekeningen kunnen jullie in jullie eigen schrift maken. Zijn jullie klaar met het tekenen dan ruimen jullie de glazen potjes netjes op.

6 Het ontleden van bloemen Opdracht 1 Jullie pakken een leeg bakje en een schaar. Buiten gaan jullie op zoek naar vijf verschillende bloemen. Jullie moeten er wel voorzorgen dat ieder groepslid vijf verschillende bloemen met steel krijgt. Jullie pakken nu een stuk karton. Op het karton leggen jullie een bloem. Deze bloem gaan jullie goed bekijken met een vergrootglas. Na het bekijken tekenen jullie de bloem in jullie eigen schrift. Haal nu met een pincet voorzichtig een paar kroonbladeren van de bloem af. Bekijk nu weer de bloem met een vergrootglas. Na het bekijken tekenen jullie de bloem in jullie eigen schrift. Haal nu weer met een pincet voorzichtig een paar kroonbladeren en andere dingen van de bloem af. Nu gaan jullie weer de bloem goed bekijken met een vergrootglas. Na het bekijken tekenen jullie de bloem in jullie eigen schrift. Jullie voeren de stappen 4 en 5 net zolang uit totdat jullie geen bloem meer over hebben. Zo doen jullie dit bij alle vijf de bloemen. Als jullie gaan tekenen dan geven jullie alle onderdelen van de bloem wel de juiste kleur. Zijn jullie klaar met het ontleden van alle bloemen dan ruimen jullie alles netjes op. Jullie kunnen nu verder gaan met opdracht 2.

7 Opdracht 2 Deze opdracht kunnen jullie pas uitvoeren, wanneer jullie opdracht één uitgevoerd hebben. Jullie pakken nu jullie eigen schriftje en jullie zoeken de tekeningen op. Als jullie opdracht één goed uitgevoerd hebben dan zien jullie dat een bloem uit verschillende onderdelen bestaan. Jullie zetten bij alle onderdelen een pijltje neer. Dit doen jullie bij alle tekeningen. Achter de pijltjes zetten jullie nu de namen van de desbetreffende onderdelen. Als jullie een naam van een onderdeel niet weten dan kunnen jullie hier op drie verschillende manieren achterkomen. De eerste manier: jullie kijken op het plaatje dat hieronder afgebeeld staat. De tweede manier: jullie zoeken de namen van de onderdelen op in een boekje. De derde manier: jullie zoeken de namen op via internet. Als jullie internet gaan gebruiken dan maken jullie gebruik van dit internetadres: Klik op: geavanceerd zoeken Zoek met alle woorden: bloemen. Zoek met exacte woorden: soorten. Klik dan enter. Klik dan op: bloemen. Klik op: soorten bloemen. Wanneer alle namen bij de onderdelen staan dan zijn jullie klaar met deze opdracht.

8 Het zaaien van tuinkers Opdracht 1 Jullie pakken twee schoteltjes. Op deze schoteltjes leggen jullie een aantal watjes. Van één schoteltje maken jullie de watjes vochtig. Op de beide schoteltjes leggen jullie zaadjes van de tuinkers neer. De zaadjes leggen jullie op de watjes neer. De schoteltjes zetten jullie op de vensterbank in de zon. Jullie gaan nu naar de natuurtuin toe. Daar graven jullie een kuiltje in dit kuiltje doen jullie wat zaadjes van de tuinkers. Het kuiltje gooien jullie dicht. En nu nog een beetje water erop. Het stukje waar jullie gezaaid hebben zetten jullie af met wat stokjes en een touwtje. Jullie gaan elke dag eventjes naar de tuinkers kijken. Iedere dag overleggen jullie eventjes wat jullie bij de schoteltjes en in de natuurtuin zien. Zodra jullie iets opmerken dan schrijven jullie dit op. Deze manier van werken houden jullie ongeveer 7 dagen vol. Vergeet niet om één schoteltje (zie de tweede stap) af en toe water te geven. Na zeven dagen zijn de plantjes gegroeid. Voor de kinderen in jullie groepje (die het aan durven) mogen het tuinkers ook nog even proeven. Jullie maken de schoteltjes netjes schoon. En jullie halen de tuinkers uit de natuurtuin. Jullie kunnen nu verder met opdracht 2.

9 Opdracht 2 Jullie gaan nu een aantal vragen beantwoorden naar aanleiding van opdracht 1. De antwoorden van de vragen schrijven jullie in jullie eigen schrift. De vragen: 1. Bij welk schoteltjes ging de tuinkers niet groeien?.. 2. Bij welke twee dingen ging de tuinkers wel groeien? 3. Hoe zou het komen dat er bij één schoteltje de tuinkers niet ging groeien? 4. Waar groeide het tuinkers het hardste?.. 5. Waarom zou de tuinkers in de natuurtuin het hardste groeien?.

10 Het zaaien van veldbloemen Opdracht 1 Jullie pakken twee schoteltjes. Op deze schoteltjes leggen jullie een aantal watjes. Van één schoteltje maken jullie de watjes vochtig. Op beide schoteltjes leggen jullie zaadjes van veldbloemen neer. De zaadjes leggen jullie op de watjes neer. De schoteltjes zetten jullie op de vensterbank in de zon neer. Jullie gaan nu naar de natuurtuin toe. Daar graven jullie een kuiltje in dit kuiltje doen jullie wat zaadjes van de veldbloemen. Het kuiltje gooien jullie dicht. En nu nog een beetje water erop. Het stukje waar jullie gezaaid hebben zetten jullie af met wat stokjes en een touwtje. Jullie gaan elke dag eventjes naar de veldbloemen kijken. Iedere dag overleggen jullie eventjes wat jullie waargenomen hebben (bij de schoteltjes en in de natuurtuin). Zodra jullie iets opmerken dan schrijven jullie dit in je eigen schrift. Deze manier van werken houden jullie vol totdat de veldbloemen uitgebloeid zijn. Let op: wanneer de bloemen aan het bloeien zijn of wanneer de bloemen in bloei staan dan gaan jullie de bloemen natekenen. Het natekenen doen jullie in jullie eigen schrift. Wanneer jullie klaar zijn met tekenen dan gaan jullie met jullie eigen schrift achter de computer zitten. Jullie gaan met behulp van internet proberen om de namen van de veldbloemen te achterhalen. Jullie maken gebruik van de volgende internetadressen: Als de veldbloemen uitgebloeid zijn dan maken jullie de schoteltjes netjes schoon. En jullie proberen om de veldbloemen uit de natuurtuin te verwijderen. Jullie kunnen nu verder gaan met opdracht 2.

11 Opdracht 2 Jullie gaan nu een aantal vragen beantwoorden naar aanleiding van opdracht 1. De antwoorden van de vragen schrijven jullie in jullie schrift. De vragen: 1. Bij welk schoteltje gingen de veldbloemen niet groeien? 2. Bij welke twee dingen gingen de veldbloemen wel groeien? 3. Hoe zou het komen dat er bij één schoteltje de veldbloemen niet gingen groeien? 4. Waar groeiden de veldbloemen het hardste? 5. Waarom zouden de veldbloemen in de natuurtuin het hardste groeien?

12 Kleuren toveren Opdracht 1 De uitvoering van deze opdracht kunnen jullie het beste doen aan het begin van de morgen. Dit kunnen jullie het beste doen omdat jullie het resultaat pas na een paar uur kunnen zien. Jullie pakken vijf bloempotjes en tien reageerbuisjes. Jullie vullen de vijf bloempotjes met grond. In ieder bloempotjes zetten jullie naast elkaar twee reageerbuisjes. De reageerbuisjes moeten goed en stevig in de grond staan. De reageerbuisjes vullen jullie voor ¼ deel met water. En de rest van de reageerbuisjes vullen jullie met verschillende kleuren ecoline. Jullie pakken nu tien witte bloemen. Jullie hebben ze niet alle tien nodig, maar er kan altijd iets mis gaan met de bloemen. Jullie leggen een bloem met flinke steel op het snijplankje neer. Met een mesje snijden jullie de steel door het midden. Jullie beginnen halverwege de bloem en snijden naar beneden toe. Jullie gaan nu de bloemen in de reageerbuisjes zetten. Vijf bloemen zetten jullie op de volgende manier in de reageerbuisjes: De rechterkant van de steel zetten jullie in het rechter reageerbuisje. De linkerkant van de steel zetten jullie in het linker reageerbuisje. Jullie gaan nu de bloempotten, de reageerbuisjes en de bloemen natekenen. De tekeningen maken jullie in jullie eigen schriftje. Jullie geven alles de goede kleur. Onder de reageerbuisjes schrijven jullie welke kleur ecoline erin de buisjes zitten.

13 Opdracht 2 Dit is het vervolg van opdracht 1. Dit is de opdracht die jullie tegen het einde van de middag uitvoeren. Jullie gaan weer bij de bloemen kijken. Overleg met jullie groepje wat jullie aan de bloemen zien. Wanneer jullie opdracht 1 goed uitgevoerd hebben, zien jullie dat de bloemen een andere kleur hebben. Overleg met jullie groepje hoe het komt dat de bloemen een andere kleur gekregen hebben. Na het overleggen geven jullie antwoord de vraag. Schrijf in jullie eigen schriftje het antwoord op deze vraag. De vraag: 1. Hoe komt het dat de bloemen een andere kleur gekregen hebben? Ga nu de gekleurde bloemen natekenen. Zet bij de materialen in de tekening een pijltje. Schrijf achter het pijltje de naam van de materialen. De tekeningen maken jullie in jullie eigen schrift. Zijn jullie klaar met het tekenen dan ruimen jullie de spullen netjes op.

14 Het maken van een bloemenklok Opdracht Jullie pakken een kladblaadje, een pen en een bloemenboekje. Jullie lopen nu naar buiten toe. Buiten gaan jullie op zoek naar twaalf verschillende bloemen. De namen van de twaalf bloemen kunnen jullie opzoeken in het boekje. De namen van de bloemen schrijven jullie op het kladblaadje. Jullie pakken nu een groot stuk karton. Uit dit stuk karton halen jullie een mooie grote cirkel. Op deze cirkel zetten jullie twaalf streepjes. Bij het neerzetten van de streepjes kijk dan naar de getallen op de klok. Ga nu plaatjes zoeken. Dit zijn de plaatjes van de bloemen waarvan jullie de namen opgeschreven hebben. De plaatjes van de bloemen kunnen jullie op twee manier vinden: De eerste manier is om de plaatjes te kopiëren uit een bloemenboekje. De tweede manier is om de plaatjes op internet te zoeken. Het zoeken van de plaatjes doen jullie op dit internetadres: Zoek: bloemen Klik op: 129 Winflora bezoeken Klik op: de kleur van jullie bloem. Klik op een seizoen: het zeisoen wanneer jullie de bloem bekeken hebben. Klik op de vorm van de bloem: de vorm van jullie bloem. Klik op een bloem en kijk of het de goede bloem is. Print dan het plaatje uit. De twaalf plaatjes die jullie gevonden hebben plakken jullie op de streepjes op de cirkel. Jullie pakken nu weer het kladblaadje. Jullie gaan nu proberen om twee tijden te achterhalen. Jullie proberen te achterhalen wanneer de twaalf bloemen open gaan en wanneer de twaalf bloemen dicht gaan. Nu gaan jullie de tijden van de bloemen achterhalen. Dit kunnen jullie op twee manieren doen: De eerste manier is: jullie kijken op het plaatje.

15 De tweede manier: jullie zoeken een boekje met bloemen op (in het documentatiecentrum). In het boekje zoeken jullie de tijden op. Als jullie de tijden gevonden hebben dan schrijven jullie deze achter de goede bloemen op het kladblaadje. Jullie gaan nu onder de plaatjes twee woorden schrijven. De twee woorden die jullie onder de plaatjes schrijven zijn open: en dicht:. Jullie gaan nu bij alle bloemen de goede tijden achter de woordjes (open: en dicht:) zetten. Ga nu (voor zover mogelijk) de plaatjes kleuren. Pak nu een andere kleur karton. Uit dit stuk karton gaan jullie twee wijzers knippen. Jullie knippen een grote en een kleine wijzer. Jullie bevestigen de wijzers met een splitpen in het midden van de cirkel. Jullie bloemenklok is nu af. Hang hem ergens op, nu kunnen jullie precies zien wanneer de bloemen open en dicht gaan.

16 Herkennen van bomen Opdracht 1 Jullie gaan buiten op zoek naar een boom. Jullie pakken nu jullie eigen schrift. Aan de bovenkant laten jullie vier regels open. Jullie schrijven nu het kopje: De stam. Onder dit kopje gaan jullie een stukje schrijven over de stam. Hierbij moeten jullie aan de vorm, de kleur en andere kenmerken van de stam (bijvoorbeeld of de stam ruw of glad is). Jullie gaan nu een afdruk van de stam maken. Dat doen jullie op de volgende manier: Houd het blaadje tegen de stam aan. De tekst van de stam moet bovenop komen. De afdruk maken jullie onder de geschreven tekst. Ga nu met een vetkrijtje over het blad heen. Als het goed is hebben jullie nu een afdruk van de stam onder de tekst staan. Sla nu een regel over. Schrijf nu het volgende kopje: De top van de boom. Als jullie goed naar de top van de boom kijken zien jullie dat de top een bepaalde vorm heeft. Geef een beschrijving van de top van de boom. Doe dit onder het kopje. Kijk eens in welke richting de takken groeien, schrijf dit ook op. Sla nu een regel over. Schrijf nu het volgende kopje: Het blad. Teken nu het blad na en geef het blad ook de juiste kleur. Schrijf onder het blad enkele kenmerken. Hierbij moeten jullie denken aan de rand, de kleur en het verloop van de nerven. Sla nu weer een regel over. Schrijf nu het volgende kopje: De vruchten. Kijk of de boom vruchten heeft, hierbij moeten jullie denken aan kastanjes, katjes, neusjes en dergelijke. Jullie kijken hoe deze vrucht eruit ziet. Jullie tekenen deze vrucht na geef deze vrucht ook de juiste kleur(en). Sla nu weer een regel over. Schrijf nu het volgende kopje: De boom. Jullie kijken hoe de boom eruit ziet. Als jullie de boom natekenen geven jullie de boom ook de juiste kleur(en).

17 Jullie hebben nu genoeg informatie verzameld. Op deze manier gaan jullie informatie verzamelen van vijf verschillende bomen. Hebben jullie een andere boom gevonden dan voeren jullie de stappen 2 t/m 8 weer uit. Wanneer jullie de informatie van vijf bomen verzameld hebben zijn jullie klaar met deze opdracht. Jullie kunnen nu verder gaan met opdracht 2.

18 Opdracht 2 Jullie pakken nu jullie eigen schrift en gaan achter een computer zitten. Jullie gaan nu proberen om de namen van de bomen te achterhalen. Dit kunnen jullie op twee manieren doen. De eerste manier: jullie pakken een boekje. En jullie zoeken de boom op in een boekje. De tweede manier is: jullie gaan de boom opzoeken op internet. Hierbij maken jullie gebruik van de volgende internetadressen: Zoeken: bomen Klik op: 163 project bomen bezoeken Klik op: Wat zijn bomen Klik op: boomsoorten Klik op een boomsoort en lees de informatie. Zoek: bomen Klik op: Startpagina tuinieren en natuur met links en plantengids Klik op: bloemen, planten en bomen Klik op: Wilde planten in Nederland en België Klik op: Klik hier voor wilde planten, wilde bloemen en planten familie. Klik op: bomen Klik op een boom en kijk of de informatie klopt. Wanneer jullie de naam van een boom gevonden hebben dan schrijven jullie de naam boven de goede informatie. Als jullie alle namen gevonden hebben dan zijn jullie klaar met deze opdracht.

19 Het herkennen van struiken Opdracht 1 Buiten gaan jullie op zoek naar een struik. Van deze struik schrijven jullie in jullie eigen schrift enkele kenmerken van de struik op. Deze kenmerken kunnen bijvoorbeeld zijn: de kleur, de vorm en andere dingen. Dit stukje krijgt de titel: De kenmerken. Nu gaan jullie een blad van deze struik goed bekijken. Na het bekijken tekenen jullie het blad na in jullie schrift. Bij het tekenen geven jullie de nerven aan en jullie letten goed op de rand van het blad. Geef het blad ook de juiste kleur(en). Schrijf boven het getekende blad het kopje: Het blad. Ga een eindje van de struik afstaan. Bekijk de struik goed. Teken nu de struik in je schrift na en geef de struik de juiste kleur(en). Geef deze tekening het kopje: De struik. Kijk nu of de struik vruchten of bloemen heeft. Heeft de struik bloemen of vruchten dan gaan jullie deze natekenen. Geef de tekening ook de juiste kleur(en). Geef de tekening dit kopje: Vruchten (als de struik vruchten heeft) of Bloemen (als de struik bloemen heeft). Ga nog een keer de struik goed bekijken. Als jullie enkele bijzonderheden zien dan schrijven jullie deze op in jullie schrift. Geef dit stukje het kopje: Enkele bijzonderheden. Als de struik geen bijzonderheden heeft dan slaan jullie deze stap over. Jullie voeren de stappen 2 t/m 6 nog een keer uit. Nu doen jullie het bij een andere struik. Als jullie met een andere struik aan de slag gaan, begin dan op een nieuwe bladzijde. Op deze manier proberen jullie van vijf tot tien struiken informatie te verzamelen. Hebben jullie van de struiken de informatie verzameld gaan jullie verder met opdracht 2.

20 Opdracht 2 Jullie gaan nu met jullie eigen schrift achter een computer zitten. Jullie gaan proberen om de namen van de struiken te achterhalen. Jullie kunnen dit op twee manieren doen: De eerste manier: jullie zoeken de namen op in een boekje. De tweede manier: jullie gaan de namen op zoeken via internet. Jullie maken dan gebruik van dit internetadres: Zoek: bomen Klik op: Start pagina tuinieren en natuur met links en plantengids Klik op: bloemen, planten en bomen Klik op: Wilde planten in Nederland en België Klik op: Klik hier voor wilde planten, wilde bloemen en planten families. Klik op: struiken Klik op een struik en kijk of de informatie klopt. Op deze manier proberen jullie de namen van alle struiken te zoeken. Hebben jullie een naam van een struik gevonden, dan schrijven jullie deze naam boven aan de bladzijde waar jullie de informatie van deze struik geschreven hebben. Wanneer jullie alle namen gevonden hebben zijn jullie klaar met deze opdracht.

21 Het maken van een bladafdruk Opdracht Jullie pakken een krant. Deze krant leggen jullie opengevouwen op de grond neer. Jullie pakken nu een mooi en gaaf blad. Dit blad kan van een struik of van een boom zijn. Leg nu een wit blaadje op de krant neer. Pak nu het blad en smeer de achterkant van het blad in met schoensmeer (gebruik dan een borsteltje) of met verf (gebruik dan een kwast). Kijk dan wel uit voor je kleren!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! Leg nu het blad met de ingesmeerde achterkant op het witte blaadje. Dek het blaadje af met een ander A4-velletje. Nu goed over het vel (vooral over het stukje waar het blad ligt) wrijven. Wanneer jullie klaar zijn met wrijven, haal dan voorzichtig het bovenste velletje eraf. Gooi dit velletje meteen weg. Haal nu het blad er voorzichtig af. Gooi dit blad ook meteen weg. Wanneer jullie alles goed gedaan hebben, dan hebben jullie een mooie bladafdruk. Laat dit velletje goed drogen. Voer de stappen 2 t/m 7 nog een keer uit, maar nu met een ander blad. Ieder groepslid maakt zo tien bladafdrukken. Laat alle afdrukken goed drogen. Als alle afdrukken droog zijn maakt ieder groepslid van zijn of haar afdrukken een mooi boekje. Jullie zijn nu klaar met deze opdracht.

22 Het maken van een herbarium (bomen) Opdracht 1 Ieder groepslid probeert om tien verschillende blaadjes van bomen te verzamelen. Hangt het blaadje nog aan de boom, knip het blad dan voorzichtig af, ga dan niet aan de takken trekken. Ga naar binnen toe als ieder groepslid tien verschillende blaadjes heeft. Leg in een hoek een zwaar en groot boek op de grond neer. Bedek dit boek met twee lagen keukenrol. Op de keukenrol leggen jullie twee tot drie bladeren (hangt van het boek af). Op de bladeren leggen jullie weer twee lagen keukenrol. Op deze laag leggen jullie weer een groot en zwaar boek. Jullie kijken nu weer naar stap 3. Op deze manier gaan jullie de stapel afmaken. In deze stapel leggen jullie alle bladeren. Deze stapel laten jullie een week liggen. Na een week halen jullie de bladeren uit de stapel. Zijn ze plat genoeg dan halen jullie de bladeren uit de stapel, anders laten jullie ze nog een poosje in de stapel liggen. Ieder groepslid pakt zijn of haar eigen bladeren. De stapel wordt keurig opgeruimd, de keukenrol (van de stapel) wordt weggegooid. Jullie kunnen nu verder gaan met opdracht 2.

23 Opdracht 2 Jullie pakken nu jullie eigen schrift. Op iedere bladzijde plakken jullie een blaadje. Dit blaadje plakken jullie met een klein stukje plakband vast. Wanneer alle blaadjes vastgeplakt zijn dan gaan jullie met jullie schrift achter de computer zitten. Jullie gaan proberen om de namen van de bladeren te achterhalen. Jullie kunnen de namen op twee manieren achterhalen: De eerste manier: jullie pakken een boekje. In dit boekje zoeken jullie de naam van een blad op. De tweede manier: jullie maken gebruik van internet. Als jullie gebruik maken van het internet, dan gebruiken jullie de volgende inetrnetadressen: Zoeken: bomen Klik op: 163 project bomen bezoeken Klik op: wat zijn bomen Klik op: boomsoorten Klik op een boomsoort en lees de informatie. Zoeken: bomen Klik op: Startpagina tuinieren en natuur met links en plantengids Klik op: bloemen, planten en bomen Klik op: Wilde planten in Nederland en België Klik op: Klik hier voor wilde planten, wilde bloemen en planten families Klik op: bomen Klik op een boom en kijk of de informatie klopt. Op deze manier zoeken jullie alle namen van de bladeren. Als jullie een naam gevonden hebben dan schrijven jullie deze boven aan het goede blad. Als jullie alle namen gevonden hebben, dan zijn jullie klaar met deze opdracht.

24 Het maken van een herbarium (struiken) Opdracht 1 Ieder groepslid probeert om tien verschillende blaadjes van struiken te verzamelen. Hangt het blaadje nog aan een struik, knip het blaadje dan voorzichtig af, ga dan niet trekken aan de struik. Ga naar binnen toe als ieder groepslid tien verschillende blaadjes heeft. Leg in een hoek een zwaar en groot boek op de grond neer. Bedek dit boek met twee lagen keukenrol. Op de keukenrol keggen jullie twee tot drie bladeren (hangt van het boek af). Op de bladeren leggen jullie weer twee lagen keukenrol. Op deze laag leggen jullie weer een groot en zwaar boek. Jullie kijken nu weer naar stap 3. Op deze manier gaan jullie de stapel afmaken. In deze stapel leggen jullie alle bladeren. Deze stapel laten jullie een week liggen. Na een week halen jullie de bladeren uit de stapel. Zijn ze plat genoeg dan halen jullie ze uit de stapel, anders laten jullie ze nog een poosje in de stapel liggen. Ieder groepslid pakt zijn of haar eigen bladeren. De stapel wordt keurig opgeruimd, de keukenrol (van de stapel) wordt weggegooid. Jullie kunnen nu verder gaan met opdracht 2.

25 Opdracht 2 Jullie pakken nu jullie eigen schrift. Op iedere bladzijde plakken jullie een blaadje. Dit blaadje plakken jullie met een klein stukje plakband vast. Wanneer alle blaadjes vastgeplakt zijn dan gaan jullie met jullie schrift achter de computer zitten. Jullie gaan proberen om de namen van de bladeren te achterhalen. Jullie kunnen de namen op twee manieren achterhalen: De eerste manier: jullie pakken een boekje. In dit boekje zoeken jullie de naam van een blad op. De tweede manier: jullie maken gebruik van internet. Jullie maken dan gebruik van dit internetadres: Zoek: bomen Klik op: Startpagina tuinieren en natuur met links en plantengids Klik op: bloemen, planten en bomen Klik op: Wilde planten in Nederland en België Klik op: Klik hier voor wilde planten, wilde bloemen en planten families Klik op: struiken Klik op een struik en kijk of de informatie klopt. Op deze manier zoeken jullie alle namen van de bladeren. Als jullie een naam gevonden hebben dan schrijven jullie deze boven aan het goede blad. Als jullie alle namen gevonden hebben, dan zijn jullie klaar met deze opdracht.

26 Het maken van een zadendoos Opdracht Jullie pakken de tien lege kokertjes. Deze kokertjes gaan jullie vullen met verschillende soorten zaadjes. De zaadjes die jullie gaan verzamelen kunnen bijvoorbeeld zijn: pluisjes van een paardebloem, beukennootjes, de vleugels van de es enz. In ieder kokertje stoppen jullie vijf zaadjes van één soort. Jullie pakken nu een schoenendoos. De deksel en de doos gaan jullie met groen papier beplakken. Jullie maken nu in de doos tien vakjes. Om de vakjes te maken, gebruiken jullie stevig karton. Jullie pakken nu een wit A4-velletje. Dit velletje plakken jullie aan de binnenkant van de deksel. Op dit velletje tekenen jullie (met liniaal) dezelfde hokjes die ook in de doos zitten. Jullie pakken nu de kokertjes. Jullie vullen de vakjes met de zaadjes uit de kokertjes. In de getekende hokjes schrijven jullie de namen van de zaadjes. Kijk goed in welk hokje de zaadjes zitten. Schrijf nu op de deksel in mooie letters het woord: zadendoos. Jullie gaan nu nog de buitenkant (van de doos) en de bovenkant van de deksel mooi en leuk versieren. Zijn jullie klaar met het versieren, dan zijn jullie klaar met het uitvoeren van deze opdracht.

27 Het meten van bomen Opdracht Om te beginnen gaan jullie een neuskruis maken. Het maken van de neuskruis doen jullie door middel van de volgende stappen: Knip uit het stevige karton twee stroken. Deze stroken zijn 3 cm lang en 31 cm breed. Plak de twee stroken in de hoofdletter T. De eerste strook plakken jullie in het midden van de tweede strook. Jullie laten het neuskruis even drogen. Het neuskruis is nu af. Buiten gaan jullie op zoek naar een boom. Jullie schrijven in jullie eigen schrift het kopje: Plaats. Onder dit kopje schrijven jullie de plaats waar de boom staat. Sla nu een regel over. Schrijf nu het volgende kopje: De afmetingen. Jullie gaan nu de boom opmeten. Het opmeten van de boom doen jullie op de volgende manier: Houd de poot van het kruis tegen jullie neus. Loop voorzichtig achteruit. Kijk steeds over de bovenste en onderste punt van het kruis. Stop als jullie de top van de boom langs het bovenste punt ziet en de voet van de boom langs het onderste punt ziet. Meet nu met het touwtje (het touwtje is één meter lang) de afstand tot de boom. Schrijf onder het kopje afmetingen de volgende zin: lengte van de boom:. Schrijf achter deze zin het getal dat jullie gemeten hebben. Schrijf nu de volgende zin: Dikte van de stam:. Jullie gaan nu de dikte van de stam meten. Het meten doen jullie op de volgende manier: Voor het meten gebruiken jullie het touw van één meter lang. Jullie zoeken onderaan de stam een beginpunt. Jullie kijken of het touwtje om de stam past. Past het touwtje niet in één keer om de stam dan meten jullie verder vanaf het eindpunt van het touwtje. Hebben jullie een heel rondje gehad dan kunnen jullie uitrekenen hoe dik de stam is. Jullie schrijven dit getal achter de zin en de dubbele punt. Schrijf nu de volgende zin: Breedte van de boom:. Jullie gaan nu de breedte van de boom meten. Het meten van de breedte doen jullie op de volgende manier: Voor het meten gebruiken jullie het touw van één meter lang. Jullie zoeken de langste tak op (aan de linkerkant). Jullie meten vanaf de punt van de tak, de afstand tot de stam.

28 Dit getal schrijven jullie op een kladblaadje. Jullie doen nu precies hetzelfde maar nu aan de rechterkant van de boom. Dit getal schrijven jullie ook op het kladblaadje. Jullie meten nu ook de breedte van de stam. Dit getal schrijven jullie ook op het kladblaadje. Jullie tellen nu de drie getallen op en jullie hebben nu de breedte van de boom. Schrijf dit getal achter de zin en de dubbele punt. Jullie hebben nu de afmetingen van de boom gemeten. Voer nu de stappen 2 t/m 6 opnieuw uit. Maar nu bij een andere boom. Jullie schrijven de afmetingen op dezelfde manier op. Jullie proberen om tien bomen op te meten. Wanneer jullie tien bomen opgemeten hebben zijn jullie klaar met deze opdracht.

29 Maken van een natuurmuur Opdracht Jullie pakken een leeg bakje en een schaar. Jullie gaan naar buiten toe. Buiten gaan jullie op zoek naar dingen uit de natuur. Dit kan van alles zijn. Als jullie iets van een plant of struik willen hebben, dan gebruiken jullie een schaar. Alle spullen die jullie op de natuurmuur willen hebben, doen jullie in het lege bakje. Jullie pakken nu het gaatjesboard. Jullie gaan nu het lint zigzaggend over de helft van het gaatjesboard spannen (zie het plaatje). Het lint moet goed strak zitten, want hier moet je spullen tussen steken. Om het lint strak te krijgen moeten jullie het misschien vastzetten met de haakjes. Jullie draaien nu het gaatjesboard om. Aan de achterkant bevestigen jullie twee grotere haakjes om het gaatjesboard aan op te hangen. Jullie draaien het gaatjesboard weer om. Aan de andere kant op het gaatjesboard (aan de andere kant van het lint) bevestigen jullie een aantal haakjes. Deze haakjes hangen jullie op verschillende hoogtes neer. Jullie gaan nu het gaatjesboard versieren. Dit versieren doen jullie met de dingen die jullie buiten gevonden hebben. Aan de haakjes kunnen jullie eventueel tekeningen hangen. Het kan ook best mogelijk zijn dat jullie enkele dingen met een haakje moeten vastzetten. Wanneer jullie de natuurmuur versierd hebben, zijn jullie klaar met de natuurmuur. Jullie zoeken nu een mooi plekje aan de muur. Hebben jullie het plekje gevonden, dan hangen jullie de natuurmuur op. Jullie laten de natuurmuur ongeveer twee weken hangen. Na twee weken halen jullie de natuurmuur van de muur af. Jullie halen alles van het gaatjesboard af. De dingen die van het gaatjesboard komen(inclusief de haakjes en het lint) ruimen jullie netjes op. Jullie zijn nu klaar met het uitvoeren van deze opdracht.

30 Bodemdieren vangen Opdracht 1 Bij deze opdracht gaan jullie met een aantal valkuilen bodemdiertjes vangen. Jullie gaan eerst een aantal valkuilen uitzetten. Dat doen jullie op de volgende manier: Snijdt een aardappel door het midden. Pak een aardappel en een mesje. Hol met het mesje de aardappel uit. Haal aan de onderkant met het mesjes een hapje uit de aardappel. Draai jullie aardappel om, dan hebben jullie een huisje. De aardappel leggen jullie buiten neer. Pak nu een tegel. Leg deze tegel ook ergens neer. Pak nu ook de glazen pot. Zoek in de natuurtuin een plekje op. Graaf in de grond een gat (de glazen pot moet in het gat passen). Voor een voorbeeld zie het plaatje boven aan de bladzijde. Zet de pot in het gat. Jullie pakken nu ook een bloempot. Uit de rand van de bloempot moet een stukje zijn. Zoek een plekje in de natuurtuin. Zet hier de bloempot neer, de bloempot moet wel een stukje ingegraven zijn. Jullie zijn nu klaar met het zetten van de valkuilen. Jullie gaan nu een plattegrond van de natuurtuin en het schoolplein maken. In de plattegrond geven jullie aan waar jullie de valkuilen neergezet hebben. Het tekenen van het plattegrondje doen jullie in jullie eigen schriftje. Jullie moeten een dag wachten voordat jullie met opdracht twee verder kunnen gaan.

31 Opdracht 2 Dit is een opdracht die jullie pas kunnen doen als jullie opdracht 1 gedaan hebben. Jullie lopen naar de eerste valkuil toe. In jullie schrift noteren jullie de naam van de valkuil. Onder deze titel tekenen jullie de beestjes die in deze valkuil zitten. Jullie lopen alle valkuilen na. Onder iedere titel tekenen jullie de beestjes. Zijn jullie hiermee klaar dan ruimen jullie alle valkuilen op. Alle diertjes laten jullie vrij in de natuurtuin. Jullie kunnen nu verder gaan met opdracht drie.

32 Opdracht 3 Jullie hebben verschillende valkuilen kunnen uitproberen. Over deze valkuilen volgen nu een aantal vragen. De antwoorden kunnen jullie in jullie eigen schrift schrijven. De vragen: 1. Bij welke valkuil hebben jullie de meeste beestjes gevangen? 2. Bij welke valkuil hebben jullie de minste beestjes gevangen? 3. Hebben jullie veel dezelfde beestjes gevangen? 4. Hebben jullie veel verschillende beestjes gevangen? 5. Welke valkuil vonden jullie het fijnste werken? 6. Welke valkuil vonden jullie juist niet fijn werken?

33 Duizendpoten Opdracht 1 Ga eerst voor ieder groepslid een duizendpoot vangen. Het vangen doen jullie op de volgende manier: Jullie kijken onder stenen en onder hout. Probeer voor ieder groepslid een duizendpoot te vangen. Lukt dit niet dan moet je samen doen met de duizendpoten. De gevangen duizendpoten doen jullie in het glazen potje. Zet voor ieder groepslid een duizendpoot op een wit blaadje. Bekijk de duizendpoot goed met een vergrootglas. Ga nu de volgende vragen beantwoorden. De antwoorden kunnen jullie in jullie schrift schrijven. De vragen: 1. Zien alle duizendpoten er hetzelfde uit? 2. Kun je een aantal verschillen opschrijven? A. B. C. 3. Hebben duizendpoten dezelfde kleur? Welke kleur(en) zien jullie? 4. De kleuren die een duizendpoot heeft zijn die dof of glimmend? 5. Heeft een duizendpoot echt duizend poten?

34 Hoeveel pootjes tellen jullie bij de duizendpoot? 6. Heeft een duizendpoot ook voelsprieten? Waar zitten die dan? 7. Bestaat een duizendpoot uit één geheel of uit allemaal kleine deeltjes? 8. Hoeveel deeltjes tellen jullie? 9. Hoeveel pootjes zitten eraan één stukje? 10. Waar zou dit tangetje voor zijn? 11. Laat de duizendpoot op het witte vel staan. Houd het witte vel bij je oor en luister. Maakt de duizendpoot een geluidje als hij over het witte vel loopt? Geef en omschrijving van het geluidje.

35 Opdracht 2 Bekijk opnieuw de duizendpoot met een vergrootglas. Teken nu de duizendpoot en geef hem de goede kleur(en). Het tekenen van de duizendpoot doen jullie in jullie eigen schriftje. Zet nu pijltjes bij de lichaamsdelen. Schrijf de namen bij de juiste pijltjes. Jullie zijn nu klaar met de duizendpoten. Laat ze nu vrij en ga verder met opdracht 3.

36 Opdracht 3 Ga achter een computer zitten. Jullie gaan op internet informatie zoeken over duizendpoten. Het zoeken van informatie kunnen jullie terecht op het volgende internetadres: zoek: duizendpoot klik op: 626 weekdier bezoeken rechterkant klik op: duizendpoot Schrijf in jullie schrift je iets over: Over de familie van de duizendpoot. Over de leefomgeving van de duizendpoot. Over het voedsel van duizendpoten.

37 Lieveheersbeestjes Opdracht 1 Ga eerst voor ieder groepslid zoveel mogelijk verschillende lieveheersbeestjes vangen. Lukt het niet om zoveel lieveheersbeestjes te vangen dan moeten jullie samen doen. De gevangen lieveheersbeestjes doen jullie in het glazen potje. Zet nu één voor één de lieveheersbeestjes op een wit vel en bekijk alle lieveheersbeestjes goed. Ga nu de vragen beantwoorden. De antwoorden kunnen jullie in jullie eigen schriftje schrijven. De vragen: 1. Lijken alle lieveheersbeestjes op elkaar? 2. Welke verschillen zien jullie? A. B. C. 3. Hoeveel stippen kunnen lieveheersbeestjes hebben? 4. Heeft een lieveheersbeestje vleugels? 5. Waar zitten die vleugels dan? 6. Heeft een lieveheersbeestje ook ogen? Waar zitten die ogen dan?

38 7. Hoeveel poten heeft een lieveheersbeestje? 8. Waar ergens op het lichaam zitten de pootjes?.. 9. Heeft een lieveheersbeestje ook voelsprieten? Waar ergens op het lichaam zitten de voelsprieten?. 10. Wat zou het gele spul kunnen zijn dat uit het lieveheersbeestje komt? 11. Zet een lieveheersbeestje op een wit vel. Houd het witte vel bij je oor. Maakt het lieveheersbeestje een geluid als het loopt? 12. Geef een omschrijving van het geluidje. 13. Wat gebeurt er?

39 Opdracht 2 Bekijk nu opnieuw alle lieveheersbeestjes met een vergrootglas. Teken nu alle verschillende lieveheersbeestjes en geef ze de goede kleur(en). Het tekenen van de lieveheersbeestjes kunnen jullie in jullie eigen schrift doen. Zet nu de pijltjes bij de juiste lichaamsdelen. Schrijf de namen bij de juiste pijltjes. Hebben jullie alle lieveheersbeestje nagetekend dan laten jullie ze in de natuurtuin vrij.

40 Opdracht 3 Jullie gaan nu achter een computer zitten. Jullie gaan de namen van de getekende lieveheersbeestjes opzoeken. Hierbij gebruiken jullie dit inetnetadres: zoek: insecten klik op: 142 natuur op het web bezoeken klik op: insecten klik op: lieveheerbeesten informatie Hebben jullie de goede naam gevonden, dan schrijven jullie deze bij het goede lieveheersbeestje.

41 Mieren Opdracht 1 Ga met je groepje 30 (zwarte) mieren vangen. De gevangen mieren doen jullie in een glazen potje. Het glazen potje zetten jullie in een plastic bak. En in de plastic bak doen jullie een laagje water. Op deze manier kunnen de mieren niet ontsnappen. Zet nu voor ieder groepslid een mier op een wit blaadje. Bekijk de mier goed met een vergrootglas. Ga nu de vragen beantwoorden. De antwoorden kunnen jullie in jullie eigen schriftje schrijven. De vragen: 1. Zien alle mieren er hetzelfde uit? 2. Welke kleur(en) heeft een mier? 3. Zijn er ook nog mieren die een andere kleur hebben? Zo ja, welke kleur(en)? 4. Hebben mieren voelsprieten? 5. Waarvoor dienen die voelsprieten? 6. Hoeveel poten heeft een mier? 7. Kun je ontdekken uit hoeveel delen de mier bestaat?

42 Uit hoeveel delen bestaat de mier?. 8. Heeft een mier haren op zijn lichaam zitten?. Zo ja, waar zitten die mieren dan?.. 9. Geef een omschrijving van de kop van de mier.

43 Opdracht 2 Bekijk opnieuw de mier met een vergrootglas. Teken nu de mier en geef hem de goede kleur. Het tekenen van de mier kunnen jullie doen in jullie eigen schrift. Zet nu pijltjes bij de lichaamsdelen. Schrijf nu de namen bij de juiste pijltjes.

44 Opdracht 3 Vul een plastic bak voor de helft met grond uit de natuurtuin. Vul nu het reageerbuisje met water. Dit buisje zet je in de grond. Een klein stukje van het buisje steekt boven de grond. Zoek een takje waar bladluizen op zitten. Zet dit takje in het buisje. Leg op de grond enkele stukjes appel en twee suikerklontjes. Pak nu de mieren die jullie in het potje hebben zitten. Zet deze mieren voorzichtig in de bak. Over de bovenkant spannen jullie en gaasje. Jullie kunnen het gaasje vastzetten met een elastiekje of met een touwtje. Om het gedeelte waar de grond ligt plakken jullie een stuk zwart karton. Jullie wachten nu twee dagen. Haal nu het zwarte karton eraf. Overleg wat jullie nu zien. Schrijf in jullie eigen schriftje op wat jullie gezien hebben. Plak nu weer het zwarte karton om de bak heen. Wacht nu weer twee dagen. Haal na twee dagen weer het papier eraf. Overleg wat jullie nu weer zien. Schrijf weer in jullie eigen schriftje wat jullie gezien hebben. Plak nu weer het zwarte papier om de bak. En wacht weer twee dagen. Haal nu weer het papier eraf. En overleg wat jullie nu weer zien. Schrijf in jullie eigen schriftje wat jullie gezien hebben. Jullie zijn nu klaar met de mieren. Jullie laten de mieren los in de natuurtuin. En jullie maken de bak netjes schoon.

45 Pissebedden Opdracht 1 Ga eerst voor ieder groepslid een pissebed vangen. Het vangen doen jullie op de volgende manier: Jullie kijken onder stenen en stukken hout. De gevangen pissebedden doen jullie in het glazen potje. Zet voor ieder groepslid een pissebed op een wit vel. Bekijk de pissebed goed met een vergrootglas. Ga nu de vragen beantwoorden. De antwoorden kunnen jullie in jullie eigen schriftje schrijven. De vragen: 1. Zien alle pissebedden er hetzelfde uit? 2. Kun je een aantal verschillen die jullie ontdekt hebben opschrijven? Schrijf die verschillen op. A. B. C. D. 3. Hebben alle pissebedden dezelfde kleur? Welke kleur(en) zien jullie? 4. Hebben pissebedden ook pootjes?

46 Schrijf het aantal pootjes op. 5. Wat voor een lange dingen heeft een pissebed op zijn kop zitten? 6. Waarvoor dienen deze lange sprieten? 7. Bestaat een pissebed uit een geheel?.. 8. Schrijf op uit hoeveel stukjes een pissebed bestaat.

47 Opdracht 2 Bekijk opnieuw de pissebed met een vergrootglas. Teken nu de pissebed en geef hem de goede kleur(en). Het tekenen van de pissebed kunnen jullie in jullie eigen schriftje doen. Zet nu pijltjes bij de lichaamsdelen. Schrijf de namen bij de juiste pijltjes.

48 Opdracht 3 Pak het sigarenkistje. Vul het sigarenkistje met zand. Over de linkerhelft laten jullie wat water lopen. Niet te veel water. Zet de pissebed in het midden, op de streep. Kijk wat er nu gebeurt. Schrijf de antwoorden van de vragen in jullie eigen schriftje. De vragen: 1. Liep de pissebed naar de linker- of naar de rechterkant? 2. Was aan die kant het zand droog of vochtig? Maak het sigarenkistje leeg. Vul het sigarenkistje met aarde. Zet in het midden een streep. Over de linkerhelft laten jullie wat water lopen. Zet de pissebed in het midden, op de streep. Kijk wat er gebeurt. De vragen: 3. Liep de pissebed naar de linker- of naar de rechterkant? 4. Was die grond droog of vochtig? Jullie zijn nu klaar met de pissebedden. Laat ze nu los in de natuurtuin. En maak het sigarenkistje schoon.

49 Regenwormen Opdracht 1 Ga eerst voor ieder groepslid een regenworm vangen. Het vangen doen jullie op de volgende manier: Jullie steken een spa in de grond. Beweeg de spa heen en weer. De spa blijft gewoon op één plaats staan. Als jullie dit goed gedaan hebben komen de regenwormen uit de grond. De regenwormen doen jullie in het glazen potje. Zet voor ieder groepslid een regenworm op een wit blaadje. Bekijk de regenworm goed met een vergroot glas. Ga nu de vragen beantwoorden. De antwoorden van de vragen jullie in jullie eigen schriftje schrijven. De vragen: 1. De grond waar jullie de regenwormen gevonden hebben was dat natte of droge grond? 2. Zien alle regenwormen er hetzelfde uit? 3. Wat voor kleur(en) heeft een regenworm?. 4. Probeer om het uiterlijk van een regenworm te beschrijven. 5. Bestaat een regenworm uit één geheel of uit allemaal kleinere gedeeltes?

50 6. Kun je duidelijk de kop en de staart onderscheiden? 7. Laat de regenworm op het witte blaadje liggen. Houd nu het witte blaadje bij je oor. Horen jullie een geluidje als de regenworm kruipt?.. Wat voor een geluidje horen jullie dan? 8. Wat zou dit geluidje kunnen zijn? 9. Probeer te beschrijven hoe een regenworm kruipt. 10. Kan een regenworm ook achteruit kruipen?

51 Opdracht 2 Bekijk nu opnieuw de regenworm met een vergrootglas. Teken nu de regenworm en geef hem de goede kleur. Het tekenen van de regenworm kunnen jullie in jullie eigen schriftje doen. Zet nu de pijltjes bij de lichaamsdelen. Schrijf de namen bij de juiste pijltjes.

52 Opdracht 3 Jullie pakken de glazen bak. Doe in de glazen bak afwisselend lagen grond en wit zand. Plak nu om de bak zwart papier. De bovenkant laat je open. Leg boven op de grond een laag bladafval. Zet nu de wormen in de bak. Wacht nu af. Haal na twee dagen het papier eraf. En schrijf hier onder wat jullie zagen. Schrijf in jullie schriftje op wat jullie zagen. Plak nu weer het zwarte papier om de bak. En wacht weer twee dagen. Haal nu weer het papier eraf. En schrijf nu weer wat jullie zagen. Schrijf in jullie schriftje wat jullie zagen. Jullie zijn nu klaar met de regenwormen. Jullie laten de regenwormen los en maken de bak schoon.

53 Rupsen en vlinders Opdracht 1 Neem een grote plastic fles (de fles moet zo groot zijn dat hij precies in de bloempot past). Je snijdt van de plastic fles de hals en de bodem af. Vul de bloempot met grond en steek er een flesje vol water in. Bedek de grond en de rand van het flesje met mos (de diertjes mogen niet in het flesje vallen). Steek een tak voorzichtig in de fles, zorg er wel voor dat de opening goed bedekt blijft. Zet de bloempot op de schaal. Zet de plastic fles over de plant en dek de opening af met een gaasje. De tak die in het flesje staat moet wel in de fles passen. Het gaasje zet je vast met een elastiek. Jullie pot is nu af. Het enige wat jullie nu nog hoeven te doen is iedere dag vers water in het flesje doen. En regelmatig een verse tak in het flesje zetten. Jullie gaan nu in deze pot vlinders kweken. Jullie gaan nu eitjes zoeken van een vos. Deze eitjes kun je vinden van eind april tot juni. De eitjes worden in groepjes tegen de onderkant van brandnetelbladeren afgezet. Hebben jullie eitjes gevonden dan knip je het blad met de eitjes voorzichtig af. En jullie nemen het blad mee naar jullie pot. Jullie leggen het blad op het mos. Jullie vervangen af en toe het mos. Jullie vullen het flesje met water en jullie vervangen regelmatig het takje. En voor de rest wachten jullie af. Na ongeveer 8 dagen komen de eitjes uit. De rupsjes moeten nu elke dag verse brandnetels krijgen. Ververs ook af en toe het mos op de bodem. Jullie vullen nog steeds het water aan en jullie vervangen ook nog regelmatig de tak.

54 Plaats na 2 weken ook enkele dunne stokjes in de pot. De rupsen kunnen nu gaan verpoppen en zoeken daarvoor iets stevigs uit. Vanaf nu hoeven jullie niets meer te doen. Afhankelijk van de temperatuur barsten de poppen na 8 (warme) tot 18 (koele) dagen open en komen de volwassen vlinders te voorschijn. Probeer ervoor te zorgen dat jullie dit niet missen.

55 Opdracht 2 Zorg ervoor dat ieder groepslid een eigen vlinder krijgt. Ga nu met een vergrootglas de vlinder goed bekijken. Teken nu de vlinder na en geef hem ook de juiste kleuren. Het tekenen van vlinder kunnen jullie in jullie eigen schrift doen. Zet nu bij de verschillende lichaamsdelen een pijltje. Zet nu bij de pijltjes de naam van de lichaamsdelen. Laat nu de vlinders los en ruim de spullen netjes op.

56 Opdracht 3 Jullie gaan nu achter een computer zitten. Met behulp van internet gaan jullie proberen om de naam van de vlinder te zoeken. Jullie kunnen gebruik maken van dit inernetadres: zoek: vlinders klik op: 769 vlinders kijken bezoeken klik op: vlindersoorten klik op: vlinders in Nederland Het antwoord van deze vraag kunnen jullie in jullie eigen schrift zetten. De vraag: 1. De naam van de vlinder die jullie getekend hebben is?

57 Spinnen Opdracht 1 Probeer voor ieder groepslid drie verschillende spinnen te vangen. De spinnen die jullie gevangen hebben doen jullie in drie verschillende glazen potjes. Het is best mogelijk dat jullie niet voor iedereen drie spinnen kunnen vangen. Is dit het geval dan moeten jullie samen met de spinnen doen. Zet de spinnen één voor één op een wit vel en bekijk ze goed met een vergrootglas. Ga nu de vragen beantwoorden. Schrijf de antwoorden van de vragen op in jullie schriftje. De vragen: 1. Zien alle spinnen er hetzelfde uit? 2. Schrijf op welke verschillen er tussen de spinnen zijn (noem 5 verschillen). A. B.. C.. D. E Zie je ook enkele overeenkomsten?

Droge boon. Ik heb nodig: - een droge boon - een geweekte boon - weegschaal - een liniaal - kleurpotloden

Droge boon. Ik heb nodig: - een droge boon - een geweekte boon - weegschaal - een liniaal - kleurpotloden De boon Ik heb nodig: - een droge boon - een geweekte boon - weegschaal - een liniaal - kleurpotloden 1. Bekijk een droge en een geweekte boon. Vul het schema hieronder in. Droge boon Geweekte boon Welke

Nadere informatie

Het kiemen van zaden

Het kiemen van zaden Het kiemen van zaden Dit Werkblad is van... Bij deze opdrachten gaan we in een aantal weken het ontkiemen van zaden volgen. We hebben daarvoor bonen uitgekozen, omdat dit zaden zijn, waarbij de ontkieming

Nadere informatie

MAAK ZELF JE EIGEN MUZIEKINSTRUMENT VOOR 10 MAART

MAAK ZELF JE EIGEN MUZIEKINSTRUMENT VOOR 10 MAART MAAK ZELF JE EIGEN MUZIEKINSTRUMENT VOOR 10 MAART De kinderen met een handicap die door het Liliane Fonds geholpen worden komen uit arme landen. Zij hebben meestal geen geld om een muziekinstrument te

Nadere informatie

Les 5 Een goede bodem

Les 5 Een goede bodem Pagina 1 Les 5 Een goede bodem 1 Bodemsoorten-/Composthooples Er zijn verschillende soorten grond in Nederland. Elke soort grond is anders. Sommige planten houden van arme, voedingsloze grond en anderen

Nadere informatie

Kleine beestjes Tijdstip: Deze activiteit kan in de lente, zomer of herfst en door alle groepen gedaan worden.

Kleine beestjes Tijdstip: Deze activiteit kan in de lente, zomer of herfst en door alle groepen gedaan worden. KB0 Tijdsinvestering: 60 minuten Kleine beestjes Tijdstip: Deze activiteit kan in de lente, zomer of herfst en door alle groepen gedaan worden. 1. Inleiding Kleine beestjes vinden kun je overal en in elk

Nadere informatie

DE HERFST: KLEURRIJK SEIZOEN

DE HERFST: KLEURRIJK SEIZOEN DE HERFST DE HERFST: KLEURRIJK SEIZOEN vanaf 2de graad lager onderwijs. x vak: muzische vorming x duur: halve dag GRIEZELBOS HET KLEINE VIEZE BEESTJES- ONDERZOEK! verloop: x verdeel de klas in verschillende

Nadere informatie

Opdracht 1 Hoe werden mensen vroeger begraven? Je krijgt een fotoblad met oude grafmonumenten, zoals een piramide en een hunebed.

Opdracht 1 Hoe werden mensen vroeger begraven? Je krijgt een fotoblad met oude grafmonumenten, zoals een piramide en een hunebed. D S T R K C N T Opdracht 1 Hoe werden mensen vroeger begraven? Je krijgt een fotoblad met oude grafmonumenten, zoals een piramide en een hunebed. 1. Welk grafmonument staat op welke foto? Schrijf de goede

Nadere informatie

2. Maak met de 4 buizen een vierkant op de grond. Dit is het zoekraam.

2. Maak met de 4 buizen een vierkant op de grond. Dit is het zoekraam. Opdracht 1. Gebruik je ogen goed. In het bos kun je van alles ontdekken! Komen er onder de bomen verschillende soorten insecten en of bodemdiertjes voor? Het beste bos 1. Materiaal tas 1: zoekraam, 1 schepje,

Nadere informatie

Voer deze proefjes alleen uit met je juf of meester erbij.

Voer deze proefjes alleen uit met je juf of meester erbij. Voer deze proefjes alleen uit met je juf of meester erbij. Waxinelichtje en een glas - Een waxinelichtje - Een schoteltje - Een lucifer - Een glas Zet in het midden van de kring een schoteltje neer met

Nadere informatie

Vlinder maken met een koffiefilter

Vlinder maken met een koffiefilter Kinderactiemodel klimaatcampagne 2011 Knutseltips vlinders maken Maak een vlinder-knutselhoek waar kinderen allerlei vlinders kunnen knutselen. Hierna geven we een overzicht van enkele concrete voorbeelden

Nadere informatie

ONDERZOEKERS:...(vul je naam in) Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :...

ONDERZOEKERS:...(vul je naam in) Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :... Rode opdracht: bomen Pak de boomzoeker 1, 2 en 3 uit de werkmap Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :... Als je naar de takken van de boom kijkt,

Nadere informatie

De grond waarop wij wonen

De grond waarop wij wonen GROEP 3/4 De grond waarop wij wonen Doel: Planten horen bij de grond waarop wij wonen Dit onderdeel gaat over het onderzoekend verkennen van de planten in de omgeving van de kinderen van de onderbouw.

Nadere informatie

Tips voor activiteiten in de winter, lekker knutselen

Tips voor activiteiten in de winter, lekker knutselen Tips voor activiteiten in de winter, lekker knutselen 1) Voor de kleinste kinderen In de winter kunnen vogels wel wat extra s gebruiken. Met kinderen van alle leeftijden kun je hiermee aan de slag. Dennenappels

Nadere informatie

Opdrachtkaarten Herfst

Opdrachtkaarten Herfst Zandspoor Opdrachtkaarten Herfst Zandspoor Opdrachtkaarten Herfst Je gaat in het duingebied onderzoek doen naar allerlei dingen die met zand te maken hebben. De materialen die daarvoor nodig zijn, zitten

Nadere informatie

Natuur dagboek. Op ontdekking in je achtertuin

Natuur dagboek. Op ontdekking in je achtertuin Natuur dagboek Op ontdekking in je achtertuin Hey daar! Dit is jouw eigenste, hoogst persoonlijkste Dit natuurdagboek is van natuurdagboek. Trek de tuin, het park of het bos in. Gebruik je ogen, oren en

Nadere informatie

Knutselen met Je knutsel Ei Kwijt

Knutselen met Je knutsel Ei Kwijt Het voorjaarszonnetje heeft zich de afgelopen paar dagen al vaak laten zien. Vergeet niet het is eigenlijk nog winter, maar tegen het einde van deze maand maart, begint officieel de lente! En dit gaan

Nadere informatie

Aftekenlijst. Naam: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20

Aftekenlijst. Naam: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 Aftekenlijst 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. Naam: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 Werkblad 1 Schematisch

Nadere informatie

Opdrachtenfiche mijn orkest

Opdrachtenfiche mijn orkest Opdrachtenfiche mijn orkest PER TWEE/IN GROEP In een orkest spelen instrumenten samen. Elk instrument werkt op een andere manier en geeft een ander soort geluid. Hier kan je vijf leuke instrumenten in

Nadere informatie

Paddenstoelen kweken in de klas

Paddenstoelen kweken in de klas Paddenstoelen kweken in de klas Werkbladen 1. Woordweb 2. Hoe groeien onze paddenstoelen? Werkbladen groep 5 t/m 8 3. Hoe ziet mijn paddenstoel eruit? Versie: groep 5/6 en versie: groep 7/8 4. Recept:

Nadere informatie

Knutselen met Je knutsel Ei Kwijt November

Knutselen met Je knutsel Ei Kwijt November Dit is alweer onze derde editie van iknutsel magazine. In deze november editie een mix van de volgende thema s. Sinterklaas, Sint Maarten en herfst. De maand november, waar zullen we beginnen! Er zijn

Nadere informatie

ZAAI- GOED DEZE LESBRIEF IS VAN..

ZAAI- GOED DEZE LESBRIEF IS VAN.. ZAAI- GOED DEZE LESBRIEF IS VAN.. DIT BOEKJE GAAT OVER ZADEN EN WAT ER MEE GEBEURT ALS JE ZE IN DE GROND STOPT Heb jij wel eens wat in de tuin gezaaid? ja / nee Misschien woon je in een huis zonder tuin

Nadere informatie

Mijn Boom. Werkboekje. C.N.M.E. De Groenling

Mijn Boom. Werkboekje. C.N.M.E. De Groenling Mijn Boom Werkboekje SEPTEMBER Mijn boom Zoek een boom op in de buurt waar je regelmatig even naar toe kunt. Let er op dat je bij de onderste takken kunt komen. Ruimte voor een foto of tekening van je

Nadere informatie

De bliksem. Doel. In deze hoek leer je hoe de bliksem ontstaat. Materiaal. Opdracht. Stap 2: Zet het vergiet boven op het glas.

De bliksem. Doel. In deze hoek leer je hoe de bliksem ontstaat. Materiaal. Opdracht. Stap 2: Zet het vergiet boven op het glas. De bliksem Doel In deze hoek leer je hoe de bliksem ontstaat. Een vergiet Een ballon Een droog glas Een wollen trui Materiaal Opdracht Stap 1: Ga met je begeleider en met de rest van je groep naar buiten.

Nadere informatie

Ter voorbereiding. Lente 2 De Groene Kracht januari 2017

Ter voorbereiding. Lente 2 De Groene Kracht januari 2017 1 Ter voorbereiding 1. de POWERPOINT behandelt: - vragen om over na te denken - begrip windbestuiving - begrip zaden en kiemen - instructie hoe de leerlingen in de natuurtuin gaan werken 2. ZADEN en KIEMEN

Nadere informatie

Opdrachtkaarten Lente

Opdrachtkaarten Lente Zandspoor Opdrachtkaarten Lente Zandspoor Opdrachtkaarten Lente Je onderzoekt straks in het duingebied allerlei dingen die met zand te maken hebben. De materialen die daarvoor nodig zijn, zitten in de

Nadere informatie

bedoeld wordt met hoeveelheidbegrippen als: alle, geen, niets, veel, weinig, meer, minder, evenveel. Ordent hoeveelheden om ze te Groep 1 Groep 2

bedoeld wordt met hoeveelheidbegrippen als: alle, geen, niets, veel, weinig, meer, minder, evenveel. Ordent hoeveelheden om ze te Groep 1 Groep 2 6. Waterproef Tijdens deze activiteit: Doen de kinderen proefjes met water, kleurstof en olie, waarbij zij vooraf voorspellen wat zij denken dat er zal gebeuren, dit vervolgens uitproberen en een verklaring

Nadere informatie

Werkbeschrijvingen. Vakantiebijbelweek 2011. Dag 1: Kleuters: Deurhanger Middengroep: Dakpan

Werkbeschrijvingen. Vakantiebijbelweek 2011. Dag 1: Kleuters: Deurhanger Middengroep: Dakpan Werkbeschrijvingen Vakantiebijbelweek 2011 Dag 1: Kleuters: Deurhanger Middengroep: Dakpan Dag 2: Kleuters: gezichtspel boterbakje Middengroep: gezichtspel melkfles Dag 3: Kleuters: Zacheus spaarpot Middengroep:

Nadere informatie

De lente in met foam!

De lente in met foam! De lente in met foam! VOORJAARSONTWERPEN FOAM 2012 Thea van Mierlo - Uil - Sneeuwklokjes - Narcis - Knutsel-zwaan - Haai-schilderij Handig om te weten over het werken met Foam Paint Verven met de foam

Nadere informatie

Lieveheersbeestjes. Tijdstip: april, mei als bijv. een kind met een lieveheersbeestje binnenkomt

Lieveheersbeestjes. Tijdstip: april, mei als bijv. een kind met een lieveheersbeestje binnenkomt KB1 Tijdsinvestering: 30 minuten 1/2 3/4 5/6 7/8 lente zomer herfst winter Tijdstip: april, mei als bijv. een kind met een lieveheersbeestje binnenkomt 1. Inleiding Kleuters hebben iets met lieveheersbeestjes.

Nadere informatie

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel Doelgroep: Groep 4 t/m 8 Leerstofgebied: Wereldoriëntatie Werkvorm: Groepjes Duur: ± 30 minuten Doel van de opdracht: Leerlingen leren wat het favoriete voedsel

Nadere informatie

Archeologen logboek Namen:....

Archeologen logboek Namen:.... Archeologen logboek Namen:... Bladzijde 1 De antwoorden op deze vragen kun je vinden bij de internetsites die bij opdracht 1 op de WebQuest staan. Vul de antwoorden in de piramide in. De letters in de

Nadere informatie

Papier recyclen. Inlage

Papier recyclen. Inlage Inlage A1 Papier maken Voor deze opdracht heb je de volgende materialen nodig: A - 1 Drielenzige loep B - 3 Bladen viltpapier C - 1 Reinigingsdoek D - 1 Zeef E - 1 Scheprand F - Stapel oude kranten G -

Nadere informatie

Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :...

Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :... Rode opdracht: bomen Pak de boomzoeker 1, 2 en 3 uit de werkmap Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :... Kijk goed naar deze boom om te zien of het

Nadere informatie

Lessuggesties creatieve lessen groep 1-2. Onderwaterwereld tekenen. Over de lessuggesties. Nodig: Voorbereiding: Uitvoering:

Lessuggesties creatieve lessen groep 1-2. Onderwaterwereld tekenen. Over de lessuggesties. Nodig: Voorbereiding: Uitvoering: Lessuggesties creatieve lessen groep 1-2 Over de lessuggesties Bij het werken binnen het thema vissen in de zee is het leuk om van de klas een kleurrijke zee te maken. U organiseert uw creatieve lessen

Nadere informatie

Bronnen. Meer info. Naam: Co-wetenschapp(st)er: Klas:

Bronnen. Meer info. Naam: Co-wetenschapp(st)er: Klas: Bronnen - Het grote experimenteerboek, uitgeverij Deltas, 2003 - Aan de slag met Findus, uitgeverij Davidsfonds/Infodok, 2000 - Grasspriet Themadossier 4 Tuinbouw, Plattelandsklassen vzw Meer info Telefoon:

Nadere informatie

Werkbeschrijving tekenmap met elastiek

Werkbeschrijving tekenmap met elastiek Werkbeschrijving tekenmap met elastiek Materiaal 2 stukken grijs karton 35 x 50 cm, 2,5 mm dik Stevige katoenen stof 80 x 60 cm 2 stroken boekbinderslinnen: 1 van 10 x 59 cm (buitenrugstrook) en 1 van

Nadere informatie

Doe- pad Watertorenweg. Achtergrond informatie voor de begeleider. Groep 5-6

Doe- pad Watertorenweg. Achtergrond informatie voor de begeleider. Groep 5-6 Doe- pad Watertorenweg Achtergrond informatie voor de begeleider. Groep 5-6 Colofon Deze lesbrief in opgesteld door De Hortus, Centrum voor Natuur en Mileu, in opdracht van de Gemeente Harderwijk. Wij

Nadere informatie

Natuurtentoonstelling

Natuurtentoonstelling Natuurtentoonstelling We gaan schilderijlijstjes maken. Knip elk een rechthoekige lijst uit een vel A4-papier. Daarna mag je jouw lijst versieren met kleurpotloden, verf, wascokrijt of ander materiaal.

Nadere informatie

It's Dreamtime! Goedemorgen allemaal!

It's Dreamtime! Goedemorgen allemaal! It's Dreamtime Goedemorgen allemaal Vandaag start de workshop "Dreamtime". De eerste online workshop die iedereen via dit weblog kan volgen. We gaan in 6 weken tijd een schattig kastje maken met alles

Nadere informatie

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel Doelgroep: Groep 6 t/m 8 Leerstofgebied: Wereldoriëntatie Werkvorm: Groepjes Duur: ± 30 minuten Doel van de opdracht: Leerlingen leren wat het favoriete voedsel

Nadere informatie

KNUTSELIDEETJES. Tulpen in een vaas. Benodigdheden: schaar, lijm, vouwblaadjes 8 x 8 cm, gekleurd papier. Aan het werk:

KNUTSELIDEETJES. Tulpen in een vaas. Benodigdheden: schaar, lijm, vouwblaadjes 8 x 8 cm, gekleurd papier. Aan het werk: KNUTSELIDEETJES Tulpen in een vaas Benodigdheden: schaar, lijm, vouwblaadjes 8 x 8 cm, gekleurd papier Aan het werk: Vouw 16 vierkantjes. Vouw aan de onderkant de hoekjes om. Geef bovenaan twee knipjes,

Nadere informatie

ONDERZOEKERS:...(vul je naam in)

ONDERZOEKERS:...(vul je naam in) Rode opdracht: bomen Pak de Boomzoeker 1,2 en 3 uit de werkmap Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :... Staat deze boom in bloei? 0 - Ja 0 - Nee

Nadere informatie

Zelf papier maken!? Hoe doe je dat?

Zelf papier maken!? Hoe doe je dat? Zelf papier maken!? Hoe doe je dat? Hoe belangrijk is papier? Wat voor heb je papier nodig? Met papier kan je bijvoorbeeld: schrijven, tekenen of boeken maken. Van oud papier zoals kranten, kun je zelf

Nadere informatie

Grond onder je voeten

Grond onder je voeten Grond onder je voeten Hé hé, wie heeft z n voeten niet geveegd? Overal ligt modder. Kijk allemaal onder je schoenen! Loop je even door de tuin en daar begint het gezeur. Grond op de vloer vinden we blijkbaar

Nadere informatie

Opdracht 1 Nodig: kleurpotloden of stiften, poster Maak je huis mooi.

Opdracht 1 Nodig: kleurpotloden of stiften, poster Maak je huis mooi. Opdracht 1 Nodig: kleurpotloden of stiften, poster Maak je huis mooi. Hoe ziet de woonkamer in jouw huis eruit? Hebben jullie behang met bloemen, zijn de muren in een mooie kleur geverfd of hebben jullie

Nadere informatie

STERREN DANSEN OP DE MUUR WAT HEB JE NODIG? BOUWTEKENING

STERREN DANSEN OP DE MUUR WAT HEB JE NODIG? BOUWTEKENING STERREN DANSEN OP DE MUUR Als je op een onbewolkte avond naar de hemel kijkt zie je overal sterren. Net zoals je soms in wolken gekke figuren kunt ontdekken, kun je dat in sterren ook. Door lijnen te trekken

Nadere informatie

leerkracht Tuinieren in de klas zaaien in de vensterbank

leerkracht Tuinieren in de klas zaaien in de vensterbank leerkracht Tuinieren in de klas zaaien in de vensterbank Voorjaar in de klas, ga aan de slag! De nieuwe Albert Heijn moestuintjesactie komt er aan. (lukt het niet met de AH zaadjes? Vraag Milieueducatie

Nadere informatie

m a t e r i a a l z e n d i n g

m a t e r i a a l z e n d i n g m a t e r i a a l z e n d i n g Paddenstoelen ordenen 1 Kleurpotloden Schaar Lijm Kleur de paddenstoelen en knip ze uit. Plak ze op van klein naar groot. Stippen tellen 2 Kleurpotloden Kleur de paddenstoelen

Nadere informatie

Doe- pad Watertorenweg

Doe- pad Watertorenweg Doe- pad Watertorenweg Achtergrond informatie voor de begeleider. Groep 7-8 Colofon Deze lesbrief in opgesteld door De Hortus, Centrum voor Natuur en Mileu, in opdracht van de Gemeente Harderwijk. Wij

Nadere informatie

MINIDIERENSAFARI - veldwerkopdrachten met ongewervelden-

MINIDIERENSAFARI - veldwerkopdrachten met ongewervelden- MINIDIERENSAFARI - veldwerkopdrachten met ongewervelden- Aanwijzingen voor de leerkracht Kinderen willen doorgaans bij natuureducatieve activiteiten dieren zien. Aangezien de meeste dieren eerder zo snel

Nadere informatie

S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R LEKKER BAKKEN IN DE ZON! Nee niet zonnebaden, maar barbecuen zonder hout of kolen! Dat kan ook met zonlicht. Het lijkt een beetje op een oude truc met een sterk vergrootglas. Als de zon goed schijnt, en

Nadere informatie

Rupsje nooit genoeg. Instructievel Traktaties maken Jumpin

Rupsje nooit genoeg. Instructievel Traktaties maken Jumpin Rupsje nooit genoeg Voor rupsje nooit genoeg: prikker, 5 à 6 druiven, cherrytomaat, zelfklevende wiebeloogjes Rijg de prikker bijna vol met druiven () Prik de cherrytomaat aan het eind van de prikker ()

Nadere informatie

Regenwormen Tijdstip: in september, oktober en november, na een regenbui.

Regenwormen Tijdstip: in september, oktober en november, na een regenbui. KB2 Tijdsinvestering: 45 minuten Regenwormen Tijdstip: in september, oktober en november, na een regenbui. 1. Inleiding Een mol eet per jaar wel 50 kg wormen. Dat is veel, maar als je bedenkt dat in je

Nadere informatie

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS LESBRIEVEN LEERLINGENBESTAND LESBRIEF 1: WATER VERZAMELEN Verhaal: De Uitvinders en De Verdronken Rivier Opdracht 1: Opdracht 2: Opdracht 3: Opdracht 4: Brainstorm over water Bouw een water-takel-kraan

Nadere informatie

Knutselmap 1. De basis

Knutselmap 1. De basis Knutselmap 1 De basis Wat heb je altijd nodig? - schaar - lijm - gekleurd papier - stiften - verder alles wat bij wat heb je nodig staat lijm papier schaar knutselen 1. Leg een placemat of kleed op de

Nadere informatie

lesbrieven water verzamelen avonturenpakket de uitvinders en de verdronken rivier leerlingen werkblad Lesbrief 1:

lesbrieven water verzamelen avonturenpakket de uitvinders en de verdronken rivier leerlingen werkblad Lesbrief 1: lesbrieven leerlingen werkblad Lesbrief 1: water verzamelen Verhaal: De Uitvinders en De Verdronken Rivier Opdracht 1: Opdracht 2: Opdracht 3: Opdracht 4: Brainstorm over water Bouw een water-takel-kraan

Nadere informatie

Doel: De kinderen kunnen de verschillende kleine beestjes benoemen en kunnen aangeven hoe deze dieren leven.

Doel: De kinderen kunnen de verschillende kleine beestjes benoemen en kunnen aangeven hoe deze dieren leven. Doel: De kinderen kunnen de verschillende kleine beestjes benoemen en kunnen aangeven hoe deze dieren leven. Achtergrondinformatie: Insecten hebben altijd 6 poten en een lijf wat is opgebouwd uit 3 delen:

Nadere informatie

Klei, Leem, Zand. Er zijn drie grond soorten zoek de juiste naam per foto. ...grond. ...grond. ...grond

Klei, Leem, Zand. Er zijn drie grond soorten zoek de juiste naam per foto. ...grond. ...grond. ...grond A ARDE De aarde is bedekt met grond. Overal op de aarde ligt grond. Grond ziet er niet steeds het zelfde uit. Denk maar aan het strand of het bos daar is de grond anders. Er zijn drie grond soorten zoek

Nadere informatie

Doos der wijzen: opdracht één

Doos der wijzen: opdracht één Doos der wijzen: opdracht één Zet de schoenendoos voor je voet, en bekijk alle kanten goed. De bodem zie je nu helemaal niet, heb daarover geen verdriet. Neem het deksel er eens van, hoeveel kanten zie

Nadere informatie

S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R HET DUIZELT VOOR JE OGEN Maar je hersenen maken er een mooie film van. Met een speciale ronddraaiende trommel met spleetjes: een zoötroop, kunnen jullie je eigen bioscoop maken. Maak allebei een aantal

Nadere informatie

Van je juf of meester krijg je een plaatje. Er zijn vier verschillende plaatjes.

Van je juf of meester krijg je een plaatje. Er zijn vier verschillende plaatjes. Opdracht 1 Deze opdracht doe je in een groepje van vier. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Er zijn vier verschillende plaatjes. 1. Zoek in de klas naar een klasgenoot met een ander plaatje dan

Nadere informatie

Nu ben jij aan de beurt!!!!!!!

Nu ben jij aan de beurt!!!!!!! TAAL KAART 1 Maak een woordenspin van de herfst! Als je voor deze kaart kiest ga je een woordenweb maken over de herfst. Nu ben jij aan de beurt!!!!!!! -Neem een kladblad. -Schrijf je woord in het midden.

Nadere informatie

Suggesties bij de les Speurneus Spinnenweb voor de verdere verwerking op school

Suggesties bij de les Speurneus Spinnenweb voor de verdere verwerking op school Suggesties bij de les Speurneus Spinnenweb voor de verdere verwerking op school Bekijk diverse filmpjes via internet Schooltelevisie en/of Beeldbank: http://www.schooltv.nl/beeldbank/ Leskist Kriebel,

Nadere informatie

Kruidentuin in de klas

Kruidentuin in de klas Kruidentuin in de klas Werkbladen Leerlingenwerkboek Groep 5 t/m 8 Zaden... 2 Kieming, een nieuw begin... 3 Testen kiemfactoren... 4 Kruidenkaart maken... 5 De bouw van een plant... 6 Herbarium maken...

Nadere informatie

RECYCLE ART 7 leuke dingen om zelf te maken van afvalmateriaal

RECYCLE ART 7 leuke dingen om zelf te maken van afvalmateriaal RECYCLE ART 7 leuke dingen om zelf te maken van afvalmateriaal Dit E-book is in stand gekomen met input van Wilt u een workshop organiseren in omgeving Groningen? Kijk dan op www.artak.nl Werkbeschrijving

Nadere informatie

Handleiding voor BAKKERA notitie boekje productie- voor Makom desycle werkplaats - Latin Sisters Design Productions (LSDP), november 2009 2

Handleiding voor BAKKERA notitie boekje productie- voor Makom desycle werkplaats - Latin Sisters Design Productions (LSDP), november 2009 2 HANDLEIDINGBAKKERA 1 Benodigdegereedschappen: Benodigdematerialen: BakkeraMal Bouwtekening FotohouderMal Holpijp2mm Hamer Potlood Liniaal StanleyMes Naaimachine Schaar EyeletTang StevigKarton StevigPapier

Nadere informatie

Opdrachten thema. Veluwe

Opdrachten thema. Veluwe en thema Totaal materialen heide Materialen per groepje 1A Sporen van grazers 3 Witte bakken 3 Pincetten Zoekkaart bos- en heideplanten 1B Dennen trekken Handschoenen voor elk kind Zoekkaart bos- en heideplanten

Nadere informatie

12 spits je oren eekhoorntjes, ga in een kring zitten met de ogen dicht. spits je eekhoorn-oortjes en luister goed. wat hoor je allemaal? ritselt er e

12 spits je oren eekhoorntjes, ga in een kring zitten met de ogen dicht. spits je eekhoorn-oortjes en luister goed. wat hoor je allemaal? ritselt er e 14 raadsel 8 versierde poot! met mijn poot pak ik van alles vast. pak de poot van de eekhoorn en strijk ermee langs deze planten. blijven er zaadjes aan mijn poot hangen? blijven ze ook aan jullie eekhoornjas

Nadere informatie

,:,- ::s (\') ., - n. -==-. (\) ==} (\) (\) (ih. (\) (h. b,. (\)

,:,- ::s (\') ., - n. -==-. (\) ==} (\) (\) (ih. (\) (h. b,. (\) ë' - ::s r,:,- -+ o -+ (\') 0 lo., o_ 0 - n. ==} -==-. < (ih o= (h b,. =g ) Tuinwandeling voor groep 1 / 2 van het primair onderwijs HET LIEVEHEERSBEESTJESPAD Tuin: Landzigt Tijdsduur: cira 1 uur Eigen

Nadere informatie

S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R WELKOM! Een bezoeker die een science center binnenkomt, moet gelijk in de stemming komen om van alles te ontdekken. Dat kan doordat er iets verrassends gebeurt. Daar gaan jullie op een heel speciale manier

Nadere informatie

Schematisch en natuurgetrouw

Schematisch en natuurgetrouw Proef 1 Schematisch en natuurgetrouw - Werkblad 1 - Tekenmateriaal - Liniaal Hieronder zie je een afbeelding van een vlinder. Maak hiervan een schematische tekening op werkblad 1. Maak ook een natuurgetrouwe

Nadere informatie

BOUW JE EIGEN WEERSTATION

BOUW JE EIGEN WEERSTATION BOUW JE EIGEN WEERSTATION Als je wilt weten wat voor weer het is, dan moet je de verschillende weerselementen kunnen meten. Met enkele heel gewone dingen kan je jouw eigen weerstation bouwen. De thermometer

Nadere informatie

Deze les bestaat uit twee delen. Het eerste deel kunnen de leerlingen zelfstandig in groepjes uitvoeren en het tweede gedeelte doe je klassikaal.

Deze les bestaat uit twee delen. Het eerste deel kunnen de leerlingen zelfstandig in groepjes uitvoeren en het tweede gedeelte doe je klassikaal. LESBRIEF 1 KM HOOP Handleiding leerkracht In de Week van de Hoop staat Team Hoop centraal, een groep superhelden die samen bijzondere avonturen beleven. De leerlingen ontdekken dat ze allemaal superhelden

Nadere informatie

Koolwitjes in de klas! (Groep 7 & 8)

Koolwitjes in de klas! (Groep 7 & 8) Koolwitjes in de klas! (Groep 7 & 8) Via internet kunnen van maart tot en met september bij De Vlinderstichting levende eitjes, rupsen en poppen van het groot koolwitje besteld worden. Dit lespakket hoort

Nadere informatie

DAT VERDIENT EEN BLOEMETJE!

DAT VERDIENT EEN BLOEMETJE! 1B DAT VERDIENT EEN BLOEMETJE! - Tuinbouw - "ik hoor en ik vergeet, ik zie en ik onthoud, maar ik doe en ik begrijp" Naam:... Klas:... 1 Probleem Binnen enkele weken is het weer infodag en de directie

Nadere informatie

Van eitje tot vlinder

Van eitje tot vlinder Werkblad Van eitje tot vlinder Wat is de goede volgorde van de plaatjes? Begin bij plaatje : de vlinder legt eieren. Schrijf de letter a in hokje. Welk plaatje is de volgende? Zet de letter ervan in hokje

Nadere informatie

APPELGEZICHTJES BOOTJE. Nodig per kind:

APPELGEZICHTJES BOOTJE. Nodig per kind: APPELGEZICHTJES Nodig per kind: * 1 kleine zoetzure appel met steel * een halve groene zure mat * poedersuiker en water * rode en zwarte voedselkleurstof 1. Was de appel en droog hem. 2. Vouw de zure mat

Nadere informatie

Koolwitjes in de klas!

Koolwitjes in de klas! Via internet kunnen van maart tot en met september bij De Vlinderstichting levende eitjes, rupsen en poppen van het groot koolwitje besteld worden. Dit lespakket hoort bij zo n pakket eitjes, rupsen en

Nadere informatie

Koolwitjes in de klas!

Koolwitjes in de klas! Via internet kunnen van maart tot en met september bij De Vlinderstichting levende eitjes, rupsen en poppen van het groot koolwitje besteld worden. Dit lespakket hoort bij zo n pakket eitjes, rupsen en

Nadere informatie

Inspiratie voor gezonde en feestelijke traktaties

Inspiratie voor gezonde en feestelijke traktaties Inspiratie voor gezonde en feestelijke traktaties Groentefrietjes Vrolijke bekertjes Rode paprika s Komkommers Waspenen 1. Schrijf de naam en leeftijd van de jarige op de bekertjes. 2. Was de paprika

Nadere informatie

Opdracht 1 Werkblad Tekenen met Tape. Opdracht 2 Werkblad Make your own Mondriaan. Opdracht 3 Werkblad Hands in tape

Opdracht 1 Werkblad Tekenen met Tape. Opdracht 2 Werkblad Make your own Mondriaan. Opdracht 3 Werkblad Hands in tape Opdracht 1 Werkblad Tekenen met Tape Opdracht 2 Werkblad Make your own Mondriaan Opdracht 3 Werkblad Hands in tape Opdracht 4 Werkblad Duct tape portmo TAPE UR DAY Werkblad Tape Wall Painting Werkblad

Nadere informatie

Heel veel sterren! Kijken naar de sterren

Heel veel sterren! Kijken naar de sterren Heel veel sterren! Kijken naar de sterren * groep 1-2 13 tijdsduur 45 minuten kerndoelen 1, 23, 46, 54 en 55 lesdoelen De leerling: weet dat sterren licht geven weet dat je sterren s nachts ziet (als het

Nadere informatie

Wheels at work Katrol Stel je eens voor dat je een zware piano een verdieping omhoog moet tillen. Hoe zou het zijn om deze piano de trap op de tillen? Als je de piano met een paar katrollen omhoog hijst,

Nadere informatie

HET GROTE WELPEN DOEBOEK SCOUTING HEIDEPARK

HET GROTE WELPEN DOEBOEK SCOUTING HEIDEPARK HET GROTE WELPEN DOEBOEK SCOUTING HEIDEPARK 2018-2019 ERWIN DE SWART Scouting Heidepark Het Grote Welpen Doeboek 2018-2019 Bladzijde 1 Het Avontuur Begint Hier Elk weekend gaan de Welpen (6-11 jaar) van

Nadere informatie

ACTIVITEITEN GROEP 3 en 4

ACTIVITEITEN GROEP 3 en 4 ACTIVITEITEN GROEP 3 en 4 Wat zegt die grafiek? De indeling van de ochtend is als volgt: Schoolbrede start (15 minuten) Zie hoofdstuk Schoolbrede start. Deel 1 Tellen in een plaatje (20 minuten) De kinderen

Nadere informatie

S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R DE WILLIE WORTEL QUIZZZ Gaat er bij jou ook een lampje branden? Dan heb je het goede antwoord op de vraag gegeven. Maak een knotsgekke elektroquiz. Daarvoor gaan jullie zelf de quizvragen en antwoorden

Nadere informatie

Auditieve oefeningen bij het thema: Kriebelbeestjes

Auditieve oefeningen bij het thema: Kriebelbeestjes Auditieve oefeningen bij het thema: Kriebelbeestjes Boek van de week: 1; Rupsje Nooitgenoeg 2; Eentje Geentje het lieveheersbeestje 3; 4; Verhaalbegrip: Bij elk boek stel ik de volgende vragen: Wat staat

Nadere informatie

Moeder Natuur BESCHUIT MET MUISJES

Moeder Natuur BESCHUIT MET MUISJES Naam: Moeder Natuur BESCHUIT MET MUISJES Bekijk het clipje: Beschuit met muisjes Groep: LES 8 - WERKBLAD 1 a) Weet je hoe het was toen jij een baby was? Bijvoorbeeld: Was je het eerste kind bij jou thuis

Nadere informatie

GLAS ETSEN MAAK JOUW GLAS PERSOONLIJK! Ontwikkeld door

GLAS ETSEN MAAK JOUW GLAS PERSOONLIJK! Ontwikkeld door GLAS ETSEN MAAK JOUW GLAS PERSOONLIJK! TEKENEN 1 2 3 4 Laat de kinderen een tekening maken met een dikke donkere stift. (1) Met dikke stiften vermijd je hele dunne lijnen die later in het proces lastig

Nadere informatie

Paddenstoelen in de klas alle groepen

Paddenstoelen in de klas alle groepen Paddenstoelen in de klas alle groepen werkbladen Uitgave: ANMEC Paddenstoelen in de klas Werkbladen Redactie Paula Wanner Lay-out Jolanda van der Heijden Met dank aan: De Hortus, Centrum voor Natuur en

Nadere informatie

NME-leerroute Bomen in het Wandelbos

NME-leerroute Bomen in het Wandelbos NME-leerroute Bomen in het Wandelbos 5 Groep 1 Tilburg, BS Jeanne d Arc Verhaal voor de kinderen De oudste, dikste en hoogste levende wezens op aarde zijn bomen. In het Wandelbos gaan we bomen onderzoeken,

Nadere informatie

4 Vind me dan. Achtergrondinfo Planten en dieren hebben allerlei manieren om niet op te vallen. Deze kunnen onderverdeeld worden in:

4 Vind me dan. Achtergrondinfo Planten en dieren hebben allerlei manieren om niet op te vallen. Deze kunnen onderverdeeld worden in: 4 Vind me dan Er is altijd wel een verjaardag of een ander feestje om te vieren. En bij een feestje horen cadeautjes. Maar voor het zover is, wil je het cadeautje natuurlijk zo goed mogelijk verstoppen.

Nadere informatie

Spellen bij kern 2 Spel 1: Stickers plakken Spel 2: Wie maakt de meeste woorden? Spel 3: Woorden maken Spel 4: Zelf typen Spel 5: Letterboek maken

Spellen bij kern 2 Spel 1: Stickers plakken Spel 2: Wie maakt de meeste woorden? Spel 3: Woorden maken Spel 4: Zelf typen Spel 5: Letterboek maken Spellen bij kern 2 Spel 1: Stickers plakken Schrijf op een velletje met zelfklevende stickers een aantal keren de volgende woorden: oog - neus - buik - teen. Zet alle knuffels van uw kind bij elkaar. Laat

Nadere informatie

Opdrachten thema. Veluwe

Opdrachten thema. Veluwe en thema Schema groepjes en opdrachten bij vorm 2: elke opdracht vaste begeleider Groepje 1: spechten Groepje 2: muizen Groepje 3: vossen Groepje 4: eekhoorns Groepje 5: egels Kleine beestjes + voedselketens

Nadere informatie

WORD EEN ECHTE bomenkenner!

WORD EEN ECHTE bomenkenner! WORD EEN ECHTE bomenkenner! In dit boek kun je bladeren van loofbomen plakken die je vindt tijdens je wandelingen in het bos of het park. Maar voor je een echte bomenkenner kunt worden, moet je nog een

Nadere informatie

Lessuggesties voor groep 5-8

Lessuggesties voor groep 5-8 Lessuggesties voor groep 5-8 1 Inhoud pakket - Achtergrondinformatie vindt u op: www.rotterdam.nl/downloadslesmateriaal - Leskaarten met lessuggesties groep 5-8 - Materialen van het pakket: Leskaart 1

Nadere informatie

Werkbeschrijvingen. Vakantiebijbelweek 2012. Dag 1: Kleuters: Trommel Middengroep: Rainpipe

Werkbeschrijvingen. Vakantiebijbelweek 2012. Dag 1: Kleuters: Trommel Middengroep: Rainpipe Werkbeschrijvingen Vakantiebijbelweek 2012 Dag 1: Kleuters: Trommel Middengroep: Rainpipe Dag 2: Kleuters: Cake versieren Middengroep: Versierde Koekjes Dag 3: Kleuters: Kijk-eiderdoos Middengroep: Spel

Nadere informatie

Modelvliegtuigbouw. Leerlingenhandleiding. De Fantra VMBO II. Auteur; Wout Heijne. Lay out Jeroen van den Brand

Modelvliegtuigbouw. Leerlingenhandleiding. De Fantra VMBO II. Auteur; Wout Heijne. Lay out Jeroen van den Brand Modelvliegtuigbouw Leerlingenhandleiding. De Fantra VMBO II Auteur; Wout Heijne Lay out Jeroen van den Brand De Romp De romp Stap 1 - Mal - Figuurzaag - Potlood - Plaatje triplex 1. Teken met behulp van

Nadere informatie

onderzoek water opdrachtkaart Onderdeel A les 5-6.6

onderzoek water opdrachtkaart Onderdeel A les 5-6.6 Onderdeel A 1. 2. 3. 4. 5. Lees de opdracht. Noteer de verwachting. Voer het onderzoek uit. Noteer het resultaat. Noteer de verklaring. - twee glazen - bol dikke wol - schaar - liniaal - viltstift, donkere

Nadere informatie

DOCENT. Thema: natuur BOMEN BIJ MIJN SCHOOL. groep 3 en 4. Stadshagen

DOCENT. Thema: natuur BOMEN BIJ MIJN SCHOOL. groep 3 en 4. Stadshagen In groep 1 en 2 hebben de leerlingen binnen dit thema geleerd dat er in de natuur verschillende kleuren, vormen en texturen te vinden zijn. De leerlingen in groep 3 en 4 richten zich in dit thema op bomen.

Nadere informatie