Ontwerp van een verkeerscomplex voor de rotonde Haandorp BEVEREN

Transcriptie

1 Ontwerp van een verkeerscomplex voor de rotonde Haandorp BEVEREN

2

3 Ontwerp van een verkeerscomplex voor de rotonde Haandorp in de Waaslandhaven BEVEREN Studie in opdracht van Maatschappij Linkerscheldeoever St-Paulusplein 27, 9120 Kallo contactpersoon: Liesbeth Van Driessche Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen uitgevoerd door TECHNUM-TRITEL, Kortrijksesteenweg 1144A, 9000 Gent contactpersoon: Marc Jossa in samenwerking met maat-ontwerpers, Forelstraat 55B, 9000 Gent

4 0/ OPDRACHT 1/ DOELSTELLINGEN EN RANDVOORWAARDEN 6 kostenbesparend werken 6 optimalisatie van het netwerk 7 duurzaam ruimtelijk ontwerpen 13 maximaal faseerbaar 13 2/ VARIANTENONDERZOEK 14 variant 0 16 variant 1 18 variant 2 20 variant 3 22 variant 3 24 variant / ONTWERP 28 weginfrastructuur 30 ecologische infrastructuur 32 kunstwerken 40 waterhuishouding 50 nutsleidingen 51 4/ FASERING, RAMING, BIJLAGES 54 fasering 54 raming 54 bijlages 54 OPDRACHTOMSCHRIJVING Problematiek Het verkeerscomplex Haandorp bevindt zich in de Waaslandhaven op de Linkerscheldeoever. Het complex wordt aangelegd op de kruising van de Hoogschoorweg, Haandorpweg, Sint Michielsstraat en Natiestraat. In opdracht van de Maatschappij Linkerscheldeoever en het Gemeentelijk Havenbedrijf van Antwerpen wordt een door Tritel/Maat-ontwerpers een voorontwerp en een raming voor dit nieuwe kruispunt opgemaakt. In de voorliggende nota wordt zowel het variantenonderzoek als het voorontwerp van de Context Voor de verdere ontwikkeling van de haven van Antwerpen heeft de Vlaamse Regering op 11 september 2009 het plan-mer goedgekeurd over het ontwerp omgeving. Binnen dit plan-mer is het Maatschappelijk Meest Haalbaar Al- Logistiek Park Waasland te Beveren (Verrebroek). fases. Voor Fase 1 die ten zuiden van de Hoogschoorweg en spoorlijn Lijn 10 is gerealiseerd werd op 13 oktober 2008 een stedenbouwkundige vergunning verleend. Infrabel kan akkoord gaan met een voorlopige overweg op lijn 211 ter hoogte van de rotonde Haandorpweg onder de zeer strikte voorwaarde dat deze over- dienst komt. Dit betekent dat de geplande verhoogde aanleg van de rotonde, waarbij de tijdelijke overweg vervangen wordt door een overbrugging moet uit- verbinding is momenteel gepland in huidige gelijkvloerse spoorwegovergang die toegang verleent tot het Logistiek Park Waasland dus verdwijnen. Om het logistiek park bereikbaar te houden moet het bestaande kruispunt op dat moment verhoogd aangelegd zijn. Het spoor van Lijn10 wordt dan ongelijkvloers gekruist.

5 Hoo Ha an do rp we g 5 gsc hoo rwe g Natiestr aat Haz opw eg

6 1/ DOELSTELLINGEN EN RANDVOORWAARDEN liike doelstellingen. Hoewel in het bestek reeds verschillende uitgangs- aanvullen van deze doelstellingen en randvoorwaarden een belangrijke eerste stap in het ontwerpproces. Vanuit het overleg met de verschillende betrokken actoren zijn verschillende doelstellingen en randvoorwaarden in kaart gebracht. Ze zullen bij de verdere evaluatie van varianten en de uitwerking van het voorontwerp als toetsingskader worden gebruikt. Ze zijn gegroepeerd onder 4 hoofddoelstellingen die hierna verder wor- 1. Kostenbeperkend ontwerpen 2. Optimaliseren van het netwerk Maximaal faseerbaar KOSTENBEPERKEND ONTWERPEN Er moet spaarzaam omgesprongen worden met overheidsmiddelen. In deze havencontext staat daarom de functionaliteit van het ontwerp centraal, weliswaar met voldoende aandacht voor duurzaamhied, ruimtelijke inpasbaarheid en architecturale kwaliteit. Om de kostprijs van een oplossing reeds te kunnen meenemen bij de evaluatie van de onderzochte varianten, is reeds bij het variantenonderzoek per variant een ruwe raming gemaakt. Hierbij is een opsplitsing gemaakt van de kostprijs voor de kunstwerken enerzijds en de kostprijs voor de aanvulgronden en de wegenis anderzijds. Het voorzien van minder en eenvoudigere kunstwerken kan de kostprijs sterk beperken. Spoorlijnen worden daarom bijvoorkeur loodrecht gekruist (minimale overspanning), kruisingen ter hoogte van de kosprijs van zowel een koker- als brugconstructie in relatie tot de overspanning. Onder de 12,5m is een koker goedkoper, boven de 12,5m is een brug interessanter. Bij de eerste inschatting van de kostprijs is dan ook uitgegaan van een kokerconstructie voor een overspanning tot ongeveer 12,5m. Bij grotere overspanning is een brugconstructie verondersteld. Rijwegen op een talud zijn vanzelfsprekend goedkoper dan op een beschikbare aanvulgronden kunnen worden gebruikt. Er is in de haven minimaal m³ grond beschikbaar en geschikt voor aanvullingen. In het variantenonderzoek wordt dan ook uitgegaan van het gebruiken van deze beschikbare grond. Op basis van de beschikbare gegevens kunnen hiermee 8/4-taluds worden gerealiseerd. In alle onderzochte varianten is steeds gewerkt met deze 8/4 hellingen voor grondlichamen. Kostenbeperkend ontwerpen verhouding kostprijs per lopende meter tussen een brug en een koker koker brug 40

7 7 OPTIMALISATIE VAN HET NETWERK Het herdenken van de toegang tot het Logistiek Park Waasland (met een ongelijkvloerse kruising van Lijn 10) impliceert uitspraken over )22# ))&9#D"1# &#$9#(0#&4 N//( D/9#2 6# $(#"&K ;.()+3$>9)1#&K!"#$%K het openbaar vervoer als de ecocorridor voor de rugstreeppad zijn de gewenste netwerken in kaart gebracht en de concrete (technische) ontwerpparameters vastgelegd. In het variantenonderzoek wordt bij elke variant voldaan aan de vooropgestelde concrete ontwerpparameters. Vooral kwalitatieve aspecten (omtrent netwerk en gebruik) zullen de verschillen tussen de varianten bepalen. TREIN - netwerk E& 3#$ 5(/A#+$1#7"#6 7#."&6#& D"+3 O B"A&#& HI ;8PQ>K RHH #& RHHSR D"A& 5*72"#0# R &"#$ 1#?2#+$("!"+##(6# 2"A&#& zijn consessiesporen. Spoorwegovergangen worden bij voorkeur ongelijkvloers ingericht. Gelijkvloerse spoorwegovergangen kennen nog veel ongevallen en worden door Infrabel sterk afgeraden. Nieuwe (door E&'()7#2 7#3##(6#> %5//(9#1/.#(1)&1#& 9/(6#& 5#( 6#!"&"$"# /&1#2"A0.2/#(% 5*72"#0# %5/(#& ;E&'()7#2> T B"A& HI ;8PQ>K B"A& 211 en Lijn 211/2 moeten dus ongelijkvloers gekruist worden. Niet alleen de veiligheid, maar ook de bedrijfszekerheid voor zowel spoor als gemotoriseerd verkeer (havenverkeer) wordt zo verhoogd. Het autoverkeer kan continu gebruik maken van de wegenis en wordt niet opgehouden door een voorbijrijdende trein. Binnen het onderzoeksgebied is Infrabel tenslotte ook op zoek naar een geschikte locatie voor een tankplaats voor locomotieven. Hoewel bij het afwerken van deze studie nog geen locatiekeuze gekend is moet dit bij 3#$ 2)$#(# /&$9#(5 "& 6#$)"2 9/(6#& C##1#&/C#&4 <##( %5#+"!"#0 C/#$ de mogelijke interferrentie met de ecocorridor voor de Rugstreeppad (zie later) beperkt worden. TREIN - ontwerpparameters 1/ Alignement - $# 3)&63).#& C"&"C)2# 7/+3$%$())2 7#6())1$ ROIC (Infrabel). Voor sporen die niet in beheer zijn van Infrabel is uitzonderlijk een minimale bochtstraal van 180 meter toegestaan. Bij een bochtstraal van minimaal 250 meter is een uitvoering van de dwarsliggers in beton mogelijk en kunnen de sporen aan elkaar gelast worden, wat de duurzaamheid en het onderhoud van de sporen sterk bevorderd. Bij kleinere bochtstralen is het toepassen van betonnen dwarsliggers niet mogelijk en dient men over te schakelen naar houten dwarsliggers die minder duurzaam zijn en een hoger onderhoudskost met zich meebrengen. Bij een gelijkvloerse spoorwegovergang wordt het spoor best zo haaks mogelijk gekruist. Enkel bij het haaks kruisen kan de overweg gerealiseerd worden met duurzame materialen. - Spoorlijn %5//(2"A& RHHSR 1(#&%$ ))& 6# $# (#)2"%#(#& 9#%telijke ontsluitingsweg en moet nog ingericht worden. Hoewel het horizontaal alignement niet meer gewijzigd kan worden, kan het lengtepro!"#2.)& 3#$ %5//( 7#5#(0$ ))&1#5)%$ 9/(6#& "& '*&+$"#.)& 6# ))&2#1 van de rotonde Watermolen. - VOPAK ;+/&+#%%"#%5//(>F U( 9/(6$ ##& 7"A0/C#&6# %5//(9#1))&sluiting voorzien voor VOPAK Chemical Terminals. Het tracé is nog in studiefase waardoor de exacte ligging nog te bepalen is. Bij voorkeur wordt er recht aangesloten op de bestaande infrastructuur. Op lange termijn wordt een bijkomend spoor voorzien parallel aan de Hoogschoorweg/Blikken ter onstluiting van de toekomstige concessies langs 3#$ %5//( D)2 ))&%2*"$#& /5 3#$ %5//( &))( NMV8W4 %5//(7*&6#2 6"# #.#&9"A6"1 2//5$ C#$ 6# =))&dorpweg bestaat ter hoogte van de toegang naar het logistiek park uit 3 %5/(#&F B"A& HI ;8PQ> #& ##& 6//62/5#&6 %5//(4 =#$ 6//62/5#&6 %5//( zal verlengd worden met ongeveer 500m ter uitbreiding van de spoorbundel Zuid. Het verlengde 3de spoor kan gebruikt worden voor de )'$)00"&1 &))( %&#22# /5##&./21"&1.)&.#(%+3"22#&6# 9"%%#2%.())1$ 3"#( /C ##& 1/#6# $#(*10/55#2"&1 C#$ %5//(infrastrcutuur in het uiteindelijke ontwerpvoorstel werd gevalideerd door Infrabel.

8 2 - Vrije hoogte - beheerd door Infrabel moet 6m vrije hoogte aangehouden worden, te naar concessies (Seaport Terminals, VOPAK) is de noodzakelijke vrije hoogte slechts 5,40m te meten vanaf het rolvlak van de sporen. Bij spoorwegovergangen en kunstwerken (tunnels of bruggen) moet er voldoende aandacht besteed worden aan de bovenleidingspalen langsheen de spoorbundel. geëlektrificeerd niet-geëlektrificeerd - Breedte van spoor nimale afstand tussen het uiterste spoor en een hindernis (bvb kolom van brug of wand van tunnel) bedraagt bij norm minimaal 4 meter. Aangezien de lengte van de hindernis hier beperkt is in lengte, staat Infrabel toe de minimale afstand te beperken tot 2,60 meter. Voor een enkel 3/ Zichtkegel /-afstanden Wanneer het spoor gelijkvloers gekruist wordt moet men rekening houden met de benodigde zichtafstanden, zodat een trein op tijd kan Optimalisatie van het netwerk technische randvoorwaarden spoornetwerk:

9 9 (VRACHT)WAGEN - netwerk Het toekomstige netwerk voor het wegverkeer is uitgetekend in de Mobiliteitsstudie Waaslandhaven Antwerpen. Op termijn zal de volledige Waaslandhaven ontsloten worden door een ringstructuur (Primaire II). Ze sluit aan op de R2 in het oosten en op de E34 in het zuiden. liseerd worden en zal een op-en afrit krijgen ter hoogte van de Schoor- Werken afdeling Maritieme Toegang (AMT)) zal het complex Haandorp en zo o.a. het Logistiek Park Waasland aangesloten worden. Hoewel de nieuwe vebindingsweg tussen de Rotonde Watermolen en het complex Haandorp pas in een later fase door AMT zal worden uitgevoerd, is in het ontwerpend onderzoek steeds rekening gehouden met deze aansluiting. 1. Goede leesbaarheid 2. Hoge bedrijfszekerheid (op groei en bij calamiteit) 3. Maximale veiligheid 4. Verbeterde leesbaarheid 5. (VRACHT)WAGEN - ontwerpparameters men voor de aansluitende takken. 2/ Intern uitzonderlijk haventransport werken van het ontwerp wordt als uitgangspunt de havenkranen om de rotonde Haandorp geleid. 3/ Interne verbinding tussen concessies tabaknatie Ten zuiden van de Hoogschoorweg en de Hazopweg bevindt zich het houder benut, namelijk Tabaknatie. Het complex van Haandorp zal verhoogd aangelegd worden om zo de kruising met Lijn 10 ongelijkvloers ling naar het complex wordt voorzien en dat beide delen van de conces- is mogelijk om ten zuiden van Lijn 10 een grotere of extra zijoverspanning te voorzien om zodoende beide concessiedelen terug met elkaar - opgevraagd.

10 FIETS - netwerk ook als een ringstructuur rondom de Waaslandhaven georganiseerd. - de zuidelijke (oost-west) tangent van deze ringstructuur waarop tevens de rotonde Haandorp wordt voorzien. Ten oosten en buiten de omgeving van het complex Haandorp, is ter hoogte van de Land van Waaslaan een aansluiting voorzien richting Beveren via de Koestraat over de E34 heen richting Polderdreef en Kas- de R2 ten oosten van het complex Beveren. FIETS - ontwerpparameters - Vrijwaren van het BFF - vloerse kruisingen) biedt hierbij voordelen. Ten westen en buiten de omgeving van het complex Haandorp is ter hoogte van de Watermolendijk en de Sluistraat een aansluiting voorzien sluiting vormt de westelijke tangent van de ringstructuur. Vanaf de BFF en ter hoogte van het complex van Haandorp zullen de lijke concessies (Tabaknatie/VOPAK/Seaport Terminals) In het optimalisatievoorstel wordt getracht een vlotte, veilige en comfortabele verbinding voor langzaam verkeer te realiseren. Na overleg met de dienst mobiliteit van de provincie Oost-Vlaanderen teert van 2007 en geüpdate zal worden. Concreet betekent dit dat het opgenomen wordt en het provinciaal netwerk het traject van het Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk (BFF) zal volgen.

11 OPENBAAR VERVOER - netwerk Vandaag is er ter hoogte van Hoogschoorweg-Haandorpweg een bus- plaatst moeten worden. Randvoorwaarden openbaar vervoer Vlaanderen de herlocalisatie van de bushalte bepaald worden. 11

12 ERROR: undefinedresource OFFENDING COMMAND: findresource STACK: /0 /CSA /0 /CSA -mark-