Gedeputeerde Staten. Samenwerkingsverband Regionale Vuilverwerking Ullerberg (REVU) T.a.v. de heer R. van der Weide Postbus AM ERMELO

Transcriptie

1 Gedeputeerde Staten Samenwerkingsverband Regionale Vuilverwerking Ullerberg (REVU) T.a.v. de heer R. van der Weide Postbus AM ERMELO Bezoekadres Huis der Provincie Markt CG Arnhem telefoonnummer (026) telefaxnummer (026) adres internetsite Postadres Postbus GX Arnhem datum zaaknummer 29 juni /MPM21165 onderwerp Nazorgplan Stortplaats Ullerberg te Ermelo Geachte heer Van der Weide, Op 14 april 2011 ontvingen wij van u een actualisatie van het nazorgplan met betrekking tot stortplaats Ullerberg aan de Jhr. Dr. C.J. Sandbergweg 115 te Ermelo, opgesteld door Tauw, kenmerk R AJV-srb-V04-NL van 8 april Wij hebben de brief en het nazorgplan ingeboekt onder zaaknummer Grondslag Op 1 april 1998 is in werking getreden de Wet van 6 november 1997 tot aanvulling van de Wet milieubeheer (Wm) met een regeling ter waarborging dat gesloten stortplaatsen geen of zo min mogelijk nadelige gevolgen hebben voor het milieu, alsmede wijziging van de Wet bodembescherming (Stb. 1997, nr. 532). Op grond van artikel 8.49, derde lid Wet milieubeheer is de exploitant van een stortplaats, verplicht een nazorgplan ter instemming voor te leggen aan ons college. Titel van de Wm bevat bepalingen over de financiering van de zorg voor gesloten stortplaatsen. Uit artikel vloeit voor Provinciale Staten de verplichting voort een heffing in te stellen ter bestrijding van de kosten van nazorg. Toetsingskader Het nazorgplan moet de bodembeschermende maatregelen beschrijven die nodig zijn na sluiting van de stortplaats. Het moet ook voldoende informatie bevatten om de hoogte te kunnen bepalen van de heffing die Provinciale Staten in gevolge artikel van de Wm hebben ingesteld. Toetsingskader voor de nazorgplannen vormen de Wm-vergunning, het Stortbesluit bodembescherming, de uitvoeringsregeling Stortbesluit bodembescherming, de Leidraad storten, de Leidraad bodembescherming, de Richtlijnen voor dichte eindafwerking op afval- en reststoffenbergingen, de Richtlijnen drainagesystemen en controlesystemen grondwater voor stort en opslagplaatsen, de Richtlijn onderafdichtingsconstructies voor stort- en opslagplaatsen, het modelnazorgplan (besluit van gedeputeerde Staten van Gelderland d.d. 24 maart 1998) en de IPOchecklist Nazorg Stortplaatsen inlichtingen bij dhr. W. van Hoorn doorkiesnr. (026) adres post@gelderland.nl BNG 's-gravenhage, rekeningnummer Rabobank, rekeningnummer ING, rekeningnummer btw-nummer NL B03 code: $ASQ / IBAN-nummer NL74BNGH SWIFT/BIC: BNGHNL2G

2 Overwegingen Aanleiding voor de actualisatie van het nazorgplan zijn de recent afgeronde werkzaamheden met betrekking tot de bovenafdichting en de voornemen om binnen afzienbare tijd te komen tot sluiting van de stortplaats. De werkzaamheden voor de bovenafdichting zijn uitgevoerd in verschillende fases. De evaluatie van fase A heeft onze instemming gekregen d.d. 9 juni De evaluaties van fase B en C hebben wij reeds ontvangen, maar een beoordeling hiervan moet nog plaatsvinden. Voor de beoordeling van het nazorgplan zijn wij ervan uitgegaan dat de we ons kunnen vinden in de evaluaties van de beide evaluatierapporten. Delen van de bovenafdichting van fase B dateren uit 1995 en 1999 en hebben een andere opbouw van de afdichtingsconstructie. In sluitingsfase zal o.a. worden gecheckt of aan alle voorschriften, verbonden aan de vergunning voor de stortplaats, is voldaan en dat ook geen andere maatregelen ingevolge de Wet bodembescherming getroffen dienen te worden door degene die de stortplaats drijft. Een aantal aspecten in het nazorgplan zoals bijvoorbeeld het behoud van de beheerderswoning zullen dan worden beoordeeld. Onderhavige instemming op het nazorgplan heeft alleen betrekking op de voor nazorg relevante technische voorzieningen voor het beheer en de monitoring van de stortplaats. De afgelopen periode zijn verschillende inspecties verricht en zijn registraties van onderhoudswerkzaamheden en metingen verzameld. Met ingang van 2011 worden deze werkzaamheden uitgevoerd conform het nieuw opgestelde onderhouds- en inspectieplan (versie 20 april 2011). De resultaten zullen voor 1 april 2012 worden gerapporteerd. Voor de beoordeling van het nazorgplan zijn wij ervan uitgegaan dat deze resultaten de in het nazorgplan gepresenteerde staat van onderhoud zullen bevestigen. Ook gaan wij ervan uit dat de bevindingen tijdens de inspecties als ook de aanvullende meetgegevens de beschrijvingen en de keuzes in het nazorgplan zullen ondersteunen. Voor het aanwezige stortgas is momenteel een benuttingsinstallatie actief. Door het teruglopen van de stortgasproductie zal deze in de tijd moeten worden omgebouwd naar uiteindelijke een of meerdere biofilters. Op basis van de door Prodeon weergegeven prognose is geen goede inschatting te maken voor het tijdstip van plaatsing van de biofilters. Vooralsnog gaan wij hierbij uit van In de hoofdstukken 2, 3 en 4 van het nazorgplan zijn o.a. vervangingsfrequenties en amoveringskosten opgenomen welke een rol spelen bij de berekening van de nazorgheffing. Al deze financiële aspecten worden door ons voor kennisgeving aangenomen en zijn geen onderwerp voor instemming. De inspecteur der belastingen is immers degene die de nazorgheffing berekent en daartoe op basis van het nazorgplan de hoogte van de nazorgkosten bepaalt. Het nazorgplan beschrijft in hoofdstuk 5 de risico-evaluatie aan de hand van een systeembeschrijving. Zoals ook verwoordt in de inleiding van hoofdstuk 5 bestaat de risico-opslag in de vigerende Gelderse belastingverordening uit een toeslag van 10% op het doelvermogen. Gelet op de onderdelen van het nazorgplan die wij conform artikel 8.49 van de Wet milieubeheer dienen te toetsen (te weten: de maatregelen strekkende tot het instandhouden en onderhouden, alsmede het herstellen, verbeteren of vervangen van voorzieningen ter bescherming van de bodem, de maatregelen tot het regelmatig inspecteren van deze voorzieningen en het regelmatig onderzoeken van de bodem onder/bij de st ortplaats) kunnen wij instemmen met dit nazorgplan. Besluit Gelet op artikel 8.49, Wet milieubeheer en het hiervoor overwogene, hebben wij besloten in te stemmen met de maatregelen als bedoeld in artikel 8.49, tweede lid Wm, zoals beschreven in het nazorgplan voor uw stortplaats Ullerberg d.d. 8 april

3 Overige opmerkingen De stortplaats is sinds kort geheel voorzien van een eindafdichting. De komende periode wordt benut om de sluiting van de stortplaats voor te bereiden. Hierbij worden diverse onderhouds- en inspectiewerkzaamheden en zo nodig (herstel)maatregelen uitgevoerd. Hoewel het nazorgplan een goed beeld geeft van de benodigde nazorg van de stortplaats, zijn er nog enkele onzekerheden ten aanzien van de technische staat en de prognose van zowel percolaat- als stortgasontwikkeling. Gerelateerd aan het nazorgplan en de voorgenomen sluiting van de stortplaats maken wij de volgende opmerkingen: - Voor het percolaat van de stortplaats wordt een leeglooptijd van 5 jaar aangenomen. Dit lijkt optimistisch. Metingen en registraties zullen deze prognoses moeten onderbouwen. - Het amoveren en afwerken van de percolaatvoorziening is alleen op hoofdlijnen beschreven. - De activiteiten van de controledrainage hebben samenhang met de aanwezigheid van percolaat. - Inspectiewerkzaamheden bij een fakkelinstallatie zullen plaats moeten vinden totdat overgegaan wordt op een biofilter. - Als bij vervanging van de bovenafdichting een deel van de grond buiten de contouren van de stortplaats blijft zal dit de instemming moeten hebben van de grondeigenaar. In de sluitingsfase zullen hierover nadere afspraken moeten worden gemaakt. Wij hopen u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd. Wanneer u nog vragen hebt over deze brief, dan kunt u contact opnemen met de heer W. van Hoorn. Zijn telefoonnummer is (026) Een afschrift van deze brief hebben wij verzonden naar VROM-Inspectie Regio Oost, de gemeente Ermelo en de eigenaar. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Gelderland, Commissaris van de Koningin secretaris Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na dagtekening van het besluit hiertegen een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan Gedeputeerde Staten, secretariaat Commissie van Advies voor Bezwaarschriften en Klachten, Postbus 9090, 6800 GX Arnhem. Op envelop en brief duidelijk "bezwaarschrift" vermelden. Degene die een bezwaarschrift heeft ingediend, kan bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Postbus 20019, 2500 EA s-gravenhage) een verzoek indienen om een voorlopige voorziening te treffen. Voor het behandelen van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt griffierecht geheven. Over de hoogte en de wijze van betaling van het griffierecht kunt u informatie verkrijgen bij de Raad van State, telefoonnummer (070)

4 Informatie over de bezwarenprocedure (inclusief het elektronisch formulier "Bezwaar tegen een beslissing bestuursorgaan") en de mogelijkheid van mediation is te vinden op de website van de provincie Gelderland ( U kunt die informatie, vervat in de brochure "Niet eens met een besluit van de provincie Gelderland? Bezwaarschrift of mediation" ook opvragen bij het Provincieloket via telefoonnummer (026)

5 kopie: - VROM-Inspectie Regio Oost, Postbus 16191, 2500 BD Den Haag - Erven dr. F.G. Waller, t.a.v. ir.drs. M.F. ter Horst, Jhr.dr. C.J. Sandbergweg 97a, 3852 PT Ermelo - B&W van de gemeente Ermelo, Postbus 500, 3850 AM Ermelo - Tauw, t.a.v. de heer A. Verkerk, Postbus 133, 7400 AC Deventer - VV/B&N, dhr. W. van Hoorn - VV/B&N, dhr. J. Vedder - VV/B&N, dhr. R. Wulfers - VV/B&N, dhr. K. Zuijdweg - VV/M1, dhr. T. Achterkamp - HH/M1, dhr. P. van Kempen - HH/M1, dhr. A. Hoogendoorn 5