Culturele verschillen en de wording van de Europese verzorgingsstaat

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Culturele verschillen en de wording van de Europese verzorgingsstaat"

Transcriptie

1 Culturele verschillen en de wording van de Europese verzorgingsstaat To be or not to be, that s the question. Master thesis Universiteit van Amsterdam Master Europese Studies Juni 2015 Marie-Anne Huizer Begeleider: dr. P. Rodenburg 1

2 Inhoud 1. Inleiding De culturele verschillen tussen de Europese verzorgingsstaten Cultuur en culturele verschillen Sociaal economische uitgangspunten De verschillende verzorgingsstaatmodellen in de Europese Unie Het Scandinavische model Het continentale model Het Mediterrane model Het Angelsaksische model Het Oost-Europese model Vijf modellen voor een welvaartsstaat De druk vanuit arbeidsmigratie op de nationale verzorgingsmodellen De EU-werknemer De effecten van arbeidsmigratie op de verzorgingsstaten Positieve effecten van arbeidsmigratie Negatieve effecten van arbeidsmigratie Gevolgen van niet harmonisatie voor de verzorgingsstaat De Duitse hereniging en de verschillen in verzorgingsmodellen Duitsland, het land met twee verschillende verzorgingsmodellen Geert Hofstede en een mogelijke verklaring op de Duitse weerstand tot hereniging Het mechanisme van culturele inclusie en exclusie in Duitsland Wat is de uitwerking van de Duitse hereniging Mogelijkheden tot harmonisatie naar één Europees Sociaal Model De hoeders van het vertoog Sociale rituelen Doctrine Synthese en beantwoording deelvragen en hoofdvraag Synthese Beantwoording deelvragen Beantwoording hoofdvraag Conclusie Bibliografie

3 1. Inleiding Geert Hofstede beschrijft nationale cultuur als culturele verschillen tussen leden van het ene land en leden van een ander land. 1 Nationale cultuur draait volgens Hofstede niet om de culturele verschillen van bevolkingsgroepen binnen een natie, maar het draait om de nationale burgers die onderling een unieke cultuur delen. Hierin wordt nationale cultuur verbonden aan dat van een land of een staat, en niet aan dat van een natie. Deze culturele verschillen uiten zich onder andere in de ontwikkeling van de verzorgingsstaat, die begon in de jaren vijftig van de vorige eeuw en zijn hoogtepunt bereikte in de vroege jaren zeventig. 2 Deze culturele verschillen in de verzorgingsstaat zijn onder andere toe te wijzen aan de verschillen in instituten en het beleid. Volgens Frits Scharpf vormt de verzorgingsstaat een basisbehoefte van burgers en hebben burgers hun levens ingericht op de voortzetting van de bestaande systemen van sociale bescherming en belastingen, waarbij de burgers niet zomaar afstand zullen willen nemen van deze zekerheden. 3 Het in stand houden van de culturele verschillen en het niet willen samensmelten van culturen en verzorgingsmodellen wordt door Michel Foucault beschreven als het vertoog. Het vertoog dient als mechanisme om mensen te kunnen insluiten in een samenleving of groep, maar ook om mensen uit te sluiten van een bepaalde samenleving of groep. 4 Deze hiervoor benoemde culturele verschijnselen en/of vertogen in overweging nemende is het interessant om te kijken naar de vorming van de Europese Unie. In 1957 werd het startschot gegeven voor een samenwerking die hedendaags bekent staat als de Europese Unie. Op 25 maart 1957 werd in Rome door België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland de Europese Economische Gemeenschap opgericht. Hier werden de eerste stappen gezet naar het creëren van een gemeenschappelijke markt, welke in een periode van twaalf jaar gerealiseerd diende te worden. In de beginjaren was het beleid nog hoofdzakelijk gericht op het verwijderen van de douanebepalingen en andere barrières die het vrije verkeer van goederen, diensten en personen konden belemmeren. 5 Echter bleek de termijn van twaalf jaar iets te ambitieus. Halverwege de jaren tachtig werden de idealen van de interne markt herboren en kwam Jacques Delors met een White paper on the completing of the intern market. In deze White paper stonden ruim driehonderd maatregelen om de interne markt daadwerkelijk te realiseren. Het doel was om eind 1992 één markt te hebben voor goederen, diensten, kapitaal en werknemers, waarbij de interne grenzen binnen de Europese Unie zouden worden verwijderd (art. 3 lid 2 Werkingsverdrag EU). Hierdoor was het voor arbeiders een stuk gemakkelijker geworden om in andere lidstaten van de Europese Unie te gaan werken. Sinds de Oostelijke uitbreiding van de Europese 1 Brendan McSweeney, Hofstede s model of national cultural differences and their consequences: A triumph of faith-a failure of analysis. Human relations, nr. 1 (2002): p Frits W. Scharpf, The European social model. JCMS: Journal of Common Market Studies, nr. 4 (2002), p Ibidem, p M. Huizer, Taalspanningen in het Uniform Europees Recht; Volt en Ampère of Foucault en Saussure, Bachelorscriptie Universiteit van Amsterdam (2013), p F. Ambtenbrink en H.H.B. Vedder, Recht van de Europese Unie, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2010, p

4 Unie in 2004 is het aantal arbeidsmigranten die zich om economische redenen binnen de Europese Unie verplaatsen sterk gestegen. 6 Voor deze EU-werknemers geldt dat zij dezelfde sociale en fiscale voordelen hebben als de nationale werknemers (art. 7 richtlijn 2004/38). Zo kunnen zij aanspraak maken op bijvoorbeeld kinderbijslag, bijstandsuitkeringen en kortingen op het openbaar vervoer. 7 Anderzijds promootte Jacques Delors ook dat er een sociale dimensie zou moeten worden toegevoegd aan de verdieping van de economische integratie. 8 Deze weg had echter volgens Fritz Scharpf al ingeslagen moeten worden toen de zes grondleggers in 1957 de EEG oprichtte en was volgens hem niet langer mogelijk met vijftien lidstaten. 9 Dit doet vragen rijzen over de verenigbaarheid van de twee idealen van Jacques Delors. Enerzijds bestond er de ambitie om een markt te creëren waarin arbeiders binnen de grenzen van de Europese Unie kunnen werken. Deze arbeidsmigratie binnen de Europese Unie zou kunnen leiden tot het ontstaan van een financiële druk op de nationale verzorgingsstaten, omdat werknemers de mogelijkheid wordt geboden om te shoppen voor de beste sociale en fiscale voordelen. Dit zou wellicht kunnen leiden tot een noodzaak voor verdere harmonisatie. Anderzijds is inrichting van de verzorgingsstaat gebonden aan de culturele eigenheid van een land of een staat, waarbij de bevolking geen afstand wil nemen van de opgebouwde sociale zekerheden. De hoofdvraag die hierbij gesteld kan worden is of de culturele verschillen, die onder andere resulteren in verschillen van verzorgingsstaten, een onmogelijkheid creëren om te kunnen harmoniseren naar één Europees sociaal model? De deelvragen die aan de hand van deze hoofdvraag gesteld kunnen worden zijn: Wat zijn de gevolgen van het vrije arbeidersverkeer op de verschillende verzorgingsmodellen? Wat zijn de gevolgen wanneer we niet harmoniseren een Europees Sociaal Model? En wat zijn de mogelijkheden tot harmonisatie naar één Europees Sociaal Model? Om deze vragen te kunnen beantwoorden zal ik in hoofdstuk twee ingaan op wat er onder andere wordt verstaan onder cultuur aan de hand van Hofstede en Foucault. Daarnaast zal ik in hoofdstuk twee ingaan op welke wijze cultuur de verzorgingsstaten binnen de Europese Unie heeft vormgegeven. In het derde hoofdstuk zal ik ingaan op het begrip arbeider in Europese context en vervolgens kijken wat de effecten zijn van de EU-werknemers wanneer hij of zij elders in Europese Unie gaat werken. Verder zal er in hoofdstuk drie ook nog ingegaan worden op de gevolgen voor de nationale verzorgingsstaten wanneer er niet geharmoniseerd wordt naar één Europees Sociaal Model. In het vierde hoofdstuk zullen de mogelijkheden worden bekeken om te kunnen harmoniseren naar één Europees Sociaal Model en of de culturele verschillen daadwerkelijk een onoverbrugbaar element. Dit zal gedaan worden aan de hand van een casestudie over de Duitse opsplitsing in 1949 en de hereniging in 1990, waarbij de Duitse cultuur in eerste instantie uit elkaar 6 I. Dzambo, De nieuwe gastarbeider: een welkome gast?, Erasmus University 2011, p. 5 7 Europese Commissie, Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie, geraadpleegd op Frits W. Scharpf, The European social model. JCMS: Journal of Common Market Studies, nr. 4 (2002), p

5 groeide en met de hereniging weer werd samengesmolten. In het vijfde hoofdstuk zal vervolgens gekeken worden naar de lessen die getrokken kunnen worden uit de Duitse geschiedenis en in hoeverre dit representatief is voor de mogelijkheden die de Europese Unie heeft om te kunnen komen tot één Europees Sociaal Model. Daarna zal er worden overgegaan op een synthese en de beantwoording van de deelvragen en hoofdvragen. Dit zal gebeuren in hoofdstuk zes. In hoofdstuk zeven zal er vervolgens een conclusie getrokken worden. 2. De culturele verschillen tussen de Europese verzorgingsstaten. 2.1 Cultuur en culturele verschillen. Naar aanleiding van de Franse Revolutie en de Napoleontische oorlogen waren de gevestigde verhoudingen in Europa, zoals afgesproken bij de vredesconferenties in Utrecht en Westfalen, ernstig verstoord geraakt. 10 Deze verstoring vormde de noodzaak voor het creëren van een nieuwe ordening, die werd gevestigd bij het Congres van Wenen in Tijdens dit congres werd Europa herverdeeld in verschillende naties en werd tevens het legitieme bezit van de Europese vorsten bekrachtigd. 11 Vanaf dit moment werd er meer aandacht besteed aan de vorming van de culturele identiteitsvorming en door middel van feestvieringen op historisch belangrijke plekken voor een natie en werd het eenheidsgevoel per natie gepromoot en gecreëerd. 12 Bij dit congres en de daarbij behorende natievorming ontstond er ruimte voor de identiteitsvorming van een natie of een land. 13 Dit proces van identiteitsvorming was tevens een startschot voor het nationalisme en is door Joep Leerssen onderzocht. Leerssen erkent onder andere dat de negentiende eeuw, de eeuw is waarin de meeste nationale volksliederen tot stand kwamen. 14 Door het zingen van volksliederen werden de culturele wortels van een volk benadrukt, maar werd er ook nadruk gelegd op de eigen identiteit van het volk en zijn cultuur. 15 Er leek een trend op te spelen die er toe heeft geleid dat de hoge cultuur geïnspireerd werden door de typische authenticiteit van de nationale volkscultuur. 16 Door de nationale identiteitsvorming en het benadrukken van de typische authenticiteit van de nationale volkscultuur, onderscheiden staten zich van andere staten, waarbij volgens Hofstede de nationale cultuur van een staat uniek is door de grenzen van die staat. 17 Dit proces van identiteitsvorming 10 Nijenhuis, Jan. Vernieuwing in Europa: het Congressysteem , Zonder plaats: Zonder uitgever (2007), p M. Huizer, Taalspanningen in het Uniform Europees Recht; Volt en Ampère of Foucault en Saussure, Amsterdam: Universiteit van Amsterdam (2013), p Melching, Natie, identiteit en nationalisme, Zonder plaats: zonder uitgever (zonder jaar), p M. Huizer, Taalspanningen in het Uniform Europees Recht; Volt en Ampère of Foucault en Saussure, Amsterdam: Universiteit van Amsterdam (2013), p J. Leerssen, Nationaal denken in Europa: een cultuurhistorische schets. Amsterdam: Amsterdam University Press 1999, p Brendan McSweeney, Hofstede s model of national cultural differences and their consequences: A triumph of faith-a failure of analysis. Human relations nr. 1 (2002): p. 92 5

6 lijkt samen te hangen met het herdefiniëren van de nationale grenzen zoals gedaan bij het Congres van Wenen en het ontstaan van het nationalisme zoals beschreven is door Leerssen. 18 Vanaf dat moment werd namelijk de typische authenticiteit van de volkeren benadrukt. Hofstede beargumenteert dat cultuur in dit kader gezien dient te worden als datgene wat burgers van de ene staat onderscheidt van burgers van een andere staat en hen authentiek maakt. 19 Om de volkscultuur te kunnen benaderen maakt Hofstede onderscheidt tussen drie levels van het menselijk bestaan. Er is een universeel level dat mensen delen, een collectief level en een individueel level. In het universele level wordt er voornamelijk gekeken naar wat alle mensen delen, voorbeelden hiervan zijn het uiten van emoties zoals lachen en huilen. 20 In dit level zijn mensen niet uniek van elkaar, maar ligt de nadruk op wat alle mensen gemeenschappelijk hebben en er zou gesproken kunnen worden over een onderscheid tussen mens en dier. Bij het collectieve level ligt de nadruk meer op dat wat een bepaalde groep als overeenkomstig heeft, maar die niet zijn terug te vinden bij een andere groep. 21 Dit omvat onder andere de taal, maar ook de afstand die we behouden wanneer we in gesprek zijn met andere mensen (comfort zone) en tafelmanieren. 22 In het individuele niveau onderscheiden mensen zich van elkaar, wat de ene persoon uniek maakt van de andere persoon. Wanneer Hofstede spreekt over cultuur, dan spreekt hij over het collectieve niveau. Over wat de ene bevolkingsgroep anders maakt dan de andere bevolkingsgroep. Dit is onder andere gekoppeld aan taalverschillen, maar ook aan bepaalde gewoontes en gebruiken. Het collectieve niveau sluit niet uit dat er binnen een staat verschillende culturen kunnen zijn en dat de inwoners van een staat niet op vele gronden van elkaar verschillend zijn, maar het draait hoofdzakelijk om datgene wat de bevolking van de ene staat uniek maakt ten opzichte van de bevolking van een andere staat. 23 Belangrijk hierbij is dat Hofstede onderscheid maakt tussen een staat en een natie. Wanneer hij over cultuur spreekt, dan spreekt hij over de cultuur van een staat en niet over de cultuur van een natie. Een voorbeeld hiervan is het Verenigd Koninkrijk, die bestaat uit drie verschillende naties, zoals Engeland, Schotland en Wales,. Voor Hofstede is dit onderscheid minder relevant en hij spreekt daarom voornamelijk over de nationale cultuur van het Verenigd Koninkrijk en datgene wat de bevolking van het Verenigd Koninkrijk met elkaar delen. 24 Cultuurverschillen onderzoekt Hofstede aan de hand van waardedimensies waarlangs landen kunnen worden gepositioneerd. Deze waardedimensies bestaan uit individualisme versus collectivisme, 18 J. Leerssen, Nationaal denken in Europa: een cultuurhistorische schets. Amsterdam: Amsterdam University Press 1999, p Brendan McSweeney, Hofstede s model of national cultural differences and their consequences: A triumph of faith-a failure of analysis. Human relations nr. 1 (2002): p Geert Hofstede, Culture and organizations. International Studies of Management & Organization (1980), p Brendan McSweeney, Hofstede s model of national cultural differences and their consequences: A triumph of faith-a failure of analysis. Human relations nr. 1 (2002): p

7 grote versus kleine machtsafstand, sterke versus zwakke onzekerheidsvermijding en mannelijkheid versus vrouwelijkheid. 25 Bij bijvoorbeeld de waardedimensie van individueel versus collectivisme draait het om de samenleving en het onderscheid of individuen alleen voor zichzelf zorgen en hun directe familieleden of juist dat er een voorkeur binnen de samenleving bestaat voor een hechte sociale samenleving, waarin individuen verwachten dat hun familieleden en andere leden uit hun maatschappij, onvoorwaardelijk loyaal zijn aan elkaar. 26 Terwijl het onderscheidt bij mannelijkheid versus vrouwelijkheid juist betrekking heeft op voorkeur voor prestatie, heldendom, assertiviteit en materieel succes (mannelijk), of de voorkeur voor relaties, bescheidenheid, de zorg voor zwakken en de kwaliteit van leven (vrouwelijk). 27 Deze waardedimensies en de positie die de samenlevingen innemen maken hierin de ene staat uniek van de andere staat. Toch beargumenteerde Hofstede dat ondanks dat volksculturen uniek van elkaar zijn er ook groepen zijn te vormen tussen de verschillende culturen, groepen die dichtbij elkaar liggen qua positie op de waardedimensies. Dit is onder andere te verklaren doordat deze groepen dezelfde culturele wortelen hebben. Zo delen de Latijnse landen een hoge score als het gaat om machtsafstand en onzekerheidsvermijding en hebben deze landen allen deel uitgemaakt van het Romeinse rijk, welke werd gekenmerkt door de afstand van een centrale autoriteit die zich in Rome bevond. Terwijl in het Germaanse gedeelte van Europa, samen met het Verenigd Koninkrijk, het niet eens mogelijk was om een centrale autoriteit te creëren waardoor de machtsafstand in de waardedimensies dus ook lager liggen. 28 Vanuit deze benadering van cultuur, in combinatie met de eerdere onderzoeken van Leerssen over het Congres van Wenen en de staatsvorming, zou cultuur gezien kunnen worden als dat het zowel gevormd wordt door een gemeenschappelijke historie als wel dat er elementen zijn die na het Congres van Wenen zijn gepromoot en er voor gingen zorgen dat gesproken kon worden over een nationale volkscultuur die de ene bevolking onderscheidt van de andere bevolking. Het lijkt er daarbij op dat culturen van bevolkingen onderhevig zijn aan eerdere historische gebeurtenissen en dat de mate waarin gebeurtenissen afwijken er voor zorgen dat er gesproken kan worden van de ontwikkeling van verschillen in de cultuur. De gedeelde nationale cultuur lijkt te zijn gebaseerd op twee noties, namelijk in de eerste plaats dat burgers binnen een staat iets gemeenschappelijks delen, te weten een gemeenschappelijke nationale cultuur. Deze unieke nationale cultuur wordt door iedere inwoner van een staat gedragen en gedeeld. 29 In de tweede plaats beargumenteerde Hofstede dat nationale cultuur niet noodzakelijkerwijs gedragen hoeft te worden door alle burgers van een staat, maar ook gebaseerd kan zijn op de nationale norm. De 25 Geert Hofstede, Cultural dimensions in management and planning. Asia Pacific journal of management, nr. 2 (1984), pp Ibidem, p Geert Hofdstede & Gert Jan Hofstede, Dimensions of national Cultures, geraadpleegd op Brendan McSweeney, Hofstede s model of national cultural differences and their consequences: A triumph of faith-a failure of analysis. Human relations nr. 1 (2002), p. 93 7

8 nationale norm is een statistisch gemiddelde en is gebaseerd op de nationale burgers. 30 Dit laatste is te verklaren doordat het maar zelden tot nooit voorkomt dat iedere burger binnen een staat hetzelfde antwoord zal geven op een vraag. 31 Daarom is het belangrijk om te spreken over een nationale norm om de nationale cultuur te kunnen bepalen. Wanneer er gesproken wordt over cultuur zijn er een aantal noties dus van belang. De nationale cultuur kan worden gezien als de gemeenschappelijke cultuur gedragen door de inwoners van een staat en vooral de cultuur die hen onderscheidt van andere staten. Maar ook binnen een staat kunnen zich verschillende culturen voordoen. Enerzijds moet er dus sprake zijn van een gemeenschappelijke deler, anderzijds komen culturen niet in enkelvoudige vorm voor, ook niet binnen een natie. Deze gedachte van cultuur sluit aan bij het gedachtegoed van Foucault over de vertoogvormingen. Het vertoog maakt volgens Foucault mogelijk dat mensen een gemeenschappelijke blik op de wereld, hun medemens en hun innerlijke leven kunnen vormen. 32 Foucault beschreef tijdens zijn inaugurele rede L Ordre du discours verschillende methodes om het vertoog te controleren en af te bakenen. Zo beschreef Foucault een machtstechniek van uitsluiting (exclusie) en hij beschreef ook een machtstechniek van insluiting (inclusie). Binnen de machtstechniek van insluiting wordt de toegang tot het vertoog beperkt en wordt er bepaald wie er wel tot een bepaald vertoog kunnen behoren en wie buiten dit vertoog staan. 33 De regels van uitsluiting, zoals beschreven door Foucault, hebben betrekking op het van buitenaf controleren van de macht in het vertoog. 34 De belangrijkste methode van uitsluiting vindt plaats door het stellen van verboden. 35 Dit kan van toepassing zijn op dingen die niet gezegd mogen worden in bepaalde omstandigheden, doordat er bijvoorbeeld een taboe op rust, maar er kan ook een bepaald ritueel verlangd worden. 36 Het mechanisme van insluiting beperkt de toegang tot het vertoog. 37 Binnen deze machtstechniek worden voorwaarden gesteld waaraan men moet voldoen om te kunnen toetreden tot het vertoog. 38 De machtstechniek van inclusie kent restrictieve systemen. De restrictieve systemen zijn er op gericht om het aantal mensen binnen het vertoog te beperken en dus de toegang tot het vertoog te kunnen beperken. 39 De meest zichtbare vorm van de restrictieve systemen kan worden samengevat volgens Foucault onder de term van het ritueel. 40 Het ritueel kan onder andere de kwalificatie bepalen die een spreker binnen het vertoog moet bezitten, maar kan ook betrekking hebben H. Kloosterling, Michel Foucault, geraadpleegd op M. Foucault, De orde van het vertoog, Meppel: Boom 1976, p Ibidem, p Ibidem, p I. Lammers, Fighting over Knowledge Management, a Foucauldian perspective, Amsterdam: Vrije Universiteit Amsterdam 2005, p M. Foucault, De orde van het vertoog, Meppel: Boom 1976, p. 32 8

9 op gebaren, gedrag en andere tekens die behoren tot het vertoog. 41 Daarbij stelt Foucault dat deze rituelen voornamelijk terug te vinden zijn in rechtskundige en politieke vertogen. 42 Een ander element die Foucault benoemt binnen de machtstechniek van inclusie is het die van de doctrine. 43 De doctrine houdt in dat de deelnemers aan het vertoog eenzelfde achtergrond of gedachtegoed delen. Hierbij is het belangrijk dat degene die tot het vertoog willen toetreden dezelfde waarheden moeten erkennen en zich moeten conformeren aan de algemeen aanvaarde overtuigingen. 44 De doctrine heeft een bindende functie, dit kan zijn op grond van stand of ras maar ook grond van nationaliteit, en heeft als doel om daarmee onderscheidend te werken van hen die niet tot dit vertoog behoren. 45 Tenslotte is er nog de sociale en maatschappelijke toe-eigening van het vertoog en wordt hiermee gezorgd dat deelnemers onderdeel gaan uitmaken van de sociale structuren en onderdeel worden van de doctrine. 46 Volgens Foucault komen vertogen niet in enkelvoudige vorm voor en heeft het ook geen constante verschijningsvorm. 47 Dit is in overeenstemming met de theorie van Hofstede over dat culturen binnen een natie niet enkelvoudig zijn. Het vertoog is hierbij een middel om mensen in te sluiten en om mensen uit te sluiten van een bepaald vertoog. Dus enerzijds kan er worden gesproken van een nationale cultuur, zodat een staat zich kan onderscheiden van een andere staat. Hierbij is er een duidelijk onderscheid tussen de inwoners binnen een staat die worden gezien als leden van die nationale cultuur (inclusie) en leden van een andere staat die geen deel uitmaken van de nationale cultuur van die bepaalde staat, zij worden bestempeld als anders (exclusie). Maar anderzijds vindt dit mechanisme van inclusie en exclusie ook binnen een staat plaats. Een goed voorbeeld hiervan is het Verenigd Koninkrijk, waarbij zowel Engeland, Wales als Schotland onderdeel zijn van de nationale cultuur van het Verenigd Koninkrijk, maar ook een eigen cultuur delen. De cultuur van hun natie. Op deze manier onderscheiden deze naties zich weer van elkaar. Hierin zien we de theorie van Hofstede en Foucault terugkomen, waarbij cultuur dus niet een enkelvoudige vorm aanneemt. Foucault beargumenteerde dat de vertogen een middel zijn voor de mens om zichzelf bestaansrecht te geven, een manier van ordenen van de wereld. 48 Wanneer dit geplaatst wordt in de context van natievorming, zou cultuur een middel kunnen zijn om een vertoog te creëren en de machtstechnieken van inclusie en exclusie daarmee van toepassing te laten zijn. Zo kunnen de mechanismes van insluiting en uitsluiting, met de daarbij behoorden verboden en voorwaarden, middelen zijn die culturen gebruiken om zich van elkaar te onderscheiden. Door het stellen van deze verboden en voorwaarden op gebieden waarin naties anders zijn, kunnen de landen zich Ibidem, p Idem, p Idem, p Idem, p M. Foucault, De orde van het vertoog, Meppel: Boom M. Huizer, Taalspanningen in het Uniform Europees Recht; Volt en Ampère of Foucault en Saussure, Amsterdam: Universiteit van Amsterdam (2013), p. 11 9

10 van elkaar onderscheiden. Daarnaast, zoals door Foucault is beschreven, vindt insluiting binnen het vertoog ook plaats op basis van nationaliteit en wordt er van hen die er op basis van nationaliteit bij horen verwacht dat zij zich conformeren aan dezelfde waarheden en dezelfde overtuiging uitdragen. Dit lijkt volledig consistent te zijn met de theorie van Hofstede die er over spreekt dat iedere cultuur zijn eigen kenmerken heeft en dat deze dus ook nationaal worden uitgedragen. Op deze wijze kan er uiteindelijk gesproken worden over een natie met een eigen cultuur en een eigen vertoog binnen de grenzen van een staat. Cultuur en culturele verschillen dienen dus in deze scriptie gezien te worden als een middel om te kunnen onderscheiden, van elkaar, maar is ook een bindend element tussen de leden van die staat. Cultuur is daarbij onderhevig aan de historische ontwikkelingen en de historische wortels van een natie, welke als middel dienen om de leden binnen een cultuur in te sluiten. 2.2 Sociaal economische uitgangspunten Volgens Wim van Oorschot, Michael Opielka en Birgit Pfau-Effinger, blijkt uit zowel nationaal onderzoek als uit Europees onderzoek dat de support voor welvaart zowel gebaseerd is op persoonlijke motieven als op groepsmotieven, maar ook op waardes, zoals sociale gelijkheid, sociale rechtvaardigheid, solidariteit, gemeenschappelijke verplichtingen en collectieve verantwoordelijkheid. 49 Echter hoe lidstaten in de Europese Unie de verzorgingsstaat hebben ingericht is verschillend. Zo hadden de eerste negen lidstaten van de toenmalige EEG wel allemaal overeenkomstig dat sociale bijstand werd verleend aan hen die het nodig hadden. Daarnaast hadden deze negen lidstaten als overeenkomst dat primair en secundair onderwijs werd gefinancierd vanuit overheidsinkomsten en was er een vorm van collectief gefinancierde zorg, maar er waren ook verschillen zichtbaar. Sommige lidstaten hebben een op werk en inkomen gebaseerd gerelateerde sociale verzekeringen, die moet zorgen voor een garantie op een standaard inkomen bij werkloosheid, ziekte, handicap en ouderdom, terwijl in andere lidstaten deze voorzieningen privaat gereguleerd zijn. 50 De inrichting en vormgeving van de verzorgingsstaten in de verschillende lidstaten is onder andere afhankelijk van de politieke cultuur, maar ook van de sociale filosofieën. 51 In deze paragraaf zal ik in gaan op de sociaal economische uitgangspunten in de verzorgingsstaten van de Europese Unie, al dan niet vormgegeven door politiek en cultuur. Een van de sociaal economische uitgangspunten die ten grondslag ligt aan de verzorgingsstaat is het principe van solidariteit. Het solidariteitsprincipe is gebaseerd op twee basis gedachten, namelijk dat iedereen een minimale waarborg op inkomen heeft en dat iedereen een kans heeft om de verworven 49 van Oorschot, Wim, Michael Opielka, and Birgit Pfau-Effinger, eds. Culture and welfare state: Values and social policy in comparative perspective. Zonder plaats: Edward Elgar Publishing (2008) 50 Fritz W. Scharpf, The European social model. JCMS: Journal of Common Market Studies nr. 4 (2002): p Ibidem 10

11 levensstandaard enigszins te handhaven. 52 Hierbij is het belangrijk om op te merken dat het solidariteitsprincipe er vanuit gaat dat niemand onder een bepaalde grens mag zakken, waardoor een fatsoenlijk bestaan onmogelijk is. 53 Het solidariteitsprincipe valt te scharen onder de groepsmotieven, waarbij iedereen een bepaalde verantwoordelijkheid draagt voor elkaar zodat iedereen een fatsoenlijke levenstandaard kan behouden. Daar tegenover staat het verzekeringsprincipe, wat wordt gezien als een persoonlijk motief in de verzorgingsstaat. Het verzekeringsprincipe is gebaseerd op een gedachte dat slechts enkel de personen die een bijdrage betalen aan de verzekeringen, gebruik mogen maken van deze verzekering. 54 Daarbij is de hoogte van de premie afhankelijk van het risico dat de persoon loopt op de gebeurtenis waarvoor hij of zij verzekert is. 55 Hoe de verhouding is binnen een verzorgingsstaat tussen het solidariteitsprincipe en het verzekeringsprincipe is afhankelijk van de politieke en culturele keuzes die gemaakt zijn binnen een staat. Naast het solidariteitsprincipe, wordt de sociale rechtvaardigheid ook gezien als een principe die behoort tot de inrichting van de verzorgingsstaat. De opvatting van John Rawls over sociale rechtvaardigheid is het meest consistent met de invulling van het begrip in Europese context. 56 John Rawls zijn theorie over sociale rechtvaardigheid is gebaseerd op de sluier van onwetendheid, waarbij niemand kennis heeft over zijn of haar situatie en men ondanks de onwetendheid wel de maatschappij moet inrichten. 57 Omdat mensen niet weten in welke positie ze terecht komen na de verdeling, zullen zij kiezen voor een samenleving waarin zelfs de slechts mogelijke positie in de samenleving nog relatief goed is. 58 Vanuit deze gedachte zou sociale rechtvaardigheid dus gekenmerkt kunnen worden als een samenleving waarin het zelfs voor de slecht bedeelden in de samenleving nog goed geregeld is. Sociale rechtvaardigheid dient gezien te worden als het creëren van gelijke kansen, waarbij het niet gaat om het compenseren van exclusie, maar om het investeren in inclusie. 59 Het idee van sociale rechtvaardigheid houdt zich bezig met het waarborgen van gelijke kansen op een succesvol leven, door gerichte investeringen in de ontwikkeling van individuele vaardigheden. 60 Specifieke sociale achtergronden, zoals lidmaatschap van een bepaalde sociale groep of demografische categorie mag volgens het idee van 52 B. Cantillon, J. Ghysels, en M. de Wilde. De individualisering van de sociale zekerheid, tussen utopie en dwaling. Berichten/UA (2009), p C.J.M. Schuyt, Op zoek naar het hart van de verzorgingsstaat., Leiden / Antwerpen (1991), p B. Cantillon, J. Ghysels, en M. de Wilde. De individualisering van de sociale zekerheid, tussen utopie en dwaling. Berichten/UA (2009), p Anton Hemerijck, De andere verzorgingsstaat Naar een sociale investeringsagenda. Keuzen in de sociale zekerheid (2005), p W. Burg en R. H. M. Pierik. John Rawls: de filosoof van de liberaal-democratische verzorgingsstaat. Nederlands Juristenblad nr. 18 (2003) p Ibidem, p D. Schraad-Tischler en C. Kroll, Social Justice in the EU, A cross national comparison, Gütersloh: Bertelsmann Stifung 2014, p

12 sociale rechtvaardigheid geen negatieve rol spelen in de kansen die iemand heeft voor slagen in het leven en zelfontwikkeling. 61 Het concept van sociale rechtvaardigheid hangt samen met het concept van sociale gelijkheid. Sociale gelijkheid kan in de Europese Unie gedefinieerd worden als dat iedereen gelijk is voor de wet. Het gelijkheidsbeginsel verzet zich tegen verschillende behandeling in gelijke situaties, maar ook tegen dat verschillende situaties gelijk worden behandeld. 62 Sociale gelijkheid gaat voornamelijk op in EU context voor gelijkheid op het gebied van religie, gelijkheid tussen mannen en vrouwen, maar ook nationaliteit. 63 Deze groepen zouden voor de wet gezien moeten worden als gelijk en hebben dus ook dezelfde rechten en mogen niet verschillend behandeld of gediscrimineerd worden op grond van dat ze bijvoorbeeld een vrouw zijn of een andere religie aanhangen. Ook mogen mensen met een andere nationaliteit niet gediscrimineerd worden en hebben ze recht op eenzelfde behandeling. Het nondiscriminatie beginsel, die het gelijkheidsbeginsel ondersteund, is een van de algemene beginselen van het Europees recht. 64 Zoals eerder vermeld, is sociale gelijkheid verbonden aan sociale rechtvaardigheid, wat betekent dat iedereen gelijk is voor de wet en daarmee ook recht heeft op dezelfde kansen binnen de samenleving. 2.3 De verschillende verzorgingsstaatmodellen in de Europese Unie. Veel lidstaten in de Europese Unie hebben een verzorgingsmodel, echter loopt de vormgeving van deze verzorgingsmodellen nogal uiteen. Zoals eerder besproken in paragraaf 2.2 hebben de Europese welvaartsstaten verschillende functies, presteren verschillend en hebben andere doelen voor ogen. Daarnaast bestaan er verschillende opvatting over het idee van rechtvaardigheid. 65 De verschillen in de vormgeving van de welvaartsstaten binnen de Europese Unie is te verklaren doordat het sociale beleid veelal op nationaal niveau geregeld wordt. Het beleid omtrent de arbeidsmarkt en de sociale hervormingen zijn voorbehouden aan de lidstaten en behoort niet tot de bevoegdheid van de Europese Unie. 66 Binnen de Europese Unie zijn er verschillende verzorgingsmodellen te benoemen die veel overeenkomsten met elkaar vertonen. Zo onderscheidt Andre Sapir vier verschillende type verzorgingsstaten in de Europese Unie, namelijk de verzorgingsstaten die zijn vormgegeven naar het Scandinavische model, die terug te zien is in Denemarken, Finland, Zweden, maar ook Nederland. Daarnaast is er volgens Sapir ook het Mediterrane model, waartoe Spanje, Italië, Portugal en C. McCrudden en S. Prechal, The concepts of Equality and non-discrimination in Europe: A practical approach, Zonder uitgever: Zonder plaats 2009, p Ibidem, p Ibidem, p A. Sapir, Globalization and reform of the European social models. JCMS: Journal of Common Market studies, nr.2 (2006), p

13 Griekenland behoren. Een derde verzorgingsmodel is dat van de Angelsaksische landen, namelijk het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Het laatste type verzorgingsmodel die Sapir heeft beschreven is het continentale model, tot deze groep behoren Oostenrijk, België, Frankrijk, Duitsland en Luxemburg. 67 Costa Esping-Andersen daarentegen beschrijft in zijn boek Three worlds of welfare capitalism slechts drie verschillende welvaartsstaatmodellen. Zo spreekt hij van het Scandinavische model, het Angelsaksische model en het continentale model. Tot het laatste model behoren de originele zes grondleggers van de Europese Unie, namelijk Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland en Italië. 68 Dit is opmerkelijk, omdat Nederland volgens Sapir meer overeenkomsten vertoond met het Scandinavische model. Door sommige onderzoekers, zoals onderzoekers van het Cultureel en Sociaal Planbureau, wordt Nederland daarom gezien als een land die zich tussen deze twee modellen in bevindt en op sommige beleidsterreinen meer weg heeft van het Scandinavische model en op andere beleidsterreinen meer van het continentale model. 69 En Italië die volgens Sapir behoorde tot het Mediterrane model wordt nu door Esping-Andersen onder de noemer van het continentale model geplaatst, terwijl het Mediterrane model door Esping-Andersen volledig buiten beschouwing wordt gelaten. Dat landen zoals Nederland en Italië geplaatst worden onder verschillende verzorgingsmodellen, lijkt in overeenstemming te zijn met wat Hofstede beargumenteerde, namelijk dat landen qua waardedimensies dichtbij elkaar kunnen liggen, wat verklaarbaar is vanuit een gemeenschappelijke geschiedenis. Voor Nederland zou het vanuit deze theorie verklaarbaar zijn waarom Nederland overeenkomsten vertoont met het continentale verzorgingsmodel, namelijk omdat een gedeelte van Nederland bijna 300 jaar bezet is geweest door de Romeinen. De grenzen van het Romeinse rijk liepen van de Zwarte Zee via de Donau en de Rijn tot aan de Noordzee bij Katwijk en waarbij zelfs het Verenigd Koninkrijk een periode deel heeft uit gemaakt van het Romeinse Rijk, dit blijkt onder andere uit bron 1. De rode gebieden in bron 1, werden al door Rome veroverd omstreeks 133 voor Christus, de geel gemarkeerde gebieden werden in 44 voor Christus bij het Romeinse Rijk gevoegd, de groene gebieden gingen omstreeks 14 na Christus tot het Romeinse Rijk behoren en de paarse gebieden werden veroverd omstreeks 117 na Christus Ibidem, p Frits W. Scharpf, The European social model. JCMS: Journal of Common Market Studies, nr. 4 (2002), p P.M. Ferraresi, G. Segre, A.J. Soede & J.C. Vrooman, Unequal welfare state; distributive consequences of population ageing in six European countries, Social and Cultural Planning Office (SCP), 2004, p Charles Kimball, A history of Europe, geraadpleegd op

14 Bron 1: De historische ontwikkeling van de grenzen van het Romeinse Rijk. Afbeelding afkomstig van Charles Kimball van Hieruit kan worden opgemaakt dat veel landen een gemeenschappelijk cultuur delen omdat ze gedurende een langere tijd tot het Romeinse Rijk hebben behoord. Vanuit deze theorie is het niet vreemd dat zowel Italië als Nederland tot het continentale model worden gerekend door Esping-Andersen. Aan de andere kant is het opmerkelijk dat de landen die volgens het model van Sapir tot het Mediterrane model behoren, vanaf het eerste begin bij het Romeinse Rijk behoorde. Speculatief gezien kan de culturele scharing van Nederland onder het Scandinavische model door Sapir verklaard worden doordat Nederland omstreeks 800 na Christus uit drie verschillende volkeren bestond, waarbij in het Noorden en het Westen de Friezen woonden, aan de Oostgrens woonden de Saksen en ten zuiden van de grote rivieren woonden de Franken. 71 De Friezen konden in die tijd maar moeilijk rondkomen van de landbouw en bouwde handelsnederzettingen om handel te kunnen drijven met de landen aan de Oostzee en de Noordzee. 72 Op deze manier kwam Nederland ook in verbinding te staan met de Scandinavische landen, van waaruit de Scandinavische invloeden in het verzorgingsmodel in Nederland verklaard kunnen worden. Echter ondanks dat de oorsprong en de historische ontwikkelingen die ten grondslag hebben gelegen aan de vorming van de cultuur speculatief zijn, lijken de overeenkomsten tussen bepaalde groepen landen wel een aanwijzing te zijn die de theorie van Hofstede ondersteund. Voor de behandeling van de verschillende verzorgingsmodellen wil ik daarom dan ook in het midden laten welke landen er precies tot welke modellen behoren, maar slechts enkel uitgaan van dat er bepaalde ontwikkelingen zijn 71 Zonder auteur, In Nederland, geraadpleegd op Ibidem 14

15 die er voor zorgen dat landen overeenkomsten vertonen in hun cultuur, maar dat door andere ontwikkelingen zich ook kleine nuance verschillen kunnen voordoen. Daarnaast zal ik in tegenstelling tot de eerde benoemde modellen van Esping-Andersen en Sapir nog een model bespreken, namelijk het Oost-Europese verzorgingsmodel. Sinds de Oostelijke uitbreiding van de Europese Unie in 2004 kunnen we niet ontkomen aan de bespreking van dit model. Daarom wil ik voor de volledigheid vijf modellen bespreken en de daarbij behorende overeenkomsten die bepaalde landen binnen deze regio hebben qua invulling van de verzorgingsstaat. Ik zal hierbij ingaan op het Scandinavische model, het continentale model, het Mediterrane model, het Angelsaksische modle en als laatste model het Oost-Europese model. In de bespreking van deze modellen zal ik proberen elementen van verschillende auteurs samen te brengen om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de inrichting van de verzorgingsmodellen en laat daarbij de kleine nuances achterwegen. Ik zal hierbij specifiek ingaan op de invulling van sociale bijstand, collectief gefinancierd onderwijs, collectief gefinancierde zorg, verzekeringen die dienen ter behoud van levensstandaard, zoals werkloosheidsuitkeringen, pensioenregelingen, de rol van vakbonden en ontslag bescherming. De sociale bijstand houdt hier voornamelijk verband met het solidariteitsprincipe zoals eerder beschreven in paragraaf 2.2, dit zelfde geldt voor de collectief geregelde zorgverzekeringen. Collectief gefinancierd onderwijs valt onder het principe van sociale rechtvaardigheid, waarbij iedereen een gelijke kans zou moeten krijgen voor het ontwikkelen van een succesvol leven door gerichte investeringen in de ontwikkeling van individuele vaardigheden. Dit wordt veelal gerealiseerd door scholingen en iedereen zou, vanuit het begrip van sociale rechtvaardigheid, gelijke toegang moeten hebben tot deze scholing. Verzekeringen ter behoud van levenstandaard en werkloosheidsuitkeringen vallen weer eerder onder het verzekeringsprincipe, waarbij alleen degene die werken en bijdrage betalen aan de verzekeringen, hier aanspraak op kunnen maken. Door in te gaan op de vormgeving van de verzorgingsmodellen vanuit deze elementen is het mogelijk om te kijken welke sociaal economische uitgangspunten een belangrijke rol spelen binnen een samenleving Het Scandinavische model Er zijn drie kenmerken die ten grondslag liggen aan de karakterisering van de Scandinavische route die heeft geleidt tot een vreedzaam proces die de semi-feodale agrarische samenleving heeft veranderd in een welvarende verzorgingsstaat. 73 Zo hebben de Scandinavische landen geen burgerlijke revolutie gekend zoals het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk en ze zijn ook niet terecht gekomen in een politieke situatie waarin het fascisme een belangrijke rol ging spelen in de politieke samenleving, daar waar het fascisme wel aanwezig was in Duitsland. De Scandinavische landen hebben geen boeren revolutie 73 M. Alestalo, S. Hort, S. Kuhnle, The Nordic Model: Conditions, Origins, Outcomes, Lessons, Hertie School of Governance Working papers, n. 41, 2009, p. 4 15

16 gekend die leidde tot het communisme, zoals dit wel gebeurde in Rusland. 74 Echter kennen alle Scandinavische modellen wel een historie waarbij er (1) een steeds sterkere positie ontstond voor de boeren tijdens de pre-industriële periode. 75 Deze werd veroorzaakt door (2) een verzwakking in de positie van de eigenaren en de vermogende aristocratie als gevolg van binnenlandse crises en internationale conflicten. 76 Hierdoor werd (3) Scandinavië een volledig perifeer gebied op zowel economische als politiek vlak. 77 Hierdoor konden de Scandinavische staten een welvaartsmodel ontwikkelen die gebaseerd is op een gemeenschappelijke set van basiswaarden en alhoewel de uitvoering verschillend is binnen de staten, vertonen ze genoeg overeenkomsten om te kunnen spreken van een Scandinavisch welvaartsmodel. 78 Een van de gemeenschappelijke doelen die de Scandinavische welvaartsstaten hebben is het creëren van een sterke sociale cohesie, welke voortbouwen op de basiswaarde dat alle mensen recht hebben op gelijke kansen, maar ook sociale solidariteit en veiligheid voor iedereen. 79 Zo zou iedereen gelijke toegang moeten hebben tot sociale dienstverlening, als ook tot gezondheidshulp, scholing en cultuur. 80 Dit geldt ook voor de zwakkere in de samenleving. De welvaartsstaat wordt hier dan ook voornamelijk betaald vanuit belastingen. 81 Hieruit blijkt duidelijk dat sociale rechtvaardigheid een belangrijk beginsel is in de Scandinavische verzorgingsstaten. De sterke sociale cohesie en het recht op gelijke kansen, sociale solidariteit en veiligheid is voornamelijk gebaseerd op het principe van universalisme of ook wel gelijkheid. Hierbij heeft de middenklasse even zozeer recht op het behoud van levensonderhoud zonder dat ze daarbij aanspraak moeten maken op een door de markt geregelde verzekering. 82 Esping-Andersen beschrijft dit model als het sociaal democratische model en binnen dit model is sociale democratie de dominante kracht die tot hervormingen heeft geleid. 83 In deze staten wordt gelijkheid gepromoot en gegarandeerd op het hoogste niveau en niet alleen een minimum bestaansrecht. 84 Daarnaast vindt dit principe van gelijkheid ook doorwerking op de werkvloer, zo hebben alle werknemers volledige participatie wanneer het neer komt op de kwaliteit van rechten. 85 Het universaliteitsprincipe is ook van belang als het gaat om emancipatie op de markt en in het gezinsleven. Zo is het model er niet op gericht om de capaciteit van het gezin uitputtend te benutten, Ibidem, p Norden, The Nordic Welfare Model, geraadpleegd op G. Esping-andersen, Three worlds of Welfare capitalism, Princeton: Princeton University Press 1990, p Ibidem, p

17 maar worden de sociale kosten verbonden aan het gezinsleven. Dit houdt in dat er fiscale overdrachten plaats vinden aan gezinnen met kinderen zodat opvang geregeld kan worden. 86 Daarnaast is het de bedoeling dat de zorg voor het gezin niet alleen afhankelijk is van het gezin zelf, maar dat de leden van een gezin ook worden gestimuleerd in hun capaciteiten en daarom wordt hun onafhankelijkheid gestimuleerd. Dit biedt de mogelijkheid aan vrouwen om niet alleen thuis te hoeven zitten voor het huishouden, maar dat ze ook de mogelijkheid hebben om te kiezen voor werken in een functie naar wens. Opmerkelijk binnen het Scandinavische welvaartsmodel is dat het gericht is op volledige werkgelegenheid. Het recht op werk heeft binnen het Scandinavische model een gelijke status aan het recht van inkomensbescherming. Echter door de hoge kosten die verbonden zijn aan het handhaven van dit solidaire universele welvaartsmodel, is het wel belangrijk dat de sociale problemen zo veel mogelijk worden ingeperkt en er een maximale opbrengt wordt gegenereerd uit de belastingen om het systeem betaalbaar te houden. 87 Dit is dan ook wel noodzakelijk, omdat volgens Sapir de uitgaven voor sociale bescherming en sociale voorzieningen het hoogste zijn binnen het Scandinavische welvaartsmodel ten opzichte van de andere modellen. Naast de eerder beschreven kernwaardes, kent het Scandinavische model ook veel invloed van de vakbonden. Deze vakbonden hebben een grote invloed in het bepalen van het loon. Tevens vindt er binnen de landen die hun verzorgingsstaat hebben ingericht naar het Scandinavische model veel fiscale sturing plaats. 88 Alsmede dat er is sprake van een goede werkloosheidsuitkering. 89 Echter is de ontslagbescherming lager in deze landen dan in bijvoorbeeld het Mediterrane model, hierdoor is er een relatief gemakkelijke instroom voor nieuwkomers op de arbeidsmarkt. 90 Nieuwkomers vormen echter geen zwaarwegend financieel probleem, gezien volledige werkgelegenheid wordt nagestreefd en daarmee de nieuwkomers ook direct gaan bijdragen aan de staatskas. Geconcludeerd kan worden dat het belangrijkste kenmerk van het Scandinavische verzorgingsmodel is dat het voornamelijk gericht is op de gedachte dat iedereen gelijk is. Vanuit dit gelijkheidsideaal heeft iedereen gelijke rechten op onderwijs, gezondheidszorg en participatie. Daarbij staat participatie van zowel mannen als vrouwen hoog in het vaandel. Ook volledige werkgelegenheid is een erg belangrijke kenmerk binnen de Scandinavische staten. Zoals eerder genoemd spelen vakbonden een belangrijke rol in de loononderhandelingen en vindt er veel fiscale sturing plaats A. Sapir, Globalization and reform of the European social models. JCMS: Journal of Common Market studies, nr.2 (2006), p Idem, p Idem, p

18 2.3.2 Het continentale model Het continentale welvaartsmodel wordt gezien als een welvaartsmodel dat zich tussen het Scandinavische model, het Angelsaksische model en het Mediterrane welvaartsmodel bevindt. Opvallend aan dit welvaartsmodel is dat het op alle gebieden niet hoog scoort, maar ook zeker niet laag. 91 Binnen het continentale model ligt er een nadruk op de bescherming van gezinnen met kinderen. 92 Het continentale welvaartsmodel is er op gericht om de kwaliteit van wonen te kunnen blijven handhaven, echter heeft dit welvaartsmodel niet als doel om volledige financiële gelijkheid te creëren en qua rechten is er dus wel degelijk onderscheidt tussen bepaalde groepen binnen een samenleving. Binnen de verzorgingsstaten die deel uit maken van dit model speelt de kerk een belangrijke rol, wat terug te vinden is in de sterke support voor het behoud van het traditionele gezinsleven. 93 Zo worden niet-werkende vrouwen uitgesloten van de sociale verzekeringen en worden er gezinsbijslagen uitgekeerd om het moederschap aan te moedigen. 94 Om deze reden zijn kinderdagverblijven en andere vormen van kinderopvang nog slecht ontwikkeld in deze landen en het principe van subsidiariteit wordt daarin dan ook gehandhaafd. Dit houdt in dat de staat zich er alleen mee gaat bemoeien wanneer de capaciteit van de familie volledig is uitgeput. 95 In deze verzorgingsstaten is er dus nog geen absolute gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Echter is sociale rechtvaardigheid wel een belangrijk grondbeginsel in het continentale model. Deze conclusie kan voornamelijk getrokken worden uit het feit dat zowel basis onderwijs als middelbaar onderwijs collectief gefinancierd worden en dat iedereen hier dus aanspraak op kan maken om zo gelijke kansen te creëren. Daarnaast is er binnen het continentale model ook sprake van een collectieve zorg wat duidt op een vorm van solidariteit die mensen richting elkaar hebben in de continentale landen. 96 Binnen het continentale verzorgingsmodel spelen verzekeringen een belangrijke rol alsmede dat er niet veel uit dienst wordt getreden. Daarnaast kennen deze landen een hoog ouderdomspensioen welke vergelijkbaar is met die van de Scandinavische staten. 97 Hier staat echter tegenover dat er maar een zeer bescheiden inkomenssteun is. 98 De continentale landen hebben een genereuze werkloosheidsuitkering en er is hier ook sprake van een ontslagbescherming. Zo is er in sommige staten zelfs sprake van een 91 P.M. Ferraresi, G. Segre, A.J. Soede & J.C. Vrooman, Unequal welfare state; distributive consequences of population ageing in six European countries, Social and Cultural Planning Office (SCP), 2004, p G. Esping-andersen, Three worlds of Welfare capitalism, Princeton: Princeton University Press 1990, P Frits W. Scharpf, The European social model. JCMS: Journal of Common Market Studies, nr. 4 (2002), p P.M. Ferraresi, G. Segre, A.J. Soede & J.C. Vrooman, Unequal welfare state; distributive consequences of population ageing in six European countries, Social and Cultural Planning Office (SCP), 2004, p Anton Hemerijck,. The self-transformation of the European social model (s), Internationale Politik und Gesellschaft nr. 4 (2002), p

DE WANHOPIGE UNIE. Ewoud van Laer

DE WANHOPIGE UNIE. Ewoud van Laer DE WANHOPIGE UNIE Ewoud van Laer Stelling Cultuurverschillen maken verdere integratie van de Europese Unie onmogelijk Inhoud I De West-Europese integratie tot nu toe II Hoe staan we er nu voor? Enkele

Nadere informatie

Ontstaan van de EU Opdrachtenblad Schooltv-beeldbank

Ontstaan van de EU Opdrachtenblad Schooltv-beeldbank Ontstaan van de EU Opdrachtenblad Schooltv-beeldbank GROEP / KLAS.. Naam: Ga www.schooltv.ntr.nl Zoek op trefwoord: EU Bekijk de clip Het ontstaan van de EU en maak de volgende vragen. Gebruik de pauzeknop

Nadere informatie

MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG!

MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG! MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG! I.I De geboorte van de Europese Unie Zoals jullie waarschijnlijk wel weten zijn er de vorige eeuwen veel oorlogen in Europa geweest. Vooral de Eerste en de Tweede Wereldoorlog

Nadere informatie

Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald

Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald Bron: O. van Vliet (2017) Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald, Sociaal Bestek, nr. 6, pp. 58-59. Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald Olaf van Vliet Universiteit Leiden Voor veel

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28740 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Kadrouch-Outmany, Khadija Title: Islamic burials in the Netherlands and Belgium.

Nadere informatie

Paragraaf 2 De hedendaagse arbeids samenleving 2.1 wat is een arbeids samenleving?

Paragraaf 2 De hedendaagse arbeids samenleving 2.1 wat is een arbeids samenleving? Antwoorden door een scholier 1490 woorden 7 april 2006 4,6 15 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Paragraaf 2 De hedendaagse arbeids samenleving 2.1 wat is een arbeids samenleving? In 1948

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 407 Vrij verkeer werknemers uit de nieuwe EU lidstaten Nr. 162 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging

Nadere informatie

De minimale inkomensbescherming in Europa

De minimale inkomensbescherming in Europa Arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden De minimale inkomensbescherming in Europa Cantillon, B., Van Mechelen, N., Marx, I. & Van den Bosch, K. (2004). De evolutie van de bodembescherming in de 15 Europese

Nadere informatie

Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst?

Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst? Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst? 1 maximumscore 2 maatschappelijk belang van vrijwilligerswerk beargumenteerd met behulp van kernconcept sociale cohesie 1 maatschappelijk belang van vrijwilligerswerk

Nadere informatie

Docentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz)

Docentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz) Docentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz) Lees ter voorbereiding de volgende teksten en bekijk de vragen en antwoorden van de quiz. De juiste antwoorden zijn vetgedrukt. Wat wil en doet

Nadere informatie

Inclusive Growth and Development Report 2017 van het World Economic Forum: Bevindingen voor Nederland

Inclusive Growth and Development Report 2017 van het World Economic Forum: Bevindingen voor Nederland Inclusive Growth and Development Report 2017 van het World Economic Forum: Bevindingen voor Nederland Nederland scoort relatief hoog op economische groei en het aanpakken van ongelijkheid, maar de ongelijkheid

Nadere informatie

Mens en maatschappij (aardrijkskunde, economie, geschiedenis, godsdienst)

Mens en maatschappij (aardrijkskunde, economie, geschiedenis, godsdienst) Mens en maatschappij (aardrijkskunde, economie, geschiedenis, godsdienst) Kerndoelen 36. De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een

Nadere informatie

Wie bestuurt de Europese Unie?

Wie bestuurt de Europese Unie? Wie bestuurt de Europese Unie? De Europese Unie (EU) is een organisatie waarin 28 landen in Europa samenwerken. Eén ervan is Nederland. Een aantal landen werkt al meer dan vijftig jaar samen. Andere landen

Nadere informatie

5,2. 1.Het ontstaan van de Europese Unie. 2.Geschiedenis van de EU: Werkstuk door een scholier 1839 woorden 10 oktober keer beoordeeld

5,2. 1.Het ontstaan van de Europese Unie. 2.Geschiedenis van de EU: Werkstuk door een scholier 1839 woorden 10 oktober keer beoordeeld Werkstuk door een scholier 1839 woorden 10 oktober 2002 5,2 13 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoofdstuk 1 1.Het ontstaan van de Europese Unie Op 18 april 1951 werd de eerste stap gezet richting een

Nadere informatie

Werkloosheid in de Europese Unie

Werkloosheid in de Europese Unie in de Europese Unie Diana Janjetovic en Bart Nauta De werkloosheid in de Europese Unie vertoont sinds 2 als gevolg van de conjunctuur een wisselend verloop. Door de economische malaise in de jaren 21 23

Nadere informatie

Het Verdrag van Den Haag van 13 januari 2000 over de internationale bescherming van volwassenen

Het Verdrag van Den Haag van 13 januari 2000 over de internationale bescherming van volwassenen DIRECTORAAT-GENERAAL INTERN BELEID BELEIDSONDERSTEUNENDE AFDELING C: RECHTEN VAN DE BURGER EN CONSTITUTIONELE ZAKEN JURIDISCHE ZAKEN Het Verdrag van Den Haag van 13 januari 2000 over de internationale

Nadere informatie

Geluk en Capabilities: een filosofische analyse. Ingrid Robeyns Erasmus Universiteit Rotterdam Faculteit der Wijsbegeerte

Geluk en Capabilities: een filosofische analyse. Ingrid Robeyns Erasmus Universiteit Rotterdam Faculteit der Wijsbegeerte Geluk en Capabilities: een filosofische analyse Ingrid Robeyns Erasmus Universiteit Rotterdam Faculteit der Wijsbegeerte Geluk: welke bijdrage door filosofen? De academische filosofie is veel heterogener

Nadere informatie

Nederland zakt vier plaatsen op Human Capital Index: vaardigheden en kennis van oudere leeftijdscategorieën blijven onbenut.

Nederland zakt vier plaatsen op Human Capital Index: vaardigheden en kennis van oudere leeftijdscategorieën blijven onbenut. ONDERZOEKSRAPPORT Nederland zakt vier plaatsen op Human Capital Index: vaardigheden en kennis van oudere leeftijdscategorieën blijven onbenut. Introductie In het Human Capital 2015 report dat het World

Nadere informatie

Eindexamen havo maatschappijwetenschappen pilot 2014-II

Eindexamen havo maatschappijwetenschappen pilot 2014-II Aanwijzing voor de kandidaat Als in een vraag staat dat je een hoofd- of kernconcept moet gebruiken, dan gebruik je in het antwoord die elementen uit de omschrijving van het hoofd- of kernconcept die nodig

Nadere informatie

Antwoorden Aardrijkskunde Antwoorden Discovery par. 1

Antwoorden Aardrijkskunde Antwoorden Discovery par. 1 Antwoorden Aardrijkskunde Antwoorden Discovery par. 1 Antwoorden door een scholier 1209 woorden 24 februari 2013 4,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Terra Discovery 1: Noord- Europa IJsland

Nadere informatie

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken Bron: K. Caminada & K. Goudswaard (2017), De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken, Geron Tijdschrift over ouder worden & maatschappij jaargang 19, nummer 3: 10-13. De inkomensverdeling

Nadere informatie

Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten

Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR De procedures in de verschillende lidstaten SAMENVATTING In de preambule van het Verdrag betreffende de Europese Unie luidt het dat één van de doelstellingen

Nadere informatie

De sociale minima: actie nodig

De sociale minima: actie nodig De sociale minima: actie nodig BEA CANTILLON SARAH MARCHAL De auteurs zijn respectievelijk directeur en navorser van het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck (Universiteit Antwerpen) Aspirant van

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2003-I

Eindexamen aardrijkskunde havo 2003-I Politiek en ruimte Opgave 6 bron 9 In de periode 2000-2006 zal de Europese Unie financiële steun voor sociaal-economische ontwikkeling toekennen aan twee soorten regio s: de regio s met een ontwikkelingsachterstand

Nadere informatie

Rechtvaardigheid in sociaal beleid. Frank Vandenbroucke HOGent 19 december 2017

Rechtvaardigheid in sociaal beleid. Frank Vandenbroucke HOGent 19 december 2017 Rechtvaardigheid in sociaal beleid Frank Vandenbroucke HOGent 19 december 2017 De eis van sociale rechtvaardigheid Rawls: ongelijkheid in inkomen en vermogen is niet per se onrechtvaardig, maar ze moet

Nadere informatie

Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor

Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor Terugkijken: Bij de ene revolutie ontstaat een nieuw en onafhankelijk land. Vrijheid is voor de inwoners

Nadere informatie

Het Maatschappelijk Belang van Cao s. Leren van Zweden, Duitsland en Australië? dr. Judith Raven Erasmus Universiteit Rotterdam

Het Maatschappelijk Belang van Cao s. Leren van Zweden, Duitsland en Australië? dr. Judith Raven Erasmus Universiteit Rotterdam Het Maatschappelijk Belang van Cao s. Leren van Zweden, Duitsland en Australië? dr. Judith Raven Erasmus Universiteit Rotterdam Onderzoek in opdracht van Instituut Gak In samenwerking met University of

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie verzoekschriften 2009 29.03.2011 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 1609/2008, ingediend door D. A. L. (Britse nationaliteit), over vermeende discriminatie

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2004 Nr. 180

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2004 Nr. 180 47 (1997) Nr. 4 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2004 Nr. 180 A. TITEL Overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/13/165 ADVIES NR. 13/71 VAN 2 JULI 2013 INZAKE DE MEDEDELING VAN ANONIEME GEGEVENS DOOR DE KRUISPUNTBANK

Nadere informatie

6,6. Werkstuk door een scholier 1980 woorden 16 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde

6,6. Werkstuk door een scholier 1980 woorden 16 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde Werkstuk door een scholier 1980 woorden 16 november 2006 6,6 197 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo Inhoud: Voorwoord 3. - Wat verwachten we van dit werkstuk? - Hoe gaan we het aanpakken?

Nadere informatie

Wie bestuurt de Europese Unie?

Wie bestuurt de Europese Unie? Wie bestuurt de Europese Unie? De Europese Unie (EU) is een organisatie waarin 28 landen in Europa samenwerken. Eén ervan is Nederland. Een aantal landen werkt al meer dan vijftig jaar samen. Andere landen

Nadere informatie

Maatregelen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor werkende ouders en mantelzorgers

Maatregelen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor werkende ouders en mantelzorgers Maatregelen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor werkende ouders en mantelzorgers Velden met een zijn verplicht. Persoonlijke gegevens In welk land bent u gevestigd? België Bulgarije

Nadere informatie

Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey

Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey ICOON Paper #1 Ferry Koster December 2015 Inleiding Dit rapport geeft inzicht in de relatie

Nadere informatie

SAMENVATTING SYLLABUS

SAMENVATTING SYLLABUS SAMENVATTING SYLLABUS Julie Kerckaert Inleiding tot het Europees en internationaal recht Academiejaar 2014-2015 Inhoudsopgave Deel 2: Inleiding tot het Europees recht... 2 1. Het juridisch kader van het

Nadere informatie

Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 2010 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks

Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 2010 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks ANNEX Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 21 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks 1. Deelname voor- en vroegschoolse educatie (VVE) De Nederlandse waarde voor

Nadere informatie

Thema 3. Bedrijfscultuur

Thema 3. Bedrijfscultuur Thema 3 Bedrijfscultuur 0. Inleidende voorbeelden De BEDRIJFSCULTUUR van KBC Zwitserse bank UBS De ORGANISATIECULTUUR van 1. Definitie en kenmerken Enkele definities Systeem van gedeelde betekenisgeving

Nadere informatie

Dorstig Europa? Snel, J. (2007). Dorstig Europa? AdFundum, Vakblad voor de Drankenbranche, 15(6/7):10-11, juni/juli.

Dorstig Europa? Snel, J. (2007). Dorstig Europa? AdFundum, Vakblad voor de Drankenbranche, 15(6/7):10-11, juni/juli. Snel, J. (2007). Dorstig Europa? AdFundum, Vakblad voor de Drankenbranche, 15(6/7):10-11, juni/juli. Dorstig Europa? Maart 2007 werd een 76 bladzijden tellend rapport gepubliceerd over meningen over Alcohol

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën. Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag voor leerlingen van het vak geschiedenis vwo, tweede tijdvak (2018). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende

Nadere informatie

Gevolgen van Brexit voor de besluitvorming in de EU

Gevolgen van Brexit voor de besluitvorming in de EU VIVES BRIEFING 2016/06 Gevolgen van Brexit voor de besluitvorming in de EU Klaas Staal Karlstad Universitet 1 GEVOLGEN VAN BREXIT VOOR DE BESLUITVORMING IN DE EU Klaas Staal INLEIDING Op 23 juni 2016 stemmen

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

INLEIDING. De Europese Alliantie voor de Vrijheid verdedigt de volgende belangrijke veranderingen:

INLEIDING. De Europese Alliantie voor de Vrijheid verdedigt de volgende belangrijke veranderingen: INLEIDING De volgende Europese verkiezingen zullen gehouden worden van tot 5 mei 014 in alle 8 lidstaten. Dit handvest bevat de politieke standpunten die de leden van de Europese Alliantie voor de Vrijheid

Nadere informatie

Uw SOCIALE ZEKERHEID WANNEER U ZICH VERPLAATST IN DE EUROPESE UNIE. Een praktische gids

Uw SOCIALE ZEKERHEID WANNEER U ZICH VERPLAATST IN DE EUROPESE UNIE. Een praktische gids Uw SOCIALE ZEKERHEID V WANNEER U ZICH VERPLAATST IN DE EUROPESE UNIE Een praktische gids INHOUD DEEL I DE EUROPESE UNIE BESCHERMT HAAR BURGERS: COMMUNAUTAIRE VOORSCHRIFTEN INZAKE SOCIALE ZEKERHEID 1 1.

Nadere informatie

Brussel op afstand? Tegen deze achtergrond is het doel van deze studie is om:

Brussel op afstand? Tegen deze achtergrond is het doel van deze studie is om: Tegen deze achtergrond is het doel van deze studie is om: Brussel op afstand? Een verkenning naar mogelijkheden voor maatschappelijke diensten en ruimte voor zelfsturing bij agrarisch natuurbeheer in de

Nadere informatie

Deel 2. Supranationale instellingen na 1945: op weg naar wereldvrede? 6. De Europese Unie

Deel 2. Supranationale instellingen na 1945: op weg naar wereldvrede? 6. De Europese Unie Deel 2. Supranationale instellingen na 1945: op weg naar wereldvrede? Supranationalisme is een manier waarop verschillende politieke gemeenschappen, verschillende staten, met elkaar samenwerken. Bevoegdheden

Nadere informatie

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT De Regeringen van de hierna genoemde landen: De Bondsrepubliek Duitsland, Oostenrijk, België, Denemarken, Spanje, Finland, Frankrijk,

Nadere informatie

3. VERZORGINGSSTATEN IN EUROPA. 3.1 Esping-Andersen

3. VERZORGINGSSTATEN IN EUROPA. 3.1 Esping-Andersen 3. VERZORGINGSSTATEN IN EUROPA In alle lidstaten van in de Europese Unie zijn de regelingen op het gebied van sociale zekerheid en arbeidsmarkt verschillend. In sommige lidstaten is bijvoorbeeld de pensioenvoorziening

Nadere informatie

DE EUROPESE UNIE MAVO Naam: Klas:

DE EUROPESE UNIE MAVO Naam: Klas: DE EUROPESE UNIE MAVO 2 2016 Naam: Klas: INLEIDING De Eerste Wereldoorlog vernietigde grote delen van Europa en de wereld. Nog nooit had een strijd tussen landen voor zoveel doden, gewonden, materiële

Nadere informatie

Collectievormingsprofiel (CVP) Geschiedenis

Collectievormingsprofiel (CVP) Geschiedenis Collectievormingsprofiel (CVP) Geschiedenis Actuele relatie met O&O De geschiedenis collectie is vooral bedoeld ter ondersteuning van onderzoek en onderwijs in het Instituut voor Geschiedenis. Het Instituut

Nadere informatie

deeultûrele grens de natuurlijke grens onafhankelijk de open grens de $~aatkundi "" ~...de 't-aalg(ens Kijkles Hoofdstuk 8 Les 1

deeultûrele grens de natuurlijke grens onafhankelijk de open grens de $~aatkundi  ~...de 't-aalg(ens Kijkles Hoofdstuk 8 Les 1 Kijkles Hoofdstuk 8 Les 1 Grenzen verdwijnen De schutting in jouw tuin is de grens tussen jouw tuin en die van de buren. Tussen woonwijken, gemeenten, provincies en landen zijn ook grenzen. Die grenzen

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6 Samenvatting door M. 804 woorden 17 juni 2013 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Bronnen Samenvatting geschiedenis Hoofdstuk 6 Burgers en stoommachines,

Nadere informatie

DINGEN DIE JE MOET WETEN

DINGEN DIE JE MOET WETEN 50 Maar wat gebeurde er precies? Welke landen en mensen waren belangrijk? Dit boek staat vol met weetjes, landkaarten en foto s over een tragische periode in de wereldgeschiedenis. JIM ELDRIDGE ISBN 978

Nadere informatie

Beginselen van de politieke partijen die in 2006 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd waren

Beginselen van de politieke partijen die in 2006 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd waren Beginselen van de politieke partijen die in 2006 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd waren Partij van de Arbeid (PvdA) Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) Christen-democratisch Appèl (CDA) Democraten

Nadere informatie

Openbare raadpleging over de coördinatie van de sociale zekerheid in de EU

Openbare raadpleging over de coördinatie van de sociale zekerheid in de EU Openbare raadpleging over de coördinatie van de sociale zekerheid in de EU Velden met een zijn verplicht. I. Gezinsuitkeringen CONTEXT: Gezinsuitkeringen worden over het algemeen uit de belastingen gefinancierd

Nadere informatie

Dit boekje heeft geen inhoudsopgave. U kunt willekeurig waar het u belieft, gaan lezen en er weer mee stoppen.

Dit boekje heeft geen inhoudsopgave. U kunt willekeurig waar het u belieft, gaan lezen en er weer mee stoppen. Inhoud Dit boekje heeft geen inhoudsopgave. U kunt willekeurig waar het u belieft, gaan lezen en er weer mee stoppen. U kunt het boekje natuurlijk ook van voor naar achter uitlezen. Dan zult u merken dat

Nadere informatie

Bijlage Indicatieve streefcijfers voor de lidstaten

Bijlage Indicatieve streefcijfers voor de lidstaten bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 311 E van 31/10/2000 Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bevordering van elektriciteit uit hernieuwbare

Nadere informatie

PUBLIEKE LEZING (in het Engels) π Woensdag 7 december 2011 π Universiteit Antwerpen π Hof van Liere VOLUNTEERING

PUBLIEKE LEZING (in het Engels) π Woensdag 7 december 2011 π Universiteit Antwerpen π Hof van Liere VOLUNTEERING PUBLIEKE LEZING (in het Engels) π Woensdag 7 december 2011 π Universiteit Antwerpen π Hof van Liere VOLUNTEERING Het Universitair Centrum Sint-Ignatius Antwerpen (ucsia) organiseert in samenwerking met

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting door M. 1184 woorden 8 juni 2013 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Hoofdstuk 1 De staat kan wetten maken, regels die voor alle

Nadere informatie

Wie bestuurt de Europese Unie?

Wie bestuurt de Europese Unie? Wie bestuurt de Europese Unie? 2 De Europese Unie (EU) is een organisatie waarin 28 landen in Europa samenwerken. Eén ervan is Nederland. Een aantal landen werkt al meer dan vijftig jaar samen. Andere

Nadere informatie

MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!!

MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!! MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!! De Europese Unie bestaat uit 27 lidstaten. Deze lidstaten hebben allemaal op dezelfde gebieden een aantal taken en macht overgedragen aan de Europese

Nadere informatie

Brusselse bevolking per nationaliteitsgroep - alle leeftijden (2014)

Brusselse bevolking per nationaliteitsgroep - alle leeftijden (2014) Dat onze samenleving steeds diverser wordt is een open deur intrappen. Opeenvolgende migratiestromen brachten mensen uit alle hoeken van de wereld naar Brussel: werknemers uit Italië, Spanje, Marokko,

Nadere informatie

Cloud adoptie in Europa:

Cloud adoptie in Europa: Public Briefing / Maart 2015 Cloud adoptie in Europa: Angst voor onveiligheid en gebrek aan kennis temperen implementaties Door: Maurice van der Woude 1 In december 2014 heeft EuroStat, een orgaan van

Nadere informatie

Naam leerlingen. Groep BBL1 Mens & Maatschappij. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment

Naam leerlingen. Groep BBL1 Mens & Maatschappij. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment Groep BBL1 Mens & Maatschappij Leertijd; 3 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. - 3 keer per week 45 minuten basisdoelen toepassen in verdiepende contexten. Verdieping op de basisdoelen

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Vlaams Waals conflict

Werkstuk Geschiedenis Vlaams Waals conflict Werkstuk Geschiedenis Vlaams Waals conflict Werkstuk door een scholier 1470 woorden 25 oktober 2003 6,8 41 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Memo-dossier Vlaams nationalisme. Hoofdvraag: Hoe ontwikkelde

Nadere informatie

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 4 mei 2018 (OR. en) 8301/18 NOTA van: aan: JEUN 48 MIGR 51 SOC 213 EDUC 134 het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel) Raad nr. vorig doc.: 7831/1/18 JEUN

Nadere informatie

Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum

Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum Bouwen aan de democratische veiligheid in Europa Ontwerptoespraak van de secretaris-generaal Brussel, woensdag 12 november 2014 Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze

Nadere informatie

Thema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep.

Thema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep. Meander Samenvatting groep 7 Thema 2 Om ons heen Samenvatting Landschappen Landschappen in Europa zijn heel verschillend. Nederland is een heel vlak land. Frankrijk is een land met heuvels en bergen. Zweden

Nadere informatie

Deel 8 INTERNATIONALE VERGELIJKING

Deel 8 INTERNATIONALE VERGELIJKING Deel INTERNATIONALE VERGELIJKING INTERNATIONALE VERGELIJKING Internationale onderwijsstatistieken zijn gebaseerd op een standaardterminologie, standaardconcepten, -definities en -classificaties, en dit

Nadere informatie

Deel 8 INTERNATIONALE VERGELIJKING

Deel 8 INTERNATIONALE VERGELIJKING Deel INTERNATIONALE VERGELIJKING INTERNATIONALE VERGELIJKING Internationale onderwijsstatistieken zijn gebaseerd op een standaardterminologie, standaardconcepten, -definities en -classificaties, en dit

Nadere informatie

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa 1 maximumscore 4 Het verrichten van flexibele arbeid kan een voorbeeld zijn van positieverwerving als de eigen keuze van de jongeren uitgaat naar flexibele arbeid in

Nadere informatie

ECONOMIE. Begrippenlijst H7 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

ECONOMIE. Begrippenlijst H7 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn ECONOMIE VMBO-T2 Begrippenlijst H7 PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw Bewerkt door D.R. Hendriks Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn Versie 1 2013-2014 Hoofdstuk 7 Europese grenzen? Paragraaf 7.1 Wat

Nadere informatie

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE. Overdraagbaarheid van pensioenen

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE. Overdraagbaarheid van pensioenen De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl

Nadere informatie

Deel 8. internationale vergelijking

Deel 8. internationale vergelijking Deel internationale vergelijking INTERNATIONALE VERGELIJKING Internationale onderwijsstatistieken zijn gebaseerd op een standaardterminologie, standaardconcepten, -definities en -classificaties, en dit

Nadere informatie

Wieteke Conen Amsterdams Instituut voor ArbeidsStudies (AIAS) Trends in de waardering van werk

Wieteke Conen Amsterdams Instituut voor ArbeidsStudies (AIAS) Trends in de waardering van werk Wieteke Conen Amsterdams Instituut voor ArbeidsStudies (AIAS) Trends in de waardering van werk Ontwikkelingen in Nederland in internationaal perspectief Achtergrond Arbeidsmarkt in Westerse landen sterk

Nadere informatie

ING ENVIRONMENTAL APPROACH

ING ENVIRONMENTAL APPROACH ING ENVIRONMENTAL APPROACH Mensenrechten op de werkplek 3 De uitgangspunten 4 Vrijheid van organisatie en het recht op collectieve onderhandeling 5 TABLE OF CONTENTS Dwangarbeid 6 Kinderarbeid 7 Discriminatie

Nadere informatie

Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid

Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid INBURGERINGSPROGRAMMA Trajectbegeleider: TB Nederlands als Tweede Taal: NT2 Maatschappelijke Oriëntatie: MO Toekomstplannen

Nadere informatie

Hoe groot, is groot genoeg?

Hoe groot, is groot genoeg? Hoe groot, is groot genoeg? Bas Denters (Bestuurskunde, Universiteit Twente) Kennisnetwerk Lokaal 13 Den Haag 17 april 2015 Schaalvergroting door de tijd Grotere gemeenten Minder gemeenten Schaal gemeenten

Nadere informatie

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1 Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) Interinstitutionele dossiers: 2017/0900 (E) 2013/0900 (E) EUCO 7/1/18 REV 1 INST 92 POLGEN 23 CO EUR 8 RECHTSHANDELINGEN Betreft: BESLUIT VAN DE EUROPESE RAAD

Nadere informatie

Geschiedenis en Staatsinrichting TL Bohemen, Houtrust, Kijkduin 2015-2016-2017

Geschiedenis en Staatsinrichting TL Bohemen, Houtrust, Kijkduin 2015-2016-2017 Exameneenheden geschiedenis GS/K/1 Oriëntatie op leren en werken GT GS/K/2 Basisvaardigheden GT GS/K/3 Leervaardigheden in het vak geschiedenis en staatsinrichting GT GT GS/K/4 De koloniale relatie Indonesië

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie Euro

Praktische opdracht Economie Euro Praktische opdracht Economie Euro Praktische-opdracht door een scholier 1619 woorden 17 februari 2003 6,7 12 keer beoordeeld Vak Economie 1 Onderzoeksvraag. Mijn onderzoeksvraag is: Wat zijn de voor- en

Nadere informatie

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Feiten en cijfers ja Neemt de inkomensongelijkheid tussen arm en rijk toe? Toelichting: Een vaak gehanteerde maatstaf voor

Nadere informatie

Deel 8 INTERNATIONALE VERGELIJKING

Deel 8 INTERNATIONALE VERGELIJKING Deel INTERNATIONALE VERGELIJKING INTERNATIONALE VERGELIJKING Internationale onderwijsstatistieken zijn gebaseerd op een standaardterminologie, standaardconcepten, -definities en -classificaties, en dit

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 34 (2007) Nr. 6 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2012 Nr. 146 A. TITEL Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 34 (2007) Nr. 5 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2012 Nr. 9 A. TITEL Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 226 final 2014/0128 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's NL NL TOELICHTING 1. ACHTERGROND

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Meer doden onder fietsers, minder onder motorrijders. Meeste verkeersdoden onder twintigers

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Meer doden onder fietsers, minder onder motorrijders. Meeste verkeersdoden onder twintigers Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-031 23 april 2007 10.00 uur Sterke stijging verkeersdoden onder fietsers In 2006 kwamen 811 mensen in het Nederlandse verkeer om. Dit zijn er 6 minder

Nadere informatie

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 10: tijd van televisie en computer

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 10: tijd van televisie en computer Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 10: tijd van televisie en computer Verslag door Lotte 1361 woorden 19 juni 2017 6,2 10 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Tijdvak: Tijd van televisie

Nadere informatie

Samenwerking als ideaal voor een verscheurd Europa

Samenwerking als ideaal voor een verscheurd Europa Samenwerking als ideaal voor een verscheurd Europa INE MEGENS EIGENTIJDSE GESCHIEDENIS Opbouw college: Vooruitgangsgeloof 19 e eeuw Nationalisme en politieke kaart van Europa Eerste Wereldoorlog Cultuurpessimisme

Nadere informatie

www.share-project.nl Resultaten van het project 50+ In Europa

www.share-project.nl Resultaten van het project 50+ In Europa www.share-project.nl Resultaten van het project 50+ In Europa Wat gebeurt er nu? Published by Mannheim Research Institute for the Economics of Aging (MEA) L13,17 68131 Mannheim Phone: +49-621-181 1862

Nadere informatie

Wat kan men meer bepaald voor aanhangwagens afleiden uit die definitie?

Wat kan men meer bepaald voor aanhangwagens afleiden uit die definitie? DE PROBLEMATIEK VAN DE AANHANGWAGENS De eerste Europese richtlijn betreffende verplichte verzekering van de burgerlijke aansprakelijkheid voor motorrijtuigen 1 bepaalt dat alle Lidstaten de nodige maatregelen

Nadere informatie

Keurmerk: Duurzame school

Keurmerk: Duurzame school Keurmerk: Duurzame school Doorlopende leerlijn voor duurzame ontwikkeling van basisonderwijs (PO) t/m voortgezet onderwijs (VO) PO-1 Kennis en inzicht (weten) Vaardigheden (kunnen) Houding (willen) Begrippen

Nadere informatie

Over dit boekje. Na afloop volgen altijd twee vragen: Mag ik de sheets? en Hoe doe ik het Rijnlands?

Over dit boekje. Na afloop volgen altijd twee vragen: Mag ik de sheets? en Hoe doe ik het Rijnlands? Over dit boekje Dit boekje vertelt het verhaal dat wij presenteren over de Rijnlandse manier van organiseren. Wij geloven in deze manier van organiseren, maar wij zien ook dat deze manier van organiseren

Nadere informatie

BIJLAGE CULTUURDIMENSIES

BIJLAGE CULTUURDIMENSIES 0 BIJLAGE CULTUURDIMENSIES Aan de hand van de data uit het werk van Hofstede, Hofstede, & Minkov (2016 (1991)) / Hofstede Insights zijn landenscores te bepalen op zes cultuurdimensies. Gezien de diversiteit

Nadere informatie

Een instrument om onze samenleving echt te veranderen, zo noemt hij het vurig gewenste lidmaatschap.

Een instrument om onze samenleving echt te veranderen, zo noemt hij het vurig gewenste lidmaatschap. Speech voor de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Ingrid van Engelshoven, bij onthulling Erfgoedlabel Verdrag van Maastricht, op 9 mei 2018 Beste mensen, Pak je hier vanmiddag in Maastricht

Nadere informatie

Tijdvak I. 31 oktober 2013 8: 30-10:00.

Tijdvak I. 31 oktober 2013 8: 30-10:00. 1 SCHOOLONDERZOEK Tijdvak I GESCHIEDENIS 31 oktober 2013 8: 30-10:00. Dit onderzoek bestaat uit 38 vragen. Bij dit onderzoek behoort een antwoordblad. Beantwoord de antwoorden uitsluitend op het antwoordblad.

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur Stefan Nerinckx Onderwerp Het toepasselijk recht op verbintenissen voortvloeiend uit (internationale) arbeidsovereenkomsten: een nieuwe Europese verordening in de maak? Datum april 2005 Copyright

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Kant (SP) over de inkomensachteruitgang van remigranten (2050609700).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Kant (SP) over de inkomensachteruitgang van remigranten (2050609700). Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag DBO-K-U-2669635

Nadere informatie

A. LEER EN TOETSPLAN. Vak: Geschiedenis Leerjaar: 3 Onderwerp: De Eerste en Tweede Wereldoorlog (H1 en 2) Kerndoel(en):

A. LEER EN TOETSPLAN. Vak: Geschiedenis Leerjaar: 3 Onderwerp: De Eerste en Tweede Wereldoorlog (H1 en 2) Kerndoel(en): A. LEER EN TOETSPLAN Vak: Geschiedenis Leerjaar: Onderwerp: De Eerste en Tweede Wereldoorlog (H1 en ) Kerndoel(en): 7. De leerling leert een kader van tien tijdvakken te gebruiken om gebeurtenissen, ontwikkelingen

Nadere informatie