wetenschap Vooruitgang in de behandeling meten Een vergelijking van vragenlijsten voor zelfrapportage

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "wetenschap Vooruitgang in de behandeling meten Een vergelijking van vragenlijsten voor zelfrapportage"

Transcriptie

1 1 / 11 Vooruitgang in de behandeling meten Een vergelijking van vragenlijsten voor zelfrapportage Om te weten of een behandeling aanslaat, laten behandelaars hun patiënten vragenlijsten invullen. Er zijn verschillende vragenlijsten in omloop die vermindering van klachten meten. Ze blijken echter niet allemaal even gevoelig of responsief te zijn. De resultaten zijn niet zonder meer onderling vergelijkbaar. Door Edwin de Beurs, Marko Barendregt, Gerard Flens, Eduard van Dijk, Irma Huijbrechts & Willem Jan Meerding Ggz-instellingen gebruiken vaak vragenlijsten om het resultaat van een behandeling vast te stellen. In de ambulante curatieve zorg zijn dit meestal zelfrapportage-klachtenlijsten. De patiënt geeft voor een reeks symptomen aan in hoeverre ze de afgelopen tijd (week) optraden; een hoge score duidt op veel klachten. Patiënten vullen zo n vragenlijst in aan het begin van de behandeling (pretest), aan het eind (posttest) en soms ook tussentijds, om de voortgang te bepalen. De uitkomst wordt meestal uitgedrukt in een verschilscore: het verschil tussen de ernst van de klachten aan het begin en die aan het eind van een behandeling. Er zijn meerdere vragenlijsten in omloop die hetzelfde beogen te meten (zie kader Vragenlijsten), met elk een eigen schaal en scorebereik, waardoor verschilscores niet direct vergelijkbaar zijn. Dit maakt het moeilijk om de uitkomsten van individuele patiënten of afdelingen en instellingen te vergelijken. De Beurs pleitte er eerder al voor om scores op vragenlijsten vergelijkbaar te maken met een gemeenschappelijke maat (de genormaliseerde T-score). 1 Maar daarnaast weten we ook niet of elke vragenlijst even gevoelig is voor het meten van verandering. Zulke gevoeligheid voor verandering van een vragenlijst heet responsiviteit. Om het beloop van de klachten bij een individuele patiënt te kunnen volgen is het belangrijk om een maximaal responsieve vragenlijst te gebruiken. Ook voor de vergelijking van behandelresultaat van afdelingen of instellingen (benchmarking) is dat nodig. Je kunt de responsiviteit onderzoeken door bij dezelfde patiëntengroep pre- en postscores op verschillende vragenlijsten te vergelijken. Wij hebben dat gedaan: we kregen de beschikking over vijf patiëntgroepen die telkens twee vragenlijsten hebben ingevuld. De belangrijkste vraag die we ons stelden was: is er verschil tussen de vragenlijsten in responsiviteit?

2 2 / 11 Vragenlijsten Bij ambulante behandelingen in de curatieve ggz worden doorgaans klachtenlijsten gebruikt die de patiënt zelf invult. Ze hebben elk hun eigen schaal en scorebereik. Wij vergeleken de volgende zes lijsten: SCL-90 en de BSI De SCL-90 wordt in Nederland het meest gebruikt. De vragenlijst bestaat uit 90 items met symptomen of klachten. 2,3 Hiermee komt een ruime variëteit aan psychische klachten en problemen aan bod. De patiënt geeft voor iedere klacht of symptoom aan in welke mate hij er de afgelopen week door gehinderd werd, op een vijfpuntsschaal (1 = helemaal niet tot 5 = heel erg). De BSI 4 is een verkorte 53 itemvariant van de SCL-90 en is in het Nederlands vertaald en bewerkt door De Beurs a en Zitman. 5 Men gebruikt op beide vragenlijsten de totaalscore als algemene maat om het therapie-effect te bepalen. OQ-SD De Outcome Questionnaire is ontwikkeld door Lambert en collega s om meerdere keren af te nemen tijdens behandeling voor psychische klachten. 6 De patiënt geeft aan hoe hij / zij zich de afgelopen week heeft gevoeld door op 45 items aan te kruisen hoe vaak een klacht of probleem optrad (0 = nooit, 1 = zelden, 2 = soms, 3 = regelmatig, 4 = bijna altijd). De psychometrische kenmerken zijn goed. De Nederlandse vertaling is van de groep van Lambert zelf en werd onderzocht door De Beurs et al. en De Jong et al. 7,8 De OQ omvat drie subschalen: Klachten en symptomen of Symptomatische Distress (SD), functioneren in Interpersoonlijke Relaties (IR) en functioneren op werk of school (SR). De OQ-SD-schaal komt qua meetpretentie het meest overeen met de totaalscore op andere klachtenlijsten, en deze subschaal hebben we gebruikt voor het onderzoek naar equivalentie in responsiviteit. DASS-42 De Depressie Angst Stress Schaal (DASS) is ontwikkeld om symptomatologie bij stemmingsen angststoornissen te meten. 9 De DASS bestaat uit drie subschalen (stemmings-, angst-, en stressklachten) en een totaalscore. De patiënt geeft aan in hoeverre beschreven gevoelens of klachten de afgelopen week van toepassing waren, met vier antwoordmogelijkheden: 0 = helemaal niet of nooit, 1 = een beetje of soms, 2 = behoorlijk of vaak, 3 = zeer zeker of meestal. Er zijn twee varianten van het instrument: een uitgebreide schaal met de 42 oorspronkelijke items en een ingekorte versie van 21 items. Er is een Nederlandse versie. 10 De DASS-42 en DASS-21 worden in Nederland veel gebruikt ter evaluatie van arbeidsgerelateerde hulpverlening omdat ze een specifieke schaal hebben voor het meten van stressgerelateerde klachten. 11 In de verslavingszorg is de DASS-21 opgenomen in het MATE-instrumentarium als maat voor de ernst van (bijkomende) psychopathologie (MATE-10). 12 KKL Een nieuwe vragenlijst is de Korte Klachten Lijst (KKL). 13 De lijst, van Nederlandse origine, bestaat uit 13 items van het Likerttype. Het gaat om een probleem of een klacht met het verzoek aan te geven in hoeverre u er last van heeft (of recentelijk heeft gehad) met vijf antwoordmogelijkheden (0 = geen, 1 = een beetje, 2 = nogal, 3 = tamelijk veel en 4 = heel erg). Een veertiende open vraag geeft de mogelijkheid andere problemen in te vullen en van een intensiteitsscore te voorzien. De 13 items beschrijven onder meer angst, depressiviteit, lichamelijke klachten, relatieproblemen en verslaving. De totaalscore wordt berekend door de antwoorden over de eerste 13 items op te tellen. CORE De Clinical Outcomes in Routine Evaluation (CORE) is een 34-item zelfrapportage-vragenlijst om problemen en risicogedrag te meten. 14 De patiënt geeft aan hoe vaak hij of zij zich de afgelopen week voelde zoals verwoord in het item. De items worden gescoord op een vijfpunts-likertschaal met als antwoordcategorieën 0 = nooit, 1 = zelden, 2 = soms, 3 = vaak en 4 = (bijna) altijd. De CORE levert scores op voor problemen, functioneren, welbevinden, risico s en een totaalscore (met en zonder risico-items). De schaalscores worden berekend door de gemiddelde score op alle items te vermenigvuldigen met 10. De CORE-subschaal voor problemen (CORE-P) komt in meetpretentie het meest overeen met de totaalscore op andere klachtenlijsten, en deze subschaal is gebruikt voor het huidige onderzoek naar equivalentie.

3 vragenlijsten 3 / 11 Gevoeligheid voor verandering: hoe vast te stellen? Wanneer we een uitspraak willen doen over de vooruitgang die is bereikt bij een bepaalde patiënt of bij een groep patiënten, dan zou het niet moeten uitmaken of dit resultaat nu is vastgesteld met de SCL-90 of met de OQ-45. Als deze vragenlijsten bij eenzelfde groep herhaald gemeten patiënten dezelfde verandering over dezelfde periode aanduiden, spreken we van gelijkwaardige of equivalente responsiviteit of gevoeligheid voor verandering. Om twee vragenlijsten met elkaar te kunnen vergelijken moet je ze dus minimaal twee keer afnemen bij dezelfde groep patiënten. De eerste meting en de vervolgmeting moeten voor beide instrumenten op hetzelfde moment hebben plaatsgevonden. Bij voorkeur vond er behandeling plaats tussen de metingen, zodat er werkelijk verandering in klachten of symptomen vast te stellen valt. Hoe groter de verandering, des beter kun je bekijken of beide vragenlijsten ook dezelfde mate van verandering aangeven. Je hebt een steekproef van 100 tot 200 patiënten nodig; alleen dan kun je betrouwbare resultaten verkrijgen. 15 Er zijn verschillende manieren om de omvang van de verandering in de loop der tijd uit te drukken. Helaas zijn onderzoekers het er niet over eens wat de beste manier is. 16 Wij beperken ons hier tot drie maten of indices. ES SRM ΔT De effectgrootte-index van Cohen. Dit is het pretest-posttest verschil gedeeld door de SD van pretestscores. 15 Het gestandaardiseerde responsgemiddelde of Standardised Response Mean. Dit is de ruwe verschilscore gedeeld door de SD van de verschilscore. 17 Het pre-postverschil van genormaliseerde T-scores. De ES, de SRM en de ΔT lijken veel op elkaar. Bij de ES wordt de ruwe verschilscore gestandaardiseerd door te delen door de spreiding (standaarddeviatie of SD) in beginscores. Bij de SRM wordt de ruwe verschilscore gestandaardiseerd door te delen door de spreiding van verschilscores; bij de ΔT is eerst standaardisatie toegepast op de scores van de eer- ste en de herhaalde meting en bovendien zijn de scores bewerkt, opdat de verdelingen worden genormaliseerd. 17 Vergelijking van vragenlijsten Vijf instellingen hebben gegevens van patiënten beschikbaar gesteld: GGZ ingeest, Rivierduinen, Skils, Indigo en Mentaal Beter. We vergelijken de gevoeligheid van twee (door patiënten reeds ingevulde) zelfrapportage-vragenlijsten steeds op één van deze vijf datasets. Het is dus niet de bedoeling om verschillende groepen patiënten onderling, of instellingen te vergelijken; we kijken uitsluitend naar eventuele verschillen tussen de twee vragenlijsten. Als ze gelijkwaardig gevoelig zijn, maakt het niet uit welk instrument je gebruikt om de uitkomst van de behandeling te meten. We toetsen met variantieanalyse en drukken de gevoeligheid per vragenlijst uit in ES, SRM en ΔT. Dat levert verschillende getallen op, maar de cruciale vraag is of we per paarsgewijze vergelijking min of meer gelijkwaardige uitspraken kunnen doen over het verschil tussen het test- en hertestmoment. Beschrijvende gegevens van de patiënten, het aantal respondenten per dataset en het gemiddelde test-hertestinterval staan in tabel 1. Bij dataset 1 en dataset 2 ging het om patiënten die de vragenlijsten invulden tijdens de behandeling of in een wachtlijstperiode. Bij dataset 3, 4 en 5 ging het om metingen bij het begin en na afsluiting van de behandeling. Tabel 2 biedt een aantal relevante kenmerken van de vergeleken vragenlijsten. Resultaten: verschillen tussen voor- en nameting Allereerst onderzochten we de correlatie (pmcccoëfficiënten) tussen scores op beide vragenlijsten bij voormeting en bij nameting. Ook bekeken we de correlatie tussen de verschilscores en tussen de residual change scores. Residual change scores zijn verschilscores gecorrigeerd voor aanvangsverschillen tussen patiënten. De correlatiecoëfficiënten (pmcc s) zijn weergegeven in tabel 3. De resultaten laten een aanzienlijke samenhang bij voormeting zien; de vragenlijsten brengen dus

4 4 / 11 Tabel 1 Kenmerken van de onderzochte patiënten bij vijf datasets Vragenlijsten (% ) Leeftijd (M, SD) Range n Hertest interval (wkn) 1 SCL-90 & DASS 63,6 39,1 (9,1) BSI & OQ-SD 62,4 39,2 (11,6) BSI & OQ-SD 71,2 41,8 (9,4) KKL & OQ-SD 64,4 42,3 (12,8) CORE-P & SCL-90 60,0 36,4 (14,1) Tabel 2 Kenmerken van de gebruikte vragenlijsten Vragenlijst Schaal # items Score range α M SD RCI CO SCL-90 TOT ,97 203, 6 61, BSI TOT ,97 1, 21 0,72 0,35 0,65 DASS-42 TOT ,98 39, 45 31, OQ45 SD ,91 48, 9 16, CORE-P TOT ,89 18, 85 6,24 5,7 11,8 KKL TOT ,85 18, 2 9, α M SD RCI CO Cronbachs α, de index voor betrouwbaarheid (interne consistentie) van een vragenlijst Gemiddelde score van patiënten voor behandeling Standaarddeviatie Reliable Change-Index, ofwel het aantal schaalpunten verschuiving benodigd voor statistisch betrouwbare verandering De Cut-Off, ofwel de grenswaarde tussen ziek en gezond (RCI en CO zijn verkregen uit de gebruiksaanwijzing van de vragenlijst of berekend volgens de formules van Jacobsen & Truax (1991); b een patiënt met een verschilscore RCI wordt als onveranderd beschouwd; een patiënt met een score CO wordt als ziek beschouwd). Tabel 3 Correlatiecoëfficiënten tussen ruwe scores op vragenlijsten in vijf datasets Vragenlijsten Voormeting Nameting Verschilscore Residual Change 1 SCL-90 & DASS-42 0,82 0,78 0,48 0,54 2 BSI & OQ-SD 0,79 0,88 0,66 0,74 3 BSI & OQ-SD 0,82 0,81 0,77 0,79 4 KKL & OQ-SD 0,62 0,75 0,67 0,74 5 CORE-P & SCL-90 0,79 0,74 0,69 0,71

5 vragenlijsten 5 / 11 over het algemeen dezelfde concepten in kaart. Bij de voormeting is de samenhang tussen de KKL en de OQ-SD lager dan bij de andere vragenlijsten. Ook bij de nameting vinden we nog een substantiële samenhang tussen verschillende vragenlijsten. De correlatie van verschilscores is echter over de gehele linie lager, met name bij de vergelijking tussen SCL-90 en DASS-42, wat een eerste aanwijzing is dat er verschillen zijn in responsiviteit. De lagere correlatie bij de verschilscore laat zich echter ook verklaren door de geringere betrouwbaarheid van verschilscores in vergelijking met de ruwe scores. Met name wanneer de pre- en posttestscore onderling positief correleren (gewoonlijk r = 0,50 tot r = 0,60 in therapie-effectonderzoek) is de betrouwbaarheid van de verschilscore aanzienlijk lager dan die van de oorspronkelijke scores. 18 De samenhang tussen residual change scores is weer iets hoger dan de ruwe verschilscores. Verschillen in gevoeligheid voor verandering Vervolgens toetsten we met variantieanalyse in een 2 bij 2-design of er (a) een significant verschil was bij voor- en nameting, en (b) of de vragenlijsten verschilden in gevoeligheid voor verandering door de tijd heen. Deze analyses werden gedaan op zowel ruwe scores als op genormaliseerde T-scores. Tevens bepaalden we de effectgrootte (ES), het gestandaardiseerde responsgemiddelde (SRM) en ΔT. In tabel 4 zijn de gemiddelde scores op vragenlijsten en de standaarddeviatie bij voor- en nameting weergegeven en de uitkomst van de varian tieanalyse (F-waardes). Tussen haakjes staat het meetresultaat uitgedrukt in genormaliseerde T-scores, wederom het resultaat van variantieanalyse op T-scores en het gemiddeld verschil in T-scores tussen beide metingen (ΔT). Met de variantie-analyse is getoetst of de gemiddelde scores significant van elkaar verschillen, zowel tussen de meetmomenten (tijdseffect) als tussen de vragenlijst (maat-effect). Het tijdseffect geeft aan dat, ongeacht het instrument, de gemiddelde score verschilt over de tijd; het maateffect geeft aan dat, ongeacht het tijdsmoment, er verschil is in de scores op beide vragenlijsten. Een verschil in responsiviteit komt bij deze analyse tot uiting in een statistisch significante interactie tussen tijd en maat (T M). We zien bij elke dataset een effect van vragenlijst en een interactie-effect van tijd en vragenlijst. In de meeste gevallen wordt dat effect kleiner of valt De gelijkgevoeligheid van veelgebruikte vragenlijsten valt tegen zelfs weg (bij dataset 3 en dataset 4) na omzetting van de ruwe scores naar genormaliseerde T-scores. Kijken we naar de diverse responsiviteitsindices dan liggen de waarden op de ES, SRM en ΔT dicht bij elkaar en duiden ze over het algemeen een verschil in dezelfde richting aan. In dataset 1 worden de SCL-90 en de DASS-42 vergeleken. Het meetinterval was bij deze dataset kort, gemiddeld vier weken, waardoor het verschil tussen eerste en tweede meting geringer is dan bij de andere datasets. De SCL-90 blijkt in deze vergelijking het meest responsief, al ontlopen de twee vragenlijsten elkaar weinig (ES = 0,42 vs. 0,38). Het verschil in responsiviteit komt het duidelijkst naar voren bij de genormaliseerde T-scores (ΔT SCL-90 = 4,6 vs. ΔT DASS-42 = 3,4). De vergelijking van uitkomsten volgens de BSI en OQ-SD bij patiënten van dataset 2 laat een verschil zien met de OQ-SD-score als responsiever dan de BSI-score (ΔT OQ-SD = 6,7 vs. ΔT BSI = 5,6). In de derde dataset worden wederom de BSI en de OQ-SD vergeleken. Hier pakt de vergelijking echter anders uit. Na T-scoreconversie is er geen significante interactie meer van vragenlijst en tijd en de BSI en OQ-SD blijken nagenoeg gelijk responsief (ΔT BSI = 9,9 vs. ΔT OQ-SD = 9,8). De analyse van de vierde dataset laat ook zien dat na normalisatie van de scores er geen statistisch significant verschil meer is tussen de KKL en de OQ-SD in responsiviteit. Bij vergelijking van de gemiddelde waarde van de genormaliseerde T-scores komt er toch nog een verschil in gevoeligheid naar voren (ΔT OQ-SD = 4,6 vs. ΔT KKL = 4,1). Uit de analyse van de vergelijking van de CORE en de SCL-90 komt de CORE als significant responsiever naar voren, zowel bij vergelijking van ruwe scores als bij vergelijking van genormaliseerde T-scores (ΔT CORE = 15,1 vs. ΔT SCL-90 = 12,3)

6 6 / 11 Tabel 4 Vergelijking van de uitkomst van herhaalde metingen bij gebruik van verschillende vragenlijsten in vijf gegevensbestanden Eerste Tweede SRM ES (Δ T) Dataset 1 F-toets (1,131) M SD M SD Tijd Maat T M SCL ,9 59,4 166,7 58,3 42,47*** 2072,31*** 17,70*** 0,52 0,42 (49,7) (9,7) (45,1) (10,0) (28,82***) (12,20**) (17,71***) (4,6) DASS-42 41,0 25,7 31,2 23,4 0,45 0,38 (49,1) (8,9) (45,7) (8,1) (3,4) Dataset 2 F-toets (1,156) M SD M SD Tijd Maat T M BSI 1,20 0,68 0,86 0,63 96,78*** 1601,56*** 93,52*** 0,65 0,50 (52,1) (9,1) (46,5) (9,6) (103,02***) (15,50***) (7,55*) (5,6) OQ-SD 48,2 14,8 37,6 15,7 0,78 0,72 (50,1) (9,3) (43,4) (9,9) (6,7) Dataset 3 F-toets (1,190) M SD M SD Tijd Maat T M BSI 0,93 0,56 0,38 0,40 251,48*** 1389,42*** 245,22*** 1,04 0,98 (47,1) (8,3) (37,2) (7,1) (297,42***) (71,77***) (0,87) (9,9) OQ-SD 39,5 13,6 23,9 13,7 0,79 1,15 (44,5) (8,6) (34,7) (8,6) (9,8) Dataset 4 F-toets (1,100) M SD M SD Tijd Maat T M KKL 14,3 6,2 11,1 5,5 40,98*** 883,55*** 17,54*** 0,55 0,52 (46,4) (7,4) (42,3) (7,5) (41,35***) (1,90) (0,44) (4,1) OQ-SD 41,5 11,2 34,4 13,9 0,59 0,63 (45,9) (7,0) (41,3) (8,7) (4,6) Dataset 5 F-toets (1,87) M SD M SD Tijd Maat T M CORE-P 18,9 6,2 7,1 5,5 164,50*** 2071,09*** 109,92*** 1,65 1,90 (49,9) (9,6) (32,0) (8,5) (264,73***) (2,08) (48,65***) (15,1) SCL ,1 46,3 114,1 26,7 1,26 1,23 (46,5) (7,9) (34,2) (5,8) (12,3) Tijd Maat T M SRM ES ΔT Hoofdeffect tijd Hoofdeffect vragenlijst Interactie effect van tijd en vragenlijst Standardised Response Mean of gemiddelde gestandaardiseerd verschil Effect Size of verschil gedeeld door voormeting SD Verschil in genormaliseerde T-score * p < 0,05 ** p < 0,01 *** p < 0,001

7 vragenlijsten 7 / 11 Betrouwbare en klinisch significante verandering Ten slotte pasten we criteria voor betrouwbare en significante verandering toe op de uitkomsten van de verschillende vragenlijsten en vergeleken we het resultaat. De proportie betrouwbaar verbeterde patiënten (Reliable Change Index; RCI) en de proportie patiënten met een klinisch relevant verbeterde eindscore (voorbij de cut-off; CO) volgens telkens twee vragenlijsten vergeleken we met de McNemar chikwadraattest (tabel 5); een categorisering van patiënten op basis van de combinatie van RCI en CO in vijf groepen (hersteld, verbeterd, onveranderd, verslechterd en teruggevallen) vergeleken we met een chikwadraattoets en Spearmans correlatiecoëfficiënt voor ordinale variabelen (tabel 6). Voor tabel 5 hebben we ruwe scores gebruikt en de grenswaarden van tabel 1 toegepast. Verschillen in de proportie betrouwbaar veranderde patiënten of proportie klinisch significant veranderden, zijn getoetst met de McNemar chikwadraattest. In tabel 6 is dit in vijf categorieën weergegeven, gebaseerd op een combinatie van de RCI en de CO. Overeenkomst in categorisering is getoetst met Spearmans maat van associatie tussen ordinale variabelen. De vergelijking van de datasets wijst uit dat de gebruikte vragenlijst wel degelijk van invloed is op hoe de categorisering uitpakt. In dataset 1, 4 en 5 vinden we bij toepassing van de RCI een statistisch significant verschil: volgens de DASS-42 zijn meer patiënten verbeterd dan volgens de SCL-90, volgens de OQ-SD zijn er meer verbeterd dan volgens de KKL, en volgens de CORE zijn er meer verbeterd dan volgens de SCL-90. Vooral het verschil tussen de OQ-SD en de KKL is substantieel (38,6 vs. 12,9 % betrouwbaar veranderden). c Bij de CO-index (de proportie patiënten met een nametingsscore als gezonden) zien we juist bij de vergelijking tussen BSI en OQ-SD in datasets 2, 3 en 5 een significant verschil: er zijn meer patiënten hersteld volgens de BSI dan volgens de OQ-SD. Bij de categorisering in tabel 6 valt op dat maar weinig patiënten verslechterd of teruggevallen zijn. Alleen in de eerste dataset, waar sprake was van een korte test-hertestinterval, is volgens de DASS-42 ruim 10 % van de patiënten verslechterd. Volgens de andere datasets verslechteren maar Tabel 5 Vergelijking van vragenlijsten bij operationalisering van uitkomst in categorieën RCI CO % p* % p * Dataset 1 SCL-90 37,1 0,001 47,0 0,134 DASS-42 44,7 53,0 Dataset 2 BSI 43,9 0,20 46,5 0,001 OQ-SD 49,7 35,0 Dataset 3 BSI 63,4 0,56 87,4 0,001 OQ-SD 66,0 78,5 Dataset 4 KKL 12,9 0,001 45,5 0,815 OQ-SD 38,6 47,5 Dataset 5 CORE-P 81,8 0,08 84,1 0,004 SCL-90 72,7 94,3 * McNemar chikwadraattest, een p-waarde < 0,05 duidt een significant verschil in proportie aan. NB: proporties die verschillen zijn vet gedrukt. weinig patiënten. Beperking tot drie niveaus van oplopend therapiesucces (onveranderd, verbeterd en hersteld) past beter voor categorisering van de behandeluitkomst. Verder bevestigen de uitkomsten het voorgaande beeld: in alle vijf datasets is de gebruikte vragenlijst van invloed op de categorisering. De verschillen zijn het grootst tussen de OQ-SD en de KKL. Er is wel telkens een significante en substantiële samenhang tussen de categorisering volgens verschillende vragenlijsten, getuige de Spearman correlatie.

8 8 / 11 Tabel 6 Informatie van RC en CO gecombineerd Hersteld Verbeterd Onveranderd Verslechterd Terugval Spearman r Dataset1 SCL-90 20,5 16,7 62,9 r = 0,48** DASS-42 25,0 19,7 44,7 10,6 Dataset 2 BSI 24,2 19,7 49,7 6,4 r = 0,51** OQ-SD 25,5 24,2 45,2 4,5 0,6 Dataset 3 BSI 58,6 7,3 31,4 2,1 0,5 r = 0,53** OQ-SD 57,6 5,8 34,6 2,1 Dataset 4 KKL 7,9 5,0 87,1 r = 0,30** OQ-SD 30,7 7,9 54,5 6,9 Dataset 5 CORE-P 73,9 8,0 18,2 r = 0,50** SCL-90 71,6 1,1 27,3 Hersteld Verbeterd Onveranderd Verslechterd Terugval Verschilscore RCI; Pretest score > Posttest score; Posttest score < CO Verschilscore RCI; Pretest score > Posttest score; Posttest score CO Verschilscore < RCI Verschilscore RCI; Pretest score < Posttest score; Pretest score CO Verschilscore RCI; Pretest score < Posttest score; Pretest score < CO * p < 0,01 ** p < 0,001 Conclusies: vragenlijsten niet even responsief De belangrijkste bevinding van ons onderzoek is dat het tegenvalt met de gelijkgevoeligheid van veelgebruikte vragenlijsten in de ggz. Per dataset treffen we aanzienlijke verschillen in behandeluitkomst die afhankelijk zijn van (a) de gebruikte vragenlijst, (b) de maat voor responsiviteit en (c) de methode die gebruikt wordt om uitkomst van de behandeling te meten (een verschilscore op een continue meetschaal of een categorisering in hersteld, verbeterd, onveranderd, et cetera). De maten voor gevoeligheid en de methode van uitkomst bepaling (verschilscores of categorisering in klinisch betekenisvolle subgroepen van patiënten) wijzen in een dataset over het algemeen wel steeds dezelfde kant op. Volgens de variantieanalyse is de SCL-90 responsiever dan de DASS-42, de OQ-SD responsiever dan de BSI en de CORE-P responsiever dan de SCL-90. Wanneer we patiënten categoriseren in subgroepen met verschillende behandeluitkomsten, dan geeft de OQ-SD een groter aantal verbeterde patiënten aan, de KKL juist minder en de CORE-P weer meer; bij gebruik van de CO-index zijn volgens de BSI meer patiënten hersteld dan volgens de OQ-SD. De andere vergelijkingen laten geen significante verschillen zien. Overigens is dit onderzoek geen wedstrijd tussen vragenlijsten. De uiteindelijke keuze voor een vragenlijst wordt niet alleen bepaald door de gevoeligheid voor verandering. Andere factoren zijn ook van belang, zoals bekendheid van behandelaars met het instrument, invulgemak voor de patiënt, afnameduur, beschikbaarheid en prijs.

9 vragenlijsten 9 / 11 PROMIS De Amerikaanse overheid heeft de afgelopen jaren een project (PROMIS) gefinancierd met als doel te komen tot meer uniformiteit en efficiëntie bij het meten van uitkomsten in de gezondheidszorg ( Meer uniformiteit in gebruikte vragenlijsten kan de vergelijkbaarheid bevorderen van uitkomsten van medisch pelijk onderzoek en een einde maken aan de huidige praktijk waarin honderden verschillende vragenlijsten gebruikt worden voor hetzelfde doel. Meer uniformiteit kan precies ook ons doel van een landelijke benchmark voor de ggz dienen. De efficiëntieslag wordt nagestreefd met adaptief testen middels de computer, oftewel Computer Adaptive Testing (CAT). Met PROMIS is een systeem voor CAT ontwikkeld dat is gebaseerd op de Item Response Theory. Hierbij worden uit een itembank alleen vragen gesteld die zijn toegesneden op de respondent en die relevant zijn gezien het ernstniveau van diens klachten. Het antwoord op eerdere items bepaalt telkens welk item vervolgens aangeboden wordt. Met CAT volstaan zo zes tot zeven vragen om een even accurate en betrouwbare meting tot stand te brengen als waar er bij de traditionele manier van testen dertig of meer vragen nodig waren. Er zijn itembanken voor diverse meetdomeinen samengesteld met rond de dertig items per domein (voorbeelden van domeinen zijn depressie, angst of boosheid). Het NIH-project heeft geresulteerd in een zogenaamd assessment center, een web-based systeem waarmee onderzoekers en andere vragenlijstgebruikers gratis vragenlijsten kunnen afnemen bij respondenten ( Men kan daarbij kiezen voor de volledige itembank, een selectie van items of de CAT-versie. Als metrische eenheid gebruikt men de T-score met als referentiegroep de algemene bevolking. De Nederlands / Vlaamse vertaling van de itembanken was begin 2012 klaar en wordt momenteel psychometrisch onderzocht (http: // nl / promis_13_0.html). Met een gezamenlijke inspanning ter validatie en normering zou op korte termijn een veelbelovend (en gratis) alternatief voor traditionele vragenlijsten beschikbaar kunnen komen. Zo kan meteen tegemoet worden gekomen aan een veelgehoorde wens van het veld om over gratis vragenlijsten voor ROM en de landelijke benchmark te kunnen beschikken. 19 Invulvolgorde Een factor die van invloed kan zijn geweest op de verschillen in responsiviteit tussen vragenlijsten is de volgorde waarin de vragenlijsten werden aangeboden aan de patiënt. Zo is het waarschijnlijk dat patiënten een tweede vragenlijst met minder aandacht en daardoor minder nauwkeurig invullen dan de eerste. De volgorde van invullen werd in dit onderzoek niet systematisch gevarieerd, waardoor we daar hier geen uitspraken over kunnen doen. Variatie in de instructies bij een vragenlijst is een andere factor. Een onduidelijke instructie kan tot onnauwkeurigheid van de score leiden. De KKL geeft als enige vragenlijst niet expliciet een periode aan waarover de patiënt een oordeel moet geven; in de andere lijsten wordt altijd een oordeel gevraagd over de afgelopen week. In het algemeen betekent grotere onnauwkeurigheid ook geringere betrouwbaarheid en geringere responsiviteit. Andere verschillen tussen vragenlijsten kunnen ook bijdragen aan verschillen in responsiviteit. De SCL-90, de BSI en de KKL vragen naar de intensiteit van de symptomen, de CORE naar hun frequentie en de DASS naar een combinatie van frequentie en intensiteit. Uniformiteit op dit gebied is wenselijk om vergelijkbare uitkomsten te genereren. Geen beeld van zorgkwaliteit De resultaten van ons onderzoek laten ook aanzienlijke verschillen zien tussen de behandeluitkomsten van diverse instellingen. Het is belangrijk te benadrukken dat deze verschillen vooral zijn toe te schrijven aan verschillen in manier van data verzamelen. Ze geven vooralsnog absoluut geen beeld van verschillen in de kwaliteit van de geleverde zorg. De datasets 3, 4 en 5 geven begin- en eindmetingen van de behandeling. Dataset 2 bevatte meerdere opeenvolgende ROM-metingen met een

10 10 / 11 tussenpauze van gemiddeld vijf maanden. Dataset 1 was een steekproef ter bepaling van de testhertestbetrouwbaarheid van vragenlijsten met een meetinterval van slechts vier weken; bij deze patiënten was het einde van de behandeling stellig nog niet in zicht. Zoals gezegd, de vragenlijsten zijn binnen een dataset vergeleken, en niet tussen de datasets. De conclusie is dat we consistente verschillen zien in gevoeligheid van vragenlijsten voor verandering bij drie van de vijf datasets, ongeacht de gebruikte index of methodiek. ΔT, de maat die we eerder voorstelden om tegemoet te komen aan het probleem van onvergelijkbare scores van verschillende vragenlijsten in de ggz, 1 doet het daarbij niet beter of slechter dan ES of SRM. Standaardisering en normalisering van ruwe scores in T-scores maakt weliswaar eenmalige uitkomsten van vragenlijsten onderling vergelijkbaar, maar het zorgt slechts in twee van de vijf datasets voor voldoende vergelijkbare verschilscores. Het verschil in responsiviteit ligt tussen de 10 en 15 %. Zo n verschil in uitkomst is substantieel en moet bij vergelijking van de resultaten van twee ggz-instellingen als betekenisvol beschouwd worden. Dit staat eenduidige vergelijking van uitkomsten ten behoeve van een landelijke benchmark in de weg. Discussie: het aantal vragenlijsten beperken? De gevonden verschillen zijn substantieel en de vragenlijsten zijn onvoldoende gelijkwaardig responsief voor een benchmark in de ggz. Je kunt de verschillen in responsiviteit verminderen door standaardisatie en normalisering naar T- scores (ΔT), verschilscores te standaardiseren (SRM) of het verschil van gestandaardiseerde scores te nemen (ES). Dat biedt echter onvoldoende garantie dat de uitkomsten van de verschillende vragenlijsten die ggz-aanbieders die gebruiken, onderling zonder meer vergelijkbaar zijn. Dit heeft implicaties voor het verzamelen en analyseren van gegevens in een landelijke benchmark. Tot nog toe voerde Stichting Benchmark GGZ een ruimhartig beleid bij de instrumentkeuze door instellingen. Ze zocht aansluiting bij tradities in ggz-instellingen en bij de praktijk van ROM in het veld. Alternatieve vragenlijsten waren welkom, mits aangetoond kon worden dat ze gelijkwaardig gevoelig waren voor verandering. Dit heeft een uitgebreide set van vragenlijsten opgeleverd (zie Zorgdomeinen, meetdomeinen, vragenlijsten op http: // / SBG_zorgdomeinen.aspx). Omdat wij van een aantal vragenlijsten geen equivalente responsiviteit konden aantonen, zal in de toekomst een beperktere set moeten worden voorgeschreven en zullen we voor de landelijke benchmark meer uniformiteit in vragenlijsten moeten nastreven. De bevindingen van dit onderzoek kunnen er ook toe leiden dat men zich in de ggz zelf bezint op de instrumentkeuze. Want niet alleen voor benchmarking, maar ook voor het volgen van het beloop van de klachten bij een individuele patiënt (ROM) is het immers belangrijk om een maximaal responsieve vragenlijst te gebruiken. Gelukkig staat de ontwikkeling van vragenlijsten niet stil en bieden recente ontwikkelingen in de VS en Nederland uitzicht op nieuwe mogelijkheden (zie kader PROMIS). a b Noten Dezelfde De Beurs als de hoofdauteur van dit artikel, die eraan hecht te verklaren dat hij noch SBG enig financieel of ander belang heeft bij de uitgave van de BSI. De gebruikte formules zijn: RC = 1.96 * 2 * SEM 2 en SEM = SD * 1 r ; CO = Sd pat * M norm + Sd norm * M pat Sd pat + Sd norm c De lagere betrouwbaarheid van de KKL (Cronbachs α is.85) en de aanzienlijke spreiding in scores (SD = 9,9) leidt ertoe dat de minimaal vereiste verschilscore op de KKL voor betrouwbare verandering 10 punten bedraagt en dat wordt klaarblijkelijk maar bij weinig patiënten (12,9%) bereikt. Cronbachs α wordt mede bepaald door het aantal items in een schaal: hoe meer items, des te vaker een concept wordt uitgevraagd en des te groter de betrouwbaarheid van de meting. Hier keert een voordeel van de KKL (een handzame korte lijst) zich tegen het instrument. De KKL lijkt daarmee minder geschikt om statistisch betrouwbare verandering vast te stellen.

11 vragenlijsten 11 / 11 Literatuur 1 Beurs E de. De genormaliseerde T- score: Een euro voor testuitslagen. Maandblad Geestelijke volksgezondheid 2010; 65 (10): Arrindell WA, Ettema JHM. SCL-90: Herziene handleiding bij een multidimensionele psychopathologieindicator. (SCL-90: Revised manual for a multidimensional indicator of psychopathology). Lisse: Swets & Zeitlinger; Derogatis LR. The Symptom Checklist-90-R. Baltimore MD: Clinical Psychometric Research; Derogatis LR. The Brief Symptom Inventory. Baltimore MD: Clinical Psychometric Research; Beurs E de, Zitman FG. De Brief Symptom Inventory (BSI): De betrouwbaarheid en validiteit van een handzaam alternatief voor de SCL-90. Maandblad Geestelijke volksgezondheid 2006; 61(2): Lambert MJ, Morton JJ, Hatfield DR, et al. Administration and scoring manual for the OQ-45.2 (Outcome Questionnaire)(3th ed.) Wilmington DE: American Professional Credential Services LLC; Beurs E de, Hollander-Gijsman ME de, Buwalda V, et al. De Outcome Questionnaire (OQ-45): een meetinstrument voor meer dan alleen psychische klachten. De Psycholoog 2005; 40: Jong K de, Nugter A, Polak MG, et al. The Outcome Questionnaire (OQ-45) in a Dutch population: A cross-cultural validation. Clinical Psychology and Psychotherapy 2007; 14: Lovibond PF, Lovibond SH. The structure of negative emotional states: comparison of the Depression Anxiety Stress Scales (DASS) with the Beck Depression and Anxiety Inventories. Behaviour Research and Therapy 1995; 33: Beurs E de, Dyck R van, Marquenie LA, et al. De DASS: een vragenlijst voor het meten van depressie, angst en stress. Gedragstherapie 2001; 34: Beurs E de, Zweden S van, Hamming C. De bruikbaarheid van de DASS voor evaluatie van de behandeling van arbeidsgerelateerde psychische klachten. Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde 2010; 18: Schippers GM, Broekman TG, Buchholz A, et al. Measurements in the Addictions for Triage and Evaluation (MATE): an instrument based on the World Health Organization family of international classifications. Addiction 2010; 105: Lange A, Appelo M. Korte Klachtenlijst, handleiding. Houten: Bohn Stafleu van Loghum; Barkham M, Gilbert N, Connell J, et al. Suitability and utility of the CORE-OM and CORE-A for assessing severity of presenting problems in psychological therapy services based in primary and secondary care settings. British Journal of Psychiatry 2005; 186: Cohen J. Statistical power analysis for the behavioral sciences. (2 ed.) Hillsdale NJ: Lawrence Erlbaum Associates; Norman GR, Wyrwich KW, Patrick DL. The mathematical relationship among different forms of responsiveness coefficients. Quality of Life Research 2007; 16: Streiner DL, Norman GF. Health measurement scales: a practical guide to their development and use. (3 ed.) Oxford: Oxford University Press; Cronbach LJ, Furby L. How should we measure change or should we? Psychological Bulletin 1970; 74: Kooiman K, Klaassens E. GeROMmel in de markt. Maandblad Geestelijke volksgezondheid 2010; 65 (11): Samenvatting Ggz-instellingen gebruiken diverse vragenlijsten om verandering in de klachten van een patiënt in de loop der tijd te meten. Om de behandelresultaten van instellingen te vergelijken, bijvoorbeeld voor de landelijke benchmark, moeten we zeker weten dat de vragenlijsten in gelijke mate veranderingen oppikken ofwel even responsief zijn. De SCL-90, DASS-42, BSI, OQ, KKL en CORE werden onderzocht met vijf gegevensbestanden, waarbij telkens twee vragenlijsten zijn vergeleken op ruwe scores, genormaliseerde T-scores en een categorisering van patiënten op basis van betrouwbare en klinisch significante verandering. De respon siviteit van de instrumenten stemt redelijk overeen. Waar ruwe scores onvergelijkbaar zijn, brengen ge normaliseerde T-scores in twee datasets gelijkwaardige responsiviteit tot stand. Bij drie datasets blijven echter verschillen in responsiviteit bestaan. Meer uniformiteit in vragenlijsten is wenselijk om behandelresultaten goed te kunnen vergelijken. Dr. E. de Beurs, inhoudelijk directeur Stichting Benchmark GGZ SBG, Bilthoven sbggz.nl Dr. M. Barendregt, senior onderzoeker, SBG, Bilthoven Drs. G. Flens, onderzoeker, SBG, Bilthoven Drs. E. van Dijk, gz-psycholoog, Skils, Capelle aan den IJssel Dr. I. Huijbrechts, senior onderzoeker PsyQ- Nederland, Rotterdam Dr. W. J. Meerding, voormalig consultant, Mentaal Beter, Dordrecht

Eerder onderzoek suggereert dat de voortgang van een behandeling beter is te meten met de

Eerder onderzoek suggereert dat de voortgang van een behandeling beter is te meten met de onderzoek De veranderingsgevoeligheid van OQ45 en KKL bij ROM De veranderingsgevoeligheid van OQ45 en KKL bij ROM Door: Liv Pijck, Mathijs Deen, Julia van den Berg, Irma Huijbrechts & Kees Korrelboom Eerder

Nadere informatie

Brief Symptom Inventory. Edwin de Beurs Klinische Psychologie, Leiden SBG

Brief Symptom Inventory. Edwin de Beurs Klinische Psychologie, Leiden SBG Brief Symptom Inventory Edwin de Beurs Klinische Psychologie, Leiden SBG Kenmerken Verkorte versie van de SCL-90 53 items 9 subschalen (met 4 tot 6 items) Antwoordcategorieën: 0 4 Scoring (gemiddelde):

Nadere informatie

Kennissessie Meetinstrumenten Kennissessie meetinstrumenten. Overstappen van meetinstrument, naar welk en hoe?

Kennissessie Meetinstrumenten Kennissessie meetinstrumenten. Overstappen van meetinstrument, naar welk en hoe? Kennissessie Meetinstrumenten 09-05-2016 Kennissessie meetinstrumenten Overstappen van meetinstrument, naar welk en hoe? Besluit SBG Communicatie 29/12/2015 Per 1 juli 2016 wordt het aantal meetinstrumenten

Nadere informatie

Brief Symptom Inventory. Edwin de Beurs Klinische Psychologie, Leiden SBG

Brief Symptom Inventory. Edwin de Beurs Klinische Psychologie, Leiden SBG Brief Symptom Inventory Edwin de Beurs Klinische Psychologie, Leiden SBG Overzicht Kenmerken BSI Subschalen, items, verschillende scores Psychometrische kwaliteit Betrouwbaarheid en validiteit T-scores

Nadere informatie

Computer Adaptief Testen in de GGZ

Computer Adaptief Testen in de GGZ Computer Adaptief Testen in de GGZ 20 april 2016 Gerard Flens Edwin de Beurs Philip Spinhoven Niels Smits Caroline Terwee Meetinstrumenten worden steeds vaker gebruikt binnen de behandeling - Routine Outcome

Nadere informatie

ROM met de OQ-45. Kim la Croix, sheets: Kim de Jong. Discover the world at Leiden University

ROM met de OQ-45. Kim la Croix, sheets: Kim de Jong. Discover the world at Leiden University ROM met de OQ-45 Kim la Croix, sheets: Kim de Jong Vraag Gebruikt u op dit moment de OQ-45? a. Nee, maar ik overweeg deze te gaan gebruiken b. Ja, maar ik gebruik hem nog beperkt c. Ja, ik gebruik hem

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

Het meten van verandering tijdens behandeling voor eetstoornissen: een vergelijking van algemene en specifieke vragenlijst

Het meten van verandering tijdens behandeling voor eetstoornissen: een vergelijking van algemene en specifieke vragenlijst oorspronkelijk artikel Het meten van verandering tijdens behandeling voor eetstoornissen: een vergelijking van algemene en specifieke vragenlijst A.E. DINGEMANS, E.F. VAN FURTH ACHTERGROND Het meten van

Nadere informatie

PROMIS Een integraal systeem voor het meten van patientgeraporteerde

PROMIS Een integraal systeem voor het meten van patientgeraporteerde PROMIS Een integraal systeem voor het meten van patientgeraporteerde uitkomsten in de zorg Dr. Caroline Terwee Dutch-Flemish PROMIS group VU University Medical Center Department of Epidemiology and Biostatistics

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) In dit proefschrift worden een aantal psychometrische methoden beschreven waarmee de accuratesse en efficientie van psychodiagnostiek in de klinische praktijk verbeterd kan worden. Psychodiagnostiek wordt

Nadere informatie

Gebruik van de OQ-45 in de behandeling, ook U? Katinka Franken Neuropsycholoog

Gebruik van de OQ-45 in de behandeling, ook U? Katinka Franken Neuropsycholoog Gebruik van de OQ-45 in de behandeling, ook U? Katinka Franken Neuropsycholoog zondag 19 februari 2012 Doelen ROM (routine outcome monitoring) Secundair 1. gegevensverzameling voor beleid 2. gegevensverzameling

Nadere informatie

PROMIS. De nieuwe gouden standaard voor PROMs. Kenniscentrum Meetinstrumenten Afdeling Epidemiologie en Biostatistiek VU Medisch Centrum

PROMIS. De nieuwe gouden standaard voor PROMs. Kenniscentrum Meetinstrumenten Afdeling Epidemiologie en Biostatistiek VU Medisch Centrum PROMIS De nieuwe gouden standaard voor PROMs Dr. Caroline Terwee Dutch-Flemish PROMIS group Kenniscentrum Meetinstrumenten Afdeling Epidemiologie en Biostatistiek VU Medisch Centrum Dr. Dolf de Boer Vraaggestuurde

Nadere informatie

Inleiding Klinimetrie Documenten 01 Inleiding Klinimetrie Nederlands Paraamedisch Instituut 2006 Pag. 2

Inleiding Klinimetrie Documenten 01 Inleiding Klinimetrie Nederlands Paraamedisch Instituut 2006 Pag. 2 Inleiding Klinimetrie 2006 1. Documenten 01 Inleiding Klinimetrie Nederlands Paraamedisch Instituut 2006 Pag. 2 Wanneer bij wie welk meetinstrument? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Inleiding Klinimetrie 2006

Nadere informatie

Routine Outcome Measurement binnen PsyQ: normering van de 4 K s

Routine Outcome Measurement binnen PsyQ: normering van de 4 K s Routine Outcome Measurement binnen PsyQ: normering van de 4 K s Irma Huijbrechts, Martin Appelo, Kees Korrelboom, Colin van der Heiden en Elske Bos SAMENVATTING Het meten van behandelresultaten, de zogenaamde

Nadere informatie

1 2 3 4 5 Ik vermijd het Ik vermijd het Ik vermijd het Ik vermijd het Ik vermijd het nooit zelden soms meestal altijd

1 2 3 4 5 Ik vermijd het Ik vermijd het Ik vermijd het Ik vermijd het Ik vermijd het nooit zelden soms meestal altijd MI 1 Naam:... Datum:... Hieronder vindt U een lijst met situaties en activiteiten. Het is de bedoeling dat U aangeeft in hoeverre U die vermijdt, omdat U zich er onplezierig of angstig voelt. Geef de mate

Nadere informatie

Voorspellen van behandeluitkomsten bij volwassenen met een depressie. 11 november 2014 drs. B.J. van Pelt en dr. Sylvana Robbers Yulius Academie

Voorspellen van behandeluitkomsten bij volwassenen met een depressie. 11 november 2014 drs. B.J. van Pelt en dr. Sylvana Robbers Yulius Academie Voorspellen van behandeluitkomsten bij volwassenen met een depressie 11 november 2014 drs. B.J. van Pelt en dr. Sylvana Robbers Yulius Academie In samenwerking met: SynQuest werkgroep - Nanda Mooij, Jasper

Nadere informatie

De genormaliseerde T-score

De genormaliseerde T-score 2010 9 MGv 65 684-695 edwin de beurs De genormaliseerde T-score Een euro voor testuitslagen Om in de gaten te houden of een behandeling goed werkt, zijn verschillende meetinstrumenten in omloop. Deze zijn

Nadere informatie

Meetvariatie als bron van bias bij het benchmarken met verschillende ROM-instrumenten

Meetvariatie als bron van bias bij het benchmarken met verschillende ROM-instrumenten korte bijdrage Meetvariatie als bron van bias bij het benchmarken met verschillende ROM-instrumenten M. BLANKERS, M. BARENDREGT, J.J.M. DEKKER ACHTERGROND In de ggz worden momenteel behandeluitkomsten

Nadere informatie

Responsiviteit van meetinstrumenten. Prof. dr. ir. Riekie de Vet. EMGO Instituut, Amsterdam

Responsiviteit van meetinstrumenten. Prof. dr. ir. Riekie de Vet. EMGO Instituut, Amsterdam Responsiviteit van meetinstrumenten Prof. dr. ir. Riekie de Vet EMGO Instituut, Amsterdam Meet-eigenschappen Klinimetrische eigenschappen Reproduceerbaarheid Validiteit Responsiviteit Interpretatie Definitie

Nadere informatie

Overige (Overig, ongespecificeerd)

Overige (Overig, ongespecificeerd) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Voice Related Quality of Life Measure (V-RQOL) 21 oktober 2011 Review 1: T. Dassen, K. v Nes, N. v Wersch Review 2: M. Jungen Invoer: E. Van Engelen 1 Algemene

Nadere informatie

PROMs en PROMIS. Colloqium NIVEL 27 jan 2014

PROMs en PROMIS. Colloqium NIVEL 27 jan 2014 PROMs en PROMIS Colloqium NIVEL 27 jan 2014 Dr. Caroline Terwee Dutch-Flemish PROMIS group VU University Medical Center Department of Epidemiology and Biostatistics Inhoud 1. PROs 2. PROMs 3. PROMIS 2

Nadere informatie

Yes We Can. Inzicht in de effecten van de behandeling

Yes We Can. Inzicht in de effecten van de behandeling Yes We Can Inzicht in de effecten van de behandeling 0 Yes We Can Inzicht in de effecten van de behandeling De belangrijkste bevindingen uit onderzoek De behandeling van Yes We Can Clinics is effectief

Nadere informatie

D v/h Noorden; 17 sept 2005

D v/h Noorden; 17 sept 2005 D v/h Noorden; 17 sept 2005 10 jaar Integrale Psychiatrie Wat heeft het ons gebracht? Dr Rogier Hoenders, psychiater, CIP, Lentis 1 2 Het beste van twee werelden 29 maart 2006 3 4 Integrative Medicine

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Self-Management Ability Scale-30 (SMAS-30) Mei 017 Review: Ilse Swinkels Invoer: Marsha Bokhorst 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Opnameinbloemlezingenenreadersmoedigenwijaan, maarwelgraageerstevenoverleggen. Alerechtenvandeartikelenliggenbij destichtingcognitieenpsychose.

Opnameinbloemlezingenenreadersmoedigenwijaan, maarwelgraageerstevenoverleggen. Alerechtenvandeartikelenliggenbij destichtingcognitieenpsychose. Ukunternatuurlijkuitciteren,graagzelfs,maardanwel metbronvermelding.u magditartikelookruimhartig verspreidenmitshetnietvoorcommerciëledoeleindenis. Indiegevalen pasnaonzeschriftelijketoestemming. Opnameinbloemlezingenenreadersmoedigenwijaan,

Nadere informatie

ROM in de ouderenpsychiatrie

ROM in de ouderenpsychiatrie Improving Mental Health by Sharing Knowledge ROM in de ouderenpsychiatrie Marjolein Veerbeek Richard Oude Voshaar, Anne Margriet Pot Financier: Ministerie van VWS 2 Routine Outcome Monitoring Definitie

Nadere informatie

Spitzer quality of life index

Spitzer quality of life index Spitzer Quality of life index Spitzer, W. O., Dobson, A. J., Hall, J., Chesterman, E., Levi, J., Shepherd, R. et al. (1981). Measuring the quality of life of cancer patients: a concise QL index for use

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting Samenvatting SAMENVATTING PSYCHOMETRISCHE EIGENSCHAPPEN VAN ADL- EN WERK- GERELATEERDE MEETINSTRUMENTEN VOOR HET METEN VAN BEPERKINGEN BIJ PATIËNTEN MET CHRONISCHE LAGE RUGPIJN. Chronische lage rugpijn

Nadere informatie

gegeven met informatie over risico, complexiteit, duur, ernst en een doorverwijzingsadvies.

gegeven met informatie over risico, complexiteit, duur, ernst en een doorverwijzingsadvies. Geachte, Pearson start een onderzoek naar Innerview. Innerview is een beslissingsondersteunend instrument (BOI) voor doorverwijzing in de geestelijke gezondheidszorg en is uniek in zijn soort als het gaat

Nadere informatie

Auteur Bech, Rasmussen, Olsen, Noerholm, & Abildgaard. Meten van de ernst van depressie

Auteur Bech, Rasmussen, Olsen, Noerholm, & Abildgaard. Meten van de ernst van depressie MAJOR DEPRESSION INVENTORY (MDI) Bech, P., Rasmussen, N.A., Olsen, R., Noerholm, V., & Abildgaard, W. (2001). The sensitivity and specificity of the Major Depression Inventory, using the Present State

Nadere informatie

ConsultManager ROM module

ConsultManager ROM module ConsultManager ROM module Voorbereiding - Voordat u ROM testen electronisch kunt klaarzetten en laten invullen door uw cliënten, moet u zich eerst aanmelden bij de leverancier van uw keuze (ManageWare

Nadere informatie

ATL: wat doe je er mee?

ATL: wat doe je er mee? ATL: wat doe je er mee? 1 Ruud Bosscher Fac. Bewegingswetenschappen Vrije Universiteit Bezint eer ge begint! 2 Veel werk Wat is het doel? Wat voegt het toe? Zijn er niet al voldoende? Wanneer is het goed?

Nadere informatie

PROMIS Een integraal systeem voor het meten van patientgeraporteerde

PROMIS Een integraal systeem voor het meten van patientgeraporteerde PROMIS Een integraal systeem voor het meten van patientgeraporteerde uitkomsten in de zorg Dr. Caroline Terwee Dutch-Flemish PROMIS group VU University Medical Center Department of Epidemiology and Biostatistics

Nadere informatie

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG)

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Bowman, L. (2006) "Validation of a New Symptom Impact Questionnaire for Mild to Moderate Cognitive Impairment." Meetinstrument Patient-reported

Nadere informatie

3 Werkwijze Voordat een CQI meetinstrument mag worden ingezet voor reguliere metingen moet het meetinstrument in twee fases getest worden.

3 Werkwijze Voordat een CQI meetinstrument mag worden ingezet voor reguliere metingen moet het meetinstrument in twee fases getest worden. Procedure Psychometrische en discriminerend vermogen testfase Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: PRO 04 Eigenaar: 1 Inleiding De richtlijnen en aanbevelingen voor de test naar de psychometrische en onderscheidende

Nadere informatie

GEZONDHEID SUBSTANTIEEL VERBETERD

GEZONDHEID SUBSTANTIEEL VERBETERD RESULTATEN ANALYSE 2014 GEZONDHEID SUBSTANTIEEL VERBETERD De Rughuis Methode heeft aangetoond dat de gezondheidstoestand en kwaliteit van leven bij patiënten met chronische rugklachten enorm kan toenemen.

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/887/869 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Jong, Kim de Title: A chance for change : building an outcome monitoring feedback

Nadere informatie

ROM bij Yulius Autisme Van dataverzameling naar praktijkgericht onderzoek

ROM bij Yulius Autisme Van dataverzameling naar praktijkgericht onderzoek ROM bij Yulius Autisme Van dataverzameling naar praktijkgericht onderzoek Drs. Annette Slager, Yulius Dr. Sylvana Robbers, Yulius Academie 18 november 2015 Disclosure belangen Annette Slager (potentiële)

Nadere informatie

LPFS SR NL. Instructies: Lees de volgende stellingen aandachtig en omcirkel in welke mate elke uitspraak op u van toepassing is:

LPFS SR NL. Instructies: Lees de volgende stellingen aandachtig en omcirkel in welke mate elke uitspraak op u van toepassing is: LPRS SR NL Pagina1 LPFS SR NL Naam/ID: Instructies: Lees de volgende stellingen aandachtig en omcirkel in welke mate elke uitspraak op u van toepassing is: niet waar Een beetje waar Vaak waar 1 Ik kan

Nadere informatie

Uit tabel 3 valt af te lezen dat de correlaties zoals gevonden in het huidige onderzoek sterk overeenkomen met de resultaten uit eerder onderzoek

Uit tabel 3 valt af te lezen dat de correlaties zoals gevonden in het huidige onderzoek sterk overeenkomen met de resultaten uit eerder onderzoek Uit tabel 3 valt af te lezen dat de correlaties zoals gevonden in het huidige onderzoek sterk overeenkomen met de resultaten uit eerder onderzoek (dat hoofdzakelijk onder de algemene bevolking is uitgevoerd).

Nadere informatie

Behandeluitkomsten: bron voor kwaliteitsbeleid in de GGZ. Gebruikersraad 16 mei 2017 Lisanne Warmerdam en Astrid van Meeuwen

Behandeluitkomsten: bron voor kwaliteitsbeleid in de GGZ. Gebruikersraad 16 mei 2017 Lisanne Warmerdam en Astrid van Meeuwen Behandeluitkomsten: bron voor kwaliteitsbeleid in de GGZ Gebruikersraad 16 mei 2017 Lisanne Warmerdam en Astrid van Meeuwen Het boek.. 2 Hoofdlijnen Deel 1: achtergrond van benchmarken Deel 2: de betekenis

Nadere informatie

Substantial Clinical Important Benefit van de CMS en SST!! Toepassing van schoudervragenlijsten bij patiënten van het Schoudernetwerk Twente

Substantial Clinical Important Benefit van de CMS en SST!! Toepassing van schoudervragenlijsten bij patiënten van het Schoudernetwerk Twente Substantial Clinical Important Benefit van de CMS en SST!! Toepassing van schoudervragenlijsten bij patiënten van het Schoudernetwerk Twente Donald van der Burg Onderzoek naar responsiviteit van de CMS/SST

Nadere informatie

Gezinskenmerken: De constructie van de Vragenlijst Gezinskenmerken (VGK) Klijn, W.J.L.

Gezinskenmerken: De constructie van de Vragenlijst Gezinskenmerken (VGK) Klijn, W.J.L. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Gezinskenmerken: De constructie van de Vragenlijst Gezinskenmerken (VGK) Klijn, W.J.L. Link to publication Citation for published version (APA): Klijn, W. J. L. (2013).

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/18691 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Jong, Kim de Title: A chance for change : building an outcome monitoring feedback

Nadere informatie

Welke vragenlijst voor mijn onderzoek?

Welke vragenlijst voor mijn onderzoek? Welke vragenlijst voor mijn onderzoek? NHG wetenschapsdag 2010 Caroline Terwee Kenniscentrum Meetinstrumenten VUmc Afdeling Epidemiologie en Biostatistiek VU medisch centrum Inhoud 1. Presentatie 2. Kritisch

Nadere informatie

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI 10.1007/978-90-368-1003-6, 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media 50 neem de regie over je depressie Bijlage 1 Beloopstabel

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige, ongespecificeerd

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige, ongespecificeerd Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Utrechtse Coping Lijst (UCL) November 2012 Review: 1. A. Lueb 2. M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking

Nadere informatie

Stroke-Adapted Sickness Impact Profile (SA-SIP-30)

Stroke-Adapted Sickness Impact Profile (SA-SIP-30) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Stroke-Adapted Sickness Impact Profile (SA-SIP-30) November 2017 Review: 1. M. Post, B Dijcks 2. Eveline van Engelen Invoer: Marsha Bokhorst 1 Algemene gegevens

Nadere informatie

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie DIAGNOSTIC INVENTORY FOR DEPRESSION (DID) Zimmerman, M., Sheeran, T., & Young, D. (2004). The Diagnostic Inventory for Depression: A self-report scale to diagnose DSM-IV Major Depressive Disorder. Journal

Nadere informatie

Hij heeft 7(angst, depressie, sociale fobie, agorafobie, somatische klachten, vijandigheid, cognitieve klachten)+2 (vitaliteit en werk) subschalen

Hij heeft 7(angst, depressie, sociale fobie, agorafobie, somatische klachten, vijandigheid, cognitieve klachten)+2 (vitaliteit en werk) subschalen SQ-48: 48 Symptom Questionnaire Meetpretentie De SQ-48 bestaat uit 48 items en is in 2011 ontworpen door de afdeling psychiatrie van het LUMC om algemene psychopathologie (angst, depressie, somatische

Nadere informatie

ROM met de OQ-45: van vinden tot verbinden

ROM met de OQ-45: van vinden tot verbinden ROM met de OQ-45: van vinden tot verbinden LVVP webinar 31 maart 2015 Kim de Jong, PhD 20-03-2015 Vraag 1 Gebruikt u op dit moment de OQ-45? a. Nee, maar ik overweeg deze te gaan gebruiken b. Ja, maar

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

Functional limitations associated with mental disorders

Functional limitations associated with mental disorders Samenvatting Functional limitations associated with mental disorders Achtergrond Psychische aandoeningen, zoals depressie, angst, alcohol -en drugsmisbruik komen erg vaak voor in de algemene bevolking.

Nadere informatie

Handleiding MIS (Management Informatie Systeem)

Handleiding MIS (Management Informatie Systeem) Handleiding MIS (Management Informatie Systeem) Praktikon 2016 Praktikon B.V. Postbus 6909 6503 GK Nijmegen www.praktikon.nl tel. 024 3615480 praktikon@acsw.ru.nl fax. 024 3611152 www.bergop.info 2016

Nadere informatie

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Online screening Online behandeling - Effectiviteit

Nadere informatie

Ursula Klumpers, Falco Jansen, Laura van Goor, Janwillem Renes

Ursula Klumpers, Falco Jansen, Laura van Goor, Janwillem Renes Ursula Klumpers, Falco Jansen, Laura van Goor, Janwillem Renes Landelijke ontwikkeling ROM en stand van zaken Ontwikkeling ROM KenBiS en stand van zaken Agenda werkgroep (discussie) Afdeling KenBiS Organisatie

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Self-Management Ability Scale-30 (SMAS-30) 1 Algemene gegevens

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Self-Management Ability Scale-30 (SMAS-30) 1 Algemene gegevens 1 Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Self-Management Ability Scale-30 (SMAS-30) September 2009 Review: Béatrice Dijcks Invoer: Eveline van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft

Nadere informatie

Gebruik van PROMs individueel versus groepsniveau. Riekie de Vet

Gebruik van PROMs individueel versus groepsniveau. Riekie de Vet Gebruik van PROMs individueel versus groepsniveau Riekie de Vet Klinimetrie: meten in de geneeskunde Het meten van symptomen, diagnostiek, uitkomsten van behandelingen, gezondheidsstatus en bijvoorbeeld

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Michigan Hand Outcomes Questionnaire- Dutch Language Version (MHOQ-DLV) 1 Algemene gegevens

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Michigan Hand Outcomes Questionnaire- Dutch Language Version (MHOQ-DLV) 1 Algemene gegevens Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Michigan Hand Outcomes Questionnaire- Dutch Language Version (MHOQ-DLV) 21 januari 2010 Review: Sandra Joeris Invoer: Eveline van Engelen 1 Algemene gegevens

Nadere informatie

Afhankelijkheid binnen het therapeutische contact: Ongewenst of cruciaal ingrediënt van een succesvolle behandeling?

Afhankelijkheid binnen het therapeutische contact: Ongewenst of cruciaal ingrediënt van een succesvolle behandeling? Afhankelijkheid binnen het therapeutische contact: Ongewenst of cruciaal ingrediënt van een succesvolle behandeling? Naline Geurtzen PhD-student Radboud Universiteit Behavioural Science Institute Nijmegen

Nadere informatie

Kim de Jong Tijdschrift voor Psychotherapie

Kim de Jong Tijdschrift voor Psychotherapie Behandelresultaten van vrijgevestigde psychologen en psychotherapeuten Kim de Jong Tijdschrift voor Psychotherapie ISSN 0165-1188 Volume 42 Number 5 Tijdschr Psychother (2016) 42:308-317 DOI 10.1007/s12485-016-0148-6

Nadere informatie

Toegankelijkheid en effectiviteit van de geestelijke gezondheidszorg voor ouderen. Samenvatting

Toegankelijkheid en effectiviteit van de geestelijke gezondheidszorg voor ouderen. Samenvatting Toegankelijkheid en effectiviteit van de geestelijke gezondheidszorg voor ouderen Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Psychische stoornissen komen geregeld voor bij ouderen (65-plus).

Nadere informatie

The black-box ontmanteld: outcome als input voor continue kwaliteitsverbetering binnen de geestelijke gezondheidszorg

The black-box ontmanteld: outcome als input voor continue kwaliteitsverbetering binnen de geestelijke gezondheidszorg The black-box ontmanteld: outcome als input voor continue kwaliteitsverbetering binnen de geestelijke gezondheidszorg O. Peene (PhD) P. Cokelaere (MSc, MBA) V. Meesseman (MSc) Onze kernopdracht De gezondheid,

Nadere informatie

Versie SBG T-score Formules

Versie SBG T-score Formules Versie 20130101 SBG T-score Formules 20130101 Versiebeheer 20130101 eerste publieke versie pagina 2 van 19 Inhoud Versiebeheer... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Volwassenen kort... 5 Primair meetdomein

Nadere informatie

Roland Disability Questionnaire

Roland Disability Questionnaire Roland 1983 Nederlandse vertaling G.J. van der Heijden 1991 Naampatiënt...Datum:. Uw rugklachten kunnen u belemmeren bij uw normale dagelijkse bezigheden. Deze vragenlijst bevat een aantal zinnen waarmee

Nadere informatie

Rehabilitatie door zelfmanagement bij chronische angst en depressie (de ZemCAD studie)

Rehabilitatie door zelfmanagement bij chronische angst en depressie (de ZemCAD studie) Improving Mental Health by Sharing Knowledge Rehabilitatie door zelfmanagement bij chronische angst en depressie (de ZemCAD studie) Jan Spijker, Maringa Zoun, Bauke Koekkoek, Henny Sinnema, Anna Muntingh,

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Walking Impairment Questionnaire (WIQ) review: EJCM Swinkels-Meewisse. invoer: E v Engelen

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Walking Impairment Questionnaire (WIQ) review: EJCM Swinkels-Meewisse. invoer: E v Engelen Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Walking Impairment Questionnaire (WIQ) 06-03-2012 review: EJCM Swinkels-Meewisse invoer: E v Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking

Nadere informatie

Geschikte uitkomstmaten voor routinematige registratie door eerstelijnspsychologen

Geschikte uitkomstmaten voor routinematige registratie door eerstelijnspsychologen Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Geschikte uitkomstmaten voor routinematige registratie door eerstelijnspsychologen I.M.J. van Beljouw P.F.M.

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Dutch version of the Quebec User Evaluation of Satisfaction with assistive technology (D-QUEST)

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Dutch version of the Quebec User Evaluation of Satisfaction with assistive technology (D-QUEST) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Dutch version of the Quebec User Evaluation of Satisfaction with assistive technology (D-QUEST) Februari 2018 Review: Ilse Swinkels-Meewisse Invoer: Marsha

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

KWANTITATIEF ONDERZOEK. Outcome- en follow-up onderzoek

KWANTITATIEF ONDERZOEK. Outcome- en follow-up onderzoek KWANTITATIEF ONDERZOEK Outcome- en follow-up onderzoek 15-18 i.s.m. Prof. Dr. Reitske Meganck - UGent Van 1 april 15 tot 31 maart 17 werden patiënten bij hun opname in Rustenburg bevraagd of ze wilden

Nadere informatie

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen)

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Tabel 1, schematisch overzicht van abstracte begrippen, variabelen, dimensies, indicatoren en items. (Voorbeeld is ontleend aan de masterscriptie

Nadere informatie

Routine Outcome Monitoring

Routine Outcome Monitoring Routine Outcome Monitoring Edwin de Beurs en Paul Emmelkamp 4 4.1 Inleiding In een boek over mislukkingen in de psychotherapie mag een beschrijving van Routine Outcome Monitoring (rom) niet ontbreken.

Nadere informatie

Multidimensional Fatigue Inventory

Multidimensional Fatigue Inventory Multidimensional Fatigue Inventory (MFI) Smets E.M.A., Garssen B., Bonke B., Dehaes J.C.J.M. (1995) The Multidimensional Fatigue Inventory (MFI) Psychometric properties of an instrument to asses fatigue.

Nadere informatie

Development of the diabetes problem solving measure for adolescents. Diabetes Educ 27:865 874, 2001

Development of the diabetes problem solving measure for adolescents. Diabetes Educ 27:865 874, 2001 Diabete Problem Solving Measure for Adolescents (DPSMA) Cook S, Alkens JE, Berry CA, McNabb WL (2001) Development of the diabetes problem solving measure for adolescents. Diabetes Educ 27:865 874, 2001

Nadere informatie

Het klinisch effect van AOT: Onderzoek in de praktijk. Jennie Wakker

Het klinisch effect van AOT: Onderzoek in de praktijk. Jennie Wakker Het klinisch effect van AOT: Onderzoek in de praktijk Jennie Wakker Symposium AOT: werkt het? Is het bewezen? AOS, Arnhem, 14 maart 2009 Titel The clinical effectiveness of breathing and relaxation therapy:

Nadere informatie

23-1-2014. Classificeren en meten. Overzicht van de officiële definities van de meter sinds 1795. Raymond Ostelo, PhD. Klinimetrie

23-1-2014. Classificeren en meten. Overzicht van de officiële definities van de meter sinds 1795. Raymond Ostelo, PhD. Klinimetrie Raymond Ostelo, PhD Professor of Evidence-Based Physiotherapy Dept. Health Sciences EMGO+ Institute for Health and Care Research VU University Amsterdam, the Netherlands r.ostelo@vumc.nl 1 Classificeren

Nadere informatie

Workshop HoNOS en MANSA

Workshop HoNOS en MANSA Workshop HoNOS en MANSA Voor het ROM Doorbraakproject Deel 1 2015 Annet Nugter en Petra Tamis GGZ Noord-Holland-Noord Inhoud workshop Kennismaking Introductie HoNOS en MANSA: Wat zijn dit voor instrumenten

Nadere informatie

Zwakbegaafdheid in de GGZ. Een explorerend onderzoek 1. Jannelien Wieland a,b & Frans Zitman c

Zwakbegaafdheid in de GGZ. Een explorerend onderzoek 1. Jannelien Wieland a,b & Frans Zitman c Zwakbegaafdheid in de GGZ. Een explorerend onderzoek 1 Jannelien Wieland a,b & Frans Zitman c a Poli +, psychiatrie + verstandelijke beperking, Ir. Driessenstraat 94-G, 2312 KZ, Leiden b Cordaan, Postbus

Nadere informatie

Stichting Benchmark GGZ

Stichting Benchmark GGZ Stichting Benchmark GGZ Beter worden door te leren van vergelijken - Hoe verzamelt GGZ uitkomst gegevens? - Hoe worden die teruggekoppeld? - Wat is er nodig om beter te worden? Gegevens Bazaar, 28 januari

Nadere informatie

ROM vanuit cliëntperspectief. Beoordeling ROM-instrumentarium vanuit cliënten-/familieperspectief

ROM vanuit cliëntperspectief. Beoordeling ROM-instrumentarium vanuit cliënten-/familieperspectief ROM vanuit cliëntperspectief Beoordeling ROM-instrumentarium vanuit cliënten-/familieperspectief Lotte Kits Steven Makkink Expertgroep ROM vanuit cliëntperspectief LPGGz december 2011 Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

Meten van lichaamsbeleving

Meten van lichaamsbeleving Meten van lichaamsbeleving ALV NVPMT 31 maart 2016 Mia Scheffers wjscheffers@gmail.com 1 Twee delen Deel 1 Waarom belangrijk; resultaten tot nu toe Deel 2 Obstakels en valkuilen, aandachtspunten 2 Waarom?

Nadere informatie

rom in de volwassenenpsychiatrie: een evaluatie van meetinstrumenten

rom in de volwassenenpsychiatrie: een evaluatie van meetinstrumenten korte bijdrage rom in de volwassenenpsychiatrie: een evaluatie van meetinstrumenten v.j.a. buwalda, m.a. nugter, s.y. van de brug, s. draisma, j.h. smit, j.a. swinkels, w. van tilburg achtergrond Er is

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Middel, L. J. (2001). Assessment of change in clinical evaluation. Groningen: s.n.

Citation for published version (APA): Middel, L. J. (2001). Assessment of change in clinical evaluation. Groningen: s.n. University of Groningen Assessment of change in clinical evaluation Middel, Lambertus Johannes IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from

Nadere informatie

CQi-GGZ-VZ. Alle Zorgdomeinen m.u.v. Psychogeriatrie, FZ, K&J en Dyslexie. Patiëntervaring

CQi-GGZ-VZ. Alle Zorgdomeinen m.u.v. Psychogeriatrie, FZ, K&J en Dyslexie. Patiëntervaring Alle Zorgdomeinen m.u.v. Psychogeriatrie, FZ, K&J en Dyslexie Patiëntervaring CQi-GGZ-VZ Instrument Naam instrument CQ-index Geestelijke Gezondheidszorg en Verslavingszorg Code Versie/uitgever Meetpretentie

Nadere informatie

Handycard Zorgmonitor 1 SDQ en KIDSCREEN-27

Handycard Zorgmonitor 1 SDQ en KIDSCREEN-27 Handycard Zorgmonitor 1 SDQ en KIDSCREEN-27 SDQ (Strenghts and Difficulties Questionnaire) Meet de psychosociale aanpassing van de jeugdige. De SDQ wordt ingevuld door jeugdigen zelf (11-17 jaar) en ouders

Nadere informatie

Projectplan overzicht (deel 1)

Projectplan overzicht (deel 1) Projectplan overzicht (deel 1) Naam umc Projectleider + email Titel activiteit Programmathema Werkplaats Draagt bij aan de volgende deliverables -zie programma- Algemeen VUmc Koen Neijenhuijs; k.i.neijenhuijs@vu.nl

Nadere informatie

Vermaatschappelijking van de zorg: artikel 107 in cijfers

Vermaatschappelijking van de zorg: artikel 107 in cijfers Vermaatschappelijking van de zorg: artikel 107 in cijfers Overzicht Situering onderzoek Voorstelling vragenlijsten Resultaten Samenstelling doelgroep: leeftijd en geslacht Frequentie symptomatologie Evolutie

Nadere informatie

TNO-AZL Preschool Children Quality of Life (TAPQOL)

TNO-AZL Preschool Children Quality of Life (TAPQOL) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument TNO-AZL Preschool Children Quality of Life (TAPQOL) Februari 2015 Review: Jungen MJH Invoer: Bokhorst ML 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking

Nadere informatie

SAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift

SAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift 153 SAMENVATTING Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift Angst en depressie zijn de meest voorkomende psychische stoornissen, de ziektelast is hoog en deze aandoeningen brengen hoge kosten met

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 207 208 Deel I Het wordt steeds belangrijker gevonden om kinderen een stem te geven. Hierdoor kunnen kinderen beter begrepen worden en kan hun ontwikkeling worden geoptimaliseerd.

Nadere informatie

College 3 Interne consistentie; Beschrijvend onderzoek

College 3 Interne consistentie; Beschrijvend onderzoek College 3 Interne consistentie; Beschrijvend onderzoek Inleiding M&T 2012 2013 Hemmo Smit Overzicht van dit college Kwaliteit van een meetinstrument (herhaling) Interne consistentie: Cronbach s alpha Voorbeeld:

Nadere informatie

Vaktherapie & Onderzoek

Vaktherapie & Onderzoek Vaktherapie & Onderzoek - Noodzaak Evident (ZiN advies)! - Veel enthousiasme bij professionals! - Mogelijkheden binnen instellingen? - Gemeenschappelijke vragen? - Keuze voor opzet en maten.. Gebruik ROM,

Nadere informatie

Interapy Online Psychotherapie 10 jaar Onderzoek & Praktijk. Bart Schrieken

Interapy Online Psychotherapie 10 jaar Onderzoek & Praktijk. Bart Schrieken Interapy Online Psychotherapie 10 jaar Onderzoek & Praktijk Bart Schrieken Presentatie Soorten e-mental health Onderzoek Voorbeelden praktijk Conclusies & aanbevelingen Online aanbod door GGZ in Nederland

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Algemeen, overig, ongespecificeerd

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Algemeen, overig, ongespecificeerd 1 Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Multidimensional Health Locus of Control Scales (MHLC) 1 juli 2011 Review: 1) I. Spelthann 2) Sandra Joeris Invoer: Marsha Bokhorst 1 Algemene gegevens

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life prospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin 20 personen met een laag-normale vitamine B12 waarde zijn gevraagd

Nadere informatie

Electronisch affect monitoren met feedback-interventie in de behandeling van depressie: een randomized controlled trial

Electronisch affect monitoren met feedback-interventie in de behandeling van depressie: een randomized controlled trial Electronisch affect monitoren met feedback-interventie in de behandeling van depressie: een randomized controlled trial Ingrid Kramer ima.kramer@ggze.nl Van onderzoek naar de klinische praktijk PsyMate

Nadere informatie

VLAAMS REGIO-ONDERZOEK BIJ ADOLESCENTEN MET EEN HANDICAP EN HUN GEZIN(VRAAG): Situering VRAAG. Situering VRAAG

VLAAMS REGIO-ONDERZOEK BIJ ADOLESCENTEN MET EEN HANDICAP EN HUN GEZIN(VRAAG): Situering VRAAG. Situering VRAAG VLAAMS REGIO-ONDERZOEK BIJ ADOLESCENTEN MET EEN HANDICAP EN HUN GEZIN(VRAAG): Femke Migerode Prof. dr. Bea Maes, Phd. Prof. dr. Ann Buysse, Phd. Studiedag SWVG Leuven, 2 december2010 VRAAG Situering Methode

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenzorg Overdag

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenzorg Overdag Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg in de huisartspraktijk tijdens kantooruren te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst

Nadere informatie