vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Minister van Economische Zaken Postbus EC 'S-GRAVENHAGE

Transcriptie

1 rvââq vanstate Afdeling bestuursrechtspraak K.i Minister van Economische Zaken Postbus EC 'S-GRAVENHAGE Datum Ons nummer Uw kenmerk 23 december /8/R2 WJZ/ Onder\vcq'i Beh,indclcnd,inilitena;ir Zeewolde I.H.M. van de Sande Inpassingsplan c.s. windenergie in de Zuidlob In de bovenvermelde zaak is uitspraak gedaan. Een afschrift van deze uitspraak treft u hierbij aan. Hoogachtend, de secretaris van de Raad van State, mr. H.H.C. Visser OÎ o> O; Oj O; oo" (CA0) Postbus EA 's-gravenhage -T F wwrw.raadvanstate.nl Bij correspondentie de datum en het nummer van deze brief vermelden

2 K:< Raad vanstate /8/R2. Datum uitspraak: 23 december 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van: 1. J. van Eek en D. van Eek (hierna in enkelvoud: Van Eek), wonend te Wateringen, gemeente Westland, 2. H. Hagebeuk en M. Hagebeuk (hierna in enkelvoud: Hagebeuk), wonend te Bunschoten-Spakenburg, gemeente Bunschoten, 3. C. de Haan en A. de Haan-Starke (hierna in enkelvoud: De Haan), wonend te Soest, 4. I. Ermans, wonend te Putten, opposanten.

3 /8/R december Procesverloop Bij uitspraak van 24 september 2010, in zaak nr /7, heeft de Afdeling na vereenvoudigde behandeling de beroepen niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak hebben Van Eek bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 4 oktober 2010, Hagebeuk, bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 6 oktober 2010, De Haan bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 14 oktober 2010, en Ermans bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 6 oktober 2010, verzet gedaan. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige. De Afdeling heeft het verzet ter zitting behandeld op 14 december 2010, waar Van Eek, in de persoon van J. van Eek, Hagebeuk, vertegenwoordigd door J. van Eek, De Haan, in de persoon van C. de Haan, en Ermans, vertegenwoordigd door J. van Eek, zijn verschenen. 2. Overwegingen 2.1. In de uitspraak, waarvan verzet, heeft de Afdeling de beroepen van Van Eek, Hagebeuk, De Haan en Ermans kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij geen zienswijze tegen het ontwerpinpassingsplan naar voren hebben gebracht Van Eek, Hagebeuk, De Haan en Ermans stellen in verzet dat hen redelijkerwijs niet kan worden verweten geen zienswijze naar voren te hebben gebracht, omdat zij geen kennis hebben kunnen nemen van de publicatie in het huis-aan-huisblad "De Bunschoter" aangezien dit blad niet op het park, waarin hun vakantiewoningen liggen, wordt bezorgd. Zij zijn voorts van mening dat, nu zij niet in de regio wonen, van hun niet mag worden verwacht dat zij zich abonneren op een regionale krant Geen rechtvaardiging is gelegen in de door Van Eek, Hagebeuk, De Haan en Ermans gestelde omstandigheid dat zij niet bekend waren met de aankondiging van de terinzagelegging omdat zij het huis-aan-huisblad "De Bunschoter" niet hebben ontvangen. De Afdeling stelt voorop dat het bevoegd gezag op grond van artikel 3:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht een zekere vrijheid heeft in de keuze van het blad of de bladen waarin een kennisgeving wordt geplaatst, mits aldus een geschikte wijze van kennisgeving van het ontwerpbesluit plaatsvindt. De Afdeling is niet gebleken dat de bezorging van het huis-aan-huisblad "De Bunschoter" in het algemeen zodanige gebreken vertoont dat de minister van Economische Zaken en de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, dit blad niet als middel ter kennisgeving van het ontwerpbesluit hadden mogen gebruiken. De omstandigheid dat "De Bunschoter" niet op het vakantiepark wordt bezorgd doet daar niet aan af, nu, vanwege de tijdelijke aard van de bewoning van

4 /8/R december 2010 vakantiewoningen, het niet gebruikelijk is dat huis-aan-huisbladen op vakantieparken worden verspreid. Ter zitting is door Van Eek, Hagebeuk, De Haan en Ermans bevestigd dat het mogelijk is om het blad op afhaalpunten in de gemeente te verkrijgen. Zij hebben derhalve niet aannemelijk gemaakt dat het voor hen niet mogelijk was om op andere wijze beschikking te krijgen over "De Bunschoter". Voor zover zij in dit verband naar voren brengen dat zij op enige afstand van hun vakantiewoningen wonen, wordt overwogen dat het tot de verantwoordelijkheid van Van Eek, Hagebeuk, De Haan en Ermans behoort om gedurende de periode dat zij niet in hun vakantiewoningen verblijven zorg te dragen voor een adequate behartiging van hun belangen. Het had dan ook op de weg van Van Eek, Hagebeuk, De Haan en Ermans gelegen om zulke maatregelen te treffen dat zij op de hoogte zouden blijven van relevante ruimtelijke ontwikkelingen. Nu zij nagelaten hebben deze maatregelen tijdig te treffen, dienen de gevolgen hiervan voor hun rekening te komen. Dat zij deze maatregelen thans wel hebben getroffen, doet immers niet af aan de omstandigheid dat zij tegen het ontwerpinpassingsplan geen zienswijze naar voren hebben gebracht en leidt dan ook niet tot een ander oordeel. De Afdeling ziet noch in hetgeen Van Eek, Hagebeuk, De Haan en Ermans in hun verzetschrift, noch in hetgeen zij ter zitting hebben aangevoerd grond om tot een ander oordeel te komen dan in de uitspraak, waarvan verzet, is vervat Het verzet is ongegrond Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

5 /8/R2 23 december 2010 I 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: verklaart het verzet ongegrond. Aldus vastgesteld door mr. R.J. Hoekstra, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. B. Klein Nulent, ambtenaar van staat. w.g. Hoekstra lid van de enkelvoudige kamer w.g. Klein Nulent ambtenaar van staat Uitgesproken in het openbaar op 23 december Verzonden: 23 december 2010 Voor eensluidend afschrift, de secretaris van de Raad van State, mr. H.H.C. Visser

6 I Raad vanstate /7/R2. Datum uitspraak: 24 september 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen: 1. J. van Eek en D. van Eek, wonend te Wateringen, gemeente Westland, 2. R. Goedegebuure, wonend te Huizen, 3. H. Hagebeuk en M. Hagebeuk, wonend te Bunschoten-Spakenburg, gemeente Bunschoten, 4. C. de Haan en A. de Haan-Starke, wonend te Soest, 5. A. Hulsbergen Henning, wonend te Bunschoten-Spakenburg, gemeente Bunschoten, 6. W.G.M, van der Tol, wonend te Kamerik, gemeente Woerden, 7. B. Sjollema en M. Sjollema, wonend te Hilversum, 8. I. Emans, wonend te Putten, appellanten, en de minister van Economische Zaken en de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, verweerders.

7 /7/R september Procesverloop Bij besluiten van 25 maart respectievelijk 1 april 2010 hebben de ministers het inpassingsplan "Inpassingsplan windenergie in de Zuidlob (gemeente Zeewolde)" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben Van Eek en Van Eek bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 25 mei 2010, Goedegebuure bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 25 mei 2010, Hagebeuk en Hagebeuk bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 28 mei 2010, De Haan en De Haan-Starke bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 29 mei 2010, Hulsbergen Henning bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 31 mei 2010, Van der Tol bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 31 mei 2010, Sjollema en Sjollema bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 2 juni 2010, en Emans bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 3 juni 2010, beroep ingesteld. De ministers hebben een verweerschrift ingediend. Daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Zuidlob Wind B.V. een nader stuk ingediend. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige. 2. Overwegingen 2.1. Ingevolge de artikelen 3:1 1, 3:15 en 3:16 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) wordt het ontwerpinpassingsplan ter inzage gelegd voor de duur van zes weken en kunnen gedurende deze termijn zienswijzen naar voren worden gebracht bij de ministers Het ontwerpinpassingsplan is blijkens de kennisgeving met ingang van 28 augustus 2009 voor de duur van zes weken ter inzage gelegd. De termijn waarbinnen zienswijzen naar voren konden worden gebracht eindigde, derhalve op 8 oktober Van Eek en Van Eek, Goedegebuure, Hagebeuk en Hagebeuk, De Haan en De Haan-Starke, Hulsbergen Henning, Van der Tol, Sjollema en Sjollema, en Emans hebben geen zienswijze tegen het ontwerpinpassingsplan naar voren gebracht bij de ministers. Ingevolge artikel 8:2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) gelezen in samenhang met artikel 6:13 van de Awb, kan beroep slechts worden ingesteld tegen het besluit tot vaststelling van een inpassingsplan door de belanghebbende die tegen het ontwerpinpassingsplan tijdig een zienswijze bij de ministers naar voren heeft gebracht. Dit is slechts anders indien een belanghebbende redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij niet tijdig een zienswijze naar voren heeft gebracht. Deze omstandigheid doet zich niet voor. Geen rechtvaardiging is gelegen in de door hen gestelde omstandigheid dat zij niet persoonlijk zijn geïnformeerd over de planvorming, aangezien in de Wro noch in enig ander

8 /7/R september 2010 wettelijk voorschrift een bepaling valt aan te wijzen op grond waarvan eventuele belanghebbenden persoonlijk in kennis dienen te worden gesteld van de terinzagelegging van een ontwerp voor een inpassingsplan De beroepen van Van Eek en Van Eek, Goedegebuure, Hagebeuk en Hagebeuk, De Haan en De Haan-Starke, Hulsbergen Henning, Van der Tol, Sjollema en Sjollema, en Emans zijn kennelijk niet-ontvankelijk Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

9 ...t.. I /7/R september Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: verklaart de beroepen van J. van Eek en D, van Eek, R. Goedegebuure, H. Hagebeuk en M. Hagebeuk, C. de Haan en A. de Haan-Starke, A. Hulsbergen Henning, W.G.M, van der Tol, B. Sjollema en M. Sjollema, en I. Emans niet-ontvankelijk. Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.P. de Rooy, ambtenaar van staat. w.g. Van Sloten lid van de enkelvoudige kamer w.g. De Rooy ambtenaar van staat Uitgesproken in het openbaar op 24 september 2010 Tegen deze uitspraak kan verzet worden gedaan bij de Afdeling (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht). - Verzet dient schriftelijk en binnen zes weken na verzending van deze uitspraak te worden gedaan. - In het verzetschrift moeten de redenen worden vermeld waarom de indiener het niet eens is met de gronden waarop de beslissing is gebaseerd. - Indien de indiener over het verzet door de Afdeling wenst te worden gehoord, dient dit in het verzetschrift te worden gevraagd. Het horen gebeurt dan uitsluitend over het verzet Verzonden: 24 september 2010 Voor eensluidend afschrift, de secretaris van de Raad van State, mr. H.H.C. Visser

10 -lil ^vanstate Postbus EA 's-gravenhage O TNT F Port P; Pays-B; \ Minister van Economische Zaken Postbus EC 'S-GRAVENHAGE