handel en verkoop instructie-/werkboek, deel 1

Transcriptie

1 4670_HV_WB_1_orientatie_k :34 Pagina 1 handel en verkoop instructie-/werkboek, deel 1 Kaderberoepsgerichte leerweg Arie Reijn Jeroen Abbes Jacques Crins Ruud Heynen Margreet Verrij

2 4670_HV_WB_1_orientatie_k :34 Pagina 2 colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. Meppel Auteurs: A. Reijn, J. Abbes, J. Crins, R. Heynen, M. Verrij Redactie: Edu Actief b.v. Meppel Inhoudelijke redactie: Edu Actief b.v. Meppel Vormgeving: Ontwerpbureau Voltage, Nijmegen Drukwerk: Drukkerij Giethoorn ten Brink, Meppel Reijn, A. Tendens Handel en verkoop, instructie-/werkboek deel 1, kaderberoepsgerichte leerweg ISBN: NUR: 161 Trefwoord: Leermiddelen; vmbo Copyright 2005 Uitgeverij Edu'Actief b.v. Meppel Postbus KB Meppel Tel: Fax: info@edu-actief.nl Internet: Eerste druk/eerste oplage Dit katern maakt onderdeel uit van Tendens Handel en verkoop, instructie-/werkboek, kaderberoepsgerichte leerweg met ISBN Katernen uit deze uitgave zijn niet los te koop. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from the publisher. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 191 De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

3 4670_HV_WB_1_orientatie_k :34 Pagina 3 inhoud van katern thema oriëntatie op de handel Thema Oriëntatie op de handel Taak 1 Kennismaken met Tendens 7 Taak 2 De handel 11 Taak 3 De sectoren 20 Taak 4 Winkelvormen 23 Taak 5 Organisatie van de handel 30 Taak 6 Ondernemingsvormen 33 Taak 7 Werken in de handel 36 Taak 8 Normen, waarden en gewoontes 47 Taak 9 Technologie 55 Taak 10 Taal 57 Taak 11 Gezond en veilig werken 69 Taak 12 Hygiënisch werken 77 Taak 13 Milieuzorg 81 Taak 14 Rekenvaardigheid in de handel 90 3 Dit katern maakt onderdeel uit van Tendens Handel en verkoop, instructie-/werkboek deel 1, kaderberoepsgerichte leerweg. Het instructie-/werkboek bestaat uit de volgende katernen: Werken met Tendens-Examn! Thema Oriëntatie op de handel Thema Goederenverwerking Thema Presentatie: winkelinrichting Thema Kassa Thema Verkopen Thema Visuele presentatie Thema Marketing

4 4670_HV_WB_1_orientatie_k :34 Pagina 4 4

5 4670_HV_WB_1_orientatie_k :34 Pagina 5 handel en verkoop thema oriëntatie op de handel

6 4670_HV_WB_1_orientatie_k :34 Pagina 6 Welkom op de opleiding Handel en verkoop. Misschien heb je getwijfeld, misschien wist je al lang dat je deze opleiding ging doen, maar hier zit je dan. Je begint nu met de opleiding Handel en verkoop. Wat dat precies voor opleiding is, en of het wel de juiste opleiding voor jou is, weet je nu nog niet. Daarom ga je eerst kennismaken door allerlei opdrachten te maken. Hierdoor kom je te weten of deze richting wat voor jou is. Begin met Taak 1 Kennismaken met Tendens. 6

7 4670_HV_WB_1_orientatie_k :34 Pagina 7 kennismaken met tendens taak 1 Hoe werkt Tendens eigenlijk? Je hebt nu twee boeken voor je liggen, maar wat moet je er precies mee doen? Het wordt je allemaal duidelijk in deze kennismaking. Pak je bronnenboek erbij en ga maar meteen opdracht 1 maken. Lees de korte stukjes tekst tussen de opdrachten goed. Ze vertellen je steeds wat je precies moet doen. Maak nu opdracht Opdracht 1 Pak je bronnenboek en kijk in de inhoudsopgave. Je gaat in dit thema aan veertien taken werken. Schrijf de namen op van alle taken, in de goede volgorde Bij elk thema hoort een lijst waarin moeilijke woorden uitgelegd worden. Deze lijst noem je de begrippenlijst. Zoek de begrippenlijst van dit thema op. Maak daarna opdracht

8 4670_HV_WB_1_orientatie_k :34 Pagina 8 Opdracht 2 Schrijf de betekenis op van de volgende woorden/begrippen: a. Recyclen: b. Ergonomie: c. Eenmanszaak: d. Collectieve sector: e. Omgangsregels: 8 In Tendens moet je veel zelf doen. Je docent zal zeggen wanneer je iets af moet hebben. Maar je moet er zelf voor zorgen dat je het afkrijgt. Je moet ook zelf bekijken hoelang je ermee bezig bent. Dat noem je plannen. Maak nu opdracht 3. Opdracht 3 Stel dat je docent zegt dat een taak over een week af moet zijn. Die taak heeft tien opdrachten. a. Als je tien opdrachten moet maken in vijf lessen, hoeveel opdrachten is dat per les? opdrachten per les. b. Als je de opdrachten op school niet afkrijgt, wat doe je dan met de rest van het werk?

9 4670_HV_WB_1_orientatie_k :34 Pagina 9 Je hebt het bronnenboek bekeken. En je werkt nu in het instructie-/werkboek. Maar er is meer bij Tendens. Kijk eens naar het schema op bladzijde 7 van je bronnenboek. Maak daarna opdracht 4 tot en met 7. Opdracht 4 Heel belangrijk bij Tendens is de cd-rom. Die vind je in deze map. Op de cd-rom staan allerlei opdrachten en filmpjes. Je gaat nu een filmpje bekijken. Start je cd-rom. Ga naar Thema Oriëntatie op de Handel. Ga naar Taak 1 Kennismaken met Tendens. Bekijk het filmpje Thema oriëntatie op de handel en beantwoord daarna de volgende vraag. Wat viel jou op in het filmpje? Opdracht 5 In Tendens moet je veel opdrachten via internet doen. Ga naar Ga naar Handel en verkoop. Ga naar Internetopdrachten. Ga dan naar Oriëntatie op de Handel. Ga naar Taak 1 Kennismaken met Tendens. Maak de opdrachten. 9 Opdracht 6 Is het je ook opgevallen? Als je gaat werken met de computer, staat er voor de opdracht een icoon (getekend plaatje). Blader je instructie-/werkboek eens door. Er komen nóg twee iconen voor. Welke iconen zijn dat? Icoon 1: Icoon 2: Je hebt een map nodig om alles wat je print netjes te bewaren. Zorg voor een map. Zet je naam op de map en bewaar de map op een vaste plek in het lokaal. Opdacht 7 Dit thema is verdeeld in taken. a. Hoeveel taken ga je maken bij dit thema? Ik ga taken maken. b. Hoeveel opdrachten ga je maken bij deze taak? Ik ga opdrachten maken.

10 4670_HV_WB_1_orientatie_k :34 Pagina 10 Veel opdrachten in Tendens moet je zelf doen, zonder de hulp van een ander. Sommige opdrachten mag je met meerdere personen samen doen. Je moet dan wel goede afspraken maken over wie wat doet. Vorm een groepje met drie andere klasgenoten. Maak dan samen opdracht 8. Opdracht 8 Je zit nu in een groep met drie andere klasgenoten. Jullie krijgen samen de volgende opdracht: Kies een docent uit aan wie jullie de vragen willen gaan stellen. Jullie gaan uitzoeken welke hobby s die docent heeft. Bedenk samen tien vragen die jullie aan de docent willen stellen. Maak een vragenlijst. Maak een afspraak met de docent om de vragen te stellen. Schrijf een kort verslag van het vraaggesprek en maak het mooi met foto s en plaatjes die met de hobby te maken hebben. Jullie moeten het werk eerlijk gaan verdelen. Je schrijft netjes op hoe jullie dat doen en wie wat doet. Laat de werkverdeling aan je docent zien. Werk nu deze opdracht uit op de computer (in Word). Als je klaar bent print je de vragenlijst uit. Je bewaart de uitdraai in je portfoliomap. 10 Als je werkt in de handel of in de verkoop of op een andere werkplek, is je houding heel belangrijk. Het is niet het allerbelangrijkste dat je alles weet. Veel belangrijker is het dat je vriendelijk bent tegen klanten en tegen collega s. Dat je goed je best doet en probeert zelfstandig te zijn. En zo zijn er nog veel meer houdingsaspecten op te noemen. Je zult regelmatig een opdracht over een bepaald houdingsaspect tegenkomen. Je vraagt de koffer 11 voor gedrag aan de docent. Je bekijkt een filmpje en voert samen met andere klasgenoten een opdracht uit. Maak nu opdracht 9. Opdracht 9 Vraag aan je docent de koffer 11 voor gedrag. Pak de instructiekaart met de titel Help ik verzuip. Lees de instructiekaart eerst goed door. Spreek met twee of drie klasgenoten af dat zij dezelfde instructiekaart en film gaan bekijken. Als je de kaart doorgelezen hebt zoek je het filmpje op. Deze staat op dvd of op video. Je kijkt eerst naar de fout -versie. Volg verder de aanwijzingen die op de instructiekaart staan. Beantwoord ook de vraag hieronder. Wat ik geleerd heb van dit filmpje is: Engels Engels is een taal die over de hele wereld gesproken wordt. Ook in Nederland zijn veel mensen die Engels spreken. Zij komen ook bij jou in de winkel. Daarom is het belangrijk dat je weet wat je moet zeggen als je een Engelssprekende klant krijgt. Soms moet je dus een opdracht in het Engels doen. Je hebt nu Taak 1 Kennismaken met Tendens afgerond. Werk nu je dossier bij. Ga daarna verder met de volgende taak.

11 4670_HV_WB_1_orientatie_k :34 Pagina 11 de handel taak 2 Je hebt gekozen voor de richting Handel en verkoop. Dat is een goede keus. Het is een heel brede opleiding. Dat wil zeggen dat je veel verschillende dingen leert. Je leert van alles over handel en verkoop. Deze taak gaat over de handel en wat daarmee te maken heeft. Lees in je bronnenboek de teksten Wat is handel?, Het ontstaan van de handel, Concrete en abstracte markt en Vraag en aanbod op bladzijde 8 tot en met 10. Maak opdracht 10 tot en met 18. Opdracht 10 Start je cd-rom. Ga naar Thema Oriëntatie op de handel. Ga naar Taak 2 De handel. Bekijk het filmpje De handel. Beantwoord daarna de volgende vragen. a. Wat is handel? b. Wat gebeurt er allemaal met een product voordat het in de winkel ligt? 11 c. Wat is internationale handel? d. Waar of bij wie bestelt de detaillist de producten?

12 4670_HV_WB_1_orientatie_k :34 Pagina 12 Opdracht 11 Handel heeft te maken met kopen en verkopen van allerlei producten. a. Bedenk drie verschillende producten die worden gekocht en weer worden verkocht. 3. b. Welke artikelen of producten zou jij graag willen kopen en verkopen? Noem er drie Opdracht 12 Handel heeft ook te maken met het kopen en verkopen van diensten. a. Geef een voorbeeld van een dienst. b. Bedenk twee bedrijven die diensten verkopen. c. Welke dienst of diensten zou jij willen verkopen aan klanten? Opdracht 13 a. Hoe is (ruil)handel ontstaan? b. Tegenwoordig gebruik je geld om artikelen en producten te betalen. Hoe komt het dat je betaalt met geld en niet met kralen, eieren of dropjes?

13 4670_HV_WB_1_orientatie_k :34 Pagina 13 Opdracht 14 a. Wat is het verschil tussen een concrete markt en een abstracte markt? b. Geef twee voorbeelden van een concrete markt. c. Geef twee voorbeelden van een abstracte markt. Opdracht 15 Concreet of abstract? Omcirkel het juiste woord. Op de weekmarkt komen de klanten kopen bij de marktkooplui. De weekmarkt is een concrete/abstracte markt. Op de veemarkt komen boeren hun koeien verkopen aan andere boeren of slagerijen. De veemarkt is een concrete/abstracte markt. 3. De totale vraag en aanbod van artikelen noem je de concrete/abstracte markt. 4. Alle Nederlanders samen aan wie je wat kunt verkopen noem je de Nederlandse markt. Deze markt noem je een concrete/abstracte markt. 5. Alle Europeanen samen aan wie je wat kunt verkopen noem je de Europese markt. Deze markt is een concrete/abstracte markt. 13 Opdracht 16 Wat gebeurt er met de prijs van een artikel? Gaat de prijs omhoog of naar beneden? Wordt het artikel duurder of goedkoper? Lees de volgende zinnen en omcirkel het juiste woord. Er zijn heel veel appels geplukt. De klanten kopen niet veel appels. Appels worden goedkoper/duurder. Er worden steeds meer MP3-spelers verkocht. De MP3-speler wordt duurder/goedkoper. 3. De tomatenoogst is erg goed dit jaar. Er worden veel tomaten in Nederland ingevoerd. De tomaten die in de winkel worden verkocht zijn duur/goedkoop. 4. Iedereen wil naar de voetbalwedstrijd Ajax Feyenoord. Er zijn maar heel weinig kaartjes te koop. Een kaartje wordt op de zwarte markt duurder/goedkoper. 5. De aardappeloogst is mislukt. De patat wordt duurder/goedkoper. 6. We hebben een natte zomer. De paraplu s zijn duur/goedkoop. 7. Er is heel veel vraag naar de nieuwste cd van de bekendste zanger van Nederland. De cd s worden duurder/goedkoper. 8. Er is veel vraag naar snellere computers. Langzamere computers worden duurder/goedkoper 9. Steeds meer mensen willen een nieuwe gsm. De mobiele telefoons worden duurder/goedkoper. 10.Er worden heel veel nieuwe auto s verkocht. Tweedehands auto s worden duurder/goedkoper.

14 4670_HV_WB_1_orientatie_k :34 Pagina 14 Opdracht 17 Bedenk vier artikelen uit verschillende branches die een tijdje geleden duur waren en nu goedkoper zijn Opdracht 18 Je hebt in opdracht 17 vier artikelen opgeschreven. Waarom denk je dat die artikelen nu goedkoper zijn. Schrijf drie redenen op Lees in je bronnenboek de teksten De bedrijfskolom, Integratie en differentiatie in de bedrijfskolom en Toegevoegde waarde op bladzijde 10 tot en met 1 Maak opdracht 19 tot en met 23. Opdracht 19 Wat is een bedrijfskolom? Opdracht 20 Vezel-grondstofproducent Groothandel in vezels Textielindustrie Groothandel in stoffen Kledingindustrie Groothandel in kleding Kledingwinkels

15 4670_HV_WB_1_orientatie_k :34 Pagina 15 Op bladzijde 14 staat een uitgebreide bedrijfskolom van een wollen trui. a. Geef met een pijl aan hoe de goederenstroom loopt in de bedrijfskolom. b. Geef met een pijl aan hoe de geldstroom loopt in de bedrijfskolom. Opdracht 21 a. Wat betekent integratie bij een bedrijfskolom? b. Wat betekent differentiatie bij een bedrijfskolom? Opdracht 22 Hieronder zie je een bedrijfskolom. Hoe komt de bedrijfskolom eruit te zien als er een schakel wegvalt of als er een schakel bij komt? Gebruik hiervoor de woorden van bedrijfskolom Bedrijfskolom 1 Bedrijfskolom met integratie Bedrijfskolom met differentiatie Oerproducent Opkoper Fabrikant Groothandelaar Detaillist Consument 15 Opdracht 23 Bedenk welke waarden zijn toegevoegd aan: een paar leren schoenen een zak aardappelen 3. een discman Lees in je bronnenboek de teksten Import, export, transitohandel en driehoekshandel, Groothandel, Detailhandel en Verhoudingsverschillen op bladzijde 12 tot en met 14. Maak opdracht 24 tot en met 35.