PESTPROTOCOL. Wat verstaan we onder pesten? Dit pestprotocol is opgesteld met de volgende doelen:

Transcriptie

1 Katholieke Basisschool Klaverweide, Westeindseweg 1 e,2381 EA Zoeterwoude, , PESTPROTOCOL Dit pestprotocol is opgesteld met de volgende doelen: - Er voor te zorgen dat kinderen met plezier naar school gaan, ze zich daar veilig voelen en zich daardoor optimaal kunnen ontwikkelen. - Duidelijk te maken dat (óók buiten schooltijd) pesten niet hoort en dat wij daar als team van de Klaverweide duidelijk stelling tegen nemen. Wat verstaan we onder pesten? Dat kinderen elkaar soms plagen is heel gewoon. Maar bij pesten is er een slachtoffer over wie een ander of andere kinderen de baas spelen. Bij pesten gaat het om schelden, slaan, uitlachen, bezittingen vernielen of geld eisen. Maar pesten is ook iemand buitensluiten, sommige kinderen nooit ergens aan mee laten doen. Pesten gebeurt overal, op straat op de club, thuis, maar ook op school. Preventief kunnen wij als school veel doen om pestgedrag zoveel mogelijk te voorkomen. Op onze school doen wij dit door o.a. de volgende activiteiten: - Voorbeeldgedrag van leerkrachten - Keuze van bepaalde voorleesboeken: Onderbouw: Klein maar sterk van Marion Bloem (4-7 jaar) Vuurtoren van Vera van Emma Damon (4 jaar) Septembervakantie van Lucrece L Ecluse (4-7 jaar) Ie ziet er raar uit van Geertje Gort (4-7 jaar) Rooie en de beren op de stoep van Susie Jenkin-Pearce (5 jaar) Twee bolle bozen van L. Korschunow (4-7 jaar) Malle Job van Karen Wagner (4 jaar) Gekke bril en gekke rooie van Jan de Zanger (4 jaar) Midden- en Bovenbouw De woeste hond van de Wodanstraat van Jon Blake (8-11 jaar)

2 Matilda van Roald Dahl (10 jaar) Padu is gek van Miep Diekman (10 jaar) Donkere maan van Henny Fortuin (9-11 jaar) Ik sla ze tot moes van Mariska Hammerstein (8-11 jaar) Het land achter de vele deuren van Marian van der Heiden (11 jaar) Het vlot van Wim Hofman (10 jaar) Spierballen in je hoofd van Henk Hokke (8-11 jaar) Ik neem het niet meer van Stasia Kramer (8-11 jaar) Karate op de stortplaats van Paul van Loon (10 jaar) Een klap voor de grap van Erik van Os (8-11 jaar) De folterkamer van Eva Polak (8-11 jaar) Mijn broer is sterker dan sterk van Dyan Sheldon (8-11 jaar) Kaatje Knal en de biefstukbende van Carry Slee (8-11 jaar) Drie is teveel van Rita Tornquist-Verstuur (10 jaar) Kom maar op! van Chris Vegter (10 jaar) En de groeten van groep acht van Jacques Vriens (9-11 jaar) Het achtste groepje is een soepje van Jacques Vriens (10 jaar) Een bende in de bovenbouw van Jacques Vriens (10 jaar) Tirannen van Aidan Chambers. Hadden we er maar wat van gezegd van Jan de Zanger Veiligheid en geborgenheid creëren( schoolregels) - Projecten catechese (waarden en normen) - Samenwerking tussen leerlingen actief te bevorderen door: Coöperatief leren, klassendoorbrekend werken (tutorlezen, voorlezen etc.), kringgesprekken. - SCOL (het in kaart brengen van de sociale verhoudingen in de groep) om daarmee sociale verhoudingen actief te kunnen beïnvloeden. - Kanjertraining geven in groepen; het volgen van scholing in deze training door leerkrachten. - Vragenlijsten voor leerlingen (kwaliteitsvragenlijst die minimaal eens per 4 jaar wordt afgenomen) en met de leerkracht worden doorgesproken. Omdat bij pesten kinderen soms blijvende psychische of fysieke schade kunnen oplopen, is het van groot belang daar met kinderen, ouders en leerkrachten duidelijk afspraken over te maken. De regels die wij hebben opgesteld zijn de volgende: Algemene regels voor alle groepen 1. Ik ga respectvol met anderen om ( Doe niets bij een ander kind, wat jezelf ook niet prettig zou vinden). 2. Ik kom niet aan een ander of zijn spullen als de ander dat niet wil. 3. Wij noemen elkaar bij de voornaam en gebruiken geen bij of scheldnaam. 4. Bij conflicten, ga ik niet slaan, schoppen (ik komt niet aan de ander). Ik probeer er samen uit te komen en ga anders naar de leerkracht. 5. Ik vertel het als er gepest wordt, dat is geen klikken. 6. Als ik gepest word, vertel ik het aan de leerkracht en thuis, ik moet het niet geheim houden.

3 7. Uitlachen, roddelen en dingen afpakken of kinderen buitensluiten vind ik niet goed. 8. Ik help iemand als hij of zij hulp nodig heeft. 9. Ik bedreig of chanteer een ander niet (mondeling, schriftelijk dan wel per computer). Signalen voor school/leerkracht of ouder(s) die wijzen op pesterijen: * Altijd een bijnaam, nooit bij de eigen naam noemen. * Zogenaamde leuke opmerkingen maken over een klasgenoot. * Een klasgenoot voortdurend ergens de schuld van geven. * Briefjes doorgeven of via de computer over anderen roddelen. * Beledigen, schelden of schreeuwen tegen het slachtoffer * Opmerkingen maken over kleding. * Isoleren. * Buiten school opwachten, slaan of schoppen. * Op weg naar huis achterna rijden. * Naar het huis van het slachtoffer gaan. * Bezittingen afpakken of vernielen. Als er dan toch gepest wordt, worden de volgende acties door de leerkrachten ondernomen: 1. De coördinator (Tessa Advocaat) wordt op de hoogte gesteld van het pesten en er wordt in de map Pestregistratie een logboek aangemaakt door de leerkracht of de coördinator. 2. De leerkracht(en) van de groep waar gepest wordt, omschrijven in het logboek wat er gebeurd is, welke afspraken er gemaakt zijn en noteren daar in de loop van de volgende dagen/ weken observaties en bijstellingen van afspraken tot het probleem is opgelost. 3. De coördinator houdt wekelijks in de gaten of de afspraken nagekomen worden en houdt vinger aan de pols om te bezien of de situatie verbeterd. 4. Herhaaldelijk in de groep pestgedrag bespreekbaar maken d.m.v. kringgesprekken, voorleesboeken etc. 5. De kinderen bekend maken met signalen van pesten en met de algemene schoolregels hierover. 6. In het begin van het jaar maken alle leerkrachten samen met de groep afspraken hierover die de kinderen ondertekenen en zichtbaar in de klas opgehangen worden. 7. Mocht het pestgedrag niet veranderen dan gaan we in gesprek met de ouders van beide kinderen. 8. Herhalingen van pestgedrag of het niet nakomen van afspraken worden met ouders en kinderen besproken. 9. Daar waar nodig wordt het pestprobleem besproken in het team, met de interne begeleider en met de directeur. 10. Afspraken worden consequent toegepast. 11. Daar waar nodig wordt begeleiding ( in- of extern) verzorgd voor het gepeste kind en de pester.

4 Aanpak en consequenties Wanneer leerlingen elkaar pesten nemen we volgende acties: 1. De leerkracht bemiddelt en probeert de partijen tot elkaar te brengen teneinde het probleem op te lossen. Afspraken tussen de betrokkenen worden hierover gemaakt. De leerkracht zorgt ervoor dat de afspraken worden nagekomen. 2. Bij herhaaldelijk pestgedrag neemt de leerkracht duidelijk stelling. Er vindt wederom een gesprek met de betrokkenen plaats, maar nu in het bijzijn van de ouders. Leerkrachten, ouders en de betrokken kinderen proberen in goed overleg samen te werken aan een bevredigende oplossing. Ook de zwijgende meerderheid in de groep wordt actief bij het pestgedrag in de groep betrokken. 3. Eventueel kan (externe) hulp worden ingeroepen om de betrokken kinderen te begeleiden. De leerkracht kan in dat geval eerst de hulp inroepen van de intern begeleider. Ook kan de leerkracht het pestprobleem inbrengen in de boven- of onderbouwvergadering om zodoende de hulp in te roepen van andere leerkrachten. 4. Indien het pestgedrag aanhoudt wordt de directie ingeschakeld. Samen met de ouders, de betrokken kinderen en de leerkrachten wordt er naar gepaste maatregelen gezocht. Rol ouders Naast de school kunnen ook ouders ertoe bijdragen dat kinderen met plezier naar school gaan: 1. Heb je als ouder de indruk dat je kind pest of gepest wordt, neem dit serieus en meld dit direct bij de leerkrachten/of de coördinator. Ga in overleg met je kind hoe dit op te lossen. Vaak is het voor kinderen moeilijk om te vertellen dat ze gepest worden (een pester zal bijna nooit vertellen dat hij dat doet). Luister daarom vooral en laat het kind zoveel mogelijk zijn/haar verhaal vertellen. Neem stelling tegen pestgedrag. 2. Geef het goede voorbeeld. Pesten met pesten bestrijden helpt niet! Benoem ongewenst gedrag bij kinderen en gevolgen van hun gedrag voor anderen. Reik meer gewenste alternatieven aan. 3. Stimuleer gewenst gedrag bij kinderen vooral door (verbaal) belonen. 4. Werk actief mee aan de door de school geboden oplossingen om het pesten tot staan te brengen. 5. Geef signalen van pesten door op school, ook waar het anderen kinderen betreft. Samen zien we meer.

5 Tips voor ouders van gepeste kinderen Blijf in gesprek met uw kind. Positieve stimulering verhoogt het zelfrespect van uw kind, maak daar nu bewust gebruik van (schouderklopjes, belonen goed gedrag, ed). Stimuleer uw kind tot het doen van activiteiten buiten de school zoals sport, muziek, verenigingen etc. Blijf positief over het idee dat er een einde aan het pesten komt. Steun uw kind daarin. Tips voor ouders van pestende kinderen Elk kind kan een pester worden, raak dus niet in paniek. Ga op zoek naar de achtergrond van het pestgedrag. Waarom doet hij/zij dat, eventueel met wie. Maak uw kind gevoelig voor wat het pesten een ander aandoet. Corrigeer ongewenst gedrag en benoem het goede gedrag. Maak duidelijk dat u achter de beslissingen van de school staat.