Respons restrictie bij non-retentieve encopresis
|
|
- Nienke Bogaerts
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Respons restrictie bij non-retentieve encopresis Een exploratieve studie PRAKTIJKONDERZOEK N. van Duin en M. van Boxtel 1 Inleiding Onzindelijkheid voor ontlasting, non-retentieve encopresis (NRE), bij mensen met een verstandelijke beperking (VB) is een omvangrijk probleem. Encopresis wordt onderscheiden in ophoudende (retentieve) en niet-ophoudende (non-retentieve) encopresis (NRE), welke laatste vorm onderwerp is van huidige studie. De prevalentie van NRE wordt geschat op 25 tot 33% (Smith & Smith, 2000) en neemt toe naarmate iemands ontwikkelingsleeftijd afneemt (Von Wendt, Simila, Niskanen, & rvelin, 1990). Voor zover iemand met VB controle verwerft over ontlasting is dat meestal het gevolg van responsgeneralisatie (zie Duker, Sigafoos, & Didden, 2004), in de tijd volgend op het verwerven van blaascontrole. Falen in het verwerven van controle over ontlasting heeft tot gevolg dat men de persoon dan weer incontinentiemateriaal (IM) moet laten dragen, waarmee tevens de meestal moeizaam bereikte controle over urineren verloren gaat. De effecten van NRE op iemands kwaliteit van bestaan zijn onder andere psychische klachten, uitsluiting van onderwijs en andere vormen van activiteiten in de leefgroep of het gezin, afkeer bij zorgverleners, hinder voor groepsgenoten, onhygiënische situaties voor de persoon zelf en anderen, medische gevolgen, financiële kosten en belasting van het milieu. De vraag naar een procedure voor het doen afnemen van NRE ligt dan ook voor de hand. Er is een aantal onderdelen van procedures onderzocht en effectief gebleken, maar Beleid & Management Het artikel beschrijft een exploratief onderzoek naar de methode van respons-restrictie bij het aanleren van zindelijkheid voor ontlasting bij vijf kinderen met verstandelijke beperking. Het artikel is relevant voor gedragswetenschappers die betrokken zijn bij de ontwikkeling en het aanleren van zelfredzaamheidsvaardigheden. WB 104 NTZ
2 N. van Duin en M. van Boxtel een volledig bruikbare trainingsprocedure ontbreekt. Het belonen van gewenst gedrag, zoals voor schone kleding en eliminatie van ontlasting in het toilet, is, door de vaak extreem lange duur van een dergelijke procedure, onpraktisch (bijv. Smith, 1996). Effectief lijkt het gebruik van herstellende overcorrectie (Matson, 1977), maar is als eerste keus minder acceptabel. Voor zover NRE het gevolg is van angst om op het toilet te zitten is een procedure met stimulus controle aan te bevelen (Luiselli, 1996). In een overzichtsstudie van Lancioni, O Reilly en Basili (2001) worden slechts 13 overwegend n = 1 studies over de behandeling van NRE bij mensen met VB gemeld. Te concluderen is dat de effectiviteit van de bestaande procedures, meestal combinaties van positieve bekrachtiging voor correcte ontlasting in het toilet en milde consequenties voor ongelukjes (bijv. instructie zichzelf te wassen) gering is. Gezien de onpraktische, minder gewenste aard of geringe effectiviteit van bestaande procedures is gezocht naar een alternatief. In onderhavig onderzoek wordt de respons restrictie methode (RR), effectief gebleken voor de behandeling van enuresis overdag bij mensen met VB (zie bijv. Duker, Averink, & M elein, 2001), als uitgangspunt genomen voor de behandeling van NRE. In de studie van Duker et al. (2001) wordt de participant in een situatie gebracht, waarbij de kans op optreden van urineren in het toilet maximaal is. De behandeling vindt plaats in de toiletruimte. De kern van RR is opdoen van zoveel mogelijk succeservaringen op het toilet. Dit houdt in dat de participant gedurende de behandeling veel vocht dient in te nemen, waardoor sneller en vaker aandrang tot urineren optreedt. Alle overige gedragingen van de participant (bijv. stereotiepe gedragingen, toilet doorspoelen, op de grond gaan zitten, etc) worden fysiek onderbroken of genegeerd. Na urineren in het toilet volgt bekrachtiging. Zo associeert de participant blaasdruk met urineren in het toilet en de daarop volgende positieve bekrachtiging. Na een aantal succesvolle optredens van het doelgedrag wordt de beginsituatie geleidelijk lijkend gemaakt op de eindsituatie, onder geleide van de ratio succesvolle eliminaties/ongelukjes. Met RR is inmiddels voldoende ervaring opgedaan (Averink, Melein, & Duker, 2005; Duker, van Geffen, & Seys, 2011) om het als standaardprocedure te beschouwen voor de behandeling van enuresis overdag, naast de procedures van Azrin en Foxx (1971) en Lancioni en Ceccarani (1981). Onderhavig onderzoek doet verslag van een exploratieve studie naar de mogelijkheid om RR toe te passen als behandeling van NRE bij mensen met VB. 2 Methode 2.1 Participanten Vijf personen met een kalenderleeftijd van 7;11 tot 14;1 jaar en een adaptieve leeftijd (Vineland Adaptive Behavior Scales) van 1;7 tot 3;2 jaar nemen deel aan de studie. De participanten zijn een half jaar of langer zindelijk voor urine, kunnen lopen en langere tijd staan. Alle participanten, waarvan drie mannen en twee vrouwen, wonen bij hun ouders thuis en hebben geen van allen eerder een behandeling ondergaan voor NRE. Alle par- NTZ
3 Respons restrictie bij non-retentieve encopresis ticipanten hebben eerder een behandeling voor enuresis volgens de respons restrictie methode ondergaan. Bij alle paricipanten is gebruik gemaakt van een laxantium om een voorspelbaar ontlastingspatroon te realiseren. Bij één participant werd gekozen voor Lactulose, de overige vier participanten gebruikten Dulcolax (druppels). Alle participanten zijn aangemeld bij Behandelcentrum de Seyshuizen en hebben een hulpvraag op het gebied van NRE. 2.2 Procedure Basislijn. Gedurende de basislijn verblijft participant in zijn of haar natuurlijke setting en draagt geen luier. De basislijn duurt 5 (participant 1) of 10 dagelijkse sessies (overige participanten). Voorafgaand aan de basislijn wordt bepaald of participant een voorspelbaar ontlastingspatroon heeft. Zo niet, dan wordt dit bewerkstelligd door het toedienen van een laxantium; keuze en dosering hiervan worden bepaald door een arts VG. Op basis van registratie wordt de meest waarschijnlijke periode van de dag van ontlasting van de participant vastgesteld. Training. Een uur voorafgaand aan het meest waarschijnlijke moment van ontlasting en een uur (of langer, zie onder) erna wordt de dagelijkse trainingssessie uitgevoerd. De training verloopt in 3 fases en vindt plaats in en rondom de toiletruimte door de behandelaar (de auteurs). De toiletruimte wordt ontdaan van zoveel mogelijk voorwerpen en zodoende prikkelarm gemaakt. s Nachts draagt de participant IM. Fase 1. De participant krijgt de instructie zich te ontdoen van kleding aan het onderlijf, met uitzondering van ondergoed en sokken en wordt, waar nodig, door de behandelaar geholpen. Vervolgens krijgt hij/zij met behulp van least-to-most prompting (zie Duker et al., 2004) de instructie op het toilet plaats te nemen. De participant dient 10 min op het toilet te blijven zitten, tenzij ontlasting optreedt. Indien ontlasting uitblijft wordt hij/zij vervolgens in staande positie met de kuiten tegen de toiletpot gebracht en start 20 min RR. Analoog aan de behandeling van enuresis wordt hierbij al het gedrag, behalve plaatsnemen op het toilet, door de behandelaar fysiek onderbroken en beperkt en wordt alle aandacht aan het gedrag van de participant onthouden. Heeft de participant na 20 min RR niet op het toilet plaatsgenomen, dan krijgt hij/zij met least-to-most prompting de instructie 10 min op het toilet plaats te nemen. Indien de participant binnen bovenstaande 2 periodes van 10 min of tijdens 20 min RR op het toilet plaatsneemt en ontlasting heeft, volgt sociale en tastbare stimuli bekrachtiging. De dagelijkse trainingssessie wordt beëindigd wanneer de hoeveelheid ontlasting zoveel is - dit ter beoordeling aan de behandelaar - dat hij/zij hoogstwaarschijnlijk die dag geen ontlasting meer zal hebben. In het andere geval wordt de trainingssessie voortgezet. Wanneer de participant gedurende de 10 min op het toilet zit zonder ontlasting te hebben, wordt hij/zij weer in een staande positie bij het toilet gebracht, waarna 20 min RR volgt. Wanneer participant dan niet plaats heeft genomen op het toilet, wordt hij/zij weer geïnstrueerd 10 min op het toilet te gaan zitten. Na deze periode van 70 min (3x10 min op het toilet zitten 106 NTZ
4 N. van Duin en M. van Boxtel + 2x20 min RR) wordt, ongeacht of de participant ontlasting in het toilet heeft gehad, een pauze van 15 min ingelast, waarbij de participant IM draagt en, dicht bij de toiletruimte, een activiteit uitvoert. Hierna wordt voor een tweede keer een 70 min durende set van trainingssessies, zoals hierboven beschreven, uitgevoerd. Als de participant dan weer geen ontlasting in het toilet heeft gehad wordt de training voor die dag beëindigd en krijgt de participant IM aan. Bij ontlasting in de broek tijdens de training verwijdert de behandelaar de sporen en zorgt dat participant een schone onderbroek aan krijgt. Vervolgens wordt participant geïnstrueerd op het toilet plaats te nemen en daar gedurende 10 min te blijven zitten. In onderstaande fasen wordt op dezelfde wijze gereageerd op dergelijke ongelukjes. De training wordt beëindigd wanneer gedurende 7 opeenvolgende trainingsdagen van 2 sessies van 70 min geen ontlasting in het toilet heeft plaatsgevonden, inclusief de eventuele ontlasting in het toilet buiten de trainingssessies. Fase 2 treedt in werking als participant over een periode van 4 opeenvolgende dagen 3 keer ontlasting op het toilet heeft gehad, inclusief ontlasting op het toilet buiten de trainingssessies. Zie Bijlage 1 voor een stroomdiagram van de procedure tijdens fase 1. Fase 2. Deze fase is identiek aan fase 1, behalve dat participant de bovenkleding aan het onderlijf aanhoudt. Indien participant in 3 opeenvolgende dagen geen ontlasting heeft in het toilet, wordt teruggekeerd naar fase 1. Fase 3 treedt in werking wanneer de participant gedurende 4 opeenvolgende dagen 3 keer ontlasting op het toilet heeft gehad, inclusief de ontlasting op het toilet buiten de trainingssessies. Fase 3. In fase 3 verblijft de participant samen met de behandelaar in de natuurlijke setting. Als gedurende 20 min geen sprake is geweest van zelfinitiatief zet de behandelaar de participant aan om naar het toilet te gaan en ontlasting te produceren. Als de participant ontlasting heeft gehad op het toilet (op eigen initiatief of op initiatief van de behandelaar) wordt hij uitvoerig sociaal bekrachtigd en krijgt hij toegang tot de vooraf afgesproken bekrachtigers. Bij voldoende ontlasting wordt de behandeling voor die dag afgesloten. Als de participant na tien minuten op het toilet nog geen of onvoldoende ontlasting heeft gehad, herhaalt de stap in bovenstaande alinea zich twee keer. Wanneer de participant hierna geen of onvoldoende ontlasting heeft gehad, wordt de response restrictie eenmalig toegepast. Wanneer de participant na 20 min response restrictie niet op het toilet is gaan zitten wordt de participant door de behandelaar aangezet om gedurende tien minuten op het toilet te zitten en ontlasting te produceren. Hierna stopt de behandeling voor die dag, ongeacht of er ontlasting is geweest. Wanneer er op drie opeenvolgende dagen voldoende ontlasting op het toilet is geweest, zonder gebruik te maken van de response restrictie, wordt fase 3 afgerond. Overdracht. De ouder(s)/verzorgers worden geïnstrueerd fase 3 toe te passen, met uitzondering van RR. Bij gebruik van een laxantium wordt geadviseerd hoe dit weg te nemen. NTZ
5 Respons restrictie bij non-retentieve encopresis Nameting. Gedurende 8 tot 18 dagen, volgend op de training, zijn data verzameld. 2.3 Design Data zijn verzameld in vijf n = 1 designs met een basislijn, een trainingsfase en een followup, die in tijd direct volgt op de trainingsfase. 3 Resultaten Figuur 1 t/m 5 toont het aantal keer ontlasting in het toilet en het aantal keer ontlasting in de broek, gedurende de basislijn, trainingsdagen en follow-up voor de 5 participanten. Tijdens de basislijn vindt er, over de 5 deelnemers, slechts gedurende 4 % van de dagen ontlasting in het toilet plaats. Het percentage dagen dat ontlasting in het toilet optreedt neemt tijdens de trainingsdagen toe tot 65% over de 5 deelnemers, waarbij de absolute frequentie varieert van 1 keer voor participant 5 tot 18 keer voor participant 4. Er is geen onderscheid gemaakt tussen zelf geïnitieerd toiletgebruik en toiletgebruik aangezet door instructies van anderen, zogenaamd geprompt toiletgebruik. Tijdens de follow-up is het percentage dagen over de 5 participanten waarop ontlasting in het toilet optreedt 68, waarbij de spreiding in absolute frequenties sterker is dan tijdens de training: 0 keer voor participant 2 en 5 en 27 keer voor participant 4. Het aantal keer ontlasting in de broek tijdens de basislijn over de 5 participanten is 111 % van de dagen, met een spreiding van absolute frequenties van 5 (participant 1) tot 15 (participant 5) en meerdere ongelukjes per dag voor participant 4 en 5. Tijdens de training is het percentage dagen dat ontlasting in de broek over de 5 participanten optreedt 96 %, met een variatie in absolute frequenties van 5 (participant 1) tot 34 (participant 2). Tijdens de follow-up is het aantal dagen dat ontlasting in de broek over de 5 participanten optreedt 86 %, met een spreiding van 3 (participant 3 en 4) tot 27 (participant 2). Om na te gaan of er een (negatief) verband bestaat tussen het aantal keer ontlasting in het toilet en het aantal keer ontlasting in de broek is een nonparametrische Spearman correlatie coëfficient berekend over de data van basislijn, training en follow-up, welke een significant negatieve correlatie oplevert, rho = -.636, p =.011. Inspectie van de data in termen van de ratio ontlasting in het toilet/ontlasting in de broek laat zien dat participant 4 in relatieve zin de meeste progressie heeft gemaakt van.125 tijdens de basislijn naar 9 tijdens de follow-up, gevolgd door participant 1 van respectievelijk 0 naar 2.5 en participant 3 van naar 2. Bij participant 2 en 5 heeft de toilet training met RR voor NRE geen effect gehad. Samengevat zien we dus bij 3 van de 5 participanten een toename van het aantal keer ontlasting op het toilet. Dit betekent dat met respons restrictie voor onderhavig doelgedrag een 60% effect is bereikt. 4 Discussie Deze exploratieve studie laat zien dat RR, eventueel in combinatie met het gebruik van een laxantium, bij 3 van de 5 deelnemende personen met ernstige VB een toename van 108 NTZ
6 N. van Duin en M. van Boxtel Figuur 1: Aantal keer ontlasting op het toilet respectievelijk in de broek, gedurende basislijn, behandeling en follow-up voor participant 1 Figuur 2: Aantal keer ontlasting op het toilet respectievelijk in de broek, gedurende basislijn, behandeling en follow-up voor participant 2 NTZ
7 Respons restrictie bij non-retentieve encopresis Figuur 3: Aantal keer ontlasting op het toilet respectievelijk in de broek, gedurende basislijn, behandeling en follow-up voor participant 3 Figuur 2: Aantal keer ontlasting op het toilet respectievelijk in de broek, gedurende basislijn, behandeling en follow-up voor participant NTZ
8 N. van Duin en M. van Boxtel Figuur 5: Aantal keer ontlasting op het toilet respectievelijk in de broek, gedurende basislijn, behandeling en follow-up voor participant 5 het aantal keer ontlasting in het toilet heeft bewerkstelligd. Hoewel deze resultaten geenszins spectaculair te noemen zijn, zijn ze dat tegen de achtergrond van het bijna ontbreken van procedures en daarmee bereikte resultaten voor de behandeling van NRE in de literatuur (zie Lancioni et al., 2001; Smith & Smith, 2000) alleszins. Belangrijk is dat de resultaten de weg vrij maken voor een meer gecontroleerde studie naar het effect van RR op NRE, met meer deelnemers, met het verrichten van betrouwbaarheidsmetingen en dataverzameling in een methodologisch design. Deze exploratieve studie toont eveneens aan dat met de toeneming van ontlasting op het toilet weliswaar een afname van het aantal ongelukjes in de broek bewerkstelligd wordt, maar inspectie van de data laat zien dat een volledige afname van ongelukjes niet optreedt. Dit betekent dat als de frequentie van ongelukjes voor ontlasting niet afneemt tot nul of bijna nul, er maatregelen getroffen moeten worden om deze ongelukjes te doen afnemen. Immers, een onveranderende frequentie van ongelukjes voor ontlasting kan ertoe leiden dat ouder(s)/verzorgers de persoon in kwestie op termijn weer van IM voorzien, waarmee het effect van de behandeling verloren gaat. Voor het doen afnemen van ongelukjes zou in de toekomst herstellende overcorrectie (Leon, 1975; Matson, 1977) onderdeel moeten zijn van onderhavige procedure. Voorts dient de detectie van kleine ongelukjes in de broek, ongelukjes die door reukoverlast onopgemerkt blijven, te verbeteren. Te letten op bepaalde veranderingen in iemands gedrag, bijvoor- NTZ
9 Respons restrictie bij non-retentieve encopresis beeld persoon blijft langere tijd stil staan of wordt juist heel druk, biedt vooralsnog geen oplossing. In dit onderzoek zijn oraal toegediende laxantia aangewend om een tijdstip te induceren waarop rectale druk en bijgevolg ontlasting het meest waarschijnlijk is. Bij deze middelen is het interval tussen toediening en effect ongeveer 8 uur. Een korter interval zou bereikt kunnen worden door het rectaal toedienen van een laxantium. Een dergelijk middel heeft echter onder meer aantasting van de integriteit van de persoon als nadeel. Ook bestaat er een kans dat er bij de participant negatieve associaties rondom het anusgebied ontstaan, waardoor de behandeling mogelijk ondermijnd wordt. Verder is gebleken dat een pauze in de trainingssessie wellicht eerder storend werkt dan dat het de training faciliteert. Het is voorts opgevallen dat bij sommige deelnemers, bij wie de behandeling effectief gebleken was, geen ontlasting op het toilet waargenomen is tijdens de trainingssessies. Volgend onderzoek dient na te gaan of en in hoeverre het noodzakelijk is dat de trainingssessie op het meest waarschijnlijke moment van ontlasting, dient plaats te vinden. Het bereiken van controle over ontlasting is onmiskenbaar een belangrijke mijlpaal in het bereiken van meer kwaliteit van bestaan voor personen met VB. Respons restrictie, zoals in deze exploratieve studie onderzocht is voor de behandeling van NRE, blijkt voor 60% effectief bij de deelnemende personen. Mogelijk kan deze procedure effectiever gemaakt worden met aanvullingen zoals hierboven besproken, waardoor mensen met een verstandelijke beperking geen incontinentiemateriaal meer hoeven te dragen. Respons restrictie, wellicht in combinatie met andere procedures, kan de weg vrij maken dit doel te bereiken. Auteurs Drs. Nadine van Duin, orthopedagoog, momenteel werkzaam bij s Heeren Loo Noord, Advisium Drs. Marjolein van Boxtel, orthopedagoog, momenteel werkzaam bij Siza te Arnhem Met dank aan Prof.dr. em. Pieter Duker, hoofd onderzoek Seyscentra, Nijmegen, voor zijn hulp bij het vervaardigen van het manuscript. Correspondentie-adres: Pieter Duker, Pluryn/ Seyscentra, Winckelsteegseweg 99, 6534 AP Nijmegen, pieterduker@gmail.com Literatuur Averink, M., Melein, L., & Duker, P.C. (2005). Establishing diurnal bladder control with the response restriction method: Extended study on its effectiveness. Research in Developmental Disabilities, 26, Azrin, N. H., & Foxx, R. N. (1971). A rapid method of toilet training the institutionalized retarded. Journal of Applied Behavior Analysis, 4, Duker, P. C., Averink, M., & Melein, L. (2001). Response restriction as a method to establish diurnal bladder control. American Journal of Mental Retardation, 106, Duker, P. C., Didden, R., & Sigafoos, J. (2004). One-toone training: Instructional Procedures for L e a r n e r s with Developmental Disabilities. Austin, Texas: Pro- Ed, Inc. Duker, P.C., Geffen, A. van, & Seys, D. (2011). Voorspellers van lange termijn effectbehoud van toilettraining met de procedure van respons restrictie. Nederlands Tijdschrift voor de Zorg aan mensen met verstandelijke beperkingen, 37, Lancioni, G.E., & Ceccarani, P.S. (1981). Teaching independent toileting within the normal daily program: 112 NTZ
10 N. van Duin en M. van Boxtel Two studies with profoundly retarded children. Behaviour Research of Severe Developmental Disabilities, 2, Lancioni, G.E., O Reilly, M.F., & Basili, G. (2001). Treating encopresis in people with intellectual disabilities: A literature review. Journal of Applied Research in Intellectual Disabilities, 14, Leon, J. (1975). The use of overcorrection to eliminate functional encopresis: A case study. Research and the Retarded, 2, 1-5. Luiselli, J.K. (1996). A transfer of stimulus control procedure applicable to toilet training programs for children with developmental disabilities. Child and Family Behavior Therapy, 18, Matson, J.L. (1977). Simple correction for treating an autistic boy s encopresis. Psychological Reports, 41, 802. Smith, L.J. (1996). A behavioural approach to the treatment of non-retentive encopresis in adults with learning disabilities. Journal of Intellectual Disability Research, 40, Smith, L.J., & Smith P.S. (2000). Encopresis in the field of learning disability. In P.C. Duker (Ed.), Behandelingsstrategieën bij enuresis en encopresis: Zindelijkheidsbehandeling bij kinderen, jongeren en volwassenen met een verstandelijke handicap (p ). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. Von Wendt, L., Simila, S., Niskanen, P., & rvelin, M.R. (1990). Development of bowel and bladder control in the mentally retarded. Developmental Medicine and Child Neurology, 32, NTZ
11 Respons restrictie bij non-retentieve encopresis Wijs op visualisaties Toilettijdstip 10 minuten Ontlasting? Belonen Voldoende ontlasting? Nee Nee Doorgaan 2e of 4e keer RR? Nee Toilettijdstip 10 minuten 2e keer RR? Pauze 15 minuten Nee Nee Respons restrictie 4e keer RR? Zelfintiatief Nee Toilettijdstip 10 minuten Bijlage 1: Flowchart van de procedure 114 NTZ
12 N. van Duin en M. van Boxtel Samenvatting Het bereiken van zindelijkheid voor ontlasting is voor mensen met een verstandelijke beperking dikwijls problematisch. In deze exploratieve studie wordt onderzocht of respons restrictie, een methode die voor de behandeling van onzindelijkheid overdag voor urine effectief is gebleken, in aangepaste vorm bruikbaar zou kunnen zijn voor het verwerven van bovengenoemde vaardigheid. Van de 5 deelnemende personen met non-retentieve encopresis kon er bij 3 van hen een toename van ontlasting op het toilet bewerkstelligd worden, terwijl het aantal ongelukjes omgekeerd evenredig afnam. De resultaten van deze exploratieve studie kunnen als uitgangspunt dienen voor verdere studie naar het ontwerpen van een procedure voor het bereiken van zindelijkheid voor ontlasting bij mensen met een verstandelijke beperking en nonretentieve encopresis. Summary Attaining bowel control is often problematic for people with intellectual disabilities. This exploratory study assesses whether response restriction, a method that has been proven effective for decreasing diurnal enuresis, could be useful to establish bowel control with people who show non-retentive encopresis. Three out of 5 participants with non-retentive encopresis achieved an increase of correct bowel evacuations in the toilet, with a concurrent decrease of bowel accidents. The results of this exploratory study may serve for further research on the treatment of non-retentive encopresis in people with mental disabilities. NTZ
artikel Voorspellers van lange termijn effectbehoud van toilettraining met de procedure van respons restrictie NTZ
Voorspellers van lange termijn effectbehoud van toilettraining met de procedure van respons restrictie P.C. Duker, A. van Geffen en D.M. Seys 1 Inleiding Wanneer zindelijkheid voor urine en/of ontlasting
Nadere informatieBenjamin Naert 1BaTP
Benjamin Naert 1BaTP 1 Onderwerpsverkenning 1.1 Refereren artikel 1.2 Context 1.3 Auteurs van het artikel 1.4 Structuur 1.5 Lijsten 2 WikiWelkom 3 Inhoud in lijsten en syntheses 3.1 Trefwoordenlijst 3.1.1
Nadere informatieHet komt vanzelf. Onderzoeksproject De Respons Restrictie Training
Het komt vanzelf Onderzoeksproject De Respons Restrictie Training Respons Restrictie Training als de mogelijkheid van zindelijkheidstraining voor het kinderdagcentrum de Toermalijn Studenten: J.J. Rada
Nadere informatiekomen veel voor bij kinderen en jeugdigen met autismespectrumstoornissen
8 Zindelijkheidstraining bij kinderen en jeugdigen met autismespectrumstoornissen Bibi Huskens en Dagmar Sjoerdstra* Inleiding Zindelijkheid is een belangrijke mijlpaal in de ontwikkeling van elk kind.
Nadere informatieBroekplassen van een 12-jarige jongen met een lichamelijke en verstandelijke beperking
Broekplassen van een 12-jarige jongen met een lichamelijke en verstandelijke beperking Het effect van gedragstherapeutische training N. Frielink en J.H.M. de Moor 1 Inleiding Bij personen met een verstandelijke
Nadere informatieBeïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?
Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety
Nadere informatieOntwikkelingen in de behandeling van volwassenen met ASS. Zelfredzaamheidstraining bij ASS
Ontwikkelingen in de behandeling van volwassenen met ASS Zelfredzaamheidstraining bij ASS Annemiek Palmen Dr. Leo Kannerhuis Research, Development & Innovation Zelfredzaamheid Alledaagse praktische vaardigheden
Nadere informatieRelatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën
Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual
Nadere informatiebij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven
Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form
Nadere informatieOudertevredenheid = Resultaat? Tevredenheid van Ouders met het Response- Restrictie- en het SLIK-programma
Daniël Seys, Cynthia Bussink, Jessie de Kort, Marieke van Meerten & Pieter Duker Oudertevredenheid = Resultaat? Tevredenheid van Ouders met het Response- Restrictie- en het SLIK-programma SAMENVATTING
Nadere informatieBehandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel
Behandeleffecten in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel Treatment effects in Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel S. Daamen-Raes Eerste begeleider: Dr. W. Waterink Tweede begeleider:
Nadere informatieEMDR EYE MOVEMENT DESENSITIZATION AND REPROCESSING REINA MARCHAND, ORTHOPEDAGOOG-GENERALIST DE TWENTSE ZORGCENTRA
EMDR EYE MOVEMENT DESENSITIZATION AND REPROCESSING REINA MARCHAND, ORTHOPEDAGOOG-GENERALIST DE TWENTSE ZORGCENTRA 2 EMDR WAT IS EMDR? EMDR staat voor Eye Movement Desensitization and Reprocessing, en is
Nadere informatieRunning head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende
Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Problematiek: De Mediërende Invloed van de Ouder-Therapeut Alliantie
Nadere informatieOrganisaties. Onderzoeksvraag Wat werkt? 3 aandachtsgebieden. Wat werkt? 3 aandachtsgebieden. Wat werkt? 3 aandachtsgebieden
Organisaties Symposiumleider: Carlo Schuengel Focus op Onderzoek 2 december 2011 Marja Hodes, Marieke Meppelder, Jos de Kimpe, Carlijn Nieuwenhuis, Sabina Kef, Cees Janssen, Lieneke Claassens, Elleke Lemmers,
Nadere informatieVerschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten
Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents
Nadere informatieLichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and
Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers
Nadere informatieAls zindelijk worden niet lukt. Training voor kinderen en jongeren met een verstandelijke beperking of ontwikkelingsstoornis
Als zindelijk worden niet lukt Training voor kinderen en jongeren met een verstandelijke beperking of ontwikkelingsstoornis Passende behandeling zindelijkheid voor uw kind Zindelijkheidstraining is voor
Nadere informatieDe inzet van robots in de behandeling van autisme. Bibi Huskens en Rianne Verschuur
De inzet van robots in de behandeling van autisme Bibi Huskens en Rianne Verschuur In samenwerking met: Emilia Barakova TU/e Jan Gillesen TU/e Tino Lourens TiViPe Met dank aan: Agentschap NL Deelnemende
Nadere informatieInvloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders
Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy
Nadere informatie(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1
(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 Psychologische Inflexibiliteit bij Kinderen: Invloed op de Relatie tussen en de Samenhang met Gepest worden en (Sociale) Angst Psychological
Nadere informatieInhoudsopgave Samenvatting Summary Inleiding Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Evaluatieonderzoek naar de Effectiviteit van de Zomercursus Plezier op School bij Kinderen met Verschillende Mate van Angstig en Stemmingsverstoord Gedrag en/of Autistische Gedragskenmerken Effect Evaluation
Nadere informatieOuderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit
1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan
Nadere informatieDe Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie
De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited
Nadere informatieSummary 124
Summary Summary 124 Summary Summary Corporate social responsibility and current legislation encourage the employment of people with disabilities in inclusive organizations. However, people with disabilities
Nadere informatieInvloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur
Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen
Nadere informatieBent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.
Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten
Nadere informatieDe Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.
De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:
Nadere informatieDe Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie
De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een Vergelijking met Rusten in Liggende Positie The Effectiveness of a Mindfulness-based Body Scan: a Comparison with Quiet Rest in the Supine
Nadere informatieRunning head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1. De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress. en Energie bij Moeders
Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1 De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress en Energie bij Moeders The Effect of MBSR-training on Mindfulness, Perceived Stress
Nadere informatieEffecten van een Mindfulness-Based Stressreductie Training. op Existentiële Voldoening. Effects of a Mindfulness-Based Stress Reduction Program
Effecten van een Mindfulness-Based Stressreductie Training op Existentiële Voldoening Effects of a Mindfulness-Based Stress Reduction Program on Existential Fulfillment Y. Ducaneaux-Teeuwen Eerste begeleider:
Nadere informatiePrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen
Effectiviteit kortdurende behandeling PrOP model 1 PrOP Tussen Je Oren Effectiviteit van een Kortdurende Psychologische Behandeling bij Kinderen en Jongeren gebaseerd op het PrOP-model Effectiveness of
Nadere informatieGehechtheidsproblematiek bij jongvolwassenen met lvb
Gehechtheidsproblematiek bij jongvolwassenen met lvb Een interventieprogramma Monique Boon Ton van der Wiel Psychische en Gedragsproblemen Relatief vaak sprake van psychische en gedragsproblemen. onder
Nadere informatieThe relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope
The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-
Nadere informatieFysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50
De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and
Nadere informatieWERKZAAMHEID VAN CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1
WERKZAAMHEID VAN CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 Werkzaamheid van cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met internaliserende Problematiek: Affect als Mediator Effectiveness of Child-Centered Play Therapy
Nadere informatieEffecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme
Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:
Nadere informatieRelatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.
Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie
Nadere informatieFunctioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit
Onderzoek naar het Effect van de Aanwezigheid van een Hond op het Alledaags Functioneren van een Kind met Autisme M.I. Willems Open Universiteit Naam student: Marijke Willems Postcode en Woonplaats: 6691
Nadere informatieOnderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie
Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische
Nadere informatieKinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.
Spelgroepbehandeling voor kinderen met internaliserende problemen De Effectiviteit van een Psychodynamische Spelgroepbehandeling bij Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic
Nadere informatieRunning head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD
1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational
Nadere informatieRichtlijn Zindelijkheid van urine en feces (2011)
Richtlijn Zindelijkheid van urine en feces (2011) Begeleiding en behandeling door de JGZ Inleiding De meeste kinderen met fecale incontinentie kunnen, als uit de anamneselijsten en het lichamelijk onderzoek
Nadere informatieLaag intensieve gedragstherapie voor kinderen met ASS en VB
Promotieonderzoek (2007-2012) voor kinderen met ASS en VB Drs. Behavioural Science Institute, Radboud Universiteit Nijmegen Fostering development in young children with autism spectrum disorders and intellectual
Nadere informatieVragenlijst voor kinderen met plasproblemen
Vragenlijst voor kinderen met plasproblemen Kindergeneeskunde/ urologie A Personalia Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Geboorte datum: A Invuldatum: B Ongelukjes met het plassen overdag B1 Heeft uw
Nadere informatieDe inzet van familienetwerkberaden in de jeugdzorg:
De inzet van familienetwerkberaden in de jeugdzorg: Een systematische review en meta-analyse van de uitkomsten van studies naar de effectiviteit van familienetwerkberaden Universiteit van Amsterdam, Forensische
Nadere informatieDe Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.
RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede
Nadere informatieHet Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.
Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine
Nadere informatieOnderzoekers: diverse onderzoekers, in binnen- en buitenland onder leiding van Prof. Dr. C. Vlaskamp, Dr. A. van der Putten & Drs. P.
Alle projecten richten zich op personen met (zeer) ernstige verstandelijke en meervoudige beperkingen en staan onder leiding van Prof. Dr. C. Vlaskamp en/of Dr. A. van der Putten. Lopende projecten 1.
Nadere informatieGezondheidsraad (1999). Dagbesteding voor mensen met een ernstige meervoudige handicap. Den Haag: Gezondheidsraad.
DAGBESTEDING Dagbesteding voor personen met ernstige meervoudige beperkingen is steeds meer en beter uitgewerkt. Dit is een positieve evolutie, gezien het deelnemen aan activiteiten op meerdere manieren
Nadere informatieVragenlijst continentiepoli
Vragenlijst continentiepoli Inleiding De kinderarts of uroloog heeft uw kind doorverwezen naar de continentiepoli. Om een goed beeld te krijgen van de problematiek van uw kind vragen wij u de lijst, voor
Nadere informatieHet verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij
Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method
Nadere informatieDenken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten
Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking
Nadere informatieHet Effect van Assertive Community Treatment (ACT) op het. Sociaal Functioneren van Langdurig Psychiatrische Patiënten met. een Psychotische Stoornis.
Het Effect van Assertive Community Treatment (ACT) op het Sociaal Functioneren van Langdurig Psychiatrische Patiënten met een Psychotische Stoornis. The Effect of Assertive Community Treatment (ACT) on
Nadere informatieLeefregels na behandeling met radioactief Jodium-131. Afdeling Nucleaire Geneeskunde
Leefregels na behandeling met radioactief Jodium-131 Afdeling Nucleaire Geneeskunde Inleiding Deze folder geeft u informatie over de behandeling met radioactief jodium. Deze behandeling kan worden uitgevoerd
Nadere informatieGeslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive
1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:
Nadere informatieDe causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie
Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal
Nadere informatieOnderlinge verbondenheid. begeleiding en zorg voor mensen met een verstandelijke en/of andere beperkingen
Onderlinge verbondenheid begeleiding en zorg voor mensen met een verstandelijke en/of andere beperkingen Onderlinge verbondenheid Alleen in verbondenheid met de ander kan je mens zijn. Door de ander ontdek
Nadere informatieHoofdstuk 1. Inleiding.
159 Hoofdstuk 1. Inleiding. Huisartsen beschouwen palliatieve zorg, hoewel het maar een klein deel van hun werk is, als een belangrijke taak. Veel ongeneeslijk zieke patiënten zijn het grootse deel van
Nadere informatieSAMENVATTING. Samenvatting
Samenvatting SAMENVATTING PSYCHOMETRISCHE EIGENSCHAPPEN VAN ADL- EN WERK- GERELATEERDE MEETINSTRUMENTEN VOOR HET METEN VAN BEPERKINGEN BIJ PATIËNTEN MET CHRONISCHE LAGE RUGPIJN. Chronische lage rugpijn
Nadere informatieOuders met een verstandelijke beperking. (Geert Van Hove, Prof.dr. UGent/VU Amsterdam)
Ouders met een verstandelijke beperking (Geert Van Hove, Prof.dr. UGent/VU Amsterdam) Deze lezing: manier van werken Standpunten opgebouwd in dialoog met Australische collega (= 30 jaar praktijk- en onderzoekservaring)
Nadere informatie100% ONLINE CGT GOOI HET KIND NIET MET HET BADWATER WEG! DR. JEROEN RUWAARD
100% ONLINE CGT GOOI HET KIND NIET MET HET BADWATER WEG! DR. JEROEN RUWAARD ONLINE COGNITIEVE GEDRAGSTHERAPIE 2 100% Online CGT E-BOOMING? 3 100% Online CGT MIND THE GAP! 4 100% Online CGT EFFECTEN ONLINE
Nadere informatieCSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden
CSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden Laatst bijgewerkt op 25 november 2008 Nederlandse samenvatting door TIER op 5 juli 2011 Onderwijsondersteunende
Nadere informatieEffectstudie KLINc: Kinderen Leren Initiatieven Nemen in communicatie
: Kinderen Leren Initiatieven Nemen in communicatie drs. Margje van der Schuit Interreg Benelux Middengebied 4-BMG-V-I=31 Interventie Start bij sociale en cognitieve competenties Sensomotorische, multimodale
Nadere informatieHet Effect van Cliëntgerichte Speltherapie op Internaliserende Problematiek bij. Kinderen: Affect als Moderator
1 Het Effect van Cliëntgerichte Speltherapie op Internaliserende Problematiek bij Kinderen: Affect als Moderator The Effect of Client-Centered Play Therapy on Internalizing Problems of Children: Affect
Nadere informatiede Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality
De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit
Nadere informatieLaatst bijgewerkt op 2 februari 2009 Nederlandse samenvatting door TIER op 25 mei 2011
Effective leesprogramma s voor leerlingen die de taal leren en anderssprekende leerlingen samenvatting voor onderwijsgevenden Laatst bijgewerkt op 2 februari 2009 Nederlandse samenvatting door TIER op
Nadere informatieEVB+ in beeld! Wat hebben mensen met een EVB+ nodig? Hoe kunnen we (toekomstige) professionals scholen? Hoe doen we inclusief onderzoek?
Wat hebben mensen met een EVB+ nodig? Kunnen we biofeedback gebruiken? Hoe kunnen we (toekomstige) professionals scholen? EVB+ in beeld! Wat is de invloed van spanning? Hoe doen we inclusief onderzoek?
Nadere informatieMaastricht University, Educational Research & Development (ERD) School of Business and Economics. Dr. Maurice de Greef Prof. Dr. Mien Segers
Eerste tussenevaluatie landelijke implementatie taaltrajecten Taal voor het Leven door Stichting Lezen & Schrijven op het gebied van sociale inclusie en leesvaardigheid Landelijke uitrolfase Dr. Maurice
Nadere informatieRunning head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN
Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN Het Effect van Online Cognitieve Gedragstherapie op Seksuele Disfuncties bij Vrouwen The Effectiveness of Internet-based Cognitive-Behavioural
Nadere informatiefaculteit gedrags- en maatschappijwetenschappen Vroege ontwikkeling Motorische ontwikkelingspatronen bij jonge kinderen met ZEVMB
Datum 22-06-2015 1 Vroege ontwikkeling Motorische ontwikkelingspatronen bij jonge kinderen met ZEVMB Opzet en eerste resultaten Linda Visser Annette van der Putten Gertruud Schalen Bieuwe van der Meulen
Nadere informatieVragen over plasgedrag
Algemene gegevens: Voornaam kind:. Achternaam kind:.. Geslacht: jongen / meisje Geboortedatum kind: Invuldatum: Vragen over plasgedrag Urineverlies overdag Verliest uw kind urine in de broek? Z, op welke
Nadere informatieOnderzoek naar leefstijl en gezondheid van mensen met een verstandelijke beperking
Onderzoek naar leefstijl en gezondheid van mensen met een verstandelijke beperking Dr. Aly Waninge Fysiotherapeut en lector Participatie en gezondheid van mensen met een verstandelijke (en visuele) beperking
Nadere informatieGeachte ouders/verzorgers,
Geachte ouders/verzorgers, Binnenkort bezoekt u met uw kind polikliniek Kindergeneeskunde van Isala Vrouw-kindcentrum, omdat uw kind plasproblemen heeft. Het kan zijn dat uw kind blaasontstekingen heeft,
Nadere informatieInes Volders 3 de licentie orthopedagogiek 1
AUTISME Autisme is een ontwikkelingsstoornis die gekenmerkt wordt door problemen op het gebied van communicatie, sociale omgang, verbeelding en repetitief gedrag. Ongeveer 70% van de mensen met autisme
Nadere informatieExecutief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression
Executief Functioneren en Agressie bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag Executive Functioning and Aggression in a Forensic Psychiatric Population in PPC The Hague Sara Helmink 1 e begeleider:
Nadere informatieVerklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of
Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van het I-change Model The explanation of the physical activity of elderly by determinants of the I-change Model Hilbrand Kuit Eerste begeleider:
Nadere informatieDe Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS
Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering
Nadere informatiePERSOONLIJKHEID EN OUTPLACEMENT. Onderzoekspracticum scriptieplan Eerste begeleider: Mw. Dr. T. Bipp Tweede begeleider: Mw. Prof Dr. K.
Persoonlijkheid & Outplacement: Wat is de Rol van Core Self- Evaluation (CSE) op Werkhervatting na Ontslag? Personality & Outplacement: What is the Impact of Core Self- Evaluation (CSE) on Reemployment
Nadere informatieDe Nederlandse doelgroep van mensen met een LVB 14-12-2011. Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB)
Zwakzinnigheid (DSM-IV-TR) Code Omschrijving IQ-range Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB) Xavier Moonen Orthopedagoog/GZ-Psycholoog Onderzoeker Universiteit van Amsterdam
Nadere informatieTot slot. 72 tot slot. M. Zeevalking, Autisme: hoe te verstaan, hoe te begeleiden?, DOI / , 2000 M.A. Zeevalking, Schiedam
Tot slot Terwijl ik dit boekje over autisme en hulpverlening bij autisme schrijf, wordt me opnieuw duidelijk hoeveel er over dit onderwerp valt te vertellen en hoeveel er in dit bestek niet werd verteld.
Nadere informatieNaam Adres. Geb.datum Postcode... Woonplaats... Telefoon... Tweede telefoon (mob.)... Naam huisarts... Naam verwijzend arts...
De PIPO poli van het LangeLand Ziekenhuis Vragenlijst kinderincontinentie (4-12 jaar) Naam Adres. Geb.datum..-..-. Postcode... Woonplaats... Telefoon... Tweede telefoon (mob.)... Naam huisarts... Naam
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Dit proefschrift bestudeert het gebruik van handelskrediet in de rijstmarkten van Tanzania. 18 We richten ons daarbij op drie aspecten. Ten eerste richten we ons op het
Nadere informatieEffecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en
Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers
Nadere informatieList of publications. List of publications 213
List of publications List of publications 213 Publications in English Bekkema N., Veer A. de, Hertogh C. & Francke A. Perspectives of people with mild intellectual disabilities on care-relationships at
Nadere informatieDe Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior
De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:
Nadere informatieDe meeste kinderen worden vanzelf droog zonder dat je er als ouder een inspanning voor moet leveren. Plots komen ze zeggen ik moet pipi.
1 De meeste kinderen worden vanzelf droog zonder dat je er als ouder een inspanning voor moet leveren. Plots komen ze zeggen ik moet pipi. Je zet ze op het potje en daarna heb je nooit meer een natte broek.
Nadere informatieSAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104
Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,
Nadere informatieAlgemeen. Elke Slosse - 3 de licentie orthopedagogiek 1
ICT In de hedendaagse maatschappij is ICT niet meer weg te denken. Ook voor personen met een handicap wordt ICT als een waardevol element gezien dat veel mogelijkheden biedt. ICT wordt nochtans nog veel
Nadere informatieGedragsondersteuningsplannen gebaseerd op de functie van het gedrag
Gedragsondersteuningsplannen gebaseerd op de functie van het gedrag Chantal van den Brink-Vlijm c.vandenbrink@nsg-groenewoud.nl José Wichers-Bots j.wichers@fontys.nl Programma Casus Moeilijke onderwijssituatie
Nadere informatieCOGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS
COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking
Nadere informatiestimulering van de ontwikkeling van cognitieve en adaptieve vaardigheden
ONTWIKKELINGSSTIMULERENDE ACTIVITEITEN stimulering van de ontwikkeling van cognitieve en adaptieve vaardigheden In het algemeen verloopt de ontwikkeling van personen met ernstige meervoudige beperkingen
Nadere informatieGoed voorbeeld doet volgen. Martine Noordegraaf 6-3-2015
Goed voorbeeld doet volgen Martine Noordegraaf 6-3-2015 Welk type ouderschap ziet u het meest in de gehandicaptensector? Adequaat ouderschap Verstoord ouderschap Problematisch ouderschap Overvraagd ouderschap
Nadere informatieMINDFULNESS EN ACT INTERVENTIES ALS E-HEALTH: EEN META-ANALYSE
MINDFULNESS EN ACT INTERVENTIES ALS E-HEALTH: EEN META-ANALYSE MARION SPIJKERMAN VGCT CONGRES, 13 NOVEMBER 2015 OVERZICHT Introductie Methode Resultaten Discussie Mindfulness en ACT interventies als ehealth:
Nadere informatieDe Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria
De Invloed van Religieuze Coping op Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria Ria de Bruin van der Knaap Open Universiteit Naam student:
Nadere informatieBehandeling met radioactief jodium (I-131 therapie) Instructies voor patiënten
Behandeling met radioactief jodium (I-131 therapie) Instructies voor patiënten In overleg met uw behandelend arts is gekozen voor een behandeling met radioactief jodium, ook wel I-131 therapie genoemd.
Nadere informatieDe Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen
De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider
Nadere informatieSignaleren van verslikken bij mensen met een verstandelijke handicap. Annemarie Helder logopedist
bij mensen met een verstandelijke handicap Annemarie Helder logopedist Even voorstellen. Annemarie Helder Ruim 25 jaar logopedist Werkervaring: speciaal onderwijs, revalidatie, zorg voor mensen met verstandelijke
Nadere informatieIntroduction Henk Schwietert
Introduction Henk Schwietert Evalan develops, markets and sells services that use remote monitoring and telemetry solutions. Our Company Evalan develops hard- and software to support these services: mobile
Nadere informatie