EXAMENPLAN 2015 Crebocode: Leerweg: BOL/BBL

Transcriptie

1 Opleiding: Zelfstandig werkend Broodbakker Niveau: 3 Opleidingsduur: 4800 SBU EXAMENPLAN 2015 Crebocode: Leerweg: BOL/BBL Cohort: Sector: Economie en Dienstverlening Team: Bakkerij & Patisserie EEBRPVBKT1 Proeve broodbakken Proeve van bekwaamheid, 1.Examenoverzicht 1.1.Specifieke examens Beroep specifieke (kerntaak) examens Code Examen examenvorm Kerntaak en onderliggende werkprocessen Kerntaak 1: Bereidt bakkerijproducten Werkprocessen: 1.2 plant zijn werkzaamheden voor het bereiden van bakkerijproducten 1.3 bereidt zijn werkzaamheden voor t.b.v. het bereiden van bakkerijproducten 1.4 Bereidt en verwerkt bakkerijproducten 1.5 Bereidt exclusieve bakkerijproducten aan de hand van nieuwe receptuur 1.6 decoreert, modelleert en snijdt de bakkerijproducten 1.7 bewaakt en borgt de kwaliteit van bakkerijproducten 1.8 verpakt en presenteert bakkerijproducten of ongebakken bakkerijproducten en slaat deze op 1.9 Maakt de werkruimtes, gereedschappen en machines in de bakkerij schoon Exameninhoud Deel 1: In deel 1 van de Proeve wordt het praktijkdeel uitgewerkt. - samenstellen van de opdrachten - recepturen uitwerken - maken van planningen Deel 2: Op basis van de uitwerking in deel 1 wordt de Proeve uitgevoerd. Periode afname Leerjaar 3 Periode 3 Leerjaar 3 Periode 4 Duur examen 2 uur 5 uur Plaats afname School school Resultaat O / V / G

2 EEBRTHEKT1 Theorie examen ZW Broodbakker EEBRPRAKT1 Adviseert de klant praktijkobservatie kennisexamen Kerntaak 1: Bereidt bakkerijproducten Werkprocessen: 1.2 plant zijn werkzaamheden voor het bereiden van bakkerijproducten 1.3 bereidt zijn werkzaamheden voor t.b.v. het bereiden van bakkerijproducten 1.4 Bereidt en verwerkt bakkerijproducten 1.5 Bereidt exclusieve bakkerijproducten aan de hand van nieuwe receptuur 1.6 decoreert, modelleert en snijdt de bakkerijproducten 1.7 bewaakt en borgt de kwaliteit van bakkerijproducten 1.8 verpakt en presenteert bakkerijproducten of ongebakken bakkerijproducten en slaat deze op 1.9 Maakt de werkruimtes, gereedschappen en machines in de bakkerij schoon Kerntaak 1: Bereidt bakkerijproducten Werkproces 1.1 adviseert de klant over bakkerijproducten Alle theorieonderwerpen die die betrekking hebben op de werkprocessen: - Vaktheorie - grondstoffenkennis - machines/gereedschappen - beroepsvaardigheden - kwaliteitszorg - HACCP/ Hygiëne code In het leerbedrijf wordt een reële praktijksituatie beoordeelt, waarbij klantcontact centraal staat. Leerjaar 2 Periode 3 Leerjaar 3 (periode afhankelijk rooster leerbedrijf) 1 uur school O / V / G 30 minuten BPV of school O / V / G

3 EEBRCGIKT2 EEBRCGIKT3 Grondstoffenbeheer Werkstukbeoordeling + CGI 15 werkdagen Productontwikkeling en procesbeheer Werkstukbeoordeling + CGI Kerntaak 2: bestelt grondstoffen en producten en slaat deze op Werkproces 2.1 bestelt benodigde grondstoffen en producten 2.2 controleert de grondstoffen en producten bij ontvangst op (opslag)specificaties 2.3 slaat de geleverde producten op in geconditioneerde ruimtes Kerntaak 3: Bevordert de kwaliteit en aantrekkelijkheid van het assortiment Werkprocessen 3.1 stuurt op de kwaliteit van de operationele processen en routing op de werkvloer 3.2 bedenkt ideeën voor het uitbreiden van het assortiment en ontwikkelt receptuur Gedurende een langere periode worden voorraden bijgehouden, bestelt en opgeslagen. Bakkerijinrichting en productinnovatie staan centraal bij dit examenonderdeel. Het gaat hierbij om zowel praktische als theoretische onderdelen (onderbouwingen) Leerjaar 2 Periode 4 Leerjaar 3 Periode 2 20 werkdagen Werkstuk: BPV (BBL) School (BOL) CGI: School Werkstuk: BPV (BBL) School (BOL) CGI: School O / V / G O / V / G

4 1.2 Generieke examenonderdelen Nederlands Code Examenvorm Vaardigheid taaltaken Niveau Periode afname CE digitaal Centraal examen: Lezen en Luisteren NEDIE2FGES mondeling Gesprekken voeren zakelijke en informatieve teksten en instructies actief deelnemen aan een gesprek NEDIE2FSPR mondeling Spreken monoloog/ presentatie NEDIE2FSCH schriftelijk Schrijven correspondentie en langere tekst 2F tweede helft van de opleiding Duur examen Plaats afname 90 minuten school 2F Periode minuten school 2F Periode minuten school 2F Periode 6 60 minuten school Resultaat + weging (1 decimaal) 1x = 50 % cijfer 1x cijfer 1x cijfer 1x 1x = 50 % Eind-resultaat (geheel cijfer) EIND Rekenen Code Examenvorm Vaardigheid Niveau Periode afname Duur examen Plaats afname Eindresultaat REK_2F Centraal examen (digitaal) Getallen / Verhoudingen Meten en Meetkunde Verbanden 2F 2 de helft van de opleiding 90 minuten School EIND_REK Duidelijkheid over definitieve regelgeving en slaagcesuur voor rekenen in de transitieperiode van 4 jaar is nu nog niet beschikbaar. De transitieperiode start in schooljaar voor niveau 2 en 3

5 2. Beslisregels voor het diploma 2.1 Specifieke examenonderdelen (wettelijke eis: elk examenonderdeel (kerntaak) moet met minimaal een voldoende zijn afgesloten) Kerntaak 1 Bereidt Bakkerijproducten Code Resultaat Weging/beslisregel Eindresultaat EEBRPVBKT1 voldoende/goed 3 voldoende/goed EEBRTHEKT1 voldoende/goed 1 EEBRPRAKT1 onvoldoende/voldoende/goed 1 Kerntaak 2 Indien EEUBPVBKT1 G : G Indien EEUBPVBKT1 V : V Code Resultaat Weging/beslisregel Eindresultaat EEBRCGIKT2 voldoende/goed 1 voldoende/goed Kerntaak 3 Code Resultaat Weging/beslisregel Eindresultaat EEBRCGIKT3 voldoende/goed 1 voldoende/goed

6 2.2 Generieke examenonderdelen Voor Nederlands, rekenen en Engels (alleen niveau 4) geldt een zak/slaagregeling. Deze regeling is gebaseerd op landelijke wettelijke regels. Voor deze opleiding geldt: Schema uitslagregel generieke examens 2F Start opleiding Examenjaar / jaar diplomering Uitslagregel 2010 en verder v.a. 1 oktober 2015 tot 1 oktober 2016 Eindcijfer Nederlands 2F (gemiddelde van de CE en van de instellingsexamens) niet lager dan een 5 Pilot Rekenen 2F telt niet mee voor diplomering; wel verplichte deelname pilotexamen pilot Nederlands 6 of hoger: vrijstelling voor CE* 2010 en verder Eindcijfer Nederlands minimaal een 5, rekenen 2F een vaardigheidsscore Duidelijkheid over definitieve regelgeving en slaagcesuur voor rekenen in de transitieperiode van 4 jaar is nu nog niet beschikbaar. De transitieperiode start in voor niveau 2 en 3 *Een student die in studiejaar een pilotexamen Nederlands 2F lezen/luisteren heeft afgelegd met een cijfer van 6 of hoger kan op basis van dat resultaat eveneens vrijstelling krijgen voor het centraal examen 2F lezen/luisteren in uitsluitend het studiejaar Wil een geslaagde student in toch deelnemen aan CE, dan telt het cijfer van het CE en vervalt het pilotcijfer. Regelgeving voor doorstroom en informatie over de 2A-toets en de ER-toets staan niet in dit overzicht.

7 2.3 Examenonderdeel overstijgende regels 1. Loopbaan, Burgerschap moet zijn afgesloten met Voldaan Voor Loopbaan, Burgerschap geldt een inspanningsverplichting. De examencommissie dient na te gaan of aan de inspanningsverplichting is voldaan. Het verantwoordingdocument is een onderliggend document van dit examenplan. De kwalificatie-eisen voor loopbaan, burgerschap zijn te vinden op de site 2. De BeroepsPraktijkVorming (BPV) moet met een voldoende zijn afgesloten. Let wel: niet te verwarren met examineren in de BPV. Het beoordelingsinstrument is een onderliggend document van dit examenplan. BPV BPV-onderdeel Competent Beschrijving van het BPV-onderdeel Kerntaak 1 staat centraal binnen de afsluitende stage. Daarnaast is Beroepshouding en Beroepsvaardigheden een belangrijk onderdeel van de beoordeling Periode Duur Manier van beoordelen Resultaat Leerjaar 3, periode 7 of uur Beoordelingsinstrument SLEBB (examenwerk) voldoende/ goed

8 3. Beschrijving per examen of examenonderdeel 3.1 Specifieke examenonderdelen EEBRPVBKT1: het examen wordt afgenomen in de vorm van een Proeve van Bekwaamheid. De PvB bestaat uit een deel 1 en een deel 2. Deel 1 is de voorbereiding op deel 2. Hiervoor is twee klokuren beschikbaar en wordt afgenomen op school. Het wordt gemaakt in de examentool. Deze examentool wordt gebruikt bij de uitvoering van deel 2. Deel 2 wordt uitgevoerd in de Bakkerij van het DC. EEBRTHEKT1: Om naast de vaardigheden en gedrag ook het kennisaspect voldoende te borgen is tevens gekozen voor een kennisexamen. Alle werkprocessen komen voor in het kennisexamen, waarbij uitsluitend geëxamineerd wordt, wat in de PvB onvoldoende beoordeeld kan worden. EEBRPRAKT1: Werkproces 1.1 wordt beoordeeld middels een praktijkobservatie. Deze observatie wordt uitgevoerd in het interne leerbedrijf, of in de BPV. Naast werkproces 1.1. worden er ook onderdelen/vaardigheden van Nederlands afgetoetst EEBRCGIKT2: Het examen is een werkstuk, welke bestaat uit een aantal opdrachten. Het geheel wordt afgesloten met een Criterium Gericht Interview EEBRCGIKT3: Het examen is een werkstuk, welke bestaat uit een aantal opdrachten. Het geheel wordt afgesloten met een Criterium Gericht Interview 3.2 Generieke examenonderdelen Nederlands: Lezen en luisteren worden centraal geëxamineerd. De overige examens zijn instellingsexamens en worden voor zover mogelijk in de beroepscontext geëxamineerd. In geval van afwijkende examinering (bijv. dyslexie) loopt dit via de examencommissie van de Sector Economie & Dienstverlening Rekenen: Bij rekenen worden de vier domeinen (Getallen; Verhoudingen; Meten en Meetkunde; Verbanden) in één keer digitaal geëxamineerd waarbij het gebruik van eigen rekenapparatuur niet is toegestaan.

9 Verantwoordingsdocument L&B - Opleidingen Bakkerij en Patisserie - Naam opleiding niv leerweg cohort crebo Domein nummer Kwalificatie dossier Uitvoerend Bakker 2 BBL / BOL Brood & Banket Zelfstandig Werkend Banketbakker 3 BBL / BOL Brood & Banket Zelfstandig Werkend Broodbakker 3 BBL / BOL Brood & Banket

10 1 Burgerschap 1.1 De politiek-juridische dimensie De politiek-juridische dimensie betreft de bereidheid en het vermogen om deel te nemen aan politieke besluitvorming. Hierbij gaat het om de participatie in formele zin (stemmen bij officiële verkiezingen) en meer (inter)actieve vormen van betrokkenheid bij besluitvorming op verschillende politieke niveaus (Europees, landelijk, regionaal, gemeentelijk, buurt). Bewijzen: Deelname aan actualiteiten bespreking in de les: mening vormen c.q. geven Afname van 1 voortgangstoets Toetsen Connect volgens leerroute boekje: niv 2 60% score, niv 3 70% score Maar ook om actuele, meer op issues gerichte vormen van politieke participatie, zoals duurzaamheid, veiligheid, internationalisering, ondernemerschap, interculturaliteit en levensbeschouwing. Hiervoor is nodig dat een student inzicht heeft in de onderwerpen die voor hem van belang zijn en waarover politieke besluiten worden genomen, in de verschillende meningen en opvattingen die erover bestaan en in de verschillende belangen die daarbij een rol spelen. De student (h)erkent de basiswaarden van onze samenleving, leert omgaan met waardendilemma s en hanteert de basiswaarden als richtlijn en uitgangspunt in zijn meningsvorming en bij zijn handelen.

11 De student heeft kennis over en inzicht in de volgende onderwerpen die bij de politiek-juridische dimensie aan bod komen: de kenmerken en het functioneren van een parlementaire democratie, de rechtsstaat en het rechtssysteem, de rol van de overheid, de belangrijkste politieke stromingen en hun maatschappelijke agenda s, de rol en de invloed op de politieke besluitvorming van belangengroeperingen en maatschappelijke organisaties, de invloed van de Europese Unie op het Nederlandse overheidsbeleid en daarmee op de Nederlandse samenleving, en de rol en de invloed van de (massa)media.

12 1.2 De economische dimensie De economische dimensie is in twee deelgebieden uitgesplitst en heeft betrekking op - de bereidheid en het vermogen om een bijdrage te leveren aan het arbeidsproces en aan de arbeidsgemeenschap waar men deel van uitmaakt; - de bereidheid en het vermogen om op adequate en verantwoorde wijze als consument deel te nemen aan de maatschappij. Hierbij gaat het om het adequaat functioneren op de arbeidsmarkt en binnen een bedrijf en om het verantwoord handelen op de consumptiemarkt. Voor het adequaat functioneren op de arbeidsmarkt en binnen een bedrijf is nodig dat een student zich algemeen aanvaarde regels en standaard (bedrijfs)procedures eigen maakt en zich daaraan houdt. De student kent de rechten en plichten van de beroepsbeoefenaar en stelt zich collegiaal op. Bewijzen: Stage bakkerij en leerbedrijf school, middels urenkaart. Afname enquete en interview bij klanten Gastdocent; ervaringen vanuit de actuele situatie op de arbeidsmarkt betreffende de bakkerij Toetsen connect volgens leerrouteboekje: score niv 2 minimaal 60% en niv 3 70% Deelname aan gastles cao regeling (BBL) Voor het functioneren als kritisch consument is nodig dat een student weet hoe hij informatie over producten en diensten kan verzamelen om een weloverwogen keuze te kunnen maken. Hij heeft inzicht in zijn eigen wensen in relatie met zijn financiële speelruimte. En het is nodig dat hij bij de aanschaf van producten en diensten afwegingen kan maken met betrekking tot maatschappelijke belangen zoals duurzaamheid en gezondheidsaspecten.

13 De student heeft kennis over en inzicht in de volgende onderwerpen die bij de economische dimensie aan bod komen: de maatschappelijke functies en waardering van arbeid, de factoren die van invloed zijn op de bedrijfscultuur, de arbeidsverhoudingen in Nederland, de rol en de invloed van brancheof vakorganisaties, de rol van de overheid op het gebied van arbeid, de verzorgingsstaat en de consumentenmarkt, de belangrijkste principes van budgettering, kenmerken van duurzame consumptie en productie, de rol en de invloed van consumentenorganisaties, de invloed van de media op het bestedingspatroon van consumenten.

14 1.3 De sociaal-maatschappelijke dimensie De sociaal-maatschappelijke dimensie heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Het gaat hier om het adequaat functioneren in de eigen woon- en leefomgeving, in zorgsituaties en in de school; om de acceptatie van verschillen en culturele verscheidenheid. Om adequaat te kunnen functioneren in de sociale omgeving is het nodig dat de student de aspecten van breed geaccepteerde sociale omgangsvormen kent en deze kan toepassen in verschillende situaties. De student heeft inzicht in de kenmerken van verschillende culturen. In zijn opvattingen en gedrag toont hij respect voor culturele verscheidenheid. Bewijzen: Deelname survival Ardennen (1ste jaar BOL) PowerPoint Presentatie vanuit moodboard: jezelf in jouw leefomgeving Toetsen connect volgens leerrouteboekje: score niv 2 minimaal 60% en niv 3 70% De student heeft kennis over en inzicht in de volgende onderwerpen die bij de sociaal-maatschappelijke dimensie aan bod komen: de grondrechten en plichten in Nederland, kenmerken van de verschillende (sub)culturen in Nederland, kenmerken van en oorzaken van spanningen tussen verschillende (sub)culturen en bevolkingsgroepen in Nederland, kenmerken van ethisch en integer handelen, en het doel en de invloed van sociale en professionele netwerken.

15 1.4 De dimensie vitaal burgerschap Bewijzen: De dimensie vitaal burgerschap heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om te reflecteren op de eigen leefstijl en zorg te dragen voor de eigen vitaliteit als burger en werknemer. Hierbij gaat het om de zorg voor de eigen vitaliteit en fitheid. Daarbij is een belangrijke taak om de juiste afstemming te vinden tussen werken, zorgen (voor jezelf en voor anderen), leren en ontspannen. Leefstijltest (met diverse metingen) Voorlichting ouders SportEc 1 ste jaar BOL; vervangende opdracht middels toetsing Connect voor BBL) EHBO (2 de jaar) Workshops/voorlichting De student heeft kennis over en inzicht in de volgende onderwerpen die bij de dimensie vitaal burgerschap aan bod komen: de kenmerken van een gezonde leefwijze waaronder de nationale norm gezond bewegen en de aard, plaats en organisatie van gezondheidsbevorderende activiteiten in de samenleving en het arbeidsproces. Om zorg te kunnen dragen voor de eigen gezondheid is het nodig dat de student zich bewust is van zijn eigen leefstijl, gezondheidsrisico s van leefstijl en werk in kan schatten, op basis daarvan verantwoorde keuzes kan maken en activiteiten onderneemt die bijdragen aan een gezonde leefstijl. Het gaat naast bewegen en sport ook om aspecten als voeding, roken, alcohol, drugs en seksualiteit.

16 2 Loopbaan Loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling draagt maatschappelijk gezien bij aan employability en ondernemerschap. Daarnaast draagt de loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling bij aan de persoonlijke ontplooiing. Het gaat hierbij om het sturing geven aan het vinden van betekenisvol werk of vervolgonderwijs dat aansluit op de eigen kwaliteiten, mogelijkheden, waarden en motieven. Daarvoor is nodig dat een student inzicht heeft in de eigen kwaliteiten, mogelijkheden, waarden en motieven. Maar het vereist ook oriëntatie op en inzicht in de mogelijkheden die de arbeidsmarkt biedt. De student is in staat de eigen kwaliteiten, mogelijkheden, waarden en motieven te vergelijken met gevraagde waarden en kwaliteiten van verschillende soorten werk. Bewijzen: Oriënterende 230 uur stage Verslag over stage Voorlichting ouders Leerstijlentesten, capaciteiten-testen, Roos van Liere Studiegids doorstroommogelijkheden en studieroute keuze SSC mogelijkheden voor ondersteuning Gesprekken met loopbaanbegeleider, praktijkopleider en BPV begeleider. Ook oriëntatie op mogelijke doorstroomtrajecten in het vervolgonderwijs (hbo, een volgend niveau in het mbo of andere scholingsmogelijkheden) en op ondersteuningsmogelijkheden ten behoeve van de loopbaanontwikkeling zijn hierbij van belang. Op basis van de vergelijking komt de student tot weloverwogen keuzes en vervolgstappen om gemaakte keuzes te realiseren. De elementen die bij loopbaanoriëntatie en -begeleiding aan bod komen zijn

17 - capaciteitenreflectie: beschouwing van de capaciteiten die van belang zijn voor de loopbaan, - motievenreflectie: beschouwing van de wensen en waarden van belang voor de loopbaan, - werkexploratie: onderzoek naar werk en mobiliteit in de loopbaan, - loopbaansturing: loopbaangerichte planning en beïnvloeding van het leer- en werkproces, - netwerken: contacten opbouwen en onderhouden op de arbeidsmarkt, gericht op loopbaanontwikkeling.

18 Burgerschap Toetsvorm / middel Cesuur weging Voldoende als: Plaats in opleiding. Middels schema leerroute boekje 1.1 De politiek-juridische dimensie Connect digitale methode toetsen 60%/70% Dimensie-toets vooraf en als afsluiting volledig ingevuld. Toetsing volgens Deelname les/reageren stellingen V schema leerroute-boekje 1 e, 2 de, 3 de leerjaar 1.2 De economische dimensie Connect digitale methode toetsen 60%/70% Dimensie-toets vooraf en als afsluiting volledig ingevuld. Toetsing volgens schema leerroute-boekje 1 e, 2 de leerjaar Deelname les/reageren stellingen V 1.3 De sociaal-maatschappelijke dimensie Connect digitale methode toetsen 60%/70% Dimensie-toets vooraf en als afsluiting volledig ingevuld. Toetsing volgens schema leerroute-boekje 1 e leerjaar Deelname les/reageren stellingen V 1 e, 2 de 3 de leerjaar 1.4 De dimensie vitaal burgerschap Sportec V Dimensie-toets vooraf en als afsluiting volledig ingevuld. Toetsing volgens schema leerroute-boekje 1 e leerjaar

19 EHBO lessen (BOL) 2 de jaar EHBO BBL extra toetsing ter vervanging sportec 1 e, 2 de 3 de jaar 2 Loopbaan POP gesprekken SLB (P)opstap opdrachten V Voldoende mits goedkeuring door SLB er Periode 1 schooljaar PAP Per periode (3x op jaarbasis) 2 Loopbaan Presentie V Indien beide voldoende zijn 130 uur stage (basis) 420 uur stage (gevorderd) 420 uur stage (competent) Proeve van bekwaamheid V V 1 e leerjaar 2 de leerjaar