Metro 100XTU-41 RCH Metro 100XTL-41 RCH

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Metro 100XTU-41 RCH Metro 100XTL-41 RCH"

Transcriptie

1 Metro 100XTU-41 RH Metro 100XTL-41 RH G20/G25/G25.3 ardgas Installatiehandleiding (/E) ewaar dit document zorgvuldig RU

2 INSTLLTIEHNLEIING Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. E-verklaring 3. VEILIGHEI 3.1 lgemeen 3.2 Voorschriften 3.3 Voorzorgsmaatregelen / veiligheidsinstructies bij installatie 3.4 Principe ontsteekcyclus 4. Uitpakken 5. Installatie 5.1 Gassoort Ombouwen gassoort 5.2 Gasaansluiting 5.3 Elektrische aansluiting 5.4 Plaatsen toestel 5.5 Plaatsen van een inbouwtoestel 5.6 Plaatsen boezem 5.7 Plaatsen bedieningsluik 5.8 Verbrandingsgasafvoersysteem toestellen open verbranding 5.9 Verbrandingsgasafvoer-/verbrandingsluchttoevoersysteem toestellen gesloten verbranding 5.10 anvullende instructies 5.11 Plateau Plateau met onderstrip gecombineerd Plateau op het glas aansluitend 5.12 Ruiten Verwijderen ruiten Plaatsen ruiten 5.13 fstellen toestel Restrictieschuif Luchtinlaatgeleiders Stelringen 5.14 Plaatsen houtset, kiezelset en gebroken glasset Houtset Kiezelset en gebroken glasset 6. ansturing/bediening 6.1 fstandsbediening 6.2 lternatieve bediening 7. Eindcontrole 7.1 Gasdichtheid 7.2 Gasdruk/voordruk 7.3 Ontsteking hoofdbrander 7.4 Vlambeeld 8. Onderhoud 8.1 Onderdelen 9. Oplevering 10. Storingen ijlage 1 Storingen ijlage 2 Tabellen ijlage 3 fbeeldingen

3 INSTLLTIEHNLEIING 1. Inleiding ls fabrikant van gasverwarmingstoestellen ontwikkelt en produceert RU producten volgens de hoogst mogelijke kwaliteits-, prestatie- en veiligheidseisen. it toestel heeft een E-label; het voldoet daarmee aan de essentiële eisen van de Europese Gastoestellenrichtlijn. ij het toestel worden een installatiehandleiding en een gebruikershandleiding geleverd. ls installateur dient u erkend en vakbekwaam te zijn op het gebied van gasverwarming en elektriciteit. e installatiehandleiding geeft u de informatie die u nodig hebt om het toestel zo te installeren dat het goed en veilig functioneert. eze handleiding schenkt aandacht aan de installatie van het toestel en de daarbij geldende voorschriften. aarnaast treft u technische gegevens van het toestel aan en informatie over onderhoud, eventueel optredende storingen en de mogelijke oorzaak hiervan. e afbeeldingen vindt u achterin dit boekje in de bijlage. U dient deze installatiehandleiding volledig en zorgvuldig te lezen en te gebruiken, alvorens u dit toestel installeert. Indien u gebruik maakt van het RU Powervent-systeem of het RU Smartvent-systeem dient u óók eerst de daarbij behorende installatiehandleiding volledig en zorgvuldig te lezen en te gebruiken alvorens u de installatie begint. In de handleidingen worden de volgende markeringen gebruikt om belangrijke informatie aan te geven: Uit te voeren acties!tip Suggesties en adviezen eze instructies zijn noodzakelijk ter voorkoming van mogelijke problemen bij installatie en/of gebruik. eze instructies zijn noodzakelijk ter voorkoming van brand, persoonlijk letsel of andere ernstige schades. Na oplevering dient u de handleidingen te overhandigen aan de gebruiker. 2. E-verklaring Hierbij verklaren wij dat het door RU uitgebrachte gasverwarmingstoestel door zijn ontwerp en bouwwijze voldoet aan de essentiële eisen van de Gastoestellenrichtlijn. Product: Type: Van toepassing zijnde EG-richtlijnen: Toegepaste geharmoniseerde normen: Gas sfeerverwarmingstoestel Metro 100XTU-41 RH / Metro 100XTL-41 RH 2009/142/E; 2006/95/E; 2004/108/E NEN-EN-613; NEN-EN-613/1; EN oor bedrijfsinterne maatregelen is gewaarborgd dat seriematig geproduceerde toestellen aan de essentiële eisen van de van kracht zijnde EG-richtlijnen en de daarvan afgeleide normen voldoen. eze verklaring verliest haar geldigheid als zonder schriftelijke toestemming van RU wijzigingen aan het toestel worden aangebracht. U kunt een kopie van het keuringscertificaat downloaden via M.J.M. Gelten lgemeen directeur Postbus 1021, 6920 uiven Ratio 8, 6921 RW uiven

4 INSTLLTIEHNLEIING 3. VEILIGHEI 3.1 lgemeen - Houdt u zich aan de algemeen geldende voorschriften en aan de voorzorgsmaatregelen/veiligheidsinstructies in deze handleiding. - ontroleer eerst in ijlage 2, Tabel 2 de exacte technische uitvoering van het te installeren toestel. 3.2 Voorschriften Installeer het toestel volgens de geldende nationale, lokale en bouwkundige (installatie)voorschriften. 3.3 Voorzorgsmaatregelen / veiligheidsinstructies bij installatie Volg de onderstaande voorzorgsmaatregelen/veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op: Installeer en onderhoud het toestel alleen als u een erkende en vakbekwame installateur op het gebied van gasverwarming en elektriciteit bent; breng geen wijzigingen aan het toestel aan; indien u een inbouwtoestel installeert; - gebruik onbrandbaar en hittebestendig materiaal voor de boezem inclusief de bovenkant van de boezem, het materiaal ín de boezem en de achterwand waartegen het toestel wordt geplaatst. Zowel plaatmateriaal als steenachtige materialen zijn hiervoor mogelijk; - neem afdoende maatregelen om te hoge temperaturen van een wand achter de boezem te voorkomen, inclusief de materialen en/of voorwerpen die zich achter de wand bevinden; - houd rekening met de minimaal vereiste inwendige afmetingen van de boezem; - ventileer de boezem door middel van ventilatieopeningen met een gezamenlijke doorlaat zoals verderop in de tekst aangegeven; - gebruik hittebestendige elektrische aansluitingen; - plaats hittebestendige elektrische aansluitingen vrij van het toestel en zo laag mogelijk in de boezem. it in verband met de temperatuurontwikkeling in de boezem. indien u een toestel, type 11, met open verbranding installeert: gebruik een geschikt verbrandingsgasafvoersysteem dat voorzien is van het E-label; indien u een toestel installeert met gesloten verbranding: gebruik uitsluitend de door RU geleverde concentrische systemen; indien u een vrijstaand toestel installeert: plaats het toestel op de minimaal aangegeven afstand vanaf de achterwand zoals verderop in de tekst aangegeven; dek het toestel niet af en/of pak het niet in met een isolatiedeken of enig ander materiaal; houd brandbare objecten en/of materialen op minimaal 500 mm afstand van het toestel; gebruik uitsluitend de bijbehorende hout-/kiezelset en plaats deze exact volgens de beschrijving; laat de ruimte rondom de ionisatie- en de ontstekingspen vrij; zorg ervoor dat er geen vuil in de gasleidingen en aansluitingen zit; plaats een gaskraan conform de geldende voorschriften; controleer de complete installatie op gasdichtheid vóór ingebruikname; voorkom, indien uw toestel hiervan voorzien is, het blokkeren van de drukvereffeningsluik(en) aan de bovenen/of onderkant van het toestel en controleer of deze goed aansluit(en) op het afdichtingsvlak voordat u het toestel inbouwt; ontsteek het toestel niet voordat het volledig gastechnisch, afvoertechnisch en elektrotechnisch is geïnstalleerd, volg eerst de procedure zoals beschreven in hoofdstuk 7.3; vervang een gescheurde of gebroken ruit. In geval van een gescheurde of gebroken ruit mag het toestel niet gebruikt worden.

5 INSTLLTIEHNLEIING 3.4 Principe ontsteekcyclus Hieronder wordt beknopt beschreven hoe dit toestel wordt ontstoken. Het toestel staat uit en wordt ingeschakeld met behulp van de afstandsbediening. e ontvanger krijgt het signaal om het ontsteekproces te starten. it signaal wordt doorgegeven aan de branderautomaat, waarna, indien van toepassing, het relais voor het Powervent-systeem wordt geschakeld. Na een pauze van 8 seconden start het ontsteken op de ontstekingselectroden. Wanneer er geen Powervent-systeem is aangesloten, schakelt alleen het relais en ontsteekt het toestel direct. e hoofdbrander zal op 50% van zijn vermogen worden ontstoken. it voorkomt een grotere hoeveelheid gas in de verbrandingskamer, indien er geen ontsteking plaatsvindt. Wanneer het gas ontsteekt, zal ionisatie gedetecteerd moeten worden. Om er zeker van te zijn, dat de vlam overgelopen is, gebeurt dit aan de andere kant van de brander. ij het detecteren van ionisatie zal het gasregelblok naar 100% vermogen moduleren. Indien van toepassing, wordt de tweede klep geschakeld (een klik is hoorbaar) om de tweede brander te laten ontsteken. Na het ontsteken van de tweede brander zal het toestel altijd naar volstand (vol vermogen) gaan. it garandeert dat de tweede brander daadwerkelijk zal ontsteken. e tweede brander kan met behulp van de afstandsbediening handmatig in- en uitgeschakeld worden. ij handmatig inschakelen gaat het toestel eerst weer naar vollast. e besturing van de kachel stelt strenge veiligheidseisen aan zichzelf. Zo kan het zijn dat de brandende kachel uit zichzelf uit- en gelijk weer aan gaat. it is echter geen storing maar een controle. Vanaf het moment dat men de besturing van de kachel aan de netspanning heeft aangesloten, zal de besturing elke 24 uur deze controle uitvoeren. Wanneer de kachel op dit moment brandt, zal de kachel doven en gelijk weer opnieuw aangaan. ls men dit wil voorkomen, kan men de stekker eruit en opnieuw erin steken op een tijdstip in het etmaal wanneer de kachel (bijna) nooit brandt. 4. Uitpakken Schenk aandacht aan de onderstaande punten bij het uitpakken: Verwijder alle verpakkingsmaterialen. Neem alle meegeleverde onderdelen in, op en/of aan het toestel uit/weg. ontroleer het toestel met toebehoren op (transport)schade. Neem indien nodig contact op met uw leverancier. Installeer nóóit een beschadigd toestel! Verwijder eventuele schroeven als het toestel daarmee aan de vlonder of pallet is vastgemaakt. Glas is een keramisch materiaal. Zeer kleine oneffenheden in de ruiten zijn onvoorkoombaar en vallen binnen de gestelde kwaliteitsnormen. Houd plastic zakken bij kinderen vandaan. In ijlage 2, Tabel 1 staat vermeld over welke onderdelen u na het uitpakken dient te beschikken. Neem contact op met uw leverancier als u na het uitpakken niet over alle onderdelen beschikt. Voer de verpakking af via de reguliere weg.

6 INSTLLTIEHNLEIING 5. Installatie Lees de handleiding zorgvuldig door voor een goede en veilige installatie van het toestel. Installeer het toestel in de volgorde zoals in dit hoofdstuk is beschreven. Installeer het toestel volgens de geldende nationale, lokale en bouwkundige (installatie)voorschriften. Houdt u zich aan de voorschriften/instructies zoals vermeld in deze handleiding. 5.1 Gassoort Op het typeplaatje staat vermeld voor welke gassoort, gasdruk en voor welk land dit toestel is bestemd. Het typeplaatje bevindt zich op het toestel of kan vastzitten aan een ketting en dient dan aan de ketting bevestigd te blijven. ontroleer of het toestel geschikt is voor de gassoort en gasdruk ter plaatse Ombouwen gassoort Indien u dit toestel wilt ombouwen naar een andere gassoort, neem dan contact op met de serviceafdeling van RU en vraag naar de mogelijkheden. Het ombouwen dient verricht te worden door een erkende gas-installateur. 5.2 Gasaansluiting In de gasleiding dient een gaskraan geplaatst te worden conform de geldende voorschriften. e gasaansluiting op het gasregelblok bevindt zich naast de ontvanger (zie G ijlage 3, afb. 38). Zorg dat er geen vuil in de gasleidingen en aansluitingen zit; Voor de gasaansluiting gelden de volgende eisen: - dimensioneer de gasleiding zodanig dat geen drukverlies kan optreden; - de gaskraan heeft een goedkeur (in de EU is dat het E merk); - de gaskraan is altijd bereikbaar. 5.3 Elektrische aansluiting Zorg, indien van toepassing, bij elektrische aansluiting van 230 Volt voor een goede aarding. Plaats deze elektrische aansluiting vrij van het toestel zo laag mogelijk in de boezem. it in verband met de temperatuurontwikkeling in de boezem. Plaats de ontvanger zo mogelijk pas na het afronden van eventuele bouwkundige werkzaamheden. Indien dat niet mogelijk is: escherm de ontvanger tegen bouwstof en bouwvocht! ansluiting schakelcontact (indien van toepassing) Het is mogelijk één of meerdere lampen (bij meerdere lampen maximaal 8/250V/30V) te bedienen via de afstandsbediening van het toestel. enk hierbij bijvoorbeeld aan de lampen van de lux-elementen van ru. Hiervoor kan schakelcontact op de ontvanger worden gebruikt (zie ijlage 3, afb 36). Het schakelcontact is niet poolgevoelig ansluiting ru Omnivent (indien van toepassing) Wanneer het toestel is uitgerust met een Lux Omnivent systeem van ru, kan deze worden bediend met de afstandsbediening en aangesloten (zie ijlage 3, afb 36 ()). e voeding van deze aansluiting is gelijk aan de netspanning. 5.4 Plaatsen toestel - Plaats het toestel altijd op minimaal 500 mm afstand van brandbare objecten of materialen; - Plaats de afvoerpijpen zo dat nooit een brandgevaarlijke situatie kan ontstaan; - Plaats het toestel voor een wand van onbrandbaar en hittebestendig materiaal; - Houd een minimale afstand tussen toestel en achterwand indien aangegeven in de maatschets (zie ijlage 3, fb. 2); - Neem afdoende maatregelen om te hoge temperaturen van een eventuele wand achter de boezem te voorkomen, inclusief de materialen en/of voorwerpen die zich achter de wand bevinden; - ek het toestel niet af en/of pak het niet in met een isolatiedeken of enig ander materiaal; - Zorg voor een stabiele opstelling van het te installeren toestel. Eventueel, indien van toepassing, ook door de verlengpoten vast te zetten met parkers.

7 INSTLLTIEHNLEIING Houd, indien u een inbouwtoestel installeert rekening met; - e minimale inbouwafmetingen volgens ijlage 3, fb. 1 en 2; - e inbouwhoogte van het toestel, deze kunt u zelf bepalen. Zorg voor een gasaansluiting ter plekke; zie voor details paragraaf 5.2. Maak een doorvoer voor het verbrandingsgasafvoersysteem of het concentrische systeem met de onderstaande diameters; zie voor details paragraaf 5.8 of 5.9: - de pijpdiameter +10 mm voor een doorvoer door onbrandbaar materiaal; - de pijpdiameter +100 mm voor een doorvoer door brandbaar materiaal. anvullende instructies, specifiek voor het toestel dat u installeert, vindt u vanaf hoofdstuk Plaatsen van een inbouwtoestel (indien van toepassing) Niet alle inbouwtoestellen van RU worden standaard geleverd met een bedieningsluik. Indien niet inbegrepen, is dit bedieningsluik los verkrijgbaar. Wij adviseren altijd gebruik te maken van het ru-bedieningsluik. In dit hoofdstuk wordt uitgegaan van een toepassing met bedieningsluik. Let op! Mocht u geen gebruik maken van een aanbevolen ru-bedieningsluik, houdt dan de in hoofdstuk 5.5 tot en met 5.7 vermelde veiligheden en noodzakelijke instructies strikt in acht. Indien u geen gebruik maakt van het bedieningsluik, houdt u dan ook rekening met: - de toegankelijkheid van alle componenten die normaal in het bedieningsluik worden geplaatst; - de maximale temperatuur van deze componenten (Maximaal 60 ). Het gasregelblok is aan het toestel gemonteerd. Het dient losgenomen te worden en later in het bedieningsluik geplaatst te worden. Zie voor plaatsing van het gasregelblok in het bedieningsluik paragraaf 5.7. Ga als volgt te werk: Maak de beugel met o.a. het gasregelblok los van het toestel door de parkers los te schroeven. Leg de beugel waaraan o.a. het gasregelblok gemonteerd zit, samen met de bedrading van de ontstekings-/ionisatiekabel(s), de flexibele gasslang(en) en de typeplaat met ketting in de richting van het bedieningsluik. - Zorg ervoor dat er geen vuil in de gasleidingen en aansluitingen zit; - Vermijd knikken in de leidingen. - Voorkom dat de ontstekingskabels in contact komt met andere bedrading; - Het typeplaatje dient bevestigd te blijven aan de ketting. Stel de hoogte van het toestel in met behulp van de stelvoeten (indien van toepassing). Zet het toestel waterpas.!tip Het inbouwframe bij de meeste 2- of 3-zijdige toestellen is nastelbaar. Hierdoor kunt u het inbouwframe goed laten aansluiten op de boezem. Voor 2- of 3-zijdige toestellen, die niet nastelbaar zijn, verwijzen wij naar hoofdstuk 5.10 'anvullende instructies'. ontsteek het toestel niet voordat het volledig gastechnisch, elektrotechnisch en afvoertechnisch is geïnstalleerd, volg eerst de procedure zoals beschreven in hoofdstuk Plaatsen boezem (indien van toepassing) Voor een goede afvoer van de warmte dient er voldoende ruimte rondom het toestel aanwezig te zijn. e boezem moet voldoende geventileerd worden door middel van ventilatieopeningen (ingaand en uitgaand). - ij installatie van een toestel met schouw kunnen specifieke afmetingen gelden voor de opening in de boezem. - ij installatie van een toestel verzonken in de vloer dient rekening te worden gehouden met de minimale afstanden tot een brandbare vloer. Indien van toepassing vindt u hierover meer informatie vanaf hoofdstuk 5.10 'anvullende instructies'.

8 INSTLLTIEHNLEIING - Gebruik onbrandbaar en hittebestendig materiaal voor de boezem inclusief de bovenkant van de boezem, het materiaal ín de boezem en de achterwand van de boezem; - Voorkom dat het toestel wordt belast door het gewicht van de boezem bij gebruik van steenachtige materialen; - e doorlaat van de, zo hoog mogelijk geplaatste, ventilatieopeningen (uitgaand) staan vermeld in ijlage 2, Tabel 2. Houd bij het plaatsen van de boezem rekening met (zie ijlage 3, fb. 2): - e plaats voor het bedieningsluik : dit moet zo laag mogelijk geplaatst worden; - e afmetingen van het bedieningsluik; zie plaatsen bedieningsluik paragraaf 5.7; - Niet bij alle toestellen wordt het ru-bedieningsluik standaard meegeleverd. Wij adviseren desondanks alleen van een, eventueel los leverbaar, ru-bedieningsluik gebruik te maken met uitzondering van 11 S/S toestellen. Mocht u hier niet voor kiezen, dan dient u ten behoeve van de ingaande ventilatie een zo laag mogelijk geplaatste ventilatie-opening van 100 cm 2 te maken. - e plaats van de ventilatieopeningen (V) (uitgaand); - Houd een afstand tussen de bovenkant van de ventilatieopening (uitgaand) en het plafond van de woning van minimaal 30 cm; - e afmeting van de ruit zodat deze geplaatst/verwijderd kan worden na het plaatsen van de boezem; - e bescherming van het gasregelblok en de leidingen tegen cement en kalk. - Plaats de sierstrips, kaders en dergelijke zo mogelijk pas na het uitvoeren van de eventuele bouwkundige werkzaamheden. Voorkom het gebruik van schildersplakband. Indien dit niet mogelijk is: gebruik een goede kwaliteit schildersplakband en verwijder deze direct na de stuc- of schilderwerkzaamheden.!tip reng de ventilatieopeningen (uitgaand) bij voorkeur aan weerszijden van de boezem aan. U kunt gebruik maken van RU ventilatie-elementen. ontroleer, voordat u de boezem helemaal dicht maakt: - of het afvoer / concentrische systeem op de juiste manier is geplaatst. - de borging met parkers van de kanalen, de bevestigingsbeugels en evt. klembanden, die later onbereikbaar zijn. Stuc, indien van toepassing, niet op of over de randen van het inbouwframe, omdat: - door de warmte van het toestel scheuren kunnen ontstaan; - de ruit niet meer verwijderd/geplaatst kan worden. Laat bij toepassing van steenachtige materialen en/of afwerking met stucwerk de boezem vóór ingebruikname van het toestel minimaal 6 weken drogen ter voorkoming van scheuren. 5.7 Plaatsen bedieningsluik (indien van toepassing) Het bedieningsluik (zie ook paragraaf 5.5 en 5.6) wordt zo laag mogelijk in de boezem geplaatst. - e onderkant van het bedieningsluik mag niet hoger worden geplaatst dan het branderbed in het toestel. - Plaats het bedieningsluik en de beugel met het gasregelblok en toebehoren alleen binnenshuis op een droge plek! In het bedieningsluik wordt een aantal componenten geplaatst zoals het typeplaatje, het gasregelblok, de ontvanger behorende bij de afstandsbediening en, indien van toepassing, de componenten behorende bij het RU Powervent-systeem. Ga als volgt te werk bij het plaatsen van het bedieningsluik; zie ijlage 3, fb. 3 voor details: Maak in de boezem een opening zoals beschreven in de handleiding van het bedieningsluik.!tip e opening in de boezem mag zowel staand als liggend worden aangebracht. Plaats het binnenframe (); draai hiervoor bouten ( en F) los. - Het binnenframe dient op correcte wijze te worden geplaatst. Er zijn twee posities mogelijk. Het 180 gedraaid plaatsen van het binnenframe is niet toegestaan (zie ijlage 3, afb. 4).!Tip - ij een boezem van steen kan het binnenframe meegemetseld worden; - ij een ander materiaal kunt u het binnenframe vastkitten of met vier verzonken schroeven vastzetten.

9 INSTLLTIEHNLEIING Haal de beugel met de componenten () van het toestel af. evestig de beugel met componenten aan het binnenframe (). Ga als volgt te werk: - Wikkel de kabels af. Hiermee wordt onder andere het slecht functioneren van de ontsteking voorkomen. - Rol de flexibele gasleiding(en) af. - Monteer de beugel met componenten aan het binnenframe (). Het slotgat valt in inbusbout (); het gat aan de onderzijde valt over de kop van inbusbout (). - Zet de beugel vast met inbusbout (). - Vermijd knikken in de leidingen - Leg de kabels van de ionisatie- en de ontstekingspennen niet langs metalen delen. Zorg dat er geen vuil in de gasleidingen en aansluitingen zit. Sluit de gasleiding met gaskraan aan. Ontlucht de gasleiding.!tip ls de gaskraan is dichtgedraaid, kunt u de beugel met componenten eenvoudig uitnemen door de klemkoppeling onder het gasregelblok los te draaien en inbusbout () enkele slagen los te draaien. e beugel met componenten kunt u nu optillen en naar voren uit het bedieningsluikje halen. Sluit de 230 V netspanning met randaarde aan. Er worden verschillende types stekkeraansluitingen meegeleverd. Het type stekker is afhankelijk van het land waarin u het toestel plaatst. Plaats het typeplaatje in de daarvoor bestemde klem (G). evestig het buitenframe met deurtje (E) aan het binnenframe met behulp van twee inbusbouten ( en F).!Tip U kunt het buitenframe zo plaatsen dat het deurtje links of rechts draaiend is. Sluit het bedieningsluikje altijd af met het slotje (H) i.v.m. de elektriciteitsaansluiting achter het luikje (230V). U kunt het slotje bedienen met een passend plat voorwerp. 5.8 Verbrandingsgasafvoersysteem bij toestellen met een open verbranding (type 11) Voor aansluiting op een bestaand schoorsteenkanaal zonder afvoerpijp of flexibele RVS afvoer uitsluitend toegestaan in Groot-rittannië zijn de instructies uit het los meegeleverde boekje 'Fitting into a conventional class 1 chimney' van toepassing. it boekje bevat naast de installatie-instructies ook aanvullende testen lgemeen Het type afvoersysteem van het toestel is aangegeven in ijlage 2, Tabel 2. Het toestel dient te worden aangesloten op een bestaand of nieuw te bouwen schoorsteenkanaal volgens de geldende nationale, lokale en bouwkundige (installatie)voorschriften ansluiting verbrandingsgasafvoersysteem (indien een class 1 schoorsteenkanaal niet van toepassing is) Op het toestel dient minimaal 3 meter afvoerpijp of een flexibele RVS afvoer aangesloten te worden. ochten in het verbrandingsgasafvoersysteem zijn niet toegestaan. - Houd een afstand van minimaal 50 mm aan tussen de buitenkant van het afvoersysteem en de wanden en/-of het plafond. ls het systeem wordt ingebouwd in bijvoorbeeld een koof, dient deze rondom uitgevoerd te worden in onbrandbaar materiaal; - Gebruik hittebestendig isolatiemateriaal bij doorvoer door brandbaar materiaal. - Gebruik een geschikt verbrandingsgasafvoersysteem met de juiste diameter voorzien van het E-merk; Sommige hittebestendige isolatiematerialen bevatten vluchtige componenten, die langdurig een onaangename geur verspreiden; deze zijn niet geschikt.

10 INSTLLTIEHNLEIING Plaats het verbrandingsgasafvoersysteem als volgt: Sluit de pijpstukken of flexibele RVS afvoer aan. Plaats het toestel alleen in een goed geventileerde ruimte die voldoet aan de geldende nationale, lokale en bouwkundige (installatie)voorschriften om voldoende luchttoevoer te waarborgen. - ij installatie in een woning met een mechanisch luchtafzuigsysteem en/of een open keuken met afzuigkap is een permanente ventilatieopening nodig in de omgeving van het toestel; zie voor deze toepassing de gasinstallatievoorschriften en de lokale regelgeving. 5.9 Verbrandingsgasafvoer- /verbrandingsluchttoevoersysteem bij toestellen met een gesloten verbranding lgemeen Het type afvoersysteem van het toestel is aangegeven in de ijlage 2, Tabel 2. Het toestel wordt aangesloten op een gecombineerd verbrandingsgasafvoer-/verbrandingsluchttoevoersysteem, hierna te noemen het concentrische systeem. e doorvoer naar buiten kan zowel met een geveldoorvoer als met een dakdoorvoer worden gemaakt. Eventueel kan gebruik gemaakt worden van een bestaand schoorsteenkanaal (zie paragraaf 5.9.4). - Gebruik uitsluitend het door RU geleverde concentrische systeem. it systeem is samen met het toestel gekeurd. RU kan de goede en veilige werking van andere systemen niet garanderen en accepteert hiervoor geen verantwoordelijkheid, of aansprakelijkheid; - Gebruik voor aansluiting op een bestaand schoorsteenkanaal uitsluitend de door RU geleverde aansluitset. Het concentrische systeem wordt opgebouwd vanaf (de aansluitstomp van) het toestel. ls door bouwkundige omstandigheden het concentrische systeem eerst wordt geplaatst, kan het toestel later eventueel met een telescopisch pijpstuk worden aangesloten Opbouw concentrisch systeem fhankelijk van de opbouw van het concentrische systeem moet het toestel verder afgesteld worden met eventueel een restrictieschuif of luchtinlaatgeleider. Zie de Tabellen 4 en 6 voor het bepalen voor de juiste afstelling en paragraaf 'fstellen toestel' voor de werkwijze. Het concentrische systeem met geveldoorvoer of dakdoorvoer moet aan de volgende voorwaarden voldoen: - In ijlage 2, Tabel 4 of 5 is te vinden of er en hoeveel minimale verticale lengte concentrische pijp aangesloten dient te worden; - epaal de toelaatbaarheid van de gewenste afvoer. ij gebruik van een geveldoorvoer geldt: - e totale verticale pijplengte, bij toepassing met geveldoorvoer, mag een maximale lengte hebben welke u kunt terugvinden in de ijlage 2, Tabel 4; - e minimale verticale pijplengte, bij toepassing geveldoorvoer, kunt u terugvinden in ijlage 2, Tabel 4; - e totale horizontale pijplengte, bij toepassing met geveldoorvoer, mag een maximale lengte hebben welke u kunt terugvinden in de ijlage 2, Tabel 4 (exclusief geveldoorvoer; zie ijlage 3, fb. 5). ij gebruik van een dakdoorvoer geldt: - e opbouw van het gekozen systeem, bij toepassing met dakdoorvoer, moet toelaatbaar zijn volgens ijlage 2, Tabel 5 (Zie de hieronder beschreven werkwijze). In de onderstaande werkwijze is aangegeven hoe de toelaatbaarheid bij toepassing van een dakdoorvoer van een concentrisch systeem wordt vastgesteld. 1) Tel het aantal benodigde 45 en 90 bochten; 2) Tel het totale aantal hele meters horizontale pijplengte; 3) Tel het totale aantal hele meters verticale en/of schuine pijplengte (exclusief dakdoorvoer); 4) Zoek in de eerste 2 kolommen van Tabel 5 het aantal benodigde bochten en de totale horizontale pijplengte; 5) Zoek in de bovenste rij van Tabel 5 de gewenste totale verticale en/of schuine pijplengte; 6) ls u in een hokje met een letter uitkomt, is het door u gekozen concentrische systeem toelaatbaar; 7) Stel met behulp van Tabel 6 vast hoe het toestel afgesteld moet worden.

11 INSTLLTIEHNLEIING Plaatsen concentrisch systeem - Houd een afstand van minimaal 50 mm aan tussen de buitenkant van het concentrische systeem en de wanden en/of het plafond. ls het systeem wordt ingebouwd in bijvoorbeeld een koof, dient deze rondom uitgevoerd te worden in onbrandbaar, hittebestendig materiaal; - Gebruik hittebestendig isolatiemateriaal bij doorvoer door brandbaar materiaal; - e rozet van de geveldoorvoer is te klein om de opening bij doorvoer door brandbaar materiaal af te dichten. aarom moet eerst een hittebestendige tussenplaat van voldoende grootte op de muur worden bevestigd. Vervolgens wordt de rozet op de tussenplaat gemonteerd. e dakdoorvoer kan zowel in een schuin dak als in een platdak uitmonden. e dakdoorvoer kan geleverd worden met een plakplaat voor een plat dak dan wel met een universeel verstelbare pan voor een schuin dak. Sommige hittebestendige isolatiematerialen bevatten vluchtige componenten, die langdurig een onaangename geur verspreiden; deze zijn niet geschikt. Ga als volgt te werk bij het plaatsen van het concentrische systeem: ouw het systeem op vanaf (de aansluitstomp van) het toestel. Sluit de concentrische pijpstukken en indien nodig de bocht(-en) aan. reng op elke verbinding een klemband met siliconen afdichtring aan. Zet de klemband met een parker vast aan de pijp op plaatsen die na installatie onbereikbaar zijn. reng voldoende muurbeugels aan, zodat het gewicht van de pijpen niet op het toestel rust. epaal de resterende lengte voor de gevel- of dakdoorvoer en maak deze op maat, zorg dat de juiste insteeklengte behouden blijft. Plaats de geveldoorvoer met de (ril/fels-) naad aan de bovenkant; evestig de geveldoorvoer vanaf de buitenzijde met vier schroeven. - Plaats bij gebruik van de geveldoorvoer de muurdoorvoer met een afschot van 1 cm / meter naar buiten ter voorkoming van inwaterend regenwater ansluiting bestaand schoorsteenkanaal U kunt het toestel op een bestaand kanaal aansluiten. In de schoorsteen wordt een flexibele RVS pijp geplaatst met bijpassende diameter aan de rookgasafvoerpijp, voor de afvoer van de verbrandingsgassen. e ruimte er omheen wordt als verbrandingsluchttoevoer gebruikt. ij aansluiting op een bestaand schoorsteenkanaal gelden de volgende eisen: - alleen toegestaan met gebruik van de speciale RU schoorsteenaansluitset. Het installatievoorschrift wordt meegeleverd; - de inwendige afmeting moet minimaal 150 x 150 mm zijn; - de verticale lengte bedraagt maximaal 12 meter; - de totale horizontale pijplengte mag een maximale lengte hebben welke u kunt terugvinden in de tabel in ijlage 2, Tabel 4; - het bestaande schoorsteenkanaal moet schoon zijn; - het bestaande schoorsteenkanaal moet dicht zijn. Voor het afstellen van het toestel gelden dezelfde voorwaarden/instructies als voor het concentrische systeem zoals hierboven is beschreven.

12 INSTLLTIEHNLEIING 5.10 anvullende instructies Indien het toestel wordt aangesloten op aardgas (G25/G25.3 alleen Nederland) moet de primaire beluchting worden gewijzigd door de stelringen te verschuiven (zie paragraaf ).!Tip - Voor dit toestel zijn verlengpoten verkrijgbaar; - de kachel is voorzien van handvatten, hiermee is het toestel te verplaatsen. evestig het toestel aan de wand d.m.v. muurbeugels () (zie ijlage 3, afb.1). Verwijder de transportplaat nadat het toestel op de juiste plaats voor het inbouwen is neergezet Plateau Het toestel is te plaatsen met een plateau. it kan in combinatie met de ondersierstrip of door het plateau op het glas aan te laten sluiten. e bijbehorende boezem kan met of zonder valse wand worden toegepast (zie ijlage 3, afb. 2a en 2b). - Maak gebruik van onbrandbaar en hittebestendig materiaal; - laat het gewicht van het plateau niet op de kachel rusten, zorg voor een juiste ondersteuning van het plateau los van de kachel Plateau met ondersierstrip gecombineerd (zie ijlage 3, afb. 2a en 2b ()): Maak een uitsparing in het plateau waarin de kachel geplaatst wordt. Wanneer een valse wand () wordt toegepast is de uitsparing minder diep. Stel de hoogte van de kachel en de ondersteuning van het plateau op elkaar af zodat de bovenzijde van het plateau aansluit op de onderzijde van de ondersierstrip Plateau op het glas aansluitend (zie ijlage 3, afb. 2a en 2b ()): Maak een uitsparing in het plateau waarin de kachel geplaatst wordt. Wanneer een valse wand wordt toegepast is de uitsparing () minder diep, de maximale materiaaldikte is 30 mm. Verwijder de ondersierstrip (zie ijlage 3, afb. 2c ()) door deze van het toestel af te schuiven en uit te nemen. eze wordt niet meer teruggeplaatst. Verwijder het centreernokje aan de onderzijde van de sierstrip door deze aan de voorzijde in te snijden en af te breken. Zorg dat de onderzijde van de sierstrip vlak en corrosiebestendig blijft. raai de parkers () van de stelprofielen () enkele slagen los en stel de profielen op de juiste hoogte af. e hoogte is afhankelijk van de materiaaldikte van het plateau. Voor materiaaldikte 20 mm en 30 mm zijn indicatoren aangebracht (). Zet de parkers () weer vast. Stel de hoogte van de kachel en de ondersteuning van het plateau op elkaar af zodat de onderzijde van het plateau op de stelprofielen aansluit. - Laat het gewicht van het plateau niet op de kachel en het stelprofiel rusten; - zorg dat er voldoende ruimte is voor het plaatsen en verwijderen van de verticale sierstrip. Een speling van 1 mm tussen het plateau en de onderzijde van de verticale sierstrip is aanbevolen.

13 INSTLLTIEHNLEIING 5.12 Ruiten Na het plaatsen van de houtset, kiezelset of gebroken glasset (zie paragraaf 5.14) kunnen de ruiten geplaatst worden: - Voorkom beschadiging bij het verwijderen en plaatsen van de ruiten; - gebruik de bijgeleverde dopsleutel voor het losdraaien en vastzetten van de parkers; - gebruik indien van toepassing de bijgeleverde inbussleutel voor het losdraaien en vastzetten van de inbusschroeven; - vermijd of verwijder vingerafdrukken op de ruiten omdat deze inbranden Verwijderen ruiten Het verwijderen van de ruiten staat hieronder beschreven: Verwijderen zijruit (zie ijlage 3, afb. 6): raai de borgboutjes uit de verende ruitstrip aan de bovenzijde (1). Neem de verende ruitstrip (2) bij de handgrepen en plaats deze op de bovenliggende beugels. Pak de ruit aan beide zijkanten vast, kantel de ruit aan de bovenzijde iets van het toestel af en til de ruit schuin omhoog (3). Kantel de ruit aan de onderzijde van het toestel af en neem de ruit uit (4). Voorkom dat de ruit beschadigd. Verwijderen voorruit (zie ijlage 3, afb. 7): Schuif, indien van toepassing, de ondersierstrip () van het toestel af. eze hoeft niet uitgenomen te worden. raai het inbusboutje van de verticale sierstrip uit (). Pak de verticale sierstrip aan de bovenzijde vast, kantel de verticale sierstrip en neem deze uit. raai de parkers van de verticale glasstrip () uit en verwijder de verticale glasstrip. raai de parkers van de bovenglasstrip uit en verwijder de bovenglasstrip (). Plaats de zuignap (E) op de voorruit. Pak de ruit aan de zuignap en de zijkant vast en kantel de bovenkant iets van het toestel af. Til de ruit en beweeg deze zijwaarts. Kantel de ruit aan de onderzijde van het toesel af en neem de ruit uit. Voorkom dat de ruit beschadigd Plaatsen ruit Het plaatsen van de ruit gaat in omgekeerde volgorde van het verwijderen van de ruit, zoals hierboven is beschreven: - Vermijd/verwijder vingerafdrukken op de ruit omdat deze inbranden; - draai de parkers niet te vast ter voorkoming van afbreken en/of doldraaien: vast=vast; - plaats de ruit met het logo rechtsonder. Zorg dat de voor- en achterruit volledig aansluit op de zijruit (er mag geen opening ontstaan tussen de ruiten). Indien de voor-, achter- en zijruit niet op elkaar aansluiten: raai de parkers van de klemstrippen van de ruit aan de voor- en achterzijde enkele slagen los. Schuif de voor- en achterruit strak tegen de zijruit aan. Voorkom dat er afdichtingsband tussen de voor-, achter- en zijruit zit (waar de ruiten op elkaar aansluiten). raai de parkers van de klemstippen vast.

14 INSTLLTIEHNLEIING 5.13 fstellen toestel Het toestel dient zo afgesteld te worden dat het goed functioneert in combinatie met het afvoersysteem. aartoe wordt eventueel een restrictieschuif geplaatst en/of wordt de luchtinlaatgeleider verwijderd. e voorwaarden voor toepassing met geveldoorvoer en dakdoorvoer staan vermeld in ijlage 2, Tabellen 4, 5 en 6. it toestel is geschikt voor Powervent. Voor meer informatie zie de installatiehandleiding van de Powervent. Indien het toestel wordt aangesloten op aardgas (G25/G25.3 alleen Nederland) moet de primaire beluchting worden gewijzigd door de stelringen te verschuiven (zie paragraaf ) Restrictieschuif (R) e restrictieschuif (R) is los meegeleverd deze bestaat uit een basisplaat waarop afstelplaat is bevestigd. e juist ingestelde restrictieschuif wordt als volgt geplaatst (zie ijlage 3, afb. 8): Stel de afstelplaat (S) met de juiste afstand in op de basisplaat (T) met behulp van situaties t/m E in ijlage 2, Tabel 6. e letter van de stand op de restrictieschuif komt overeen met de letter van de situatie in Tabel 6. Zorg ervoor dat de punt van de driehoek, van de juiste stand, en het midden van de moer exact in één lijn liggen. raai de 2 voorgemonteerde parkers (U) uit het toestel. Plaats de restrictieschuif boven in het toestel en zet deze vast met de twee parkers Luchtinlaatgeleider (L) e samengestelde luchtinlaatgeleider (L1 + L2) bevindt zich onder de plaat rondom brander. Ga bij het verwijderen van de samengestelde luchtinlaatgeleider of het verwijderen van de extra luchtinlaatgeleider (L2) als volgt te werk (zie ijlage 3, afb. 9): raai de parkers (M) uit de plaat (O) rondom de brander en neem deze uit het toestel. raai de parkers (N) van de samengestelde luchtinlaatgeleider (L1 + L2) uit. Indien er geen luchtinlaatgeleider van toepassing is: Verwijder de samengestelde luchtinlaatgeleider en schroef de parkers (N) terug in het toestel. Indien luchtinlaatgeleider (L1) van toepassing is: Neem de samengestelde luchtinlaatgeleider uit het toestel en verwijder de extra luchtinlaatgeleider (L2) met de parkers (P) van luchtinlaatgeleider (L1). Plaats luchtinlaatgeleider (L1) terug in het toestel en zet deze vast met de parkers. Plaats de plaat rondom brander terug in het toestel en zet deze vast met de parkers Stelringen (V) (lleen voor Nederland) e stelringen (V) bevinden zich aan de onderzijde van de brander. Ga voor het afstellen op gas G25/G25.3 als volgt te werk (zie ijlage 3, afb. 10): raai de parkers (M) uit de plaat (O) rondom brander en neem deze uit het toestel. raai het vleugelboutje (Q) van de stelring (V) enkele slagen los. Laat de stelring op de aanslag(w) zakken en zet deze weer vast met het vleugelboutje. it toestel heeft 3 stelringen, zorg ervoor dat alle drie de ringen juist zijn afgesteld. Plaats de plaat rondom de brander terug in het toestel en zet deze vast met de parkers.

15 INSTLLTIEHNLEIING 5.14 Plaatsen houtset, kiezelset en gebroken glasset Het toestel wordt geleverd met een houtset, een kiezelset of een gebroken glasset. Het vermiculiet waarmee de branderbak wordt gevuld is zwart bij de houtset en de gebroken glasset. ij de kiezelset is het vermiculiet naturelkleurig. In de afbeeldingen is de kleur niet altijd correct weergegeven. Houd u zich strikt aan onderstaande instructies ter voorkoming van onveilige situaties. Gebruik uitsluitend de meegeleverde houtset, kiezelset of gebroken glasset. Gebruik uitsluitend het gloeimateriaal (zie ijlage 3, afb. 17) samen met de houtset. Plaats de houtset, kiezelset of gebroken glasset exact volgens de beschrijving. Voor het plaatsen van de kiezelset en de gebroken glasset dienen dezelfde handelingen te worden verricht. In de afbeeldingen is alleen de kiezelset weergegeven. Laat de ionisatie- en ontstekingselectrodes en de ruimte eromheen vrij (zie ijlage 3, afb. 11 t/m 14). Laat de sleuf tussen de branderbak en de bak rondom de brander vrij. Voorkom dat het fijne stof van het vermiculiet op de brander terechtkomt Houtset e houtset bestaat uit vermiculiet (zie ijlage 3, afb. 15), chips (zie ijlage 3, afb. 16), gloeimateriaal (zie ijlage 3, afb. 17) en een aantal stammen (zie ijlage 3, afb. 18). - Kleuren kunnen afwijken van de foto; - op de foto's bevindt de luchtkast zich aan de linkerzijde. it betekent, dat de ionisatie vóór de brander is gepositioneerd en de ontsteking erachter. Gebruik dit als referentie bij het plaatsen van de stammen. Verwijder het hekje van de bak rondom de brander (zie ijlage 3, afb. 19). Vul de branderbak met vermiculiet; verdeel het vermiculiet gelijkmatig (zie ijlage 3, afb. 19). Het vermiculiet mag!tip niet hoger komen dan de rand van de brander. Het vlambeeld kan beïnvloed worden door het vermiculiet te verplaatsen. Het branderdek moet wel geheel bedekt blijven met vermiculiet om te voorkomen dat de levensduur van de brander afneemt. Identificeer de stammen t/m J (zie ijlage 3, afb. 18).!Tip Maak bij de identificatie gebruik van de brandvlekken op de stammen. Plaats de stammen t/m J. Maak hierbij gebruik van de positiebeugels (zie ijlage 3, afb. 20 t/m. 23). e stammen mogen het branderpatroon niet helemaal afdekken, omdat: - e hoofdbrander dan niet goed ontsteekt; - dit tot onveilige situaties kan leiden; - sneller vervuiling optreedt door roetvorming; - het vlambeeld verstoord wordt. Vul de bak rondom de brander met chips; verdeel de chips gelijkmatig (zie ijlage 3, afb. 22 en 23). Indien gewenst, verdeel het gloeimateriaal over de brander. Laat de ruimtes om zowel de ionisatie als de ontsteking vrij van gloeimateriaal.!tip Leg het gloeimateriaal vast onder de chips en/of de houtset Kiezelset en gebroken glasset e kiezelset en de gebroken glasset bestaan uit vermiculiet (zie ijlage 3, afb. 15) en kiezels of gebroken glas. Voor het plaatsen van de kiezelset en de gebroken glasset dienen dezelfde handelingen te worden verricht. e kleuren kunnen afwijken van foto. Vul de branderbak met vermiculiet, verdeel het vermiculiet gelijkmatig (zie ijlage 3, afb. 19).!Tip Het vlambeeld kan beïnvloed worden door het vermiculiet te verplaatsen. Het branderdek moet wel geheel bedekt blijven met vermiculiet om te voorkomen dat de levensduur van de brander afneemt. Vul de branderbak en de bak rondom de brander met kiezels of gebroken glas. Verdeel de kiezels of het gebroken glas gelijkmatig over één laag (zie ijlage 3, afb. 24). Het niet goed plaatsen van de keizels of gebroken glas, zoals het op elkaar stapelen, kan tot gevolg hebben dat: - e hoofdbrander niet goed ontsteekt waardoor een onveilige situatie kan ontstaan; - het vlambeeld verstoord wordt.

16 INSTLLTIEHNLEIING 6. ansturing/bediening Het toestel wordt geleverd met een draadloze zwarte afstandsbediening voor de gebruiker (zie ijlage 3, afb. 35 ()). Optioneel is een oranje afstandsbediening leverbaar voor de installateur (zie ijlage 3, afb. 35 (O). Het regelen van de vlamhoogte, het ontsteken en het uitschakelen, gebeurt met behulp van de zwarte afstandsbediening die een ontvanger aanstuurt. Sommige kachels kunnen ook op alternatieve wijze worden bediend. eze mogelijkheden worden verderop in dit hoofdstuk beschreven. In de Gebruikershandleiding wordt de bediening van het toestel beschreven. Inclusief de werking van de afstandsbediening en alternatieve bedieningswijzes. Ontsteek het toestel niet voordat het volledig gastechnisch, elektrotechnisch en afvoertechnisch is geïnstalleerd, volg eerst de procedure zoals beschreven in hoofdstuk fstandsbedieningen Zwarte afstandsbediening voor de gebruiker Ga als volgt te werk voor het gebruiksklaar maken van de zwarte afstandsbediening: Plaats de twee penlite-batterijen () in de batterijhouder van de afstandsbediening. Zorg dat de spanning van de sfeerhaard niet langer dan 5 minuten ingeschakeld is. Indien de afstandsbediening niet al op N staat moet de volgende handeling uitgevoerd worden: ruk minimaal 10 seconden op de menuknop (knop met vierkant symbool) van de afstandsbediening en vervolgens enkele keren tot N met ontvangsymbool in het scherm verschijnt. ruk toetsen pijl omhoog en pijl omlaag kortstondig gelijktijdig in, zodat er ook een waarschuwingsdriehoek (knipperend) en een zandloper in het scherm verschijnt. Zodra de aanmelding gereed is, verschijnt het beginscherm.!tip lle functies staan uitgebreid uitgelegd in de meegeleverde gebruikershandleiding Oranje afstandsbediening voor de installateur Met behulp van de, optioneel leverbare, oranje afstandsbediening kan alle informatie, die in de ontvanger is opgeslagen, worden uitgelezen. Zo kunnen de laatste 20 foutmeldingen worden teruggehaald en kan ook worden afgelezen hoe vaak een fout is voorgekomen. Verder kunnen met deze afstandsbediening ook de basisinstellingen worden aangepast en de grootte van de ionisatiestroom worden uitgelezen. eze is ook nodig voor een bedrade omotica-aansturing. 6.2 lternatieve bediening (indien van toepassing) e kachel kan, behalve via de afstandsbediening, ook via een externe bron worden bediend. Hiertoe kan een omotica-systeem worden aangesloten op de ontvanger. it kan zowel bedraad als draadloos. Hieronder worden de verschillende mogelijkheden beschreven (zie ijlage 3, fb. 35, 36 en 37) edraad Het bedraad aansluiten van een omotica-systeem op de ontvanger geschiedt via een gelijkspanning van 0-3V (zie ijlage 3, afb. 36 ()). Tip! Een hogere spanning dan 3V schaadt de ontvanger en is daarom niet toegestaan. reng de spanning bij omotica-systemen met een uitgangsspanning van 0-10V terug tot 0-3V. Gebruik hiervoor een, uit weerstanden opgebouwde, spanningsdeler. ijvoorbeeld 2200 ohm en 680 ohm. e spanning over de 680 ohm-weerstand kan dan gebruikt worden op de ingang van de 0-3V. Er moet gewerkt worden met laag ohmse weerstanden. oor de hoogte van de spanning te regelen, kan de ontvanger berekenen in welke stand de kachel moet staan. e tabel 1 in ijlage 3, fb. 37 geeft de relatie tussen de spanning en de hoogte van de vlam weer. Wanneer men beschikt over een toestel met 2 branders is tabel 2 van toepassing. eze geeft de relatie tussen de spanning, hoogte van de vlam en hoeveelheid branders weer.

17 INSTLLTIEHNLEIING Ga als volgt te werk bij het aansluiten van het omotica-systeem op de ontvanger: Sluit het 0-3V signaal aan op het kroonsteentje, waaraan een zwarte en een gele draad gekoppeld zijn (zie ijlage 3, afb. 36 ()). Stel met behulp van de oranje afstandsbediening de optie voor bedrade aansluiting in: ga naar positie 8 in het eerste menu en kies voor een toestel met enkele brander optie 2 of voor een toestel met twee branders optie 3. Lees hiervoor de handleiding van de oranje afstandsbediening. e gele draad is de + pool, de zwarte de pool. Sluit altijd - op - en + op + aan raadloos e draadloze verbinding wordt verdeeld in 2 soorten: - Verbinding via een modbus -protocol. - ansturing via een applicatie. Er is maar 1 soort draadloze verbinding mogelijk op de communicatiemodule Verbinding via modbus -protocol Het draadloos aansluiten van een omotica-systeem op de ontvanger kan via een verbinding volgens het modbus -protocol. Een dergelijke verbinding kan alleen tot stand worden gebracht met een communicatiemodule (zie ijlage 3, afb. 35 (W)). eze kan bij RU besteld worden. eze communicatiemodule vertaalt het modbus -protocol uit het omotica-systeem in een draadloos signaal naar de ontvanger. Ga bij het aansluiten van een omotica-systeem via de communicatiemodule op de ontvanger als volgt te werkt: Test met behulp van de afstandsbediening of de locatie, waar u de communicatiemodule wilt plaatsen, binnen het bereik ligt van de ontvanger. Leg de afstandsbediening op deze locatie en test de ontvangstgevoeligheid (RSSI). ruk de aan/uit-knop en het pijltje naar beneden gelijktijdig in. e waarde die nu te zien is, moet tussen de -20 en -70 liggen (zie Gebruikershandleiding, "Ontvangstgevoeligheid"). Houd de afstandsbediening, indien nodig, dichter bij het toestel om de ontvangst te verbeteren. Sluit de communicatiemodule aan met behulp van een RJ45-stekker volgens de aanwijzingen in de handleiding die is meegeleverd bij deze module. Volg nu de stappen zoals beschreven in de handleiding van het modbus -protocol. eze is bij de leverancier van het domotica-systeem verkrijgbaar ansturing via applicatie Ook bij het bedienen van de kachel via een tablet met de applicatie (ios of ndroid), is een communicatiemodule noodzakelijk. eze kan bij RU besteld worden. Ga voor het aansturen van de kachel via een applicatie als volgt te werk: Test met behulp van de afstandsbediening of de locatie, waar u de communicatiemodule wilt plaatsen, binnen het bereik ligt van de ontvanger. Leg de afstandsbediening op deze locatie en test de ontvangstgevoeligheid (RSSI). ruk de aan/uit-knop en het pijltje naar beneden gelijktijdig in. e waarde die nu te zien is moet tussen de -20 en -70 liggen (zie Gebruikershandleiding, "Ontvangstgevoeligheid"). Houd de afstandsbediening, indien nodig, dichter bij het toestel om de ontvangst te verbeteren. Sluit de communicatiemodule aan met behulp van een RJ45-stekker volgens de aanwijzingen in de handleiding die is meegeleverd bij de communicatiemodule. Gebruik de instructies bij de applicatie om deze te installeren. e applicatie 'RU ontrol' is verkrijgbaar in de ppstore, via GooglePlay of onze website:

18 INSTLLTIEHNLEIING 7. Eindcontrole Ter controle van de goede en veilige werking van het toestel dient u de onderstaande controles uit te voeren vóór ingebruikname. 7.1 Gasdichtheid lle aansluitingen dienen gasdicht te zijn. ontroleer de aansluitingen op gasdichtheid. Het gasregelblok mag aan een druk van maximaal 50 mbar blootgesteld worden. 7.2 Gasdruk/voordruk e branderdruk is fabrieksmatig afgesteld; zie typeplaatje. e voordruk in huisinstallaties dient gecontroleerd te worden, omdat deze onjuist kan zijn. ontroleer de voordruk. Zie ijlage 3, fb 38 (P1) voor de meetnippel op het gasregelblok. Neem contact op met het energiebedrijf als de voordruk niet juist is. 7.3 Ontsteking hoofdbrander Zie voor het ontsteken van de hoofdbrander de Gebruikershandleiding Eerste keer ontsteken van het toestel na installatie of na werkzaamheden aan het toestel - Ontsteek het toestel de eerste keer na installatie, of nadat er werkzaamheden aan zijn verricht, zonder het glasraam. Ontlucht de gasleiding indien nodig. Ga als volgt te werk; Neem, indien nodig, het glasraam weg. Start de ontstekingsprocedure zoals beschreven in de gebruikershandleiding. Indien de hoofdbrander niet ontsteekt: - Reset het systeem door op de afstandsbediening de knoppen pijltje omhoog en pijltje omlaag gelijktijdig in te drukken. - Herhaal de ontstekingsprocedure totdat de hoofdbrander ontsteekt. Na elke poging tot ontsteken dient het systeem gereset te worden. Raadpleeg het schema met foutmeldingen (ijlage 1) als dit met enkele pogingen niet lukt. Het toestel ontsteekt op 50%. Nadat ionisatie is gedetecteerd, zal het toestel naar 100% moduleren. eze detectie moet binnen 15 seconden geschieden anders zal het toestel in storing gaan. Indien van toepassing zal de tweede klep schakelen om de tweede brander te ontsteken. Hierbij is een duidelijke klik hoorbaar. ontroleer of de hoofdbrander blijft branden. Indien de hoofdbrander niet blijft branden: - Reset het systeem als beschreven en herhaal de ontstekingsprocedure totdat de hoofdbrander blijft branden. Het systeem kan maximaal drie keer na elkaar worden gereset en opnieuw ontstoken. aarna gaat het systeem in hard lock-out en moet een half uur worden gewacht, voordat een nieuwe poging kan worden gedaan. Raadpleeg het foutmeldingsschema (ijlage 1) als het ontsteken met enkele pogingen niet lukt. Schakel het toestel uit. Monteer vervolgens het glasraam zoals beschreven vanaf hoofdstuk Herhaal de ontstekingsprocedure enkele malen en voer de controles uit zoals beschreven in hoofdstuk e hoofdbrander moet vanaf nu vlot ontsteken.

19 INSTLLTIEHNLEIING!Tip ij controle of de hoofdbrander blijft branden, kan het zijn dat deze toch na 15 seconden uitschakelt. it wordt dan veroorzaakt, doordat er geen ionisatiedetectie is omdat het glasraam niet geplaatst is. U kunt dit beschouwen als zijnde dat de hoofdbrander blijft branden. - Wacht altijd 5 min. voordat u het toestel opnieuw ontsteekt. - Er mogen geen wijzigingen worden aangebracht aan het gasregelblok Hoofdbrander - e ontstekingselectrode moet de hoofdbrander binnen enkele seconden en zonder ploffen ontsteken. - e hoofdbrander(s) moet(en) vloeiend, zonder ploffen en over de volledige brander overlopen en blijven branden. - Wanneer de haard na drie herstarts niet ontsteekt en in hard-lockout gaat, mag deze nooit gereset worden door het toestel spanningsvrij te maken. Indien toch herstart moet worden: verwijder de ruit en zorg dat het gas uit het toestel kan. Hierna het toestel gedurende 10 sec spanningsvrij maken. Na die 10 sec. mag de spanning weer aangesloten worden. Ontsteek het toestel dan als bij een eerste ontsteking, zoals aangegeven in paragraaf ontroleer het functioneren van de hoofdbrander vanuit koude toestand. ls vonken tussen de ontsteekelectrodes worden waargenomen, moet de hoofdbrander binnen enkele seconden branden.!tip Het vlambeeld en een goede vlamoverloop kan alleen goed beoordeeld worden indien het glasraam is gemonteerd. Raadpleeg het foutmeldingsschema (ijlage 1) als de ontsteking van de hoofdbrander niet aan de hierboven genoemde eisen voldoet. 7.4 Vlambeeld Het vlambeeld kan pas echt beoordeeld worden als het toestel meerdere uren heeft gebrand. Vluchtige componenten uit verf, materialen e.d., die de eerste uren uitdampen, beïnvloeden het vlambeeld. ls de boezem gemaakt is van steenachtige materialen of afgewerkt is met stucwerk mag het pas 6 weken na het plaatsen van de boezem in gebruik genomen worden ter voorkoming van krimpscheuren. ontroleer of het vlambeeld acceptabel is. Raadpleeg het foutmeldingsschema (ijlage 1) als het vlambeeld niet acceptabel is om het probleem te verhelpen. 8. Onderhoud Het toestel dient eenmaal per jaar door een vakbekwame installateur op het gebied van gasverwarming en elektrisch gecontroleerd, gereinigd en eventueel gerepareerd te worden. In ieder geval dient de goede en veilige werking van het toestel gecontroleerd te worden. - Sluit de gaskraan tijdens onderhoudswerkzaamheden; - ontroleer de gasdichtheid na reparatie; - Zorg dat er geen spanning op het toestel staat. Reinig, indien nodig, de onderstaande componenten: - de ruit(en). - Verwijder/plaats de ruit(-en) zoals beschreven vanaf paragraaf 5.10; - Verwijder de aanslag op de binnenkant van de ruit(-en) met een vochtige doek of een niet-krassend reinigingsmiddel zoals koperpoets of keramische kookplaatreiniger; - Vermijd/verwijder vingerafdrukken op de ruit(-en) omdat deze inbranden; - Vervang gebroken en/of gescheurde ruit(-en) zoals beschreven vanaf paragraaf 5.10.

20 INSTLLTIEHNLEIING Plaats indien nodig de hout- of kiezelset correct terug; zie hiervoor vanaf paragraaf Inspecteer het verbrandingsgasafvoersysteem. Er dient altijd een eindcontrole uitgevoerd te worden. Voer de controle uit zoals beschreven in hoofdstuk Onderdelen Onderdelen die vervangen moeten worden, zijn verkrijgbaar bij uw leverancier. 9. Oplevering U dient de gebruiker vertrouwd te maken met het toestel. U dient haar/hem te instrueren over onder meer de ingebruikname, de veiligheidsmaatregelen, de werking van de afstandsbediening en het jaarlijkse onderhoud (zie de Gebruikershandleiding). - Laat de gebruiker bij storingen/slecht functioneren onmiddellijk de gaskraan sluiten en contact opnemen met de installateur ter voorkoming van onveilige situaties; - Wijs de gaskraan aan; - Wijs op de voorzorgsmaatregelen in de gebruikershandleiding tegen onbedoeld ontsteken door andere draadloze afstandsbedieningen zoals autosleutels en garagedeuropeners; - Wijs de 230 Volt aansluiting aan. Instrueer de gebruiker over het toestel en de afstandsbediening. Wijs er bij ingebruikname op, dat - ter voorkoming van scheuren een boezem gemaakt van steenachtige materialen of afgewerkt met stucwerk minimaal 6 weken dient te drogen vóór ingebruikname - bij de eerste keer stoken vluchtige componenten uitdampen uit verf, uit materialen e.d. (Lees ook eerst hoofdstuk 3 uit de gebruikershandleiding!); - bij het uitdampen het toestel bij voorkeur op de hoogste stand wordt gezet; - de ruimte goed wordt geventileerd. Overhandig de gebruiker de handleidingen (alle handleidingen dienen bij het toestel bewaard te blijven). 10. Storingen In de ijlage 1 vindt u een overzicht van storingen die kunnen optreden, de mogelijke oorzaak en de oplossing.

21 INSTLLTIEHNLEIING ijlage 1 Storingen Foutmeldingen Foutcode Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing F01 F02 ommunicatie verlies tussen ontvanger en branderautomaat Ontvanger oververhit (60 boven kamertemp) ommunicatiekabel heeft geen contact ommunicatiekabel defect Slechte ventilatie bij ontvanger Zorg dat de connectors van de communicatiekabel goed contact maken Vervang communicatiekabel Verbeter ventilatie bij ontvanger Ontvanger maakt contact met hete delen Verplaats ontvanger zodat er geen contact is met hete delen F03 Interne (ontvanger) NT-sensor werkt niet correct Ontvanger defect Vervang de ontvanger F04 Externe NT-sensor, werkt niet correct. Externe NT-sensor of bekabeling defect. Vervang NT-sensor of vervang bekabeling. F05 Interne veiligheidsfout Ontvanger defect Vervang ontvanger F06 ommunicatie verlies tussen zender en ontvanger Zender is buiten bereik van ontvanger Zorg dat de zender in de buurt van de ontvanger is Obstakels tussen zender en ontvanger die het signaal kunnen storen Verwijder eventuele obstakels tussen zender en ontvanger Zendsterkte is te zwak ontroleer de zendsterkte (zie Gebruikershandleiding Hfdst. 10) F08 Geen ionisatie Geen vonken Zorg dat de afstand tussen de elektroden 3-4 mm is Vervang de ontsteekelektroden Geen gas ontroleer of er gas is ij gebruik van PowerVent controleer of de gasklep opent Slechte vlamoverloop hoofdbrander ontroleer positie blokken/chips Verwijder eventueel stof uit branderpoorten Geen goede vlam onder ionisatiepen (verstikkende vlam) Ruitstrips niet juist aangebracht ontroleer restrictie en luchtremplaat instelling ij gebruik van PowerVent controleer druk instelling Ionisatiepen verkeerd geplaatst Plaats deze op de juiste plaats.

22 INSTLLTIEHNLEIING Foutmeldingen Foutcode Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing F08 (Vervolg) Ionisatiepen geblokkeerd (meet ionisatie stroom wanneer > 0 en < 1,8 u) Ionisatiepen defect (meet ionisatie stroom wanneer 0) Verwijder eventueel vermiculiet of chips van de brander. Vervang de ionisatiepen F12 ESYS wordt niet vrijgegeven ESYS staat in hard-lock Half uur wachten tot ESYS zich zelf reset. F13 Vlamverlies wanneer alleen de hoofdbrander aan staat Gas weggevallen ontroleer de gastoevoer Gasregelblok defect (zie in ijlage 3, fb. 38) Vervang het gasregelblok Verstikking door een slecht rookgaskanaal ontroleer het concentrisch systeem ontroleer afstelling toestel Verstikking bij gebruik van PowerVent ontroleer de drukinstelling van het PowerVent stysteem 24-uurs controle regeling Reset met afstandsbediening (raadpleeg Powervent handleiding) F14 Vlam verlies wanneer beide branders aan staan. Gas weggevallen ontroleer de gastoevoer Gasregelblok defect (zie in ijlage 3, fb. 38) Vervang het gasregelblok Verstikking door een slecht rookgaskanaal ontroleer het concentrisch systeem ontroleer afstelling toestel Verstikking bij gebruik van PowerVent ontroleer de drukinstelling van het PowerVent stysteem F15 Geen branderautomaat (zie in ijlage 3, afb. 38) randerautomaat los geschoten. Zet de branderautomaat weer vast randerautomaat verkeerd gemonteerd Monteer de branderautomaat op de juiste manier Pennen van de connector op het gasregelblok verbogen uig deze recht High limit error High limit brug defect ontroleer High limit brug ESYS F16 Hardware Fout ESYS ESYS defect (branderautomaat) Vervang ESYS (branderautomaat) F17 isable contact is gesloten Raam staat open (wanneer dit contact er is) Sluit raam Er is een brug gemaakt over het isable contact Haal brug weg op ESYS (branderautomaat)

23 INSTLLTIEHNLEIING ijlage 2 Tabellen Onderdeel Tabel 1: Meegeleverde onderdelen antal Installatiehandleiding Gebruikershandleiding Houtset / Kiezelset / Gebroken glasset Gloeimateriaal Restrictieschuif 1x 1x 1x 1x 1x fstandsbediening Netsnoer edieningsluik Reserve parkers tbv montage ruiten Keilbouten Zeskant moer M8 Sluitring M8 Knelkoppeling 15 mm x G3/8 opsleutel 8 mm Inbussleutel 2.5 mm Zuignap 1x 1x 1x nx 2x 2x 2x 1x 1x 1x 1x

24 INSTLLTIEHNLEIING Tabel 2: Technische gegevens Productnaam Metro 100XTU-41 RH / Metro 100XTL-41 RH Soort toestel Inbouw Verbranding Gesloten verbranding Toe- en afvoersysteem oncentrisch 200/130 Uitvoering vlambeveiliging Gescheiden ontsteek-/ionisatiepennen tmosfeerbeveiliging Nee rukvereffeningsluik Ja Ventilatieopening boezem 200 cm2 Type 11/31/91 Gassoort Nom. Vermogen Nom. elasting (Hi) Nom. elasting (Hs) Gasverbruik volstand Gasverbruik kleinstand randerdruk volstand randerdruk kleinstand randerspuitstuk Kleinstelspuitstuk Rendementsklasse kw kw kw L/h L/h mbar mbar mm mm mm ode G x ø1.70 1x ø1.50 R* 1 G25/G x ø1.70 1x ø1.50 R* 1 R*=Regelschroef

25 INSTLLTIEHNLEIING Land Tabel 3: Voordruk bij gebruik van G31 mbar / K / FI / NO / SE / HU / / GR FR / E / IT / PT / ES / G / IE E Toelaatbaarheid en voorwaarden concentrisch systeem met geveldoorvoer Totale aantal meters verticale pijplengte 1) ) ) ) 0.5 1) 0.5 1) 3) 0 Tabel 4: Voorwaarden voor afstellen van het toestel G20/G25/G25.3 Totale aantal meters horizontale pijplengte (exclusief geveldoorvoer) 0 > 0-4 > > Zie afbeelding 5a 5a 5a 5b 5b 5c Luchtinlaatgeleider J (L1+L2)* J (L1) NEE J (L1) NEE NEE Restrictieschuif NEE NEE NEE NEE NEE NEE fstand restrictie in mm OPEN OPEN OPEN OPEN OPEN OPEN 2) d J (L1) NEE OPEN 2) > 0-2 5d NEE NEE OPEN * Fabrieksinstellingen: Samengestelde luchtinlaatgeleider (L1 + L2) gemonteerd en geen restrictieschuif geplaatst. 1) Uitsluitend concentrisch systeem van 200/130 mm gebruiken, inclusief de geveldoorvoer van 200/130 mm. 2) e verticale lengte inclusief bocht concentrische systeem van 200/130 mm gebruiken, direct na de bocht concentrische systeem verjongen in 150/100 mm inclusief geveldoorvoer van 150/100 mm (maximaal 2 meter horizontaal). 3) ij deze configuratie moet er een ongelakte RVS muurdoorvoer worden toegepast.

26 INSTLLTIEHNLEIING Tabel 5: epalen toelaatbaarheid concentrische systeem bij toepassing dakdoorvoer G20/G25/G25.3 Totale aantal meters Totale aantal meters verticale en/of schuine pijlengte horizontale pijplengte geen bochten 2 bochten E E E E 3 bochten 4 bochten 5 bochten Situatie is niet toelaatbaar minimale lengte Tabel 6: Voorwaarden voor afstellen van het toestel bij toepassing van een dakdoorvoer G20/G25/G25.3 Situatie Luchtinlaatgeleider Restrictieschuif fstand restrictie in mm J (L1) NEE OPEN J (L1+L2) J 15 J (L1+L2) J 5 J (L1+L2) J 2 E J (L1+L2) J 0 ij dakdoorvoer zonder bochten op het toestel eerst 0.8 meter concentrische systeem verticaal aansluiten met een diameter van 200/130 mm. Na de eerste meter het concentrische systeem verjongen naar een diameter van 150/100 mm inclusief dakdoorvoer van 150/100 mm. ij dakdoorvoer met bochten op het toestel eerst 0.8 meter concentrische systeem verticaal aansluiten met een diameter van 200/130 mm. Het concentische systeem uitvoeren met een diameter van 200/130 mm en direct na de laatste bocht het concentrische systeem verjongen in 150/100 mm inclusief dakdoorvoer van 150/100 mm.

27 INSTLLTIEHNLEIING ijlage 3 fbeeldingen min 815 max min 200 max Metro100XTU-41 RH min 815 max min 200 max c Metro 100XTL-41 RH

28 INSTLLTIEHNLEIING 2 min. 15 max. 100 V Tot. min 200 cm2 min min. 15 max. 20 V Tot. min 200 cm2 min min min min min c-2053 Metro 100XTU-41 RH Metro 100XTL-41 RH 2a c-2054/ I II

29 INSTLLTIEHNLEIING 2b c-2055/ I II 2c

30 INSTLLTIEHNLEIING 3 E H G F b / d /0

31 INSTLLTIEHNLEIING 5a 5b 1x m 1x90 38c-744zm 0.5 m 38c-744zl 0-8m 0-3 m 5c 5d 1x90 1x90 0m 0.8-4m 38c-744w 38c-744zn 0m 0-2m c-2057/0

32 INSTLLTIEHNLEIING E c-2058

33 INST L L T I E H N L E I IN G 8 R S T U N L1 L2 P M O 10 Q 3x V W M O

34 INSTLLTIEHNLEIING P P P P p p P-0028 /1

35 INSTLLTIEHNLEIING 18 E F G H H I J 38p p-0496

Metro 100XT2 41 RCH Metro 100XT3 41 RCH

Metro 100XT2 41 RCH Metro 100XT3 41 RCH Metro 100XT2 41 RH Metro 100XT3 41 RH G20/G25/G25.3 ardgas Installatiehandleiding (/E) ewaar dit document zorgvuldig 959.068.00. RU131490-610320---0814-1 INSTLLTIEHNLEIING Inhoudsopgave 1. Inleiding 2.

Nadere informatie

Metro 100XT 41 RCH Metro 100XT Tunnel 41 RCH

Metro 100XT 41 RCH Metro 100XT Tunnel 41 RCH Metro 100XT 41 RH Metro 100XT Tunnel 41 RH G20/G25/G25.3 ardgas Installatiehandleiding (/E) ewaar dit document zorgvuldig 959.069.00. DRU131490-620316---0914-1 INSTLLTIEHNDLEIDING Inhoudsopgave 1. Inleiding

Nadere informatie

Metro 100XT-2 RCH Metro 100XT-3 RCH

Metro 100XT-2 RCH Metro 100XT-3 RCH Metro 100XT-2 RH Metro 100XT-3 RH G20/G25/G25.3 (ardgas) G31 (Propaan) Installatiehandleiding (/E) ewaar dit document zorgvuldig 959.055.01. RU131490-482679---0514-4 INSTLLTIEHNLEIING Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

Maestro 75XTU RCH. G20/G25/G25.3 (Aardgas) Installatiehandleiding. Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig DRU NL-NL

Maestro 75XTU RCH. G20/G25/G25.3 (Aardgas) Installatiehandleiding. Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig DRU NL-NL Maestro 75XTU RH G20/G25/G25.3 (ardgas) Installatiehandleiding ewaar dit document zorgvuldig 959.110.00.NL RU-711956-NL-NL-0917-2 NL Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. E-verklaring 3. VEILIGHEI 3.1 lgemeen

Nadere informatie

Maestro 75XTU RCH. G20/G25/G25.3 (Aardgas) Installatiehandleiding. Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig DRU NL-NL

Maestro 75XTU RCH. G20/G25/G25.3 (Aardgas) Installatiehandleiding. Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig DRU NL-NL Maestro 75XTU RH G20/G25/G25.3 (ardgas) Installatiehandleiding ewaar dit document zorgvuldig 959.110.02.NL RU-711956-NL-NL-0318-6 NL INSTLLTIEHNLEIING Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. E-verklaring 3. VEILIGHEI

Nadere informatie

Excellence 70. G20/G25 Aardgas. Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig DRU131490-142717-NL-NL-1113-6 959.042.03.

Excellence 70. G20/G25 Aardgas. Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig DRU131490-142717-NL-NL-1113-6 959.042.03. Excellence 70 G20/G25 ardgas Installatiehandleiding (/E) ewaar dit document zorgvuldig 959.042.03. DRU131490-142717---1113-6 INSTLLTIEHNDLEIDING Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. E-verklaring 3. VEILIGHEID

Nadere informatie

Metro 130XT-2 RCH Metro 130XT-3 RCH

Metro 130XT-2 RCH Metro 130XT-3 RCH Metro 130XT-2 RH Metro 130XT-3 RH G20/G25/G25.3 (ardgas) G31 (Propaan) Installatiehandleiding (/E) ewaar dit document zorgvuldig 959.062.01. DRU131490-493248---0614-3 INSTLLTIEHNDLEIDING Inhoudsopgave

Nadere informatie

Maestro 80-2 RCH Maestro 80-3 RCH

Maestro 80-2 RCH Maestro 80-3 RCH Maestro 80-2 RH Maestro 80-3 RH G20/G25/G25.3 (ardgas) G31 (Propaan) Installatiehandleiding (/E) ewaar dit document zorgvuldig 959.094.03. DRU-676614---0116-5 INSTLLTIEHNDLEIDING Inhoudsopgave 1. Inleiding

Nadere informatie

Maestro 75 RCH. G20/G25/G25.3 (Aardgas) Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig DRU NL-NL

Maestro 75 RCH. G20/G25/G25.3 (Aardgas) Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig DRU NL-NL Maestro 75 RH G20/G25/G25.3 (ardgas) Installatiehandleiding (/E) ewaar dit document zorgvuldig 959.080.00 DRU-675276---0915-1 INSTLLTIEHNDLEIDING Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. E-verklaring 3. VEILIGHEID

Nadere informatie

Metro 130XTL RCH. G20/G25/G25.3 (Aardgas) G31 (Propaan) Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig

Metro 130XTL RCH. G20/G25/G25.3 (Aardgas) G31 (Propaan) Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig Metro 130XTL RH G20/G25/G25.3 (ardgas) G31 (Propaan) Installatiehandleiding (/E) ewaar dit document zorgvuldig 959.058.01. DRU131490-470983---0614-3 INSTLLTIEHNDLEIDING Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. E-verklaring

Nadere informatie

Lugo 70 RCH (Module) Lugo 80 RCH

Lugo 70 RCH (Module) Lugo 80 RCH Lugo 70 RH (Module) Lugo 80 RH G20/G25/G25.3 (ardgas) G31 (Propaan) Installatiehandleiding ewaar dit document zorgvuldig 959.053.06.NL RU-422386-NL-NL-0118-13 NL INSTLLTIEHNLEIING Inhoudsopgave 1. Inleiding

Nadere informatie

Metro 130XT 41 RCH Metro 130XT Tunnel 41 RCH

Metro 130XT 41 RCH Metro 130XT Tunnel 41 RCH Metro 130XT 41 RH Metro 130XT Tunnel 41 RH G20/G25/G25.3 (ardgas) G31 (Propaan) Installatiehandleiding (/E) ewaar dit document zorgvuldig 959.073.00 DRU-667349---0115-1 INSTLLTIEHNDLEIDING Inhoudsopgave

Nadere informatie

Metro 150XT RCH Metro 150XT Tunnel RCH

Metro 150XT RCH Metro 150XT Tunnel RCH Metro 150XT RH Metro 150XT Tunnel RH G20/G25/G25.3 (ardgas) G31 (Propaan) Installatiehandleiding (/E) ewaar dit document zorgvuldig 959.056.01. DRU131490-463756---0414-2 INSTLLTIEHNDLEIDING Inhoudsopgave

Nadere informatie

Maestro 75 RCH. G20/G25/G25.3 (Aardgas) G31 (Propaan) Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig

Maestro 75 RCH. G20/G25/G25.3 (Aardgas) G31 (Propaan) Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig Maestro 75 RH G20/G25/G25.3 (ardgas) G31 (Propaan) Installatiehandleiding (/E) ewaar dit document zorgvuldig 959.080.01 DRU-675276---1215-2 INSTLLTIEHNDLEIDING Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. E-verklaring

Nadere informatie

Centro 100. G20/G25/G25.3 Aardgas. Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig DRU NL-NL

Centro 100. G20/G25/G25.3 Aardgas. Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig DRU NL-NL entro 100 G20/G25/G25.3 ardgas Installatiehandleiding (/E) ewaar dit document zorgvuldig 959.052.02. DRU131490-392808---0314-3 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. E-verklaring 3. VEILIGHEID 3.1 lgemeen 3.2 Voorschriften

Nadere informatie

Lugo 70 (Module) RCH Lugo 80 RCH

Lugo 70 (Module) RCH Lugo 80 RCH Lugo 70 (Module) RH Lugo 80 RH G20/G25/G25.3 (ardgas) G31 (Propaan) Installatiehandleiding ewaar dit document zorgvuldig 959.053.07.NL RU-422386-NL-NL-0318-15 NL INSTLLTIEHNLEIING Inhoudsopgave 1. Inleiding

Nadere informatie

Lugo 70 Lugo 80. G20/G25/G25.3 Aardgas. Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig DRU NL-NL

Lugo 70 Lugo 80. G20/G25/G25.3 Aardgas. Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig DRU NL-NL Lugo 70 Lugo 80 G20/G25/G25.3 ardgas Installatiehandleiding (/E) ewaar dit document zorgvuldig 959.053.02. RU131490-422386---0214-3 INSTLLTIEHNLEIING Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. E-verklaring 3. VEILIGHEI

Nadere informatie

Metro 200XT RCH Metro 200XT Tunnel RCH

Metro 200XT RCH Metro 200XT Tunnel RCH Metro 200XT RCH Metro 200XT Tunnel RCH G20/G25.3 ardgas Installatiehandleiding Bewaar dit document zorgvuldig 959.100.03.NL DRU-685296-NL-NL-0217-4 NL INSTLLTIEHNDLEIDING Inhoudsopgave 1. Inleiding 2.

Nadere informatie

Excellence 50XT RCH. G20/G25/G25.3 Aardgas. Installatiehandleiding. Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig DRU NL-NL

Excellence 50XT RCH. G20/G25/G25.3 Aardgas. Installatiehandleiding. Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig DRU NL-NL Excellence 50XT RH G20/G25/G25.3 ardgas Installatiehandleiding ewaar dit document zorgvuldig 959.045.06.NL DRU-186075-NL-NL-1117-8 NL INSTLLTIEHNDLEIDING Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. E-verklaring 3. VEILIGHEID

Nadere informatie

Excellence XT G20/G25. Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig 959.045.00NL DRU131490-186075-NL-NL-0912-1

Excellence XT G20/G25. Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig 959.045.00NL DRU131490-186075-NL-NL-0912-1 Excellence XT G20/G25 Installatiehandleiding (/E) ewaar dit document zorgvuldig 959.045.00 DRU131490-186075---0912-1 INSTLLTIEHNDLEIDING Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. E-verklaring 3. VEILIGHEID 3.1 lgemeen

Nadere informatie

Metro 150XT-41 RCH Metro 150XT-41 Tunnel RCH

Metro 150XT-41 RCH Metro 150XT-41 Tunnel RCH Metro 150XT-41 RH Metro 150XT-41 Tunnel RH G20/G25/G25.3 (ardgas) G31 (Propaan) Installatiehandleiding ewaar dit document zorgvuldig 959.072.03 NL DRU-668109-NL-NL-0318-5 NL INSTLLTIEHNDLEIDING Inhoudsopgave

Nadere informatie

Maestro RCH Maestro RCH

Maestro RCH Maestro RCH Maestro 105-2 RH Maestro 105-3 RH G20/G25/G25.3 (ardgas) G31 (Propaan) Installatiehandleiding ewaar dit document zorgvuldig 959.103.03 NL RU-689271-NL-NL-1117-4 NL INSTLLTIEHNLEIING Inhoudsopgave 1. Inleiding

Nadere informatie

Maestro 75 Tunnel RCH

Maestro 75 Tunnel RCH Maestro 75 Tunnel RH G20/G25/G25.3 (Aardgas) Installatiehandleiding ewaar dit document zorgvuldig 959.113.01.NL RU-774304-NL-NL-0318-5 NL Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. E-verklaring 3. VEILIGHEI 3.1 Algemeen

Nadere informatie

Global 100 BF-03. G20/G25/G25.3 (Aardgas) G31 (Propaan) Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig

Global 100 BF-03. G20/G25/G25.3 (Aardgas) G31 (Propaan) Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig Global 100 F-03 G20/G25/G25.3 (ardgas) G31 (Propaan) 38P-0574 Installatiehandleiding (/E) ewaar dit document zorgvuldig 959.095.01. DRU-675446---1115-3 INSTLLTIEHNDLEIDING Inhoud 1. Inleiding 2. E-verklaring

Nadere informatie

Paco RCH. G20/G25/G25.3 Aardgas. Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig DRU NL-NL

Paco RCH. G20/G25/G25.3 Aardgas. Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig DRU NL-NL Paco RH G20/G25/G25.3 ardgas Installatiehandleiding (/E) ewaar dit document zorgvuldig 959.098.00. DRU-679555---1215-1 INSTLLTIEHNDLEIDING Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. E-verklaring 3. VEILIGHEID 3.1 lgemeen

Nadere informatie

Paco RCH. G20/G25/G25.3 (Aardgas) Installatiehandleiding. Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig DRU NL-NL

Paco RCH. G20/G25/G25.3 (Aardgas) Installatiehandleiding. Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig DRU NL-NL Paco RH G20/G25/G25.3 (ardgas) Installatiehandleiding ewaar dit document zorgvuldig 959.098.04.NL DRU-679555-NL-NL-0318-7 NL INSTLLTIEHNDLEIDING Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. E-verklaring 3. VEILIGHEID

Nadere informatie

Excellence M. G20/G25 Aardgas. Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig NL DRU NL-NL

Excellence M. G20/G25 Aardgas. Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig NL DRU NL-NL Excellence M G20/G25 ardgas Installatiehandleiding (/E) ewaar dit document zorgvuldig 959.043.03 DRU131490-145656---0513-4 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. E-verklaring 3. VEILIGHEID 3.1 lgemeen 3.2 Voorschriften

Nadere informatie

Paco RCH. G20/G25/G25.3 Aardgas. Installatiehandleiding. Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig DRU NL-NL

Paco RCH. G20/G25/G25.3 Aardgas. Installatiehandleiding. Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig DRU NL-NL Paco RH G20/G25/G25.3 ardgas Installatiehandleiding ewaar dit document zorgvuldig 959.098.01.NL DRU-679555-NL-NL-0916-2 NL INSTLLTIEHNDLEIDING Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. E-verklaring 3. VEILIGHEID 3.1

Nadere informatie

Trio G20/G25. Installatiehandleiding (NL / BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig

Trio G20/G25. Installatiehandleiding (NL / BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig Trio G20/G25 Installatiehandleiding (NL / BE) Bewaar dit document zorgvuldig NL Inhoudsopgave blz Woord vooraf 2 1. Inleiding 3 2. CE verklaring 3 3. VEILIGHEID 3 3.1 Algemeen 3 3.2 Voorschriften 3 3.3

Nadere informatie

Excellence XT. G20/G25 Aardgas. Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig NL DRU NL-NL

Excellence XT. G20/G25 Aardgas. Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig NL DRU NL-NL Excellence XT G20/G25 ardgas Installatiehandleiding (/E) ewaar dit document zorgvuldig 959.045.02 DRU131490-186075---0513-3 INSTLLTIEHNDLEIDING Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. E-verklaring 3. VEILIGHEID

Nadere informatie

Solo G20/G25. Installatiehandleiding (NL / BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig

Solo G20/G25. Installatiehandleiding (NL / BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig Solo G20/G25 Installatiehandleiding ( / BE) Bewaar dit document zorgvuldig 95900605 Install_G20.indd 1 3-2-10 13:26 Inhoudsopgave blz Woord vooraf 2 1. Inleiding 3 2. CE verklaring 3 3. VEILIGHEID 3 3.1

Nadere informatie

Largo - Largo Tunnel. Installatiehandleiding (NL / BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig

Largo - Largo Tunnel. Installatiehandleiding (NL / BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig Largo - Largo Tunnel Installatiehandleiding ( / BE) Bewaar dit document zorgvuldig 95900902 Install_.indd 1 02-12-2008 15:31:16 Inhoudsopgave blz Woord vooraf 2 1. Inleiding 3 2. CE verklaring 3 3. VEILIGHEID

Nadere informatie

Nederlands. Metro 100 XT-2 G20/25. Installatiehandleiding (NL / BE) Bewaar dit document zorgvuldig nl

Nederlands. Metro 100 XT-2 G20/25. Installatiehandleiding (NL / BE) Bewaar dit document zorgvuldig nl Metro 100 XT-2 G20/25 Installatiehandleiding (NL / BE) Bewaar dit document zorgvuldig 959.016.01.nl NL Inhoudsopgave Blz Woord vooraf 3 1. Inleiding 3 2. CE verklaring 3 3. VEILIGHEId 4 3.1 Algemeen 4

Nadere informatie

Metro 80XT Metro 80XT Tunnel

Metro 80XT Metro 80XT Tunnel Metro 80XT Metro 80XT Tunnel G20/G25/G31 Installatiehandleiding (/E) ewaar dit document zorgvuldig 959.036.02 DRU12638-29208---0213-4 INSTLLTIEHNDLEIDING Inhoud 1. Inleiding 2. E-verklaring 3. VEILIGHEID

Nadere informatie

Metro 130 - Metro 130 Tunnel

Metro 130 - Metro 130 Tunnel Metro 130 - Metro 130 Tunnel Installatiehandleiding (NL / BE) Bewaar dit document zorgvuldig 959.005.05.NL NL Inhoudsopgave blz Woord vooraf 2 1. Inleiding 3 2. CE verklaring 3 3. VEILIGHEID 3 3.1 Algemeen

Nadere informatie

Nederlands. Milo G20/G25/G31. Installatiehandleiding (NL / BE) NL. Bewaar dit document zorgvuldig

Nederlands. Milo G20/G25/G31. Installatiehandleiding (NL / BE) NL. Bewaar dit document zorgvuldig Milo G20/G25/G31 Installatiehandleiding ( / BE) Bewaar dit document zorgvuldig 959.028.01. 95902801_ Install.indd 1 12-7-10 10:33 Inhoudsopgave Blz Woord vooraf 3 1. Inleiding 3 2. CE verklaring 4 3. VEILIGHEID

Nadere informatie

Metro 100 XT Metro 100 XT Tunnel

Metro 100 XT Metro 100 XT Tunnel Metro 100 XT Metro 100 XT Tunnel Installatiehandleiding ( / BE) Bewaar dit document zorgvuldig 959.012.05. 95901205 Install_.indd 1 22-2-11 17:00 Inhoudsopgave Blz Woord vooraf 3 1. Inleiding 3 2. CE verklaring

Nadere informatie

Nederlands. Gebruikershandleiding(NL/BE) voortoestellenmetwarmcv-wateroutput. Leesenbewaarditdocumentzorgvuldig nl

Nederlands. Gebruikershandleiding(NL/BE) voortoestellenmetwarmcv-wateroutput. Leesenbewaarditdocumentzorgvuldig nl Gebruikershandleiding(NL/BE) voortoestellenmetwarmcv-wateroutput Leesenbewaarditdocumentzorgvuldig 958.015.00.nl NL Inhoudsopgave blz Woord vooraf 2 1. Inleiding 3 2. VEILIGHEID 3 2.1 Algemeen 3 2.2 Voorzorgsmaatregelen

Nadere informatie

Metro 130 XT Metro 130 XT Tunnel

Metro 130 XT Metro 130 XT Tunnel Metro 130 XT Metro 130 XT Tunnel G20/G25/G31 Installatiehandleiding (/E) ewaar dit document zorgvuldig 959.041.00. DRU12638-101386---0112-2 INSTLLTIEHNDLEIDING Inhoud 1. Inleiding 2. E-verklaring 3. VEILIGHEID

Nadere informatie

GLOBAL 100 BF G20/G25/G31

GLOBAL 100 BF G20/G25/G31 INSTALLATIEHANDLEIDING EN GEBRUIKERSHANDLEIDING (NL/BE) INSTALLATION MANUAL AND USER MANUAL (GB/IE) GLOBAL 100 BF G20/G25/G31 Lees en bewaar dit document zorgvuldig Read this document and store it carefully

Nadere informatie

Saxo SL 80. Installatiehandleiding (NL / BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig NL

Saxo SL 80. Installatiehandleiding (NL / BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig NL Saxo SL 80 Installatiehandleiding (NL / BE) Bewaar dit document zorgvuldig 959.010.02.NL NL Inhoudsopgave blz Woord vooraf 2 1. Inleiding 3 2. CE verklaring 3 3. VEILIGHEID 3 3.1 Algemeen 3 3.2 Voorschriften

Nadere informatie

Milo Small G20/G25/G31. Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig DRU NL-NL

Milo Small G20/G25/G31. Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig DRU NL-NL Milo Small G20/G25/G31 Installatiehandleiding (/E) ewaar dit document zorgvuldig 959.030.03. DRU46686-125526---0113-4 INSTLLTIEHNDLEIDING Inhoud 1. Inleiding 2. E-verklaring 3. VEILIGHEID 3.1 lgemeen 3.2

Nadere informatie

GLOBAL 70 GLOBAL 70 XT

GLOBAL 70 GLOBAL 70 XT INSTALLATIEHANDLEIDING EN GEBRUIKERSHANDLEIDING (NL/BE) INSTALLATION MANUAL AND USER MANUAL (GB/IE) GLOBAL 70 GLOBAL 70 XT G20/G25 Lees en bewaar dit document zorgvuldig Read this document and store it

Nadere informatie

Agua F100 - Agua B100

Agua F100 - Agua B100 Agua F100 - Agua B100 G20/G25/G31 Installatiehandleiding (/BE) Bewaar dit document zorgvuldig 95903301 DRU47627-48460---0112-3 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. CE-verklaring 3. VEILIGHEID 3.1 Algemeen 3.2

Nadere informatie

Milo. G20/G25 (Aardgas) G31 (Propaan) Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig NL

Milo. G20/G25 (Aardgas) G31 (Propaan) Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig NL Milo G20/G25 (ardgas) G31 (Propaan) Installatiehandleiding (/B) Bewaar dit document zorgvuldig 959.028.03. 959.028.04. INSTLLTIHNDLIDING Inhoud 1. Inleiding 2. -verklaring 3. VILIGHID 3.1 lgemeen 3.2 Voorschriften

Nadere informatie

Diablo. G20/G25/G25.3 (Aardgas) G31 (Propaan) Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig DRU NL-NL

Diablo. G20/G25/G25.3 (Aardgas) G31 (Propaan) Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig DRU NL-NL Diablo G20/G25/G25.3 (ardgas) G31 (Propaan) Installatiehandleiding (/E) ewaar dit document zorgvuldig 959.059.03. DRU-479776---0315-6 INSTLLTIEHNDLEIDING Inhoud 1. Inleiding 2. E-verklaring 3. VEILIGHEID

Nadere informatie

Metro 70 - Metro 70 Tunnel

Metro 70 - Metro 70 Tunnel Metro 70 - Metro 70 Tunnel G31 Installatiehandleiding (NL / BE) Bewaar dit document zorgvuldig NL Inhoudsopgave blz Woord vooraf 2 1. Inleiding 3 2. CE verklaring 3 3. VEILIGHEID 3 3.1 Algemeen 3 3.2 Voorschriften

Nadere informatie

GLOBAL 40 CF GLOBAL BEAU CF

GLOBAL 40 CF GLOBAL BEAU CF INSTALLATIEHANDLEIDING EN GEBRUIKERSHANDLEIDING (NL/BE) INSTALLATION MANUAL AND USER MANUAL (GB/IE) GLOBAL 40 CF GLOBAL BEAU CF Lees en bewaar dit document zorgvuldig Read this document and store it carefully

Nadere informatie

INSTALLATIEHANDLEIDING EN GEBRUIKERSHANDLEIDING (NL/BE) INSTALLATION MANUAL AND USER MANUAL (GB/IE) GLOBAL 40 CF

INSTALLATIEHANDLEIDING EN GEBRUIKERSHANDLEIDING (NL/BE) INSTALLATION MANUAL AND USER MANUAL (GB/IE) GLOBAL 40 CF INSTALLATIEHANDLEIDING EN GEBRUIKERSHANDLEIDING (NL/BE) INSTALLATION MANUAL AND USER MANUAL (GB/IE) GLOBAL 40 CF Lees en bewaar dit document zorgvuldig Read this document and store it carefully DRU VERWARMING

Nadere informatie

Nederlands. Cosmo - Cosmo Tunnel G20/G25. Installatiehandleiding (NL / BE) Bewaar dit document zorgvuldig NL

Nederlands. Cosmo - Cosmo Tunnel G20/G25. Installatiehandleiding (NL / BE) Bewaar dit document zorgvuldig NL Cosmo - Cosmo Tunnel G20/G25 Installatiehandleiding ( / BE) Bewaar dit document zorgvuldig 959.021.01. 95902101_ Install.indd 1 27-5-10 15:37 Inhoudsopgave blz Woord vooraf 3 1. Inleiding 3 2. CE verklaring

Nadere informatie

Apollo 80. Installatiehandleiding (NL / BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig NL

Apollo 80. Installatiehandleiding (NL / BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig NL Apollo 80 Installatiehandleiding (NL / BE) Bewaar dit document zorgvuldig 959.011.02.NL Inhoudsopgave blz Woord vooraf 2 1. Inleiding 3 2. CE verklaring 3 3. VEILIGHEID 3 3.1 Algemeen 3 3.2 Voorschriften

Nadere informatie

Trio. G20/G25/G25.3 (aardgas) Installatiehandleiding (NL / BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig. 959.064.02.nl

Trio. G20/G25/G25.3 (aardgas) Installatiehandleiding (NL / BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig. 959.064.02.nl Trio G20/G25/G25.3 (aardgas) Installatiehandleiding (NL / BE) Bewaar dit document zorgvuldig 959.064.02.nl NL Inhoudsopgave blz Woord vooraf 2 1. Inleiding 3 2. CE verklaring 3 3. VEILIGHEID 3 3.1 Algemeen

Nadere informatie

Trio. Gebruikershandleiding (NL / BE) Nederlands. Lees en bewaar dit document zorgvuldig

Trio. Gebruikershandleiding (NL / BE) Nederlands. Lees en bewaar dit document zorgvuldig Trio Gebruikershandleiding (NL / BE) Lees en bewaar dit document zorgvuldig NL 95800201NL Gebruik.indd 1 07-07-2008 09:23:23 Inhoudsopgave blz Woord vooraf 2 1. Inleiding 3 2. VEILIGHEID 3 2.1 Algemeen

Nadere informatie

Global 60 Triple BF. G20/G25(Aardgas) G31(Propaan) Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig

Global 60 Triple BF. G20/G25(Aardgas) G31(Propaan) Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig Global 60 Triple F G20/G25(ardgas) G31(Propaan) Installatiehandleiding (/E) ewaar dit document zorgvuldig 959.048.02. DRU12638-218606---0914-4 INSTLLTIEHNDLEIDING Inhoud 1. Inleiding 2. E-verklaring 3.

Nadere informatie

INSTALLATIEHANDLEIDING EN GEBRUIKERSHANDLEIDING (NL/BE) INSTALLATION MANUAL AND USER MANUAL (GB/IE)

INSTALLATIEHANDLEIDING EN GEBRUIKERSHANDLEIDING (NL/BE) INSTALLATION MANUAL AND USER MANUAL (GB/IE) INSTALLATIEHANDLEIDING EN GEBRUIKERSHANDLEIDING (NL/BE) INSTALLATION MANUAL AND USER MANUAL (GB/IE) Lees en bewaar dit document zorgvuldig Read this document and store it carefully DRU VERWARMING B.V.

Nadere informatie

Diablo. G20/G25/G25.3 Aardgas. Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig DRU NL-NL

Diablo. G20/G25/G25.3 Aardgas. Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig DRU NL-NL Diablo G20/G25/G25.3 ardgas Installatiehandleiding (/E) ewaar dit document zorgvuldig 959.059.00. DRU12638-479776---0414-3 INSTLLTIEHNDLEIDING Inhoud 1. Inleiding 2. E-verklaring 3. VEILIGHEID 3.1 lgemeen

Nadere informatie

INSTALLATIEHANDLEIDING EN GEBRUIKERSHANDLEIDING (NL/BE) INSTALLATION MANUAL AND USER MANUAL (UK/IE) GLOBAL 70XT CF

INSTALLATIEHANDLEIDING EN GEBRUIKERSHANDLEIDING (NL/BE) INSTALLATION MANUAL AND USER MANUAL (UK/IE) GLOBAL 70XT CF INSTALLATIEHANDLEIDING EN GEBRUIKERSHANDLEIDING (NL/BE) INSTALLATION MANUAL AND USER MANUAL (UK/IE) GLOBAL 70XT CF Lees en bewaar dit document zorgvuldig Read this document and store it carefully DRU VERWARMING

Nadere informatie

INSTALLATIEHANDLEIDING EN GEBRUIKERSHANDLEIDING (NL/BE) INSTALLATION MANUAL AND USER MANUAL (UK/IE) GLOBAL 90 CF

INSTALLATIEHANDLEIDING EN GEBRUIKERSHANDLEIDING (NL/BE) INSTALLATION MANUAL AND USER MANUAL (UK/IE) GLOBAL 90 CF INSTALLATIEHANDLEIDING EN GEBRUIKERSHANDLEIDING (NL/BE) INSTALLATION MANUAL AND USER MANUAL (UK/IE) GLOBAL 90 CF Lees en bewaar dit document zorgvuldig Read this document and store it carefully DRU VERWARMING

Nadere informatie

INSTALLATIEHANDLEIDING EN GEBRUIKERSHANDLEIDING (NL/BE) INSTALLATION MANUAL AND USER MANUAL (GB/IE) GLOBAL 60i CF

INSTALLATIEHANDLEIDING EN GEBRUIKERSHANDLEIDING (NL/BE) INSTALLATION MANUAL AND USER MANUAL (GB/IE) GLOBAL 60i CF INSTALLATIEHANDLEIDING EN GEBRUIKERSHANDLEIDING (NL/BE) INSTALLATION MANUAL AND USER MANUAL (GB/IE) GLOBAL 60i CF Lees en bewaar dit document zorgvuldig Read this document and store it carefully DRU VERWARMING

Nadere informatie

Nederlands. Gebruikershandleiding(NL/BE) voortoestellenmeteenhoneywell-afstandsbediening. Leesenbewaarditdocumentzorgvuldig. 958.016.02.

Nederlands. Gebruikershandleiding(NL/BE) voortoestellenmeteenhoneywell-afstandsbediening. Leesenbewaarditdocumentzorgvuldig. 958.016.02. Gebruikershandleiding(NL/BE) voortoestellenmeteenhoneywell-afstandsbediening Leesenbewaarditdocumentzorgvuldig 958.016.02.nl 1 NL Inhoud blz Woordvooraf 3 1. Inleiding 4 2. VEILIGHEID 4 2.1Algemeen 4 2.2Voorzorgsmaatregelen/veiligheidsinstructies

Nadere informatie

Nederlands. PowerVent Installatiehandleiding. Bewaar dit document zorgvuldig NL

Nederlands. PowerVent Installatiehandleiding. Bewaar dit document zorgvuldig NL PowerVent - 01 Installatiehandleiding Bewaar dit document zorgvuldig 959.106.00.NL nl Inhoudsopgave Blz Woord vooraf 3 1. Inleiding 3 2. CE verklaring 4 3. VEILIGHEID 4 3.1 Algemeen 4 3.2 Voorschriften

Nadere informatie

Circo G20/G25/G31. Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig DRU NL-NL

Circo G20/G25/G31. Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig DRU NL-NL irco G20/G25/G31 Installatiehandleiding (/E) ewaar dit document zorgvuldig 959.044.01. DRU12638-174757---0213-2 Inhoud 1. Inleiding 2. E-verklaring 3. VEILIGHEID 3.1 lgemeen 3.2 Voorschriften 3.3 Voorzorgsmaatregelen

Nadere informatie

Nederlands. PowerVent. Installatiehandleiding (NL / BE) Bewaar dit document zorgvuldig NL

Nederlands. PowerVent. Installatiehandleiding (NL / BE) Bewaar dit document zorgvuldig NL PowerVent Installatiehandleiding (NL / BE) Bewaar dit document zorgvuldig 959.034.04.NL NL Inhoudsopgave Blz Woord vooraf 3 1. Inleiding 3 2. CE verklaring 4 3. VEILIGHEId 4 3.1 Algemeen 4 3.2 Voorschriften

Nadere informatie

Metro 130 XTL G20/G25. Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig DRU NL-NL

Metro 130 XTL G20/G25. Installatiehandleiding (NL/BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig DRU NL-NL Metro 130 XTL G20/G25 ewaar dit document zorgvuldig 959.037.00. DRU12638-76269---1111-2 Installatiehandleiding (/E) INSTLLTIEHNDLEIDING Inhoud 1. Inleiding 2. E-verklaring 3. VEILIGHEID 3.1 lgemeen 3.2

Nadere informatie

Trio. G31 Propaan. Installatiehandleiding (NL / BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig NL

Trio. G31 Propaan. Installatiehandleiding (NL / BE) Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig NL Trio G31 Propaan Installatiehandleiding (NL / BE) Bewaar dit document zorgvuldig 959.065.01.NL NL Inhoudsopgave blz Woord vooraf 2 1. Inleiding 3 2. CE verklaring 3 3. VEILIGHEID 3 3.1 Algemeen 3 3.2 Voorschriften

Nadere informatie

Nederlands. PowerVent Installatiehandleiding. Bewaar dit document zorgvuldig NL

Nederlands. PowerVent Installatiehandleiding. Bewaar dit document zorgvuldig NL PowerVent - 02 Installatiehandleiding Bewaar dit document zorgvuldig 959.114.00.NL nl Inhoudsopgave Blz Woord vooraf 3 1. Inleiding 3 2. CE verklaring 4 3. VEILIGHEID 4 3.1 Algemeen 4 3.2 Voorschriften

Nadere informatie

Montage handleiding BM kunststof PP rookgasafvoerleidingen

Montage handleiding BM kunststof PP rookgasafvoerleidingen Montage handleiding BM kunststof PP rookgasafvoerleidingen Concentrisch systeem, flexibele-en starre voering. Duinkerkenstraat 27 Postbus 509 9700 AM Groningen Telefoon: 0503139944 Telefax : 0503185423

Nadere informatie

Installatievoorschrift en gebruikershandleiding PRIMO TRENTO. Bewaar deze gebruikershandleiding zorgvuldig! DRU VERWARMING HOLLAND 957479-1

Installatievoorschrift en gebruikershandleiding PRIMO TRENTO. Bewaar deze gebruikershandleiding zorgvuldig! DRU VERWARMING HOLLAND 957479-1 Installatievoorschrift en gebruikershandleiding PRIMO TRENTO Bewaar deze gebruikershandleiding zorgvuldig! DRU VERWARMING HOLLAND 957479-1 Inhoud Pagina 3. Woord vooraf Geachte klant Verpakking Installatievoorschrift

Nadere informatie

Jack vta 562/800. Pagina 1 van 12 versie

Jack vta 562/800. Pagina 1 van 12 versie Jack vta 562/800 Pagina 1 van 12 versie 20171211 Wat wordt standaard geleverd: 1 Lift Jack vta 562/800 2 Besturingskast 3 Verbindingskabel 4 Voeding 5 Voedingskabel 6 TV beugel 7 Vesamount 8 Afstandsbussen

Nadere informatie

Gasblokkenvuur serie - handbediening. Installatievoorschrift Gebruiksaanwijzing

Gasblokkenvuur serie - handbediening. Installatievoorschrift Gebruiksaanwijzing Gasblokkenvuur 2000 serie - handbediening Installatievoorschrift Gebruiksaanwijzing REAL FIRE GASBLOKKENVUUR Installatievoorschrift Inleiding : Lees voor het installeren van het blokkenvuur deze gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

Jack vta 562/800. Pagina 1 van 9 versie

Jack vta 562/800. Pagina 1 van 9 versie Jack vta 562/800 Pagina 1 van 9 versie 20180205 Wat wordt standaard geleverd: 1 Lift Jack vta 562/800 2 Besturingskast 3 Verbindingskabel 4 Voeding 5 Voedingskabel 6 TV beugel 7 Vesamount 8 Afstandsbussen

Nadere informatie

INSTALLATIEHANDLEIDING EN GEBRUIKERSHANDLEIDING (NL/BE) INSTALLATION MANUAL AND USER MANUAL (GB/IE) GLOBAL 40 CF

INSTALLATIEHANDLEIDING EN GEBRUIKERSHANDLEIDING (NL/BE) INSTALLATION MANUAL AND USER MANUAL (GB/IE) GLOBAL 40 CF INSTALLATIEHANDLEIDING EN GEBRUIKERSHANDLEIDING (NL/BE) INSTALLATION MANUAL AND USER MANUAL (GB/IE) GLOBAL 40 CF Lees en bewaar dit document zorgvuldig Read this document and store it carefully DRU VERWARMING

Nadere informatie

Jack vta 562/800. Pagina 1 van 15 versie

Jack vta 562/800. Pagina 1 van 15 versie Jack vta 562/800 Pagina 1 van 15 versie 20150709 Wat wordt standaard geleverd: 1 Lift Jack vta 562/800 2 Besturingskast 3 Verbindingskabel 4 Voeding 5 Voedingskabel 6 TV beugel 7 Vesamount 8 Afstandsbussen

Nadere informatie

MONTAGE HANDLEIDING ROLLUIK

MONTAGE HANDLEIDING ROLLUIK MONTAGE HANDLEIDING ROLLUIK Montage-instructies voor cassetteschermen ALVORENS U VAN UW ROLLUIK KUNT GAAN GENIETEN DIENT U EERST HET ROLLUIK TE MONTEREN INHOUD VERPAKKING VERPAKKING 1 1. PANTSER IN KAST

Nadere informatie

Gebruikers- en installatie- handleiding SUNWOOD MARINO. Propaan

Gebruikers- en installatie- handleiding SUNWOOD MARINO. Propaan Gebruikers- en installatie- handleiding SUNWOOD MARINO Versie: Aardgas Propaan Specificaties Fabrikant Sunderman Openhaarden V.O.F. / Sunwood Contactgegevens Christiaan Huygensstraat 10 2665 KX Bleiswijk

Nadere informatie

Installatievoorschrift en Gebruikershandleiding FOX. Bewaar dit document zorgvuldig DRU VERWARMING B.V. HOLLAND

Installatievoorschrift en Gebruikershandleiding FOX. Bewaar dit document zorgvuldig DRU VERWARMING B.V. HOLLAND Installatievoorschrift en Gebruikershandleiding FOX Bewaar dit document zorgvuldig DRU VERWARMING B.V. HOLLAND 957506 Maatschets Fox 2 Woord vooraf Geachte klant, Vriendelijk bedankt voor de aankoop van

Nadere informatie

Wandmontagekit. Voor gebruik met de vrijstaande serie kachels van Elise. Installatie-Instructies en Onderhoud. Voor gebruik in NL (Nederland)

Wandmontagekit. Voor gebruik met de vrijstaande serie kachels van Elise. Installatie-Instructies en Onderhoud. Voor gebruik in NL (Nederland) Wandmontagekit Voor gebruik met de vrijstaande serie kachels van Elise Installatie-Instructies en Onderhoud Voor gebruik in NL (Nederland) BELANGRIJK DE BEHUIZING, VOORZIJDE EN GLASPANEEL WORDEN EXTREEM

Nadere informatie

Wellstraler WL01 WL02

Wellstraler WL01 WL02 Wellstraler WL01 WL02 Continuous burning appliance Installatievoorschriften WL01 en WL02 - INBOUW MD 017/053 1.MONTEREN EN INSTALLEREN VAN DE KACHEL De kachel wordt volledig gemonteerd afgeleverd. Door

Nadere informatie

Trio RCE. G20/G25/G25.3 (aardgas) Installatiehandleiding. Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig NL

Trio RCE. G20/G25/G25.3 (aardgas) Installatiehandleiding. Nederlands. Bewaar dit document zorgvuldig NL Trio RCE G20/G25/G25.3 (aardgas) Installatiehandleiding Bewaar dit document zorgvuldig 959.064.03.NL NL Inhoudsopgave blz Woord vooraf 2 1. Inleiding 3 2. CE verklaring 3 3. VEILIGHEID 3 3.1 Algemeen 3

Nadere informatie

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN 1G:\002 Leverancier\030 Producten\005 Onderhoudsinstructies\TECHNISCHE GEGEVENS EN ONDERDELEN BOEKJES\BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN Belangrijk Alvorens

Nadere informatie

Montage-instructie. Rolpoort. RV55 - RV77 - Vision Door

Montage-instructie. Rolpoort. RV55 - RV77 - Vision Door Montage-instructie Rolpoort RV55 - RV77 - Vision Door Inhoud verpakking 1 1. pantser 2. kap met as 3. geleiders 4. ophangveren 5. afdekdopjes 6. bediening a. elektrisch: schakelaar + stekker b. afstandbediend:

Nadere informatie

Gebruikershandleiding (NL/BE) voor toestellen met een Honeywell-afstandsbediening. Nederlands. Lees en bewaar dit document zorgvuldig 1 NL

Gebruikershandleiding (NL/BE) voor toestellen met een Honeywell-afstandsbediening. Nederlands. Lees en bewaar dit document zorgvuldig 1 NL Gebruikershandleiding (NL/BE) voor toestellen met een Honeywell-afstandsbediening Lees en bewaar dit document zorgvuldig 958.016.03.nl 1 NL Inhoud blz Woord vooraf 3 1. Inleiding 4 2. VEILIGHEID 4 2.1

Nadere informatie

Montage-instructie. Rolluik RV40 - RV41

Montage-instructie. Rolluik RV40 - RV41 Montage-instructie Rolluik RV40 - RV41 Inhoud verpakking 1 1. pantser in kast 2. bediening a. handbediening: koord- of bandopwinder b. elektrisch: schakelaar + stekker c. afstandbediend: afstandbediening

Nadere informatie

V280 - Ipanema. Montagehandleiding 681-081015

V280 - Ipanema. Montagehandleiding 681-081015 V280 - Ipanema Montagehandleiding 681-081015 Pakketinhoud, benodigd gereedschap en belangrijk voor het monteren Pakketinhoud (tekening 1): A: V280-Ipanema knikarmscherm B: 2x Zijkappen C: 2x Montagebeugels

Nadere informatie

Handleiding FUGA S. wijzigingen voorbehouden december 2005

Handleiding FUGA S. wijzigingen voorbehouden december 2005 Handleiding NL FUGA S wijzigingen voorbehouden december 2005 2 Wij feliciteren u met de aanschaf van uw Fuga S SwingGaz. Met deze handleiding willen wij u graag informeren over een juist gebruik van de

Nadere informatie

GEBRUIKERS HANDLEIDING INBOUWSTAPELAARS

GEBRUIKERS HANDLEIDING INBOUWSTAPELAARS 1 GEBRUIKERS HANDLEIDING INBOUWSTAPELAARS 2 INHOUD 1. REGISTRATIE SERIENUMMERS 2. INLEIDING 3. BESCHRIJVING VAN DE STAPELAAR 4. WERKING VAN DE STAPELAAR 5. INSTALLEREN VAN DE STAPELAAR 6. GEBRUIKEN VAN

Nadere informatie

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS BOUWJAAR 2000-2004 URA-20 URA-25 URA-35 URA-45 URA-55 URA-65 URA-80 URA-95 Werking Voor men begint met de in bedrijfstelling is het raadzaam te controleren

Nadere informatie

Nederlands. Gebruikershandleiding(NL/BE) voortoestellenmeteenhoneywell-afstandsbediening. Leesenbewaarditdocumentzorgvuldig

Nederlands. Gebruikershandleiding(NL/BE) voortoestellenmeteenhoneywell-afstandsbediening. Leesenbewaarditdocumentzorgvuldig Gebruikershandleiding(NL/BE) voortoestellenmeteenhoneywell-afstandsbediening Leesenbewaarditdocumentzorgvuldig 958.016.00.nl 1 NL Inhoudsopgave blz Woord vooraf 3 1. Inleiding 4 2. VEILIGHEID 4 2.1 Algemeen

Nadere informatie

The Buzz 40010883-1020. Installatie- en gebruikersvoorschrift

The Buzz 40010883-1020. Installatie- en gebruikersvoorschrift The Buzz 40010883-1020 NL Installatie- en gebruikersvoorschrift NL 1.1 A 1.3 1.4 B 1.5 1.6 1 < < < < D 1.7 1.8 1 2.1 2.2 3.1 3.2 3.3 2 < < < < Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Veiligheidsaanwijzingen....

Nadere informatie

The Tube Installatie- en gebruikersvoorschrift

The Tube Installatie- en gebruikersvoorschrift The Tube 40011124-1125 NL Installatie- en gebruikersvoorschrift NL 1.1A 1.1B 1.1C 1.2A 1.2B 1.2C 1 < < < < 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 2 < < < < 1 Inleiding We adviseren dringend deze installatie en gebruikersvoorschriften

Nadere informatie

Nederlands. PowerVent. Installatiehandleiding (NL / BE) Bewaar dit document zorgvuldig NL

Nederlands. PowerVent. Installatiehandleiding (NL / BE) Bewaar dit document zorgvuldig NL PowerVent Installatiehandleiding (NL / BE) Bewaar dit document zorgvuldig 959.078.02.NL NL Inhoudsopgave Blz Woord vooraf 3 1. Inleiding 3 2. CE verklaring 4 3. VEILIGHEId 4 3.1 Algemeen 4 3.2 Voorschriften

Nadere informatie

Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan

Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan EHLE 17, EHLE 23 EHLE 27, EHLE 34 EHLE 39 6.720.67.216 (T30.3216.04) (200812) Aanbevelingen Inhoudsopgave Uitleg van de symbolen 2 1 Aanbevelingen 2 2 Verandering

Nadere informatie

Montagehandleiding Screens screenstotaalshop.nl 1. Instructie plaatsen screen. 1.1 Aftekenen montage gaten

Montagehandleiding Screens screenstotaalshop.nl 1. Instructie plaatsen screen. 1.1 Aftekenen montage gaten Montagehandleiding Screens screenstotaalshop.nl 1. Instructie plaatsen screen Neem het screen uit de verpakking. Om beschadiging van het screen te voorkomen raden wij u aan hierbij geen mes te gebruiken.

Nadere informatie

INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN EN GEBRUIKSAANWIJZING

INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN EN GEBRUIKSAANWIJZING IXA-BELL ZONDER ROOKKANAAL en SLIM-BELL ZONDER ROOKKANAAL INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN EN GEBRUIKSAANWIJZING Dit document na installatie bij klant afgeven Waarschuwing De verbrandingskamer van deze haard mag

Nadere informatie

Rolkachel infrarood Chauffage mobile infrarouge Gasheizung Mobil infrarot Mobile gasheater infrared. Model: GRT-508

Rolkachel infrarood Chauffage mobile infrarouge Gasheizung Mobil infrarot Mobile gasheater infrared. Model: GRT-508 Rolkachel infrarood Chauffage mobile infrarouge Gasheizung Mobil infrarot Mobile gasheater infrared Model: GRT-508 Handleiding Mode d emploi Gebrauchsanweisung Manual Lees deze handleiding aandachtig door

Nadere informatie

Montage-instructie. Screens. V599 Ritz V599R Ritz V599 Ritz XL

Montage-instructie. Screens. V599 Ritz V599R Ritz V599 Ritz XL Montage-instructie Screens V599 Ritz V599R Ritz V599 Ritz XL Inhoud 1. screenkap met doek en motor 2. zijgeleiders a. achterprofiel b. inlager voorzien van neopreen (of ritslager) c. voorprofiel 3. montageset

Nadere informatie

Relaxed Pr M 40010912-1026. Installatievoorschrift

Relaxed Pr M 40010912-1026. Installatievoorschrift Relaxed Pr M 40010912-1026 NL Installatievoorschrift NL 1.1 1.2 1.3 A 1.4 1.5 1 < < < < A 2-1 2-2 2-3 2-4 2 < < < < 3.1 3.2 3-3 3 < < < < Inhoudsopgave 1 Inleiding... 6 2 Veiligheidsaanwijzingen.... 6

Nadere informatie

AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE

AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE SbS_Inst_102_00286_NL 23-04-2007 10:43 Pagina 20 AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE ALVORENS DE KOELKAST TE INSTALLEREN WATERAANSLUITING ELEKTRISCHE AANSLUITING NIVELLEREN VAN DE KOELKAST INSTALLATIE VAN

Nadere informatie

Addendum installatiehandleiding CM toestellen.

Addendum installatiehandleiding CM toestellen. Addendum installatiehandleiding CM toestellen. Let op! Indien het toestel is uitgevoerd met het CM systeem, zijn de onderstaande hoofdstukken en paragraven van toepassing, i.p.v. de hoofdstukken en paragraven

Nadere informatie