7 KLEURSTOFFEN IN DE BEVEDERING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "7 KLEURSTOFFEN IN DE BEVEDERING"

Transcriptie

1 Keurmeestersvereniging Kleur- en postuurkanaries 7.1 De BEVEDERING Men kent een vogel aan zijn veren... De veren vormen één van de fraaiste huidbedekkingen die wij bij dieren kennen. Een vogel is zich hier natuurlijk niet van bewust, maar toch onderhoudt en verzorgt hij zijn verenpak als een kostbaar bezit, wat het in feite ook is. Immers de meeste vogels danken hun bestaan aan het feit dat ze kunnen vliegen, wat zonder veren een onmogelijke opgave zou zijn. De veren van de kanarie hebben vier belangrijke functies: 1. zij vormen een isolerende laag om het lichaam, 2. zij scheppen het voor het vliegen benodigde oppervlak, 3. zij houden de vogel waterbestendig, 4. zij bezitten kleurstoffen waarmee de wilde kanarie wordt gecamoufleerd en waarmee de mutanten zich onderscheiden van alle andere kanaries. Soorten veren In het algemeen komen bij de kanaries twee veervormen voor: a donsveren, b gevlagde veren. De gevlagde veren bij de kanarie kunnen worden onderverdeeld in: dek- of contourveren : deze vormen de bevedering van de kop, de borst en de rug, slagpennen en : zij vormen als slagpennen de vleugel, stuur- of staartpennen en als stuurpennen de staart. De bouw van een veer Een veer bestaat uit verhoornde opperhuidcellen, keratine. Veren ontstaan uit speciale papillen, die elk jaar één, twee of soms wel drie veren kunnen produceren. Het deel van de veer dat zich in het lichaam bevindt en in een papil of huidfolikel is ingeplant wordt de spoel genoemd. Door de spoel wordt tijdens de ontwikkeling van de veer de benodigde bouw- en kleurstoffen aangevoerd. Buiten het lichaam gaat de veer over in de schacht. Uit de schacht groeien in twee rijen de baarden, die weer zijtakjes dragen. Dit zijn de baardjes, deze hechten zich door middel van haakjes tot een stevige vlag aaneen. De constructie van een slagpen is in onderstaand schema weergegeven.

2 Keurmeestersvereniging Kleur- en postuurkanaries 7.2 Samenvattend is er dus een spoel welke overgaat in de schacht, aan de schacht zitten de baarden en aan de baarden bevinden zich de haakjes. De onderste baarden van de veer zijn fijner en bezitten langere baardjes zonder haakjes. Deze fijne baarden met lange baardjes vormen het dons. Het aantal veren bij de kanarie verschilt al naar gelang het jaargetijde. Hoe kouder het klimaat, hoe meer veren een vogel in de winter krijgt. Bij de kanarie zijn wel een aantal groepen veren constant van aantal namelijk: 18 vleugelpennen - aan iedere vleugel, 12 staartpennen. Nu komt het voor dat een kanarie meer dan 12 staartpennen bezit, maar deze moeten steeds in een even aantal aanwezig zijn omdat anders de staart niet symmetrisch is. Tijdens een keuring van de kanarie wordt de aandacht naast de kleurstoffen in de bevedering, ook gericht op de algehele toestand van de bevedering. Om aan te kunnen geven in welk gedeelte van de bevedering opmerkingen worden geplaatst is het nodig te weten hoe deze bevedering moet worden aangeduid. In onderstaande tekening zijn de belangrijkste benamingen weergegeven. De bovenkant van de veer, dus de kant die van het lichaam is afgekeerd, wordt de extal-zijde genoemd. De binnenkant, naar het lichaam gekeerd, wordt aangeduid als de ental-zijde. De baarden bevatten in de kern holten welke gevuld zijn met merg, zogenaamde medulaire cellen. Om de kern bevindt zich de schors of cortex. Door de medulaire cellen welke zich zowel in de schacht als in de baarden bevinden, worden tijdens de ontwikkeling van de veer de benodigde bouwen kleurstoffen aangevoerd. In de volgroeide en verhoornde veer doen deze medulaire cellen geen dienst meer. De baarden en haakjes zijn de plaatsen waar de kleurstoffen worden aangetroffen. Bij de verschillende kleurslagen is dan ook de kleur in deze veervelden verschillend, waarbij rekening gehouden moet worden met de plaats in de bevedering. Aan de top van de veer is de kleurverdeling anders dan in het midden van de veer. In onderstaande tekening is weergegeven hoe de doorsnede van een baard en haakje eruit ziet.

3 Keurmeestersvereniging Kleur- en postuurkanaries 7.3 De Rui Eénmaal per jaar wordt het verenpak van de kanarie verwisseld, dit gebeurt tijdens de rui. Deze zal normaal plaatsvinden in de maanden augustus - september. Bij de jonge vogels vindt echter het eerste jaar geen gehele verwisseling van de veren plaats, hier worden alleen de contourveren geruid; de slag-, staart- en armdekveren verwisselen het eerste jaar niet. Na de jeugdrui, zoals deze eerste rui genoemd wordt, laten de kanaries hun eigenlijk kleurenbezit pas zien. Deze kleurverandering bij de jeugdrui berust op een hormonale werking. Het jeugdkleed van de kanarie is over het algemeen veel doffer en laat afhankelijk van de kleur ook meer bruine veerpartijen zien in de vleugel- en staartpennen en op het rugdek. Het feit dat de vleugel- en staartpennen bij de jeugdrui niet wisselen is zeer nadelig voor die kleurslagen waarvan geëist wordt dat deze geen bruin mogen laten zien. Maar dit nadeel geldt ook voor die kleurslagen waarvan gevraagd wordt dat vleugel en staart goed doorgekleurd moeten zijn. Een jonge kanarie kan door een ongelukje één of meer staart- of vleugelpennen verliezen, bijvoorbeeld tijdens het uitvangen of bij vechtpartijen in de vlucht. Deze veren zullen nu in ongeveer zes weken weer aangegroeid zijn, maar zij zullen echter langer worden dan de veren die zijn blijven zitten. Dit verschil kan bij de staartpennen wel een halve centimeter bedragen. Het gevolg is nu dat deze kanarie, als hij aan één kant enkele staartpennen heeft verloren, in het bezit komt van een staart die niet meer symmetrisch is. Een uitgegroeide veer is dood en verandert niet meer. Zij groeit niet meer en ook de kleuren die door de kleurstofkorrels zijn ontstaan veranderen door toedoen van het lichaam althans niet meer. Zij kunnen evenwel door uitwendige oorzaken veranderingen ondergaan bijvoorbeeld door het uitlogen van het pigment onder invloed van de zon. Dit opbleken doet zich vooral voor bij kanaries in de bruinen isabelserie en speciaal als deze vogels in een buitenvolière verblijven en zodoende langdurig aan zon en regen zijn blootgesteld. Het pigmentverlies kan een zodanige vorm aannemen dat de bevedering bijna pigmentloos schijnt. Dit komt door de ozonwerking, die vooral optreedt na een regenbui bij zonnig weer. Na de rui zal het oorspronkelijk pigmentbezit weer terugkeren. KLEURSTOFFEN IN DE BEVEDERING. Kleuren zijn niet alleen een verfraaiing van het uiterlijk, ze hebben ook een functie. Ze kunnen onder anderen dienen als schutkleur, een verschijnsel dat we zien bij vogels die op de grond broeden, of als herkenningsteken voor soortgenoten. Van sommige vogels zijn de kleuren in de loop van de tijd veranderd. Dat kan door een natuurlijke oorzaak zijn ontstaan. Bij de kleurkanarie is dat ontstaan door het ingrijpen van de kanariekweker. Op verschillende manieren kunnen kleuren in de bevedering van vogels aangetroffen worden, afhankelijk van de structuur van de kleurstof en de bevedering. Zo kunnen veren een bepaalde structuur bezitten die het licht op verschillende manieren reflecteert, zoals een dun laagje olie op het water dat doet. Deze kleuren worden structuurkleuren genoemd. Structuurkleuren kunnen in twee hoofdgroepen worden onderverdeeld: de iriserende en de niet-iriserende kleuren. De iriserende kleuren veranderen met de hoek waarmee het licht op een veer valt en zien er metaalachtig uit. Ze worden veroorzaakt door een laagje keratine op het oppervlak van de baardjes of door kleine korreltjes melanine die in een dun laagje vlak onder het oppervlak van de baardjes zitten. (De constructie van een veer is opgenomen in het hoofdstuk Anatomie van de kanarie). In beide gevallen wordt het licht dat op de veer valt, ontleed tot de kleuren waaruit het is samengesteld voordat het naar de waarnemer wordt terug gekaatst. De niet-iriserende kleuren komen tot stand doordat het licht wordt verstrooid wanneer het door zeer kleine, met lucht gevulde holten in de keratine van de baarden valt. Zij veranderen niet met de invalshoek van het licht.

4 Keurmeestersvereniging Kleur- en postuurkanaries 7.4 Veren kunnen ook pigment of kleurstof bevatten waardoor de zogenaamde pigmentkleuren ontstaan. Pigmentkleuren zien er minder metaalachtig uit dan de structuurkleuren en zijn niet beperkt tot de veren van de vogel. Vaak zijn de snavel, de poten en ook het oog voorzien van pigment. De meeste kleuren van de kleurkanarie vallen onder de noemer pigmentkleur, maar ook nietiriserende kleuren komen voor. MELANINE- EN LIPOCHROOMKLEUREN. Kleurkanaries worden afhankelijk van hun bezit aan kleurstoffen in de bevedering ingedeeld in twee hoofdgroepen: de melaninevogels en de lipochroomvogels. Tot de melaninegroep behoren alle kleurkanaries die in meer of mindere mate een hoeveelheid donkere kleurstoffen in hun bevedering bezitten. Deze kleurstoffen, melanine genaamd, kunnen al dan niet gecombineerd zijn met carotinoïde of lipochroom, vroeger wel vetstofkleur genoemd. De melaninegroep is ingedeeld in de pigmentgroepen: zwart, bruin, agaat en isabel. Deze verschillende kleuren vormen de vier basiskleuren van de kleurkanarie. Afhankelijk van diverse andere in de kleurkanarie aanwezige eigenschappen kunnen deze basiskleuren een wijziging ondergaan, die leiden tot een andere kleurbenaming. Daarnaast komen deze kleuren altijd voor in een combinatie met een lipochroomkleur. Tot de lipochroomgroep behoren alle kleurkanaries die onder invloed van erfelijke eigenschappen geen donkere kleurstoffen in de bevedering bezitten. Hun kleur wordt bepaald door de aanwezigheid van een lipochroomkleur. De lipochroomgroep is ingedeeld in de kleuren geel, rood en wit. Wit is eigenlijk geen kleur maar meer de kleurloosheid van de veer, waardoor alleen de keratine zichtbaar is. De twee hoofdgroepen waarin de kleurkanaries worden ingedeeld kunnen dus als volgt worden samengevat: De melaninegroep Deze wordt gevormd door de combinatie van melanine- en lipochroomkleur, dus pigment en carotinoïde, De lipochroomgroep Deze wordt gevormd door uitsluitend lipochroomkleuren, dus de carotinoïden. Deze begrippen zullen eerst verder uitgewerkt worden. MELANINE. Onder melanine wordt de donkere kleurstof verstaan welke als pigmentkleur in de bevedering van de kleurkanarie voorkomt. Deze kleurstof heeft diverse kleurnuances en komt voor in kleurtinten als zwart, donkerbruin, roodbruin, lichtbruin of nog lichter. Binnen de groep melaninen kunnen twee soorten worden onderscheiden: a. staafvormig eumelanine Deze komt voor in variaties van zwart tot donkerbruin, b. bolvormig phaeomelanine Deze komt voor in variaties van bruin tot lichtbruin. Beide soorten worden al dan niet gelijktijdig in de bevedering, de huid en de hoorndelen van een kanarie uit de melaninegroep aangetroffen. Samen vormen ze de pigmentkleur. Vanuit de praktijk is bekend dat er een grote variatiebreedte bestaat in de uitingen van de verschillende melaninesoorten. Dit wordt bepaald door de mate waarin beide soorten tot ontwikkeling komen of zijn gekomen. Dit behoeft niet uniform te zijn. Erffactoren en milieu spelen hierbij een belangrijke rol. De Melaninevorming. Dit is een vrij gecompliceerd chemisch proces dat nogal ingewikkeld verloopt. De vorming kan op zuiver wetenschappelijke basis worden uitgelegd, maar in het kader van deze handleiding wordt gekozen voor een zo n populair mogelijke uiteenzetting waardoor het voor vele lezers begrijpelijk kan zijn.

5 Keurmeestersvereniging Kleur- en postuurkanaries 7.5 Tijdens de groei van het embryo in het ei worden zogenaamde primaire melanoblasten - pigmentmoedercellen of zwartkiemen - ontwikkeld. Deze verplaatsen zich naar de huid en andere weefsels in aanleg en rijpen uiteindelijk tot melanocyten. In deze melanocyten worden melanine- en carotinoïdekorrels afgezet. De melaninekorrels zelf zijn kleurloos maar onder invloed van een enzymwerking komen ze in de huid tot oxydatie. Dit oxydatieproces kan alleen tot stand komen als het enzym tyrosinase, gevormd uit het aminozuur tyrosine, aanwezig is. In het totale proces, dat begint met het ontstaan van de melanoblast en eindigt met de vorming van de pigmentkorrels, oefenen erfelijke eigenschappen invloed uit op de kleurverschillen in de veer. Dit kan gebeuren door een rechtstreekse beïnvloeding van de melaninevorming. Zo zal er geen melanine afgezet worden in de korrel wanneer de productie van het enzym tyrosinase geblokkeerd is. Andere erfelijke eigenschappen kunnen de hoeveelheid van dit enzym beperken. Erfelijke eigenschappen kunnen hun invloed uitoefenen op de pigmentkorrel zodat er veranderingen optreden in de vorm, de samenstelling en het aantal korrels. Daarnaast kan een vervanging plaats vinden van de ene melaninesoort door een ander soort. Hiertoe behoren bijvoorbeeld de erfelijke eigenschappen die de omschakeling van de productie van eumelanine op die van phaeomelanine beheersen. Daarnaast blijkt het celmilieu, het weefsel rondom de veerpapil, een belangrijke invloed te hebben op het soort pigment dat de melanocyt aanmaakt. Dit is goed te zien bij een kleurkanarie van enkele dagen oud waarbij nog geen veren zijn gevormd. Als er zich bijvoorbeeld lipochroomkleurige jongen in het nest bevinden met zwarte vlekken, dan zullen de veren die op die plaats gevormd worden, later zwart zijn. Veranderingen van de vorm van de melanocyt kan betekenen dat er op een abnormale wijze pigmentkorrels worden aangemaakt of afgescheiden, bijvoorbeeld in de vorm van klompjes. Dit leidt tot een lichtere kleur, ook al is er weinig veranderd aan het totaal aantal korrels. Er zijn ook erfelijke eigenschappen bekend die een verandering van de bouw en samenstelling van de veer veroorzaken en op deze wijze de kleur van de veer beïnvloeden. Ook al blijven de kleurstoffen die zich in de veer bevinden ongewijzigd in hoeveelheid, toch kunnen door deze wijziging in de bouw van de veer wijzigingen in de kleur ontstaan. Deze eigenschappen hebben dus zelf geen invloed op de kleurstoffen van de veer en onderscheiden zich op deze wijze van de andere erfelijke factoren welke door reductie, verdringing en beletting de kleur van de veer bepalen. Samenvattend kan worden gesteld: Melanine wordt gevormd in de melanoblasten en kan door middel van het enzym tyrosinase via een oxydatieproces tot ontwikkeling komen, waarna het wordt afgezet in de bevedering. Wordt de productie van het enzym tyrosinase geblokkeerd dan vindt er geen afzetting plaats van melanine. LIPOCHROOM. Naast de donkere kleurstoffen komen in de bevedering ook de lichte kleurstoffen rood en geel voor. Deze lichte kleurstoffen worden de lipochroomkleuren of carotinoïdekleuren genoemd. Carotinoïden komen voor in plantaardige voedingsstoffen en zijn in vet oplosbaar. Er zijn zo n 275 verschillende carotinoïden bekend. Enkele, veel bij vogels voorkomende soorten, zijn: Geelcarotinoïde: luteïne, zeaxanthine en kanarie-xanthopyl. Roodcarotinoïde: canthaxanthine, rhodaxanthine, astaxanthine en cryptoxanthine. De Carotinoïdevorming. Als via de voeding carotinoïden worden opgenomen dan kan de kleurkanarie deze onder invloed van een enzymwerking omzetten in een kleur. De carotinoïden komen dan voor in de hoornlaag (cortex) van de veer, in de huid, het vetweefsel, de lever en de eidooier.

6 Keurmeestersvereniging Kleur- en postuurkanaries 7.6 De kleurafzetting van de carotinoïden in de bevedering vindt plaats in het allereerste beginstadium van een in ontwikkeling zijnde veer. Daar zet de carotinoïde zich af in zeer kleine vetkorreltjes. Gedurende de verdere groei verspreidt de kleurstof zich gelijkmatig over de veer. De gele kleur bij de kanarie komt tot stand doordat het in het voedsel aanwezige bestanddeel luteïne, door de werking van een enzym, wordt omgezet in kanariexanthophyl, een carotinoïde die niet in planten voorkomt. Van de carotinoïden bezit de kanarie alleen het geel-kanariexanthophyl. Door kruisingen met de Kapoetsensijs (Spinus cucullata) waarbij zich in de rode bevedering naast het kanariexanthophyl ook canthaxanthine bevindt, werden via vruchtbare mannelijke nakomelingen de genetische erffactoren overgebracht die vanuit luteïne, canthaxanthine in de bevedering kunnen vormen. Met als gevolg: de rode kleur in de kanarie. Er zijn carotinoïden die direct de bevedering kleuren. Ze worden chemisch bereid en via het voer aan de kanarie toegediend. Zelfs een gele kanarie krijgt door het verstrekken van synthetische canthaxanthine in de voeding een oranje tot oranjerode tint. Een voer met de toevoeging van betacaroteen daarentegen heeft bij een gele kanarie in het geheel geen effect, terwijl een kanarie, in het bezit van een erfelijke goede aanleg tot het vormen van canthaxanthine, met deze voeding wel een rode kleur volledig tot ontwikkeling kan brengen. DE BASISKLEUREN VAN DE KLEURKANARIE. Anno 2006 komen op vraagprogramma s voor tentoonstellingen 363 erkende kleurslagen voor. Theoretisch zijn nog meer kleurslagen mogelijk. Het is begrijpelijk dat vele kleurkanarieliefhebbers het spoor wat bijster raken in deze hoeveelheid aan kleuren. Toch is het niet zo moeilijk om hier de weg in te vinden. Alle kleurslagen moeten teruggebracht kunnen worden tot de basiskleuren van de kleurkanarie en die zijn wat minder omvangrijk. Zoals al aangegeven kunnen bij de kleurkanarie twee hoofdgroepen worden onderscheiden, de melanine- en de lipochroomvogels. a. de MELANINE-vogels, hierbinnen zijn vier series mogelijk: 1. Zwartserie Deze vier series komen altijd voor in combinatie 2. Bruinserie met één lipochroomkleur geel, rood of wit 3. Agaatserie De lipochroomkleur werd voorheen ook wel bijkleur genoemd. 4. Isabelserie b. LIPOCHROOM-vogels, hierbinnen zijn drie series mogelijk: 1. Geel 2. Rood 3. Wit Naast deze basiskleuren komen de kleurkanaries in drie verschillende verschijningsvormen voor. Deze verschijningsvormen noemen we nu categorie. We onderscheiden: 1. Intensief 2. Schimmel 3. Mozaïek Mozaïek komt voor in twee vormen, aangegeven als type 1 en type 2. Ondanks deze eenvoudige opzet kunnen toch zo n 70 verschillende kleurcombinaties hieruit worden samengesteld.

7 Keurmeestersvereniging Kleur- en postuurkanaries 7.7 INVLOED VAN ERFELIJKE EIGENSCHAPPEN OP DE BASISKLEUREN Door het gericht kweken, maar ook door het verbeteren van de kennis van de genetica met betrekking tot de kleurkanarie, zijn er nogal wat erfelijke eigenschappen in de kanarie gekweekt, die invloed uitoefenen op de melanine of carotinoïde. Hierdoor werd het mogelijk weer nieuwe kleurslagen te creëren. De werking van al deze eigenschappen kunnen als volgt worden samengevat: a. Invloeden op de vorming van de melaninekleuren - een volledige beletting van melanine, - een onvolledige beletting van melanine, - een volledige beletting van eumelanine, - een volledige beletting van phaeomelanine, - de vorming van bruineumelanine in plaats van zwarteumelanine, - een vermindering in de ontwikkeling van eumelanine, - een sterke vermindering van de ontwikkeling van eumelanine, - een vermindering van de ontwikkeling van phaeomelanine, - een vermindering van de ontwikkeling van eumelanine, in combinatie met een sterke vermindering in de ontwikkeling van phaeomelanine. b. Invloeden op de vorming van de lipochroomkleuren - een volledige beletting van de carotinoïde, - een onvolledige beletting van de carotinoïde, - een plaatselijke concentratie van de carotinoïde. c. Invloeden op de veerstructuur en ligging van de kleurstoffen in de bevedering - het ontstaan van een andere veerstructuur. (bewolkte zone rond de kern met blauwweerkaatsing). Het ontstaan van phaeomelanine wordt verhinderd, - het ontstaan van een andere veerstructuur. (bewolkte zone rond de kern met blauwweerkaatsing) met een andere ligging van de melanine, - het ontstaan van een andere veerstructuur. (dikkere hoornlaag) en een andere uiting van geel en rood. Al deze invloeden worden veroorzaakt door erfelijke eigenschappen. Door aan deze eigenschappen een naam te geven, ontstaat de kleurbenaming. DE OPBOUW VAN DE KLEURBENAMING De opbouw van de kleurbenamingen bij de kleurkanarie is internationaal vastgesteld. In de opbouw zit een vaste systematiek zodat het niet zo moeilijk is om de juiste naam op papier te zetten. a. Lipochroomvogels De naam van een lipochroomvogel wordt opgebouwd uit de volgende componenten: de carotinoïdekleur, gevolgd door de (indien aanwezig) erfelijke eigenschap die invloed uitoefent op de carotinoïdekleur en de verschijningsvorm. De carotinoïdekleuren worden geplaatst in de volgorde geel, rood en wit. Bij de witte kanaries wordt alleen vermeld of ze dominant wit dan wel recessief wit zijn. De verschijningsvorm wordt alleen bij geel en rood vermeld in de volgorde intensief, schimmel of mozaïek type 1 of type 2. De groep lipochroomvogels, waar de inofactor is ingekweekt worden op dezelfde wijze benoemd. Dan is de volgorde van de carotinoïdekleur lutino, rubino en albino. b. Melaninevogels De naam van de melaninevogels wordt opgebouwd uit de volgende componenten: de basiskleur, gevolgd door de (indien aanwezig) erfelijke eigenschap die invloed uitoefent op de basiskleur. Hieraan wordt de bijkleur toegevoegd, dus de carotinoïdekleur gevolgd door de (indien aanwezig) erfelijke eigenschap die invloed uitoefent op deze carotinoïdekleur en vervolgens afgesloten met de verschijningsvorm. De basiskleuren worden geschreven in de volgorde zwart, bruin, agaat en isabel. De bijkleur wordt geschreven zoals aangegeven bij de lipochroomvogels. De erfelijke eigenschappen die invloed uitoefenen op de basiskleuren worden geschreven in de volgorde pastel, grijsvleugel, opaal, phaeo, satinet, topaas, eumo en onyx.

8 Keurmeestersvereniging Kleur- en postuurkanaries 7.8 Op deze systematiek zijn twee afwijkingen. Omdat vaak niet meer herkenbaar is tot welke pigmentgroep ze behoren, wordt de basiskleur niet meer vermeld bij phaeo en satinet. Een volledig overzicht van alle erkende kleurslagen wordt jaarlijks door de diverse Bonden van Vogelliefhebbers gepubliceerd. Deze lijst wordt het vraagprogramma genoemd. Uitsluitende deze kleuren kunnen naar een tentoonstellingen worden ingezonden om voor een keuring in aanmerking te komen. Om te zorgen dat soortgelijke vogels bij elkaar op een tentoonstelling staan worden aan de kleurbenamingen klassenummers toegekend. De inzender dient dit vraagprogramma zorgvuldig te bestuderen omdat verkeerd ingezonden vogels vaak worden gediskwalificeerd als er prijzen moeten worden verdeeld. BESCHRIJVING VAN DE KLEURSLAGEN Naast die van de verschijningsvorm en van de basiskleuren bij de kleurkanarie, zal een beschrijving worden gegeven van alle kleurgroepen die ontstaan door invloeden op de basiskleuren. Waar mogelijk zal in het kort ingegaan worden op het ontstaan, de werking van de verantwoordelijke erfelijke eigenschappen, de genetische gegevens, de tot de kleurgroep behorende kleurslagen. BONTVORMING In de bevedering van de Wilde Kanarie werden een drietal kleuren waargenomen. Dit zijn de kleuren zwart, bruin en lichtgeel. Naar mate de kennis van de erfelijke eigenschappen toenam en men wat meer wetenschappelijk omging met deze eigenschappen, werd vastgesteld dat de donkere kleurstoffen in de kleurkanarie opgebouwd zijn uit melanine. Deze melaninekorrels zijn kleurloos maar onder invloed van enzymwerking komen ze in de huid tot oxydatie. Het uitgangspunt bij de beschrijving van kleurslagen bij de kleurkanaries is dat deze enzymwerking wordt beschouwd als een erfelijke eigenschap. Bij de vorming van melanine is de enzymwerking actief, bij de lipochroomvogels is de enzymwerking uitgeschakeld. In de praktijk ligt het iets gecompliceerder. Dan blijkt vaak dat de enzymwerking nooit helemaal is uitgeschakeld, maar dat er bijvoorbeeld nog melanine gevormd wordt in het oog van een lipochroomvogel. Ook bij melaninevogels komt het voor dat de enzymwerking niet volledig is maar dat er zich melanineloze veren, lichte hoorndelen en lichte nagels vormen. Als de enzymwerking wordt beschouwd als een erfelijke eigenschap dan kan op historische gronden worden gesteld dat de actieve enzymwerking de wildvorm is; De Wilde Kanarie was immers een melaninevogel. De mutant is dan werkzaam in de groep vogels waar geen melanine wordt gevormd in de bevedering, dus de lipochroomvogels. Nu blijkt dat het gedrag van de mutant niet uitgesproken dominant of uitgesproken recessief is ten opzichte van z n wildvorm. Als een melaninevogel wordt gepaard aan een lipochroomvogel, dan laten de jongen zowel de invloed van de wildvorm als van de mutant gelijktijdig in hun uiterlijk zien. Ze zijn dus zowel melanine- als lipochroomvogels en kunnen niet meer in één groep ingedeeld worden. Dergelijke vogels noemt men bonte kanaries. Bonte kanaries kunnen zeer fraai zijn. Voor 1900 had men dan ook diverse namen voor alle mogelijke bontvormingen terwijl ook in de 20e eeuw nog lang symmetrisch bonte kanaries op Wereldtentoonstellingen werden gevraagd. Kleurkanariekwekers, die zich richten op het verbeteren van erkende kleurslagen weten dat de bonte kanarie niet in aanmerking komt om ingezonden te worden op een tentoonstelling.

9 Keurmeestersvereniging Kleur- en postuurkanaries 7.9 Genetische gegevens Naam: Enzymfactor. Symbool: wildvorm: E+ er vindt melaninevorming plaats mutant: E er vindt geen melaninevorming plaats Vererving: onafhankelijk. Gedrag: intermediair. Formule: E+ = melaninevorming E = geen melaninevorming E+ = bontvorming E+ E E Omschrijving kleurslag Kakelbonte kanaries zijn eenvoudig te herkennen aan een onduidelijke patroon van zowel pigment als carotinoïde in de bevedering. Moeilijker wordt het bij kleine bontvormingen en verborgen bontvorming. Vooral bij lipochroomvogels komen vaak kleine bontvormingen voor zoals een donker vlekje in de schubben op een pootje, kleine donkere veertjes op de zijkant van de kop, een vlekje op de snavel. Verborgen bontvorming komt bij zowel melaninevogels als bij lipochroomvogels voor in de donskleur, vooral in die voor de borst. Melaninevogels kunnen bontvorming laten zien in lichte slagpennen van vleugel en staart maar ook in bijvoorbeeld de kleur van de nagels bij vogels in de zwartserie. Het feit dat bonte kanaries geboren worden uit de paring van melanine maal lipochroom, of omgekeerd, is iets waar iedere kleurkanariekweker snel achter komt. Door het steeds opnieuw optreden van mutanten die hun invloed uitoefenen op de reductie van zowel eumelanine als phaeomelanine, ontstaan situaties waarbij de kweker toch onverwachts wordt geconfronteerd met bontvorming. De eerste vogels die dit veroorzaakten waren de isabelopalen. Zij lijken zo op lipochroomvogels dat, als men niet weet wat men in huis heeft of aankoopt, bij de paring met een lipochroomvogel bonte jongen worden geboren. Hetzelfde doet zich voor bij vele combinaties van pastel met opaal in de agaat- en bruinserie. Met de komst van de phaeo en de satinet worden de problemen nog groter. Men denkt in het bezit te zijn van een lutino, rubino of albino maar genetisch is het een vogel uit een pigmentgroep. Zolang deze vogels eenkleurig zijn worden ze beoordeeld als lipochroomvogels. BESCHRIJVING VAN DE VERSCHIJNINGSVORMEN INTENSIEF, SCHIMMEL EN MOZAIEK De verschijningsvorm INTENSIEF De Wilde Kanarie had oorspronkelijk een lange bevedering omdat hij zich overdag moest beschermen tegen de hoge temperatuur op de Canarische eilanden terwijl het er s nachts koud was. Een lange bevedering is dan een goede isolatie voor het tegenhouden van de warmte door de veren op te zetten en tegen de koude door de veren te sluiten. Naarmate men evenwel selectief ging kweken met de kanarie werden vooral de helderste exemplaren verder veredeld. Zij hadden een hogere marktwaarde dan de minder heldere vogels. Door die selectie en veredeling ontstonden vogels die in het bezit kwamen van wat nu de intensieffactor wordt genoemd. Als deze erfelijke eigenschap door jarenlange veredeling van de kanarie en een gerichte selectie is ontwikkeld, dan kan dus niet meer worden gesproken van een spontane mutatie. De intensieffactor is een selectiefactor. De werking van de intensieffactor als erfelijke eigenschap is nogal gecompliceerd. De intensieffactor heeft een remmende werking op de groei van de bevedering. Het gevolg daarvan is vaak al bij nestjongen waar te nemen. Niet-intensieve jongen komen sneller in de veren. Als intensieve jongen door de rui heen zijn, blijken ze een smallere en kortere bevedering te hebben dan de niet-intensieve jongen. Door die smallere en korte bevedering is het oppervlak van de veer verkleind. Hierdoor ontstaat een kleurverdiepend karakter. Vooral het zwarteumelanine lijkt donkerder en de carotinoïde kleuren worden helderder. Het kleurverdiepend karakter komt ook tot uiting in de verdringing van het bruinphaeomelanine. In een aantal pigmentgroepen zal de pigmentuiting in vooral de rug helderder

10 Keurmeestersvereniging Kleur- en postuurkanaries 7.10 zijn dan bij niet-intensieve vogels. De verdringing van bruinphaeomelanine ontstaat door de smallere veer daar deze pigmentsoort zich hoofdzakelijk langs de randen van de veer bevindt. De intensieffactor heeft invloed op de lengte van de bevedering en zorgt dank zij het kleurverdiepend vermogen voor een zo volledig mogelijke doorkleuring van het veeroppervlak. Hierdoor ontstaat ook het verschijnsel dat de mozaïektekening in een intensieve vogel niet tot z n recht zal kunnen komen, mede omdat een goede sluier, die zo kenmerkend is voor mozaïek, niet aanwezig zal kunnen zijn. De intensieffactor veroorzaakt een dimorfistisch kenmerk in de kleurkanarie. Dimorfie is bij vogels het verschil tussen de kleuruiting van de man- en de popkanarie. Het is bijna onmogelijk om goede intensieve popkanaries te kweken. Goede intensieve kleurkanaries zijn, op de onvermijdelijke uitzondering na, in hoofdzaak mannen. Intensieve kleurslagen kunnen dan ook het beste als mankanarie naar een tentoonstelling worden gebracht. Genetische gegevens Naam: Intensieffactor Symbool: wildvorm I+, niet intensief, schimmel. mutant (na selectie) I, intensief Vererving: onafhankelijk Gedrag: intermediair Formule: I+ = niet intensief I+ = intensief I = ultra intensief I+ I I Omschrijving van de invloed op de kleurslagen De invloed die de intensieffactor heeft op de kleurslagen is niet in een paar worden uit te leggen. Daarvoor is de gradatiebreedte van de intensieffactor wat te grillig. De werking van de intensieffactor kan het best worden uitgezet op een horizontale schaalverdeling zoals hieronder aangegeven. Aan de rechterzijde van de schaal bevindt zich een zone waarin nog niet van intensief kan worden gesproken. Naarmate de werking van de intensieffactor duidelijker wordt, schuift de loper, aangegeven door de verticale streeplijn, meer naar links. Het is niet aan te geven op welk punt van de schaal niet-intensief ophoudt en zwak intensief begint. Een zwak intensive vogel is nog wel in hoofdzaak intensief maar begint al regionaal kleurloze veervelden te vertonen, zoals een lichte broek en lichte flanken en dijen. Over de hele bevedering ligt een kleurloze waas, die wordt aangeduid als schimmelwaas. Verder naar links wordt een gebied bereikt waarin sprake is van matig intensief. Een matig intensieve vogel is wel overwegend intensief maar de rug vertoont nog wat kleurloze veervelden aan de uiteinden van de toch nog wat langere bevedering. Het aanwezig zijn van deze minimale lichte randjes wordt wel meligheid genoemd. Een normaal intensieve vogel heeft een mooie strakke, gesloten bevedering en is goed doorgekleurd wat de carotinoïdekleur betreft. De rug van een melaninevogel is helder van tint. Door te veel normaal intensief x normaal intensief te kweken ontstaat het verschijnsel dat de werking van de intensieffactor nog meer wordt versterkt. Dan is er sprake van sterk intensief of ultra-intensief.

11 Keurmeestersvereniging Kleur- en postuurkanaries 7.11 Een ultra-intensieve vogel heeft door de versterkte groeiremmende werking van de bevedering een zeer dunne bevedering gekregen. Vaak is dit direkt zichtbaar rondom de ogen maar ook wel voor de borst. De vogels komen vaak moeilijk door de rui en hebben over het algemeen een korte levensuur. Bij de paring van twee ultra-intensieve vogels zal er zeer zeker sprake zijn van een lethale werking van de intensieffactor. Dit houdt statistisch gezien in, dat het aantal jongen beduidend minder zal zijn dan bij de paring van normaal intensief x matig intensief. Door deze lethale, dodelijke, werking sterven de jongen vaak al af in de kiemcel. Het omgaan met de verschillende gradaties van de intensieffactor eist een brede praktijkervaring en vooral feeling van de kweker. In het algemeen zullen paringen als normaal intensief maal matig intensief of normaal intensief maal zwak intensief geen problemen opleveren. Paringen van normaal intensief maal normaal intensief zijn voor de beginnende kleurkanariekweker niet direct aan te raden laat staan van normaaal intensief maal ultra intensief. De verschijningsvorm SCHIMMEL Schimmel, of het niet-intensief zijn is een verschijningsvorm die van nature in de kanarie aanwezig is. Door de wat lange bevedering ontstaat het verschijnsel dat de carotinoïdekleur, die langs de randen van de veer aanwezig is, niet tot aan het einde van de veer is doorgekleurd. Het buitenste randje van de contourveer blijft daardoor kleurloos en veroorzaakt een zogenaamde schimmelverdeling omdat deze contourveertjes dakpansgewijs over elkaar liggen. Door de lange bevedering zal dan ook bij de melaninevogels het bruinphaeomelanine normaal in de veren aanwezig zijn. Als wildvorm van de intensieffactor zijn het vaak de poppen die als schimmelvogel het beste de niet-intensieve kleurslagen zullen laten zien. Genetische gegevens Naam: Schimmelfactor Symbool: wildvorm: I+ Vererving: onafhankelijk Gedrag: intermediair Formule: I+ = schimmel I+ Omschrijving van de invloed op de kleurslagen De werking van de schimmelfactor is niet vast afgebakend. Ook hier worden verschillende gradaties aangetroffen. Normaal schimmel is de vogel waarbij de bevedering ondanks de lengte goed en strak aaneengesloten is. De schimmelverdeling is goed egaal en symetrisch over de gehele bevedering verdeeld. Zwaar schimmel worden vogels als te veel schimmel maal schimmel wordt gekweekt. De groei van de veer wordt versterkt waardoor ook de kleurloze uiteinden van de veertjes een groter oppervlak krijgen. Hierdoor zal een storende witte waas over de bevedering komen. De sterke groei van de bevedering kan ook aanleiding geven tot het ontstaan van ernstige bevederingsfouten. Matig schimmel is een stadium waarin de invloed van de schimmelfactor aan het afnemen is en de invloed van de intensieffactor al herkenbaar wordt. De schimmelverdeling is nog wel aanwezig maar wordt wat zwak en regionaal ontstaan al wat intensieve veervelden. Ook de gradaties van de schimmelfactor zijn op een schaalverdeling uit te zetten.

12 Keurmeestersvereniging Kleur- en postuurkanaries 7.12 De verschijningsvorm MOZAÏEK Met de bastaardering via de kapoetsensijs kwam na een paar jaar de rode kleur in de kanarie via een kapoetsensijs gen, die er voor ging zorgen dat in de kanarie de kleur rood kon worden afgezet in de bevedering. Maar naast deze eigenschap, werd nog een andere eigenschap in de kanarie versterkt en wel die, welke verantwoordelijk is voor de secundaire geslachtskenmerken. In de popkanarie ontstond een tekeningspatroon waarmee zij zich ging onderscheiden van de mankanarie. Dit duidelijke onderscheid, dat dimorfie wordt genoemd, is ook aanwezig bij de kapoetsensijs. Door verdere gerichte kweek en selectie ontstaat zo een kanariepop met een tekeningspatroon die de mozaïektekening wordt genoemd. In de mankanarie wordt dit vrouwelijk tekeningspatroon, dat toch wel als primitieve vorm aanwezig is, ook versterkt maar niet zoals bij de popkanarie. De herkenbaarheid van vormen van de mozaïektekening bij de mankanarie wordt dan mozaïekfactorig genoemd. De mozaïektekening is een secundair geslachtskenmerk van de kanarie zelf omdat bij de kapoetsensijs deze tekening niet of nauwelijks wordt aangetroffen. De werking van de verantwoordelijke erfelijke eigenschap, de mozaïekfactor, is meervoudig. Gelet op het uiterlijke resultaat moet de mozaïekfactor niet als één zelfstandige factor worden beschouwd. Het is zeker dat een reeks van factoren gezamenlijk die kenmerkende versterking van de secundaire geslachtskenmerken veroorzaken. De mozaïekfactor heeft een sterk remmende werking op de vorming van carotinoïde in de bevedering. De kleur van de bevedering wordt, waar normaal de carotinoïde geel of rood zit, wit. Maar met uitzondering van een aantal vast omschreven veervelden. Daar vindt een concentratie van carotinoïde plaats. Deze veervelden vormen de onderdelen van de totale mozaïektekening: a. De oogstreep of koptekening Aan beide zijden van de kop, precies achter het oog, bevindt zich een duidelijke, scherp afgetekende oogstreep. Deze is kort en mag in geen geval aan de achterzijde van de kop naar beneden afbuigen. b. De schoudertekening Op beide schouders is een klein veerveld aanwezig waarin een sterke concentratie van de carotinoïde wordt waargenomen. Dit veerveld moet zich tot de schouders beperken en mag zich niet voortzetten in de vleugelpennen. c. De borsttekening De borsttekening begint na een duidelijke scheiding tussen de keel en de borst en bestaat uit een begrensd veerveld. De borsttekening ligt binnen deze begrenzing, die ten minste wordt gevormd door en duidelijke scheiding tussen de borst en de flanken en de borst en het onderlichaam. De tekening is duidelijk zichtbaar maar toch als het ware iets bewolkt, dus niet direct aan het oppervlak aanwezig. Ondanks dat mag deze tekening niet te klein zijn. d. De stuittekening Op het ondereinde van de rug, op het stuitkussen, is eens scherp begrensd veerveld aanwezig met een goed en egaal doorgekleurde stuittekening. De kleur moet eigenlijk niet doorlopen in de staartpennen. Jarenlang is deze mozaïektekening gekweekt als lipochroomvogel in de kleur rood en geel en als verschijningsvorm bij de melanine vogels in combinatie met de kleur rood. Vanaf 1984 staan ook alle melanine vogels met geel en mozaïek op het vraagprogramma. Belettende factoren Uitgaande van de stelling dat de mozaïekfactor haar invloed uitoefent onder samenwerking van een reeks van verschillende eigenschappen, zijn er toch ook andere erfelijke eigenschappen die een aantal van die factoren beletten waardoor de secundaire geslachtskenmerken niet meer als een mozaïektekening in het uiterlijk zichtbaar zullen zijn. De intensieffactor heeft in combinatie met de mozaïekfactor een nog meer remmende invloed op de afzetting van de carotinoïde in de bevedering. Hierdoor zal ook in de veervelden die de mozaïektekening bepalen, geen rood of geel carotinoïde worden afgezet. De dominant wit factor en de recessief wit factor hebben zelf al de werking om de omzetting van luteïne in kanariexanthophyl te beletten. Wordt een van deze twee eigenschappen ingekweekt in de mozaïekvogels dan zal geen carotinoïde worden afgezet in de mozaïektekening. Ook leveren deze wit

13 Keurmeestersvereniging Kleur- en postuurkanaries 7.13 factoren geen bijdrage aan de verbetering van de mozaïektekening. Hun werking staat los van de carotinoïde beletting van de mozaïekfactor. Mozaïek type 1 en 2 Na jarenlang mozaïekkanaries te hebben gekweekt, waarbij de mannen steeds werden beoordeeld als mozaïekfactorigen, ontstond bij veel mozaïekkwekers het plan om door selectie ook mozaïekmannen te gaan kweken. De start van deze kweek begon in Frankrijk en werd omstreeks 1970 ook ter hand genomen door een groep mozaïekkwekers uit het Westen van Nederland in de omgeving van Den Haag, Delft. In 1976 waren zij zo ver gevorderd dat er mannen werden gekweekt met een kenmerkende tekeningspatroon dat nagenoeg overeen kwam met die van de mozaïek poppen. In 1977 werden de vogels voorgesteld aan de keurmeesters en werd het tekeningspatroon dat in de mankanarie moet worden gekweekt op papier gezet. Om onderscheid te maken tussen de mozaïektekening van de pop en de man werd vanaf dat moment ook gekozen voor de benamingen mozaïek type 1 voor de poppen en mozaïek type 2 voor de mannen. De mozaïektekening voor type 1 is reeds omschreven. Mozaïek type 2, de mankanaries, hebben als koptekening geen oogstreep maar een masker. Dit masker lijkt wel wat op dat van een putter. Deze koptekening is scherp afgetekend en bevindt zich rond de snavelbasis, op het voorhoofd en loopt vervolgens in een punt tot achter het oog. De overige tekeningspatronen komen overeen met die van de mozaïek type 1, met dit verschil dat door het manzijn, de borsttekening als regel over een wat groter veerveld is verdeeld en de vetstofkleur in de rug nog wel wat door wil slaan. Genetische gegevens Naam: Mozaïekfactor Symbool: wildvorm m+, mutant ( na selectie) m. De afkorting is afgeleid van mozaïek Vererving: geslachtsgebonden Gedrag: recessief Formule: z---m+ niet mozaïek, z---m+ = enkel mozaïek, z---m = dubbel mozaïek z---m+ z---m z---m z---m+ niet mozaïek z---m = mozaïek w - w - Omschrijving kleurslag In lipochroomvogels is de kleur van de bevedering buiten de veervelden van de mozaïektekening helder wit. Het uiterlijk wordt bepaald door de lipochroomkleur in de tekening, al of niet gecombineerd met de ivoorfactor. De werking van de mozaïekfactor is variabel en daardoor zal het voorkomen dat de tekeningspatronen te groot zullen worden. De oogtekening heeft vaak de neiging om ook om het oog door te kleuren en soms door te lopen tot boven de snavel. De schoudertekening loopt snel te ver door in de vleugelpennen. In die vleugelpennen komt ook vaak een zachte crème-achtige kleur voor, die los staat van de doorlopende schoudertekening. Dit is de zogenaamde nestkleur. Als jeugdkleed

14 Keurmeestersvereniging Kleur- en postuurkanaries 7.14 laat de mozaïek een zachte crèmekleurige tint zien. Tijdens de jeugdrui verdwijnt deze kleur om plaats te maken voor de witte veervelden. Naarmate de rui vordert verschijnt ook het mozaïekpatroon. De vleugel en staartpennen ruien niet waardoor de nestkleur zichtbaar blijft in die vleugelpennen. Aanwezigheid van de nestkleur in de vleugelranden is toegestaan maar de kleur mag niet overhellen naar dieprood, oranjegeel of zelfs geel. In melaninevogels is de mozaïektekening aanwezig in samenwerking met de pigmentkleuren. De carotinoïde op de plaatsen waar geen tekening aanwezig is, is sterk verminderd. Het onderlichaam en de broek worden dan wit terwijl in de rug geen rood of geel meer zichtbaar zal zijn. In de zwart- en bruinserie zullen de mozaïeken dan wat bruiner zijn dan de niet-mozaïeken. Bij de agaatserie komt de werking van de mozaïekfactor het best tot uiting door het ontstaan van een lichte zilversluier over de rugbevedering. Hierdoor is de pigmentuiting in de rug veel lichter dan die van niet agaat mozaïek vogels. Gelet op de al genoemde belettende factoren komt de mozaïektekening alleen bij schimmelvogels voor. Daar de diepte van de carotinoïde kleur niet maatgevend is voor de graad waarop de schimmelfactor werkzaam is, moet voorkomen worden dat te veel schimmel x schimmel wordt gekweekt. De bevedering wordt dan lang waardoor de tekening minder zichtbaar wordt. Kweekcombinaties met de mozaïekfactor Bij het kweken van mozaïekkanaries moet vooraf een keuze worden gemaakt voor het type dat men wenst te kweken. Het kweken van type 2 maal type 1 levert niet automatisch goede mozaïeken van beide types op. De keuze van de kweekcombinaties moet met zorg maar vooral ook vanuit praktijkervaring en feeling voor de mozaïeken worden bepaald. Zo zal men bijvoorbeeld bij het kweken van type 2 mannen moeten kiezen uit poppen die al iets van de maskertekening laten zien en hiervoor dus niet een goede pop type 1 met een fijne oogstreep nemen. Bij gericht kweken van type 1 moeten mannen ingezet worden die een zo n klein mogelijk masker hebben. Dergelijke partners zijn bijna alleen te verkrijgen als men in familieverband deze types gaat kweken. Dit vereist dus een goede kweekadministatie. Mozaïeken zijn schimmelvogels. Te veel schimmel x schimmel zal leiden tot zwaar schimmelvogels. De tekening vervaagt door de lengte van de veer maar er zullen ook ernstige bevederingsfouten ontstaan. Het juist omgaan met de schimmelfactor in de mozaïeken vraagt een goede praktijkervaring. Als regel zullen mozaïekkanaries gevoerd worden met kleurstimulerend voer. Om te voorkomen dat de mozaïektekening toch verloren gaat door te hoge concentraties aan canthaxantine moet op een andere manier omgegaan worden met kleurvoer dan bij niet-mozaïeken. Het verstrekken van kleurvoer wordt pas gestart vlak voor de jeugdrui. Algemeen wordt gesteld niet eerder roodvoer te geven dan nadat de vogels en week of zes zijn. de mozaïekkweker zal dit te vaag vinden en per vogel bezien wanneer met kleurvoer gestart of gestopt moet worden. Uit bovenstaande blijkt dat het kweken van mozaïeken nogal wat aandacht vraagt van de kweker. De in gang gezette selectie kan niet meer worden gestopt. Om optimale resultaten te behalen hebben een aantal mozaïekkwekers van de Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers zich verenigd in regionale speciaalclubs voor deze vogels. In Nederland vindt men de oudste mozaïekspeciaalclub in het westen van het land en wel in de regio rond Den Haag en Delft. Later is in Noord Nederland ook een mozaïekspeciaalclub opgericht.

15 Keurmeestersvereniging Kleur- en postuurkanaries 7.15 BESCHRIJVING VAN DE BASISKLEUREN VAN DE LIPOCHROOMVOGELS GEEL Eén van de oorspronkelijke kleuren van de kanarie is de lipochroomkleur geel. Uit omschrijvingen van de Wilde Kanarie valt vast te stellen dat deze kleur oorspronkelijk in een lichte tint voor-kwam. Naar mate de kanarie steeds meer en meer werd veredeld en vooral de meest gele exemplaren zeer geliefd waren, nam door selectieve kweek ook de helderheid en sterkte van het geelbezit toe. Nu is het mogelijk een kanarie te kweken met een behoorlijke sterke geeltint in de bevedering. Dit geelbezit is dan ook een selectiefactor en kan niet gezien worden als een mutatie. De werking van de erfelijke eigenschap, die verantwoordelijk is voor het geel in de bevedering is in diverse gradaties mogelijk. De kanarie bezit de eigenschap om vanuit de voeding luteïne op te nemen. Deze luteïne wordt via enzymwerking omgezet in kanariexanthophyl en zo door de dunne darm opgenomen en door middel van het bloed naar de lever gebracht. Vanuit die lever wordt het naar de huid getransporteerd. Daar zitten de veerpapillen die uiteindelijk zorgen dat het geelcarotinoïde in de veren wordt afgezet. De hoeveelheid geel, en daarmee ook de kleurdiepte is afhankelijk van de werking van de omzettingsfactor. Deze werking is niet constant en kan variëren van zwak tot sterk. De werking kan op een schaalverdeling worden uitgezet. Schaalverdeling voor de verschillende gradaties van de geelfactor. Aan de rechterzijde van de schaal bevindt zich een zone waarin de kleur door een te licht geel- bezit te zwak en bijna kleurloos wordt. Naar mate de omzetting in geel sterker wordt neemt de kleur via lichtgeel, geel toe tot hooggeel. In de praktijk blijkt vaak dat de kleur nog sterker wordt dan hooggeel. Dan ontstaat een kleurtint die vaak wordt aangeduid als te warm. De kleur neigt dan al wat naar oranje zonder dat in de vogel genetisch rood aanwezig is. Als de gele kleur in de bevedering uiteindelijk ook afhankelijk is van de hoeveelheid luteïne in het voedselaanbod, kan worden vastgesteld dat ook de kwaliteit van de voeding grote invloed heeft op de kleurdiepte van het geel. Zaden en zachtvoerders die sterk luteïnehoudend zijn, zullen een grotere productie van geel mogelijk maken. Het gevaar schuilt daar wel in dat die sterkere gele kleur niet meer zuiver van tint zal zijn. Zo wordt mogelijk ook die te warme, oranjeachtige, kleur veroorzaakt. Genetische gegevens Naam: Geelfactor Symbool: wildvorm : G+, mutant ( na selectie) G Vererving: onafhankelijk Gedrag: intermediair Formule: G+ = lichtgeel, G+ = geel, G = hooggeel G+ G G Omschrijving kleurslag Intensieve vogels zijn zuiver diep geel. Deze kleur is in de gehele bevedering aanwezig. Ook de vleugel- en staartpennen zijn goed doorgekleurd. Om de intensieve kleurslag optimaal te verkrijgen is de volle werking van de intensieffactor vereist. Schimmel vogels bezitten een zuivere diepgele kleur welke zo egaal mogelijk van tint moet zijn. De normale egale schimmelverdeling geeft aan de vogel een mooie zachte kleuruiting.

16 Keurmeestersvereniging Kleur- en postuurkanaries 7.16 Bij de mozaïek vogels moet, om de tekening goed waarneembaar te houden, maximaal geel aanwezig zijn bij toch een normale schimmelverdeling. De kleur van de gele kanarie kan worden afgelezen van de twee schalen, die afgebeeld zijn voor de intensieffactor en de geelfactor. Schaalverdeling voor de verschillende gradaties van de geelfactor in relatie tot de intensieffactor. Voorkomende kleurslagen geel intensief geel schimmel geel mozaïek type 1 of 2 geel ivoor intensief geel ivoor schimmel geel ivoormozaïek type 1 of 2 Kweekcombinatie met de geelfactor man x pop uitkomsten: lichtgeel x lichtgeel 100% lichtgeel lichtgeel x geel 50% lichtgeel, 50% geel lichtgeel x hooggeel 100% geel geel x geel 25% lichtgeel, 50% geel, 25% hooggeel geel x hooggeel 25% lichtgeel, 25% geel, 50% hooggeel Door de gradatiewerking van de omzettingsfactor is de uitkomst toch niet altijd theoretisch vooraf te bepalen. Het is nauwelijks aan te geven waar lichtgeel ophoudt en geel begint. ROOD Het zal zo aan het eind van de 19e eeuw zijn geweest, dat de Engelse postuurkanariekwekers wat uitgekeken raakten op de gele kleur in de kanarie en in hun vogels een oranje kleur gingen kweken. Zij deden dit met speciaal bewerktt cayennepeper, waar de schadelijke bestanddelen uit waren verwijderd. Niet de cayennepeper zelf heeft dit kleurend vermogen maar de donkere rode kleurstof die in deze peper zit, de capsine. Het gebruik van dit kleurvoer, dat een oranje kleur veroorzaakt, werd in allerlei artikelen beschreven door zowel voorstanders als tegenstanders. Maar het werd veel gebruikt zodat al snel diverse vervalste producten op de markt kwamen. Het meest vertrouwde adres was mr. J.W.Ramsden 63 Heron Road, Herne Hill, London SE. Toch bleef er enig wantrouwen ten aanzien van het gebruik van dit kleurvoer. Op 2 juli 1901 werd in London door de leden van de London and Provincial Ornithological Society een druk bezochte ledenvergadering gehouden en werd de volgende motie aangenomen: Kleurvoedsel, zoals tegenwoordig wordt vervaardigd, is voor de vogels onschadelijk.

17 Keurmeestersvereniging Kleur- en postuurkanaries 7.17 In 1902 werd dit kleurvoer in Nederland geïntroduceerd door een aantal leden van Luscinia Vereeninging ter bevordering der liefhebberij voor Zang, Sieraad- en Volièrevogels te s Gravenhage. Deze vereniging was op 16 mei 1897 opgericht. Daarna werd het weer stil rond het kleurvoer, mede omdat men zich toch wat meer op de kweek van zangkanaries ging toeleggen. Rond 1920 was het dhr. Dahms uit Kaliningrad (Sovjet Unie) die er in slaagde de eerste bastaarden te kweken uit een kapoetsensijs maal gele kanarie. Het was Bruno Mater uit Lötzen ( nu Gizycko ) in het noorden van Polen, die uit de vijfde generatie de oranje kanarie kweekte. De vogel was nog wel bont maar na een aantal jaren was toch het rood van de kapoetsensijs in de kanarie gekweekt. De moeilijkheid was nu om de kleur vast te houden en zo mogelijk te versterken. De werking van de verantwoordelijke erfelijke eigenschap, de roodfactor, heeft een sterke relatie met of is zelfs dezelfde werking van omzettingsfactor die bij de gele kanarie luteïne omzet in kanariexanthophyl. Vanuit het luteïne wordt nu ook een deel in de dunne darm omgezet in canthaxantine. De hoeveelheid hangt af van de werking van de omzettingsfactor. Deze werking wordt weer beïnvloed door de mate waarop zij erfelijk aanwezig is. Vanuit de lever wordt ook het gevormde canthaxantine over het lichaam verspreid. Bij de veer komen vervolgens twee soorten carotinoïde bij elkaar namelijk het gele kanarie xanthophyl en het rode canthaxantine. Samen gaan ze de rode kleur in de bevedering vormen. De kleurdiepte van het rood wordt dus mede bepaald door het geel. Hoe lichter het geelbezit, des te dieper zal het rood worden. Omdat deze kleur een mengkleur is van geel en rood is lange tijd de naam oranjerood gebruikt. Internationaal gebruikt men nu overal de naam rood. In de praktijk bleek dat men er niet in slaagde de kleur in de bevedering rood te houden. Door vaak foutieve samenstelling van kweekparen ontstonden teveel vogels die een zwak roodbezit hadden. Men probeerde de kleur weer wat op te halen met het toedienen van kleurvoer. De geschiedenis herhaalt zich, alleen nu gebruikte men geen cayennepeper maar eenvoudig wortelen. In deze worteltjes zit caroteen wat een kleurstimulerend effect heeft op de oranje en oranjerode vogels. Opnieuw ontstonden er weer vele voor- en tegenstanders die door middel van allerlei artikelen in de vogelbladen het gelijk aan hun kant willen halen. De strijd werd via die artikelen soms wel erg grof gestreden. De belangstelling voor het verstrekken van kleurvoer werd evenwel weer zo groot dat de industrie zich er op ging storten. Een Amerikaans laboratorium slaagde er in zuiver canthaxantine te isoleren uit cantharellen. Een volgende stap was de productie van synthetische canthaxantine. Deze synthetische canathaxantine ( C40 H52 O2 ) kan via het voer of water aan de kanarie worden verstrekt. Zonder verdere omzetting in de lever wordt de stof rechtstreeks via het bloed naar de huid en dus naar de veren getransporteerd. Als er geen omzetting nodig is, dan zal nu zelfs een gele kanarie rood worden. Het verstrekken van synthetische canthaxantine dient zeer gedoseerd plaats te vinden met daarbij een nauwkeurige regelmaat. Overdosering zal een violette kleur tot gevolg hebben maar zal ook bijwerkingen kunnen hebben als een vergrote lever of onvruchtbaarheid. Bij het erfelijk omzettingsproces wordt vanuit luteïne canthaxantine gevormd. Dit luteïne heeft nog een eigenschap bij rode kanaries. Het kan betacaroteen omzetten in een rood xantophiel, die weer een kleurverdiepend effect heeft op de rode bevedering. In worteltjes en bijvoorbeeld boerenkool, zit veel caroteen. Ook betacaroteen is synthetisch gemaakt. Wordt dit aan het voer toegevoegd dan zal de kanarie met de erfelijke omzettingsfactor een wat diepere kleur rood laten zien. Wordt betacaroteen aan gele vogels gegeven dan zal er geen omzetting plaats vinden en blijft de bevedering geel.

18 Keurmeestersvereniging Kleur- en postuurkanaries 7.18 Genetische gegevens Naam: Roodfactor Symbool: r+, gekoppeld aan het geelbezit. De afkorting is afgeleid van roodfactor Van de roodfactor, feitelijk een kapoetsensijs gen, is geen mutant bekend Vererving: onafhankelijk Gedrag: recessief Formule: r+ G+ = rood, r+ G+ = licht rood r+ G = zwak rood r+ G+ r+ G r+ G Omschrijving kleurslag Intensieve vogels hebben een zuivere diepe egale rode kleur in de gehele bevedering. De vleugel- en staartpennen zijn ook egaal doorgekleurd. Daarnaast zijn ze vol intensief. De hoorndelen zijn licht en éénkleurig. Schimmel vogels hebben een diep, zuiver en egaal roodbezit met een normale egale schimmelverdeling over het gehele lichaam. Bij de mozaïek vogels zal de mozaïektekening scherp en duidelijk waarneembaar zijn. Waar de veervelden geen mozaïektekening laten zien is de kleur helder wit zonder dat het rood hier doorslaat. Voorkomende kleurslagen rood intensief rood schimmel rood mozaïek type 1 of 2 rood ivoor intensief rood ivoor schimmel rood ivoor mozaïek type 1 of 2 Behalve als lipochroomvogel komen deze kleurslagen ook voor als bijkleur bij alle basiskleuren van de melanine vogels. Kweekcombinaties met de roodfactor. Daar tegenwoordig bij de kweek van rode kleurkanaries altijd gebruik wordt gemaakt van kleurstimulerende middelen zullen de meeste kwekers zelf niet weten in hoeverre hun vogel genetisch in staat zijn zelf de rode kleur in de bevedering aan te maken. De ervaren kweker zal van tijd tot tijd stoppen met het geven van kleurvoer om dit vast te stellen. Het gebruik, de dosering, van kleurvoer kan dan worden aangepast als blijkt dat de vogel van nature al een behoorlijke rode kleur aanmaakt. Voorkom het inkweken van een te hoog geelbezit door rood maal geel te kweken. In Duitsland werd in 1667 door dhr. Schrockius uit Ausburg een kanarie beschreven die de kleur wit had. In 1712 zette ook de Franse schrijver Hervieux op zijn naamlijst van kanariekleuren de kleur wit. Anno 1900 werd niet meer over witte kanaries gesproken. In 1910 dook de kleur weer in Duitsland op en vanaf 1924 vond er toch alweer een verspreiding over de Europese landen plaats. De witte kanarie werd, omdat hij in Duitsland opnieuw werd gekweekt lang Duits Wit genoemd. Nu wordt de naam Dominant Wit gebruikt. Deze naam is afgeleid van het gedrag van de mutant van de verantwoordelijke erfelijke eigenschap ten opzichte van zijn wildvorm. De werking van die verantwoordelijk erfelijke eigenschap, de dominant wit factor, heeft betrekking op de vorming van de carotinoïde kleur in de bevedering. Het vermogen om luteïne vanuit het voer om te zetten in kanarie xanthophyl is onverminderd aanwezig. Maar, door een belettingsfactor wordt toch voorkomen dat die omzetting plaatsvindt. Er wordt geen geel of rood carotinoïde in de veer afgezet. Hierdoor wordt in het uiterlijk alleen de kleur van het materiaal waaruit de veer is opgebouwd zichtbaar. Dit materiaal is zelf kleurloos en de vogel wordt dan wit genoemd. De beletting van de vorming van carotinoïde in de bevedering is niet 100%. Daardoor ontstaat toch plaatselijk een carotinoïdekleur in de bevedering. Het duidelijkst is dit aanwezig in de randen van de

19 Keurmeestersvereniging Kleur- en postuurkanaries 7.19 buitenste vleugelpennen. De aanwezigheid daar van carotinoïde wordt aanslag genoemd. De kleur zelf kan geel of rood zijn. Genetische gegevens Naam: Dominant wit factor Symbool: wildvorm CB+, mutant CB De afkorting is afgeleid van Carotinoïde Beletter Vererving: onafhankelijk gedrag: dominant Formule: CB+ = niet Dominant wit CB+ = Dominant wit CB+ CB CB = Dominant wit en ontstaat uit de paring Dominant wit x Dominant wit. CB Omschrijving kleurslag Door het niet volledig beletten van de luteïne omzetting is in de buitenste vleugelpennen in de vorm van aanslag nog de carotinoïdekleur waar te nemen. Deze aanslag moet aanwezig zijn, maar dan wel minimaal. Ook komt het voor dat carotinoïdekleur wordt waargenomen op de schouders en de stuit. Dit is fout. Doordat de kleur wit is geworden, is het niet meer waar te nemen of er sprake is van een intensieve vogel of een schimmel vogel. Toch zijn die verschijningsvormen bij de dominant witte aanwezig zoals bij iedere kleurslag. Intensieve vogels hebben een korte bevedering en vaak een wat te sterke kleur als aanslag in de vleugelranden. Schimmel vogels hebben een wat minder zwaar gekleurde aanslag. De bevedering is wat langer, vooral het dons is langer en dichter dan dat bij een intensieve vogel. Met een lichte schimmelverdeling komt de Dominant witte het beste tot z n recht. Door de beletting van de luteïne omzetting zal de mozaïektekening ook belet worden in de bevedering op te treden. Behalve als lipochroomvogel komt Dominant wit ook voor als bijkleur bij alle basiskleuren van de melaninevogels. De witte kleur is dan als regel verweven met de kleur van het dons. Kweekcombinaties met de dominant wit factor Het gedrag van de mutant is dominant over zijn wildvorm. Nu is het niet nodig dat dit volledig dominant is want een volledige Dominantie komt bij erfelijke eigenschappen van de kleurkanarie niet voor. De wildvorm zorgt voor de normale ontwikkeling van geel of rood carotinoïde. Dit houdt in dat de Dominant witte ( normaal ) altijd is staat is de normale luteïne omzetting weer door te geven aan de volgende generatie. man x pop : uitkomsten: niet Dom.wit x niet Dom.wit 100% niet Dominant wit niet Dom.wit x Dom.wit Dom.wit x Dom.wit 50% niet Dom.wit, 50% Dom.wit 25% niet Dom.wit, 50% Dom.wit, 25% ontvangt dubbel de dominant wit factor. Die 25%, die de dubbele dominant wit factor krijgt zal uiterlijk wit zijn. Algemeen is de theorie dat in dit geval sprake kan zijn van het optreden van een letale werking. Statistisch zouden dergelijke combinaties minder levensvatbaar zijn. In de praktijk is het wel mogelijk Dom. wit x Dom.wit te kweken maar dit moet wel zorgvuldig gebeuren. Uitgaande van een aanname dat bij bovenstaande kweekcombiaties de carotinoïdekleur geel is, zijn alle niet-dominant witte dus gele vogels. Uit bovenstaande blijkt ook dat dominant witte vogels niet split zijn of verervend zijn voor geel of rood. De mogelijkheid om die kleur te vormen is latent (verborgen) aanwezig in iedere Dominant witte. Bij het samenstellen van kweekparen moet steeds rekening worden gehouden met de verschijningsvormen intensief en schimmel. Ze zijn vaak niet direct herkenbaar en moeten vaak vanuit de praktijkervaring bepaald worden. Voorkom dat te veel schimmel x schimmel wordt gekweekt. Dit

20 Keurmeestersvereniging Kleur- en postuurkanaries 7.20 veroorzaakt vooral een te lange, niet meer strak zittende bevedering en levert geen bijdrage aan de kwaliteit van de witte kleur. Bij de melaninevogels zijn dezelfde kweekcombinaties mogelijk. RECESSIEF WIT of Engels wit In 1908 ontdekte miss Lee in Martinborough, Wellington Nieuw Zeeland in haar volières een witte kanarie. Uit welke ouders deze vogel kwam is niet na te gaan omdat er nogal wat aan inteelt werd gedaan in die volières. Gelijktijdig kweekte mr. W. Kiesel te London Engeland ook een witte kanarie. Deze kanaries waren geheel wit, dus zonder gele aanslag. Men ging hiermee verder kweken en kwam tot de conclusie dat deze witte kanaries anders vererfden dan de Duitse witte kanaries. Om hen hiervan te onderscheiden werden ze Engels wit genoemd. Later werd, gebaseerd op de erfelijkheid van de verantwoordelijke factor, de naam veranderd in Recessief wit. De werking van de verantwoordelijke erfelijke eigenschap heeft betrekking op de vorming van de carotinoïdekleur in de bevedering. De eigenschap zorgt voor een volledige beletting van het vermogen om luteïne om te zetten in kanarie xanthophyl. Er wordt totaal geen rood of geel carotinoïde meer afgezet in de bevedering. Het uiterlijk van de vogel wordt dan helder wit. Het vermogen om luteïne om te zetten in kanarie xanthophyl is normaal, maar latent aanwezig. Door het totaal uitschakelen van het omzettingsproces van uit het voer opgenomen luteïne ontstaat ook het verschijnsel dat de recessief witte kanarie daardoor geen of onvoldoende vitamine A aanmaakt. Dit tekort aan vitamine A zal door extra voedingssupplementen moeten worden gecompenseerd. Genetische gegevens Naam: Recessief wit factor Symbool: wildvorm: cb+, mutant cb. De afkorting is afgeleid van carotinoïde beletter Vererving: onafhankelijk Gedrag: recessief Formule: cb+ = niet Rec. wit, cb+ = split Rec.wit, cb = Rec.wit cb+ cb cb Omschrijving kleurslag De Recessief witte kanarie is over het gehele lichaam helder wit. Dit is voor de kweker wel een moeilijkheidsfactor want de bevedering is snel vervuild waardoor de helderheid verloren gaat. Ook bij deze witte kleur is sprake van de verschijningsvormen intensief en schimmel. Intensieve vogels hebben een kortere bevedering en vaak ook minder dons. Het probleem is dat de bevedering dan niet goed meer aansluit aan het lichaam. Schimmel vogels hebben een wat langere bevedering maar als de kweker te lang schimmel x schimmel kweekt zal de bevedering toch te lang worden. De Recessief witte komt het beste tot z n recht als lichte schimmel vogel. Door de volledige beletting van de luteïne omzetting zal ook de mozaïektekening belet worden in de bevedering op te treden. Behalve als lipochroomvogel komt Recessief wit ook voor als bijkleur bij alle basiskleuren van de melaninevogels. Kweekcombinaties met de recessief wit factor man x pop : uitkomsten: / = split, of verervend. geel x geel 100% geel, dus niet Recesief wit geel x Recessief wit 50% geel / Recessief wit geel x geel / Rec. wit 50% geel, 50% geel / Recessief wit geel / Rec.wit x geel / Rec.wit 25% geel, 50% geel / Rec.wit, 25% Recessief wit geel / Rec. wit x Rec. wit 50% geel / Rec. wit, 50% Recessief wit Rec.wit x Rec.wit 100% Recessief wit

TOEGEPASTE ERFELIJKHEIDSLEER

TOEGEPASTE ERFELIJKHEIDSLEER Keurmeestersvereniging Kleur- en postuurkanaries 6.1 TOEGEPASTE ERFELIJKHEIDSLEER Om de kennis van de erfelijkheidsleer en de celleer in de praktijk bruikbaar te maken voor de kweker, is men er toe over

Nadere informatie

Supplement STANDAARDEISEN KLEURKANARIES

Supplement STANDAARDEISEN KLEURKANARIES Supplement STANDAARDEISEN KLEURKANARIES 2009 A.N.B.v.V, K.B.O.F. en N.B.v.V. Maart 2009 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1-1 Voorwoord... 1-2 1 DE LIPOCHROOMKLEUREN MET WITTE PENNEN... 1-3 1.1 ALGEMENE EISEN

Nadere informatie

BESCHRIJVING VAN EIGENSCHAPPEN DIE INVLOED UITOEFENEN OP DE MELANINEVORMING VAN DE BASISKLEUREN

BESCHRIJVING VAN EIGENSCHAPPEN DIE INVLOED UITOEFENEN OP DE MELANINEVORMING VAN DE BASISKLEUREN Keurmeestersvereniging Kleur- en postuurkanaries 8.1 BESCHRIJVING VAN EIGENSCHAPPEN DIE INVLOED UITOEFENEN OP DE MELANINEVORMING VAN DE BASISKLEUREN In module 7 zagen we een beschrijving van de kleurstoffen

Nadere informatie

Ordre Mondial des Juges STANDARDS. Canaris de Couleur. Colourbred Canaries

Ordre Mondial des Juges STANDARDS. Canaris de Couleur. Colourbred Canaries Ordre Mondial des Juges STANDARDS Canaris de Couleur Colourbred Canaries INTRODUCTIE Op initiatief van de Voorzitter van de O.M.J. Daniel SOMMER zijn de keurmeesters van Duitsland, België, Spanje, Frankrijk,

Nadere informatie

Nederlandse Kleurkanarie Club

Nederlandse Kleurkanarie Club BEVEDERING BIJ KANARIES (n.a.v. themadag NKC West 31 mei 2008) De bevedering van de kanarievogel heeft meerdere functies: Isolatie tegen verlies van lichaamswarmte. Ze houden de vogel waterafstotend. Het

Nadere informatie

Standaard: Mutaties Gedomesticeerde Afrikaanse- en Aziatische prachtvinken 2007.

Standaard: Mutaties Gedomesticeerde Afrikaanse- en Aziatische prachtvinken 2007. Standaard: Mutaties Gedomesticeerde Afrikaanse- en Aziatische prachtvinken 2007. Uitgave 2007 standaard mut ged afr azi pv.doc Pagina 1 van 22 INDEX Voorwoord 3 Een overzicht van met zekerheid voorkomende

Nadere informatie

Standaardeisen kleurkanaries 2015 COM / OMJ

Standaardeisen kleurkanaries 2015 COM / OMJ Standaardeisen kleurkanaries 2015 COM / OMJ Confédération Ornithologique Mondiale / Ordre Mondial des Juges Nederlandse vertaling vanuit de oorspronkelijke Franstalige uitgave Propriété de la C.O.M. /

Nadere informatie

Inhoudsopgave... iii Voorwoord... vi KEURTECHNIEK ALGEMENE KEURTECHNIEK VOOR LIPOCHROOM KANARIES

Inhoudsopgave... iii Voorwoord... vi KEURTECHNIEK ALGEMENE KEURTECHNIEK VOOR LIPOCHROOM KANARIES ii Inhoudsopgave Inhoudsopgave... iii Voorwoord... vi 1 KEURTECHNIEK... 1-1 ALGEMENE KEURTECHNIEK VOOR LIPOCHROOM KANARIES 1-1 ALGEMENE KEURTECHNIEK VOOR GEMELANISEERDE KANARIES 1-1 DE KEURLIJST 1- Alle

Nadere informatie

Algemene regels tijdens het keuren De keurders zijn verplicht de gegeven instructies strikt op te volgen

Algemene regels tijdens het keuren De keurders zijn verplicht de gegeven instructies strikt op te volgen Pagina 2 Algemene regels tijdens het keuren Pagina 3 Keurfiche + beschrijving van de rubrieken Pagina 4 Pagina 5 Mozaïeken Pagina 6 met rode bek (Urucum) Pagina 7 Zwartreeks Pagina 8 Bruinreeks Pagina

Nadere informatie

Standaard: Mutaties Australische prachtvinken.

Standaard: Mutaties Australische prachtvinken. Standaard: Mutaties Australische prachtvinken. Uitgave 2012 INHOUDSOPGAVE Voorwoord 2 Een overzicht van met zekerheid voorkomende mutaties 3 Bruin. 5 Agaat. 6 Geslachtsgebonden ino... 7 Isabel. 8 Opaal.

Nadere informatie

BEVEDERING. Een presentatie van Gea Stoop Den Haag 2006

BEVEDERING. Een presentatie van Gea Stoop Den Haag 2006 BEVEDERING Een presentatie van Gea Stoop Den Haag 2006 INHOUD BEVEDERING UITERLIJK KENMERKEN GEFRISEERDE BEVEDERING KUIFBEVEDERING VERERVING FOUTEN BEVEDERING De bevedering van een kanarie is medebepalend

Nadere informatie

Standaard: Europese Cultuurvogels

Standaard: Europese Cultuurvogels Standaard: Europese Cultuurvogels Mutaties. ECstandaard mutaties.doc Pagina 1 van 29 Inhoud: Inhoud 2 Voorwoord 3 Een overzicht van met zekerheid voorkomende mutaties 4 Bruin 6 Agaat Aganet 7 8 Satinet

Nadere informatie

Standaard: Mutaties Europese Cultuurvogels

Standaard: Mutaties Europese Cultuurvogels Standaard: Mutaties Europese Cultuurvogels Deel 1, Zaadeters. ECstandaard mutatiedeel 2012 Pagina 1 van 29 INDEX Voorwoord 3 Een overzicht van met zekerheid voorkomende mutaties 4 Bruin. 6 Agaat. 7 Aminet..

Nadere informatie

Standaardeisen kleurkanaries 2015

Standaardeisen kleurkanaries 2015 Standaardeisen kleurkanaries 2015 Nederlandse vertaling vanuit de oorspronkelijke Franstalige uitgave Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers - Januari 2015 1 Foto s opgenomen op de voorzijde van deze standaardeisen

Nadere informatie

Standaardeisen kleurkanaries 2011 COM / OMJ. Confédération Ornithologique Mondiale / Ordre Mondial des Juges

Standaardeisen kleurkanaries 2011 COM / OMJ. Confédération Ornithologique Mondiale / Ordre Mondial des Juges Standaardeisen kleurkanaries 2011 COM / OMJ Confédération Ornithologique Mondiale / Ordre Mondial des Juges Nederlandse vertaling vanuit de oorspronkelijke Franstalige uitgave Propriété de la C.O.M. /

Nadere informatie

Standaardeisen kleurkanaries 2015. Nederlandse vertaling vanuit de oorspronkelijke Franstalige uitgave

Standaardeisen kleurkanaries 2015. Nederlandse vertaling vanuit de oorspronkelijke Franstalige uitgave Standaardeisen kleurkanaries 2015 Nederlandse vertaling vanuit de oorspronkelijke Franstalige uitgave 1 Foto s opgenomen op de voorzijde van deze standaardeisen zijn geplaatst met instemming van de Kanarioloog

Nadere informatie

DE LIPOCHROOMKANARIES

DE LIPOCHROOMKANARIES DE LIPOCHROOMKANARIES Algemeen Als gevolg van de afwezigheid van de werking van de enzymfactor, zijn de melaninen niet zichtbaar in de bevedering. De snavel, nagels en poten moeten vleeskleurig zijn. De

Nadere informatie

Vergadering Experten OMJ sectie D kleurkanaries in Palaiseau 20/21/22 mei

Vergadering Experten OMJ sectie D kleurkanaries in Palaiseau 20/21/22 mei Vergadering Experten OMJ sectie D kleurkanaries in Palaiseau 20/21/22 mei 2011 Aanwezig: Italië, Frankrijk, Duitsland,Nederland, Zwitserland, Spanje,Portugal, België.Oostenrijk was afwezig.allen A-landen

Nadere informatie

Algemene regels tijdens het keuren De keurders zijn verplicht de gegeven instructies strikt op te volgen

Algemene regels tijdens het keuren De keurders zijn verplicht de gegeven instructies strikt op te volgen INHOUDSTAFEL Pagina 2 Algemene regels tijdens het keuren Pagina 3 Keurfiche + beschrijving van de rubrieken Pagina 4 Pagina 5 Mozaïeken Pagina 6 met rode bek (Urucum) Pagina 7 Zwartreeks Pagina 8 Bruinreeks

Nadere informatie

Vererving Toegepast bij Europese vogels. Door Ben Cretskens

Vererving Toegepast bij Europese vogels. Door Ben Cretskens Vererving Toegepast bij Europese vogels Door Ben Cretskens Inhoud Inleiding Mutatie? Lichaam van de vogel Bevruchting Kleuren Verervingen Inleiding Darwin had gelijk! Wetten van Mendel Eigenschappen van

Nadere informatie

Algemene regels tijdens het keuren De keurders zijn verplicht de gegeven instructies strikt op te volgen

Algemene regels tijdens het keuren De keurders zijn verplicht de gegeven instructies strikt op te volgen INHOUDSTAFEL Pagina 2 Algemene regels tijdens het keuren Pagina 3 Keurfiche + beschrijving van de rubrieken Pagina 4 Pagina 5 Mozaïeken Pagina 6 met rode bek (urucum) Pagina 7 Zwartreeks Pagina 8 Bruinreeks

Nadere informatie

Standaardeisen kleurkanaries 2016

Standaardeisen kleurkanaries 2016 Standaardeisen kleurkanaries 2016 COM / OMJ Confédération Ornithologique Mondiale / Ordre Mondial des Juges Nederlandse vertaling vanuit de oorspronkelijke Franstalige uitgave Propriété de la C.O.M. /

Nadere informatie

De kleurkanarie en zijn vererving

De kleurkanarie en zijn vererving De kleurkanarie en zijn vererving Kennis maken met de vererving van de kleurkanarie. Voor veel liefhebbers, ook de serieuze liefhebber, is het werken met formules en daarbij behorende lettersymbolen voor

Nadere informatie

Standaardeis Catharina parkiet

Standaardeis Catharina parkiet Pagina 1 Inhoudsopgave : pagina Inhoudsopgave 2 Toelichting keurbrief 3 en 4 Keurbrief 4 Algemene standaardeis Catharina parkiet 5 en 6 Mutatie beschrijving Groen 7 D. groen 8 D.D. groen 9 Turquoise 10

Nadere informatie

Standaard: Mutaties Australische prachtvinken. Uitgave

Standaard: Mutaties Australische prachtvinken. Uitgave Standaard: Mutaties Australische prachtvinken. Uitgave 2012-2018 Inhoudsopgave Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE... 2 VOORWOORD.... 2 VOORWOORD 2018... 2 GESLACHTSGEBONDEN EN RECESSIEVE VERERVING:... 3 AUTOSOMALE

Nadere informatie

Voorzitter van de Keurmeestersvereniging,

Voorzitter van de Keurmeestersvereniging, VOORWOORD KEURMEESTERSVERENIGING A.N.B.v.V. Het is voor mij als voorzitter van de keurmeesters vereniging een grote eer deze STANDAARDEISEN RIJSTVOGELS bij u te introduceren. Om bij te blijven is het noodzakelijk

Nadere informatie

Kruisingen van de girlitz met de rode kanarie en hun nakomelingen

Kruisingen van de girlitz met de rode kanarie en hun nakomelingen Kruisingen van de girlitz met de rode kanarie en hun nakomelingen Korte handleiding voor een doelgerichte kweek met hybriden aan de hand van enkele grondbeginselen van de erfelijkheidsleer en een praktijkvoorbeeld

Nadere informatie

Japanse Kwartels (Coturnix c. Japonica)

Japanse Kwartels (Coturnix c. Japonica) Standaard Japanse Kwartels (Coturnix c. Japonica) Uitgegeven door: Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers Copyright by NBvV. Alle rechten voorbehouden Uitgave: zomer 1993 OPMERKING VOORAF: Om het document

Nadere informatie

STANDAARDEISEN K.B.O.F. JAPANSE MEEUWEN K.B.O.F.

STANDAARDEISEN K.B.O.F. JAPANSE MEEUWEN K.B.O.F. STANDAARDEISEN JAPANSE MEEUWEN UITGAVE 2015 0 INHOUD 2. Inhoud 3. Zwartbruin 4. Donkerbruin 5. Mokkabruin 6. Roodbruin 7. Zwartgrijs 8. Donkergrijs 9. Mokkagrijs 10. Donker roodgrijs 11. Roodgrijs 12.

Nadere informatie

KMV tropische vogels en parkieten. Standaard. Gouldamadine. Uitgave 2006. Pagina 1 van 71

KMV tropische vogels en parkieten. Standaard. Gouldamadine. Uitgave 2006. Pagina 1 van 71 Standaard Gouldamadine Uitgave 2006 Pagina 1 van 71 Inhoud Inhoud... 02 Index kleurstandaard... 03 Voorwoord... 04 Algemene gegevens... 06 Erfelijke factoren en hun werking in de gouldamadine... 11 Mogelijke

Nadere informatie

SPECIAALCLUB KLEURKANARIES vzw SKKL KBOF - LIMBURG. Infoblad. Nr 4-december jaargang 27

SPECIAALCLUB KLEURKANARIES vzw SKKL KBOF - LIMBURG. Infoblad. Nr 4-december jaargang 27 SPECIAALCLUB KLEURKANARIES vzw SKKL KBOF - LIMBURG Infoblad Nr 4-december 2016 - jaargang 27 2 Clubnieuws Clubnieuws Clubnieuws - Het Lidgeld 2017 SKKL: 12 per jaar - Infoblad inbegrepen SKKL + KBOF :

Nadere informatie

Standaardeis van Agapornis taranta

Standaardeis van Agapornis taranta Standaardeis van Agapornis taranta Editie 2015 opgesteld op initiatief van Ornitho-Genetics VZW i.s.m. met MUTAVI en de technische comités van: ANBvV, AOB, BVA en KBOF 2015 Inhoud: Standaardeis van Agapornis

Nadere informatie

Oproep tot medewerking: Agaat barmsijs? agaat elzensijs?

Oproep tot medewerking: Agaat barmsijs? agaat elzensijs? Oproep tot medewerking: Agaat barmsijs? agaat elzensijs? We willen duidelijk stellen dat ISEC (Internationaal Samenwerking verband Europese Cultuurvogels) niet zit te vragen om naamsveranderingen. Maar

Nadere informatie

STANDAARDEISEN RIJSTVOGELS K.B.O.F. K.B.O.F.

STANDAARDEISEN RIJSTVOGELS K.B.O.F. K.B.O.F. STANDAARDEISEN RIJSTVOGELS UITGAVE 2012 Voorwoord. Gezien de ontwikkeling die de kweek van rijstvogels de laatste jaren heeft ondergaan is door de Technische Commissie Exoten KBOF beslist de bestaande

Nadere informatie

WERKDOCUMENT KLEINE GRASPARKIET

WERKDOCUMENT KLEINE GRASPARKIET WERKDOCUMENT KLEINE GRASPARKIET Bedenker van dit document: Filip RESO voorzitter technische commissie Parkieten Opsteller van dit document: Frans COPPIETERS lid technische commissie Parkieten Werkdocument

Nadere informatie

Basis erfelijkheid. K.V.K de Koperwiek 1 oktober 2013

Basis erfelijkheid. K.V.K de Koperwiek 1 oktober 2013 Basis erfelijkheid K.V.K de Koperwiek oktober 0 Erfelijkheid Elk levend individu heeft evenveel meegekregen van zijn vader als van zijn moeder. Elk onderdeel vererft onafhankelijk van alle andere Kleur

Nadere informatie

Gezamenlijke standaardeisen Forpussen. Opgesteld door de technische commissies van ANBvV, KBOF, NBvV en NFC.

Gezamenlijke standaardeisen Forpussen. Opgesteld door de technische commissies van ANBvV, KBOF, NBvV en NFC. De vorm van de vogels. FYSIEKE KENMERKEN DWERGPAPEGAAIEN. (geslacht Forpus) 01. Het voorhoofd, vanaf de snavel licht gewelfd naar achter toe. 02. Bovenkop (kruin), licht gewelfd. 03. De omgebogen snavel

Nadere informatie

standaardeisen DIAMANTDUIVEN

standaardeisen DIAMANTDUIVEN standaardeisen DIAMANTDUIVEN Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers uitgave voorjaar 990 INHOUDSOPGAVE: Voorwoord... 2 Standaard... 3 Keurtechnische aanwijzingen... 4 Kleurstandaard Bruin... 5 Bruinpastel...

Nadere informatie

SPECIAALCLUB KLEURKANARIES vzw SKKL KBOF - LIMBURG. Infoblad. Nr 1 maart 2016 - jaargang 27

SPECIAALCLUB KLEURKANARIES vzw SKKL KBOF - LIMBURG. Infoblad. Nr 1 maart 2016 - jaargang 27 SPECIAALCLUB KLEURKANARIES vzw SKKL KBOF - LIMBURG Infoblad Nr 1 maart 2016 - jaargang 27 2 Clubnieuws Het Lidgeld SKKL: 12 per jaar - Infoblad inbegrepen SKKL + KBOF : 32 per jaar + maandblad Witte spreeuw

Nadere informatie

Kleurvererving bij Europese vogels. Geschreven door Ben Cretskens Goedgekeurd door Jack Bloemen Barmsijs-Meeuwen

Kleurvererving bij Europese vogels. Geschreven door Ben Cretskens Goedgekeurd door Jack Bloemen Barmsijs-Meeuwen Kleurvererving bij Europese vogels Geschreven door Ben Cretskens Goedgekeurd door Jack Bloemen Inhoud Soorten vererving Definities Geslachtsgebonden recessief Wat betekent split? Kleuren die geslachtsgebonden

Nadere informatie

ZILVERBEKJES RIJSTVOGELS 2001 VOORWOORD.

ZILVERBEKJES RIJSTVOGELS 2001 VOORWOORD. ZILVERBEKJES RIJSTVOGELS 2001 VOORWOORD. In 1974 werd een zeer beknopte standaard zilver- en loodbekjes uitgegeven, in 1982 gevolgd door de standaard rijstvogels. Begin negentiger jaren ontstaat de behoefte

Nadere informatie

Groep 3.006 Lipochroom Lutino intensief witte pennen. Groep 3.008 Lipochroom Geel schimmel witte pennen

Groep 3.006 Lipochroom Lutino intensief witte pennen. Groep 3.008 Lipochroom Geel schimmel witte pennen 1. Zangkanaries Hoofdgroep 01: Zangkanaries 1 Kooi: zangkooi Groep 1.001 Harzers klas 1.001.001 Harzers Hoofdgroep 02: Zangkanaries 2 Kooi: zangkooi Groep 1.002 Waterslagers klas 1.002.001 Waterslagers

Nadere informatie

Standaardeisen van Agapornis taranta

Standaardeisen van Agapornis taranta Standaardeisen van Agapornis taranta Editie 2017 opgesteld op initiatief van Ornitho-Genetics VZW in samenwerking met MUTAVI en de technische comités van: AOB, BVA en KBOF 2017 - heden Inhoud: Standaardeisen

Nadere informatie

GESCHILDERDE ASTRILDE, Emblema, picta

GESCHILDERDE ASTRILDE, Emblema, picta GESCHILDERDE ASTRILDE, Emblema, picta Keurmeestervereniging T&P. ALGEMEEN: Nederlands: Duits: Engels: Frans: Geschilderde astrilde. Gemalter astrild. Painted Firetail. Embleme peint. De Geschilderde astrilde

Nadere informatie

Standaard. Zebravinken. (Phoephila guttata)

Standaard. Zebravinken. (Phoephila guttata) Standaard Zebravinken (Phoephila guttata) Uitgave 2014 INHOUD STANDAARD ZEBRAVINKEN Inhoud 2 agaat bruin 61 Voorwoord 4 agaat bleekrug grijs 61 Vederstructuur en kleurvorming 5 witborst grijs 63 Mutaties

Nadere informatie

Nu te bestellen.. Het boek Grasparkieten Kweken

Nu te bestellen.. Het boek Grasparkieten Kweken Nu te bestellen.. Het boek Grasparkieten Kweken Het complete naslagwerk over het kweken van grasparkieten. Met o.a. de volgende onderwerpen die uitvoerig worden besproken. Ca. 100 blz. Kweekvoorbereiding

Nadere informatie

Gedomesticeerde Afrikaanse- en Aziatische prachtvinken

Gedomesticeerde Afrikaanse- en Aziatische prachtvinken Standaard Gedomesticeerde Afrikaanse- en Aziatische prachtvinken Zilverbek. Loodbek. Parelhalsamadine. Rijstvogel. Timor rijstvogel. Bandvink. Ekstertjes. Uitgave 2012 KMV T&P. Pagina 1 van 62 Inhoudsopgave:

Nadere informatie

Standaardeisen kleurkanaries 2016

Standaardeisen kleurkanaries 2016 Standaardeisen kleurkanaries 2016 Nederlandse vertaling vanuit de oorspronkelijke Franstalige uitgave 1 Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers (N.B.v.V) september 2016 1 2 Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers

Nadere informatie

Op verzoek de vergader datums voor 2016.

Op verzoek de vergader datums voor 2016. Hierbij nodigen wij u uit voor onze clubavond op maandag 21 maart 2016. Wijkcentrum De Groene Hoven Koninginnelaan 280 Apeldoorn. Aanvang 20.00 uur. Agenda: 1. Opening. 2. Vogelbespreking (zie pagina 2)

Nadere informatie

SPECIAALCLUB KLEURKANARIES vzw SKKL KBOF - LIMBURG. Infoblad. Nr 2 juni jaargang 27

SPECIAALCLUB KLEURKANARIES vzw SKKL KBOF - LIMBURG. Infoblad. Nr 2 juni jaargang 27 SPECIAALCLUB KLEURKANARIES vzw SKKL KBOF - LIMBURG Infoblad Nr 2 juni 2016 - jaargang 27 2 Clubnieuws Satinet rood (ivoor) intensief en schimmel Het Lidgeld SKKL: 12 per jaar - Infoblad inbegrepen SKKL

Nadere informatie

BONDSVRAAGPROGRAMMA A.N.B.v.V. GELDIG VANAF HET TENTOONSTELLINGSSEIZOEN 2015 T/M 2017

BONDSVRAAGPROGRAMMA A.N.B.v.V. GELDIG VANAF HET TENTOONSTELLINGSSEIZOEN 2015 T/M 2017 BONDSVRAAGPROGRAMMA A.N.B.v.V. GELDIG VANAF HET TENTOONSTELLINGSSEIZOEN 2015 T/M 2017 Totaal 18 hoofdgroepen. Hoofdgroep A (*) Hoofdgroep B (*) Hoofdgroep C (*) Hoofdgroep D (*) Hoofdgroep E (*) Harzers

Nadere informatie

zwart atipico woerd Auteur : SCHOLLAERT N.

zwart atipico woerd Auteur : SCHOLLAERT N. zwart atipico woerd Auteur : SCHOLLAERT N. Pagina 1 Copyright: Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden verveelvoudigd en/of voor publicatie doeleinden worden gebruikt zonder voorafgaande

Nadere informatie

Gemeenschappelijke standaardeis van de Agapornis taranta

Gemeenschappelijke standaardeis van de Agapornis taranta 1 Gemeenschappelijke standaardeis van de Agapornis taranta Opgesteld door de technische comités van: ANBvV, AOB, BVA, KBOF, ONZE PARKIETEN, Parkietenspeciaalclub ANBvV, PSC, Psittacula Holland, NBvV, ism

Nadere informatie

Groep 3.041 Lipochroom Rood intensief 3.041.001 Rood intensief. Groep 3.042 Lipochroom Roodivoor intensief 3.042.002 Roodivoor intensief

Groep 3.041 Lipochroom Rood intensief 3.041.001 Rood intensief. Groep 3.042 Lipochroom Roodivoor intensief 3.042.002 Roodivoor intensief 1 Zangkanaries Kooi: zangkooi Gevraagd: 2 jaar Groep 1.001 Harzers 1.001.001 Harzers Groep 1.002 Waterslagers 1.002.001 Waterslagers Groep 1.003 Timbrado's 1.003.001 Timbrado's 3 Kleurkanaries Gevraagd:

Nadere informatie

Europese Cultuurvogels

Europese Cultuurvogels Standaard: Europese Cultuurvogels Deel 2, Zaadeters. Europese cultuurvogels 2006 (2) Pagina 1 van 45 INDEX Voorwoord.. 3 Sijs.5 Fysieke standaard... 5 Kleurstandaard... 7 Keurtechnische aanwijzingen...

Nadere informatie

Europese Cultuurvogels

Europese Cultuurvogels Standaard: Europese Cultuurvogels Deel 2, zaadeters, vervolg: Europese cultuurvogels 2012 (Deel 2) Pagina 1 van 47 INDEX Voorwoord.. 3 Sijs.5 Fysieke standaard... 5 Kleurstandaard... 7 Keurtechnische aanwijzingen...

Nadere informatie

Standaard. Catharinaparkieten. Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers. Copyrigt by NBvV, Alle rechten voorbehouden. Uitgave: januari 2011.

Standaard. Catharinaparkieten. Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers. Copyrigt by NBvV, Alle rechten voorbehouden. Uitgave: januari 2011. Standaard Catharinaparkieten Uitgegeven door: Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers Uitgave: januari 2011. Copyrigt by NBvV, Alle rechten voorbehouden 1 Index. Index... 2 Voorwoord... 3 Bij het hoofdstuk

Nadere informatie

Mededelingenblad 4e kwartaal 2012

Mededelingenblad 4e kwartaal 2012 Mededelingenblad 4 e kwartaal 2012 1 Vogelvereniging Vogelvreugd Delft Opgericht op 9 april 1954 Wijkcentrum de Parel v. Beresteynstraat 99 2614 HE DELFT Gironummer: 1590314 Email: info@vogelvreugddelft.nl

Nadere informatie

Verslag dierbespreking maart 2014 Jaarvergadering NSDH. (Hans Tenbergen)

Verslag dierbespreking maart 2014 Jaarvergadering NSDH. (Hans Tenbergen) Verslag dierbespreking maart 2014 Jaarvergadering NSDH. (Hans Tenbergen) Helaas werkte het door mij meegebrachte fototoestel die dag niet mee. Ik heb het verslag wat aangevuld met al bestaande foto s.

Nadere informatie

Serama. Raskenmerken haan:

Serama. Raskenmerken haan: Serama Herkomst: Wereldwijd verspreid Maleisisch oorspronkelijk krielras. In 2001 in Noord-Amerika en enkele jaren later via Nederland naar Europa ingevoerd. Algemeen voorkomen: Zeer klein, breed en compact

Nadere informatie

Standaardeisen van Agapornis canus V 3.1

Standaardeisen van Agapornis canus V 3.1 Standaardeisen van Agapornis canus V 3.1 opgesteld op initiatief van Ornitho-Genetics vzw in samenwerking met MUTAVI en de technische comités van: AOB, BVA International en KBOF 2015 heden: Ornitho-Genetics

Nadere informatie

bij Europese vogels Broeduitkomsten Kleurslagen en Verervingsvorm

bij Europese vogels Broeduitkomsten Kleurslagen en Verervingsvorm Broeduitkomsten bij Europese vogels Grondregels vererving: 1. Geslachtsgebonden vererving - factor dubbel aanwezig bij mannen - split mannen, geen split poppen - vader geeft kleur aan dochters - is dominant

Nadere informatie

Jurgen Vansteenkiste : Atlas Atheneum Gistel. Dwarse doorsnede van een boomstam

Jurgen Vansteenkiste : Atlas Atheneum Gistel. Dwarse doorsnede van een boomstam Jurgen Vansteenkiste : Atlas Atheneum Gistel Dwarse doorsnede van een boomstam Spinthout (licht) en kernhout (donker) Spinthout is het niet-verkernde hout van een boom: het bevindt zich tussen het kernhout

Nadere informatie

Zebravinken (Phoephila guttata)

Zebravinken (Phoephila guttata) Standaard Zebravinken (Phoephila guttata) Uitgave 2014-2018 Revisie voorjaar 2018 Inhoud Inhoudsopgave Inhoud... 2 VOORWOORD... 6 VOORWOORD 2018... 6... 6 VEDERSTRUCTUUR EN KLEURVORMING BIJ ZEBRAVINKEN...

Nadere informatie

Gemeenschappelijke standaardeis van de Agapornis lilianae

Gemeenschappelijke standaardeis van de Agapornis lilianae 1 Gemeenschappelijke standaardeis van de Agapornis lilianae Opgesteld door de technische comités van: ANBvV, AOB, BVA, KBOF, ONZE PARKIETEN, Parkietenspeciaalclub ANBvV, PSC, Psittacula Holland, NBvV,

Nadere informatie

Mutaties en vererving. 18 april 2009 Piet Onderdelinden 1

Mutaties en vererving. 18 april 2009 Piet Onderdelinden 1 Mtaties en vererving 18 april 2009 Piet Onderdelinden 1 Lichtgroen is het itgangspnt van waar it de navolgende mtaties zllen worden besproken. Het is geen mtatie, maar een geselecteerde klervariant, verkregen

Nadere informatie

Uitgegeven door: Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers Copyright by NBvV, Alle rechten voorbehouden Uitgave:

Uitgegeven door: Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers Copyright by NBvV, Alle rechten voorbehouden Uitgave: Japanse kwartels Uitgegeven door: Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers Copyright by NBvV, Alle rechten voorbehouden Uitgave: 1993-2018 Pagina 1 van 45 Index Inhoud Index... 2 JAPANSE KWARTELS 1993...

Nadere informatie

INDEX. Standaardeisen Gouldamadines 1997 A.N.B.v.V. 1

INDEX. Standaardeisen Gouldamadines 1997 A.N.B.v.V. 1 INDEX Omschrijving Pagina INDEX...1 VOORWOORD...2 KEURTECHNISCHE AFSPRAKEN / KEURBRIEFJE...3 ALGEMENE GEGEVENS...4 OMSCHRIJVING RUBRIEKEN...4 ALGEMENE KEURTECHNISCHE AANWIJZINGEN RUBRIEKEN...4 OVERZICHT

Nadere informatie

Voorwoord 2. Algemene inleiding 3. Fysieke standaard 4. Keurtechnische opmerkingen 16

Voorwoord 2. Algemene inleiding 3. Fysieke standaard 4. Keurtechnische opmerkingen 16 ROSELLA. INDEX Voorwoord 2 Algemene inleiding 3 Fysieke standaard 4 Keurtechnische opmerkingen 16 Adelaide rosella 5 Blauwwang bleekkop rosella 13 Bleekkop rosella 13 Brown's rosella 17 Geelbuik rosella

Nadere informatie

FAVEROLLES Frans, Duits en kriel

FAVEROLLES Frans, Duits en kriel FAVEROLLES Frans, Duits en kriel We hebben hier te maken met een ras wat je over de hele wereld tegenkomt, een ras waar vele schilders en tekenaars inspiratie bij vonden. Naast een spectaculair show ras,

Nadere informatie

STANDAARDEISEN ZEBRAVINKEN

STANDAARDEISEN ZEBRAVINKEN STANDAARDEISEN ZEBRAVINKEN Uitgave 2015 De traanstreep: De traanstreep loopt vanaf de onderkant van het oog, langs de wangvlek tot aan de onderkant van deze Onder het oog 1,5 mm breed, spits uitlopend

Nadere informatie

HET HERKENNEN VAN GROTE MEEUWEN (DEEL 4)

HET HERKENNEN VAN GROTE MEEUWEN (DEEL 4) HET HERKENNEN VAN GROTE MEEUWEN (DEEL 4) Bram Rijksen In de voorgaande delen is ingegaan op specifieke leeftijdskenmerken en het verschijnsel rui bij grote meeuwen. In het derde deel is aangegeven hoe

Nadere informatie

BIJ HET HOOFDSTUK STIZOPTERA.

BIJ HET HOOFDSTUK STIZOPTERA. BIJ HET HOOFDSTUK STIZOPTERA. Het genus Stizoptera beslaat één soort, met een ondersoort, welke hun thuis hebben in Noord- en Oost Australië. Bichenowastrilde, Stizoptera b. bichenovii. Zwartstuit bichenowastrilde,

Nadere informatie

CATHARINAPARKIET STANDAARDEISEN 2015

CATHARINAPARKIET STANDAARDEISEN 2015 CATHARINAPARKIET STANDAARDEISEN 2015 Uitgegeven door: Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers Uitgave: september 2015, Copyright by NBvV, Alle rechten voorbehouden 1 Index. Index... 2 Voorwoord... 3 Bij

Nadere informatie

1250-1330 1340-1440 1450-1650 1660-1700

1250-1330 1340-1440 1450-1650 1660-1700 Nederlandse Hangoor Dwerg Het land van oorsprong is Nederland. Is in Nederland erkend in 1964 Puntenschaal Groep 6.Hangoren. Pos. Onderdeel Punten 1 Gewicht 10 2 Type, bouw en stelling 20 3 Pels en pelsconditie

Nadere informatie

Een presentje van onze Zuiderburen, de Kwartelkleur. KV 2013, Aad Rijs

Een presentje van onze Zuiderburen, de Kwartelkleur. KV 2013, Aad Rijs Een presentje van onze Zuiderburen, de Kwartelkleur KV 2013, Aad Rijs Een verschil in interpretatie van de standaard tussen Nederland en België bleek in 2011 een probleem België en Nederland; twee landen

Nadere informatie

RICHTLIJNEN BIJ HET KEUREN VAN

RICHTLIJNEN BIJ HET KEUREN VAN RICHTLIJNEN BIJ HET KEUREN VAN HYBRIDEN UITGAVE 2013 VOORWOORD Met de uitgave van deze eerste reeks keurrichtlijnen voor hybriden, als aanvulling op het lesboek, hoopt de T.C. hybriden een bijdrage te

Nadere informatie

catalogus Onderlinge TT 2016

catalogus Onderlinge TT 2016 catalogus Onderlinge TT 2016 kooi ring naam kls klr/zng pnt. opm. prijs D D kleurkanaries stammen D18-001 Zwart geel intensief 1 77 Wildt, de G. A 52 92 2 124 Wildt, de G. A 52 92 3 1 Wildt, de G. A 51

Nadere informatie

Kerstmis 2008 Nieuwjaar 2009

Kerstmis 2008 Nieuwjaar 2009 Kerstmis 2008 Nieuwjaar 2009 Agri-shop Rijsbosch 17 4112 MB Beusichem 0345-501231 E-mail: deheus.beusichem@versatel.nl Openingstijden: Maandag t/m donderdag Vrijdag Zaterdag Nieuw: PAVO & Havens Paardenvoeders

Nadere informatie

GORDELGRASVINK, Phoephila c. cinta. ZWARTSTUIT GORDELGRASVINK, Phoephila c. atropygialis.

GORDELGRASVINK, Phoephila c. cinta. ZWARTSTUIT GORDELGRASVINK, Phoephila c. atropygialis. GORDELGRASVINK, Phoephila c. cinta. ZWARTSTUIT GORDELGRASVINK, Phoephila c. atropygialis. Algemeen: Nederlands: Duits: Engels: Frans: Nederlands: Duits: Engels: Frans: Gordelgrsvink. Gürtelamadine. Black-throated

Nadere informatie

(Archieven F.O.I.) NEDERLANDS

(Archieven F.O.I.) NEDERLANDS (Archieven F.O.I.) NEDERLANDS NOMENCLATUUR KLASSIEK BRUIN TOPAAS PHÁEO CRÈME- INO GRIJS (ONYX) NIEUWE MUTATIES IN STUDIE Deze beschrijft men, man en pop klassiek, zowel als geelsnavel als roodsnavel (ondersoort

Nadere informatie

STANDAARDEISEN LACHDUIVEN A.N.B.v.V. 1998 1

STANDAARDEISEN LACHDUIVEN A.N.B.v.V. 1998 1 INDEX Pagina Index 1 Voorwoord 2 Algemene beschrijving 3 Kleurbeschrijving 4 Kleurentabel 5 Wildkleur 6 Isabel 7 Phaeo 8 Roodbruin 9 Pastel Wildkleur 10 Pastel Isabel 11 Pastel Phaeo 12 Pastel Roodbruin

Nadere informatie

De blauwe kleur is eigenlijk een menging van zwarte met witte wol. Geen enkel dier is hetzelfde.

De blauwe kleur is eigenlijk een menging van zwarte met witte wol. Geen enkel dier is hetzelfde. Blauwe Texelaars Kleur Strikt genomen zijn er in de Texelaar fokkerij de volgende kleurslagen te vinden. Witte schapen, Blauwe Texelaar, Dassenkop Texelaars en Zwarte Texelaars. De fokkerij gaat van dominante

Nadere informatie

Lombok papegaai-amadine:... 11 5. Kleur- en tekeningstandaard... 11 wildkleur... 11

Lombok papegaai-amadine:... 11 5. Kleur- en tekeningstandaard... 11 wildkleur... 11 STANDAARDEISEN PAPEGAAI-AMADINES (ERYTHRURA) Ten behoeve van de downloadsnelheid zijn blancoruimten weggelaten, hierdoor klopt de bladzijdennummering niet meer) Index: Index... 1 Voorwoord... 3 Papegaai-amadines

Nadere informatie

Een presentatie van Gea Stoop april 2008

Een presentatie van Gea Stoop april 2008 & Een presentatie van Gea Stoop april 2008 Agenda Herkomst Ontwikkeling Verervingen Standaardeisen Discussie BORDER x GEKUIFDE HARZER = GLOSTER Ur Frise 1690 Grote van Gent 1700 Lizard 1640 Kuifkanarie

Nadere informatie

Prijswinnaars Tentoonstelling

Prijswinnaars Tentoonstelling Hoofdgroep 06 03.001 Prijswinnaars Tentoonstelling Lipochroom wit Lipochroom Wit 03.001.002 Wit 42 H Toirkens 51 92 1 182 Zilver 85 H Toirkens Hoofdgroep 07 Lipochroom geel intensief, schimmel en mozaïek

Nadere informatie

Standaard: Diamantduiven

Standaard: Diamantduiven Standaard: Diamantduiven Uitgegeven door: Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers Uitgave: 2017-2018 Standaard diamantduiven Pagina 1 van 27 INHOUD: INHOUD INHOUD... 2 VOORWOORD... 3 VOORWOORD 2017-2018...

Nadere informatie

HET KEUREN OP DE COM WERELDKAMPIOENSCHAPPEN.

HET KEUREN OP DE COM WERELDKAMPIOENSCHAPPEN. HET KEUREN OP DE COM WERELDKAMPIOENSCHAPPEN. Dit onderwerp schijnt erg moeilijk te liggen. Tijdens de COM wereldkampioenschappen te Lausanne, en er na, werd ik regelmatig aangesproken over de keuring van

Nadere informatie

GROENLING BRUIN (MAN).

GROENLING BRUIN (MAN). GROENLING BRUIN (MAN). Kop en masker: Gehele schedel, zijden van de kop en wangen bruin. De keelstreek een nuance lichter bruin en meer geelgroen doorschijnend. Wenkbrauwstreep geelgroen, met een ietwat

Nadere informatie

Standaard: Diamantduiven

Standaard: Diamantduiven Standaard: Diamantduiven Uitgegeven door: Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers Uitgave: Zomer 2017 Standaard diamantduiven Pagina 1 van 25 Inhoud: Voorwoord... 3 Algemene informatie... 4 Kleurslagen van

Nadere informatie

KLEURAFWIJKINGEN bij valkparkieten

KLEURAFWIJKINGEN bij valkparkieten KLEURAFWIJKINGEN bij valkparkieten Bert Van Gils - Werkgroep valkparkieten Valkparkietendag 2016 Korte inhoud 1. Verhoogde geelfactor 2. Gevlekte cinnamon 3. Grizzle 4. Halfsider 5. Stressmarkeringen 6.

Nadere informatie

ERFELIJKHEIDSLEER in relatie tot de bekende eigenschappen bij de verschillende soorten kanaries.

ERFELIJKHEIDSLEER in relatie tot de bekende eigenschappen bij de verschillende soorten kanaries. Keurmeestersvereniging Kleur- en postuurkanaries 5.1 ERFELIJKHEIDSLEER in relatie tot de bekende eigenschappen bij de verschillende soorten kanaries. De belangrijkste taakstelling van een keurmeester is

Nadere informatie

Standaard Zebravinken: Deze aanvulling is verwerkt in de nieuwe standaard Zebravinken 2012.

Standaard Zebravinken: Deze aanvulling is verwerkt in de nieuwe standaard Zebravinken 2012. Aanvulling 2012 In januari 2012 is een volledig herziene uitgave Richtlijnen voor keuren uitgegeven. Deze uitgave is heeft echter ook invloed op de standaardeisen voor de standaard vogels. In dit document

Nadere informatie

NEDERLANDSE KLEURKANARIE CLUB Speciaalclub Kleurkanaries Aangesloten bij de NBvV

NEDERLANDSE KLEURKANARIE CLUB Speciaalclub Kleurkanaries Aangesloten bij de NBvV NEDERLANDSE KLEURKANARIE CLUB Speciaalclub Kleurkanaries Aangesloten bij de NBvV kwartaalblad 058 mei 2018 ADVERTENTIE KIJK OP WELZIJN Beste leden van de NKC, De jaarvergadering, onze landelijk dag, staat

Nadere informatie

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2. Bijlage met informatie. 700045-2-740b

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2. Bijlage met informatie. 700045-2-740b Bijlage VMBO-KB 2007 tijdvak 2 biologie CSE KB Bijlage met informatie 700045-2-740b De kip en het ei Informatie 1 Uiterlijk kam oog snavel kinlellen Borst P tenen Een witte leghorn Al 7000 jaar geleden

Nadere informatie

Zebravinken (Taeniopygia guttata)

Zebravinken (Taeniopygia guttata) Standaard Zebravinken (Taeniopygia guttata) Uitgave 2014-2019 Revisie voorjaar 2019 Inhoud Inhoudsopgave Inhoud... 2 VOORWOORD... 4 VOORWOORD 2018... 4... 4 VEDERSTRUCTUUR EN KLEURVORMING BIJ ZEBRAVINKEN...

Nadere informatie

Overzicht uitslagen OTT 2014 blz. 1

Overzicht uitslagen OTT 2014 blz. 1 Overzicht uitslagen OTT 2014 blz. 1 33 inzenders hebben 674 vogels ingezonden welke zijn gekeurd door 9 keurmeesters 101 vogels van 91 punten. 39 vogels van 92 punten. 10 vogels van 93 punten. Enkelingen

Nadere informatie

Werkstuk Biologie De Sneeuwuil

Werkstuk Biologie De Sneeuwuil Werkstuk Biologie De Sneeuwuil Werkstuk door Rikaatje 1148 woorden 25 juni 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou De Sneeuwuil Gemaakt door: Rika van Breemen 1HVC 2017 Inleiding

Nadere informatie