Beleidsplan Geluid Gemeente Wijchen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beleidsplan Geluid Gemeente Wijchen"

Transcriptie

1 Beleidsplan Geluid Gemeente Wijchen

2

3 Inhoud 0. Bestuurlijke samenvatting... i 0.1 Inleiding... i 0.2 Wettelijk kader... i 0.3 Ambitieniveau... ii 0.4 Uitvoeringsstrategie... iii 0.5 Monitoring... iii 1 Inleiding Waarom een nieuw beleidsplan? Doelstelling en uitgangspunten van het geluidbeleid Consequenties voor bestuur, burgers en ambtelijk apparaat Procedure Wettelijk kader Inleiding Kenmerken van het hogere waardenbeleid Goede ruimtelijke ordening Procedure hogere grenswaarde Normstelling voor een hoger waardenbeleid Verlenen van een hogere waarde Onderzoeksplicht en motiveringsplicht Voorwaarden voor het verlenen van een hogere waarde Mogelijke geluidsreducerende maatregelen Grenswaarden voor geluid Inleiding Geluidhinder en volksgezondheid Huidig geluidklimaat Grenswaarden Gebieden Centrum Wijchen Woonwijken en dorpen Bedrijventerreinen Landelijk gebied Gebieden met als hoofdfunctie voornamelijk natuurwaarde Wanneer worden hogere grenswaarden verleend? Bouwkundige eisen i

4 4 Uitvoeringsstrategie Inleiding Richtinggevende principes Betrokken afdelingen en taakverantwoordelijkheid Maatregelen Monitoring BIJLAGE I: Geluidskaart van Wijchen... 1 BIJLAGE II: Dosis-effectrelatie... 1 BIJLAGE III: VerkeersMilieukaart van Wijchen... 1 BIJLAGE IV: Pakket van bouwkundige eisen... 1 BIJLAGE V: Maatregelenpakket... 1 Pagina ii Beleidsplan Geluid Gemeente Wijchen

5 0. Bestuurlijke samenvatting 0.1 Inleiding Een nieuw beleidsplan Geluid Een nieuw Beleidsplan Geluid vloeit voort uit de wens van de gemeenteraad om het beleidsplan Geluid Kadernota Geluid uit 2008, indien nodig, te actualiseren. Deze wens is als actiepunt verwoord in het Beleidsplan Milieu dat door de raad in oktober 2013 is vastgesteld (raadsbesluit van oktober 2013). Het doel van dit beleidsplan is het beschermen en waar mogelijk verbeteren van de bestaande goede leefomgevingskwaliteit, waarbij tenminste wordt voldaan aan wettelijke- en andere eisen. Ingezet wordt op het verder verbreden en verduurzamen van het milieubeleid uit de vorige planperiode. Dit door een meer integrale, toekomstgerichte, ketengerichte en gebiedsgerichte benadering van de omgevingskwaliteit (p.8 van het plan). Gezien de doelstelling die de raad aan het te voeren milieubeleid meegeeft en de ontwikkelingen die na 2008 hebben plaatsgevonden, is herijking van dit oude plan noodzakelijk. Hierbij zijn de uitgangspunten en randvoorwaarden van toepassing die al eerder via het beleidsplan milieu door de raad zijn vastgesteld. Een duurzame ontwikkeling houdt in dat gezocht wordt naar een juiste balans tussen een gezond leefmilieu, sterk economie en aangenaam sociaal klimaat. Het oude beleidsplan geluid uit 2008 had als ambitie een goed leefklimaat (maximaal 48 db). Deze waarde mocht vanuit een gezond leefmilieu niet worden overschreden. Binnen de gemaakte beleidskeuzen van gemeente en provincie was dit niet altijd haalbaar. De druk op de ruimte vanuit woningbouw en bedrijvigheid enerzijds en een aangenaam woonklimaat anderzijds neemt alleen maar toe. Meer maatwerk is noodzakelijk. Doelstelling van het beleidsplan Geluid Het streven van het nieuwe geluidbeleid heeft daarom twee doelstellingen. Allereerst is het nog steeds gericht op het realiseren van een goed geluidklimaat in Wijchen. Omdat dit binnen de termijn van dit beleidsplan nog niet mogelijk is de maatschappelijke kosten zouden te hoog zijn is het vooral gericht op situaties waarin nog niet aan deze doelstelling kan worden voldaan. Hoe kan in deze situaties toch nog een zo aangenaam woonklimaat worden gegarandeerd. Als ondergrens geldt nog steeds een redelijk geluidklimaat. Verder bevat het plan een uitvoeringsstrategie hoe op termijn waar nodig en gewenst deze kwaliteit wel kan worden gerealiseerd. 0.2 Wettelijk kader Het geluidbeleid vindt haar juridische basis in de Wet geluidhinder en dan vooral de procedure voor hogere grenswaarden. Enkele kernpunten hieruit zijn: In principe moet worden voldaan aan de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder (48 db). Wanneer deze doelstelling vanuit het oogpunt van doelmatigheid niet realiseerbaar is, mag de gemeente onder bepaalde voorwaarden hiervan afwijken. De gemeente kan hieromtrent beleid formuleren; waar, in welke mate en op basis van welke argumenten kunnen hogere waarden worden verleend. Voor het aanvragen van een hogere waarde geldt een motiverings- en onderzoeksplicht. Naar afnemende prioriteit geldt bij het toepassen van i

6 maatregelen de volgende aanpak: bronmaatregelen - overdrachtsmaatregelenmaatregelen aan de gevel. 0.3 Ambitieniveau Ambitieniveau en geluidplafonds Uitgangspunt is dat het gewenste ambitieniveau realiseerbaar moet zijn en dat het garant staat voor goed en gezond geluidklimaat. De belangrijkste bron voor geluidoverlast in Wijchen is wegverkeer. Volgens het RIVM (Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu) en de GGD-Nederland in Nederland de twee onderzoeksinstituten op het gebied van geluidhinder en volksgezondheid - staat een goed geluidklimaat voor een geluidniveau minder of gelijk aan 48 db en een redelijk geluidklimaat voor een niveau van 53 db of lager. Bij een hoger geluidniveau is sprake van een matig tot slecht geluidklimaat. Bij 8% van de woningen wordt de waarde van 53 db overschreden. Het doel blijft 48 db. Waar dat op dit moment nog niet lukt, ligt de lat op 53 db. Gebiedsgerichte aanpak Het ambitieniveau dat per gebied wordt onderscheiden, hangt af van de functies die in het bestemmingsplan zijn toegewezen. Het ambitieniveau is het hoogst in de woonwijken, het landelijk gebied en de gebieden met een hoge natuurwaarde. Voor een aantrekkelijk woonklimaat is het belangrijk dat er een goed geluidklimaat heerst. De landelijke gebieden worden tegenwoordig gekenmerkt door een verwevenheid van functies. Naast landbouw vindt toerisme en recreatie steeds meer hun ingang. In gebieden met een hoge natuurwaarde dient het geluidklimaat nog beter te zijn maar is dat op basis van de Wet geluidhinder niet mogelijk. De bescherming dient dan vooral geregeld te zijn via het bestemmingsplan. In het centrum mag het geluidniveau wat hoger zijn omdat activiteiten die anders zo kenmerkend zijn voor deze centrumfunctie, niet meer mogelijk zijn. Dit geldt ook voor bedrijventerreinen. Daar is het juist belangrijk dat ruimte gegeven wordt aan het uitoefenen van bedrijvigheid. Geluid van bedrijven Geluid van Wegen Geluid van spoorwegen Centrum 50 db(a) 53 db 60 db Woonwijken 50 db(a) 48 db 55 db Bedrijventerreinen 55 db(a) 53 db 60 db Landelijk gebied 50 db(a) 48 db 55 db Gebieden met een hoge natuurwaarde 50 db(a) 48 db 55 db Wanneer worden hogere grenswaarden verleend? Er mag alleen van de doelstelling van 48 db worden afgeweken wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: - het betreft individuele woningen; - de woningen vervullen een akoestische afschermende functie; - de woningen zijn noodzakelijk vanwege grond- of bedrijfsgebondenheid; - de woningen vullen een open plaats tussen aanwezige bebouwing; - woningen dienen ter vervanging van bestaande bebouwing en/of de weg waarlangs de woning ligt; - het vervult een noodzakelijke verkeers- en vervoersfunctie. Voor bestaande bebouwing en voor hernieuwbouw wordt eveneens een uitzondering gemaakt. Het geluidbeleid mag gen beperking opleggen aan bestaande rechten. Bij cumulatie, dat is wanneer twee verschillende geluidbronnen een geluidbelasting veroorzaken hoger dan de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder, is een extra toeslag mogelijk van 1,5 db. Voor bedrijventerreinen bedraagt dit 3 db. Pagina ii Beleidsplan Geluid Gemeente Wijchen

7 0.4 Uitvoeringsstrategie In de uitvoeringsstrategie wordt ingegaan op de taken en verantwoordelijkheden van de verschillende afdelingen binnen het gemeentelijk apparaat voor het realiseren van de verschillende beleidsdoelstellingen. Bij de aanpak van de geluidproblematiek gelden de volgende richting gevende principes: 1. Het zoveel mogelijk voorkomen van geluidhinder via het instrument van de ruimtelijke ordening. 2. Door zoveel mogelijk vast te houden aan de prioriteitsvolgorde uit de Wet geluidhinder(aanpak bij de bron, vervolgens overdrachtsmaatregelen en tot slot maatregelen aan de gevel). 3. Door meer over geluid te communiceren, onder meer richting de bevolking (wat kunnen zij aan geluidkwaliteit verwachten). 4. Door de realisatie van het geluidbeleid te bewaken. In de uitvoeringsstrategie worden onder meer de volgende maatregelen voorgesteld: 1. Een op maatwerk gericht Hogere Grenswaardenbeleid; de aanzet hiertoe is gegeven met dit beleidsplan. 2. Uitwerken doelmatigheidscriterium Hogere Grenswaarden; dit om inhoud te geven aan het doelmatigheidscriterium. Het is een belangrijk instrument om te bepalen of geluid beschermende maatregelen aan de bron, is de overdracht of op de gevel genomen moeten worden. 3. Notitie geluid reducerend asfalt; dit is een belangrijk instrument om op termijn de geluidbelasting tot aanvaardbaar niveau terug te brengen. De laatste paar jaar hebben op dit terrein sterke vorderingen plaatsgevonden. Er is nu veel meer maatwerk mogelijk. Hierdoor kan een vele betere afweging gemaakt worden tussen kosten en gewenst geluid reducerend effect. 4. Actief monitoren geluid A50, A73, A326 en spoorlijn Den Bosch Nijmegen: deze infrastructurele voorzieningen vallen onder het beheer van Rijkswaterstaat, Prorail en de provincie. 5. VerkeersMilieuKaart op de gemeentelijke website: aan de hand van deze kaart kunnen bewoners zien wat de geluidbelasting in hun omgeving is. 6. Verlagen van de maximumsnelheid in het landelijk gebied: door het verlagen van de maximumsnelheid neemt de geluidbelasting op de gevels af. In het buitengebied ondervindt een relatief groot deel van de woningen een geluidbelasting tussen de 48 db en 53 db. 0.5 Monitoring Aan de hand van monitoring kan worden gezien welke resultaten met het gevoerde geluidbeleid zijn bereikt. Op basis hiervan kan dan bijstelling van het beleid plaatsvinden wanneer dit noodzakelijk mocht zijn. De bereikte resultaten worden opgenomen in de jaarevaluatie. iii

8

9 1 Inleiding 1.1 Waarom een nieuw beleidsplan? Een nieuw Beleidsplan Geluid vloeit voort uit de wens van de gemeenteraad om het huidige beleidsplan Geluid uit 2008, indien nodig, te actualiseren. Deze wens is als actiepunt verwoord in het Beleidsplan Milieu Dit plan is door de gemeenteraad in oktober 2013 vastgesteld (raadsbesluit ). Het doel van het milieubeleidsplan is het beschermen en waar mogelijk verbeteren van de bestaande goede leefomgevingskwaliteit. Hierbij dient tenminste te worden voldaan aan wettelijke en andere eisen. Ingezet wordt op het verder verbreden en verduurzamen van het milieubeleid uit de vorige planperiode. Dit door een meer integrale, toekomstgerichte, ketengerichte en gebiedsgerichte benadering van de omgevingskwaliteit (p.8 van het plan). Gezien de doelstelling die de raad aan het te voeren milieubeleid meegeeft en de ontwikkelingen die na 2008 hebben plaatsgevonden, is herijking van dit oude plan noodzakelijk. Hierbij zijn de uitgangspunten en randvoorwaarden van toepassing die al eerder via het beleidsplan milieu door de raad zijn vastgesteld. 1 People, Planet, Profit: Een evenwichtige balans tussen sociaal welbevinden - gezond leefmilieu - economische groei. In het beleidsplan uit 2008 werd gekozen voor één algemeen beschermingsniveau - de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder - voor geheel Wijchen. Eén algemeen beschermingsniveau voor geheel Wijchen stond op gespannen voet met de economische en woningbouwontwikkelingen die Wijchen voor ogen had. De gemaakte beleidskeuzes door provincie en gemeente leidde ertoe dat het ambitieniveau niet werd gerealiseerd. De uitdaging voor dit nieuwe plan is het vinden van een meer evenwichtige balans zonder dat dit ten koste gaat van één van de drie P s. 2 Realistisch: plan is gebaseerd op een realistisch ambitieniveau met hieraan gekoppeld een uitvoeringsstrategie. De komende jaren is het maatschappelijk een te grote opgave om overal in Wijchen aan de voorkeursgrenswaarde te voldoen. Bovendien is dit ook niet altijd gewenst. Het centrum van Wijchen moet juist levendig zijn een ambitieniveau van 48 db past hier niet bij. Op de bedrijventerreinen wordt over het algemeen aan economische groei meer waarde gehecht dan aan een rustig woonklimaat. Dit uiteraard binnen bepaalde grenswaarden. Voor een goede leefbaarheid van woonwijken moeten scholen, winkelcentra etc. niet te ver uit de buurt liggen. Woonwijken moeten goed ontsloten zijn. Deze activiteiten brengen een hoger geluidniveau met zich mee dan vanuit een goed geluidklimaat gewenst is. De uitdaging voor dit nieuwe plan is het realiseren van een aangenaam woonklimaat waarbij toch met deze gegevenheden rekening wordt gehouden. 3. Preventief: Het geluidbeleid krijgt verder inhoud door het zoveel mogelijk ruimtelijk scheiden van geluid producerende en geluid mijdende activiteiten Over het algemeen brengt iedere activiteit weer een eigen, kenmerkend geluidklimaat met zich mee. De manier waarop mensen dit beleven, kan van 1

10 individu tot individu verschillen. Sommigen zoeken juist de levendigheid van het centrum op. Anderen echter hebben juist behoefte aan een rustig woonklimaat. Om voor iedereen een leefbare situatie te creëren, is het niet noodzakelijk of gewenst om binnen Wijchen overal hetzelfde geluidniveau te realiseren. In het nieuwe plan wordt voor het gewenste geluidniveau aansluiting gezocht bij het geluidniveau dat past bij de in het bestemmingsplan aangewezen gebiedsfuncties. Er wordt onderscheid gemaakt in gebieden waar een goed geluidklimaat gewenst is (woonwijken, gebieden met een hoge natuurwaarde en landelijke gebieden) en waar dit een geringere prioriteit heeft (centrum, bedrijventerreinen). Via het ruimtelijk spoor geeft Wijchen hier al voor een groot deel inhoud aan. 4. Transparant: Afwegingskader voor het hogere waardenbeleid Om toch een hoogwaardig geluidklimaat in Wijchen zoveel mogelijk te garanderen, dient in het geluidbeleid van Wijchen meer inhoud te worden gegeven aan het begrip doelmatigheid uit de Wet geluidhinder. De Wet geluidhinder schrijft voor dat geluidproblemen moeten worden aangepakt conform de volgorde bron (eerste prioriteit) overdracht gevel (laatste prioriteit). Het begrip doelmatigheid speelt hierbij een belangrijke rol. Er mag pas worden overgestapt van bronmaatregel naar overdrachtsmaatregel indien een maatregel een zodanige inspanning vergt dat dit niet meer in verhouding staat tot het gewenste resultaat. Pas in allerlaatste instantie mag een hogere waarde worden verleend. Het is de uitdaging voor het nieuwe plan om hier eenduidig beleid voor te ontwikkelen. 5. Interactief: Voorlichting richting de bewoners neemt een belangrijke plaats in het plan Bij de aankoop van een woning speelt geluid over het algemeen niet of nauwelijks een rol. Dat is pas nadat de woning sinds enige tijd betrokken is. Het gaat dan niet zozeer om het geluidniveau in hun woning maar vooral dat rondom het huis. In Wijchen heeft 85% van de woningen een tuin. Voorlichting richting de bewoners krijgt in het nieuwe plan volop aandacht. Waar mogelijk en gewenst wordt samen met de bewoners gezocht naar oplossingen voor eventuele geluidhinder. 6. Toekomstbestendig: het plan is opmaat naar de Omgevingswet Aan het einde van dit decennium zal de Wet geluidhinder volledig zijn opgenomen in de Omgevingswet. Voor de gemeente heeft dit belangrijke gevolgen omdat zij dan veel ruimere bevoegdheden krijgt in het voeren van een eigen geluidbeleid. Dit betekent ook meer verantwoordelijkheid. In het nieuwe plan moet hier een passend antwoord op worden gegeven. 1.2 Doelstelling en uitgangspunten van het geluidbeleid Op basis van de doelstelling uit het milieubeleidsplan en de randvoorwaarden die vanuit dit plan zijn gesteld wordt aan het nieuwe beleidsplan geluid de volgende doelstelling meegegeven: Het doel van het beleidsplan geluid is het in navolging van het Milieubeleidsplan realiseren van een evenwichtige balans tussen een aangenaam leefklimaat voor mensen (People), een goed en gezond leef- en werkklimaat (Planet) en ruimte voor economische groei (Profit). Dit met betrekking tot het beleidsthema geluid. Hierbij geldt als ambitieniveau de norm voor een goed geluidklimaat van het RIVM 1, namelijk 48 db 2. 1 RIVM (Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu) is binnen Nederland hét kennisinstituut op het gebied van volksgezondheid en geluidhinder. 2 Er wordt onderscheid gemaakt in wegverkeer, industrielawaai en spoorwegverkeer. Omdat de geaardheid van deze geluidbronnen sterkt verschilt, geldt voor alle drie de bronnen ook een aparte Pagina 2 Beleidsplan Geluid Gemeente Wijchen

11 Op korte termijn is het niet mogelijk of is het niet gewenst om aan dit ambitieniveau te voldoen. De ondergrens wordt dan gevormd door hetgeen het RIVM nog redelijk acceptabel vindt, namelijk 53 db. Een geluidniveau van 53 db betekent niet het loslaten van het ambitieniveau uit het huidige beleidsplan maar het accepteren van de huidige realiteit. De uitvoeringsstrategie van het nieuwe beleidsplan geluid blijft op locaties of in gebieden waar dit nog niet mogelijk is, gericht op het realiseren van een ambitieniveau van 48 db. Via het instrument van ruimtelijke ordening wordt getracht scheiding aan te brengen in activiteiten waar een goed geluidklimaat hoge prioriteit heeft en in activiteiten waar andere omgevingsfactoren eveneens van groot belang zijn. De focus van het plan ligt op industrielawaai en weg- en verkeerslawaai. Het geluidbeleid richt zich niet op andere bronnen van geluidhinder zoals evenementen- en burenlawaai. 1.3 Consequenties voor bestuur, burgers en ambtelijk apparaat Het plan is kaderstellend voor plannen en besluiten Het plan volgt het bestemmingsplan. Echter wanneer in het bestemmingsplan functies zijn aangewezen dan volgen hieruit randvoorwaarden die zorgdragen dat het hierbij passende geluidniveau gegarandeerd wordt. Afwijking van dit geluidniveau is dan slechts onder voorwaarden mogelijk. Transparantie voor Wijchense burgers en bedrijven Op de website van de gemeente komt een geluidbelastingkaart waar burgers en bedrijven kunnen zien wat de heersende geluidbelasting is. Aan deze kaart kunnen geen rechten worden ontleend. Het geeft een zeer goede indicatie van het heersende niveau. Concretisering in een uitvoeringsplan In het hoofdstuk Uitvoeringsstrategie van dit plan worden de processen beschreven waarbij het beleidsveld geluid een rol speelt en hoe dit in deze processen is verwerkt. Het uitvoeringsplan bevat tevens een set van maatregelen met hierin aangegeven de betrokken afdelingen en hun rol hierbij. Een van deze maatregelen is het verkennen van de mogelijkheden voor het toepassen van geluid reducerend asfalt. Toetsingskader voor Hogere Waardenbeleid en vergunningen Het plan is bindend voor het verlenen van hogere grenswaarden bij bouwprojecten. Er mogen slechts waarden worden verleend conform de condities van dit plan. Het plan is toetsend voor het hoofdstuk geluid voor vergunningen die in het kader van de Omgevingswet worden verleend. Deze toetsende rol vervult het eveneens bij het beoordelen van akoestische rapporten ten behoeve van meldingen. 1.4 Procedure De nota wordt als ontwerpnota door het college ter inzage gelegd. Gedurende deze periode kan een ieder die hierbij belang heeft (burgers en bedrijven) haar zienswijzen inbrengen. Zij kunnen geen bezwaren tegen de ontwerpnota indienen. De raad kan deze zienswijzen wel meenemen bij het vaststellen van het plan. De raad en het college zijn vervolgens gehouden aan de beleidsvoornemens die in het plan staan en kunnen hiervan waarde voor een goed geluidklimaat. Voor verkeer is deze 48 db, voor industrielawaai 50 db(a) en voor spoorwegverkeer 55 db. 3

12 alleen gemotiveerd afwijken. De nota heeft geen direct bindende werking voor burgers of bedrijven. Bij toepassing van de nota bij concrete procedures kan wel tegen de beleidsambities worden geageerd. Het kan hierbij gaan om het verlenen van een vergunning aan een bedrijf, het geven van een ruimtelijke bestemming en/of het doorlopen van een hogere waarde procedure. Bovendien kan de rechter toetsen of een besluit dat op basis van dit plan genomen is in overeenstemming is met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Het beleidsplan geluid volgt het bestemmingsplan. Wanneer een locatie een andere bestemming krijgt met een ander ambitieniveau dan zal dit plan zich automatisch hierop aanpassen. Hierdoor hoeft dit beleidsplan niet bij iedere wijziging van het bestemmingsplan opnieuw in procedure te worden gebracht. 1.5 Leeswijzer De beleidsnota is als volgt opgebouwd: Hoofdstuk 2 - Wettelijk kader waaronder de procedure Hogere grenswaarden. Hoofdstuk 3 - Ambitieniveau Hoofdstuk 4 - Uitvoeringsstrategie Hoofdstuk 5 - Monitoring Pagina 4 Beleidsplan Geluid Gemeente Wijchen

13 2 Wettelijk kader 2.1 Inleiding Dit hoofdstuk gaat in op het wettelijk kader voor het nieuwe geluidbeleid. Deze beleidsnota is een beleidsregel in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (artikel 1:3 Awb en artikelen 4:81 tot en met 4:84 Awb). Net zoals in het vorige Beleidsplan Geluid uit 2008 staat in het nieuwe beleidsplan de voorkeursgrenswaarde centraal. Deze waarde komt overeen met een goed leefklimaat en bedraagt voor wegverkeer 48 db, voor spoorwegverkeer 55 db en voor bedrijven 50 db(a). Het is niet altijd mogelijk om aan de voorkeursgrenswaarde te voldoen. Afwijking van deze waarde is in individuele gevallen mogelijk, indien het hanteren van de beleidsregel voor één of meer belanghebbenden gevolgen heeft die onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen (art.4:84 Awb). De Wet geluidhinder schrijft voor dat dan een verzoek hogere Grenswaarde moet worden gedaan met hieraan gekoppeld een motivatie- en onderzoeksplicht. De gemeente is bevoegd gezag voor het verlenen van hogere grenswaarden. De gemeente is vrij om rondom deze hogere waarde Wet geluidhinder eigen beleid te voeren. Het geluidbeleid wil meer zijn dan alleen een toetsingskader voor uitontwikkelde plannen. Wil wezenlijk iets aan preventie van geluidoverlast gedaan worden dan is het belangrijk om al in een vroeg stadium van de projectontwikkeling de akoestische omstandigheden in de planvorming te onderkennen. Juist dan zijn de mogelijkheden om een zo goed mogelijk akoestische situatie tot stand te brengen, bijvoorbeeld met stedenbouwkundige maatregelen, vaak nog aanwezig. 2.2 Kenmerken van het hogere waardenbeleid Het hogere waardenbeleid heeft de volgende kenmerken: Een hogere grenswaarde is niet ongelimiteerd. Er is altijd een bovengrens. Er is echter niet één vast getal, maar de maximale hoogte hangt ook samen met de specifieke situatie, bijvoorbeeld met de vraag of het om een binnen- of buitenstedelijke situatie of nieuwbouw of vervangende nieuwbouw gaat. Door de combinatie van dergelijke uitgangspunten is sprake van een bandbreedte in de vast te stellen hogere grenswaarden; Verder zijn aan het toepassen van een hogere grenswaarde altijd voorwaarden verbonden. Zo moet er conform het Bouwbesluit altijd voor worden gezorgd dat het geluidsniveau binnenshuis is gewaarborgd. Dit wordt bereikt door het toepassen van (extra) gevelisolatie. Daarnaast zijn in het huidige Hogere waardenbeleid van Wijchen voorschriften opgenomen voor woningindeling, een geluidluwe gevel e.d. Het beleid ten aanzien van hogere waarden Wet geluidhinder moet een bijdrage leveren aan een goed akoestisch klimaat in de gemeente en geluidhinder door verkeer, industrie en spoor zoveel mogelijk voorkomen. De gemeente is als bevoegd gezag zowel verzoeker, beoordelaar én vaststeller van hogere grenswaarden. Voor een uniforme beoordeling én motivering van de verzoeken 5

14 stelt de gemeente Wijchen beleid op. Hiermee wordt de rechtszekerheid voor de burger gewaarborgd. 2.3 Goede ruimtelijke ordening Niet alleen geluidsbronnen maar ook bepaalde geluidsgevoelige functies vallen binnen de werking van de Wet geluidhinder. Het gaat hierbij onder meer om 30 km/h-wegen, woonboten en recreatiewoningen. Strikt genomen kan in die gevallen de toetsing aan de normering van de Wgh bij ruimtelijke besluiten op grond van de Wro achterwege blijven. Echter, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in diverse uitspraken gewezen op de geluidhinder die desondanks kan optreden. Ook voor deze gevallen acht de Afdeling het noodzakelijk dat de aanvaardbaarheid van de geluidsbelasting wordt onderbouwd. De wettelijke grondslag hiervoor is tweeledig. Allereerst stelt de Wro dat sprake dient te zijn van een goede ruimtelijke ordening. Daarnaast moeten op grond van de Algemene wet bestuursrecht besluiten berusten op een zorgvuldige voorbereiding, belangenafweging en onderbouwing. In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient de aanvaardbaarheid van het akoestisch klimaat dan ook in de volgende situaties te worden onderbouwd: 30 km/h-wegen en woonerven; woonboten; kinderdagverblijven; gebouwen voor buitenschoolse opvang; scheepvaartlawaai. Als er in dergelijke gevallen verwacht mag worden dat er sprake kan zijn van overschrijding van de voorkeursgrenswaarde, dan moet dit worden meegewogen in de ruimtelijke onderbouwing. In deze gevallen geldt deze nota als leidraad voor de beoordeling of wordt voldaan aan het criterium goede ruimtelijke ordening. Los van het bovenstaande moet altijd worden voldaan aan de eisen die het Bouwbesluit stelt ten aanzien van het binnen niveau. Er zijn ook uitzonderingen. Bijvoorbeeld opvangcentra voor asielzoekers, recreatiewoningen en gevangenissen vallen hier niet onder. Hier geldt dat voor deze situaties de feitelijke duur van het verblijf bepaalt of er sprake is van een geluidsgevoelige bestemming. 2.4 Procedure hogere grenswaarde De procedure hogere grenswaarde is een begrip uit de Wet geluidhinder (Wgh). Deze procedure wordt gevoerd bij verschillende situaties. Daarbij worden de volgende situaties onderscheiden: de bouw of aanleg van nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen (woningen, scholen e.d.); de bouw of aanleg van nieuwe geluidsbronnen (wegen, spoorwegen, industrieterreinen); reconstructie van wegen of spoorwegen; het vaststellen, bijstellen of wijzigen van bestaande zones rond industrieterreinen. De procedure wordt gevoerd indien de voorkeursgrenswaarde bij een woning 3 zal worden overschreden. Doel van de procedure is het aantal woningen dat een te hoge geluidsbelasting ondervindt zoveel mogelijk te beperken. 3 Er wordt gesproken van woningen, uiteraard geldt dit tevens voor andere geluidsgevoelige bestemmingen Pagina 6 Beleidsplan Geluid Gemeente Wijchen

15 De Wgh is gekoppeld aan de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de Omgevingswet. Voor wat betreft industrieterreinen en wegen is deze koppeling gelegd in de Wgh (resp. art. 57 en 76). Voor spoorwegen zit de koppeling in art. 4.1 van het Besluit geluidhinder. Voor reconstructies van wegen is bovendien ook toetsing vereist indien de reconstructie zonder een ruimtelijk besluit wordt uitgevoerd. Van een reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder is sprake als er een verschil optreedt van 1,5 db tussen de situatie vóór de reconstructie en de situatie 10 jaar na uitvoering van de reconstructie. Plantoetsing vindt plaats op de gevel van de geluidsgevoelige gebouwen of de grens van geluidsgevoelige terreinen die binnen de geluidszones rond genoemde geluidsbronnen liggen. Geluidsgevoelige gebouwen op grond van de Wgh zijn: woningen, onderwijsvoorzieningen of medische voorzieningen waar mensen langere tijd verblijven. Geluidsgevoelige terreinen zijn woonwagenstandplaatsen bijvoorbeeld bij de Ravensteinseweg. 2.5 Normstelling voor een hoger waardenbeleid Blijft de geluidsbelasting beneden de voorkeursgrenswaarde dan kan een ontwikkeling zonder meer doorgang vinden. Wanneer de geluidsbelasting hoger is dan deze voorkeursgrenswaarde en geluid beperkende maatregelen redelijkerwijs niet doelmatig of (niet voldoende) mogelijk zijn, dan kan een hogere waarde worden vastgesteld, ook wel ontheffing genoemd. Ontheffing is mogelijk tot de waarden die in hoofdstuk 3 voor de verschillende gebieden zijn genoemd. Deze waarden verschillen per geluidbron. Het plan gaat in dit plan verder dan de waarden die in de wet zijn vastgelegd. Het argument hierbij is dat de in de wet genoemde grenswaarden gebaseerd zijn voor de situatie in Nederland. Het geluidniveau in de Randstad ligt beduidend hoger dan in een landelijke omgeving als Wijchen. 2.6 Verlenen van een hogere waarde Onderzoeksplicht en motiveringsplicht De gemeente dient voldoende alternatieven te onderzoeken die helpen om aan de voorkeursgrenswaarde te voldoen (onderzoeksplicht) en de noodzaak tot een hogere grenswaarde duidelijk te motiveren (motiveringsplicht). De onderzoeksplicht houdt in dat de gemeente ervoor verantwoordelijk is dat alternatieven zijn onderzocht om aan de grenswaarde te kunnen voldoen. Alternatieven zijn bijvoorbeeld: verlaging van de maximumsnelheid, het toepassen van een stil wegdek of het plaatsen van schermen. De gemeente dient, nadat de in aanmerking komende geluid beperkende maatregelen zijn onderzocht om aan de grenswaarde te voldoen, te motiveren waarom er een noodzaak is om toch een hogere grenswaarde vast te stellen. In de Wet geluidhinder is een tweetal criteria opgenomen. Deze criteria vormen een beoordelingskader voor mogelijk te treffen maatregelen om de geluidsbelasting te reduceren: de maatregelen zijn onvoldoende doeltreffend of stuiten op overwegende bezwaren van verschillende aard. Deze criteria kunnen op verschillende wijze worden ingevuld. Door de gemeente wordt deze nadere invulling beschreven in deze nota. 7

16 2.6.2 Voorwaarden voor het verlenen van een hogere waarde In de Wet geluidhinder zijn criteria opgenomen voor het vaststellen van een hogere grenswaarde 4. Het vaststellen van een hogere grenswaarde kan alleen plaatsvinden wanneer aan de volgende twee randvoorwaarden wordt voldaan: 1. (Bron- of overdrachts)maatregelen onvoldoende doeltreffend zijn; 2. Er ernstige bezwaren bestaan ten aanzien van de volgende aspecten: Stedenbouwkundige overwegingen; hierbij wordt gewerkt op basis van expert judgement. Verkeerskundige en vervoerskundige overwegingen; wanneer kan worden aangetoond dat bijvoorbeeld het toepassen van geluid reducerend wegdek, verlagen van de verkeersintensiteiten en/of de maximale snelheid en het veranderen van de verkeerssamenstelling niet mogelijk is. Landschappelijke overwegingen; wanneer geluid reducerende voorzieningen leiden tot bijvoorbeeld doorsnijding van een waardevol open landschap, grondwaterstromen beïnvloeden of flora en fauna zouden belemmeren. Financiële overwegingen; bron- en overdrachtsmaatregelen brengen extra kosten met zich mee. De kosten van deze maatregelen moeten in verhouding staan tot het gewenste effect aan geluidsreductie. Er komt een notitie waarin dit aspect nader wordt uitgewerkt. Tot die tijd wordt gewerkt op basis van expert judgement. Tevens dient, indien een geluidsgevoelige bestemming gelegen is in meerdere zones van (verschillende) geluidbronnen, de gecumuleerde geluidsbelasting naar het oordeel van Burgemeester & Wethouders niet te leiden tot een onaanvaardbare geluidsbelasting. 5 Met een goede ruimtelijke ordening kan worden gestreefd naar een zo goed mogelijke geluidskwaliteit. Dit wil zeggen dat indien voldoende rekening wordt gehouden met de overdracht tussen geluidbron en ontvanger, geluidknelpunten kunnen worden voorkomen. Aangezien ruimte schaars is en er bepaalde reeds bestaande situaties zijn, kan de oplossing niet altijd alleen in de ruimtelijke ordening worden gevonden Mogelijke geluidsreducerende maatregelen Bij het nemen van maatregelen ter beperking van de geluidhinder legt de Wet geluidhinder prioriteit bij maatregelen aan de bron, zoals toepassing van stille wegdekken of stiller materieel. Als daarmee onvoldoende effect wordt bereikt, komen maatregelen in de overdrachtssfeer (wallen of schermen) in aanmerking. Als laatste worden maatregelen bij de ontvanger (bijvoorbeeld gevelisolatie) overwogen. De achtergrondgedachte van deze volgorde is een zo klein mogelijk gebied aan een te hoog geluidsniveau bloot te stellen. De aandacht voor dit leidende principe is een wezenlijk element van de Wet geluidhinder. In figuur 2.1 is het principe schematisch aangegeven. 4 De criteria zijn opgenomen in artikel 110a, lid 5 van de Wet geluidhinder 5 Dit volgt uit artikel 110a, zesde lid van de Wet geluidhinder. Pagina 8 Beleidsplan Geluid Gemeente Wijchen

17 mogelijke maatregelen intensiteit samenstelling verkeer maximum snelheid wegdek afstand scherm wal verdiepte ligging weg isolatie compensatie Figuur 2.1: Mogelijk maatregelen bron-overdracht-ontvanger Bronmaatregelen De geluidemissie van auto s en treinen is een zaak die niet of slechts zeer beperkt door een gemeente kan worden beïnvloed. Het rijk is hiervoor verantwoordelijk. Zij bepaalt de eisen voor de typekeuring en is daarin op zijn beurt weer afhankelijk van de afspraken op Europees niveau. Op een aantal bronmaatregelen kan de gemeente echter wel terdege actie ondernemen. Hier wordt in hoofdstuk 4 van het plan verder op ingegaan. Maatregelen die de overdracht van geluid beperken Maatregelen in de overdracht (schermen of wallen) hebben als voordeel dat de buitenruimte van woningen in de omgeving van de weg zoveel mogelijk wordt ontzien. Een evident probleem van deze voorzieningen is de inpasbaarheid, vooral in een stedelijke omgeving waar de ruimte beperkt is, is het vaak niet mogelijk een scherm in te passen. Ook indien wel ruimte is voor afscherming, kan een scherm of een wal een visuele blokkade opwerpen. Een visueel aantrekkelijk ontwerp met een goede inpasbaarheid in de omgeving kan deze blokkade verminderen/verzachten. In sommige gevallen kan een verdiepte ligging van de (spoor)weg uitkomst bieden. Een mooi voorbeeld hiervan is de Graafseweg bij Alverna. Maatregelen bij de ontvanger Maatregelen bij de ontvanger - gevelisolatie - zorgen ervoor dat in ieder geval in de woning een goed woonklimaat is gewaarborgd. Te denken valt aan speciale geluidsisolerende beglazing, suskasten (geluidwerende ventilatievoorzieningen) e.d. Uitgangspunt voor voldoende geluidwering is de veronderstelling dat de ramen gesloten worden gehouden. Wil de bewoner een raam openzetten, dan heeft dit uiteraard tot gevolg dat geluid de woning binnendringt. Dit is een minpunt van een dergelijke oplossing. 9

18 3 Grenswaarden voor geluid 3.1 Inleiding In het milieubeleidsplan heeft de gemeenteraad zich uitgesproken voor een goed leefklimaat voor Wijchen. In dit hoofdstuk vindt hiervan een vertaling plaats in concrete geluidsnormen. Het is nog niet altijd mogelijk om op de korte termijn aan dit ambitieniveau te voldoen. Dit hoofdstuk gaat in om in dergelijke omstandigheden tot een beheersbare situatie te komen. Het hoofdstuk bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Wat voor geluidniveau is vanuit het oogpunt van een goed leefklimaat en volksgezondheid nog acceptabel. 2. Een beschrijving van het huidige geluidklimaat in Wijchen. 3. Welke grenswaarden voor geluid worden aan de verschillende gebieden in Wijchen gesteld gezien de activiteiten die er plaatsvinden. 4. Onder welke omstandigheden mag van deze grenswaarden worden afgeweken. 5. Welke voorzieningen moeten dan aan woningen worden getroffen om toch een aangenaam geluidklimaat te garanderen. 3.2 Geluidhinder en volksgezondheid Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) en de GGD-Nederland zijn in Nederland dé kennisinstituten op het gebied van volksgezondheid en de mate waarin dit door geluidhinder wordt beïnvloed. Zij hebben hier jarenlang onderzoek naar verricht. Op basis van dit onderzoek hebben zij bepaalde kwalificaties gegeven aan verschillende geluidniveaus. Deze kwalificaties zijn in Nederland gangbaar om het heersende geluidklimaat te benoemen (zie tabel 3.1). Een te hoge geluidsbelasting op mensen zich vertaald in onder andere slaapverstoring, concentratieproblemen of gehoorschade. Langdurige geluidhinder kan vervolgens weer leiden tot verschillende gezondheidsklachten zoals hoge bloeddruk, hartklachten of een vermindering van de cognitieve prestaties. Zij hebben een methodiek ontwikkeld waarin deze relatie wordt uitgedrukt. Uitgangspunt is dat bij een bepaalde klasse geluidbelasting een bepaald percentage kans op ernstige geluidhinder voor de bewoners optreedt. Bij lagere geluidbelastingklassen is er wel een kans op ernstige geluidhinder maar is die kans klein. Er zijn dan weinig bewoners ernstig gehinderd. Bij hogere geluidbelastingklassen neemt die kans op ernstige geluidhinder toe. Echter ook bij zeer hoge geluidbelastingen is niet 100% van de bewoners ernstig gehinderd. In bijlage 2 wordt hier verder op ingegaan. Tabel 3.1: Kwaliteitsindicatie omgevingsgeluid L DEN in db Geluidkwaliteit Zeer goed < 45 Goed Redelijk Matig Slecht Ruim onvoldoende > 65 Pagina 10 Beleidsplan Geluid Gemeente Wijchen

19 Opmerking: 1. De mate waarin mensen geluid als een bron van ergernis ervaren is niet voor iedere geluidsbron hetzelfde. Dit heeft te maken met de aard van het geluid. Voor wegverkeer is dit 2dB eerder dan voor omgevingsgeluid, voor treinverkeer is dit weer 5 db later. Geluid van bedrijven wordt niet uitgedrukt in db s maar in db(a). Een goed geluidniveau voor bedrijven is lager of gelijk aan 50 db. Een verschil in 2 db s is voor het menselijk oor niet of nauwelijks waarneembaar. Vanaf 3 db is het verschil goed waar te nemen. Bij 10 db verschil wordt geluid als 2x zo hard ervaren. 3.3 Huidig geluidklimaat Het geluid van wegverkeer is veruit de belangrijkste geluidbron in Wijchen. Over het algemeen is in Wijchen sprake van een goed geluidklimaat. Bij circa 80% van de woningen is deze goed te noemen, bij 12% redelijk en bij 8% is sprake van een matige kwaliteit (zie figuur 3.1). Hierbij is conform de systematiek van de Wet geluidhinder - het geluidniveau op gevel van woningen als graadmeter genomen. Aan deze systematiek zitten nadelen. De norm systematiek uit de Wet geluidhinder is gebaseerd op het binnenmilieu waarbij de ramen gesloten zijn. Het laat het omgevingsgeluid van een woning buiten beschouwing. Echter voor de bewoners van Wijchen is juist dit geluidniveau van belang. Circa 85% van de woningen in Wijchen is grondgebonden en beschikt over een tuin. Ook de variatie in het geluidniveau, bijvoorbeeld de toename van het geluidniveau bij het einde van de geluid afschermende voorzieningen bij het spoor of de voegovergangen van de A50 bij Niftrik, speelt een grote rol bij beleving van geluid. Figuur 3.1: Aantal geluid belaste woningen per geluidsklasse (verkeer) Aantal geluidbelaste woningen, verkeer 2% 1% 12% 5% 80% <49 db 49 db - 53 db 54 db - 58 db 59 db - 63 db 63 db - 68 db In Wijchen zijn circa geluidgevoelige objecten 11

20 Klachten De Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN) registreert de meldingen over geluid van bedrijven. De afgelopen 2 jaren zijn 8 meldingen binnengekomen van geluidsoverlast ten gevolge van bedrijven in de gemeente Wijchen. Er zijn niet direct bedrijven aan te wijzen waar structureel geluidklachten over bestaan. 3.4 Grenswaarden Gebieden Leidraad voor het vaststellen van de grenswaarden voor geluid zijn de kwalificaties voor een goed geluidklimaat, de aard van de activiteiten die in een bepaald gebied plaatsvinden en het inspanningsniveau om binnen de termijn van dit beleidsplan aan dat geluidniveau te voldoen. Er wordt onderscheid gemaakt in een vijftal gebieden die de bestemmingsplannen van Wijchen als zodanig herkenbaar zijn: 1. Het centrum: met een hoge concentratie aan winkels, horeca, verkeerswegen en treinstation. 2. Woonwijken en dorpskernen: gekenmerkt door rustige woonstraten met ontsluitingswegen, scholen en wijkcentra. 3. Bedrijventerreinen: welke gekenmerkt worden door woningen met bedrijvigheid aan huis, bedrijven met bedrijfswoningen of enkel bedrijven. 4. Landelijk gebied: gebieden met van oorsprong een landbouwfunctie maar welke steeds meer een recreatieve of woonfunctie krijgen. 5. Gebieden met een hoge natuurwaarde: gebieden met een hoge natuurwaarde waardoor andere, geluid producerende activiteiten ongewenst zijn. In bijlage I zijn deze gebieden op kaart weergegeven. In de navolgende paragrafen wordt hier nader op ingegaan Centrum Wijchen Het centrum van Wijchen bestaat uit een afwisseling van activiteiten binnen een relatief klein gebied. Enerzijds gaat het hier om mooie parken zoals de kasteeltuin, Tienakker en bomenlaantje. Anderzijds gaat het juist om het levendige karakter van het centrum. Winkels, horeca etc. Als gevolg hier kent het centrum een hoge verkeersintensiteit. Het bestuur heeft er voor gekozen om dit karakter juist te stimuleren om van Wijchen een attractief winkelcentrum te maken. Figuur 3.1: Plattegrond centrum met haar verschillende functies Pagina 12 Beleidsplan Geluid Gemeente Wijchen

21 De meeste bewoners kiezen ervoor in het centrum te wonen, juist vanwege de nabijheid van winkels en andere voorzieningen. Een goed geluidklimaat is voor hen dan in het algemeen van minder groot belang. Op basis van bovengenoemde overwegingen wordt ervoor gekozen om voor het centrum uit te gaan van het huidige geluidklimaat. Dit leidt ertoe dat de volgende grenswaarden worden gehanteerd: Bedrijven Wegverkeer Railverkeer Ambitieniveau 50 db (A) 53 db 60 db Geluidplafond 50 db (A) 53 db 60 db Opmerking: Het betreft het geluidniveau voor overdag ( uur). Voor de avondperiode ( uur) is het geluidniveau 5 db lager en voor de nachtperiode ( uur) 10 db Woonwijken en dorpen Voor woonwijken en dorpen wordt over hert algemeen veel waarde gehecht aan een goed leefmilieu. Een goed leefmilieu is mogelijk bij een geluidbelasting van 48 db of lager. Geluid is echter niet de enige randvoorwaarde die bepalend is. De nabijheid van een goed voorzieningenniveau zoals winkels, kleinere restaurants e.d. is medebepalend voor een aangenaam woonklimaat. Om een woonwijk toegankelijk te maken, dient deze goed toegankelijk te zijn voor wegverkeer. De meeste sportfaciliteiten liggen aan de rand van Wijchen. Ook deze kunnen geluidhinder veroorzaken (vertrekkende en komende auto s, stemgeluid van bezoekers). Het ambitieniveau voor woonwijken en dorpskernen bedraagt daarom 48 db voor wegverkeer en 55 db voor spoorwegverkeer. Er is dan nog sprake van een goed geluidklimaat. Alleen bij de eerstelijnsbebouwing langs de ontsluitings- en doorgaande wegen en locaties als winkelcentra, scholen en kinderdagverblijven is een hoger geluidniveau toegestaan. Deze bedraagt voor weg- en spoorwegverkeer 5 db extra opdat nog sprake is van een redelijk geluidklimaat. Bedrijven Wegverkeer Railverkeer Woonwijken en dorpskernen Ambitieniveau 50 db (A) 48 db 55 db Geluidplafond 50 db (A) 53 db 60 db Opmerking: Het betreft het geluidniveau voor overdag ( uur). Voor de avondperiode ( uur) is het geluidniveau 5 db lager en voor de nachtperiode ( uur) 10 db Bedrijventerreinen In Wijchen zijn wordt onderscheid gemaakt in gezoneerde en in niet-gezoneerde bedrijventerreinen. Gezoneerde bedrijventerreinen zijn Bijsterhuizen en de Loonse Waarde. Niet-gezoneerde bedrijventerreinen zijn bedrijventerrein-oost, Kraanvogel en Breekwagen. Bedrijventerreinen dienen om bedrijven de ruimte te bieden voor hun economische activiteiten. Een goed leefklimaat is hier enigszins ondergeschikt aan. Op Bijsterhuizen is vrijwillige zonering van toepassing en is gekozen voor het principe van inwaartse zonering. Dit houdt in dat de geluidbelasting aan de randen van dit bedrijventerrein niet hoger mag zijn dan 50 db(a) overdag, 45 db in de avond en 40 db in de nacht. 13

22 Binnen de gemeentegrenzen van Wijchen ligt één conform de Wet geluidhinder - gezoneerd industrieterrein, namelijk de Loonse Waard. Het heeft deze bestemming gekregen omdat zich hier de grote lawaaimakers bevinden. Het is ook daarvoor bedoeld. In tegenstelling tot het principe van inwaartse zonering zoals op Bijsterhuizen is voor dit bedrijventerrein het principe van uitwaartse zonering van toepassing. Dit houdt in dat op enige afstand een grens is getrokken waar voorbij de geluidbelasting niet meer mag bedragen dan 50 db overdag, 45 db in de avond en 40 db in de nacht. Op dit moment vindt een actualisatie plaats van deze grens. Op gezoneerde bedrijventerreinen mag geen woningbouw plaatsvinden. Op niet-gezoneerde bedrijventerreinen zijn wel bedrijfswoningen toegestaan. De geluidproductie van de bedrijven op deze terreinen is geregeld via een individueel besluit (vergunning) of via een melding (activiteitenbesluit). Vanuit wetgeving is op bedrijfswoningen een hogere geluidbelasting toegestaan dan op burgerwoningen (5 db extra). Deze geluidsnormen zijn vastgelegd in het Activiteitenbesluit (onderdeel van de Omgevingswet). In principe komen op deze terreinen alleen bedrijfswoningen voor. Er mogen zich geen nieuw bedrijfswoningen vestigen tenzij deze dienen ter vervanging van bestaande woningen. Op bedrijventerrein-oost is het principe van ruimtelijke zonering toegepast. De kern van het bedrijventerrein wordt gevormd door de Nieuweweg al waar zich de middelzware tot zware bedrijven bevinden (categorie III en IV). Het accent ligt hier vooral op productie waarbij ook in de nacht wordt gewerkt. Rondom deze kern bevindt zich een zone van lichte bedrijvigheid (categorie I en II). Hier bevindt zich bedrijvigheid aan huis. Op Kraanvogel is alleen lichte bedrijvigheid toegelaten. Breekwagen is een klein bedrijventerrein dat ligt naast de kern Bergharen. Het gaat hierbij vooral om middelzware tot zware bedrijvigheid. Voor de niet-gezoneerde bedrijventerreinen is de volgende normering van toepassing. Bedrijven Wegverkeer Railverkeer Ambitieniveau 55 db (A) 53 db 60 db Plafondwaarde 55 db (A) 53 db 60 db Opmerking: Het betreft het geluidniveau voor overdag ( uur). Voor de avondperiode ( uur) is het geluidniveau 5 db lager en voor de nachtperiode ( uur) 10 db. Op bedrijventerreinen is vaak sprake van cumulatie van geluid. Naast het geluid van verkeer speelt vaak geluid van bedrijven een rol. Ook de spoorweg kan soms tot een verhoging van het geluidniveau leiden. Op bedrijventerreinen bij verschillende bronnen van nagenoeg gelijke sterkte is daarom een toeslag mogelijk van 3 db Landelijk gebied Het landelijk gebied was van oorsprong een agrarisch productiegebied. De laatste jaren is hier verandering in opgetreden waardoor het langzaamaan van karakter verandert. Naast landbouw vinden ook andere activiteiten plaats als toerisme, wonen etc. Functies die een bepaalde mate van rust vereisen. Kortom de rust in het landelijk gebied is van hoge waarde (toerisme) maar de boer moet er ook zijn brood kunnen verdienen. Het landelijk gebied van Wijchen wordt doorsneden door verkeerswegen als de A50, A73, de A326, Drutenseweg, Graafseweg (N324) en Schoenaker (N847) en de hoofdspoorlijn s-hertogenbosch-nijmegen. Ten gevolge van het verkeer is de geluidsruimte die deze infrastructurele voorzieningen met zich meebrengen enorm. De geluidzones aan weerszijden van autosnelwegen bedraagt al gauw enkele honderden meters. Pagina 14 Beleidsplan Geluid Gemeente Wijchen

23 De meeste geluidgevoelige bestemmingen (woningen) liggen veelal direct langs de gemeentelijke wegen. Circa 20% ondervindt een geluidbelasting van meer dan 53 db. Woningen met een agrarische functie zijn volgens de Wet geluidhinder te beschouwen als bedrijfswoningen. Een goed leefklimaat is hier enigszins ondergeschikt aan een goede bedrijfsvoering. Op deze woningen is een geluidbelasting toelaatbaar van maximaal 55 db(a) overdag, 50 db(a) in de avond en 45 db(a) in de nacht. Aan revitalisering van het landelijk gebied wordt in Wijchen veel waarde gehecht. Bij dit proces worden voormalige agrarische woningen, schuren en stallen omgezet in burgerwoningen. Soms kan er dan sprake zijn van een geluidbelasting op de gevels van meer dan 48 db. In het landelijk gebied mogen conform de Wet geluidhinder hogere grenswaarden worden verleend tot 58 db. Bij ongeveer één op de zes woningen doet zich een dergelijke situatie voor. Aan revitalisering van het landelijk gebied wordt veel waarde gehecht, bij nieuwbouwwoningen in het landelijk gebied gaat het vaak om individuele woningen. Daarom wordt een waarde toegestaan van maximaal 53 db. Bedrijven Wegverkeer Railverkeer Ambitieniveau 50 db (A) 48 db 55 db Plafondwaarde 55 db (A) 53 db 60 db Opmerking: Het betreft het geluidniveau voor overdag ( uur). Voor de avondperiode ( uur) is het geluidniveau 5 db lager en voor de nachtperiode ( uur) 10 db. Opmerking: Voor agrarische bedrijven ligt de grens tussen nacht en ochtend op 6.00 uur in plaats van op uur Gebieden met als hoofdfunctie voornamelijk natuurwaarde In het Bestemmingsplan Buitengebied zijn gebieden aangewezen met een hoge natuurwaarde. Om de zeer goede omgevingskwaliteit van deze gebieden in stand te houden, dient het geluidniveau 5 db lager te zijn dan de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder. Een dergelijke waarde is alleen mogelijk in relatief grote aaneengesloten gebieden als de Hatertse en Overasseltse vennen, Hernense en Leurse bosjes, Eendenkooi bij Niftrik en de bosjes bij Bergharen (zie bijlage I). Voor de beleving van het landschap is deze stilte van onschatbare waarde. Deze kwaliteit kan alleen worden gerealiseerd via het bestemmingsplan. In deze gebieden worden geen hogere grenswaarden verleend. Opmerking [MJ1]: Natuurlijke waarde of natuurwaarde? Bedrijven Wegverkeer Railverkeer Ambitieniveau 50 db (A) 48 db 55 db Plafondwaarde 50 db (A) 48 db 55 db Opmerking: Het betreft het geluidniveau voor overdag ( uur). Voor de avondperiode ( uur) is het geluidniveau 5 db lager en voor de nachtperiode ( uur) 10 db. Opmerking: Voor agrarische bedrijven ligt de grens tussen nacht en ochtend op 6.00 uur in plaats van op uur. 15