Aandachtspunten uit de overlegvergadering van 16 mei 2018 van de Universiteitsraad

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Aandachtspunten uit de overlegvergadering van 16 mei 2018 van de Universiteitsraad"

Transcriptie

1 Aandachtspunten uit de overlegvergadering van 16 mei 2018 van de Universiteitsraad BBR-wijziging - update BBR UR ; - de commissie OOS d.d. 24 april 2018; - dat het merendeel van de wijzigingen al in voorgaande besluitvorming zijn vastgesteld - dat de voorgenomen wijziging samenstelling UC-OW niet in eerdere stukken van de Universiteitsraad behandeld is; - dat de UC-OW volgens het BBR een adviesorgaan van het College blijft; gehoord de toezegging: - dat het College voor de zomer 2018 meer duidelijkheid geeft over wat de precieze rol van de UC- OW is en een duidelijke procedure vaststelt voor de correcte communicatie over en de omgang met UC-OW adviezen in de organisatie; in te stemmen met het gewijzigde Bestuurs- en Beheersreglement HTT UR HTT 2.0; - de commissie FPB op en het technische overleg op ; - dat door de controle naar INVL te verhuizen er een grotere afstand ontstaat tussen de administratieve taken en de controle; - dat de financiën nu overzichtelijker in één lening worden ondergebracht. - dat de Raad van Toezicht ook instemming op dit stuk heeft; in te stemmen met het HTT 2.0 Tenure Track notitie UR Tenure Track notitie 2018; - de beraadslagingen in de commissie FPB van 24 april jl.; overwegende dat: - langere onzekerheid over een vast aanstelling werkstress veroorzaakt en de positie duidelijk minder aantrekkelijk maakt; - het plan de doorstroming van reguliere UD s moeilijk dan wel onmogelijk kan maken door de opbouw van het WP; - er objectieve criteria moeten zijn voor de verschillende beoordelingen van de tenure-track medewerker; 1

2 gehoord de toezeggingen dat: - bij benoeming tot UHD-2 de medewerker een vaste aanstelling krijgt en bij een latere negatieve beoordeling er geen druk zal worden uitgeoefend op de mede-werker om hem/haar te laten vertrekken van de UT; - dat het College faculteiten aanspoort om domeinplannen te maken en zich er aan te houden; in te stemmen met de Tenure Track notitie. Werkdruk (plan van aanpak) - Werkplan Werkdruk UR ; - de commissie FPB waar ook de voltallige Taskforce Werkdruk aanwezig was; - het herziene plan concreter is dan het eerder besproken plan; - decentraal nadrukkelijker wordt betrokken bij het vinden van oplossingen voor het voorkomen van te hoge werkdruk; - een duidelijker focus is aangebracht door het benoemen van de top 6 speerpunten; gehoord de toezeggingen: - de UR inzage krijgt in de vastgestelde decentrale plannen; - de UR een concreet voorstel van het CvB zal ontvangen met daarin aangegeven welke maatregelen het CvB zelf gaat nemen om de werkdruk te verminderen; - het komende medewerkersonderzoek zo vorm te geven dat op specifieke doelen continue monitoring mogelijk wordt en wordt uitgevoerd; - de studentgeleding van de Universiteitsraad positief te adviseren over het voorliggende Werkplan Werkdruk; - de medewerkersgeleding van de Universiteitsraad in te stemmen met het Werkplan Werkdruk. Jaarplan SU - UR Jaarplan SU; - de beraadslagingen in de commissie OOS van 24 april jl.; - dat de Student Union zo goed mogelijk ondersteund moet worden om haar taken effectief uit te voeren; - dat de Universiteitsraad het belang van Student Union erg hoog heeft en haar hierin steunt; gehoord de toezeggingen dat: - het takenpakket van de Student Union opnieuw bekeken wordt in 2019; postief te adviseren over het Jaarplan Student Union. 2

3 Jaarplan AZ 2018: - het Jaarplan AZ 2018 ; - de commissie FPB; - de Eenheid Campus volgens plan geheel wordt ondergebracht in de nieuwe dienst Campus&Huisvesting ; - daarmee ongeveer de helft van het totale budget van AZ ongewijzigd wordt overgeheveld naar Campus & Huisvesting ; - positief te adviseren over het Jaarplan AZ UCT/ATLAS: regeling organisatiewijziging (categoriebepaling): - UR Agendapunt categoriebepaling organisatiewijziging inbedding UCT/ ATLAS; - de beraadslagingen in de commissie Onderwijs, Onderzoek en Studentzaken van 24 april jl.; - de voorgenomen organisatiewijziging de structuur van de faculteit EWI verandert, het University College Twente op dit moment zelf vertegenwoordigd is in de faculteit EWI, en de faculteitsraad van EWI instemming heeft op het faculteits-reglement; - positief te adviseren over de voorgenomen categorie bepaling, zijnde categorie 2 (zie hiervoor de Regeling organisatiewijzigingen Universiteit Twente van 15 februari 2018); - te adviseren om de faculteitsraad van de faculteit EWI om advies te vragen over bovengenoemd plan voor organisatiewijziging en wel over de categoriebepaling. Projectplan kwaliteitsafspraken De Universiteitsraad heeft het Projectplan Kwaliteitsafspraken (d.d. 9 april 2018) ontvangen en is positief over het feit dat de Universiteit Twente kwaliteitsafspraken opstelt in De Universiteitsraad kan zich vinden in de gekozen tijdslijn van het projectplan en adviseert dan ook positief over het Projectplan Kwaliteitsafspraken. Eigen bijdrage studenten Een tijd geleden werd een aantal universiteitsraadleden benaderd door studenten die aangaven zich benadeeld te voelen door de extra bijdrage die zij moesten maken voor hun onderwijsmodules. Aan de hand hiervan is de algemene Nederlandse wetgeving erbij gehaald en werd al snel duidelijk dat dit onderwerp al langer en bij meerdere onderwijsinstellingen speelt. Het ISO en de LSVb zetten zich op dit onderwerp ook al langer in voor studentenrechten. 3

4 In april 2015 is door toenmalig minister Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een brief (bijgevoegd) geschreven gericht aan alle hoger onderwijs-instellingen waarin staat dat deze zo snel mogelijk moesten stoppen met het in rekening brengen van extra kosten. In februari 2017 heeft de minister nogmaals alle universiteiten opgeroepen om onmiddellijk een einde te maken aan deze onterechte bijdrages wanneer dit nog niet was gedaan. Helaas blijken er veel gevallen waar de Universiteit Twente nog steeds niet voldoet aan de eisen van de minister. De brief van de minister verwijst naar WHW artikel 7.50 lid 1 waarin staat dat het betaalde instellingsgeld volledig moet volstaan voor het volgen van het gegeven onderwijs. De toelichting in de brief van de minister stelt dat studenten geen extra kosten hoeven te maken boven dit instellingsgeld om hun opleiding met succes af te ronden. Hiernaast wordt een categorisering gemaakt van kosten voor studenten in drie kostengroepen. In de eerste categorie vallen kosten die de Universiteit volgens haar wettelijke taken dient te betalen voor de student. Hieronder vallen ook de kosten die direct gekoppeld zijn aan de toetsing van de student. De tweede categorie wordt gevormd door kosten die op basis van vrijwilligheid aan de student mogen worden doorberekend. Dit betekent dat voor studenten aan de universiteit de keuze wordt gesteld om de kosten te maken of gebruik te maken van een kosteloos alternatief. De laatste categorie bevat kosten die verder van het onderwijs af staan en altijd door de student betaald zullen moeten worden. Aan de hand hiervan is er door een aantal universiteitsleden een korte inventarisatie gedaan of er universiteitsbreed bij opleidingen vaak extra kosten gemaakt moeten worden door studenten. Om de aangaande opleidingen niet in de openbaarheid te verwijten van het niet volgen van de regels, zijn deze als vertrouwelijk document bijgevoegd. Naast de genoemde extra kosten uit de korte inventarisatie is de verwachting dat er nog veel meer punten te vinden zijn bij verscheidene opleidingen. Samenvattend gaat de Universiteit Twente op een paar zaken in categorie één, maar voornamelijk op zaken in categorie twee de mist in. Wanneer een student verplicht extra geld moet betalen, omdat hij anders zijn module of vak niet kan afronden is dat ronduit absurd. Twee veelvoorkomende zaken hierin zijn de extra kosten die studenten moeten maken aan printkosten en excursiekosten. In het Twents Onderwijsmodel, waarin het integreren van de leerstof in een project als uiterst belangrijk wordt geacht, vraagt de universiteit vele studenten elke module extra kosten te maken voor het printen van projectverslagen en posters. Zij worden direct getoetst op het verslag of poster, wat niet in lijn is met de hiervoor gestelde regelingen. Hiernaast krijgen veel studenten te maken met extra kosten gekoppeld aan excursies. Deze zijn wederom verplicht gesteld en zijn dus nodig om een vak te behalen of een module af te ronden. Ook dit lijkt in strijd de zijn met de eisen voor hoger onderwijs-instellingen van de minister. De universiteitsraad acht dat vrijwel geen excursies van dermate belang zijn dat er geen andere opties zijn voor studenten. Voor deze twee zaken lijkt een gratis alternatief gemakkelijk te realiseren door het digitaliseren van het projectverslag of presentatie en daarnaast het aanbieden van een vervangende opdracht voor excursies. 4

5 Naast de wettelijke verplichtingen qua kostendekking, is de noodzakelijkheid erg belangrijk voor veel studenten. Zoals in het eerste voorbeeld aangegeven voelen studenten zich zwaar benadeeld, wanneer zij een relatief grote aanschaf moeten maken terwijl zij dit maar één- of tweemaal gebruiken. Dit gaat om zowel licenties als practicumbenodigdheden voor enkele modules of vakken. Voor een docent kan een enkele aankoop hierin weinig voorstellen, maar wanneer een student binnen een jaar meerdere modules of vakken volgt, lopen deze kosten vaak erg op. Tenslotte komen deze extra kosten voor veel studenten vaak onverwacht, aangezien veel van hen aannemen dat hun collegegeld dekkend is voor alle kosten. Op dit moment is er niets vastgesteld door de Universiteit Twente over deze kosten en door de slechte transparantie voelen vele studenten zich benadeeld. Wanneer er is besloten dat het voor bepaalde kosten onhaalbaar is om een gratis alternatief te bieden, moeten studenten het recht hebben om hiervan ruim van te voren over op de hoogte gesteld te worden. De Universiteitsraad wil u dan ook vragen om het volgende in gang te zetten: 1. er op aansturen dat opleidingen geen extra kosten in rekening brengen voor vastgelegde diensten of middelen die nodig zijn voor het direct afronden van een toets of een tentamen; 2. opleidingen dringend verzoeken om kritisch na te denken over de noodzake-lijkheid van alle extra kosten die zij in rekening brengen aan studenten en anders te zoeken naar gratis alternatieven hiervoor; 3. opleidingen te verzoeken duidelijk van tevoren vast te leggen en te communiceren naar studenten wanneer er extra kosten gemaakt moeten worden voor het afronden van vakken en modules en hoeveel die kosten bedragen. Opleiding industrial design De nieuwe privacywet Avondcolleges 5