EUROPEES PARLEMENT Commissie ontwikkelingssamenwerking

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "EUROPEES PARLEMENT Commissie ontwikkelingssamenwerking"

Transcriptie

1 EUROPEES PARLEMENT Commissie ontwikkelingssamenwerking PE v01-00 AMENDEMENTEN 1-65 Linda McAvan namens de Commissie ontwikkelingssamenwerking (PE v01-00) Ondervoeding bij kinderen in ontwikkelingslanden AM\ doc PE v01-00 In verscheidenheid verenigd

2 AM_Com_NonLegRE PE v /39 AM\ doc

3 1 Maria Heubuch, Heidi Hautala Titel Resolutie van het Europees Parlement over ondervoeding van kinderen in ontwikkelingslanden Resolutie van het Europees Parlement over ondervoeding en slechte voeding van kinderen in ontwikkelingslanden 2 Patrizia Toia Visum 8 bis (nieuw) gezien de tijdens de algemene vergadering van de Wereldgezondheidsorganisatie vastgestelde doelstellingen, 3 Maria Heubuch, Heidi Hautala Visum 8 bis (nieuw) gezien het mondiale verslag en het syntheseverslag van de International Assessment of Agricultural Knowledge, Science and Technology for Development, AM\ doc 3/39 PE v01-00

4 die werden gepubliceerd in a, 1a Ecosystems/IAASTD/tabid/105853/Defaul t.aspx 4 Ignazio Corrao Visum 8 bis (nieuw) gezien het in 2009 gepubliceerde UNICEF-verslag over het voedseltekort onder kinderen wereldwijd, 5 Maria Heubuch, Heidi Hautala Visum 8 ter (nieuw) gezien het verslag getiteld "Agroecology and the Right to Food" van de speciale rapporteur van de VN voor het recht op voedsel, dat op 8 maart 2011 op de 16de zitting van de Raad voor de mensenrechten van de Verenigde Naties werd gepresenteerd, PE v /39 AM\ doc

5 6 Patrizia Toia Visum 9 bis (nieuw) gezien het thema "Voedsel voor de planeet - Energie voor het leven" van Expo 2015, 7 Ignazio Corrao Overweging A A. overwegende dat nog altijd een miljard mensen honger lijdt en dat ten minste 225 miljoen kinderen in de wereld van jonger dan vijf jaar kampen met acute en chronische ondervoeding, van wie naar schatting jaarlijks 2,6 miljoen in ontwikkelingslanden overlijden; A. overwegende dat nog altijd een miljard mensen honger lijdt en dat ten minste 225 miljoen kinderen in de wereld van jonger dan vijf jaar kampen met acute en chronische ondervoeding en met ontwikkelingsachterstanden als gevolg van de ondervoeding van moeders en kinderen, van wie naar schatting jaarlijks 2,6 miljoen in ontwikkelingslanden overlijden; 8 Nirj Deva Overweging A bis (nieuw) A bis. overwegende dat volgens AM\ doc 5/39 PE v01-00

6 de wereldwijde index voor verborgen honger 1a naar schatting twee miljard mensen wereldwijd, oftewel een op de drie mensen in ontwikkelingslanden, lijden aan een chronisch gebrek aan essentiële vitaminen en mineralen (microvoedingsstoffen), een aandoening die bekend staat als "verborgen honger" en een drastisch verhoogde kans op geboorteafwijkingen, infecties en ontwikkelingsstoornissen met zich meebrengt, 1a The Global Hidden Hunger Indices and Maps: An Advocacy Tool for Action, 9 Ignazio Corrao Overweging A bis (nieuw) A bis. overwegende dat ondervoeding vaak onzichtbaar blijft totdat deze een ernstige vorm aanneemt, en kinderen die gezond lijken in feite worden blootgesteld aan ernstige risico's voor en blijvende schade aan hun gezondheid en ontwikkeling; 10 Ignazio Corrao PE v /39 AM\ doc

7 Overweging A ter (nieuw) A ter. overwegende dat ondervoeding een kind zijn kracht ontneemt, waardoor het kwetsbaarder is voor ziekten die het lichaam bij toereikende voeding zelfstandig zou kunnen uitroeien, en dat meer dan een derde van de kinderen die sterven aan longontsteking, diarree en andere ziekten, zou kunnen overleven als het niet was ondervoed; 11 Davor Ivo Stier, Bogdan Brunon Wenta Overweging B bis (nieuw) B bis. overwegende dat bijna 20 miljoen kinderen in zowel noodsituaties als nietnoodsituaties nog steeds in ernstige mate lijden aan acute ondervoeding en dat slechts 10 % van hen toegang heeft tot medische behandeling; 12 Lorenzo Fontana Overweging D D. overwegende dat ondervoeding tevens D. overwegende dat ondervoeding tevens AM\ doc 7/39 PE v01-00

8 de oorzaak is van morbiditeit en verlies van productiviteit, alsook een belemmering vormt voor sociale en economische ontwikkeling in ontwikkelingslanden; de oorzaak is van morbiditeit en verminderde ontwikkeling, alsook een belemmering vormt voor sociale en economische ontwikkeling in ontwikkelingslanden; 13 Ignazio Corrao Overweging D bis (nieuw) D bis. overwegende dat degenen die ondervoeding overleven vaak levenslang fysieke en cognitieve beperkingen vertonen, waardoor hun leervermogen en hun integratie op de arbeidsmarkt worden beperkt en dat ze verstrikt raken in een patroon van ziekte en armoede dat zich van generatie op generatie herhaalt; 14 Lorenzo Fontana Overweging E E. overwegende dat als gevolg van de effecten van klimaatverandering op de landbouwproductie en derhalve op voeding het aantal ondervoede kinderen naar verwachting zal toenemen; E. overwegende dat als gevolg van de effecten van klimaatverandering op de landbouwproductie en derhalve op voeding het aantal ondervoede kinderen naar verwachting zal toenemen en dat de toepassing van intensieve technieken op veehouderijen en met betrekking tot de landbouwproductie tevens betreurenswaardig is; PE v /39 AM\ doc

9 15 Maria Heubuch, Heidi Hautala, Patrizia Toia, Norbert Neuser Overweging E bis (nieuw) E bis. overwegende dat particuliere investeerders en regeringen blijk hebben gegeven van een groeiende belangstelling voor aankoop of langdurige pacht van grote stukken landbouwgrond, meestal in ontwikkelingslanden in Afrika en Latijns- Amerika; overwegende dat landroof een nieuwe bedreiging vormt voor de voedselveiligheid; 16 Maria Heubuch, Heidi Hautala Overweging E ter (nieuw) E ter. overwegende dat massale armoede in stedelijke en plattelandsgebieden een belangrijke oorzaak is van honger in ontwikkelingslanden, die nog wordt verergerd door de trek naar de steden en het gevolg is van het feit dat kleinschalige landbouw voor velen geen levensvatbare optie is; AM\ doc 9/39 PE v01-00

10 17 Maria Heubuch, Heidi Hautala, Patrizia Toia, Norbert Neuser Overweging E quater (nieuw) E quater. overwegende dat er in ontwikkelingslanden weliswaar geïnvesteerd moet worden in de landbouw om ondervoeding tegen te gaan, maar handelsinvesteringsovereenkomsten een nadelig effect kunnen hebben op ondervoeding en voedselveiligheid, indien door verpachting of verkoop van vruchtbare grond aan private investeerders de plaatselijke bevolking de toegang wordt ontnomen tot de productiebronnen die onmisbaar zijn voor hun voortbestaan, of grote hoeveelheden voedsel worden geëxporteerd en op internationale markten worden verkocht, waardoor het gastland sterker afhankelijk wordt van - en kwetsbaarder wordt voor - schommelingen van de grondstoffenprijzen op de internationale markten; 18 Maria Heubuch, Heidi Hautala Overweging E quinquies (nieuw) E quinquies. overwegende dat de ontwikkeling van een duurzame productie door kleinschalige landbouwers en eenmans- en middelgrote landbouwbedrijven, die hoofdzakelijk bestemd is voor de plaatselijke consumptie, een sleutelrol speelt bij de PE v /39 AM\ doc

11 bestrijding van ondervoeding en het waarborgen van de voedselveiligheid in ontwikkelingslanden; overwegende dat is aangetoond dat landbouw op kleine en middelgrote schaal de algehele voedselproductie kan doen toenemen; overwegende dat de uitsluitende nadruk op exportproductie in ontwikkelingslanden negatieve gevolgen kan hebben voor vrouwen als kleinschalige landbouwers, 19 Maria Heubuch, Heidi Hautala Overweging E sexies (nieuw) E sexies. overwegende dat het verslag getiteld "Agro-ecology and the right to food", dat door de speciale rapporteur van de VN voor het recht op voedsel op 8 maart 2011 werd voorgelegd aan de VN- Raad voor de mensenrechten, aantoont dat de agro-ecologie, als deze voldoende ondersteuning vindt, de voedselproductie in hele regio's binnen tien jaar kan verdubbelen en tegelijk de klimaatverandering kan beperken en de armoede op het platteland kan verminderen; 20 Lorenzo Fontana Overweging J AM\ doc 11/39 PE v01-00

12 J. overwegende dat internationale organisaties bevestigen dat de voedselproductie toereikend is om de gehele wereldbevolking van voedsel te voorzien en dat ondervoeding van kinderen verband houdt met voedselonzekerheid en armoede van gezinnen, inadequate zorgen voedingspraktijken, een ongezonde gezinsomgeving en ontoereikende gezondheidszorg; J. overwegende dat internationale organisaties bevestigen dat de voedselproductie toereikend zou moeten zijn om de gehele wereldbevolking van voedsel te voorzien indien de middelen eerlijker zouden worden verdeeld, en dat ondervoeding van kinderen verband houdt met de mate van armoede van honderden miljoenen mensen; 21 Patrizia Toia Overweging J J. overwegende dat internationale organisaties bevestigen dat de voedselproductie toereikend is om de gehele wereldbevolking van voedsel te voorzien en dat ondervoeding van kinderen verband houdt met voedselonzekerheid en armoede van gezinnen, inadequate zorg- en voedingspraktijken, een ongezonde gezinsomgeving en ontoereikende gezondheidszorg; J. overwegende dat internationale organisaties bevestigen dat de voedselproductie toereikend is om de gehele wereldbevolking van voedsel te voorzien en dat ondervoeding van kinderen verband houdt met voedselonzekerheid, armoede van gezinnen en uitsluiting, inadequate zorg- en voedingspraktijken, een ongezonde gezinsomgeving en ontoereikende gezondheidszorg; 22 Nirj Deva Overweging L bis (nieuw) PE v /39 AM\ doc

13 L bis. overwegende dat uit een artikelenreeks in de Lancet over de voeding van moeders en kinderen 1a blijkt dat jaarlijks naar schatting levens kunnen worden gered als aan de voeding van zwangere vrouwen verschillende microvoedingsstoffen worden toegevoegd en nog eens levens kunnen worden gered als aan de voeding van kinderen vitamine A en zink worden toegevoegd; 1a De artikelenreeks in de Lancet over de voeding van moeders en kinderen, 23 Paul Rübig Paragraaf 1 1. wijst erop dat er talrijke oorzaken zijn voor de ondervoeding van kinderen, en dat de meeste het gevolg van menselijk handelen en derhalve te voorkomen zijn, variërend van een ongelijke verdeling en/of een niet duurzaam gebruik van middelen tot discriminatie van vrouwen en kinderen, een slechte gezondheid als gevolg van gebrekkige gezondheidszorgstelsels en een gebrek aan bestuur; 1. wijst erop dat er talrijke oorzaken zijn voor de ondervoeding van kinderen, en dat de meeste het gevolg van menselijk handelen en derhalve te voorkomen zijn, variërend van inefficiënte economische structuren, een ongelijke verdeling en/of een niet duurzaam gebruik van middelen tot discriminatie van vrouwen en kinderen, een slechte gezondheid als gevolg van gebrekkige gezondheidszorgstelsels en een gebrek aan bestuur; Or. de AM\ doc 13/39 PE v01-00

14 24 Maria Heubuch, Norbert Neuser, Heidi Hautala Paragraaf 1 1. wijst erop dat er talrijke oorzaken zijn voor de ondervoeding van kinderen, en dat de meeste het gevolg van menselijk handelen en derhalve te voorkomen zijn, variërend van een ongelijke verdeling en/of een niet duurzaam gebruik van middelen tot discriminatie van vrouwen en kinderen, een slechte gezondheid als gevolg van gebrekkige gezondheidszorgstelsels en een gebrek aan bestuur; 1. wijst erop dat er talrijke oorzaken zijn voor de ondervoeding van kinderen, en dat de meeste het gevolg van menselijk handelen en derhalve te voorkomen zijn, variërend van een ongelijke verdeling en/of een niet duurzaam gebruik van middelen en een te grote afhankelijkheid van individuele gewassen en monoculturele landbouwpraktijken tot discriminatie van vrouwen en kinderen, een slechte gezondheid als gevolg van gebrekkige gezondheidszorgstelsels en een gebrek aan bestuur; 25 Davor Ivo Stier, Bogdan Brunon Wenta Paragraaf 1 1. wijst erop dat er talrijke oorzaken zijn voor de ondervoeding van kinderen, en dat de meeste het gevolg van menselijk handelen en derhalve te voorkomen zijn, variërend van een ongelijke verdeling en/of een niet duurzaam gebruik van middelen tot discriminatie van vrouwen en kinderen, een slechte gezondheid als gevolg van gebrekkige gezondheidszorgstelsels en een gebrek aan bestuur; 1. wijst erop dat er talrijke oorzaken zijn voor de ondervoeding van kinderen, en dat de meeste het gevolg van menselijk handelen en derhalve te voorkomen zijn, variërend van een ongelijke verdeling en/of een niet duurzaam gebruik van middelen tot slecht bestuur, discriminatie van vrouwen en kinderen, en een slechte gezondheid als gevolg van gebrekkige gezondheidszorgstelsels; PE v /39 AM\ doc

15 26 Patrizia Toia Paragraaf 1 1. wijst erop dat er talrijke oorzaken zijn voor de ondervoeding van kinderen, en dat de meeste het gevolg van menselijk handelen en derhalve te voorkomen zijn, variërend van een ongelijke verdeling en/of een niet duurzaam gebruik van middelen tot discriminatie van vrouwen en kinderen, een slechte gezondheid als gevolg van gebrekkige gezondheidszorgstelsels en een gebrek aan bestuur; 1. wijst erop dat er talrijke oorzaken zijn voor de ondervoeding van kinderen, waarvan de meeste het gevolg van menselijk handelen en derhalve te voorkomen zijn, variërend van een ongelijke verdeling en/of een niet duurzaam gebruik van middelen tot discriminatie van vrouwen en kinderen, een slechte gezondheid als gevolg van gebrekkige gezondheidszorgstelsels, een gebrek aan bestuur en aan onderwijs, met name van de moeder; 27 Maria Heubuch, Heidi Hautala, Patrizia Toia, Norbert Neuser Paragraaf 1 bis (nieuw) 1 bis. wijst erop dat landbouw een essentiële bron van bestaansmiddelen en voedselzekerheid voor de plattelandsbevolking blijft; merkt echter op dat landbouwgrond veelvuldig onder druk komt te staan door bevolkingsgroei, verandering van grondgebruik, commerciële investeringen en milieudegradatie als gevolg van droogte, bodemerosie en tekort aan voedingsstoffen, alsook door natuurrampen en conflicten; is in deze context van mening dat het veiligstellen van landrechten voor de plattelandsbevolking van essentieel belang AM\ doc 15/39 PE v01-00

16 is voor de verwezenlijking van de MDO's; benadrukt met name dat het noodzakelijk is landrechten voor vrouwen veilig te stellen en dat dit een belangrijk onderdeel is van de strategie voor het uitroeien van armoede in ontwikkelingslanden, daar vrouwen de rol vervullen van voedselproducent in plattelands- en voorstedelijke gebieden en de verantwoordelijkheid dragen voor het voeden van hun gezinsleden; 28 Davor Ivo Stier, Bogdan Brunon Wenta Paragraaf 3 3. onderstreept dat, vanuit een levenscyclusperspectief, de meest cruciale periode om in de voedingsbehoeften van een kind te voorzien wordt gevormd door de eerste dagen, met inbegrip van de zwangerschapsperiode, aangezien het kind gedurende deze periode verhoogde voedingsbehoeften heeft om de snelle groei en ontwikkeling te ondersteunen, gevoeliger is voor infecties, en voor voeding, zorg en sociale interactie volledig afhankelijk is van anderen; 3. onderstreept dat, vanuit een levenscyclusperspectief, de meest cruciale periode om in de voedingsbehoeften van een kind te voorzien wordt gevormd door de eerste duizend levensdagen, met inbegrip van de zwangerschapsperiode, aangezien het kind gedurende deze periode verhoogde voedingsbehoeften heeft om de snelle groei en ontwikkeling te ondersteunen, gevoeliger is voor infecties, en voor voeding, zorg en sociale interactie volledig afhankelijk is van anderen; 29 Davor Ivo Stier, Bogdan Brunon Wenta Paragraaf 4 PE v /39 AM\ doc

17 4. herhaalt nogmaals dat de aanpak van ondervoeding van kinderen en moeders een gecoördineerd optreden vergt van een aantal sectoren die van invloed zijn op ondervoeding, zoals gezondheid, onderwijs, landbouw, water, toegang tot energie en sanitaire voorzieningen, en dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan consistente ontwikkelingsstrategieën voor de lange termijn vast te stellen en zich in te spannen om ondervoeding ook in de context van noodsituaties en humanitaire interventies terug te dringen; 4. herhaalt nogmaals dat de aanpak van ondervoeding van kinderen en moeders een geïntegreerde benadering, een gecoördineerd optreden van een aantal sectoren die van invloed zijn op ondervoeding, zoals gezondheid, onderwijs, landbouw, water, toegang tot energie en sanitaire voorzieningen, alsook een verantwoordelijke betrokkenheid van alle belanghebbenden vergt, en dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan consistente ontwikkelingsstrategieën voor de lange termijn vast te stellen en zich in te spannen om ondervoeding ook in de context van noodsituaties en humanitaire interventies terug te dringen; 30 Lorenzo Fontana Paragraaf 4 4. herhaalt nogmaals dat de aanpak van ondervoeding van kinderen en moeders een gecoördineerd optreden vergt van een aantal sectoren die van invloed zijn op ondervoeding, zoals gezondheid, onderwijs, landbouw, water, toegang tot energie en sanitaire voorzieningen, en dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan consistente ontwikkelingsstrategieën voor de lange termijn vast te stellen en zich in te spannen om ondervoeding ook in de context van noodsituaties en humanitaire interventies terug te dringen; 4. herhaalt nogmaals dat de aanpak van ondervoeding van kinderen en moeders een gecoördineerd optreden vergt van een aantal sectoren die van invloed zijn op ondervoeding, zoals gezondheid, onderwijs en voedingseducatie, landbouw, water, toegang tot energie en sanitaire voorzieningen, en dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan consistente ontwikkelingsstrategieën voor de lange termijn vast te stellen en zich in te spannen om ondervoeding ook in de context van noodsituaties en humanitaire interventies terug te dringen; AM\ doc 17/39 PE v01-00

18 31 Maria Heubuch, Heidi Hautala Paragraaf 4 bis (nieuw) 4 bis. wijst erop dat in een context van door monocultuur gekenmerkte conventionele landbouw de overgang van een gediversifieerde gewasproductie naar een vereenvoudigde productie op basis van graan in veel ontwikkelingslanden heeft geleid tot ondervoeding door een gebrek aan microvoedingsstoffen; onderstreept het feit dat aangezien voedingsdiversiteit dankzij een grotere diversiteit op het veld met name van belang is voor kinderen en vrouwen, een belangrijke rol is weggelegd voor de soortendiversiteit binnen de landbouwbedrijven die volgens agroecologische beginselen worden beheerd alsook in de stedelijke en voorstedelijke landbouw, omdat hiermee wordt gewaarborgd dat de landbouwsystemen sterker gediversifieerde voedingsstoffen voortbrengen; 32 Maria Heubuch, Heidi Hautala Paragraaf 4 ter (nieuw) 4 ter. roept de EU op om zich, overeenkomstig de aanbevelingen van de speciale rapporteur van de VN voor het recht op voedsel, in te zetten voor een PE v /39 AM\ doc

19 fundamentele verschuiving naar agroecologie als een manier voor landen om zichzelf te voeden en de voeding te verbeteren en tegelijk de uitdagingen op het gebied van klimaatverandering en armoede aan te pakken; roept de EU derhalve met klem op haar programma voor voedselhulp en investeringen in de landbouw in ontwikkelingslanden te richten op het ondersteunen van organisaties van kleinschalige landbouwers, die blijk geven van een groot vermogen om kennis over goede agro-ecologische praktijken onder landbouwers te verspreiden; 33 Maria Heubuch, Heidi Hautala Paragraaf 4 quater (nieuw) 4 quater. onderstreept het feit dat moestuinen en kleinschalige veeteelt niet alleen op het platteland, maar ook in stedelijke en voorstedelijke gebieden een effectieve bijdrage kunnen leveren aan het vergroten van de verscheidenheid op het gebied van productie en consumptie; benadrukt dat moestuinen vaak door vrouwen worden bijgehouden, waardoor zij zelfredzaam worden en meer inkomen en status verkrijgen; benadrukt dat moestuinen leiden tot een groter gebruik van levensmiddelen die rijk zijn aan microvoedingsstoffen en tot een effectieve verbetering van de voeding van kinderen; roept de EU en haar lidstaten op hier rekening mee te houden in hun programma's voor ontwikkelingshulp; AM\ doc 19/39 PE v01-00

20 34 Maria Heubuch, Heidi Hautala, Patrizia Toia, Norbert Neuser Paragraaf 4 quinquies (nieuw) 4 quinquies. benadrukt het belang van duurzame kleinschalige landbouwers, eenmans- en middelgrote landbouw- en visserijbedrijven, die hoofdzakelijk voor plaatselijke consumptie produceren, bij de bestrijding van ondervoeding en het waarborgen van de voedselveiligheid in ontwikkelingslanden; dringt aan op het introduceren van maatregelen om te voorkomen dat plaatselijke kleinschalige en middelgrote landbouwers en vissers verdwijnen en hun mogelijkheden voor het produceren van voedsel voor de plaatselijke markt worden beperkt; 35 Maria Heubuch, Heidi Hautala Paragraaf 4 sexies (nieuw) 4 sexies. verzoekt de EU om met haar programma s voor ontwikkelingshulp meer steun te geven aan de hoofdzakelijk voor de plaatselijke consumptie bestemde productie van duurzame kleinschalige landbouwers, eenmans- en middelgrote landbouwbedrijven, en om te investeren in participatieve, op nationaal niveau aangestuurde plannen die op lokaal niveau in samenwerking met de boeren en hun vertegenwoordigers en met lokale en PE v /39 AM\ doc

21 regionale overheden en maatschappelijke organisaties worden uitgevoerd; 36 Maria Heubuch, Heidi Hautala Paragraaf 4 septies (nieuw) 4 septies. merkt op dat hybridisering - die soms de kenmerken van genetisch gemanipuleerde organismen vertoont - de opbrengst weliswaar voor één generatie kan verhogen maar voor het produceren van de beloofde oogst elk jaar nieuw zaaigoed moet worden ingekocht waarvoor een grote hoeveelheid kunstmest en/of pesticiden nodig is alsook een hoeveelheid irrigatiewater die op veel, van regenwater afhankelijke kleinschalige velden onmogelijk te vinden is; merkt tevens op dat daardoor wordt bijgedragen aan het verlies van op het eigen bedrijf geoogst zaaigoed dat door generaties van landbouwers is aangepast aan de plaatselijke klimaat- en bodemeigenschappen; wijst op het belang van participatieve fokprogramma's en op het eigen bedrijf geoogst zaaigoed als maatregelen om klimaatbestendigheid en voedselveiligheid voor de lange termijn te waarborgen; vraagt dat de door de EU gefinancierde programma's voor het behoud en de verbetering van de belangrijke rol van op het eigen bedrijf geoogst zaaigoed en participatieve fokmethoden worden afgestemd op systemen met weinig of geen chemische inputs, in plaats van op systemen met veel en dure inputs; AM\ doc 21/39 PE v01-00

22 37 Davor Ivo Stier, Bogdan Brunon Wenta Paragraaf 5 5. prijst de verbeteringen die de afgelopen jaren zijn bewerkstelligd met betrekking tot de bestrijding van ondervoeding van kinderen, zoals blijkt uit de indicatoren inzake de vooruitgang bij de verwezenlijking van de eerste millenniumdoelstelling van ontwikkeling; is evenwel van mening dat het aantal kinderen dat sterft of lijdt aan ondervoeding nog steeds hoog is en dat dit bijdraagt aan de instandhouding van de vicieuze cirkel van armoede en honger; 5. prijst de verbeteringen die de afgelopen jaren zijn bewerkstelligd met betrekking tot de bestrijding van ondervoeding van kinderen, zoals blijkt uit de indicatoren inzake de vooruitgang bij de verwezenlijking van de eerste millenniumdoelstelling van ontwikkeling; is evenwel van mening dat het aantal kinderen dat sterft of lijdt aan ondervoeding nog steeds onaanvaardbaar hoog is en dat dit bijdraagt aan de instandhouding van de vicieuze cirkel van armoede en honger; 38 Patrizia Toia Paragraaf 6 6. benadrukt in dit verband dat de strijd tegen ondervoeding van kinderen en het verschaffen van universele toegang tot toereikende voedzame voeding een van de belangrijkste doelstellingen van de agenda voor de periode na 2015 moet blijven; 6. benadrukt in dit verband dat de strijd tegen ondervoeding van kinderen en tegen alle vormen van ondervoeding (met inbegrip van verborgen honger) en het verschaffen van universele toegang tot toereikende voedzame voeding een van de belangrijkste doelstellingen van de agenda voor de periode na 2015 moet blijven; PE v /39 AM\ doc

23 39 Davor Ivo Stier, Bogdan Brunon Wenta Paragraaf 6 6. benadrukt in dit verband dat de strijd tegen ondervoeding van kinderen en het verschaffen van universele toegang tot toereikende voedzame voeding een van de belangrijkste doelstellingen van de agenda voor de periode na 2015 moet blijven; 6. benadrukt in dit verband dat de strijd tegen ondervoeding van kinderen en het verschaffen van universele toegang tot toereikende voedzame voeding een van de belangrijkste onderdelen van de doelstelling inzake hongeruitroeiing van de agenda voor de periode na 2015 moet blijven, waarbij een specifieke oproep moet worden gedaan om voor 2030 een einde te maken aan iedere vorm van ondervoeding en om voor 2025 de internationaal overeengekomen doelstellingen inzake rachitis en cachexie bij kinderen onder vijf jaar te behalen; 40 Patrizia Toia Paragraaf 8 8. benadrukt het belang van politieke wil bij de aanpak van ondervoeding; is ingenomen met het stappenplan "Scaling Up Nutrition" (SUN) ("voeding op een hoger plan") dat door het permanente voedingscomité van de Verenigde Naties (UNSCN) is ontwikkeld om de verbetering van voeding te versnellen, met name in landen die op dit gebied met grote problemen kampen, met de deelname van diverse belanghebbenden waaronder VNagentschappen met een mandaat op het gebied van voeding; dringt er bij de 8. benadrukt het belang van politieke wil bij de aanpak van ondervoeding; is ingenomen met het stappenplan "Scaling Up Nutrition" (SUN) ("voeding op een hoger plan") dat door het permanente voedingscomité van de Verenigde Naties (UNSCN) is ontwikkeld om de verbetering van voeding te versnellen, met name in landen die op dit gebied met grote problemen kampen, met de deelname van diverse belanghebbenden waaronder VNagentschappen met een mandaat op het gebied van voeding; dringt er bij de AM\ doc 23/39 PE v01-00

24 Commissie en de lidstaten op aan de in SUN opgenomen beginselen toe te passen; Commissie en de lidstaten op aan de in SUN opgenomen beginselen toe te passen; dringt er bij de Commissie op aan de deelname aan het SUN-platform van maatschappelijke organisaties en basisorganisaties die in direct contact staan met kleine producenten en gezinnen te bevorderen en deze van middelen te voorzien; 41 Ignazio Corrao Paragraaf 9 9. is verheugd over de toezegging van de Europese Commissie om gedurende de periode ,5 miljard euro te investeren in de verbetering van voeding in een aantal van 's werelds armste landen, en dringt er bij de Commissie op aan meer toezeggingen te doen ten aanzien van specifieke op voeding gerichte interventies, teneinde haar doelstelling te verwezenlijken om het aantal kinderen van jonger dan vijf jaar met een ontwikkelingsachterstand voor 2025 met zeven miljoen te verminderen; 9. is verheugd over de toezegging van de Europese Commissie om gedurende de periode ,5 miljard euro te investeren in de verbetering van voeding in een aantal van s werelds armste landen, en dringt er bij de Commissie op aan meer toezeggingen te doen ten aanzien van specifieke op voeding gerichte interventies, en zich hierbij met name toe te leggen op het verschaffen van een duurzame toegang tot drinkwater en elektriciteit, teneinde haar doelstelling te verwezenlijken om het aantal kinderen van jonger dan vijf jaar met een ontwikkelingsachterstand voor 2025 met zeven miljoen te verminderen; 42 Patrizia Toia Paragraaf 10 PE v /39 AM\ doc

25 10. benadrukt dat vrouwen een cruciale rol vervullen met betrekking tot de voeding van kinderen en de voedselzekerheid door middel van borstvoeding, de productie, aankoop en bereiding van voedsel en verstrekking ervan aan het gezin, zorg voor kinderen en zieken en het waarborgen van goede hygiëne; herinnert eraan dat vrouwen verantwoordelijk zijn voor 80 % van de landbewerking in Afrika, hoewel zij het land dat zij cultiveren nog steeds slechts zelden ook daadwerkelijk in hun bezit hebben; dringt er in dit verband op aan de genderdimensie en de bevordering van zelfredzaamheid van vrouwen op te nemen in alle beleidsmaatregelen die zijn gericht op de bestrijding van ondervoeding; 10. benadrukt dat vrouwen een cruciale rol vervullen met betrekking tot de voeding van kinderen en de voedselzekerheid door middel van borstvoeding (exclusief gedurende zes maanden), de productie, aankoop en bereiding van voedsel en verstrekking ervan aan het gezin, zorg voor kinderen en zieken en het waarborgen van goede hygiëne; herinnert eraan dat vrouwen verantwoordelijk zijn voor 80 % van de landbewerking in Afrika, hoewel zij het land dat zij cultiveren nog steeds slechts zelden ook daadwerkelijk in hun bezit hebben; dringt er in dit verband op aan de genderdimensie en de bevordering van zelfredzaamheid van vrouwen op te nemen in alle beleidsmaatregelen die zijn gericht op de bestrijding van ondervoeding; 43 Nirj Deva Paragraaf benadrukt dat vrouwen een cruciale rol vervullen met betrekking tot de voeding van kinderen en de voedselzekerheid door middel van borstvoeding, de productie, aankoop en bereiding van voedsel en verstrekking ervan aan het gezin, zorg voor kinderen en zieken en het waarborgen van goede hygiëne. herinnert eraan dat vrouwen verantwoordelijk zijn voor 80 % van de landbewerking in Afrika, hoewel zij het land dat zij cultiveren nog steeds slechts zelden ook daadwerkelijk in hun bezit hebben; dringt er in dit verband op aan de genderdimensie en de bevordering 10. benadrukt dat vrouwen een cruciale rol vervullen met betrekking tot de voeding van kinderen en de voedselzekerheid door middel van borstvoeding, de productie, aankoop en bereiding van voedsel en verstrekking ervan aan het gezin, zorg voor kinderen en zieken en het waarborgen van goede hygiëne; wijst erop dat hoewel 60% van de mensen met chronische honger vrouwen en meisjes zijn, 60 tot 80 % van het voedsel in ontwikkelingslanden door vrouwen wordt geproduceerd; AM\ doc 25/39 PE v01-00

26 van zelfredzaamheid van vrouwen op te nemen in alle beleidsmaatregelen die zijn gericht op de bestrijding van ondervoeding; 44 Paul Rübig Paragraaf benadrukt dat vrouwen een cruciale rol vervullen met betrekking tot de voeding van kinderen en de voedselzekerheid door middel van borstvoeding, de productie, aankoop en bereiding van voedsel en verstrekking ervan aan het gezin, zorg voor kinderen en zieken en het waarborgen van goede hygiëne; herinnert eraan dat vrouwen verantwoordelijk zijn voor 80 % van de landbewerking in Afrika, hoewel zij het land dat zij cultiveren nog steeds slechts zelden ook daadwerkelijk in hun bezit hebben; dringt er in dit verband op aan de genderdimensie en de bevordering van zelfredzaamheid van vrouwen op te nemen in alle beleidsmaatregelen die zijn gericht op de bestrijding van ondervoeding; 10. benadrukt dat vrouwen een cruciale rol vervullen met betrekking tot de voeding van kinderen en de voedselzekerheid door middel van borstvoeding, de productie, aankoop en bereiding van voedsel en verstrekking ervan aan het gezin, zorg voor kinderen en zieken en het waarborgen van goede hygiëne; herinnert eraan dat vrouwen verantwoordelijk zijn voor 80 % van de landbewerking in Afrika, hoewel zij het land dat zij cultiveren nog steeds slechts zelden ook daadwerkelijk in hun bezit hebben; dringt er in dit verband op aan de genderdimensie op te nemen in alle beleidsmaatregelen die zijn gericht op de bestrijding van ondervoeding, om een samenleving tot stand te brengen waarin vrouwen en mannen gelijke rechten hebben; Or. de 45 Nirj Deva Paragraaf 10 bis (nieuw) PE v /39 AM\ doc

27 10 bis. onderstreept dat vrouwen voor ongeveer 80 % verantwoordelijk zijn voor de landbewerking in Afrika, maar slechts 2 % van het land formeel in eigendom hebben; wijst er verder op dat uit recente programma's in India, Kenia, Honduras, Ghana, Nicaragua en Nepal is gebleken dat huishoudens onder vrouwelijke leiding over meer voedselzekerheid en betere gezondheidszorg beschikken en zich meer richten op onderwijs dan huishoudens onder mannelijke leiding; 46 Patrizia Toia Paragraaf 10 bis (nieuw) 10 bis. benadrukt dat er een sterke correlatie bestaat tussen het opleidingsniveau van de moeder en de voedingsstatus van haar gezin; verzoekt in dat verband de toegang van vrouwen tot onderwijs te versterken en de genderbarrières met betrekking tot onderwijs en analfabetisme weg te nemen; 47 Nirj Deva Paragraaf 10 ter (nieuw) AM\ doc 27/39 PE v01-00

28 10 ter. dringt er in dit verband op aan de genderdimensie en de bevordering van zelfredzaamheid van vrouwen op te nemen in alle beleidsmaatregelen die zijn gericht op de bestrijding van ondervoeding bij kinderen; 48 Marlene Mizzi Paragraaf benadrukt dat ondervoeding van zwangere vrouwen verschrikkelijke gevolgen heeft voor zuigelingen, en de toekomstige ontwikkeling van het kind op onomkeerbare wijze kan belemmeren; dringt er in dit verband op aan bijzondere aandacht te besteden aan de bescherming van de gezondheid en rechten van vrouwen; 11. benadrukt dat ondervoeding van zwangere vrouwen verschrikkelijke gevolgen heeft voor zuigelingen, en de toekomstige ontwikkeling van het kind op onomkeerbare wijze kan belemmeren; dringt er in dit verband op aan bijzondere aandacht te besteden aan de bescherming van de gezondheid en rechten van vrouwen, en voedselvoorlichting als integraal onderdeel op te nemen in de onderwijsprogramma's en leerplannen voor meisjes; 49 Marlene Mizzi Paragraaf 11 bis (nieuw) 11 bis. bevestigt nogmaals dat PE v /39 AM\ doc

29 alfabetisering een krachtig instrument is om armoede te bestrijden en economische ontwikkeling te stimuleren; benadrukt derhalve de noodzaak om onderwijs voor meisjes te ondersteunen, aangezien investeringen in meisjes ertoe leiden dat zij meer kansen krijgen om gezond te leven en een productief leven te leiden voor zichzelf en hun toekomstige kinderen; 50 Nirj Deva Paragraaf herinnert eraan dat de zogeheten verborgen honger, dat wil zeggen een tekort aan vitaminen en mineralen in het dieet van kinderen, kan leiden tot lichamelijke en intellectuele groeiachterstanden bij kinderen; 14. herinnert eraan dat een tekort aan vitaminen en mineralen de oorzaak is van ongeveer 7 % van de mondiale ziektelast en ernstige gevolgen heeft voor de fysieke en cognitieve ontwikkeling van zuigelingen en jonge kinderen; onderstreept dat in de twintig landen die het hoogst scoren op de index voor verborgen honger (waarvan er 18 in Afrika bezuiden de Sahara en twee, India en Afghanistan, in Azië liggen), rachitis, bloedarmoede door ijzergebrek en een tekort aan vitamine A een hoge prevalentie hebben onder kinderen in de voorschoolse leeftijd; 51 Patrizia Toia Paragraaf 14 AM\ doc 29/39 PE v01-00

30 14. herinnert eraan dat de zogeheten verborgen honger, dat wil zeggen een tekort aan vitaminen en mineralen in het dieet van kinderen, kan leiden tot lichamelijke en intellectuele groeiachterstanden bij kinderen; 14. herinnert eraan dat de zogeheten verborgen honger, dat wil zeggen een tekort aan vitaminen en mineralen in het dieet van kinderen, kan leiden tot lichamelijke en intellectuele groeiachterstanden bij kinderen; deze vorm wordt ook wel "stunting" genoemd en blijkt de meest voorkomende en riskante vorm van ondervoeding van onze tijd, omdat hiermee ook de armoedespiraal in stand wordt gehouden; benadrukt dat voor deze vorm van ondervoeding herstelmaatregelen op het gebied van onderwijs en opleiding noodzakelijk zijn. Voor deze maatregelen zijn bijdragen vanuit particuliere maatschappelijke instanties, basisorganisaties en maatschappelijke organisaties van belang; 52 Patrizia Toia Paragraaf wijst erop dat ondervoeding van kinderen niet alleen voortvloeit uit een tekort aan voedsel en een gebrek aan infrastructuur, maar ook uit problemen met betrekking tot de voedseldistributie, ontoereikende toegang tot voedsel en een gebrek aan koopkracht, in het bijzonder gezien de hoge voedselprijzen die verder stijgen als gevolg van speculatie met grondstoffen; merkt op dat een gebrek aan koopkracht met name de armen in stedelijke gebieden treft die niet in staat zijn hun eigen voedsel te produceren; 15. wijst erop dat ondervoeding van kinderen niet alleen voortvloeit uit een tekort aan voedsel en een gebrek aan infrastructuur, maar ook uit problemen met betrekking tot de voedseldistributie, ontoereikende toegang tot voedsel en een gebrek aan koopkracht, in het bijzonder gezien de hoge voedselprijzen die verder stijgen als gevolg van speculatie met grondstoffen; merkt op dat een gebrek aan koopkracht met name de armen in stedelijke gebieden treft die niet in staat zijn hun eigen voedsel te produceren; acht PE v /39 AM\ doc

31 het daarom belangrijk om kleine boeren en traditionele gewassen te beschermen; 53 Maria Heubuch, Heidi Hautala, Patrizia Toia, Norbert Neuser Paragraaf 15 bis (nieuw) 15 bis. wijst erop dat landroof ten gevolge van grootschalige landaankopen in ontwikkelingslanden een nieuwe bedreiging vormt voor de voedselveiligheid en de voeding; benadrukt dat investeringen in de landbouw weliswaar nodig zijn, maar dat de overgang naar grootschalige, sterk gemechaniseerde landbouwmethoden paradoxaal genoeg de armoede en ondervoeding kunnen verergeren, omdat dit een negatief effect kan hebben op de momenteel al zeer ongelijke concurrentie tussen grootschalige, geïndustrialiseerde landbouwmethoden die de markten kunnen veroveren, en kleinschalige landbouwmethoden waar veel arme mensen in plattelandsgebieden voor hun levensonderhoud van afhankelijk zijn; verzoekt de EU derhalve om ontwikkelingslanden meer bijstand te verlenen bij het uitwerken van investeringsovereenkomsten teneinde het gastland in staat te stellen bij de regulering van landtransacties rekening te houden met het openbaar belang; 54 Maria Heubuch, Heidi Hautala AM\ doc 31/39 PE v01-00

32 Paragraaf 15 ter (nieuw) 15 ter. herhaalt de noodzaak om investeringsverdragen met ontwikkelingslanden te onderwerpen aan een effectbeoordeling op sociaal en milieugebied; is in dit verband van mening dat landtransacties gebaseerd moeten zijn op vrije, voorafgaande en geïnformeerde toestemming van de betrokken landgebruikers en stelselmatig mensenrechtenclausules en duidelijke en bindende toezeggingen ten aanzien van de activiteiten van investeerders, de werkgelegenheid en de winstdeling moeten bevatten; 55 Patrizia Toia Paragraaf erkent dat verbeteringen met betrekking tot de voeding van kinderen en moeders en voedselzekerheid in het algemeen afhankelijk zijn van doeltreffend en gecoördineerd optreden met betrekking tot een aantal beleidsterreinen en sectoren, met inbegrip van doeltreffende en duurzame plattelandsontwikkeling, evenals beleid inzake het gebruik van land en water, toereikende gezondheidszorg, schoon drinkwater en sanitaire voorzieningen, adequate zorgpraktijken voor moeders en kinderen, de bescherming van het zeeleven en andere ecosystemen en biodiversiteit, beperking van de ontbossing 16. erkent dat verbeteringen met betrekking tot de voeding van kinderen en moeders en voedselzekerheid in het algemeen afhankelijk zijn van doeltreffend en gecoördineerd optreden met betrekking tot een aantal beleidsterreinen en sectoren, met inbegrip van doeltreffende en duurzame plattelandsontwikkeling, evenals beleid inzake het gebruik van land en water, toereikende gezondheidszorg, schoon drinkwater en sanitaire voorzieningen, adequate zorgpraktijken voor moeders en kinderen, de bescherming van het zeeleven en andere ecosystemen en biodiversiteit, beperking van de ontbossing PE v /39 AM\ doc

33 en de klimaatverandering, aanpassing aan en beperking van het risico op rampen, duurzame productie en consumptie, duurzame en veilige toegang tot energie, handel, visserij, sociale inclusie en behoorlijk werk; en de klimaatverandering, aanpassing aan en beperking van het risico op rampen, duurzame productie en consumptie, duurzame en veilige toegang tot energie, handel, visserij, sociale inclusie en behoorlijk werk, toegang tot en lokale beschikbaarheid van voedsel dat rijk is aan vitaminen en mineralen; 56 Nirj Deva Paragraaf dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan voeding in al hun ontwikkelingsbeleidsmaatregelen op te nemen, teneinde voeding te beschermen en te bevorderen en van lokaal tot mondiaal niveau een alomvattende benadering te waarborgen; verzoekt de Raad en de Commissie om, indien nodig, prioriteit te geven aan voeding als een kerndoel voor ontwikkeling in het kader van de instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking, met name het 11e EOF en het nieuwe financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI); 17. verzoekt de Raad en de Commissie om, indien nodig, prioriteit te geven aan voeding als een kerndoel voor ontwikkeling in het kader van de instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking, met name het 11e EOF en het nieuwe financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI); 57 Ignazio Corrao Paragraaf 17 AM\ doc 33/39 PE v01-00

34 17. dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan voeding in al hun ontwikkelingsbeleidsmaatregelen op te nemen, teneinde voeding te beschermen en te bevorderen en van lokaal tot mondiaal niveau een alomvattende benadering te waarborgen; verzoekt de Raad en de Commissie om, indien nodig, prioriteit te geven aan voeding als een kerndoel voor ontwikkeling in het kader van de instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking, met name het 11 e EOF en het nieuwe financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI); 17. dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan voeding, voedselzekerheid en duurzame landbouw in al hun ontwikkelingsbeleidsmaatregelen op te nemen, teneinde voeding te beschermen en te bevorderen en van lokaal tot mondiaal niveau een alomvattende benadering te waarborgen; verzoekt de Raad en de Commissie om, indien nodig, prioriteit te geven aan voeding als een kerndoel voor ontwikkeling in het kader van de instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking, met name het 11 e EOF en het nieuwe financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI); 58 Patrizia Toia Paragraaf dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan voeding in al hun ontwikkelingsbeleidsmaatregelen op te nemen, teneinde voeding te beschermen en te bevorderen en van lokaal tot mondiaal niveau een alomvattende benadering te waarborgen; verzoekt de Raad en de Commissie om, indien nodig, prioriteit te geven aan voeding als een kerndoel voor ontwikkeling in het kader van de instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking, met name het 11 e EOF en het nieuwe financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI); 17. dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan voeding in al hun ontwikkelingsbeleidsmaatregelen op te nemen, teneinde voeding te beschermen en te bevorderen en van lokaal tot mondiaal niveau een alomvattende benadering te waarborgen door een optimale reeks maatregelen vast te stellen waarin mogelijkheden met betrekking tot gevarieerde voeding, het toedienen van voedingssupplementen, bioverrijking, toegang tot water en sanitaire voorzieningen, en voedingseducatie uiteen zijn gezet; verzoekt de Raad en de Commissie om, indien nodig, prioriteit te geven aan voeding als een kerndoel voor PE v /39 AM\ doc

35 ontwikkeling in het kader van de instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking, met name het 11 e EOF en het nieuwe financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI), alsook de voedselgerelateerde aanpak op te nemen in de ontwikkelingsmaatregelen op verschillende gebieden, met name op economisch en energiegebied; 59 Patrizia Toia Paragraaf benadrukt dat ontwikkelings- en noodprogramma's met het oog op een grotere doeltreffendheid nauw aan elkaar gekoppeld moeten zijn, teneinde te anticiperen op voedselcrises en deze te voorkomen, de veroorzaakte schade te beperken en herstel te vergemakkelijken; 18. benadrukt dat ontwikkelings- en noodprogramma's met het oog op een grotere doeltreffendheid nauw aan elkaar gekoppeld moeten zijn, teneinde te anticiperen op voedselcrises en deze te voorkomen, de veroorzaakte schade te beperken en herstel te vergemakkelijken, de lokale voedselsystemen te versterken, de ontwikkeling van vaardigheden ter plaatse en lokale verwerkings- en voedingsmiddelenbedrijven te ondersteunen; 60 Maria Heubuch, Heidi Hautala Paragraaf 19 AM\ doc 35/39 PE v01-00

36 19. dringt er bij de regeringen van ontwikkelingslanden op aan een gunstig klimaat te creëren voor betere voeding voor kinderen door middel van een beter beleid, coördinatie tussen nationale plannen en strategieën inzake voeding en donorprogramma s, bestuur en verantwoordingsplicht ten aanzien van hun burgers; dringt aan op meer transparantie met betrekking tot de begrotingen van ontwikkelingslanden, teneinde het aantal en de kwaliteit van projecten ter bestrijding van ondervoeding beter te kunnen beoordelen; 19. dringt er bij de regeringen van ontwikkelingslanden op aan een gunstig klimaat te creëren voor betere voeding voor kinderen door middel van een beter beleid, coördinatie tussen nationale plannen en strategieën inzake voeding en donorprogramma s, bestuur en verantwoordingsplicht ten aanzien van hun burgers; benadrukt dat hiervoor behoefte is aan een partnerschapsbenadering inzake voedselveiligheid waarbij alle belanghebbenden op het gebied van ontwikkelingshulp, en met name plaatselijke en regionale overheden en maatschappelijke organisaties, worden betrokken; dringt aan op meer transparantie met betrekking tot de begrotingen van ontwikkelingslanden, teneinde het aantal en de kwaliteit van projecten ter bestrijding van ondervoeding beter te kunnen beoordelen; 61 Nirj Deva Paragraaf 19 bis (nieuw) 19 bis. onderstreept de noodzaak van betere en gecoördineerde gegevens over ondervoeding en het tekort aan vitaminen en mineralen om de interventieprogramma's beter te kunnen begeleiden en de betrokken landen doelgerichte en geïnformeerde ondersteuning te kunnen bieden; PE v /39 AM\ doc

37 62 Patrizia Toia Paragraaf dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan op de lange termijn financiële investeringen en middelen te mobiliseren voor voeding in samenwerking met actoren waaronder agentschappen van de Verenigde Naties, de G8/G20, opkomende landen, internationale en nietgouvernementele organisaties, academische instellingen, maatschappelijke organisaties en de private sector, en daarnaast voeding aan te merken als een prioriteit voor innovatieve financiering; 20. dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan op de lange termijn financiële investeringen en middelen te mobiliseren voor voeding in samenwerking met actoren waaronder agentschappen van de Verenigde Naties, de G8/G20, opkomende landen, internationale en nietgouvernementele organisaties, academische instellingen, maatschappelijke organisaties en de private sector, en daarnaast voeding aan te merken als een prioriteit voor innovatieve financiering en normalisatie, en de verzameling van gegevens met betrekking tot ondervoeding te stimuleren en reguleren; 63 Maria Heubuch, Heidi Hautala Paragraaf dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan op de lange termijn financiële investeringen en middelen te mobiliseren voor voeding in samenwerking met actoren waaronder agentschappen van de Verenigde Naties, de G8/G20, opkomende landen, internationale en nietgouvernementele organisaties, academische instellingen, maatschappelijke organisaties en de private sector, en 20. dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan op de lange termijn financiële investeringen en middelen te mobiliseren voor voeding in samenwerking met actoren waaronder agentschappen van de Verenigde Naties, de G8/G20, opkomende landen, internationale en nietgouvernementele organisaties, academische instellingen, maatschappelijke organisaties en de private sector, en AM\ doc 37/39 PE v01-00

38 daarnaast voeding aan te merken als een prioriteit voor innovatieve financiering; daarnaast voeding aan te merken als een prioriteit voor innovatieve financiering; benadrukt dat financiële investeringen in voeding geen gevaar mogen vormen voor het voortbestaan van kleine en middelgrote landbouwbedrijven, en dat daarbij rekening moet worden gehouden met de eigendoms-, pacht- en gebruiksrechten van kleine lokale boeren en met de toegang van lokale gemeenschappen tot natuurlijke hulpbronnen; 64 Patrizia Toia Paragraaf 20 bis (nieuw) 20 bis. verzoekt de Commissie en de lidstaten om de vrijwillige codes, zoals de "Internationale code inzake de verkooppraktijken voor vervangingsmiddelen voor moedermelk", en de aanbevelingen van de WHO om te zetten in Europese en nationale wetgeving; 65 Patrizia Toia Paragraaf 20 ter (nieuw) 20 ter. verzoekt de Commissie om de lidstaten die hebben deelgenomen aan Expo 2015 te betrekken bij de opzet van PE v /39 AM\ doc

39 een gezamenlijk initiatief dat, met het thema "Voedsel voor de planeet - Energie voor het leven" als uitgangspunt, bindende toezeggingen en doelstellingen zal opleveren voor de bestrijding van honger en ondervoeding met strategieën variërend van landbouw tot samenwerking; AM\ doc 39/39 PE v01-00