Nakijk model antwoorden op de stellingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nakijk model antwoorden op de stellingen"

Transcriptie

1 Nakijk model antwoorden op de stellingen

2 Pancreas Endocrien en exocrien gedeelte. Stelling1: Insuline en glucagon zijn belangrijke hormonen die exocrien worden geproduceerd. Steling 2: Het exocriene gedeelte van de pancreas produceert per dag ongeveer 1 liter vocht, bestaande uit natriumbicarbonaat (neutraliseert het maagzuur), lipase (vetsplitsing), amylase (koolhydraatvertering) en trysinogeen en chymotrypsinogeen (eiwitvertering).

3 Pancreas Stelling 1: is onjuist Endocrien geproduceerd. Endocrien systeem = hormoonstelsel Exocrien = klier die de secretieproducten via afvoergangen naar buiten of in het darmlumen brengt. Stelling 2: is juist

4 Pancreas Diagnostische mogelijkheden bij onderzoek van de pancreasfunctie en vaststellen van de aard van de aandoening onderzoek Bepaling amylasegehalte bloed/urine Bepaling volume pancreassap dat wordt geproduceerd Bepaling bicarbonaat- en enzymproductie PABA-test ERCP Voorbeeld van een afwijking pancreatitis pancreascarcinoom Chronische pancreatitis Chronische pancreatitis pancreascarcinoom Galstenen in afvoering

5 Pancreas Stelling 3: Een röntgencontrast onderzoek wordt gedaan om de contouren van het duodenum vast te stellen bv omdat er een pancreaskoptumor tegen de wand aanduwt. Stelling 4: Het ERCP is onderzoek dat endoscopisch wordt uitgevoerd

6 Stelling 3: is juist Stelling 4: is juist. ERCP staat voor endoscopisch retrograde cholangiopancreaticografie. De gal en de pancreasafvoerwegen worden in beeld gebracht met contrastmiddel.

7 Chronische pancreatitis Incidentie:10 : 1000 inwoners in de westerse wereld. Toename door alcoholmisbruik. Klinische verschijnselen uiten zich vaak op oudere leeftijd Toenemende verlittekening van de pancreas Symptomen: continue pijn in de bovenbuik, uitstralend naar de rug. Bij voorovergebogen houding neemt de pijn af

8 Acute pancreatitis De enzymen worden reeds in de pancreas geactiveerd, waardoor vertering van de pancreas zelf optreedt = autodigestie Klachten vooral bij vetrijke maaltijd, misbruik van alcohol, galstenen en pancreaskopcarcinoom Pijn is hevig. Pijn verbetert met voorovergebogen houding en opgetrokken knieën. Misselijkheid, braken en koorts Buik is drukpijnlijk

9 Acute pancreatitis Pijnbestrijding: 4-6 uur pethidine Remming van de pancreassecretie door starvationtherapie = niets per os soms continu afzuigen van de maagsinhoud Infuus/ voedingsinfuus Parenterale toediening van antibiotica

10 Stelling 5: Het pancreascarcinoom heeft een zeer slechte prognose, vooral vanwege het laat veroorzaken van specifieke klachten.

11 Stelling 5 is juist Symptomen zijn langzame vermagering, toenemende zeurende pijn rond de maagstreek. Progressieve icterus, ontkleuring van de ontlasting, lusteloosheid en weinig eetlust.

12 De lever Stelling 6: de lever ontvangt 80% zuurstofrijk bloed afkomstig uit de poortader. Stelling 7: een prehepatische icterus is een stuwings icterus.

13 Stelling 6: is onjuist. 80% zuurstof armbloed. De rest komt van de leverslagader, de lever heeft zuurstofrijk bloed nodig om te functioneren. Stelling 7: is onjuist Een prehepatisch icterus is een hemolytisch icterus Hepatisch icterus is de lever aangetast Posthepatisch icterus is door stuwing of afsluiting

14 levercirrose

15 Stelling 8: door verstoorde bloeddoorstroming door de lever neemt de weerstand in de vaten toe, waardoor de druk in het poortadersysteem sterk stijgt. Dit noemt men portale hypertensie en er ontstaan onder andere varices in de oesofagus

16

17 Stelling 8 is juist. Naast oesophagusvarices treedt er geelzucht op daar de levercellen steeds minder ongeconjugeerd bilirubine koppelen aan glucuronzuur. Hierdoor is de uitscheiding van bilirubine in de galblaas niet meer mogelijk en verdwijnt naar de huid.

18 Stelling 9: doordat de levercellen minder eiwitten gaan produceren, ontstaat er een hypoalbuminemie. Dit leidt tot de vorming van oedemen en ascitis. Stelling 10: Bij levercirrose is er sprake van een verminderde productie van stollingseiwitten, waardoor er een versterkte bloedingsneiging optreedt

19 Stelling 9: is juist. De hypoalbuminemie leidt tot een lagere colloïdosmotische druk, waardoor zich oedemen en ascitis ontwikkelen. Stelling 10: is juist