Dienst Weg- en Waterbouwkunde. Gebruik tropisch hardhout bij Rijkswaterstaat: legaal en duurzaam?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Dienst Weg- en Waterbouwkunde. Gebruik tropisch hardhout bij Rijkswaterstaat: legaal en duurzaam?"

Transcriptie

1

2

3 Dienst Weg- en Waterbouwkunde Gebruik tropisch hardhout bij Rijkswaterstaat: legaal en duurzaam? september 2004

4 INHOUD BLAD SAMENVATTING 4 1 KERN RAPPORT Situatie Onderzoeksvraag Aanpak Resultaten Aanbevelingen 10 2 ACHTERGROND Houtgebruik algemene cijfers Legaal en duurzaam geproduceerd hout Kabinetsstandpunt legaal en duurzaam geproduceerd hout Nationale Beoordelingsrichtlijn duurzaam geproduceerd hout 13 3 WERKWIJZE Selectie van projecten Enquête Analyseren en rapportage resultaten enquête Kanttekeningen bij de analyse 16 4 DUURZAAM HOUTGEBRUIK BIJ RIJKSWATERSTAAT m 3 hout bij gerealiseerde projecten en 330 m 3 hout in de ontwerpfase hardhout: 53 % van het totale hout bij de geïnventariseerde projecten % van het tropisch hardhout met FSC-certificaat in de geïnventariseerde projecten 22 5 DUURZAAM HOUTGEBRUIK IN ONTWERP- EN BESTEKFASE In 24 van de 26 projecten duurzaam geproduceerd hout aandachtspunt tijdens ontwerp Bij 16 projecten van de 26 projecten gecertificeerd hout voorgeschreven in bestek 25 6 DUURZAAM HOUTGEBRUIK TIJDENS UITVOERING Bij 10 projecten van de 23 gerealiseerde projecten hout gebruikt met certificaat Toetsing daadwerkelijk gebruik duurzaam geproduceerd hout Kosten gebruik van duurzaam geproduceerd hout 29 7 KENNIS, ERVARINGEN EN BORGING BINNEN DE ORGANISATIE FSC goed bekend, Keurhout redelijk Borging binnen Rijkswaterstaat Ervaring gebruik duurzaam geproduceerd hout 32 8 LITERATUUR 34 9 COLOFON

5 BIJLAGEN 1 Selectie van projecten 2 Enquête 3 Samenvatting resultaten enquête 4 Besteksteksten - 3 -

6 SAMENVATTING Maatschappelijke druk De maatschappelijke druk op Rijkswaterstaat bij het gebruik van tropisch hardhout neemt sterk toe. Politiek is een voorkeur uitgesproken voor legaal, liefst duurzaam geproduceerd hout. Het voldoen aan dit beleid is een opgave waarvoor Rijkswaterstaat staat. Onbekend is evenwel in hoeverre Rijkswaterstaat legaal, duurzaam geproduceerd hout gebruikt in haar werken en hoe dat geborgd is. In opdracht van Rijkswaterstaat is door DHV onderzoek uitgevoerd naar het huidige houtgebruik bij Rijkswaterstaat. Houtgebruik bij Rijkswaterstaat: legaal en duurzaam? Centrale vraag in het onderzoek is: in welke mate maakt Rijkswaterstaat gebruik van tropisch hardhout, is dit hout legaal en duurzaam geproduceerd en op welke wijze is dat geborgd? Aanpak onderzoek Voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag is een analyse uitgevoerd van representatieve praktijkcases binnen Rijkswaterstaat. De cases zijn gekozen uit het Meerjarenplan Infrastructuur en Transport: 3 wegenprojecten (wegportalen en geluidsschermen) en 7 water-bouwkundige projecten (o.a. dijkversterkingen, sluizen, aquaduct) en 9 natte dienstkringen. Resultaten hardhout: 53 % van de totale hoeveelheid gebruikt hout e hardhoutsoorten die van oudsher gebruikt worden zijn azobé en basralocus, nieuwe soorten zijn angelim vermelho, piquia, massarandu, cumarú en abiurana. De gebruikte hoeveelheid niet-tropisch hardhout is beperkt (1%), het aandeel naaldhout is 46 %. Keurmerken zijn waarborg voor duurzaam geproduceerd hout Keurmerken zijn in de huidige praktijk van Rijkswaterstaat de enige gehanteerde waarborg voor duurzaam geproduceerd hout. Een keurmerk voor legaliteit is niet beschikbaar. naaldhout 46% niet tropisch hardhout 1% tropisch hardhout 53% Hergebruikt hout 13% Geen certificaat 38% Keurhout 0% FSC 49% Aandeel tropisch hardhout in totale houtgebruik Aandeel duurzaam tropisch hardhout Dienst Weg- en Waterboukuwkunde / Gebruik van tropisch hardhout bij Rijkswaterstaat: legaal en duurzaam? 6 september

7 hardhout: 62% duurzaam, 38% zonder keurmerk Het gebruik van duurzaam geproduceerd tropisch hardhout vindt bij Rijkswaterstaat overwegend plaats door toepassing van hout met FSC-certificaat (49 %), daarnaast is sprake van 13% hergebruikt hout (azobé en basralocus). Ook is sprake van een zeer gering (<1%) aandeel hout (azobé) met Keurhout-keur. Legaliteit van hout is in de praktijk van Rijkswaterstaat geen punt van aandacht. Vooral azobé en basralocus voor palen, steigers en wrijfhout zonder keurmerk Voor verschillende toepassingen, zoals perkoenen, teenschotten en damwanden, zijn geschikte tropische houtsoorten leverbaar met FSC-certificaat. Andere toepassingen, zoals palen en in mindere mate steigers en wrijfhout, stellen zodanige eisen aan het te gebruiken hout dat daarvoor traditioneel azobé en basralocus worden gebruikt. Deze laatste houtsoorten zijn niet leverbaar met FSC-certificaat. Het gebruik van azobé en basralocus speelt vooral bij het onderhoud in dienstkringen. Teenschot 17% Damwand 14% Wrijfhout 12% Sluisdeur 1% Steiger 18% Damwand 2% Wrijfhout 23% Palen 9% Steiger 5% Perkoenen 51% Sluisdeur 1% Palen 56% Wrijfhout 91% Toepassingen tropisch hardhout Toepassingen tropisch hardhout Toepassingen tropisch hardhout met FSC-certificaat zonder certificaat hergebruikt hout Borging via zorgsystemen en bestekken (maar niet structureel) Sturing van het gebruik van duurzaam geproduceerd hout vindt decentraal plaats bij regionale directies. Daarbij wordt gebruik gemaakt van verschillende hulpmiddelen, onder meer het kwaliteits- en milieuzorgsysteem. Medewerkers bij regionale directies zijn zich overwegend bewust van de wenselijkheid duurzaam geproduceerd hout toe te passen. In een belangrijk deel van de onderzochte projecten is duurzaam geproduceerd hout voorgeschreven in het bestek, meestal hout met FSC-certificaat soms met Keurhout-keur. Een enkele maal is hout door Rijkswaterstaat besteld om aan de aannemer ter beschikking te stellen. Afbreukrisico s voor daadwerkelijk gebruik duurzaam geproduceerd hout zijn groot In de meeste van de onderzochte projecten zijn in het ontwerp inspanningen gedaan om hout met keurmerk toe te passen. Vaak is dat in het bestek vastgelegd. Desondanks is in meer dan de helft van de onderzochte projecten uiteindelijk hout zonder keurmerk toegepast. De belangrijkste afbreukrisico s in het traject van ontwerpen, voorbereiden en uitvoeren zijn: lange(re) levertijd van hout met een keurmerk (vaak vanwege grote afmetingen), vasthouden aan traditionele ontwerpoplossingen en de afwezigheid of onbekendheid van alternatieve houtsoorten met keurmerk

8 Aanbevelingen Om tot een groter aandeel legaal en duurzaam geproduceerd hout te komen worden de volgende aanbevelingen gedaan: 1. Geef duidelijkheid voor de praktijk over keurmerken voor legaal en duurzaam geproduceerd hout die voldoen aan het gevoerde beleid. 2. Voor het structureel toepassen van legaal en duurzaam geproduceerd hout is binnen Rijkswaterstaat uniforme borging wenselijk. De meest voor de hand liggende weg lijkt het ontwikkelen en opnemen van prestatie-eisen in de centraal bij Rijkswaterstaat ontwikkelde modelcontracten voor de aanbesteding van werken. 3. Om afbreukrisico s te beheersen in het traject: ontwerpen, voorbereiden, uitvoeren, is het wenselijk dat borging van het houtgebruik via modelcontracten vergezeld gaat van: a. overdragen van kennis en ervaringen over hoe om te gaan met de afbreukrisico s, opgedaan in onderzoek en praktijkproeven, naar medewerkers van regionale directies; b. onderzoeken en/of stimuleren van alternatieven voor het huidige gebruik van niet duurzaam geproduceerd azobé en basralocus: o stimuleren van hergebruik (met name van azobé en basralocus); o onderzoek naar duurzame productie van azobé en basralocus; o onderzoek naar het gebruik van duurzame alternatieve houtsoorten; o onderzoek naar houtverduurzamingsmethoden voor duurzaam geproduceerde (Europese) houtsoorten; c. onderzoeken van de mogelijkheid tot afstemming met toeleverende bedrijven van vraag en aanbod van grotere houtafmetingen voor tijdige levering; d. monitoren van praktijkproeven met alternatieve houtsoorten om gedrag op lange termijn te volgen

9 1 KERN RAPPORT 1.1 Situatie De maatschappelijke druk op Rijkswaterstaat bij het gebruik van tropisch hardhout neemt sterk toe. Politiek is een voorkeur uitgesproken voor legaal, liefst duurzaam geproduceerd hout. Het voldoen aan dit beleid is de opgave waarvoor Rijkswaterstaat staat. Onbekend is evenwel in hoeverre Rijkswaterstaat legaal, duurzaam geproduceerd hout gebruikt in haar werken en in hoeverre dat geborgd is. Als eerste stap wil Rijkswaterstaat dan ook een onderzoek uitvoeren naar het huidige houtgebruik bij Rijkswaterstaat. 1.2 Onderzoeksvraag De centrale vraag van dit onderzoek luidt: Onderzoeksvraag: In welke mate maakt Rijkswaterstaat gebruik van tropisch hardhout, is dit hout legaal en duurzaam geproduceerd en op welke wijze is dat geborgd? De afdeling Grondstoffen van de Dienst, Weg-, en Waterbouw heeft DHV de opdracht gegeven deze vraag nader uit te werken. 1.3 Aanpak Uitgangspunten legaal en duurzaam De kwalificatie duurzaam geproduceerd hout brengt met zich mee dat bij het bosbeheer wordt voldaan aan de hoogste eisen op sociaal, ecologisch en economisch gebied. Voor duurzaam geproduceerd hout bestaat een aantal keurmerken, voor Nederland zijn de belangrijkste het FSC-certificaat en het Keurhout-keur. Vanuit verschillende organisaties wordt steeds meer belang gehecht aan het onderscheid maken tussen nog niet duurzaam geproduceerd, maar wel legaal hout en illegaal hout. Illegale houtkap kan daarbij worden omschreven als: er is sprake van illegale houtkap als hout op dusdanige manier wordt gekapt, vervoerd, verkocht of gekocht dat nationale of subnationale wet- en regelgeving wordt geschonden of ontweken 1. Illegaal/legaal hout is op dit moment in de praktijk niet als zodanig kenbaar. Het gebruik van legaal/illegaal hout is dan ook praktisch niet meetbaar. Deze studie heeft om die reden de aandacht verder gericht op het gebruik van duurzaam geproduceerd hout. 1 Uit: Definitief Concept Nationale Beoordelingsrichtlijn voor het certificaat duurzaam geproduceerd hout en het handelscertificaat, juli

10 Selectie projecten Voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag is een analyse uitgevoerd van 19 cases. Tien projecten vallend onder het Meerjarenplan Infrastructuur en Transport (MIT) zijn geselecteerd: drie wegenprojecten (wegportalen en geluidsschermen) en verder waterbouwkundige projecten (o.a. dijkversterkingen, sluizen, aquaduct). Van deze projecten zijn 7 projecten gerealiseerd, 1 langlopend project is deels gerealiseerd en 2 projecten bevinden zich nog in de ontwerpfase. De natte dienstkringen gebruiken ook een aanzienlijk deel van het hout binnen Rijkswaterstaat. Van elke directie, met uitzondering van directie Noordzee, is één natte dienstkring geselecteerd. Totaal zijn dit 9 dienstkringen, waarbij sprake is van 16 projecten/toepassingen. Enquêtes Als tweede stap hebben contactpersonen van de verschillende projecten/dienstkringen een enquête over het houtgebruik binnen het project of de dienstkring ingevuld. Deze enquête omvat vragen naar toepassingen van hout, hoeveelheden, houtsoorten, certificering van het hout, ontwerpoverwegingen, besteksvoorschriften, de uiteindelijke toepassing en algemene ideeën over en borging binnen de organisatie van duurzaam geproduceerd hout. Verwerking resultaten De resultaten van de enquête zijn verwerkt in dit rapport. Hoofdstuk 4 geeft een overzicht van de totale hoeveelheid gebruikt hout in de projecten, de houtsoorten en het gebruik van duurzaam geproduceerd hout, waarbij zowel een koppeling gemaakt is met de projecten als met de toepassingen. In hoofdstuk 5 (ontwerp- en besteksfase) en hoofdstuk 6 (uitvoering) is het hele proces van ontwerpafwegingen, keuze houtsoort tot en met realisatie in kaart gebracht: waarom wordt wel of geen duurzaam geproduceerd hout gebruikt en welke knelpunten treden op?. Tot slot gaat hoofdstuk 7 in op de vragen: hoe bekend zijn de keurmerken? en hoe is het gebruik van duurzaam geproduceerd hout geborgd binnen Rijkswaterstaat?. Ook wordt in hoofdstuk 7 een beeld gegeven van de ideeën over gebruik duurzaam geproduceerd hout die tijdens het onderzoek naar voren zijn gekomen. 1.4 Resultaten hardhout:53 % van de totale hoeveelheid gebruikt hout 2 hardhout wordt vooral gebruikt voor waterbouwkundige toepassingen (wrijfhouten, palen voor steigers en remmingwerken, damwanden en perkoenen). e hardhoutsoorten die van oudsher gebruikt worden zijn azobé en basralocus, nieuwe soorten zijn angelim vermelho, piquia, massarandu, cumarú en abiurana. De gebruikte hoeveelheid niet-tropisch hardhout is beperkt (1%), het aandeel naaldhout is 46 %. Keurmerken zijn waarborg voor duurzaam geproduceerd hout Keurmerken zijn in de huidige praktijk van Rijkswaterstaat de enige gehanteerde waarborg voor duurzaam geproduceerd hout. Een keurmerk voor legaliteit is niet beschikbaar. 2 In eerder onderzoek is 42% tropisch hardhout vastgesteld ( Hout boven water, 2000, DWW ) - 8 -

11 Afbeelding 1 Afbeelding 2 naaldhout 46% niet tropisch hardhout 1% tropisch hardhout 53% Hergebruikt hout 13% Geen certificaat 38% Keurhout 0% FSC 49% Aandeel tropisch hardhout in totale houtgebruik Aandeel duurzaam tropisch hardhout hardhout: 62% duurzaam, 38% zonder keurmerk Het gebruik van duurzaam geproduceerd tropisch hardhout vindt bij Rijkswaterstaat overwegend plaats door toepassing van hout met FSC-certificaat (49 %), daarnaast is sprake van 13% hergebruikt hout (azobé en basralocus). Ook is sprake van een zeer gering (<1%) aandeel hout (azobé) met Keurhout-keur. Legaliteit van hout is in de praktijk van Rijkswaterstaat geen punt van aandacht. Vooral azobé en basralocus voor palen, steigers en wrijfhout zonder keurmerk Voor verschillende toepassingen, zoals perkoenen, teenschotten en damwanden, zijn geschikte tropische houtsoorten leverbaar met FSC-certificaat. Andere toepassingen, zoals palen en in mindere mate steigers en wrijfhout, stellen zodanige eisen aan het te gebruiken hout dat daarvoor traditioneel azobé en basralocus worden gebruikt. Deze laatste houtsoorten zijn niet leverbaar met FSC-certificaat. Het gebruik van azobé en basralocus speelt vooral bij het onderhoud in dienstkringen. Afbeelding 3 Afbeelding 4 Afbeelding 5 Teenschot 17% Damwand 14% Wrijfhout 12% Sluisdeur 1% Steiger 18% Damwand 2% Wrijfhout 23% Palen 9% Steiger 5% Perkoenen 51% Sluisdeur 1% Palen 56% Wrijfhout 91% Toepassingen tropisch hardhout Toepassingen tropisch hardhout Toepassingen tropisch hardhout met FSC-certificaat zonder certificaat hergebruikt hout - 9 -

12 Borging via zorgsystemen en bestekken (maar niet structureel) Sturing van het gebruik van duurzaam geproduceerd hout vindt decentraal plaats bij regionale directies. Daarbij wordt gebruik gemaakt van verschillende hulpmiddelen, onder meer het kwaliteits- en milieuzorgsysteem. Medewerkers bij regionale directies zijn zich overwegend bewust van de wenselijkheid duurzaam geproduceerd hout toe te passen. In een belangrijk deel van de onderzochte projecten is duurzaam geproduceerd hout voorgeschreven in het bestek, meestal hout met FSC-certificaat soms met Keurhout-keur. Een enkele maal is hout door Rijkswaterstaat besteld om aan de aannemer ter beschikking te stellen. Afbreukrisico s voor daadwerkelijk gebruik duurzaam geproduceerd hout zijn groot In de meeste van de onderzochte projecten zijn in het ontwerp inspanningen gedaan om hout met keurmerk toe te passen. Vaak is dat in het bestek vastgelegd. Desondanks is in meer dan de helft van de onderzochte projecten uiteindelijk hout zonder keurmerk toegepast. De belangrijkste afbreukrisico s in het traject van ontwerpen, voorbereiden en uitvoeren zijn: lange(re) levertijd van hout met een keurmerk (vaak vanwege grote afmetingen), vasthouden aan traditionele ontwerpoplossingen en de afwezigheid of onbekendheid van alternatieve houtsoorten met keurmerk. 1.5 Aanbevelingen Om tot een groter aandeel legaal en duurzaam geproduceerd hout te komen worden de volgende aanbevelingen gedaan: 1. Geef duidelijkheid voor de praktijk over keurmerken voor legaal en duurzaam geproduceerd hout die voldoen aan het gevoerde beleid. 2. Voor het structureel toepassen van legaal en duurzaam geproduceerd hout is binnen Rijkswaterstaat uniforme borging wenselijk. De meest voor de hand liggende weg lijkt het ontwikkelen en opnemen van prestatie-eisen in de centraal bij Rijkswaterstaat ontwikkelde modelcontracten voor de aanbesteding van werken. 3. Om afbreukrisico s te beheersen in het traject: ontwerpen, voorbereiden, uitvoeren, is het wenselijk dat borging van het houtgebruik via modelcontracten vergezeld gaat van: a. overdragen van kennis en ervaringen over hoe om te gaan met de afbreukrisico s, opgedaan in onderzoek en praktijkproeven, naar medewerkers van regionale directies; b. onderzoeken en/of stimuleren van alternatieven voor het huidige gebruik van niet duurzaam geproduceerd azobé en basralocus: o stimuleren van hergebruik (met name van azobé en basralocus); o onderzoek naar duurzame productie van azobé en basralocus; o onderzoek naar het gebruik van duurzame alternatieve houtsoorten; o onderzoek naar houtverduurzamingsmethoden voor duurzaam geproduceerde (Europese) houtsoorten; c. onderzoeken van de mogelijkheid tot afstemming met toeleverende bedrijven van vraag en aanbod van grotere houtafmetingen voor tijdige levering; d. monitoren van praktijkproeven met alternatieve houtsoorten om gedrag op lange termijn te volgen

13 2 ACHTERGROND 2.1 Houtgebruik algemene cijfers Voor het jaar 1998 is door de DWW een inventarisatie uitgevoerd naar het gebruik van hout in de grond-, weg- en waterbouw (GWW) (Hout boven water, DWW 2000). Uit dit rapport zijn de volgende gegevens afgeleid: totaal volume toegepast hout in de GWW in 1998: m 3 hiervan is 42 % tropisch hardhout (waarvan 61 % azobé), 16 % niet tropisch hardhout, 22 % onbehandeld naaldhout en 20 % verduurzaamd naaldhout het grootste deel van het tropisch hardhout (74%) wordt toegepast in de het water- en oeverbeheer. Rijkswaterstaat neemt circa 10 % van totale houtgebruik voor haar rekening, in m 3 gezaagd hout. gesignaleerde trends ten aanzien van het houtgebruik bij RWS: Houtgebruik 3 tot 5 jaar voorafgaand aan 1998: constant dalend met 20 %; Verwachting jaren na 1998: (sterk) dalend houtgebruik, vooral van tropisch hout en meer waterbouwwerken in beton en staal. 2.2 Legaal en duurzaam geproduceerd hout Duurzaam geproduceerd hout De kwalificatie duurzaam geproduceerd hout brengt met zich mee dat bij het bosbeheer wordt voldaan aan de hoogste eisen op sociaal, ecologisch en economisch gebied. Voor duurzaam geproduceerd hout bestaat een aantal keurmerken, voor Nederland zijn de belangrijkste het FSC-certificaat en het Keurhout-keur (zie navolgende kaders voor een toelichting). Goed bosbeheer en certificering 3 Van oudsher betekende goed bosbeheer dat in een bos niet meer hout werd gekapt dan er bijgroeide. De functies die het bos vervult, zijn echter talrijker dan alleen de houtproductie. Van duurzaam bosbeheer is dan ook pas sprake als alle functies van het bos voor de toekomst worden gewaarborgd, dus ook de ecologische en de sociale functies. Wat dit in de praktijk betekent, hangt van nationale of regionale omstandigheden af, en dient in overleg tussen alle betrokken partijen te worden afgesproken. Als voorbeeld van de sociale functie is het in tropische bossen belangrijk dat de rechten van de inheemse bevolking worden gerespecteerd. Bij de ecologische functie hoort bijvoorbeeld aandacht voor behoud van de biodiversiteit en het beschermen van waterlopen ter voorkoming van erosie. Houtproducenten claimen vaak dat hun hout afkomstig is uit duurzaam beheerde bossen. Hierbij verwijst men bijvoorbeeld naar de boswetgeving. Voor een houtconsument zoals Rijkswaterstaat of een andere opdrachtgever, is het moeilijk te controleren of een boswet duurzaam beheer garandeert en of deze wordt nageleefd. Vandaar dat certificering van bosbeheer als hulpmiddel is opgekomen. Certificering houdt in dit geval in dat het bosbeheer door een onafhankelijke organisatie is getoetst aan een vooraf vastgestelde standaard. Ook de keten van het hout tot aan de eindconsument wordt gecontroleerd. 3 Uit: DWW-wijzer 92, Hout met certificaat voor duurzaam bosbeheer,

14 Keurmerk Houtkeur 4 Keurhout is in 1996 met (financiële) steun van en in nauwe samenwerking met de Nederlandse overheid opgericht door bedrijfsleven (handel, verwerkende industrie) en vakbonden. Tot eind 2003 functioneerde Keurhout als een stichting. Vanaf 1 januari 2004 wordt de dienstverlening van Keurhout gefaciliteerd door de Vereniging Van Nederlandse Houtondernemingen (VVNH). Het doel van Keurhout is: het toetsen van certificaten voor duurzaam bosbeheer op basis van de daarvoor door de Nederlandse overheid geformuleerde minimumeisen 5. het nauwlettend volgen van het hout uit de toegelaten productiegebieden gedurende de gehele handelsketen tot aan de consument Keurhout toetst als onafhankelijke poortwachter certificaten van de diverse systemen aan de door de Nederlandse overheid vastgestelde minimumeisen voor duurzaam bosbeheer. Certificaten die aan die eisen voldoen worden door Keurhout toegelaten tot het Keurhout-systeem. Forest Stewardship Council (FSC) 6 FSC staat voor Forest Stewardship Council (Raad voor Goed Bosbeheer). Het is een wereldwijde, onafhankelijke organisatie, zonder winstoogmerk. FSC werd in 1993 opgericht door uiteenlopende partijen, als natuur- en milieuorganisaties, boseigenaren, mensenrechtenorganisaties, vertegenwoordigers van lokale bevolkingsgroepen, en vooruitstrevende houthandelaren. Legaal / illegaal hout Vanuit verschillende organisaties wordt steeds meer belang gehecht aan het onderscheid maken tussen nog niet duurzaam geproduceerd, maar wel legaal hout en illegaal hout. Illegale houtkap kan daarbij worden omschreven als: er is sprake van illegale houtkap als hout op dusdanige manier wordt gekapt, vervoerd, verkocht of gekocht dat nationale of subnationale wet- en regelgeving wordt geschonden of ontweken 7. Op Europees niveau zijn ontwikkelingen gaande richting een verbod op import van en handel in illegaal hout (actieplan FLEGT (Forest Law Enforcement, Governance and Trade)). De Nederlandse houtbranche en milieuorganisaties hebben in een gezamenlijke verklaring 8 de handen ineengeslagen om zich sterk te maken voor dit actieprogramma (zie persbericht). 4 Informatie: In 1997 heeft de Nederlandse regering minimumeisen opgesteld, waaraan certificaten die op de Nederlandse markt komen moeten voldoen ( Houtcertificering en Duurzaam Bosbeheer 1997)) 6 Informatie: 7 Uit: Definitief Concept Nationale Beoordelingsrichtlijn voor het certificaat duurzaam geproduceerd hout en het handelscertificaat, juli FLEGT-statement, Common European rules for fair competition and sustainable markets, 25 juni

15 Houtbranche en milieubeweging slaan handen ineen 9 8 juli De Europese Unie moet wetgeving ontwikkelen die de import van illegaal hout verbiedt. Een dergelijk wettelijk kader is een cruciale stap naar duurzaam bosbeheer in de houtproductielanden. Dit is de belangrijkste aanbeveling uit de gezamenlijke verklaring van de houtbranche en milieu-, natuur- en ontwikkelingsorganisaties aan de Nederlandse regering en de Europese Unie. Ondertekenaars zijn de Vereniging Van Nederlandse Houtondernemingen (VVNH), Greenpeace, ICCO, Milieudefensie, NC-IUCN en het WNF 2.3 Kabinetsstandpunt legaal en duurzaam geproduceerd hout Recent heeft het kabinet een standpunt ingenomen ten aanzien van het gebruik van legaal en duurzaam geproduceerd hout. Dit kabinetsbesluit, dat op 15 juni 2004 de RROM is gepasseerd, luidt: "Alle rijksinstanties, welke onder de ministeriële verantwoordelijkheid vallen, verplichten zich er toe dat het door hen aangekochte of aanbestede hout zoveel mogelijk en op termijn volledig op duurzame wijze geproduceerd is. Daarnaast verzekeren zij zich er van dat het hout van legale afkomst is. De juridische vormgeving van dit besluit moet nader worden bezien. Dit besluit zal verder worden uitgewerkt in de notitie Duurzame Bedrijfsvoering Overheid, die in het kader van het Actieplan Duurzame Ontwikkeling wordt opgesteld." 2.4 Nationale Beoordelingsrichtlijn duurzaam geproduceerd hout Momenteel wordt gewerkt aan een Nationale Beoordelingsrichtlijn (BRL) voor het certificaat duurzaam geproduceerd hout en het handelsketencertificaat. De BRL komt tot stand in het kader van het nader uitwerken van de minimumeisen (genoemd in Houtcertificering en Duurzaam Bosbeheer 1997) tot heldere en transparante criteria die als toetsingkader worden gehanteerd voor het verkrijgen van het Nederlandse keurmerk voor duurzaam geproduceerd hout en producten daarvan. De beoordelingsrichtlijn wordt opgesteld in nauw overleg met alle betrokken partijen onder verantwoordelijkheid van het ministerie van VROM en het ministerie van LNV. 9 Persbericht Milieudefensie, juli

16 3 WERKWIJZE 3.1 Selectie van projecten Voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag is een analyse uitgevoerd van 19 cases. Daarbij is gebruik gemaakt van enquêtes en aanvullende interviews. Als eerste stap zijn projecten binnen Rijkswaterstaat geselecteerd waar hout is/wordt gebruikt. Voor het selecteren zijn twee richtingen gekozen: 1) Projecten die vallen onder het Meerjarenplan Infrastructuur en Transport (MIT). In de wegenbouw is een beperkt aantal projecten waar hout gebruikt is. Deze waren op voorhand bij de DWW bekend. Voor het bepalen van waterbouwkundige projecten waar hout is gebruikt, zijn alle projecten genoemd in het MIT sinds 2002 nagegaan; 2) Projecten t.a.v. onderhoud bij natte dienstkringen Bij het onderhoud van de vaarwegen gebruikt Rijkswaterstaat hout. Bij de wegenbouw is het gebruik van hout beperkt (zeker van hardhout). Van alle directies zijn meerdere natte dienstkringen benaderd om mee te werken aan dit onderzoek. Uiteindelijk heeft van elke directie met uitzondering van directie Noordzee, één dienstkring de enquête ingevuld. Bij de directie Noordzee is het houtgebruik beperkt tot kop- en steekstaken van eiken- en vurenhout, die vervangen worden bij verlies of beschadiging. In principe is aangehouden dat de projecten afgerond moeten zijn. Een aantal projecten waarvan het ontwerp al in een vergevorderd stadium is, is ook meegenomen. In totaal zijn 19 projecten / dienstkringen (10 uit het MIT en 9 dienstkringen) geselecteerd (zie tabel 1). In bijlage 1 is een overzicht van de selectieprocedure opgenomen. Tabel 1: Geselecteerde projecten uit het MIT en dienstkringen Projecten uit het MIT A16/A59 knooppunt Zonzeel A30 Geluidsschermen A9 wegportalen Naviduct Enkhuizen Sluis Lith Aquaduct Veluwemeer Lekkanaal Sluis Zuid-Willemsvaart Dijkversterkingen Flevoland Dienstkringen Waddengebied Groningen (directie Noord Nederland) Rijn en Lek (directie Oost Nederland) IJsselmeer Markermeer (directie IJsselmeergebied) Amsterdam-Rijnkanaal (directie Utrecht) Noordzeekanaal (directie Noord-Holland) Haringvliet (directie Zuid-Holland) Schelde-Rijn (directie Zeeland) Waterwegen Noord-Brabant (directie Noord-Brabant) Maastricht-Maas (directie Limburg) Dijkversterking Zeeland

17 3.2 Enquête Als tweede stap is door contactpersonen van de verschillende projecten/dienstkringen een enquête over het houtgebruik binnen het project/dienstkring ingevuld. De enquête is zodanig opgezet dat een beeld wordt verkregen van het gebruik en waarom wel of geen duurzaam geproduceerd hout is gebruikt en van de ervaringen in de verschillende fasen van het project. De enquête is onderverdeeld in 5 delen: 1) algemene gegevens van het project: toepassing, plaats en tijd van uitvoering, hoeveelheid, dimensies, houtsoort en wel of geen certificaat voor duurzame productie van hout; 2) ontwerp- en bestekfase: afweging over gebruik van duurzaam geproduceerd hout, keuze voor duurzaam geproduceerd hout, hoe houtkeuze vastgelegd en borging van gebruik; 3) uitvoering: is duurzaam geproduceerd hout uiteindelijk gebruikt, wie heeft het hout ingekocht en hoe is gebruik geborgd; 4) kosten: wat zijn de kosten van het hout geweest (absoluut en ten opzichte van de totale kosten van het project), wat zijn de meerkosten geweest voor gebruik van duurzaam geproduceerd hout; 5) algemene zaken: kennis van keurmerken, borging binnen organisatie, ideeën gebruik duurzaam geproduceerd hout binnen project en binnen Rijkswaterstaat. In bijlage 2 is de enquête opgenomen zoals die aan de verschillende contactpersonen van de projecten/dienstkringen is toegestuurd. De enquête is als volgt uitgevoerd: Telefonisch contact met contactpersoon project/dienstkringen ter toelichting van enquête; Per versturen en retourneren van enquête; Telefonische terugkoppeling van ingevulde enquête. Ingevulde enquête en telefonische terugkoppeling zijn vastgelegd in een verslag. In bijlage 3 zijn de 19 verslagen van de enquêtes opgenomen. 3.3 Analyseren en rapportage resultaten enquête Overzichtstabel De uitkomsten van de verschillende enquêtes zijn samengevat in een overzichtstabel (bijlage 4). In deze tabel zijn de volgende gegevens opgenomen: Jaartal realisatie: Indien sprake is van jaarlijks onderhoud of het project loopt nog is dit aangeven; Toepassing: op basis van de omschrijving in de enquête is de toepassing in één van de volgende groepen ingedeeld: portaal, geluidsscherm, damwand, wrijfhout (remmingwerk, sluis, damwand), palen (van steiger, remmingwerk), perkoenen (bij kwelders, kribben en teenconstructies), sluisdeur, steiger en overige waterbouw; Hoeveelheid m 3 hout: in principe is hier de totale hoeveelheid hout binnen een project weergegeven. Bij jaarlijks onderhoud is de hoeveelheid hout per jaar weergegeven. Bij de dijkversterking Zeeland is een inschatting gemaakt voor de hoeveelheid hout gebruikt in 2003;

18 Houtsoort: de gebruikte houtsoort is weergegeven. Van een aantal projecten is de houtsoort niet bekend. (Dit is het geval als alleen de eisen waaraan het hout moet voldoen zijn gedefinieerd en de aannemer de uiteindelijke keuze mag doen.) Houtcategorie: tropisch hardhout, niet-tropisch hardhout, naaldhout, verduurzaamd hout of hergebruikt hout; Certificaat: FSC, Keurhout, geen certificaat of niet van toepassing (dit laatste geldt voor hergebruikt hout); Afweging duurzaam: is bij het ontwerp het aspect duurzaam geproduceerd meegenomen? (mogelijkheden: ja en nee) Certificaat geëist in ontwerp/bestek: is in de uiteindelijke ontwerp- en besteksfase gekozen voor hout met een certificaat voor duurzaam geproduceerd hout en is dit vastgelegd in het bestek? (mogelijkheden: ja, nee, n.v.t.) Hout met certificaat gebruikt: is uiteindelijk hout met een certificaat voor duurzaam geproduceerd hout daadwerkelijk gebruikt? (mogelijkheden: ja, nee, gedeeltelijk, n.v.t. en besteld) Analyse bevindingen Hoofdstuk 4 geeft een overzicht van de totale hoeveelheid gebruikt hout in de gerealiseerde projecten, de houtsoorten en certificatie van het hout, waarbij zowel een koppeling gemaakt is met de projecten als met de toepassingen. In hoofdstuk 5 (ontwerp- en besteksfase) en hoofdstuk 6 (uitvoering) is het hele proces van afweging, keuze houtsoort tot en met realisatie in kaart gebracht. Waarom wordt wel of geen duurzaam geproduceerd hout gebruikt en welke knelpunten treden op? Tot slot gaat hoofdstuk 7 in op de vragen naar de bekendheid van de keurmerken en hoe het gebruik van duurzaam geproduceerd hout geborgd binnen Rijkswaterstaat is. Ook wordt in dit hoofdstuk een beeld gegeven van de ideeën over gebruik duurzaam geproduceerd die tijdens het onderzoek naar voren kwamen. 3.4 Kanttekeningen bij de analyse Representativiteit van de projecten Van de projecten uit het MIT die tussen 2002 en 2004 zijn opgeleverd geeft dit onderzoek een representatief beeld van het houtgebruik. Bij de wegenprojecten wordt beperkt (hard)hout gebruikt. De wegenprojecten waar hout gebruikt is, zijn door de DWW aangegeven. Van de projecten die vallen onder de groepen waterbeheer, waterkeren en vaarwegen (in totaal 30 projecten) is systematisch bepaald welke projecten inmiddels gerealiseerd zijn en of hout gebruikt is. Van 14 projecten is een inschatting gemaakt dat het houtgebruik minimaal is of dat het project nog in een beginfase verkeerd, deze zijn verder niet meegenomen. Na contact met projectleiders van 6 projecten bleek dat ook binnen deze projecten geen hout gebruikt is of de ontwerpfase nog niet afgerond, deze projecten zijn afgevallen voor dit onderzoek. Uiteindelijk zijn 10 MIT projecten meegenomen in het onderzoek. Het gebruik van het hout door de dienstkringen is minder volledig in beeld gebracht. Van de 21 dienstkringen hebben 9 dienstkringen een enquête ingevuld. 2 dienstkringen gaven aan dat bijna geen hout gebruikt wordt binnen de dienstkring en dat een enquête invullen niet nuttig was. 3 Dienstkringen hebben de enquête niet geretourneerd. De enquêtes zijn op twee wijzen ingevuld: dienstkringen die een algemene beschrijving geven van het jaarlijks beheer en onderhoud met

19 een inschatting van de hoeveelheid en dienstkringen die de uitgevoerde bestekken van de afgelopen 2 jaar hebben genoemd. De inschatting is dat ongeveer eenderde van het houtgebruik bij dienstkringen in in dit onderzoek is meegenomen. Een reactie die veel naar voren is gekomen, is dat momenteel bijna al het onderhoud is stilgelegd. Het houtgebruik bij de aanleg van de HSL is in dit onderzoek niet beschouwd. In bijlage 4 is op basis van de projecten tussen 2002 en 2004 een inschatting gedaan voor het gemiddelde totale houtgebruik per jaar, waarbij de hoeveelheid van de dienstkringen uit de enquêtes met 2 à 4 maal is vermenigvuldigd. Niet alle enquêtes even volledig ingevuld. Niet alle enquêtes zijn even volledig ingevuld. Bij de telefonische terugkoppeling is zoveel mogelijk informatie als nog aangevuld. Hier en daar zijn op basis van de enquêtes aannamen gedaan. Dit is met voetnoten aangegeven. Hoeveelheid hout jaarlijks onderhoud en dijkversterkingen Zeeland Bij projecten die jaarlijks onderhoud beschrijven en bij het langlopende project in Zeeland voor het vervangen van de steenbekleding, zijn de hoeveelheden minder eenduidig. Bij deze projecten is het houtverbruik voor één jaar meegenomen bij de analyse. Analyse hoeveelheden hout in gerealiseerde projecten (hoofdstuk 3 duurzaam geproduceerd hout) Bij de analyse van de hoeveelheden hout zijn alleen de hoeveelheden beschouwd van projecten die daadwerkelijk uitgevoerd zijn. De projecten die nog in de ontwerpfase verkeren of waar het hout besteld is, zijn niet meegenomen. Het gaat om de projecten: sluisdeuren Zuid- Willemsvaart, onderdelen van dijkversterkingen Flevoland en het kribbenproject van dienstkring Rijn en Lek. De reden hiervoor is dat duidelijk is gebleken dat bij een aanzienlijk aantal projecten uiteindelijk geen duurzaam geproduceerd hout is gebruikt, hoewel dit wel voorgeschreven was in het bestek. Afweging gebruik duurzaam geproduceerd hout bij het ontwerp Deze vraag is een aantal keer met nee beantwoord, met daarbij een korte toelichting in de trant van azobé is niet met FSC leverbaar. De bedoeling van deze vraag is te inventariseren of duurzaam geproduceerd hout überhaupt op de agenda staat. In deze gevallen is dat wel het geval, alleen weet men dat het met de gekozen houtsoort niet haalbaar is en valt het snel af. Bij de analyse van deze enquêtes is meegenomen dat wel een afweging heeft plaatsgevonden. Dit is met een voetnoot op de betreffende verslagen aangegeven

20 4 DUURZAAM HOUTGEBRUIK BIJ RIJKSWATERSTAAT m 3 hout bij gerealiseerde projecten en 330 m 3 hout in de ontwerpfase In de geïnventariseerde projecten is ca m 3 hout gebruikt bij gerealiseerde projecten en is ca. 330 m 3 hout voorzien bij projecten die nog niet uitgevoerd zijn. Bij een aantal projecten is relatief veel hout gebruikt: geluidsschermen A30 (825 m 3 ), de teenconstructie van de steenbekledingen in Zeeland (inschatting per jaar 470 m 3 ), palen ten behoeve van onderhoudswerkzaamheden aan de kwelders in Groningen (286 m 3 ) en een steiger van dienstkring Haringvliet (400 m 3 ). Voor de projecten in de ontwerpfase wordt de grootste hoeveelheid hout voorzien voor de kribben van dienstkring Rijn en Lek (117 m 3 ). Bij het onderhoud van de dienstkringen gaat het vaak om relatief kleinere hoeveelheden hout (10 à 20 m 3 ) ter vervanging van onderdelen. Tabel 2 en 3 geven respectievelijk een overzicht van het houtgebruik van de verschillende projecten uit het MIT en van het onderhoud van de dienstkringen. De tabellen geven een overzicht van de toepassing, hoeveelheden, houtsoort, certificaat voor duurzame productie van het hout en of het project afgerond is. Bij de dienstkringen zijn de projecten aangegeven. Tabel 2 Houtgebruik bij de geïnventariseerde projecten uit het MIT Project Toepassingen inclusief hoeveelheid hout Houtsoort Certificaat Gerealiseerd A16/A59 Zonzeel knooppunt Portalen (55 m 3 ) Lariks 3 Geen Ja A30 Geluidsschermen Geluidsscherm ( m 3 ) Gemodificeerd grenen 4, Lariks 3 FSC + geen Ja A9 wegportalen Portalen (100 m 3 ) Lariks 3 Geen Ja Naviduct Enkhuizen Wrijfhout remmingwerk ( m 3 ) Azobé 1 + hergebruikt azobé 5 Geen + n.v.t. 6 Ja Sluis Lith Aanslag, wrijfhout sluisdeur, wrijfhouten Azobé 1 + oregon pine 3 + her- 6 Geen + n.v.t. Ja remmingwerk ( m 3 ) gebruikt basralocus 5 + eiken 2 Aquaduct Veluwemeer Damwand (100 m 3 ) Piquia 1 FSC Ja Lekkanaal Wrijfhout remmingwerk (17 m 3 ) Azobé 1 Geen Ja Sluis Zuid-Willemsvaart Sluisdeur en wrijfhout sluisdeur (98 m 3 ) Nog onbekend 1 FSC Nee Dijkversterkingen Flevoland Damwanden en geluidsscherm ( m 3 ) Azobé 1 + Massarandu 1 Keurhout + FSC Nee Dijkversterking Zeeland Teenconstructie steenbekleding (470 m 3 per jaar) Diverse houtsoorten 1 FSC Nee Houtcategorie 1 tropisch hardhout 2 niet-tropisch hardhout 3 naaldhout 4 verduurzaamd naaldhout 5 hergebruikt hout 6 Bij hergebruikt hout is een certificaat voor duurzaam geproduceerd hout niet van toepassing

21 Tabel 3 Houtgebruik bij de geïnventariseerde projecten van onderhoud natte dienstkringen Dienstkring Projecten/toepassingen inclusief hoeveelheid Houtsoort Certificaat Gerealiseerd Waddengebied Groningen Perkoenen voor kwelders (286 m 3 per jaar) loop en leuningen steiger (3 m 3 per 5 jaar) Divers naaldhout 3 + azobé 1 FSC Jaarlijks Rijn en Lek 7 Palen voor in kribvakken (117 m 3 ) Divers o.a. robinia 2 FSC Nee IJsselmeer Markermeer Divers (steigers, ducdalven, wrijfhout) (hoeveelheid onbekend) Amsterdam-Rijnkanaal Damwand (12 m 3 ) Divers 1 Geen Jaarlijks Azobé 1 Geen Ja Gording (16 m 3 ) Noordzeekanaal Steiger, wrijfstijlen, palen etc. ( Angelim vermelho 1 + FSC + geen Ja m 3 ) basralocus 1 + azobé 1 + geen Haringvliet Steiger ( m 3 ) Basralocus 1 + azobé 1 + azobé 1 Geen Ja wrijfstijl remmingwerk (5 m 3 ) gording damwand (19 m 3 ) Schelde-Rijn Remmingwerk (42 m 3 ) Castanara/Abiurana 1 FSC Ja Waterwegen Brabant Noord- Sluisdeur (10 m 3 ) Remmingwerk (18+7 m 3 ) Cumaru 1 + hergebruikt basralocus 5 + azobé 1 FSC + n.v.t. 6 + Keurhout Ja Maastricht-Maas aanslagen en klossen sluisdeur (20+19 m 3 ) Wrijfhout remmingwerk (23 m 3 ) Azobé 1 + eiken 2 + Angelim Geen + Vermelho 1 FSC Ja Houtcategorie 1 tropisch hardhout 2 niet-tropisch hardhout 3 naaldhout 4 verduurzaamd naaldhout 5 hergebruikt hout 6 Bij hergebruikt hout.is een certificaat voor duurzaam geproduceerd hout niet van toepassing. 7 Project nog niet in uitvoering 2000 palen (177 m 3 hout) zijn reeds ingekocht Hoeveelheden in relatie tot rapport Hout boven Water Het rapport Hout boven Water (DWW, 2000) geeft een globale inschatting van het houtgebruik van Rijkswaterstaat in 1998 van m 3. Het totale volume hout in de thans geïnventariseerde verschillende projecten is aanzienlijk minder (2780 m 3 ) en is bovendien niet van één jaar. In paragraaf 3.4 is nader ingegaan op de representativiteit van de projecten. Van de projecten uit het MIT is een redelijk compleet beeld verkregen van de projecten tussen 2002 en Voor de dienstkringen is de inschatting dat ongeveer eenderde van het houtgebruik uit de enquêtes naar voren is gekomen. Indien alleen de projecten tussen de 2002 en 2004 beschouwd worden en het jaarlijks onderhoud over dezelfde periode levert dat schattingen op van een gebruik van à m 3 per jaar (in bijlage 4 is deze hoeveelheid nader onderbouwd). Het grootste aandeel in het houtgebruik in deze periode vormen de teenschotten bij de dijkversterkingen in Zeeland. De totale hoeveelheid hout is aanzienlijk minder dan in 1998 naar voren is gekomen. Een mogelijke verklaring hiervoor kan zijn dat momenteel minder projecten

22 uitgevoerd worden ten opzichte van Bij het uitzetten van de enquêtes kwam vaak de reactie vanuit de dienstkringen dat momenteel bijna helemaal geen onderhoud wordt gepleegd. Houtgebruik naar toepassing Tabel 4 geeft een onderverdeling van het gebruikte hout per toepassing. Het meeste hout is gebruikt bij geluidsschermen, perkoenen en wrijfhouten en palen. De grote hoeveelheid voor de geluidsschermen komt van één project en kan in een ander jaar aanzienlijk lager zijn. De andere toepassingen zijn meer structureel. Het gebruik van perkoenpaaltjes is momenteel extra hoog door het project van de dijkversterkingen in Zeeland. Tabel 4 Houtgebruik onderverdeeld naar toepassing bij de geïnventariseerde projecten Toepassing m 3 % Portaal Geluidsscherm Damwand Wrijfhout Palen Steiger Sluisdeur 15 <1 Perkoenen Teenschot Totaal van remmingwerk, sluis of damwand 2 van steigers of remmingwerk 3 van teenconstructies, kribben of langs kwelders 4.2 hardhout: 53 % van het totale hout bij de geïnventariseerde projecten Tabel 5 geeft het houtgebruik per houtcategorie weer. Uit deze tabel blijkt dat ongeveer de helft van het gebruikte hout (53 %) bij de geïnventariseerde projecten tropisch hardhout is (ca m 3 ). De hoeveelheid niet tropisch hardhout is zeer minimaal. Het aandeel naaldhout (46 %) wordt vooral bepaald door het project van de geluidsschermen van de A30, waar ongeveer een kwart van al het hout gebruikt is (325 m 3 naaldhout en 500 m 3 verduurzaamd naaldhout). De dienstkringen passen vooral tropisch hardhout toe

23 Tabel 5 Hoeveelheden hout per houtcategorie bij de geïnventariseerde projecten Houtcategorie m 3 % hardhout Niet tropisch hardhout 39 1 Naaldhout Totaal Zowel nieuw als hergebruikt tropisch hardhout. 2 Zowel onverduurzaamd als verduurzaamd naaldhout. Tabel 6 geeft een overzicht van de gebruikte houtsoorten per toepassing. hardhout wordt vooral gebruikt voor waterbouwtoepassingen (wrijfhouten, palen voor steigers en remmingwerken, damwanden en perkoenen voor teenconstructie e.d.). e hardhoutsoorten die van oudsher gebruikt worden zijn azobé (wrijfhouten, damwanden etc.) en basralocus (palen). Nieuwe tropische hardhoutsoorten zijn Angelim Vermelho, Piquia, Massarandu, Cumarú en Abiurana. Het hergebruikt hout is azobé en basralocus. De perkoenen bestaan deels uit niet-tropisch hardhout en naaldhout. De geluidsschermen en portalen zijn gemaakt van naaldhout. De planken van de geluidsschermen zijn van verduurzaamd grenen. De staanders van de geluidsschermen en de portalen zijn gemaakt van Russisch Lariks. Tabel 6 Hoeveelheden hout onderverdeeld naar toepassingsgroep per houtcategorie bij de geïnventariseerde projecten Toepassing Niet tropisch Naaldhout Verduurzaamd Totaal hardhout hardhout naaldhout m 3 m 3 m 3 m 3 m 3 Portaal Geluidsscherm Damwand Wrijfhout Palen Steiger Sluisdeur Perkoenen Teenschot Totaal van remmingwerk, sluis of damwand 2 van steigers of remmingwerk 3 van teenconstructies, kribben of langs kwelders

24 % van het tropisch hardhout met FSC-certificaat in de geïnventariseerde projecten Tabel 7 Certificering van het gebruikte hout bij de geïnventariseerde projecten Certificaat Hoeveelheid hout m 3 % FSC Keurhout 7 <1 Geen certificaat Hergebruikt hout Totaal Bij hergebruikt hout.is een certificaat voor duurzaam geproduceerd hout niet van toepassing. Van al het hout in de gerealiseerde projecten is ongeveer de helft (54 %) FSC-hout (zie tabel 7). Van het tropisch hardhout is ongeveer de helft (49 %) met FSC-keurmerk (zie tabel 8). De hoeveelheid hout met Keurhout is gering (<1%). Belangrijke projecten van tropisch hardhout met FSC zijn de teenconstructies van de dijkversterking in Zeeland (470 m 3 diverse soorten tropisch hardhout), een damwand bij het aquaduct Veluwemeer (100 m 3 piquia) en onderhoud Noordzeesluizen (ca. 50 m 3 Angelim Vermelho). hardhout (azobé en basralocus) zonder keurmerk is vooral gebruikt bij het onderhoud van de dienstkringen. De kleine hoeveelheid hout met Keurhout betreft azobé dat voor een wrijfstijl gebruikt is (dienstkring Waterwegen Noord-Brabant). Ook bij de dijkversterkingen in Flevoland dat nog niet uitgevoerd wordt toepassing van azobé met Keurhout-keurmerk voorgeschreven en een deel van het hout is al besteld. Russisch Lariks (een naaldhoutsoort) is een houtsoort die niet te leveren is met FSC en in grote hoeveelheid gebruikt bij de portalen van A16/A59 (ca. 55 m 3 ), A9 (100 m 3 ) en de staanders van de geluidsschermen van de A30 (325 m 3 ). Tabel 8 Certificering van het gebruikte hout per houtcategorie bij de geïnventariseerde projecten Certificaat Niet tropisch Naaldhout 1 Totaal hardhout hardhout m 3 % m 3 % m 3 % m 3 FSC Keurhout 7 <1 7 Geen certificaat Hergebruikt hout Totaal Inclusief verduurzaamd naaldhout

25 Palen, wrijfhout en steigers weinig FSC, perkoenen, teenschotten en damwanden veel FSC In tabel 9 is een overzicht gegeven van de certificering van het hout voor de verschillende toepassingen. Uit de tabel blijkt dat bij de wegenbouwtoepassingen (geluidsschermen en portalen), wrijfhouten, palen en steigers slechts een beperkt gedeelte van hout met FSCcertificaat wordt gerealiseerd. Bij perkoenen, teenschotten en damwanden wordt juist wel veel hout met FSC-certificaat gebruikt. Voor de portalen en geluidsschermen is Russisch Lariks een houtsoort die moeilijk te vervangen is. Bij de geluidsschermen was het mogelijk om de planken uit te voeren met verduurzaamd grenen. Voor de staanders lukte dat niet en moest teruggevallen worden op Russisch Lariks. De eisen die gesteld worden aan het hout van perkoenen, planken voor de teenconstructies bij dijkbekledingen en de damwand bij het Aquaduct Veluwemeer zijn lager en in deze gevallen bleek het goed mogelijk azobé te vervangen door tropische hardhoutsoorten die met FSCkeurmerk leverbaar zijn. De eisen gesteld aan palen van steigers en remmingwerken (van basralocus) en wrijfhouten (van azobé) zijn over het algemeen hoger en daar is azobé en hardhout minder makkelijk te vervangen door houtsoorten die met FSC leverbaar zijn. Voor palen is bij geen enkel project een vervanger voor basralocus gebruikt. Voor wrijfhouten is Angelim Vermelho (dienstkringen Maastricht-Maas en Noordzeekanaal) en Castanara en Abiurana (dienstkring Schelde-Rijn) gebruikt. Tabel 9 Certificering van het gebruikte hout per toepassing Toepassing hardhout Niet tropisch hardhout Naaldhout Totaal Totaal FSC Keurhout bruikt Geen Herge 5 Totaal FSC Keur Geen Totaal FSC Keur Geen -hout -hout m 3 m 3 m 3 m 3 M 3 m 3 m 3 m 3 m 3 m 3 m 3 m 3 m 3 m 3 Portaal Geluidsscherm Damwand Wrijfhout Palen Steiger Sluisdeur Perkoenen Teenschot Totaal van remmingwerk, sluis of damwand 2 van steigers of remmingwerk 3 van teenconstructies, kribben of langs kwelders 4 Bij hergebruikt hout.is een certificaat voor duurzaam geproduceerd hout niet van toepassing 5 Inclusief verduurzaamd naaldhout

26 5 DUURZAAM HOUTGEBRUIK IN ONTWERP- EN BESTEKFASE 5.1 In 24 van de 26 projecten duurzaam geproduceerd hout aandachtspunt tijdens ontwerp Tabel 10 Afweging duurzaam geproduceerd hout in de geïnventariseerde projecten Afweging Geen afweging MIT (10 projecten) 9 1 Dienstkringen (16 1 projecten) Vanuit de 9 dienstkringen zijn 16 projecten/toepassingen genoemd De resultaten van deze vraag geven aan dat het gebruik van duurzaam geproduceerd hout overwegend een punt van aandacht is. Bijna bij alle projecten is dit aspect bij het ontwerp meegenomen. Duurzaam geproduceerd hout niet meegenomen bij het ontwerp van één project uit het MIT Van de projecten in het MIT is bij één project (sluis Lith) niet specifiek gekeken naar duurzaam geproduceerd hout. De reden hiervoor is dat tijdens de ontwerpfase (1995/1996) de eisen ten aanzien van duurzaam geproduceerd hout en de mogelijkheden hiervan nog niet duidelijk waren. Wel is getracht het gebruik van azobé zoveel mogelijk te beperken door hout te vervangen door kunststof en hergebruikt hout te gebruiken. Bij één dienstkring duurzame productie van hout geen aandachtspunt Alleen dienstkring IJsselmeer Markermeer heeft in de enquête aangegeven dat duurzaam geproduceerd hout geen onderdeel uitmaakt van de afweging. Technische aspecten prevaleren en daarna prijstechnische. Twee dienstkringen gaven aan dat geen afweging gemaakt is, aangezien de leverancier aangegeven had dat azobé niet leverbaar was met keurmerk. Dit geeft aan dat de duurzame productie van hout wel een aandachtspunt is geweest, deze dienstkringen zijn dan ook als zodanig in de tabel weergegeven. Verschillende inspanningen om tot naar het gebruik van duurzaam geproduceerd hout te komen De inspanningen gericht op het toepassen van duurzaam geproduceerd hout in de ontwerpfase zijn grofweg in drie groepen te splitsen: 1) Kennis vergaren Kennis over toepassingsmogelijkheden wordt verkregen door middel van samenwerking met DWW, van derden of ervaringen uit eerdere projecten. In de enquêtes worden bijvoorbeeld de houtbranche, FSC-Nederland, TNO, Alterra, en Stichting Keuringsbureau Hout (SKH) genoemd; 2) Ontwerp aanpassen of zoeken naar alternatieve houtsoorten of materialen Bij sommige projecten is specifiek gekeken of het ontwerp zodanig aangepast kan worden dat duurzaam geproduceerd hout gebruikt kan worden. Een voorbeeld is de damwand bij het aquaduct Veluwesluis waar in eerste instantie uitgegaan was van de sterkte-eisen behorend bij azobé. Het bleek dat ook met een (iets) lagere sterkte-eis

27 volstaan kon worden, waaraan de houtsoort Piquia (met FSC te leveren) voldoet. Bij andere projecten is ingezet op een milieuvriendelijk thermisch modificatieproces als verduurzaming (geluidsschermen A30), gekeken naar het gebruik van PLATO-hout 10 (dienstkring Lek en Rijn) of gekeken of hout vervangen kan worden door kunststof (dienstkring Haringvliet). 3) Aandacht besteden aan levering duurzaam geproduceerd hout Tot slot is bij een aantal projecten (o.a. dienstkring Noordzeekanaal en dienstkring Amsterdam-Rijnkanaal) aandacht besteed aan de beschikbaarheid van duurzaam geproduceerd hout. Dit is meestal gedaan door het informeren bij leveranciers. Een andere mogelijkheid is besluiten een aparte overeenkomst voor het hout te sluiten (naviduct Enkhuizen) of het hout als Rijkswaterstaat zelf inkopen (gebeurd bij dienstkring Rijn en Lek). 5.2 Bij 16 projecten van de 26 projecten gecertificeerd hout voorgeschreven in bestek Keuze duurzaam geproduceerd hout Bij 16 van de 26 projecten is daadwerkelijk gekozen voor het voorschrijven van hout met een certificaat voor duurzame productie Van de 24 projecten waar gekeken is naar het mogelijke gebruik van duurzaam geproduceerd hout is bij 16 projecten uiteindelijk hout met een certificaat voor duurzame productie van hout in het bestek voorgeschreven. Een keuze voor duurzaam geproduceerd hout betekent daarbij overwegend het voorschrijven van hout met FSC-certificaat. Dit laatste houdt in dat het proces van certificering als FSC-hout ingezet moet zijn. In het bestek zijn de eisen vastgelegd (zie ook de volgende paragraaf). Het voorschrijven van legaal hout, zonder voorwaarden aan een duurzame productie, is in de geïnventariseerde projecten niet aan de orde. Tabel 11 keuze duurzaam geproduceerd hout FSC Keur- FSC/ Geen Herge- hout Keur- certif. bruikt hout MIT (10 projecten) Dienstkringen (16 1 projecten) Vanuit de 9 dienstkringen zijn 16 projecten/toepassingen genoemd Bij de volgende projecten is, ondanks het voornemen duurzaam geproduceerd hout toe te passen, geen hout met certificaat voorgeschreven: A9 wegportalen (2002): de portalen worden gemaakt van Russisch Lariks. Deze houtsoort is niet met FSC leverbaar; Dienstkring Waterwegen Noord-Brabant: vervangen palen in remmingwerk. Gekozen is voor het gebruik van hergebruikt hout voor de palen (Basralocus). 10 PLATOhout is hout dat door thermische verhitting verduurzaamd wordt

28 Bij in totaal 6 toepassingen (van dienstkring Haringvliet, Amsterdam-Rijnkanaal en Maastricht-Maas): één steiger (400 m 3 ), één kleine damwand en een aantal wrijfgordingen is geen hout met certificaat voorgeschreven. Behalve de steiger, gaat het om kleine hoeveelheden azobé of basralocus. De overweging om duurzaam geproduceerd hout niet mee te nemen is dat de constructie azobé of basralocus vereist en dat deze houtsoorten niet leverbaar zijn met FSC-keurmerk. Op dit moment is azobé met Keurhout-keurmerk leverbaar. In een nog lopend project (dijkversterking Flevoland) en in recent afgerond project (wrijfstijl van een remmingwerk bij dienstkring waterwegen Noord-Brabant) is azobé met Keurhout-keurmerk gebruikt of voorgeschreven Gebruik en borging vastleggen in bestek Borging gebruik duurzaam geproduceerd hout in bestek Om het gebruik van duurzaam geproduceerd hout vast te leggen in het bestek worden verschillende opties toegepast: 1) voorschrijven bepaalde houtsoort met betreffend certificaat (FSC- of Keurhout). Dit is bijvoorbeeld gebeurd bij portalen van A16/A59 (1998, Lariks), Aquaduct Veluwemeer (2003, Piquia), dijkversterkingen Flevoland (2004, azobé met Keurhout) en Noordzeekanaal (2004, Angelim Vermelho).De dienstkring Maastricht-Maas heeft voor de realisatie van wrijfstijlen voor verschillende houtsoorten met FSC een aanbieding gevraagd, waarbij uiteindelijk een opdracht gegeven is voor Angelim Vermelho (2003, azobé, angelim vermelho, cumaru, masaram duba met FSC); 2) voorschrijven eisen waaraan het hout moet voldoen en certificaat (FSC of Keurhout) Bij het remmingwerk in het Lekkanaal (2001) is het als volgt omschreven: houtsoort dat voldoet aan eisen NPR 5493 voor toepassingscategorie II met FSC-certificaat of Stichting Keurhout Keur. 3) ter beschikking stellen hout Bij het project van dienstkring Lek en Rijn is ervoor gekozen het hout zelf in te kopen en beschikbaar te stellen, zodat FSC-keurmerk en kwaliteit (goede rechte palen) verzekerd is (project nu uitgesteld; er liggen 2000 palen klaar). Vastlegging toetsingswijze in bestek Voor wat betreft de toetsingswijze van het gebruik van duurzaam geproduceerd hout, zijn de verschillen tussen de projecten niet groot. Over het algemeen dient de aannemer het certificaat en vaak ook leveringspapieren te overleggen. Bij een project met een prestatiecontract van dienstkring Waddengebied Groningen is vastgelegd dat de aannemer in het plan van aanpak moet aantonen hoe hij de kwaliteit inclusief het gebruik van FSC denkt te gaan waarmaken. In bijlage 5 is een aantal besteksteksten toegevoegd die bij de enquêtes meegeleverd zijn

29 6 DUURZAAM HOUTGEBRUIK TIJDENS UITVOERING 6.1 Bij 10 projecten van de 23 gerealiseerde projecten hout gebruikt met certificaat Bij 10 projecten is (gedeeltelijk) hout met een FSC- of Keurhoutcertificaat gebruikt. Bij evenveel projecten (10) is hout zonder certificaat gebruikt. In drie gevallen is (gedeeltelijk) hergebruikt hout gebruikt. Het ene project met Keurhout-certificaat betreft azobé. Tabel 12 overzicht van certificaten van gerealiseerde projecten FSC Keurhout FSC/geen Geen Hergebruikt Hergebruikt certificaat certificaat hout 3 hout 3 /geen certificaat MIT (8 gerealiseerde projecten) Dienstkringen (15 2 projecten) gerealiseerde projecten die nog in de ontwerpfase zitten. 2 Vanuit de 9 dienstkringen zijn 16 projecten/toepassingen genoemd, waarvan 15 gerealiseerd zijn. 3 Bij hergebruikt hout.is een certificaat voor duurzaam geproduceerd hout niet van toepassing. Lange levertijd of niet beschikbaarheid hout met FSC oorzaak niet gebruiken Ondanks dat FSC-hout in het bestek was voorgeschreven, is bij 6 projecten geen FSC hout gebruikt. De genoemde redenen hiervoor zijn grofweg in twee delen te splitsen: de te lange levertijd van het hout (vaak veroorzaakt door grote afmetingen) of de gevraagde houtsoort bleek in het geheel niet leverbaar met keurmerk. Bij het Naviduct Enkhuizen (2003) bleek de levertijd van het gevraagde hout 2 jaar. De aannemer heeft toen voorgesteld hergebruikt azobé te gebruiken. Ook voor de remmingwerken van het Lekkanaal (2001) bleek dat hout tegen gestelde eisen niet op tijd leverbaar was. In eerste instantie is tijdelijk nieuw azobé aangebracht met de bedoeling deze te vervangen. Dit is uiteindelijk niet meer gebeurd. Ook de dienstkring Noordzeekanaal (2004) ondervindt problemen met lange levertijden voor grote afmetingen voor Angelim Vermelho. De overeenkomst is nu aangepast; bij grote afmetingen en indien het hout niet binnen een bepaalde termijn geleverd kan worden, mag azobé gebruikt worden. Van het totale volumehout van Noordzeekanaal is 2/3 hout met FSC-keurmerk; Voor de houten portalen (A16/A59 (1998) en A9 (2002)) en de staanders van de A30 is Russisch Lariks gebruikt. Deze houtsoort bleek niet leverbaar met FSC

30 Ervaringen met het gebruik van duurzaam geproduceerd hout (FSC-hout) De ervaringen met het gebruik van FSC-hout zijn divers. Bij de teenconstructies in Zeeland, die relatief weinig te verduren krijgen, voldoet het FSC-hout goed. Bij het remmingwerk van het Schelde-Rijnkanaal is de ervaring minder positief. Na een periode van 4 jaar blijkt dat vervangers meer scheurvorming vertonen (weersinvloed) en sneller beschadigen en slijtage vertonen ten gevolge van gebruik. Bij de geluidsschermen van de A30 voldoet het verduurzaamd grenen als constructiemateriaal goed, maar was het verven moeilijker. Aankoop hout bijna altijd door aannemer Bij alle projecten op één na is het hout door de aannemer ingekocht. Uitzondering vormt het project van dienstkring Lek en Rijn waar de palen voor de kribben ingekocht zijn door Rijkswaterstaat om verzekerd te zijn van een goede kwaliteit. Meestal vormde de aanschaf van het hout onderdeel van het totale opdracht. Bij het Naviduct Enkhuizen en de sluisdeuren en wrijfstijlen geleidepalen van dienstkring Maastricht-Maas is een aparte overeenkomst gesloten voor de levering van het hout. Redenen die genoemd zijn om niet zelf in te kopen: 1) uitvoeringsplanning bij aannemer hout 2) niet in de knoop raken met aanbestedingsregels. Bij het prestatiecontract van dienstkring Waddengebied Groningen koopt de aannemer het hout in en krijgt een vast bedrag per maand dat van tevoren overeen gekomen is. 6.2 Toetsing daadwerkelijk gebruik duurzaam geproduceerd hout Borging gebruik duurzaam geproduceerd hout Bij de meeste projecten wordt het gebruik van duurzaam geproduceerd hout getoetst door middel van controle van de door de aannemer geleverde certificaten van het keurmerk. Soms is sprake van afleveringsbonnen of vermelding op de factuur. Dienstkring Noordzeekanaal en Maastricht-Maas vermelden expliciet in de enquête dat de merktekens op de partij vergeleken worden met de gegevens op de certificaten (Noordzeekanaal doet daarna nog controle bij de stichting FSC). Tracering hout na afloop project In de besteksadministratie van de verschillende projecten worden de documenten zoals certificaten, afleveringsbonnen en facturen opgenomen. Bij het prestatiecontract van Waddengebied Groningen worden checklistformulieren in de administratie opgenomen waar eventuele tekortkomingen ten aanzien van de levering van het hout op vermeld worden. Dienstkring Noordzeekanaal neemt ook foto s op in de administratie, dienstkring Maastricht- Maas de keuringen van het hout. Alleen bij het project van de A30 wordt aangegeven dat het gebruik van duurzaam geproduceerd hout niet meer te traceren valt, aangezien de Bouwdienst niet meer aan feitelijke productcontrole doet. Bij de houten portalen van A16/A59 en A9 is geen hout met FSC gebruikt, maar Russisch Lariks. De leveringspapieren/documentatie zijn vastgelegd in de projectadministratie, zodat de herkomst van het hout bekend is

31 6.3 Kosten gebruik van duurzaam geproduceerd hout Projecten MIT De kosten van het hout vormen over het algemeen een klein deel (enkele procenten) van het hele MIT-project. De meerkosten voor het gebruik van duurzaam geproduceerd hout bedragen dan vaak ook maar enkele tienden procenten. Uitzondering hierop is het project Naviduct Enkhuizen waar vanwege het uitstel van de oplevering door de late levering van het hout, de kosten voor dit onderdeel met 20 % zijn toegenomen. Bij de projecten uit het MIT zijn eventuele meerkosten voor duurzaam geproduceerd hout niet genoemd als reden voor wel of niet toepassen. Tabel 13 kosten projecten MIT Project Uitvoeringskosten hout Verhouding totale project A16/A59 knooppunt Zonzeel Onbekend A30 Geluidsschermen ca. 1 miljoen aanlegkosten 13 % A9 wegportalen ca Klein onderdeel Naviduct Enkhuizen 0,5 % Sluis Lith Niet te traceren 0,15 % Aquaduct Veluwemeer Niet te herleiden Kleiner dan 1 % Lekkanaal ca ,- leveren en aanbrengen 4,2 % Sluis Zuid-Willemsvaart nog niet aanbesteed Verwachting 2-2,5 % Dijkversterkingen Flevoland nog niet aanbesteed Dijkversterking Zeeland 1 à 2 % van aanbrengen steenbekleding Kosten onderhoud dienstkringen De dienstkringen hebben beperkte kostengegevens voor de verschillende projecten aangeleverd (zie tabel 12). Hier vormt de levering van het hout in verhouding tot het totale project een groter gedeelte dan bij de projecten uit het MIT. Vanuit de dienstkringen kwamen geluiden naar voren als Het blijft voor ons als dienstkring een kostenbatenplaatje en Gebruik van duurzaam geproduceerd hout in het algemeen niet zo gunstig, zeker in deze tijd van krapte. De eventuele meerkosten lijken wel een rol te spelen. Gegevens over meerkosten zijn in het onderzoek niet naar voren gekomen

32 Tabel 14 kosten projecten dienstkringen Dienstkringen Uitvoeringskosten hout Verhouding totale project Waddengebied Groningen Onbekend Rijn en Lek Nog niet uitgevoerd Inschatting 20 % IJsselmeer Markermeer Amsterdam-Rijnkanaal Noordzeekanaal Onbekend Onbekend 800 per m 3 en aanlegkosten 1450 (13,5 m 3 palen) hout is klein deel van totaal bestek Haringvliet Inkoop 800 per m 3 (400 m 3 steiger) steiger 20 %, reparatie schades 50 à 60 % Schelde-Rijn Waterwegen Noord-Brabant Onbekend Onbekend Maastricht-Maas Sluisdeuren ,5 (levering en aanleg) Geleidepalen: (levering en aanbrengen) 31 % 33 %

33 7 KENNIS, ERVARINGEN EN BORGING BINNEN DE ORGANISATIE 7.1 FSC goed bekend, Keurhout redelijk Alle 19 geënquêteerden kennen het FSC-certificaat. 10 Geënquêteerden kennen ook het Keurhout-keurmerk. Het Europese keurmerk Pan European Forest Certificate (PEFC) is bij niemand bekend. Bij geen enkel project is hout van dit laatste keurmerk gebruikt. Ook zijn geen andere keurmerken voor duurzaam hout tijdens deze enquête naar voren gekomen. Het keurmerk KOMO wordt wel genoemd, maar dit certificaat is voor de verduurzaming van het hout, niet voor de productie en herkomst van het hout. In paragraaf 2.2 zijn de verschillende keurmerken toegelicht. 7.2 Borging binnen Rijkswaterstaat De geënquêteerden hebben de vraag voorgelegd gekregen hoe het gebruik van duurzaam geproduceerd hout binnen het onderdeel van Rijkswaterstaat is geborgd. Tabel 13 geeft een overzicht van de gegeven antwoorden. Het milieuzorgsysteem wordt het meest genoemd, gevolgd door het kwaliteitssysteem en het aanbestedingsbeleid. Voor verschillende projecten zijn medewerkers van de Bouwdienst geënquêteerd. Het viel op dat verschillende antwoorden gegeven werden variërend van milieuzorgsysteem, kwaliteitssysteem tot niet geborgd. Naar aanleiding van de wisselende antwoorden kan geconcludeerd worden dat hoe en waar het gebruik van duurzaam geproduceerd hout binnen Rijkswaterstaat geborgd is verschilt en dat hierover, in ieder geval bij de Bouwdienst,geen eenduidig beeld over bestaat. Tabel 15 borging gebruik duurzaam geproduceerd hout binnen Rijkswaterstaat Wijze van borging Aantal Onderdeel RWS (nr. verslag enquête) Milieuzorgsysteem 8 BWD (verslag 1, 3, en 4), RDIJ (verslag 6), DNN (verslag 11), DON (verslag 12), DNB (verslag 18), DLB (verslag 19) Kwaliteitssysteem (vraagt Dubomaatregelen te bekijken) 5 BWD (verslag 8), DZL (verslag 10), DNN (verslag 11), DNB (verslag 18), DLB (verslag 19) Aanbestedingsbeleid 4 RDIJ (verslag 9), DZH (verslag 16), DZL (verslag 17), DLB (verslag 19) Gebruik Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen tijdens definitie- en ontwerpfase Bij mijn weten niet aantoonbaar geborgd/niet geborgd/ Algemeen uitgangspunt voldoende bekend. Hoe tot uitvoering te komen minder bekend. 1 BWD (verslag 7) 4 BWD (verslag 2 en 5), RDIJ (verslag 13), DNH (verslag 15) Niet ingevuld 1 DUT (verslag 14)

34 7.3 Ervaring gebruik duurzaam geproduceerd hout De geënquêteerden zijn gevraagd naar hun opmerkingen/ideeën over het gebruik van duurzaam geproduceerd hout binnen projecten. De reacties zijn hieronder per thema weergegeven: Duurzaam geproduceerd hout in het algemeen Technische en ontwerpaspecten gebruik duurzaam geproduceerd hout Praktische aspecten gebruik duurzaam geproduceerd hout Beleid Rijkswaterstaat ten aanzien van gebruik duurzaam geproduceerd hout In onderstaande kaders zijn alleen de kernpunten opgenomen. In de verslagen van de enquêtes staan alle opmerkingen. Duurzaam geproduceerd hout in het algemeen Twijfel over of de aanwezigheid van een certificaat altijd aangeeft dat er sprake is van 'duurzame productie' in verband met grotere zaagverliezen bij andere boomsoorten. Houthandelaar heeft belang bij continuïteit van afzet, ook in de toekomst, zodat hij zich terdege bewust zal zijn van de noodzaak om zijn bronnen van grondstoffen goed te beheren. Hout zonder certificaat is misschien (bijna) net zo goed 'duurzaam geproduceerd'. (verslag nr. 7 remmingwerk Lekkanaal) Het streven naar uitvoering in duurzaam geproduceerd hout is een nobel streven. (verslag nr. 19 Onderhoud dienstkring Maastricht-Maas) Met behulp van een Zeppelin kan verantwoord hout gewonnen worden: alleen de te kappen boom wordt uit het bos verwijderd en de rest van het bos blijft ongemoeid (geen valschade) (verslag nr.4 Naviduct Enkhuizen) Technische aspecten De eisen in de contracten worden veelal overtrokken. De eisen komen overeen met de kwaliteiten van Azobé, terwijl deze kwaliteiten niet altijd worden benut. Als de k-waarde onvoldoende is, kan gekozen worden voor dikkere planken (verslag nr. 6 Aquaduct Veluwemeer). Winst valt te behalen door slimmere constructies met het gebruik van vervangers voor traditioneel houtgebruik (verslag nr. 17 Onderhoud dienstkring Schelde-Rijn) Proef als vervanger van Azobe door genoemde houtsoorten is na een periode van 4 jaar duidelijk niet gelijkwaardig.vervangers vertonen meer scheurvorming (weersinvloed) en beschadigingen en slijtage t.g.v. gebruik. (verslag nr. 17 Onderhoud dienstkring Schelde-Rijn) Op dit moment is er ontwikkeling van gebakken hout "plato-hout". Dit vurenhout dat zonder toevoeging van conserveringsmiddelen wordt verduurzaamd en is te leveren in klasse 1. (verslag nr. 6 Aquaduct Veluwemeer)

35 Praktische aspecten gebruik FSC-hout Imagoschade is wel een gevaar als er ondanks de toezeggingen uit de branche toch geen hout met FSC-keur leverbaar blijkt. (verslag nr. 8 Sluis Zuid-Willemsvaart) In een volgend contract zal eerst een zeer gedegen vooronderzoek gedaan moeten worden over de beschikbaarheid in het algemeen, over de te leveren afmetingen, en de levertijd. Mochten deze praktische zaken voor onoverkomelijke problemen zorgen zal gekeken dienen te worden of duurzaam hout wel de beste oplossing is. (verslag nr. 15 Onderhoud dienstkring Noordzeekanaal) Daarbij waren er verhalen dat de levertermijn zeer lang was, omdat de FSC-areaalbeheerder na de bestelling op zoek gaat naar geschikte bomen die verspreid zijn over een groot gebied. Tegen de tijd dat de geschikte bomen omgehakt en vervoerd zouden zijn naar een tropische haven, zouden er maanden zijn verstreken. Vervolgens zou het wachten zijn op een schip dat toevallig net naar een Nederlandse haven zou varen, al dan niet via een aantal tussenstappen. Kortom, een proces dat langer zou duren dan de hele geplande uitvoeringsduur. (verslag nr. 7 remmingwerk Lekkanaal) De onbekendheid is groot. Ook bij de houtleveranciers is het waarmaken van de beloftes erg moeilijk. De combinatie namelijk, gecertificeerd hout, de levertijd en, in onze GWW sector, de afmetingen (verslag nr.4 Naviduct Enkhuizen) Werken met deze houtsoorten is alleen mogelijk als je langdurige contracten hebt waar speelruimte in zit. (verslag nr. 19 Onderhoud dienstkring Maastricht-Maas) Beleid duurzaam geproduceerd hout bij Rijkswaterstaat In principe wordt alleen duurzaam geproduceerd hout gebruikt. (verslag nr. 9 Dijkversterking Flevoland) Duidelijk beleid omtrent het gebruik van hout, wel of niet gecertificeerd, zou bijdragen een meer uniforme benadering binnen de verschillende Rijkswaterstaat Diensten. Het algehele beleid van Rijkswaterstaat omtrent het gebruik van duurzaam gekweekt hout is buitengewoon schimmig. (verslag nr. 7 Sluis Zuid-Willemsvaart) RWS zou een belangrijkere rol kunnen spelen m.b.t. de praktische problemen van gebruik van FSC-hout. Op het milieugebied is duurzaam geproduceerd hout altijd wenselijk. Echter zolang de praktische problemen niet zijn opgelost zal de toepassing nooit 100 % kunnen zijn. Zoals de situatie nu is, zal een groot gedeelte alsnog in standaard azobé dienen te worden uitgevoerd. (verslag nr. 15 Onderhoud dienstkring Noordzeekanaal) Kennis breder verspreiden (verslag nr. 9 Dijkversterking Flevoland) Op zich zit er binnen RWS voldoende kennis over gebruik van duurzaam hout en dubo. (verslag nr. 12 Onderhoud dienstkring Rijn en Lek) Met het oog op CO2 reductie zou hout veel meer dan nu moeten worden ingezet. RWS kan daar zeker een grote rol in spelen. Vele constructies die van staal zijn, kunnen ook van hout worden gemaakt. (verslag nr. 12 Onderhoud dienstkring Rijn en Lek)

36 8 LITERATUUR Hout boven water, Rijkswaterstaat Dienst Weg- en Waterbouw, rapportnummer W-DWW , Delft 18 juli Illegaal hout, Greenpeace, Definitief Concept Nationale Beoordelingsrichtlijn voor het certificaat duurzaam geproduceerd hout en het handelscertificaat, juli

37 9 COLOFON Dienst Weg- en Waterbouw/Gebruik van tropisch hardhout bij Rijkswaterstaat: legaal en duurzaam? MD-MO Opdrachtgever Project Dossier Omvang rapport Auteur Projectleider Datum : 6 september 2004 Naam/Paraaf : : Dienst Weg- en Waterbouwkunde : Gebruik tropisch hardhout bij Rijkswaterstaat: legaal en duurzaam? : W : 35 pagina's : M. Cats, J.H.B. Jutte : J.H.B. Jutte

38 BIJLAGE 1 Selectie van projecten Projecten uit het Meerjarenplan Infrastructuur en Transport (MIT) Van de projecten uit het MIT die tussen 2002 en 2004 zijn opgeleverd geeft dit onderzoek een representatief beeld van het houtgebruik. Bij de wegenprojecten wordt beperkt (hard)hout gebruikt. De wegenprojecten waar hout gebruikt is, zijn door de DWW aangegeven. Van de projecten die vallen onder de groepen waterbeheer, waterkeren en vaarwegen (in totaal 30 projecten) is systematisch bepaald welke projecten inmiddels gerealiseerd zijn en of hout gebruikt is. Van 14 projecten is een inschatting gemaakt dat het houtgebruik minimaal is of dat het project nog in een beginfase verkeerd, deze zijn verder niet meegenomen. Na contact met projectleiders van 6 projecten bleek dat ook binnen deze projecten geen hout gebruikt werd of de ontwerpfase nog niet afgerond en deze projecten zijn afgevallen voor dit onderzoek. Het project vaarweg Lemmer Delfzijl is een uitzondering. Dit project wordt gefinancierd door Rijkswaterstaat, maar uitgevoerd door Provincie Friesland en Groningen. De Provincie Friesland is benaderd en hun reactie is hieronder opgenomen. Uiteindelijk zijn 10 MIT projecten meegenomen in het onderzoek. In de overzichtstabel in deze bijlage zijn alle MIT-projecten weergegeven. Reactie van de Provincie Friesland De Provincie Friesland maakt de volgende opmerkingen naar aanleiding van de enquête: Wij zijn een provinciale waterstaat, voor een aantal vaarwegen (ca. 100 km) hebben wij een regeling met het rijk over de financiering van beheer en onderhoud (door het rijk). De rest (ruim 500 km) is in eigen beheer (en financiering). Tot ca pasten wij veel verduurzaamd naaldhout toe, m.n. in beschoeiingen. Voor steigers, geleide- en remmingwerken pasten wij basralocus en azobé toe. Voor de damwanden hebben wij een alternatief gevonden in staal en stortsteenoevers. Voor overige toepassingen gebruiken wij kunststof (hakorit) of staal of hout met FSCkeurmerk. Dit laatste is nog niet veel voorgekomen. Wel ligt het in de bedoeling dit meer voor te schrijven. Het beleid van de provincie Fryslân is ook gericht op het gebruik van tropisch hardhout (zonder keurmerk van duurzaamheid) te ontmoedigen. Over het algemeen praten we over hout met duurzaamheidsklasse I. Het kostenaspect is veelal de doorslaggevende factor. Daarbij moet de investering uiteraard wel worden afgezet tegen de levensduur. Wij zijn bezig alle mogelijkheden voor toepassing op een rijtje te zetten en willen daarmee een stukje beleid maken. De Provincie Friesland heeft de vragen niet ingevuld omdat er wat de provincie betreft veel niet direct van toepassing is. Dienstkringen Bijna alle natte dienstkringen zijn benaderd om mee te werken bij dit onderzoek. In deze bijlage is een overzicht opgenomen. Van de 21 natte dienstkringen hebben 9 dienstkringen een enquête ingevuld. 2 dienstkringen gaven aan dat bijna geen hout gebruikt werd binnen de dienstkring en dat een enquête invullen niet nuttig was. 3 Dienstkringen hebben de enquête niet geretourneerd. Uiteindelijk is van alle directies door één dienstkring een enquête ingevuld. De reactie van de directie Noordzee over het houtgebruik bij deze directie is hieronder weergegeven. Dienst Weg- en Waterbouwkunde / Gebruik van tropisch hardhout bij Rijkswaterstaat: legaal en duurzaam? bijlage 1/1

39 Directie Noordzee De directie Noordzee gebruikt geen hout als bedoeld wordt in het Greenpeace verhaal. Indien directie Noordzee hout zou gebruiken, dan is dat volgens de geldende voorschriften. Wat wel gebruikt wordt zijn kop en steekstaken. (populair gesteld markeer stokken / twijgen) van eiken en vurenhout. De staken komen van één leverancier die percelen huurt van Staatsbosbeheer en de kap en aanplanting regelt. Het betreft ca staken van ca. 7 meter. Deze worden hergebruikt en vervangen door nieuwe in geval van schadevaring en/of verlies. Dienst Weg- en Waterbouwkunde / Gebruik van tropisch hardhout bij Rijkswaterstaat: legaal en duurzaam? bijlage 1/2

40 BIJLAGE 2 Enquête Dienst Weg- en Waterbouwkunde / Gebruik van tropisch hardhout bij Rijkswaterstaat: legaal en duurzaam?

41 NoLogo DHV Ruimte en Mobiliteit BV MEMO Dossier Project Betreft : W : Inventarisatie houtgebruik binnen Rijkswaterstaat : Enquêteformulier Datum : 26 mei 2004 Enquêteformulier: Houtgebruik binnen Rijkswaterstaat Toelichting project De maatschappelijke druk op Rijkswaterstaat bij het gebruik van tropisch hardhout is in 2003 sterk toegenomen. Politiek is een voorkeur uitgesproken voor legaal, liefst duurzaam geproduceerd hout. Het voldoen aan dit beleid is nu de opgave waarvoor Rijkswaterstaat staat. Onbekend is evenwel in hoeverre legaal, duurzaam geproduceerd hout wordt toegepast in de werken van Rijkswaterstaat en in hoeverre dat geborgd is. Als eerste stap wil Rijkswaterstaat dan ook een onderzoek uitvoeren naar het huidige houtgebruik bij Rijkswaterstaat. De centrale vraag van dit onderzoek luidt: In welke mate maakt Rijkswaterstaat gebruik van tropisch hardhout, is dit hout legaal en duurzaam geproduceerd en op welke wijze is dat geborgd? De DWW afdeling Grondstoffen heeft DHV Ruimte en Mobiliteit de opdracht gegeven deze vraag nader uit te werken. Om deze vraag te kunnen beantwoorden, hebben we als eerste stap gerealiseerde projecten binnen Rijkswaterstaat geselecteerd waar hout is gebruikt. Als tweede stap benaderen we de projectleiders van de verschillende projecten door middel van een enquête om de gegevens van het houtgebruik binnen het project te verkrijgen. Tot slot verwerken wij in de derde stap de gegevens in een rapportage, zodanig dat een heldere weergave ontstaat van de stand van zaken en conclusies ten aanzien van gebruik van legaal en duurzaam geproduceerd hout binnen Rijkswaterstaat. Enquête Dit enquêteformulier maakt onderdeel uit van de tweede stap: het daadwerkelijk verzamelen van informatie. Uw project is geselecteerd en wij hebben u benaderd met de vraag om deze enquête in te vullen. Wij vragen u deze enquête in te vullen en terug te sturen naar Mariëlle Cats DHV Ruimte en Mobiliteit ( marielle.cats@dhv.nl of per post: postbus 1076, 3800 BB Amersfoort). Na het ontvangen van de ingevulde enquête zullen wij nog telefonisch contact opnemen om kort de enquête door te nemen en eventueel aanvullende vragen te stellen. Mocht u bij het invullen vragen hebben dan kunt u contact opnemen met Mariëlle Cats ( ). Alvast bedankt voor uw medewerking, met vriendelijke groeten, Machtelt Meijer DWW ( ) Jan Bart Jutte DHV ( ) Mariëlle Cats DHV ( ) DHV Ruimte en Mobiliteit BV maakt deel uit van de DHV Groep. Handelsregister Amersfoort nr Lid ONRI. Amersfoort, Arnhem, Breda, Den Haag, Diemen, Eindhoven, Groningen, Hengelo, Maastricht-Airport, Rotterdam, Westerhoven, Zaandam. Het kwaliteitssysteem van DHV Ruimte en Mobiliteit BV is gecertificeerd volgens NEN-EN-ISO 9001.

42 DHV Ruimte en Mobiliteit BV Deel 1: algemene gegevens project 1. Korte omschrijving van het project 2. Plaats en jaar uitvoering project 3. Omschrijving van de toepassing(en) van hout (damwand, steigers, remmingwerken, sluisdeuren, damwanden, beschoeiingen, geluidsschermen, etc.) Toepassing 1: Toepassing 2: Toepassing.. 4. Dimensies van de toepassing (Graag per toepassing een getal met de bijbehorende eenheid aangegeven: lengte, dikte, breedte, diameter., m2 of m3) Toepassing 1:. Toepassing 2:. Toepassing.. Aantal * eenheid 4. Toegepaste hoeveelheden hout per toepassing (uiteindelijk in m 3 gezaagd hout (meeste toepassingen) of m 3 rondhout (o.a. perkoenen en palen rondhout), eventueel tussenstap weergegeven: bv x palen met diameter y en lengte z) Toepassing 1:. m 3 gezaagd hout Toepassing 2:. m 3 gezaagd hout Toepassing.. 5. Toegepaste soort hout per toepassing ( hardhout: azobé, bangkirai, basralocus, e.d. Niet-tropisch hardhout: robinia, karri, jarrah, eiken, kastanje e.d. Naaldhout: douglas, grenen, lariks, vuren. e.d) N.B. aangeven of het hergebruikt hout is Toepassing 1: Toepassing 2: Toepassing.. 6. Hout toegepast met certificaat? Zo ja, welk certificaat (forest stewardship counsil - FSC certificaat, Stichting Keurhout-keur, Pan European Forest (PEFC) certifcate,..) Toepassing 1:. Toepassing 2:. Toepassing.. 26 mei

43 DHV Ruimte en Mobiliteit BV Deel 2: ontwerp en keuze toepassing houtsoort 1. Wat was de benodigde sterkteklasse van het hout? (bijvoorbeeld K70, K24, K21, K15, D70, D50, D40 volgens NEN 5498 of NEN-EN-1912) Toepassing 1:. Toepassing 2:. Toepassing.. 2. Wat was de benodigde duurzaamheidsklasse voor het hout? (I zeer duurzaam levensduur > 25 jaar, II duurzaam ld jaar, III matig duurzaam ld jaar, IV weinig duurzaam ld 5-10 jaar, V niet duurzaam ld < 5 jaar) Toepassing 1: Toepassing 2: Toepassing.. 3. Is en zo ja op welke manier, bij de afweging van de varianten voor het ontwerp specifiek gekeken naar toepassing van duurzaam geproduceerd hout? (kostenafweging duurzaaam/niet geproduceerd hout, inventarisatie mogelijk te leveren duurzaam geproduceerde houtsoorten, ervaringen bij andere projecten bekeken e.d. ) Ja/nee + toelichting 4a. Is bij het uiteindelijke ontwerp gekozen voor toepassing van duurzaam geproduceerd hout en wat was dit voor duurzaam geproduceerd hout? (forest stewardship counsil - FSC certificaat, Stichting Keurhoutkeur, Pan European Forest (PEFC) certifcate,..) Wat was de motivatie voor wel/niet toepassen? (te duur, niet goed leverbaar, qua tijdsplanning niet haalbaar, weerstand tegen duurzaam geproduceerd hout, onbekendheid met duurzaam geproduceerd hout, e.d.) Toepassing 1: ja met keurmerk /nee + motivatie Toepassing 2: : ja met keurmerk /nee + motivatie Toepassing.. 26 mei

44 DHV Ruimte en Mobiliteit BV 4b. Indien 4a ja is: hoe is in het bestek vastgelegd dat duurzaam geproduceerd hout gebruikt moet worden? (besteksteksten toevoegen, korte beschrijving wijze van vastleggen, knelpunten die hierbij speelden, e.d.) Toepassing 1:. Toepassing 2:. Toepassing.. 4c. Indien 4c ja is: hoe is in het bestek vastgelegd dat aangetoond moet worden dat duurzaam geproduceerd hout is toegepast? (besteksteksten toevoegen, korte beschrijving wijze van vastleggen, knelpunten die hierbij speelden, e.d.) Toepassing 1: Toepassing 2: Toepassing.. 26 mei

45 DHV Ruimte en Mobiliteit BV Deel 3: uitvoering en borging levering duurzaam geproduceerd hout Dit deel hoeft alleen ingevuld te worden indien duurzaam geproduceerd hout toegepast is (dus vraag 4a van deel 2 met ja beantwoord is) 1. Is bij de uitvoering uiteindelijk ook duurzaam geproduceerd hout zoals dat voorgeschreven was in het bestek toegepast? Indien nee, motivatie waarom. (problemen met levering, aannemer had beter alternatief etc.) Toepassing 1:. Toepassing 2:. Toepassing.. 2. Is het hout rechtstreeks door Rijkswaterstaat ingekocht of door een aannemer? Indien aannemer: hoe zijn de kosten in rekening gebracht? Met apart bedrag per hoeveelheid toegepast hout All-in prijs voor de aanleg. 3. Hoe is gecontroleerd dat inderdaad duurzaam hout geleverd is? (controle vrachtpapieren, controle stempel/stickers op hout, bijgeleverde certificaten, vermelding op factuur). 4. Is controle vastgelegd, zodat na afloop project te traceren is welk hout toegepast is? Zo ja, hoe is dat gebeurd? (beschrijving wijze van archivering) Zo nee, waarom niet? (argumenten) 26 mei

46 DHV Ruimte en Mobiliteit BV Deel 4: kosten 1. Wat zijn de uitvoeringskosten (directe en indirecte kosten) geweest voor de toepassingen van hout binnen het project? (bedrag in ) splitsen in 2 deelvragen 1a. Inkoop hout door RWS a. inkoop hout per geleverd aantal per eenheid b. aanlegkosten (exclusief aankoop hout) 1b. Inkoop hout door aannemer a. kosten hout per geleverd aantal per eenheid b. aanlegkosten (incl. aankop hout) 2. Hoe staan de genoemde kosten in verhouding tot de totale uitvoeringskosten voor het gehele project? Geef aan welke van de genoemde kosten vergeleken wordt! (inschatting in %) Toepassing 1: a.. Per geleverd aantal per eenheid b... aanlegkosten Toepassing 2:. a.. Per geleverd aantal per eenheid b... aanlegkosten Toepassing.. Toepassing 1:. % Toepassing 2:. % Toepassing.. 3. Indien duurzaam hout is gebruikt, kunt u een inschatting doen met hoeveel % de uitvoeringskosten voor de houten toepassingen zijn toegenomen? (inschatting toename van %) Toepassing 1:. % Toepassing 2:. % Toepassing.. 4.Indien geen duurzaam hout is gebruikt, maar het technisch wel mogelijk was geweest, kunt u een inschatting doen van de toename in uitvoeringskosten als wel duurzaaam hout was toegepast? (inschatting toename van %) Toepassing 1:. % Toepassing 2:. % Toepassing.. 26 mei

47 DHV Ruimte en Mobiliteit BV Deel 5: Algemene opmerkingen ten aanzien van duurzaam hout gebruik 1.Van welke van de volgende keurmerken kent u het bestaan? O FSC-keurmerk (forest stewardship counsil) O Keurhout-keur O PEFC-keurmerk (Pan European Forest) O Andere keurmerken: Hoe is het gebruik van duurzaam geproduceerd hout binnen uw onderdeel van Rijkswaterstaat geborgd? (kwaliteitszorgsysteem, milieuzorgsysteem, aanbestedingsbeleid, e.d.) 26 mei

48 DHV Ruimte en Mobiliteit BV 3. Heeft u opmerkingen/ideeën over het gebruik van duurzaam geproduceerd hout binnen uw project? 4. Heeft u opmerkingen/ideeën over het gebruik van duurzaam geproduceerd hout binnen Rijkswaterstaat in het algemeen? 26 mei

49 BIJLAGE 3 Samenvatting resultaten enquête Dienst Weg- en Waterbouwkunde / Gebruik van tropisch hardhout bij Rijkswaterstaat: legaal en duurzaam?

50

51 Hoeveelheid realisatie m3 Hoeveelheid ontwerp m3 Houtsoort Afweging Eis duurzame ontwerp/ productie bestek hout certificaat verslag nr. Jaartal realisatie Toepassing Houtcategorie Certificaat 01 A16/A59 knooppunt Zonzeel 1998 portalen 55 Larix Naaldhout geen Ja Ja Nee Hoeveelheid Hout met hout certificaat gebruikt 2004 Hoeveelheid tropisch hardhout A30 Geluidsschermen 2004 geluidsscherm 500 gemodificeerd Verduurzaamd naaldhout FSC Ja Ja Deels FSC 500 geluidsscherm 325 Larix Naaldhout geen A9 wegportalen 2002 portalen 100 Larix Naaldhout geen Ja Nee Nee Naviduct Enkhuizen 2003 wrijfhout (remmingwerk) 25 Azobé hardhout geen Ja Ja Deels hergebruikt Hergebruikt 100 Azobe (hergebruikt) hout n.v.t. 100 wrijfhout (remmingwerk) 14,4 Azobé hardhout geen 14,4 14,4 Hergebruikt 57,6 Azobe (hergebruikt) hout n.v.t. 57,6 05 Sluis Lith 2001 sluisdeur (aanslag) 5 azobé hardhout geen Nee Nee/ deels hergebruikt Deels hergebruikt wrijfhout (sluisdeur) 8 oregin pine Naaldhout geen wrijfhout (remmingwerk) 20 Basralocus (hergebruikt) Hergebruikt hout n.v.t. 06 Aquaduct Veluwemeer (Hardersluis) 2003 damwand 100 piquia Lekkanaal, verbreding 07 kanaalzijde/uitbreiding ligplaatsen 2001 wrijfhout (remmingwerk) 17,2 Azobé Zuid-Willemsvaart; Renovatie Lopend middendeel Klasse II ontwerp sluisdeur (deuren) 88 onb 09 Dijkversterkingen Flevoland 10 Dijkversterkingen Zeeland 11 Houtgebruik DK Waddengebied Groningen wrijfhout (remmingwerk) 20 Europees Eiken Niet tropisch hardhout geen hardhout FSC Ja Ja Ja hardhout geen Ja Ja Nee hardhout FSC Ja Ja n.v.t. nog ontwerp wrijfhout (sluisdeur) 10 onb hardhout FSC n.v.t. nog ontwerp 2004 hout (deels hout besteld damwand 27 Azobé hardhout Keurhout Ja Ja besteld) 2004 ontwerp geluidsscherm 6 Massarandu hardhout FSC 2004 ontwerp damwand 25 Azobé hardhout Keurhout lopend, deels realiseerd, hoeveelheid 2003 palen (teenschot) 353 onb hardhout FSC Ja Ja Ja 705,6 705,6 planken (teenschot) 120 onb hardhout FSC jaarlijks onderhoud palen (perkoenen) 286 divers naaldhout Naaldhout FSC Ja Ja Ja 572 eens in de 5 jaar steiger (loop- en leuningen) 3 onb hardhout FSC Ja Ja Ja Houtgebruik DK Rijn en Lek 2005 ontwerp palen (kribvakken) 177 onb Niet tropisch hardhout FSC Ja Ja n.v.t. in ontwerp (hout besteld) 13 Houtgebruik DK IJsslmeer Markermeer jaarlijks onderhoud divers waterbouwkundig (steigers, ducdalven, wrijfhout) onb divers hardhout geen Nee Nee Nee 14 Houtgebruik DK Amsterdam-Rijnkanaal 2003 damwand (beschoeiing) 12 Azobé hardhout geen Ja Nee Nee wrijfstijl (gording damwand) 16 Azobé hardhout geen Ja Nee Nee Houtgebruik DK Noordzeekanaal wrijfstijl (sluisdeur en 2004 aanslagen) 9 Angelim Vermelho hardhout FSC Ja Ja Deels FSC palen (steiger) 13,5 Basralocus hardhout geen 13,5 13, divers waterbouwkundig 12,5 Angelim Vermelho hardhout FSC 12,5 12, divers waterbouwkundig 12,5 Azobé hardhout geen 12,5 12, dekken (hele steiger) 32 Angelim Vermelho hardhout FSC Houtgebruik DK Haringvliet 2002 palen (steiger) 300 Basrolocus hardhout geen Ja Nee Nee dekken (steiger) 100 Azobé hardhout geen jaarlijks onderhoud wrijfstijl (remmingwerk) 5 Azobé hardhout geen Ja Nee Nee wrijfstijl (gording damwand) 19 Azobé hardhout geen Ja Nee Nee remmingwerk (verticale 17 Houtgebruik DK Schelde-Rijn 2000 gording) 42 Castanara/Abiurana hardhout FSC Ja Ja Ja Houtgebruik DK Waterwegen Noord- 18 Brabant 2004 sluisdeur 10 Kumaroe hardhout FSC Ja Ja Ja palen (remmingwerk) 18 Basralocus (hergebruikt) Hergebruikt hout n.v.t. Ja n.v.t. n.v.t. 36 wrijfstijl (geleiding 2004 remmingwerk) 7 Azobé hardhout Keurhout Ja Ja Ja Houtgebruik DK Maastricht-Maas wrijfhout (sluisdeur en aanslag 2004 en klossen) 20 Azobé hardhout geen Ja Nee Nee wrijfhout (sluisdeur en aanslag 2004 en klossen) 19 Eiken wrijfstijl 2003 (remmingwerk/geleidepalen) 22,5 Angelim Vermelho Niet tropisch hardhout 38 hardhout FSC Ja Ja Ja totale hoeveelheid totale hoeveelheid ,5 alleen het MIT alleen MIT per 2 jaar alleen de dienstkringen alleen dienstkringen per 2 jaar ,5 inschatting MIT + dienstkringen per jaar (DK maal 2) inschatting MIT + dienstkringen per jaar (DK maal 3) ,75 inschatting MIT + dienstkringen per jaar (DK maal 4) ,5

52 BIJLAGE 4 Besteksteksten Aquaduct Veluwemeer (Hardersluis) Omschreven dat FSC hout gebruikt moet worden. " Alleen duurzaam gewonnen hout mag worden toegepast. Dit dient te worden aangetoond middels een FSC- of Keurhoutkeurmerk. De aannemer moet bij levering het certificaat overleggen. Op dit document staat de naam van de importeur, het factuurnummer, de naam van de koper en het Skalnummer van de partij" Remmingwerk Lekkanaal ad 4b (besteksteksten): LEVEREN VAN DUURZAAM GEPRODUCEERD HOUT 01 Hout of uit hout vervaardigde producten, die 3 maanden voor de dag van aanbesteding leverbaar zijn met: - een certificaat van Forest Stewardship Council (FSC); - een Stichting Keurhout Keur. met inachtneming van het bepaalde in de volgende leden leveren met dit certificaat, c.q. keur. 02 Een certificaat of keur als genoemd in lid 01 wordt geacht te voldoen aan de minimum eisen van de Nederlandse regering waaraan keurmerken voor hout uit duurzaam beheerde bossen op de Nederlandse markt moeten voldoen, zoals vastgelegd in de notitie TRC 97/978 Houtcertificering en Duurzaam Bosbeheer van 12 maart Een afschrift van deze notitie is als Bijlage D bij dit bestek gevoegd. 03 Informatie over, alsmede een overzicht van gecertificeerde houtsoorten kan worden verkregen bij de Stichting Goed Hout!, Postbus 118, 3970 AC Driebergen; of Stichting Keurhout, Postbus 369, 1380 AJ Weesp. 04 Hout dat onder certificaat of keur als genoemd in lid 01 wordt geleverd moet vergezeld gaan met de leveringspapieren van de toeleverende houthandel. Op deze leveringspapieren dient ten minste te zijn vermeld: - de datum van levering; - de naam van de leverancier; - de houtsoort; - per houtsoort de hoeveelheid en afmetingen van het hout; - een vermelding dat het hout betreft met FSC certificaat, danwel Stichting Keurhout keur of rechten; - het nummer van het FSC certificaat, danwel het deelnemersnummer van Keurhout; - in geval van FSC certificaat: de naam van de certificerende instantie; - indien de partij hout met certificaat of keur is gemengd met hout dat niet hiervan voorzien is: een aanduiding hoe het gecertificeerde hout herkenbaar is. 05 De aannemer controleert de leveringspapieren. Nadat de aannemer heeft vastgesteld dat de leveringspapieren in orde zijn en in overeenstemming met de werkelijkheid, verstrekt hij een afschrift van de leveringspapieren aan de directie. 06 Hout dat onder certificaat of keur als genoemd in lid 01 wordt geleverd, wordt geacht te zijn goedgekeurd in de zin van deel 3 van dit bestek, indien het in lid 05 bedoelde afschrift van de leveringspapieren aan de directie is verstrekt en het hout door (of namens deze) de directie op het werk is geïnspecteerd. Dienst Weg- en Waterbouwkunde / Gebruik van tropisch hardhout bij Rijkswaterstaat: legaal en duurzaam? bijlage 4/1

53 HARDHOUT 01 Hardhout moet zijn: hardhout, levering conform van deel 3 van dit bestek. Het hout moet voldoen aan de eisen, gesteld in NPR 5493, , waarbij geldt: - toepassingscategorie II. - indien de aannemer een houtsoort kiest, niet genoemd in een van de tabellen van de NPR 5493, , zal in nader overleg met de directie de te hanteren tabel worden bepaald. Dienst Weg- en Waterbouwkunde / Gebruik van tropisch hardhout bij Rijkswaterstaat: legaal en duurzaam? bijlage 4/2

54