Aanvraag kalenderwijzigingen. Vriendschappelijke wedstrijden en tornooien. Nazicht identiteit van de spelers

Transcriptie

1 VADEMECUM Seizoen 2012/2013 Provinciale AV van Provincie Brabant

2 INHOUDSTAFEL Modaliteiten voor "stijgen en dalen" p 3-1 ste Provinciale - 2 de Provinciale - 3 de Provinciale - 4 de Provinciale Beker "Peugeot Cup" p 9 - Principes - Schikkingen - Reglement Beker van Brabant Dames Specifieke modaliteiten - Eerste B-ploegen - Veteranen - Jeugdreeksen - Beker van de U13 (Miniemen) Speeldagen 2012/ Peugeot Cup - Beker Dames - Eerste ploegen - Jeugd en reserven - Algemene afgelastingen Coca-Cola Cup 2012/2013 Aanvraag kalenderwijzigingen Vriendschappelijke wedstrijden en tornooien Nazicht identiteit van de spelers Leeftijdscategorieën p12 p12 p17 p17 p18 p18 p19 p22 2

3 MODALITEITEN VOOR STIJGEN EN DALEN ALGEMENE PRINCIPES Bijkomende stijgers : Tenzij anders vermeld, worden bijkomende stijgers aangeduid conform art van het bondsreglement. Een ploeg, die niet in aanmerking komt voor promotie (B-ploeg die niet mag stijgen bv.), wordt niet toegelaten tot een eindronde en hierin niet vervangen door een andere ploeg van de betrokken reeks. Bijkomende dalers : Er zijn geen eindrondes voor het bepalen van bijkomende dalers. Deze worden aangeduid volgens hun rangschikking in de eindstand van hun afdeling. Indien de afdeling uit meerdere reeksen bestaat, worden volgende criteria in acht genomen voor hun aanduiding tussen de ploegen die dezelfde plaats hebben behaald in de verschillende reeksen: - Het aantal behaalde punten; - het aantal gewonnen wedstrijden; - Het doelpuntensaldo (positief negatief); - Het grootste aantal doelpunten gescoord tijdens het kampioenschap; Indien echter in de betrokken reeksen het aantal deelnemende clubs niet gelijk is, worden deze vier criteria vermenigvuldigd met de volgende coëfficiënt : Aantal wedstrijden gespeeld in de reeks met het grootste aantal ploegen Aantal wedstrijden gespeeld in de betrokken reeks Decimale eenheden van minder dan vijf worden naar beneden afgerond en decimale eenheden van vijf of meer naar boven. Indien er uiteindelijk nog altijd gelijkheid blijft bestaan, wordt door het Provinciaal Comité overgegaan tot loting. Bijzonderheid : Indien een eerste B-ploeg, die geen sportieve daler is, daalt ten gevolge van een degradatie van de eerste A-ploeg, wordt ze vervangen door een bijkomende stijger. Niet voorziene gevallen : Over niet voorziene gevallen beslist het Provinciaal Comité van Brabant. 3

4 1 ste PROVINCIALE De eerste gerangschikte ploeg stijgt naar Bevordering. De tweede stijger wordt bepaald in de eindronde. De laatste twee in de rangschikking dalen naar 2 de Provinciale. Dit aantal wordt vermeerderd met het aantal Brabantse dalers uit Bevordering naar 1 ste Provinciale. Indien een stijgende club moet vervangen worden of een bijkomende stijger moet aangeduid worden, wordt uitsluitend rekening gehouden met de eindrangschikking van het kampioenschap en niet met dat van de eindronde. EINDRONDE voor aanduiding van de tweede stijger Deelnemer Het kampioenschap van de afdeling wordt in drie perioden van elk 10 wedstrijden ingedeeld. De kampioenen van de drie perioden betwisten de eindronde samen met de club die het beste gerangschikt is in de eindrangschikking van het kampioenschap en niet promoveert of periodekampioen is. Deze vier clubs zijn verplicht aan de eindronde deel te nemen. Wedstrijden die in aanmerking komen voor het winnen van een periode : De kalender wordt opgesteld zodanig dat de thuis en uitwedstrijden van elke club tijdens iedere periode evenwichtig verdeeld worden. De verhouding 6/4 mag niet overschreden worden. De wedstrijden die vastgelegd zijn voor een bepaalde periode blijven tot deze periode behoren welke ook de datum zij waarop zij gespeeld worden. Basisprincipes : Na iedere periode wordt een eindrangschikking opgemaakt. De club met het meest aantal punten is periodekampioen. Bij gelijk punten is het aantal gewonnen wedstrijden beslissend en daarna het verschil tussen de doelpunten voor en tegen. Mocht dit eveneens gelijk zijn, dan wordt zo vlug mogelijk een beslissende wedstrijd gespeeld op neutraal terrein, gevolgd door een strafschoppenserie indien nodig. Deze wedstrijd levert geen punten op voor het kampioenschap zelf. Een periodekampioen is eerste van de eindrangschikking : Indien de club, die in de eindrangschikking de eerste plaats behaalt en bijgevolg automatisch promoveert naar Bevordering, tevens periodekampioen is geweest, dan vervolledigt de best gerangschikte club in de eindrangschikking, die nog geen deelnemer is aan de eindronde, het aantal deelnemers. Indien de eerste in de eindrangschikking twee of driemaal periodekampioen is, moet hij twee of driemaal vervangen worden volgens hetzelfde principe. Een periodekampioen daalt naar 2 de Provinciale : Ingeval een periodekampioen naar 2 de Provinciale moet dalen, verliest hij het recht om deel te nemen aan de eindronde. Nummer twee uit te betrokken periode wordt dan als periodekampioen beschouwd. Is nummer twee al kampioen van een periode, wordt nummer drie uit die betrokken periode als periodekampioen beschouwd, enz. Dezelfde maatregel geldt indien meerdere periodekampioenen mochten dalen. 4

5 Organisatie van de eindronde De eindronde wordt zo vlug mogelijk gespeeld na het kampioenschap van 1 ste Provinciale en verloopt als volgt: - De vier clubs worden in twee reeksen van twee clubs geloot door het P.C. Brabant. - In elke reeks wordt een heen- en een terugwedstrijd gespeeld. Wordt reekswinnaar verklaard, de club die de meeste punten heeft behaald. Bij gelijk aantal punten is het doelpuntensaldo doorslaggevend. Mocht dit eveneens gelijk zijn, wordt de club die op de meest gunstige plaats eindigde in de eindrangschikking reekswinnaar verklaard. In dat geval tellen eerst het aantal bekomen punten, vervolgens het aantal gewonnen wedstrijden en ten slotte het doelpuntensaldo. - De twee reekswinnaars ontmoeten elkaar in thuis en uitwedstrijden. Wordt eindwinnaar en dus tweede stijger de ploeg die na deze wedstrijden de meeste punten heeft behaald. Bij gelijkheid van punten is het doelpuntensaldo doorslaggevend. Mocht dit eveneens gelijk zijn, spelen de twee elftallen twee verlengingen van vijftien minuten met kampwisseling na het eerste kwartier. Wanneer de stand na deze verlengingen nog steeds gelijk is, wordt de winnaar aangewezen door het nemen van strafschoppen, zoals voorzien in de Spelregels. Forfait Het art van het reglement van de K.B.V.B. is van toepassing. 2 de PROVINCIALE De eerste gerangschikte van elke reeks stijgt naar 1 ste Provinciale samen met de winnaar van de eindronde, gespeeld tussen de 9 periodekampioenen. De laatste twee van elke reeks dalen naar 3 de Provinciale. EINDRONDE tussen de negen periodekampioenen van 2 de aanduiding van de vierde stijger Provinciale voor Deelnemers Het kampioenschap van elke reeks wordt in drie perioden van elk 10 wedstrijden ingedeeld. De kampioenen van de drie perioden betwisten de eindronde Deze negen clubs zijn verplicht aan de eindronde deel te nemen. Wedstrijden die in aanmerking komen voor het winnen van een periode : De kalender wordt opgesteld zodanig dat de thuis en uitwedstrijden van elke club tijdens iedere periode evenwichtig verdeeld worden. De verhouding 6/4 mag niet overschreden worden. De wedstrijden die vastgelegd zijn voor een bepaalde periode blijven tot deze periode behoren welke ook de datum zij waarop zij gespeeld worden. Basisprincipes : Na iedere periode wordt een eindrangschikking opgemaakt. De club met het meest aantal punten is periodekampioen. Bij gelijk aantal punten, is het aantal gewonnen wedstrijden beslissend en daarna het verschil tussen de doelpunten voor en tegen. Indien het doelpuntensaldo eveneens gelijk is, zijn het grootste aantal gemaakte doelpunten doorslaggevend. 5

6 Mocht dit eveneens identiek zijn, dan wordt zo vlug mogelijk een beslissende wedstrijd gespeeld op neutraal terrein, gevolgd door een strafschoppenserie indien nodig. Deze wedstrijd levert geen punten op voor het kampioenschap zelf. Een periodekampioen is eerste van de eindrangschikking : Indien de club, die in de eindrangschikking de eerste plaats behaalt in zijn reeks en bijgevolg automatisch promoveert naar 1 ste Provinciale afdeling, tevens periodekampioen is geweest, dan vervolledigt de best gerangschikte club in de eindrangschikking van de betrokken reeks, die nog geen deelnemer is aan de eindronde, het aantal deelnemers. Indien de eerste in de eindrangschikking van de reeks twee of driemaal periodekampioen is, moet hij twee of driemaal vervangen worden volgens hetzelfde principe. Een periodekampioen daalt naar 3 de Provinciale : Ingeval een periodekampioen naar 3 de Provinciale moet dalen, verliest hij het recht om deel te nemen aan de eindronde. Nummer twee uit te betrokken periode wordt dan als periodekampioen beschouwd. Is nummer twee al kampioen van een periode, wordt nummer drie uit die betrokken periode als periodekampioen beschouwd, enz. Dezelfde maatregel geldt indien meerdere periodekampioenen mochten dalen. Organisatie van de nacompetitie De nacompetitie wordt zo vlug mogelijk gespeeld na het kampioenschap van 2 de Provinciale en verloopt als volgt: De negen clubs worden in drie poules van drie clubs geloot door het P.C. Brabant. Elke poule bestaat uit een ploeg van elke reeks. In elke poule spelen deze clubs een voorronde onder elkaar (wedstrijden bepaald door loting 1 x aan huis, 1 x op verplaatsing). Om de winnaar aan te duiden, spelen de drie winnaars een eindronde onder elkaar (wedstrijden bepaald door loting 1 x aan huis, 1 x op verplaatsing). Voor de rangschikking in de voorronde en in de eindronde wordt in volgorde rekening gehouden met: - Het aantal behaalde punten (drie punten voor een overwinning, een punt voor een gelijkspel); - Het aantal behaalde overwinningen; - Het doelpuntensaldo (positief negatief); - Het resultaat van de wedstrijd tussen de betrokken clubs (enkel geldig indien er een gelijkheid is tussen 2 clubs); - Het aantal doelpunten gescoord tijdens de eindronde; - Het aantal punten door de ploegen behaald in het kampioenschap van 2 de Provinciale; - Het aantal overwinningen behaald in het kampioenschap van 2 de Provinciale; - Het doelpuntensaldo (positief negatief) behaald in het kampioenschap van 2 de Provinciale; - Het aantal doelpunten gescoord tijdens het kampioenschap van 2 de Provinciale Forfait Het art van het reglement van de K.B.V.B. is van toepassing. 6

7 Bijkomende stijger(s) Indien er bijkomende stijgers zijn, worden deze aangeduid volgens de rangschikking in de eindronde. Bijkomende daler(s) Per Brabantse club uit Bevordering die daalt naar 1 ste provinciale, wordt een bijkomende daler aangeduid tussen de veertiende en eventueel tussen de dertiende geklasseerde ploegen van de drie reeksen, rekening houdend met de criteria vermeld in de algemene principes. 3 de PROVINCIALE De eerste gerangschikte van elke reeks stijgt naar 2 de Provinciale samen met de winnaar en de tweede van de eindronde, gespeeld tussen de tweede gerangschikte ploegen van elke reeks. De laatste twee van elke reeks dalen naar 4 de Provinciale EINDRONDE tussen de tweede gerangschikte ploegen van 3 de Provinciale De zes tweede gerangschikte ploegen van 3 de Provinciale spelen, na loting, onder de vorm van een kampioenschap zonder terugwedstrijden, een eindronde. De criteria voor de rangschikking in deze eindronde zijn in prioriteitsvolgorde de volgende: - Het aantal behaalde punten (drie punten voor een overwinning, een punt voor een gelijkspel); - Het aantal behaalde overwinningen; - Het doelpuntensaldo (positief negatief); - Het resultaat van de wedstrijd tussen de betrokken clubs (enkel geldig indien er een gelijkheid is tussen 2 clubs); - Het aantal doelpunten gescoord tijdens de eindronde; - Het aantal punten door de ploegen behaald in het kampioenschap van 2 de Provinciale; - Het aantal overwinningen behaald in het kampioenschap van 2 de Provinciale; - Het doelpuntensaldo (positief negatief) behaald in het kampioenschap van 2 de Provinciale; - Het aantal doelpunten gescoord tijdens het kampioenschap van 2 de Provinciale Forfait Het art van het reglement van de K.B.V.B. is van toepassing. Bijkomende stijger(s) Indien er bijkomende stijgers zijn, worden deze aangeduid volgens de rangschikking in de eindronde. Bijkomende daler(s) Per Brabantse club uit Bevordering die daalt naar 1 ste provinciale, wordt een bijkomende daler aangeduid tussen de veertiende en eventueel tussen de dertiende geklasseerde ploegen van de zes reeksen, rekening houdend met de criteria vermeld in de algemene principes. 7

8 4 de PROVINCIALE Veertien ploegen stijgen naar 3 de Provinciale: de negen eerste gerangschikte van elke reeks samen met de vijf beste ploegen, aangeduid tussen de tweede gerangschikte ploegen van elke reeks. AANDUIDING van de beste ploegen tussen de tweede gerangschikte ploegen in 4 de Provinciale Er worden geen eindrondes betwist. Volgende criteria worden in acht genomen voor de aanduiding van de beste ploegen tussen de ploegen die de tweede plaats hebben behaald in de eindstand van de verschillende reeksen: - Het aantal behaalde punten; - het aantal gewonnen wedstrijden; - Het doelpuntensaldo (positief negatief); - Het grootste aantal doelpunten gescoord tijdens het kampioenschap; Indien echter in de betrokken reeksen het aantal deelnemende clubs niet gelijk is, worden deze vier criteria vermenigvuldigd met de volgende coëfficiënt : Aantal wedstrijden gespeeld in de reeks met het grootste aantal ploegen Aantal wedstrijden gespeeld in de betrokken reeks Decimale eenheden van minder dan vijf worden naar beneden afgerond en decimale eenheden van vijf of meer naar boven. Indien er uiteindelijk nog altijd gelijkheid blijft bestaan, wordt door het Provinciaal Comité overgegaan tot loting. Bijzonderheid Indien een eerste B-ploeg, die tweede gerangschikt is, niet mag stijgen ingevolge het feit dat haar eerste A-ploeg het volgende seizoen in derde provinciale zal uitkomen, wordt ze niet vervangen door een andere club van haar reeks. Bijkomende stijger(s) Bijkomende stijgers worden op dezelfde manier aangeduid, namelijk door vergelijking van de eindrangschikking in de verschillende reeksen zoals hierboven uiteengezet. Forfait Het art van het bondsreglement is van toepassing. 8

9 BEKER PEUGEOT CUP MODALITEITEN EN REGLEMENT PRINCIPES 1. Verplichte deelname van alle clubs uit 4 de, 3 de, 2 de en 1 ste Provinciale, behalve de eerste B-ploegen, die slechts deelnemen indien ze zich inschrijven. 2. Competitieformule: elke ploeg speelt vier wedstrijden in de maand augustus, twee thuis en twee op verplaatsing, met een reeks van vijf strafschoppen na elke wedstrijd. 3. Na het inleidend stadium betwisten de eerste vier gerangschikte ploegen van elke reeks (= 32 ploegen) de verdere bekercompetitie. Na loting door het Provinciaal Comité van Brabant wordt er verder gebekerd op de eerste vrije speeldag, met rechtstreekse uitschakeling. SCHIKKINGEN 1. De ploegen van de 1 ste en 2 de Provinciale worden, na loting door het Provinciaal Comité van Brabant, in twee reeksen ingedeeld (2x 32 ploegen). 2. De ploegen van de 3 de en 4 de Provinciale worden door het Provinciaal Comité van Brabant onderverdeeld in zes gewestelijke reeksen. Elke reeks moet een paar aantal ploegen bevatten. 3. Indien het aantal ploegen van 3 de en 4 de Provinciale geen paar aantal zou zijn, wordt de laatst aangesloten club bij de K.B.V.B. automatisch geweigerd tot deelname. 4. Na de voorziene vier wedstrijden, gespeeld in de maand augustus, wordt er in elke reeks een rangschikking opgemaakt, in volgorde van belangrijkheid, rekening houdend met : a) het aantal behaalde punten; b) het aantal gewonnen wedstrijden; c) het doelpuntensaldo (gescoorde min geïncasseerde doelpunten); d) het grootste aantal gescoorde doelpunten; e) het kleinste aantal geïncasseerde doelpunten; f) het meest aantal doelpunten gescoord op verplaatsing; g) het minst aantal doelpunten geïncasseerd op verplaatsing; h) het grootste aantal gescoorde penalty s na de 4 wedstrijden; i) de loting door het Provinciaal Comité van Brabant. REGLEMENT Art. 1. De Peugeot Cup wordt begiftigd met een beker aangeboden door de Liga der Lagere Afdelingen van Brabant. 9

10 Art. 2. De ploegen die hebben deelgenomen aan de finale, evenals de scheidsrechter en de assistent-scheidsrechters die de finale hebben geleid, ontvangen medailles. Art. 3. Het Provinciaal Comité heeft tot taak: a) de kalender van de wedstrijden op te maken b) over te gaan tot de loting om de tegenstanders en de terreinen aan te duiden de wedstrijd dient gespeeld op het terrein van de 1 ste aangeduide club door de loting c) zich uit te spreken over elk geschil of scheidsrechtersverslag betreffende de uitslag van de wedstrijd Art. 4. Voor iedere forfait worden de drie punten van de wedstrijd en vijf doelpunten aan de rechthebbende club toegekend, evenals een vergoeding van 125,00. Art. 5. Indien een club een wedstrijd moet spelen in het kader van de Beker van België, zal de voorziene wedstrijd van de Provinciale Beker de daaropvolgende woensdag gespeeld worden om 19u00. Een vriendenwedstrijd mag niet worden verboden onder voorwendsel dat hij een bekerwedstrijd concurrentie aandoet. Art. 6. In het inleidend stadium is er geen verdeling van ontvangsten. Vanaf de 16 de finale wordt de bruto-ontvangst van een wedstrijd in gelijke delen verdeeld tussen de twee tegenstrevers. De bezochte club draagt de verzekeringskosten, de organisatiekosten, de bondsbelasting en de eventuele gemeentetaks, terwijl de bezoekende club haar verplaatsingskosten draagt. De vergoedingen van de scheidsrechters en assistent-scheidsrechters, de verplaatsingskosten, die ten laste van de bond vallen uitgezonderd, worden voor de helft gedragen door beide clubs. Art. 7. De wachttijd, opgelegd door het reglement voor het deelnemen aan de kampioenschappen, wordt niet geëist van de spelers voor het deelnemen aan bekerwedstrijden. De spelers moeten echter voldoen aan de andere kwalificatievoorwaarden. De vier op het wedstrijdblad vermelde wisselspelers mogen als vervangers aan het spel deelnemen. Art. 8. De scheidsrechtersbladen moeten, op straffe van boete van 3,00 tot 7,50 naargelang de vertraging, op de dag zelf van de wedstrijd verstuurd worden naar het PROVINCIAAL COMITE, Marathonlaan 129 te 1020 Brussel Art. 9. Wanneer, vanaf de zestiende finale, een wedstrijd onbeslist eindigt, zal de winnaar aangeduid worden door middel van een strafschoppenserie zoals voorzien bij de Spelregels. 10

11 Art. 10. De datum en de plaats van de finale worden door het Provinciaal Comité vastgesteld. Elke club zal vijf toegangskaarten voor de finale moeten kopen. De rekening courant van de club zal automatisch gedebiteerd worden met het verschuldigde bedrag. Art. 11. Iedere klacht moet onder aangetekende omslag naar het ALGEMEEN SECRETARIAAT van de KBVB, Houba de Strooperlaan, 145 bus 1 te 1020 Brussel, worden verstuurd, ten laatste de tweede kalenderdag, die volgt op de betrokken wedstrijd. De datum van de post is rechtsgeldig. Art. 12. Indien een klacht betreffende een vergissing welke door de scheidsrechter wordt begaan bij het toepassen van de spelwetten gegrond wordt erkend en het bevoegd comité de mening toegedaan is dat de gezegde vergissing de uitslag van de wedstrijd heeft beïnvloed, zal deze wedstrijd beschouwd worden als geëindigd op een gelijk spel. In dat geval zal de winnaar door loting worden aangeduid. Art. 13. Indien een klacht betreffende feiten van sportieve aard of kwalificatie van spelers gegrond wordt bevonden en de uitslag van de wedstrijd wordt gewijzigd, wordt in het inleidend stadium de rangschikking aangepast en vanaf de zestiende finales de in het ongelijk gestelde club bij de volgende ronde vervangen door de club die het pleit won. Het Provinciaal Comité kan de schuldige club een boete opleggen in verhouding met de ontvangsten tijdens de Bekercompetitie verwezenlijkt vanaf de eerste onregelmatig gevonden wedstrijd tot de laatste wedstrijd die zij heeft betwist. De club die het pleit won, wordt eveneens als winnaar van de wedstrijd beschouwd wat de verdeling van de ontvangsten betreft. Art. 14. Er kan geen Hoger beroep aangetekend worden tegen de beslissingen van het Provinciaal Comité, genomen in het kader van de Beker van Brabant. Art. 15. De scheidsrechters worden aangeduid door de Provinciale Scheidsrechterscommissie van Brabant. Art. 16. De gekwalificeerde clubs voor de Beker van België worden aangeduid door het Provinciaal Comité na de wedstrijden van de 8 ste finale rekening houdend met de behaalde bekeruitslagen en met het feit dat de Brabantse clubs die op het einde van het seizoen dalen uit Bevorderingen van ambtswege in aanmerking komen voor deelneming. De clubs zijn evenwel verplicht, conform artikel 1604 van het bondsreglement, uiterlijk op 1 juni hun deelname te bevestigen aan het Provinciaal Comité. Ingeval van ex aequo, is de club met de grootste sportactiviteit gedurende het lopend seizoen gekwalificeerd. Is er nog steeds een gelijke stand, dan wordt de plaats toegewezen aan de club met de hoogste anciënniteit. 11

12 BEKER VAN BRABANT - DAMES Alle provinciaal spelende damesclubs en damessecties, die geen B, C of D-ploeg zijn, mogen zich inschrijven in de Provinciale Beker. De vier op het wedstrijdblad vermelde wisselspeelsters als vervangsters aan het spel deelnemen. SPECIFIEKE MODALITEITEN EERSTE MANNELIJKE B-PLOEGEN INSCHRIJVINGEN EN VERBINTENISSEN VAN DE CLUBS Onverminderd de bepalingen van artikel betreffende de clubs van hogere afdelingen, mag een provinciaal spelende club in de kampioenschappen met klimmen en dalen een eerste ploeg A inschrijven. Deze clubs mogen eveneens een eerste ploeg B inschrijven indien tenminste vier van haar ploegen van verschillende leeftijdscategorieën de competities van het voorgaande seizoen hebben beëindigd. De eerste B-ploeg van een club moet aantreden in een lagere afdeling dan die van de eerste A-ploeg, behalve wanneer deze laatste in de laagste provinciale afdeling speelt. In dat geval speelt de B-ploeg in een andere reeks. Wanneer de A-ploeg zakt naar de afdeling waarin de B-ploeg aantreedt, wordt deze laatste ipso facto verwezen naar de onmiddellijk lagere afdeling, behalve waanneer de A-ploeg naar de laagste provinciale afdeling zakt, in welk geval de B-ploeg in een andere reeks moet aantreden. KWALIFICATIE SPELERS Een club mag op het wedstrijdblad van een officiële wedstrijd van de eerste B-ploeg maximum drie spelers inschrijven die op het wedstrijdblad stonden van één der laatste vier officiële wedstrijden van de A-ploeg. ALGEMEEN FORFAIT 1. Algemeen forfait van beide eerste ploegen In geval van algemeen forfait door beide ploegen in een club met twee eerste ploegen, zijn de bepalingen van artikel van toepassing bij het verlaten van de inactiviteit. Bovendien mag deze club geen eerste B-ploeg inschrijven, in het seizoen volgend op het algemeen forfait. 12

13 2. Algemeen forfait van de eerste A-ploeg Wanneer een club met twee ingeschreven eerste ploegen algemeen forfait geeft voor haar A-ploeg, dan wordt deze behouden en wordt het gezegde forfait opgelegd aan de B-ploeg. 3. Algemeen forfait van de eerste B-ploeg Een club met twee ingeschreven eerste ploegen die algemeen forfait geeft met haar B-ploeg mag het daaropvolgende seizoen geen B-ploeg opstellen. 4. Ambtshalve opgelegd algemeen forfait Een club die drie keer achtereenvolgens of vijf keer in de loop van het seizoen forfait verklaart voor haar eerste ploeg (A of B, naargelang het geval), wordt beschouwd als hebbende algemeen forfait gegeven voor de betrokken ploeg. AANTAL SCHEIDSRECHTERS VERPLICHTINGEN Elke club moet tussen haar toegewezen aangeslotenen : - minstens één actieve scheidsrechter tellen per volledige of onvolledige schijf van drie ploegen, opgesteld in de kampioenschappen voor dewelke de aanduiding van scheidsrechters voorzien is, zonder rekening te houden met de mannelijke eerste B- ploeg, en - bijkomend één actieve scheidsrechter tellen per mannelijke eerste B-ploeg. GELE EN RODE KAARTEN DRAAGWIJDTE VAN DE SCHORSINGEN. Schorsingsdag - Regel Kampioenschappen van eerste mannelijke A en B-ploegen in alle afdelingen. De schorsing slaat op de eerste wedstrijd, naar gelang het geval te spelen door de eerste A-ploeg of de eerste B-ploeg van de club waarvoor de speler speelgerechtigd is, volgend op de speeldag van het kampioenschap tijdens dewelke de speler de derde gele kaart heeft gekregen of twee gele kaarten in de loop van eenzelfde wedstrijd. Het moet gaan om gele kaarten die werden betekend, afzonderlijk, tijdens een wedstrijd van de eerste A-ploeg of de eerste B-ploeg. De schorsing belet de speler in om het even welke kampioenschapwedstrijd van zijn club te spelen tijdens dezelfde speeldag. VETERANEN Reeks uitsluitend voorbehouden aan de spelers die op 1 januari die het begin van het seizoen voorafgaat de leeftijd van 35 jaar hebben bereikt mag aangevuld worden met maximum twee spelers die op 1 januari die het begin van het seizoen voorafgaat de leeftijd van 32 jaar hebben bereikt. Voor het overige, is de reglementering voor Reserven van toepassing. 13

14 JEUGDREEKSEN Inschrijving en indeling der ploegen Nationale reeksen In de categorieën U10, U9 en U8 wordt een Nationale reeks gemaakt met de Brabantse clubs die het label NATIONAAL of hoger hebben behaald. Provinciale reeksen 1) Provinciale reeksen A en B Inschrijving De clubs die aan de jeugdreeksen PROVINCIAAL A en B wensen deel te nemen moeten zich inschrijven in de kampioenschappen van de leeftijdscategorieën U21, U17, U15, U13, U12, U11, U10, U9 en U8. De competitie wordt als volgt gespeeld Thuisspelend weekend A : U21, U15, U13, U12, U11 en U10. Thuisspelend weekend B : U17, U9 en U8. Opmaken van de reeksen De clubs die de label PROVINCIAAL behalen en die zich hiervoor inschrijven, moeten opgenomen worden in deze reeksen. De clubs, die de label NATIONAAL behalen, moeten opgenomen worden in deze reeksen, indien zij niet kunnen deelnemen aan de Nationale competitie omdat ze in bovental zijn. Indien nodig worden de reeksen aangevuld (tot maximaal 16 clubs per reeks), in volgorde met : 1. de 2de ploegen van clubs met label ELITE die zich inschrijven; 2. de 2de ploegen van clubs met label NATIONAAL die zich inschrijven; 3. de clubs die de PROVINCIALE label of hoger aanvroegen en slechts het label GEWESTELIJK bekwamen (indien nodig wordt rekening gehouden met de behaalde punten); 4. de clubs met label GEWESTELIJK die zich inschrijven en het hoogst scoren in het puntensysteem van de provincie Brabant. De indeling in reeksen van maximaal 16 clubs geschiedt op basis van de geografische ligging van de clubs. Waar nodig, spelen de winnaars van de reeksen een onderling duel of competitie, georganiseerd door het PC Brabant, om de provinciale kampioenen aan te duiden. 2) Semiprovinciale reeksen C en D Inschrijving De clubs die aan de jeugdreeksen SEMIPROVINCIAAL C en D wensen deel te nemen moeten zich inschrijven in de kampioenschappen van de leeftijdscategorieën U21, U17, U15, U13, U11 en U9. 14

15 De competitie wordt als volgt gespeeld Al de bovenvermelde ploegen spelen hetzelfde weekend samen thuis en samen uit. Dit is mogelijk zowel op zaterdag of zondag, als op beide dagen. Opmaken van de reeksen De clubs die de label PROVINCIAAL behalen en die zich hiervoor inschrijven, moeten opgenomen worden in deze reeksen. De clubs die de label ELITE of NATIONAAL behalen, moeten eveneens opgenomen worden in deze reeksen, indien zij zich inschrijven met hun 2 de ploegen. Het vervolledigen tot reeksen van maximaal 16 clubs gebeurt door nadien in volgorde rekening te houden met : 1. de clubs die de PROVINCIALE label of hoger aanvroegen en slechts het label GEWESTELIJK bekwamen; 2. de clubs met label GEWESTELIJK die zich inschrijven en het hoogst scoren in het puntensysteem van de provincie Brabant. De indeling in de reeksen gebeurt op basis van de geografische ligging van de clubs. Gewestelijke reeksen De clubs die zich inschrijven worden in reeksen van maximaal 16 ploegen ingedeeld. In de mate van het mogelijke wordt rekening gehouden met de geografische ligging van de clubs. Puntensysteem De toekenning van de punten voor de clubs met een GEWESTELIJKE label gebeurt als volgt: Iedere jeugdploeg, uitkomend in een reeks met klassering, die het kampioenschap beëindigd heeft, geeft aan haar club een aantal punten dat omgekeerd evenredig is met haar rangschikking op het einde van dit kampioenschap. Een ploeg die eerste eindigt in een reeks met 16 ploegen, behaalt 16 punten, de tweede 15 punten, enz. In geval van gelijke punten, is de anciënniteit van de club doorslaggevend. Algemeen forfait Een algemeen forfait van een ploeg in één van de Provinciale reeksen A - B of de Provinciale reeksen C - D heeft onherroepelijk de niet-deelneming van de club aan bewuste competities het volgende seizoen tot gevolg. Afwijkingen In de verschillende leeftijdscategorieën U21, U17, U16, U15, U14, U13, U12, U11, U10, U9, U8, U7 en U6 mogen geen oudere spelers dan bepaald door artikel 1009 van het bondsreglement opgesteld worden, tenzij ze om medische redenen een afwijking bekwamen van het Uitvoerend Comité. De speler verliest deze toelating op definitieve wijze vanaf het moment dat hij ingeschreven wordt op het wedstrijdblad van een officiële wedstrijd van zijn eigen leeftijdscategorie en is hierdoor niet meer gekwalificeerd in de afwijkende categorie. 15

16 Onvoorziene gevallen Onvoorziene gevallen worden behandeld door het PC Brabant, dat een beslissing neemt zonder dat hoger beroep kan aangetekend worden. BEKER VAN DE PROVINCIES BRABANT VOOR U13 (MINIEMEN) De vier verstandhoudingen van de sportieve provincie Brabant organiseren een competitie ten einde hun vertegenwoordiger voor de finales aan te duiden Elke verstandhouding is vrij zijn competitie te organiseren zoals zij dit wenst voor zover ze plaatsvindt conform de reglementen van het bondsreglement, o.a. wat betreft de reglementering van de klasseverlaging. De volgende principes gelden: De Beker van de provincies Brabant voor U13 is een provinciale competitie. Bij gelijke stand, wordt de winnaar aangeduid door een strafschoppenserie, zoals voorzien bij artikel 1305 van het Bondsreglement en de Spelwetten van de FIFA. Elke klacht moet binnen de 48 uren conform het bondsreglement ingediend worden. Alleen het Provinciaal comité is bevoegd inzake elk geschil, ambtshalve onderzoek, disciplinair dossier of niet bij huidig reglement voorzien geval. Deze beslissingen van het comité zijn niet vatbaar voor beroep. ½ finales en finale De 1/2 finales worden gespeeld in heen- en terugwedstrijden, beginnend volgens het volgende schema: VLANOB/NWMB en BRABANT WALLON/BRUSSEL, de pare jaren NWMB/VLANOB en BRUSSEL/BRABANT WALLON, de onpare jaren. De winnaars van de halve finales worden aangeduid na de terugwedstrijd in volgorde rekening houdend met volgende principes: 1. het aantal gewonnen punten; 2. het doelpuntensaldo (gemaakt min gekregen); 3. het grootste aantal gemaakt doelpunten; 4. uiteindelijk, door het trappen van strafschoppen. De finale wordt georganiseerd door het PC Brabant. 16

17 SPEELDAGEN : PEUGEOTCUP (AUGUSTUS) BEKER DAMES (AUGUSTUS) EERSTE PLOEGEN Begin competitie : JEUGD EN RESERVEN 09 / 16 / 23 / 30 september / 14 / 21 / 28 oktober / 11 / 18 / 25 november / 09 / 16 december / 20 / 27 januari / 10 / 17 / 24 februari / 10 / 17 / 24 maart / 14 / 21 / 28 april 2013 ALGEMENE AFGELASTINGEN Indien beslist wordt tot algemene afgelasting van jeugdwedstrijden of reserven, worden deze niet herspeeld. De uitslagen van de wedstrijden behorende tot bewuste speeldag en die al voordien werden gespeeld, worden van ambtswege geannuleerd. COCA-COLA CUP Gelieve te noteren dat de U8 van ambtswege ingeschreven worden voor de COCA-COLA CUP, die zal plaatsvinden op zaterdag 1 september (KFC. Eppegem ). Wie niet wenst deel te nemen is verplicht dit tijdig aan het Provinciaal Comité te melden. 17

18 AANVRAAG KALENDERWIJZIGINGEN De clubs worden verzocht bij iedere kalenderwijziging zowel voor Beker als Kampioenschap het daartoe bestemde programma van E-kickoff te gebruiken. Behoudens de speciale gevallen bepaald in de artikels 1516 tot 1520, moet iedere aanvraag, die ertoe strekt datum of uur van een wedstrijd in de kalender vastgelegd te wijzigen, minstens veertien kalenderdagen op voorhand gericht worden aan het Provinciaal Comité, met het schriftelijke akkoord van de tegenstrever. De betrokken instantie beslist, met inachtneming der noodwendigheden van de kalender, over het te geven gevolg. Eerste ploegen: De laatste twee speeldagen van het kampioenschap mogen niet gewijzigd worden. Jeugd- en reservenelftallen: De weekends die het kampioenschap volgen zijn uitsluitend voorbehouden voor de eventuele individuele afgelastingen. De wedstrijden die op de voorziene datum niet kunnen gespeeld worden, zullen in de week moeten gepland worden. Onvoorziene omstandigheden : Neem steeds contact met de Provinciale Secretaris. VRIENDSCHAPPELIJKE WEDSTRIJDEN EN TORNOOIEN De aanvragen voor vriendschappelijke wedstrijden en tornooien moeten via E-kickoff ingediend worden bij het Provinciaal Comité voor de clubs die uitkomen in de provinciale competities en bij het Sportcomité voor de clubs die in de nationale competities spelen. Gelieve duidelijk te vermelden aan te duiden scheidsrechters of eigen scheidsrechters. Indien er aan tornooien clubs deelnemen van twee of meer verschillende buitenlandse bonden, gelieve dan de juiste formulieren reglementen voor internationale tornooien aan te vragen bij de K.B.V.B. In dit geval dient de aanvraag te gebeuren in tweevoud. Het aantal wedstrijden per categorie moet aangeduid worden op de aanvraag van het tornooi. 18

19 NAZICHT IDENTITEIT VAN DE SPELERS (Art van het bondsreglement) 1. Principes 11. Elke speler die deelneemt aan een officiële wedstrijd dient een officieel identiteitsbewijs of een spelerslicentie voor te leggen. 12. Om te mogen deelnemen aan officiële wedstrijden van de eerste ploeg, dient elke speler van het Betaald Voetbal en elke contractspeler, die geen onderdaan is van een land van de Europese Economische Ruimte (E.E.R.) in gelijk welke afdeling, een door de KBVB afgeleverde spelerslicentie te bezitten. Indien hij een licentie bezit maar deze niet kan voorleggen, moet de speler een officieel identiteitsbewijs voorleggen. 13. Indien een speler geen licentie of officieel identiteitsbewijs kan voorleggen, al naargelang, moet de scheidsrechter deze tekortkoming op het wedstrijdblad vermelden. 14. De speler, die geen officieel identiteitsbewijs of geen spelerslicentie kan voorleggen, is niet gekwalificeerd om deel te nemen aan een officiële wedstrijd. 2. Modaliteiten 21. Officiële identiteitsbewijzen Mogen geldig als officieel identiteitsbewijs worden voorgelegd: - elk document met foto afgeleverd door een officiële administratie; - een vervangdocument met foto, afgeleverd door de plaatselijke politiediensten ingeval van verlies of diefstal van de gemeentelijke identiteitskaart of elk ander officieel document; - elk document met foto, erkend en afgeleverd door de KBVB. Opgelet : De Primo-kaart en de vroegere bondsidentiteitskaarten zijn niet meer geldig. 22. Verkrijging en geldigheid van de spelerslicentie 221. De spelerslicentie wordt verkregen bij de Directeur-generaal door het inzenden van het daartoe bestemde document, vergezeld van een pasfoto, met de identiteit van de speler op de keerzijde. Voor de contractspeler die geen onderdaan is van een land van de Europese Economische Ruimte (E.E.R.) moet bovendien worden toegevoegd hetzij een kopie van de arbeidskaart hetzij de officiële mededeling, waardoor de bevoegde overheid aankondigt dat een arbeidsvergunning is toegestaan. In dit laatste geval, dient kopie van de arbeidskaart binnen de maand, volgend op de aflevering van de spelerslicentie, te worden overgemaakt aan de KBVB Een licentieaanvraag per fax wordt als geldig beschouwd, indien ze de eerstvolgende werkdag per aangetekende postzending, vergezeld van een foto, bevestigd wordt. 19

20 223. Een speler wordt beschouwd titularis te zijn van een spelerslicentie vanaf de datum van de aanvraag aan de Directeur-generaal voor zover hij in de voorwaarden is om deze licentie te verkrijgen Indien de speler niet wordt beschouwd als zijnde opgeleid door een Belgische club, wordt deze situatie aangeduid door middel van een bepaalde code op zijn licentie. 23. Nazicht van de identiteit van de spelers, de trainers en personen die een officiële functie uitoefenen ter gelegenheid van de wedstrijden 231. Vóór elke wedstrijd moet de scheidsrechter de identiteit controleren van alle spelers, trainers en personen die een officiële functie uitoefenen, van wie de naam op het wedstrijdblad voorkomt. Deze controle geschiedt in tegenwoordigheid van de betrokkenen en van de officiële afgevaardigde van beide ploegen. Desgevallend kan de scheidsrechter beslissen het nazicht tijdens de rust of na de wedstrijd te doen, maar vóór ondertekening van het wedstrijdblad door de betrokken partijen De speler die een medische afwijking geniet, dient hiertoe een attest afgeleverd door de KBVB aan de scheidsrechter voor te leggen tijdens het nazicht van de identiteit. Indien dit attest niet wordt voorgelegd, is hij niet gekwalificeerd om deel te nemen aan de wedstrijd. Indien hij toch deelneemt, zijn de schikkingen van punt 242 hieronder van toepassing. 24. Ontbreken van een officieel identiteitsbewijs - Straffen 241. Elke speler, die geen spelerslicentie kan voorleggen, moet een officieel identiteitsbewijs voorleggen om gekwalificeerd te zijn Indien de speler er toch aan deelneemt, wordt hem ambtshalve een boete opgelegd van 4,00, die wordt teruggebracht op 2,00 in de jeugdkampioenschappen. Daarnaast legt de bevoegde bondsinstantie de sancties op voorzien voor het opstellen van niet-gekwalificeerde spelers, uitgezonderd de boetes Ieder persoon die een officiële functie of de functie van oefenmeester uitoefent waarvan de identiteit op het wedstrijdblad voorkomt, die geen officieel identiteitsbewijs kan voorleggen, zal door de scheidsrechter de toegang tot de neutrale/technische zone worden ontzegd, behalve wanneer deze persoon terreinafgevaardigde is. In dit laatste geval zal, wanneer de terreinafgevaardigde geen geldig identiteitsdocument kan voorleggen vooraleer het wedstrijdblad door beide partijen wordt ondertekend, de scheidsrechter deze tekortkoming vermelden op voormeld blad en een boete van 25,00 zal ambtshalve worden opgelegd aan de in gebreke zijnde partij door de bevoegde bondsinstantie. De identiteit van de andere personen, die volgens de hierboven vermelde bepalingen niet mogen plaatsnemen in de neutrale/technische zone, wordt geschrapt op het wedstrijdblad door de scheidsrechter. 25. Ontbreken van de spelerslicentie - Straffen 251. De speler, die een spelerslicentie moet bezitten en deze niet kan voorleggen, wordt bestraft met een boete van 40,00. 20

21 252. Indien de speler daarenboven geen officieel identiteitsbewijs kan voorleggen zoals voorzien in punt 12 hierboven, is hij niet gekwalificeerd om aan de wedstrijd deel te nemen. Indien hij er toch aan deelneemt, legt de bevoegde bondsinstantie de sancties op voorzien voor het opstellen van niet-gekwalificeerde spelers, uitgezonderd de boetes Indien de speler een officieel identiteitsbewijs heeft voorgelegd, wordt ambtshalve een onderzoek naar de kwalificatie van de speler ingesteld. Indien de speler niet beschouwd kan worden als zijnde in het bezit van een licentie, worden de sancties voorzien voor het opstellen van niet-gekwalificeerde spelers toegepast door de bevoegde bondsinstantie. BIJ TWIJFEL OVER HET VOORGELEGDE IDENTITEITSBEWIJS : Rekening houdend met de uitgebreide waaier van documenten die kunnen worden voorgelegd, kruist de scheidsrechter het voorziene vakje aan en brengt hij de nodige vermeldingen aan op het wedstrijdblad bij twijfel over de geldigheid van een voorgelegd document. Via de procedure der minnelijke schikkingen krijgt de club de mogelijkheid haar argumenten uiteen te zetten voor het bevoegde comité vooraleer de sanctie van het puntenverlies wordt uitgesproken. Administratieve aanbevelingen bij afwezigheid van een officieel identiteitsbewijs van de speler: Om een zo groot mogelijk rechtszekerheid te verlenen aan de vaststelling door de scheidsrechter (die zich onopzettelijk van lijn of vakje kan vergissen) en rekening houdende met de ernstige gevolgen (verlies van de wedstrijd), wordt de scheidsrechter verzocht zowel het vakje ad hoc naast de naam van de speler aan te kruisen als in het vak «opmerkingen» van het wedstrijdblad te vermelden : club X naam speler zonder identiteitsbewijs (of speler met betwist identiteitsbewijs). 21

22 Internationale indeling ARTIKEL LEEFTIJDSCATEGORIEN Geldig voor het seizoen Geen jaar vóór 1 januari die het seizoen voorafgaat Geboren in herengemengde categorieën (*=gemengd) en Bijzonderheid U debutantjes * Moeten 5 jaar oud zijn U7 6 jaar 2006 debutantjes * Speelsters mogen aantreden bij de U6 U8 7 jaar 2005 duiveltjes * Speelsters mogen aantreden bij de U7 U9 8 jaar 2004 duiveltjes * Speelsters mogen aantreden bij de U8 U10 9 jaar 2003 preminiemen * Speelsters mogen aantreden bij de U9 U11 10 jaar 2002 preminiemen * Speelsters mogen aantreden bij de U10 U12 11 jaar 2001 miniemen * Speelsters mogen aantreden bij de U11 U13 12 jaar 2000 miniemen * Speelsters mogen aantreden bij de U12 U14 13 jaar 1999 knapen * Speelsters mogen aantreden bij de U13 U15 14 jaar 1998 knapen * Speelsters mogen aantreden bij de U14 U16 15 jaar 1997 scholieren Speelsters mogen aantreden bij de U15 U17 16 jaar 1996 scholieren Speelsters mogen aantreden bij de U16 Spelers mogen aantreden in 1ste ploeg vanaf 16 j U18 17 jaar 1995 juniors Speelsters mogen aantreden in de U17 U19 18 jaar 1994 juniors Mogen in de seniors spelen U20 19 jaar 1993 juniors Mogen in de seniors spelen U21 20 jaar 1992 juniors Mogen in de seniors spelen seniors 1991 en vroeger seniors Internationale indeling Geen jaar vóór 1 januari die het seizoen voorafgaat Geboren in Dames Bijzonderheid U9 8 jaar 2004 meisjes Moeten 8 jaar oud zijn U10 9 jaar 2003 meisjes U11 10 jaar 2002 meisjes U12 11 jaar 2001 meisjes U13 12 jaar 2000 meisjes U14 13 jaar 1999 kadetten Mogen spelen met provinciale en nationale seniores indien U15 14 jaar 1998 kadetten U16 15 jaar 1997 kadetten U17 16 jaar 1996 juniors U18 17 jaar 1995 juniors U19 18 jaar 1994 juniors U20 19 jaar 1993 juniors seniors 1992 en vroeger seniors 15 jaar oud Mogen spelen met de provinciale en nationale seniores indien 15 jaar oud Mogen spelen in de W.E.L. indien 16 jaar oud 22