1 ROKEN. Voorbereiding INTRODUCTIE OEFENING 1.1 OEFENING 1.2 OEFENING 1.3

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "1 ROKEN. Voorbereiding INTRODUCTIE OEFENING 1.1 OEFENING 1.2 OEFENING 1.3"

Simona Smet
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 1 ROKEN Voorbereiding Reserveer een computerlokaal of laptops voor oefening 1.1. Lees de vragen en antwoorden van oefening 1.2. OEFENING 1.1 Wat weet je over roken? Doel De leerlingen kennen meer feiten over roken. De leerlingen gaan aan de slag met vragen over roken. Ze mogen hierbij het internet gebruiken om de juiste antwoorden te vinden. Iedere leerling gaat zelfstandig of in tweetallen aan de slag met de vragen. Om de vragen te beantwoorden kunnen ze gebruik maken van het internet. Het onjuiste antwoord wordt doorgestreept. Bespreek alle vragen klassikaal of zorg voor een antwoordenblad waarmee de leerlingen zelf kunnen kijken wat de juiste antwoorden zijn. INTRODUCTIE Deze taakkaart bevat opdrachten over het thema roken. De leerlingen kunnen zelfstandig aan de slag met deze opdrachten. OEFENING 1.2 Giftige stoffen in een sigaret Doel De leerlingen kennen een aantal giftige stoffen die in een sigaret zitten. En ze weten ook waar deze stoffen nog meer voor worden gebruikt. Koppel de woorden met de juiste uitleg, trek een lijn. OEFENING 1.3 Woordzoeker roken Zoek de woorden en trek een lijn. van links naar rechts of van rechts naar links van boven naar onderen of van onderen naar boven, schuin naar beneden of schuin naar boven. Als alle woorden zijn gevonden, ben je klaar. Er is geen uitkomst. 1

Iedere leerling gaat zelfstandig of in tweetallen aan de slag met de vragen. Om de vragen te beantwoorden kunnen ze gebruik maken van het internet. Het onjuiste antwoord wordt doorgestreept.

2 ANTWOORDENBLAD: Roken OEFENING 1.1 Wat weet je over roken? : Je gaat zelfstandig of in tweetallen aan de slag met de vragen. Je mag gebruik maken van het internet om de vragen te beantwoorden. Streep het onjuiste antwoord door Waar of niet waar? 1. In een sigaret zit tabak. Waar / Niet waar In een sigaret zit tabak. De bladeren van de tabaksplant worden gebruikt om er tabak van te maken. 2. In tabak zitten giftige stoffen. Waar / Niet waar Er zitten wel 599 giftige stoffen in een sigaret en 4000 giftige stoffen in de rook die vrijkomen. De belangrijkste zijn teer, nicotine en koolmonoxide. 3. De giftige stoffen in een sigaret komen in het bloed terecht. Waar / Niet waar Via de luchtwegen (longen / longblaasjes / haarvaatjes) komen de giftige stoffen in het bloed terecht. 4. Iemand die rookt moet vaak hoesten omdat hij/zij altijd verkouden is. Waar / Niet waar De roker is meestal niet verkouden, maar moet elke dag hoesten om de vieze stoffen uit zijn longen te verwijderen. Roken legt de trilharen in de luchtwegen lam. Om de vieze stoffen zoals teer uit je longen te verwijderen, moet je actief hoesten. 5. Teer is de stof in een sigaret die ervoor zorgt dat je verslaafd raakt. Waar / Niet waar Teer is de stof die ervoor zorgt dat je longen zwart worden. Nicotine is de stof die ervoor zorgt dat je verslaafd kunt raken aan sigaretten. 6. Jongeren die roken worden sneller moe. Waar / Niet waar Koolmonoxide is een giftige stof die door het roken in je bloed komt en ervoor zorgt dat je bloed niet zoveel zuurstof kan vervoeren. Er komt dus niet voldoende zuurstof in je spieren. 7. Het is erg moeilijk om te stoppen met roken. Waar / Niet waar Als je de gewoonte hebt om te roken, zorgt de stof nicotine die in elke sigaret zit ervoor dat je steeds weer opnieuw verlangt naar een sigaret. Je bent verslaafd! Rokers hebben het daarom erg moeilijk om te stoppen met de gewoonte om te roken. Je kunt er daarom maar beter niet aan beginnen. 2

In tabak zitten giftige stoffen. Waar / Niet waar Er zitten wel 599 giftige stoffen in een sigaret en 4000 giftige stoffen in de rook die vrijkomen.

3 8. Van roken verbetert je concentratie. Waar / Niet waar Door te roken daalt juist je concentratieniveau. Voortdurend ben je bezig met het volgende nicotineshot. Je concentratie wordt pas beter als je stopt met roken. 9. Een pakje sigaretten kost ongeveer 5 euro. Waar / Niet waar De prijs ligt gemiddeld tussen de 6-7 euro. 10. De eerste sigaret smaakt altijd lekker. Waar / Niet waar De eerste sigaret smaakt meestal vies en je moet vaak hoesten. Waarom beginnen jongeren dan toch soms met roken? Sommige jongeren willen graag ergens bij horen en willen stoer doen. OEFENING 1.2 De giftige stoffen in een sigaret Butaan Cadmium Nicotine Koolstofmonoxide Methanol Ammoniak Aanwezig in uitlaatgassen Insectendodend middel Komt voor in batterijen Vloeistof in een aansteker Toiletreiniger Brandstof voor raketten 3

De eerste sigaret smaakt altijd lekker. Waar / Niet waar De eerste sigaret smaakt meestal vies en je moet vaak hoesten. Waarom beginnen jongeren dan toch soms met roken?

4 OEFENING 1.3 Woordzoeker Roken : Zoek de woorden en trek een lijn. Van links naar rechts of van rechts naar links van boven naar onderen of van onderen naar boven, schuin naar beneden of schuin naar boven. Als alle woorden zijn gevonden, ben je klaar. Er is geen uitkomst. Woordzoeker Roken geel sigaret nicotine haarvaten tabak tabaksplantage koolmonoxide hoesten teer trilharen longblaasjes verslavend zuurstof longen zwart giftig luchtwegen 4

beneden of schuin naar boven. Als alle woorden zijn gevonden, ben je klaar. Er is geen uitkomst.

5 WERKBLAD: Roken OEFENING 1.1 Wat weet je over roken? : Je gaat zelfstandig of in tweetallen aan de slag met de vragen. Je mag gebruik maken van het internet om de vragen te beantwoorden. Streep het onjuiste antwoord door. Waar of niet waar? 1. In een sigaret zit tabak. Waar / Niet waar 2. In tabak zitten giftige stoffen. Waar / Niet waar 3. De giftige stoffen in een sigaret komen in het bloed terecht. Waar / Niet waar 4. Iemand die rookt moet vaak hoesten omdat hij/zij altijd verkouden is. Waar / Niet waar 5. Teer is de stof in een sigaret die ervoor zorgt dat je verslaafd raakt. Waar / Niet waar 6. Jongeren die roken worden sneller moe. Waar / Niet waar 7. Het is erg moeilijk om te stoppen met roken. Waar / Niet waar 8. Van roken verbeterd je concentratie. Waar / Niet waar 9. Een pakje sigaretten kost ongeveer 5 euro. Waar / Niet waar 10. De eerste sigaret smaakt altijd lekker. Waar / Niet waar OEFENING 1.2 Giftige stoffen in een sigaret Koppel de woorden met de juiste uitleg, trek een lijn. Butaan Cadmium Nicotine Koolstofmonoxide Methanol Ammoniak Aanwezig in uitlaatgassen Insectendodend middel Komt voor in batterijen Vloeistof in een aansteker Toiletreiniger Brandstof voor raketten 1

De giftige stoffen in een sigaret komen in het bloed terecht. Waar / Niet waar 4. Iemand die rookt moet vaak hoesten omdat hij/zij altijd verkouden is. Waar / Niet waar 5.

6 OEFENING 1.3 Woordzoeker Roken : Zoek de woorden en trek een lijn. Van links naar rechts of van rechts naar links van boven naar onderen of van onderen naar boven, schuin naar beneden of schuin naar boven. Als alle woorden zijn gevonden, ben je klaar. Er is geen uitkomst. Woordzoeker Roken geel sigaret nicotine haarvaten tabak tabaksplantage koolmonoxide hoesten teer trilharen longblaasjes verslavend zuurstof longen zwart giftig luchtwegen 2

Vergelijkbare documenten

speciaal onderwijs lesbrief roken UITGAVE: STICHTING VOORKOM! T (030) 637 31 44 E-MAIL: STICHTING@VOORKOM.NL WWW.VOORKOM.NL

speciaal onderwijs lesbrief roken UITGAVE: STICHTING VOORKOM! T (030) 637 31 44 E-MAIL: STICHTING@VOORKOM.NL WWW.VOORKOM.NL speciaal onderwijs UITGAVE: STICHTING VOORKOM! T (030) 637 31 44 E-MAIL: STICHTING@VOORKOM.NL WWW.VOORKOM.NL inhoud LES 1: KENNISMAKING MET ROKEN 3 GEWOONTEN 3 ROKEN EN JOUW GEZONDHEID 4 VERSLAAFD AAN