[Uitzending 785: Jesaja 23:1 t/m 24:15]

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "[Uitzending 785: Jesaja 23:1 t/m 24:15]"

Transcriptie

1 [Uitzending 785: Jesaja 23:1 t/m 24:15] De serie oordeelsprofetieën over de volken begon in Jes.13 met de profetie over Babel en wordt nu in Jes.23 met de profetie over Tyrus afgerond. Babel was de grote en machtige stad in het oosten, Tyrus de grote en machtige stad in het westen. Terwijl Babel zijn macht te danken had aan het voeren van oorlog en geweld, had Tyrus meer vredelievende middelen als het drijven van handel gebruikt. De macht van Babel strekte zich uit over land, die van Tyrus over zee. Zo komt de serie oordeelsprofetieën met Jes.23 op een treffende manier tot een einde. In Jes.13 t/m 23 heeft Jesaja als het ware de hele wereld van Oost tot West aangesproken, van militaire macht tot economische invloed. In al deze profetieën werd steeds duidelijk dat de volken van deze wereld het vertrouwen van Israël niet waard zijn, want ook zij vallen, net als Israël, onder het oordeel van de HERE. Tyrus is in de tijd van Jozua toebedeeld aan de stam Aser (Joz.19:29; 2Sam. 24:7), maar heeft waarschijnlijk nooit volledig aan Israël toebehoord. Tyrus wordt uitgebreid genoemd in Ezech.26 t/m 28. De daar aangegeven weelde, trots en het gevoel van veiligheid van Tyrus kan historisch niet worden teruggelezen in de profetie van Jesaja, maar geeft wel een indruk wat er aan de hand kan zijn en ook wat het latere herstel inhoudt (na de periode van vs.15). Na de verwoesting van Ugarit kwam Tyrus als havenstad tot bloei, vooral in de tijd van koning Chiram I ( v.chr.), een tijdgenoot van David en Salomo (1Kon.5:1). De stad bestond uit twee delen: een ommuurde stad op het vaste land (het oude Tyrus of Ushu) en een eiland met een citadel of vesting, ongeveer 600 meter uit de kust. In de tijd van Jesaja (in 709 v.chr.) waren er twee gebeurtenissen die zorgden voor een sterke afname van de macht en de invloed van Tyrus. Ten eerste was dat de capitulatie van Cyprus voor de Assyriers en ten tweede de onderwerping van Frygië (in Cilicië of Klein-Azië) aan Assyrië. Met Cyprus en Frygië aan de kant van Assyrië verloor Tyrus zijn dominante positie op de Middellandse Zee. De beschrijving in Jes.23 betreft niet zozeer de verwoesting van Tyrus als wel het verlies van macht, met de consequenties die dat heeft voor andere landen. TTB NL TWR CW 1

2 Na verloop van tijd namen Sidon en Carthago de macht over (Carthago was een Fenicische kolonie in Afrika). Na het verval van het Assyrische rijk rond 630 v.chr. nam de macht van Tyrus weer toe. De Assyriërs hebben meermalen het oude Tyrus, op het vasteland, veroverd, maar nooit de citadel of vesting op het eiland. Zelfs Nebukadnessar kon het na 13 jaar belegering ( v.chr.) niet voor elkaar krijgen. In de tijd van de Perzen bloeide Tyrus weer op, tot de tijd van Alexander de Grote. Hij veroverde de stad op het vaste land en legde een dam aan naar het eiland, zodat het eiland voor het eerst in de geschiedenis veroverd kon worden (in 332 v.chr.). De profetie of Godsspraak over Tyrus bestaat uit drie delen. Het eerste vers 1 t/m 7 is de oproep om te huilen en te rouwen over de verwoeste stad. Het tweede vers 8 t/m 14 vraagt wie er verantwoordelijk is voor de verwoesting van Tyrus. Het antwoord volgt direct in vers 9 en wordt uitgebreid in de volgende verzen. Het derde deel vers 15 t/m 18 benoemt de verwoesting van Tyrus, maar vult die aan met profetieën over het herstel van Tyrus. Jesaja 23 vers 1: Dit is Gods profetie over Tyrus. Huil, schepen van Tyrus, die vanuit verre landen op de thuisreis zijn! Huil om uw haven, want hij is verdwenen! De geruchten die u op Cyprus hoorde, zijn waar. Jesaja begint een nieuwe profetie met een titel die even kort als helder is: Dit is Gods profetie over Tyrus. Waarschijnlijk is niet alleen de stad bedoeld, maar het hele gebied van de Feniciërs, waarvan de steden Tyrus en Sidon de belangrijkste vertegenwoordigers waren. In de Hebreeuwse tekst van vers 1 staat voor de vertaling schepen van Tyrus, schepen van Tarsis. Daarmee wordt bedoeld dat het schepen zijn die op Tarsis varen en vandaar met handelswaar naar Tyrus terugkeren. In de Hebreeuwse tekst van Jes.23 wordt Tarsis 4x genoemd. Er zijn veel theorieën over de ligging van de plaats die in verband wordt gebracht met zilver en andere delfstoffen (Jer.10:9; Ezech.27). De bemanning van de schepen moet huilen en jammeren, want Tyrus is verwoest en verdwenen. De schepen komen terug, maar er is geen haven meer en er staat geen huis meer in de stad, er is geen plek meer om te rusten. De geruchten die u op Cyprus hoorde, zijn waar. TTB NL TWR CW 2

3 Kennelijk hoorden de schepelingen op hun terugreis al berichten over de verwoesting van hun stad en haven, waarmee de oude stad op het vasteland zal zijn bedoeld. Jesaja 23 vers 2 en 3: Overal heerst een doodse stilte. De geluiden van de rumoerige haven, vol schepen uit Sidon die koopwaar van over de zee uit Egypte en het gebied langs de Nijl aanvoeren, zijn verstomd. U was de grootste handelsmarkt ter wereld. Het huilen en rouwen wordt niet alleen aan de schepelingen opgedragen, maar ook de bewoners van het kustgebied krijgen die opdracht. Ook zij moeten rouw bedrijven. Jesaja schildert dat handelaars uit Sidon over de zee koopwaar brachten naar Tyrus. Waarschijnlijk moet hierbij specifiek aan graan worden gedacht dat in overvloed langs de Nijl kon worden verbouwd, maar in Fenicië schaars was. Het was een handelsproduct waarmee Tyrus rijk is geworden door het aan andere volken door te verkopen. Tyrus behoorde tot de grootste handelsmarkt ter wereld. Maar, het rumoer van de havenstad was niet meer te horen, overal heerst een doodse stilte. Jesaja 23 vers 4: Schaam u, Sidon, bolwerk van de zee. Want nu bent u kinderloos! In vers 4 wordt Sidon - als stad die verbonden is met Tyrus (vgl. vs.12) - opgeroepen zich te schamen. De reden is dat zelfs het bolwerk van de zee, waarmee Sidon wordt aangeduid, kinderloos is. De verwoesting van de stad is zo compleet alsof ze nooit geluk en voorspoed heeft gekend. Jesaja gebruikt het beeld van een vrouw die jammert en huilt over haar kinderloosheid. Zij verklaart dat zij nooit weeën heeft gehad en niet heeft gebaard en geen kinderen heeft opgevoed. In deze personificatie drukt Jesaja uit dat ondanks de grote welvaart die Tyrus heeft gekend, de situatie zo zal zijn dat geluk van de geboorte van een kind volkomen is vergeten. In vers 4 vinden we ook de gedachte dat Tyrus een dochter van Sidon is. Vandaar dat Sidon wordt aangesproken met de woorden: Want nu bent u kinderloos! Jesaja 23 vers 5 t/m 7: Als dit nieuws Egypte bereikt, zal het veel angst veroorzaken. Vlucht naar Tarsis, mannen van Tyrus, en huil onderweg. TTB NL TWR CW 3

4 Deze verlaten ruïne is alles wat overbleef van uw eens zo luisterrijke stad, het einde van een roemruchte geschiedenis. Denk eens aan alle kolonisten die u naar verre landen stuurde! Zelfs in Egypte beven de mensen bij de berichten over de verwoesting van Tyrus (vs.5). Want zoals Sidon afhankelijk was van de handel die vanuit Tyrus werd bedreven, zo was het ook met Egypte. Al eeuwen waren er goede handelsbetrekkingen tussen de farao s van Egypte en de Feniciërs. Met de val van de stad werden alle handelswegen naar het noorden afgesneden. Daarnaast kan Egypte ook de dreiging van de oprukkende legers hebben gevoeld. De bewoners van het kustgebied (vs.2) worden opgeroepen te vluchten naar Tarsis. Maar, vanwege de verwoesting kunnen zij dat niet meer. Laten zij daarom huilen! (vs.6). In de Hebreeuwse tekst vraagt Jesaja op ironische wijze naar de stad, die verwoest ligt: Is dit nu uw vrolijke stad? Het wijst op de arrogante toewijding van de bewoners van Tyrus aan plezier, het vormt een scherp contrast met de stilte van de verwoeste stad. Tyrus bestond al zo lang, dat niemand er rekening mee hield dat de stad zou verdwijnen. De stad was welvarend en had zelfs kolonies gesticht (vs.7). Er was geen reden om aan te nemen dat de welvaart ooit een einde zou kennen. Maar nu is er niets meer van Tyrus over. Jesaja 23 vers 8: Wie heeft deze ramp over Tyrus gebracht? Over dit land dat koninkrijken schiep en wiens inwoners de belangrijkste kooplieden ter wereld waren? Wie was machtig genoeg om deze vesting in de zee in te nemen en te verwoesten? Met deze vraag roept Jesaja spanning op. De vraag wordt uitgebreid met nog een vraag, om de macht van Tyrus te onderstrepen. Het was een stad die koninkrijken schiep, dat wil zeggen: Tyrus kon zijn relaties machtig maken. Mogelijk wordt ook gedacht aan de benoeming van koningen in de koloniën van Tyrus. Daarnaast waren de kooplieden en handelaars van Tyrus zo rijk geworden dat ze als belangrijk werden gezien. Zij waren immers de belangrijkste kooplieden ter wereld. De macht van Tyrus was zo groot dat de handelaars werden gezien als koningen. TTB NL TWR CW 4

5 Jesaja 23 vers 9 t/m 11: De HERE van de hemelse legers heeft dit gedaan, om uw trots te vernietigen en zijn verachting te tonen over de hooggeplaatsten onder de mensen. Zeil maar verder, schepen van Tarsis, want uw haven is er niet meer. De HERE strekt Zijn hand uit over de zee, Hij doet de koninkrijken van deze aarde beven, Hij geeft bevel de vestingen in Kanaän te verwoesten. Jesaja geeft direct antwoord op de vragen. Het is de HERE van de hemelse legers die dit besloten heeft. Wat trots en geëerd was, heeft Hij vernederd en onteerd (vs.9). Hoogmoed kan voor de HERE niet bestaan (Jes.2:11). Hij is de HERE van de hemelse legers, menselijke schoonheid en trots zijn daarom misplaatst. De overeenkomst tussen vers 8 en 9 toont aan dat hier het antwoord op de vraag van het vorige vers wordt gegeven, maar het antwoord is breder dan de vraag. Iedere vorm van trots of menselijke eer wordt door de HERE veracht en tenietgedaan. Het is niet eenvoudig te begrijpen wat Jesaja vervolgens in vers 10 wil zeggen. De eerste verklaring is dat Tarsis, als voornaamste van de kolonies van Tyrus, wordt aangesproken om van de nieuwe vrijheid, die door de verwoesting van Tyrus is ontstaan, te genieten. Tarsis kan nu gaan waar het wil. De onderdrukkende macht is er niet meer. Een tweede verklaring is dat het wegnemen van de haven de stad machteloos heeft gemaakt. Daarmee wordt aangegeven dat de kolonie zich niet meer kan verdedigen. Het antwoord van Jesaja wordt in vers 11 nog verder uitgewerkt. De profeet spreekt opnieuw over de HERE als verantwoordelijke voor de verwoesting. De God van Israël beperkt zich niet tot het land, maar beheerst ook de zee. Het uitstrekken van Zijn hand wijst op een oordeel van de HERE, Zijn ingrijpen heeft grote gevolgen voor de koninkrijken die afhankelijk zijn van Tyrus. Het tweede versdeel is alleen goed te verklaren als wordt aangenomen dat Tyrus door zijn invloed de Kanaänitische cultuur in stand hield. De HERE wilde aan deze cultuur een einde maken. Vanaf de verwoesting van Sodom en Gomorra is er - in ieder geval - de waarschuwing geweest om niet in de cultuur van Kanaän op te gaan. De waarschuwingen in Leviticus en Deuteronomium zijn daar duidelijk over (o.a. Lev.18:3; Deutr.12:1-4). TTB NL TWR CW 5

6 Jesaja 23 vers 12: Hij zegt: U onteerde maagd, dochter van Sidon, zult nooit meer blij of sterk zijn. Zelfs als u naar Cyprus vlucht, zult u geen rust vinden. Wat de HERE zegt, gebeurt, Zijn woorden hebben kracht. Daarom kan Jesaja de situatie van Tyrus zo stellig beschrijven. De HERE maakt een einde aan de uitgelaten houding van de inwoners van Fenicië, waarvan Sidon de vertegenwoordiger is. Tyrus wordt aangesproken als dochter van Sidon. Wat in vers 4 wordt gesuggereerd wordt in vers 12 helder verklaard. Tyrus is de dochter van Sidon. Sidon was de oudere stad en rijke kooplieden hadden vanuit Sidon de stad Tyrus gesticht en haar aanzien gegeven. Maar, de vreugde van de welvaart zou verdwijnen. De stad is als een jonge vrouw die is onteerd. Dat kan betrekking hebben op zowel het seksuele, als het sociale en juridische terrein. Er is geen reden meer voor vreugde. Laten de inwoners vluchten! Maar zelfs een vlucht over zee, naar Cyprus, zal geen rust kunnen brengen (vs.12). Jesaja 23 vers 13 en 14: Want het zullen de Babyloniërs en niet de Assyriers zijn die Tyrus aanvallen. Zij zullen het belegeren, de paleizen met de grond gelijkmaken en het herscheppen in een ruïne. Huil maar, schepen van Tarsis, want uw thuishaven is verdwenen! Denken de Feniciërs misschien nog aan het oordeel te kunnen ontkomen? Die hoop wordt hun ontnomen doordat in vers 13 wordt verwezen naar het land van de Chaldeeën, naar Babel. De Assyriërs hebben dat land verwoest, zo grondig, alsof het nooit heeft bestaan. De torens die werden gebruikt bij een bestorming waren aan de onderkant uitgerust met stormrammen om de muren stuk te beuken. In het bovenste deel van dergelijke torens waren boogschutters opgesteld om pijlen de stad in te schieten en ladders neer te laten om de stadsmuur te bestormen. Zo konden vestingsteden worden ingenomen en verwoest. Het is niet zeker welke verwoesting er in vers 13 wordt bedoeld. Sargon hield in 710 v.chr. in het gebied van Babel een strafexpeditie. Zijn opvolger Sanherib richtte in 703 v.chr. veel schade aan in het land van de Chaldeeën; in 689 v.chr. verwoestte hij de stad Babel. Omdat de verwoesting van Babel in vers 13 een feit lijkt, zijn de eerste twee mogelijkheden het meest aannemelijk. Jesaja kondigt ook elders de ondergang van Babel aan (Jes.21; vgl. de woestijndieren in Jes.13:21). TTB NL TWR CW 6

7 Net als Babel zal Tyrus het oordeel van de HERE niet ontlopen. Zoals de profetie begon, zo eindigt hij ook. Vers 14 vormt tegelijk de afronding van het voorgaande en de overgang naar het volgende. De schepen van Tarsis moeten jammeren, want hun vesting, de veilige thuishaven Tyrus, is verwoest en verdwenen. Jesaja 23 vers 15 t/m 17: Zeventig jaar lang zal Tyrus worden vergeten. Dan, onder een andere koning, zal de stad weer tot leven komen, zij zal mooie liederen spelen als een prostituee, die lange tijd vergeten was. Nu loopt zij weer door de straten op zoek naar minnaars en wordt weer herkend. Ja, na zeventig jaar zal de HERE Tyrus weer laten opleven, maar zij zal niet anders zijn dan vroeger, zij zal weer terugkeren op haar slechte wegen en hoererij bedrijven met de koninkrijken van de wereld. Het grote en machtige Tyrus, dat een onmisbare rol speelde in de handel van het hele gebied rondom de Middellandse Zee, wordt vergeten. Zeventig jaar lang zal dat duren. Tyrus zal zeventig jaar in ballingschap zijn. Na de genoemde periode komt Tyrus weer tot leven. En, dat is alleen mogelijk omdat de HERE dat wil. Maar, Tyrus zal van de kans om opnieuw te beginnen geen gebruik maken, zij zal weer terugkeren op haar slechte wegen en hoererij gaan bedrijven met de koninkrijken van de wereld. Net zoals in de prostitutie voor geld alles mogelijk is en de vleselijke lusten worden bevredigd, hebben de inwoners van Tyrus de winst (Amos 1:9) en de persoonlijke bevrediging voor ogen. Op denigrerende wijze wordt de prostituee aangesproken als een vergeten hoer. Ze is niet aantrekkelijk meer en ze moet haar best doen nieuwe klanten te trekken. Ze moet rondgaan in de stad, en alleen met muziek en zang maakt ze misschien nog kans op wat aandacht (vs.16). Haar situatie is triest, maar treffend met betrekking tot Tyrus. Over welke tijd hebben we het dan? Sanherib vermeldt dat hij in zijn derde veldtocht in 701 v.chr. de koning van Sidon overwon. Hij verwoestte de omgeving van Tyrus, maar kon het eiland niet innemen. Tyrus heeft toen veel schade opgelopen en kon zich pas ongeveer zeventig jaar later herstellen, dat wil zeggen na de dood van Assurbanipal en het verval van het Assyrische rijk (rond 630 v.chr.). TTB NL TWR CW 7

8 Jesaja 23 vers 18: Maar de winst van haar handelstransacties zal aan de HERE gewijd worden. Zij zal geen voorraad kunnen opslaan, maar het zal tot voedsel en kleding dienen voor hen die bij de HERE wonen. Tyrus mag dan opnieuw gericht zijn op het eigen belang, maar al haar winst is voor de HERE. Daarom schenkt Hij Tyrus herstel. De winst wordt zo aan de HERE gewijd dat zij - die bij de HERE wonen - er voordeel van hebben. Mogelijk wordt hierbij gedacht aan de priesters en levieten die in de bijgebouwen van de tempel wonen en in de tempel dienst doen. Ze kunnen van de winst eten en zich er prachtig van kleden. Tegen wil en dank blijkt de rijkdom van Tyrus vooral rijkdom te schenken aan het volk van God. Die gedachte werd eerder gevonden in Ps.72:10, al is er geen specifieke situatie bekend waarop deze profetie zou kunnen slaan. Een mogelijke situatie zou zijn dat Tyrus een bijdrage leverde voor de herbouw van de tempel in de tijd van koning Josia of nog later voor de bouw van de tweede tempel, zoals was gebeurd bij de bouw van de tempel van Salomo (Ps.45:13). Jes.23 laat ons zien dat rijkdom gevaarlijk kan zijn, het is vaak een bron van vertrouwen op eigen inzicht en kracht (Marcus 10:24-25). Luisteraar, het is belangrijk dat ons bezit aan de HERE is gewijd, anders gezegd: heilig voor de HERE is en dat wij Hem daarmee dienen. Jesaja 24 vers 1: Kijk! De HERE maakt de aarde weer leeg, Hij vernielt haar. Hij verandert haar aanzien en verstrooit wie daarop wonen. Terwijl Jesaja in het vorige deel - in Jes.13 t/m 23 - nog tegen de volken profeteerde, die hij bij naam noemde, volgt er in Jes.24 t/m 27 een deel waarin het oordeel wordt aangezegd aan een vijand die naamloos blijft. De vier hoofdstukken vormen als het ware de climax van de meer specifieke profetieën tegen de volken. De profeet kondigt nu geen plaatselijk, maar een universeel oordeel aan over de trots van de volken. Door dit oordeel heen komt er verlossing, eveneens universeel van aard. Jes.24 fungeert als een overgang tussen de oordelen over de volken (Jes.13 t/m 23) en de verlossing van Juda, die we lezen in Jes.25 t/m 27. TTB NL TWR CW 8

9 Het oordeel dat in de voorgaande hoofdstukken specifiek en plaatsgebonden was, wordt nu in algemene zin beschreven. De wereld als geheel wordt behandeld, waarbij de nadruk niet alleen ligt op het oordeel over de aarde, maar ook op de HERE die het oordeel uitvoert. Jes.24 is opgebouwd uit vier delen. In de eerste twee delen wordt de verwoesting beschreven. In Jes.24:1 t/m 6 wordt de aarde verwoest door de HERE, en de stad, in Jes.24:7 t/m 13, staat symbool voor de aarde. De stad ligt in puin. Daarna lijkt er ruimte voor vreugde, maar schijn bedriegt. Er blijkt nog steeds sprake te zijn van verraad, dat een oordeel verdient, Jes.24:14 t/m 20. En aan het slot wordt duidelijk dat in het oordeel niets en niemand overeind kan blijven dan de HERE alleen, Hij is koning, Jes.24:21 t/m 23. In de volgende uitzending lezen we verder in Jes.24 t/m 26. TTB NL TWR CW 9