SUSKEnWISKE DE BOKKENRIJDERS. sthwoanan Uireven

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "SUSKEnWISKE DE BOKKENRIJDERS. sthwoanan Uireven"

Transcriptie

1 Ge SUSKEnWISKE DE BOKKENRIJDERS sthwoanan Uireven

2 EN in SUSKENWISKE DE BOKKENRIJDERS

3 BIE NACHT HEEFT ZIJN ZWARTE FLUWELEN MANTEL VAN DE AARDE WEGGENOMEN. BADEND IN HET LICHT VAN DE STRALENDE ZON ONTWAAKT DE WERELD. Mmm... Goed geslapen! Maar nu is hed) CWau... auw] Het karweitje Eerst Suske en daarna Wiske, van elke morgen begint aien! Kukeleku uu [Ku ] uul mn Ja,ja, tantel I kom _)\ CMensenlief! Wat heb ik slecht Ah) all ma, geslapen! En lk Joep! Ik lees Nee, geen ontbijt, Ik heb gedroomd, tantel ) Ik heb onlangs een boek krant lekker eerst!y daag niet schelen! \tante. Ik heb hele- Een echte nachtmerrie!) over dromen gelezen. Vertel SE maal geen trek! pr je droom eens, Wiske! ja)

4 Helemaal niet, kind! Een droom ìs iets dat je Kan zijn, maar ìk Nachtmerries kondigen 7 in je slaap iets meedeelt uit }\ heb er slecht door soms een gevaar aan! Vertel ls dat allemaal geen geslapen! eens wat je a hebt, # onzin, tante! iskel Het begon zo. Ik lag in mijn bed en werd getreiterd Wel, die staart die je kwelde, betekent [ Dat ìs toch Nee, maar zorgen... Door de ezel met de maankop. zo erg niet, dat is niet En die staat symbool voor een kaal- Wiske? alles! Luister! hoofdige man die Ik droomde dat ìk een put wilde vullen. Maar mijn spade spartelde tegen, en plots groeide uit de put een plant met een hand eraan. Dat was best grappig! Die hand betekent vast dat iemand je hulp zal inroepen, en de spartelende spade dat je zult willen helpen, ernaartoe, maar Een maar dat je hierdoor in { grote hoorn stortte moeilijkheden zult geraken! } geldstukken over me uit, en overal waar ìk WPP BA ei me ME pn Maar Wiske toch, hoe kom jij aan die rare dromen!

5 el Dat kan niemand zeggen, Wiske, dat zal de toekomst uitwijzen! mien NIET NAAR OM LANG OVER DROMEN TE PIEKEREN. EVEN LATER ZIJN ZE AL AAN HET RAVOTTEN DAT DE STUKKEN ERAF VLIEGEN. Pas op, Suske! Ik zal eens een meester- rt 5 S Ii 6, 't Js niets, Wiske! Nu kan ik eens vrij krijgen om in mijn tuin te werken! En ik en 4 kwam toch net voor jou! (az) Alsjeblieft, een pakje brieven. En En kijk! Een brief van Lambik!) Waarom schrijft hij 1 Hij bedankt voor het blauwe oog, hè! woont maar een paar huizen m ir, it verder dan wij! Zeg, lees eens! Wat is dat ante Sidonial Lees eens nu? Begrijp jij hier iets van, wat Lambik schrijft! Dinges, Suske 1 8 Beste Dd vrienden, ON AE dl Ee Lambik. NLB. Shhan 4 niel schryjven L Dh Verdriet verstikt mjn per. Daarwel.

6 A. r : In zijn brief lijkt Zou hij l Kijk, er hangt een blad aan zijn deur! Nee, hij mankeert niets! Dit hij erg droef, depressief vi is Lambik ten voeten vit WS vind ik! I EK IK BEN NIET THUIS OMDATEF IKuleé BEN at een hondenweer! Waar mag ie goeie lobbes van een Lambik Rn > ZE DOOR HET VENSTER NAAR HET VERLATEN HUIS VAN LAMBIK STAART... p EEE Tdi EEE ne} Tante Sidonia! Tante Sidonia!) {Natuurlijk weer niet wakker te krijgen! Maar } Lambik is weer thuis! daar weet ik wel raad mee! Leren Uit of niet uit, vlug je bed in! Als Lambik thuis is, is dat zijn zaak! Je moet je niet bemoeien met andermans zaken! Nog veel. te. klein. voor. ZZZ! ZZZZ!

7 En toch heb ik licht gezien! Tante Ik maak Suske wakker! Hij heeft pope jo Sidonia onderschat die afwezigheid van meer verstand van dat soort METEEN. EVEN Lambik! Ik ruik een nieuw avontuur! _ i NIEUWSGIERIG ON wa TC) TE ALS WISKE EN SS NN ONZE VRIENDJES TREKKEN HUN REGENKLEDIJ AAN... el nm Brrr! Wat een weer! Als ik niet zo nieuwsr gierig was, dan. pn en.. Waarom komt Hij hoort ons misschien JIk zal eens op de ach: Het b me wat NI niet door de donder!) terdeur gaan donderen! moois! D - BN u as : Hé! Suske! E.. Er komt iemand ie VS, Wat doen jullie hier, onschuldige wichten! rd zl de. de. de. trap af )la... ik! rss ( Verlaat dit huis, dat ik door mijn aanwijd open! F

8 eee) zl Maar Lambikske _) Bekommer je niet om een verwor-} leder woord scheurt de rijgtoch, wat is er!) pene der aarde! draad van mijn hart verder L aat me gaan! Ik zal de schande uitwissen! In 4 Sid _Iy/ == 1 AF NAAR LAMBIK HOORT NIETS MEER. ALS EEN BEZETENE LOOPT HIJ DE STORMACHTIGE NACHT IN. Oppen] én hu we- Ssst! Stil, Suske! ten we hog {}_ Er je nog iemand Î5. in huis! Hoor je ie dat gestommel! AET ZOLDERLUIK GAAT KNARSEND OPEN EN DE LICHTSTRAAL VAN EEN ZAKLAMP PRIEMT DOOR DE DUISTERNIS. Alsjeblieft! Een vleesmolen! Wat wil je nog meer hebben!

9 po El KAANTE SIDONIA Ik kon niets zien, maar hoorde hem MOET TOEGEVEN snikkend mompelen: Ik kan het maar DAT ZE UIT PURE k kwam! 't beste hier laten! Niemand mag dit NIEUWSGIERIGHEID - RE weten! NOG VOOR SUSKE EN WISKE NAAR HET HUIS VAN LAMBIK KWAM OM HEM ONGEMERKT TE BESPIEDEN. ju 7, vn: Óf SE 4f Md: ed KANS DRIETAL TREKT NAAR DE ZOLDER, IN DE HOOP HET GEHEIM VAN LAMBIK OP TE HELDEREN. MAAR ER 15 NIETS TE VINDEN DAT ER ENIGSZINS GEHEIM- ZINNIG UITZIET.

10 KAINZE VRIENDEN KLIMMEN DOOR HET RAAM EN VERLATEN DE WONING VAN LAMBIK. VERVOLGENS HAASTEN ZE ZICH NAAR HUIS. z EE Mell B el KAISKE BRENGT HET Dit heeft Lambik dus zo van streek gemaakt. Als jullie KISTJE NAAR BOVEN. stil zijn, zal ik het voorlezen en mogen jullie naar de HET BLIKT EEN ROL bijbehorende plaatjes kijken! OUDE, VERGEELDE > PERKAMENTEN TE BEVATTEN. DEZE GESCHRIFTEN ENDÉ TEKENINGEN WERDEN GEMAAKT IN HET JAAR ONZES HEREN 1772 DOOR JEHAN MATHEUS LAMBIK GEWEEST ZIJNDE DE GROOTSTE ROVER DER WREDE BOKKENRIJDERS- BENDE UIT HET LAND VAN Ou MIJN BEROUW TE TONEN, VERKONDIG IK HIER MIJN DROEF VERLEDEN. ANNO LEEST DIT DUS ALLEN \ ENDE LEERT EEN LES UIT MIJN VERFOEILIJKE DADEN ENDE GRAUWE LEVENSWANDEL. Hm! Dit betekent niets mee dan dat een van Lambiks voorouders een rover was, en nog wel een Bokkenrijder!

11 Inpe BEROERDE TIJDEN MIJNER JEUGD VERWAARLOOSDE MEN ' DRONKEN ENDE TWISTZIEK, BEGON IK DE JONKHEID ENDE IK GROEIDE OP ALS EEN HARTELOZE KNAAP. } IN EEN KROEG TE VECHTEN ENDE LATER VERKEERDE IK IN SLECHT GEZELSCHAP ENDE RAAKTE VERWONDDE 5 DIENAREN VAN VERSLAAFD AAN HET DOBBELSPEL ENDE DE DRANK. \ HET GERECHT. Ik WERD IN DE GEVANGENIS Y_ DWALEND DOOR DE BOSSEN IN HET NACHTELIJKE UUR, O\ Aangezien hìj familie was OPGESLOTEN, MAAR BIJ ONTMOETTE IK EEN GEMASKERDE MANSKEREL OP EEN BOK van onze Lambik is NACHT KON IK ONTSNAPPEN. GEZETEN, DIE MIJ WENKTE ENDE AANSPRAK. hij er zeker Wacht. ingelopen! Even kijken! ÍK STEMDE IN ENDE MIJN VERDERFE- LIJKE GEZEL BRACHT MIJ BIJ DE GRUWELIJKE ROVERSBENDE DER ij BOKKENRIJDERS, DIE MET DE BOZE VERKEERDE. BIJ KLAREN DAG HIELDEN WIJ ONS VROOM, DOCH BIJ NACHT VLOGEN WIJ, OP WILDE BOKKEN GEZETEN, DOOR DE LUCHT OM IN GANS DE LIMBURGER LANDEN DE KERKEN ENDE HAARDSTEDEN VAN VROME LIEDEN TE PLUNDEREN ENDE IN BRAND TE STEKEN. IJ VERGADERDEN LANGE TIJD IN DE MERGELGROTTEN, MAAR BEGONNEN ALLEN AAN REUMATIEK ENDE FLERE- CIJN TE LIJDEN, ZODAT WIJ NAAR EEN ONDERGRONDS HOL OP DE HEIDE VERHUISDEN. HET HOL WAS ZEER DIEP ENDE VAN VELE ZIJGANGEN VOORZIEN. DE INGANG WAS VERBORGEN DOOR DRIE BERKEN- BOMEN. Or ZEKEREN KEER, NADAT WIJ OP EEN NACHT OP DRIE PLAATSEN AL HET ZILVER UIT DE KERKEN HADDEN GESTOLEN ENDE GEROOFD, STAK ONZE HOOFDMAN ZIJN PIJP OP ENDE \ SPRAK TOT ONS, ZIJN GEZELLEN his 5 Leben nb

12 Lieve deugd! Zo'n Gij zult het ijzerwerk _)l Dr BOKKENRIJDERS BEGONNEN HET ZILVER TE SMELTEN, MAAR PLOTS booswicht! Wat die dezer drie kerken smel-) VOND IK EEN BEELTENIS VAN DE HEILIGE BARBARA: allemaal durfde te ten ende er een bok van gieten, waarin de Boze zal huizen! Kapitein, dit moogt gij niet laten smelten! Dit is de patrones van} En van mijn mijn moeder zaliger! 5 moeder! A8 DEN ef {. IN. A Ams ENDE PLOTS BESEFTEN WIJ MaaR ONZE BOOSAARDIGE GEZELLEN SCHOLDEN ONS UIT DAT WIJ ZEER SNODE ZONDAARS VOOR VERRADERS ENDE WILDEN VERIJDELEN DAT WIJ ONS BIJ ENDE HEILIGSCHENNERS WAREN. DE HEER HOOGDROSSAARD ZOUDEN AANGEVEN OM ONZE ENDE WIJ STORTTEN TRANEN MISDADEN ENDE VERGRIJPEN TE BEKENNEN. VAN BEROUW ENDE WILDEN ONS HAASTIGLIJK BEKEREN. En hebben ze toen geknokt, SRS) DT Mensenlief, kijk al die rovers p ONVERSAAGD TRACHTTEN ENDE PROBEERDEN WIJ, SCHIETEND, onder elkaar vechten! \ KERVEND ENDE OOK KAPPEND, ONS EEN UITWEG TE BANEN. EN ee val S Z ny A, in We il 1 Maag pe RABAUWEN VIELEN ONS JAN EEN PAAL GEBONDEN, MOESTEN WIJ AANZIEN ENDE ENDE TOEN ZWOLG IN DE RUG ENDE NIEREN AAN, ENDE BEMERKEN HET SMELTEN ENDE HET GIETEN VAN HET EEN BOKKENRIJDER ZIJN WIJ WERDEN DOOR DEZELFDEN \ KERKELIJK ZILVER, IN DE GEDAANTE ENDE DE VORM TABAKSPRUIM IN VERSLAGEN... VAN EEN BOK... \ ENDE SPRAK... By). Ry 2ilssall Geest van de Boze ende het GS Kwaad, komt ende \ vaart ìn onze bok! ;

13 ENDE ALZO GESCHIEDDE: TEMIDDEN A Bek Morgen bij nacht zul HIERNA DRONKEN DE BOKKENRIJDERS ENER ROSSE VLAM VOER HET CA gij deze afvaligen ver ZICH EEN FERM STUK IN HUN VOETEN KWAAD DOOR DE POMPERIJEN / foordelen ende ierecht- ENDE HUN KRAGEN, ENDE SLIEPEN VAN DE BOZE IN DE ZILVEREN BOK ALLEN STOM ENDE CRIMINEEL DRONKEN ENDE HIJ BEGON TE SPREKEN... 4 IN. ENDE TOEN ZEIDE THIJS... a cs DE en he En toen drapie het kaarsvet vorens mijn zonden beleden ende Wk DUWDE MET ZIJN PIJP he di Ke daaruitgeboet te hebben. Wij zullen dit É EEN KAARS OM. niet ben, krocht verlaten! ai 7 De GEUR VAN HET EENS BEVRIJD, BEGONNEN WIJ NIET TE PRATEN MAAR THIJS HAD ZIJN KAARSVET LOKTE ENDE TE TWISTEN, MAAR BONDEN WIJ DE ROVERS BRANDENDE PIJP OP EEN ENDE VERLEIDDE ; EEN DIKKE RAT VAST ENDE WILDEN WIJ HET HOL VERLATEN... VAT BUSKRUIT GELEGD... DIE OMWILLE VAN HET SMEER DE TOUWEN DOOR- KNAAGDE. _ TOEN IK WEER BIJKWAM t 16 toch nog niet Nee, Suske. Er ENDE WAKKER WERD, WAS IK IN EEN INGESTORTE ZIJGANG OPGESLOTEN. gedaan, hè] ) zijn nog twee bladzijden!

14 / Ik GROEF MIJ UIT DE ZIJGANG ENDE Maar EEn NIEUWE INSTORTING DWONG ENDE IK MOEST THIJS ENDE DE ZILVEREN WILDE THIJS HULP BIEDEN DAAR IK ZIJN ENDE VERPLICHTTE MIJ TE VLUCHTEN { BOK ACHTERLATEN. IK GING MIJ VERVOL- STEM HOORDE JAMMEREN ENDE KLAGEN. ENDE HET HOL TE VERLATEN. GENS BIJ HET GERECHT AANGEVEN... Gezel Lambik! De rovers zijn allen dood! Kom ende verlos mij uit dit krocht! yr DWAZE RECHTERS VONDEN HET NIET NooD- _\f VOORBEELDIG IN BOETE VOOR MIJN _& F Allemaal goed en wel, ma ZAKELIJK THIJS ENDE DE ZILVEREN BOKOP _\ ZONDEN, IN HET JAAR 1772 ONZES ik snap nog altijd niet wat Lambik daarmee te veroordelen Johan Matheus Lambik wegens diefte ende knevelarij bij nacht, tot het levens-) lang plakken van zakskens! _ {zijde zal ik mij tot mij zaten richten! / ÄÄAN HET EINDE VAN MIJN LEVENSDAGEN Wel, dit verklaart veel! Lambik is beschaamd omdat VERZOEK IK MIJN NAZATEN TOT LAFENIS Drs een van zijn voorouders een Bokkenrijder was en is VAN MIJN ZIEL TE WILLEN ONDERNEMEN: DE LAATSTE op zoek gegaan naar die Thijs en de Zilveren Bok! 1. DE OPSPORING VAN HET ONDERAARDS HOL BEDE VAN VAN DE GEWEZEN BOKKENRIJDER THIJS, JOHAN MATHEUS BIJGENAAMD DE SPRINKHAAN, OM HEM TOE LAMBIK TE LATEN ZIJN LEVEN BEROUWVOL TE " EINDIGEN ZOALS HET ZIJN WENS WAS. hennen 2. DE OPGRAVING, IN HETZELFDE HOL, VAN DE ZILVEREN BOK, OM HET GEWIJDE METAAL ZO HELPE U GOD: AAN DE BESTOLEN KERKEN TERUG TE SCHENKEN. NEN Maar dat is toch al te belachelijk!) { Én daarbij, die Thijs is bijna Moeilijkheden kunnen overwonnen worden, Suske! Lambik Wie heeft er nu geen Bokkenrijder) \ 200 jaar dood! Waar gaat hij die heeft een goed hart! Wie zijn hulp vraagt, krijgt in zijn familie! Zilveren Bok zoeken? Limburg is zo diel Luister wat jullie moeten doen!

15 BIAAR ZE LAMBIK HET LAATST ALS MIJNWERKER GEKLEED GEZIEN HEBBEN, GAAN SUSKE EN WISKE OP VERZOEK VAN TANTE SIDONIA HEM IN DE LIMBURGSE MIJNSTREEK OPSPOREN... Met die hebben we al gelachen, hè! Weet je nog hoe hij zijn pìkhouweel bij de pik vasthield en met de steel kapte? En dan die keer toen hij als een geit liep le rie Om een bok te vangen! Suske, heb je JJa, ik denk) Heu... Pardon, dat gehoord? het ook, \ Ik denk. Wiske! Ì Î Hoe heet die man over )_ Dinges... wie u het daarnet had!) Heu. } d Fe) Á BIUSKE EN WISKE VERNEMEN DAT LAMBIK AL EEN TIJDJE IN DE MIJN WERKT DIE ZE EVEN LATER ZIEN LIGGEN... ë Wiske, leun niet zo tegen die deur! Straks vliegt ze nog Ach, dat gebeurt echt niet!

16 B Ad Als er geen paaltjes staan, na tuurlijk!, 5 Het is toch niet de Zilveren Bok, hè! â Â Hij heeft kale plekken op zijn rug! Precies of iemand er lange tijd op gereden heeft! Die tijd is voorbij, hoor! Maar het moet wel leuk_ geweest zijn, hè! k Fe A EaL0T5 SNIJDT HET GILLENDE GELOEI VAN EEN ALARMSIRENE DOOR DE LUCHT, EN WISKE KIJKT VERRAST IN DE RICHTING VAN DE MIJN...

17 rap ter gens D ROucEvs scharrncen BIA EEN TIJDJE MINDERT DE GEHEIMZINNIGE BOK ZIJN VAART, m. ze (OGENBLIK IJ oeren Ze op oir mouaat ZODAT JE HEM AL EEN BEETJE KUNT ZIEN. SCHIET DE k BOK [A HIER ERGENS VLIEGEN. 3 MET SUSKE OP ZIJN RUG DE LUCHT IN. HET GAAT ZO SNEL DAT JE ZE ZELFS NIET KUNT ZIEN. BIE BOK LANDT VOOR EEN DENNEN- BOS IN DE HEIDE EN REMT ZO BRUUSK DAT SUSKE ER HALSOVERKOP AFVLIEGT. EA ERWIJL SUSKE mider 100 f sis hij hier rog. DAAR LIGT TE ii i Liege IS Wistena EE, f an ZIJN VERDWIJNING L 5 NAAR DE MIJN GELOPEN, IN DE HOOP ER LAMBIK TE VINDEN. Eh. Hoe zal ik het zeggen! Luister, om Nee... Kom! Onze ploegbaas kan dat popjes te maken, gebruikt men fijne beter uitleggen dan ik! iu, Maar die naalden breken weleens, hè] ij

18 te wachten... Heu. Leg jij dat À meisje. Lambik is ont- LY eens uit! N ploft Je wel 1000 stuk- De, En) Oké, misschien) maar ìn 500 stukjes! \Maar.. snik! Hoe... is dat. dan... snik... gebeurd. meneer! Het was zijn eigen fout! In LY Zelfs tot in de kleinste hoekjes, blaten als een geit die LI Maar vanmorgen kwam de plaats van bij zijn ploeg te [l waar hij dan de ganse dag lag te. T] scheelziet van de honger! ry schietmeester in de galerij en. blijven, kroop hij altijd in een of andere verlaten gang! die kende Lambik niet. Hij plaatste LI...instorten! Onze mannen riepen nog. Hopla! Boem! Plof! Een ontploffing, een springladingen om de verlaten galerij [\Maar hoe gaat dat, hè... Het was te laat! se ij en a meer... Niet het minste 5 geblaat. Het bleef stil. BNIEP ONDER DE INDRUK VAN DIT NIEUWS KEERT WISKE TERUG NAAR DE WEIDE, WAAR SUSKE DOOR DE GEHEIMZINNIGE BOK ONTVOERD WERD. Arme Lambik! En arm Suske! Wie ) weet waar dat ventje zit! Ik geloof. snik. dat ik van verdriet en ellende in. snik. zwijm ga vallen! AAAR WISKE VALT ENKEL IN SLAAP MIDDEN IN DE NACHT SCHRIKT ZE WAKKER. ö by

19 KAISKE HERKENT Zeg eens, ezel van een bok! Met je geïtensik! DUIDELIJK DE BOK Als je niet gauw zegt waar Suske is dan. DIE SUSKE ONT- VOERD HEEFT, EN VAART ER WOEDEND TEGEN UIT. MAAR HET DIER 15 NIET GAUW VAN ZIJN STUK _N TE BREN- ri) GEN. staan, en als hij stoot, spring ik opzij, zodat hij er met zijn bokkenkop tegen KAISKE BOTST MET HAAR KOPJE TEGEN EEN STEEN EN VERLIEST HET BEWUSTZIJN. ALVORENS ZE WEER BIKOMT, DUIKT EEN GEHEIMZINNIGE GESTALTE OP.. Wij zullen haar meenemen naar ons krocht... Alle baten helpen, zeì de slager, ende hij spanve zijn vrouw voor de wagen!

20 BEALIKSEMSNEL SCHIET DE BOK DOOR DE LUCHT. MAAR PLOTS SCHRIKT HIJ ZO HEVIG VAN EÉN VLEERMUIS, DAT WISKE DOOR DE SCHOK VAN ZIJN RUG VLIEGT. EAELIJK GESCHROKKEN VLIEGT I5ID00R DE BOK ER BLINDELINGS VANDOOR EN VERDWIJNT MET ZIJN MEESTER IN DE WOLKEN. KAOG ALTIJD BEWUSTELOOS STORT WISKE NAAR BENEDEN EN VALT, EN VALT, EN... = 't 15 eigenlijk gek dat Lambik die tn el [hijs hier komt zoeken, die samen EEN BROAF MENS DE met die Zilveren Bok... _ GEVONDEN, DAT HEM THUIS VERZORGT EN NU ONGELOVIG NAAR ZIJN VERHAAL LUISTERT. in een hol bedolven werd. Maar na mijn avontuur rt met die bok, begin ìk er al anders mr Sy over te denken! mm AET TOEVAL WIL DAT WISKE JUIST BOVEN DE HOEVE NAAR BENEDEN SUIST EN (NATUURLIJK) RECHT IN DE SCHOORSTEEN VALT.

21 CAANNEER WISKE WEER BIKOMT, KAN ZE ECHTER NIET VEEL VERTELLEN, DAAR ZE AL DIE TIJD BEWJSTELOOS Maar één ding weet ìk nog! 0, Suske, Maar vertel het is zo'n droevig nieuws! KC het dan toch! pe Le n 15 GEWEEST. 5 E Oe Ì Fn Ss Mel ri BST a Die goeie lobbes van n Lambik... is. is... ontploft in de mijn! Ee 6, K Ee RE nl 0! 1 het al zo laat! Kinderen, jullie moeten gaan! Ik heb een kostganger die zo thuiskomt! A me Hij betaalt goed, maar hìj wìl hier altijd alleen zijn! Het is een woesteling... Een BIAUWELIJKS ZIJN SUSKE EN WISKE BUITEN, OF DE VOORDEIR WORDT OPEN GESCHOPT. 1) h Dat noem ìk netjes aan de deur ER gezet worden, Suske! Wat nu En sterke jenever in mijn soep en cognac over de aardappelen! Fors eten voor een forse mans- el KRAK! BOEM! SMAK! Alle duivels! [Ach.. Meneer! Sla mijn meu- Die soep is te heet! Ik breek hier } \beltjes niet kapot! Alstublieft, meneer! BEN OUDE VROUW LATEN MISHANDELEN 7 NEE! DAT 15 NIETS VOOR SUSKE EN WISKE! VERONTWAAR- DIGD DUWEN ZE DE DEUR OPEN... 20

22 Geweld! Vour en vlam! bik, w 4 7) A a Sein) Bruut geweld en woeste terreur! Ela 5 M.M... Maar ik heb geen centen! Én bovendien zijn het bank- BIUSKE GEBRUIKT DE DRAAIBOOM, DIE IN DE LIMBURGSE HOEVEN DIENT OM DE KOEKETEL TE VERPLAATSEN, EN KEGELT ER LAMBIK MEE NAAR BUITEN. [EP HT ERF SLAAT EEN SOMBERE GE- 5 aps 5 gw \ STALTE DE LANDING VAN LAMBIK GoDE WN

23 BIE SOMBERE GESTALTE KOMT OP LAMBIK AF EN... WAT BLIKT? Gek om door het venster naar buiten te Tja... Hij ziet er ook uit als een (Kalm! Braaf! Veilig bij komen... [ halvegare! Het jk van een; mij, makker! Waar wie idioot! HET 15 IEMAND DIE WE KENNEN! lij.l{ Ik ben Lambik! ) Heu. Ja... Maar dat Ik! Ja Jall ben ik ook! 0 KAERWIJL DE BRUUT VAN EEN LAMBIK DE DOMME LAMBIK ACHTERNAZIT, VERSCHIJNT HOOG Ik zal eens komen helpen, zeì de meid tegen de hen, ende zij ging de eieren kopen! ) \ En 25 N IN DE LUCHT DE GEHEIMZINNIGE BOKKEN- RIJDER... zi AJ

24 Hij is woest ende baldadig genoeg, maar niet) slim ende gehoorzaam! \Daar heb ik hem weer, zei Jan Kapel, ende hij speelde tweemaal schoppenboer! Ik heb u toch bevolen hem in peis ende vree te laten! Hij ìs iemand met wie gìj anderen kunt vangen Ep 4 verrassing! bl erug naar ons krocht! Ende gij komt er at een plezierig us-) Pas op, hé! Begin niet weer! KAAMBIK ZIET ke en Wisk en 5 niet uit vóór gij een echte ende waarachtige Bokkenrijder zijt! A Ard ONTVOERD WORDEN EN LOOPT GEHEEL VAN STREEK NAAR DE HOEVE. Si) zl Hij lijkt kalm!) Ge Lambik zal ons vertellen wat er gebeurd is, hè ie pins ae hl Wel, ik vond thuis toe- Ja, ja! Daar Ik werd ìn een gaanderij geslingerd en kon er niet meer { Hij sloeg me met een pistool vallig een oud kistje weten we alles van! \uit. Ik kroop verder en stelde vast dat ik ìn het hol op het hoofd en ik verloor en. Ez Maar wat is er met jou van de Bokkenrijders beland was. Plots stond Thijs voor het bewustzijn! Verder weet en na die ontploffing! \ mijn neus! Hoe hij nog leeft, weet ik niet, maar van ik niets meer! " zich bekeren wil hij in elk geval niet weten! Et Ik weet niet hoelang ik in dat hol {Ja, een dubbelganger. Precies dezelf.) Twee Lambikken! En Geheimzinnig... En was het niet om was, maar plots stond ik alleen op de als ik! Maar een echte vlegel! we hebben al zo veel last} dat zilver te kunnen teruggeven. de heide en zag juìst hoe jij mijn dubbelganger eruit zwierde! met één! B Maar zeg, ik heb hier opeens _

25 KAP VOORSTEL VAN WISKE VERLAAT ONS DRIETAL DE HOEVE EN BEGEEFT ZICH NAAR DE KOOLMIJN OM ZICH LANGS DIE WEG TOEGANG TE VERSCHAFFEN TOT HET À Eigenlijk mogen jullie de mijn niet in, maar ik zal jullie binnensmokkelen! springen we in { {zo'n wagentje! IN ELLIKSEMSNEL SCHIET DE LIFT NAAR DE DUISTERE DIEPTEN. VAN DE KOOLMIJN. Su MN AS mas Ee : Jl pe ELEN IL Zo, hier zijn we 700 meter 4 onder de grond! Pak een helm en een lamp, want., 100 meter langs een ladder afdalen om de gaanderij te B waar ik ont- nn, : B Oppassen, hè Wiske! t Is hier pikdonker / Puf! Die duisternis " Da's gek. Ik voel me zo weegt als een blok op Ba fris als een hoentje! Maar mijn schouders! Ng wat is dat daar, Lambik! & EE) E

26 Dat is een schudgoot! Daar gaan we op lagen Al we laten ons voort- Kom, spring er maar af (6... S.. Suske, hou me ee... ee. eens tegen. We zijn INN zt Ik kan niet ophouden B Ee a: met bibi bieren, Per gokkenrijders- Ne HOL AFSLUIT EN gf WISKE ZET ZICH METEEN MET EÉN BOORHAMER AAN HET WERK OM EEN GAT TE MAKEN. 0! 0! Ik kan het miet houden! ier, Wiskel! B GAET GAT IN DE WAND DIE HET BOKKENRIJDERSHOL AFSLUIT ee ZEE en ie WORDT LANGZAAM MAAR ZEKER GROTER... / C ( ne a Al tt =S Geef me de bn even!, ga daar Wel, de blijft ze u eens een kijkje GD OO Wiskell Hallo! Wiske! me zi

27 Lidoor, mijn bok, kijk wie ik overrompeld ende gevangen heb! Onze Een schoenlepel We IJ Á G LaN DVO Lambik, ik heb geen schoenlepel ge- Y{ Het zal toch geen pijn doen, vonden. Maar ìk heb iets beters! hè! jr ZS Oef, het is gelukt! Maar wacht even, hè Kijk! Sporen van de bok! Kom! We Suske! Ik Sd PY volgen ze!

28 Isidoor, mijn bok, zal u bewaken ter- 8 binnengegaan wijl ik deze ingang versper EEE ben als zij dit ende camoufleer! y LANGE DRADEN wdn A DIE HIJ VERVOLGENS haken IN DE VORM VAN EEN SPINNENWEB VOOR DE INGANG VASTMAAKT. Ik probeer te ontsnappen voor die ar Oei! Die stomme bok is niet 0 jee! Hij wil me tegen die balk verpletteren! ouwe baas ershont! ns akkoord! emma == is (/ en) En laat die sprinkhaan nu maar. terugkomen! Dan gaat die hier iets beleven! Ende nu zal ik mijn gevangene aan mijn Heer ende Meester gaan overleveren! 27

29 Potverdikke! Twee vliegen in een klap! De l sprinkhaan en Lambik "an r jo: Vreemd. Maar nu ben ik voor niets Hél Wat is dat! Wat KAISKE BINDT = meer bang! Rn voel ik hier! Een gaatje! THIJS, LAMBIK II Ee EN ISIDOOR DE ê Nog een gaatje! Een BOK VAST EN / GAAT ALLEEN OP ZOEK NAAR DE GEHEIMZINNIGE ZILVEREN BOK mm,, Au! Au! Kom je uit de er hemel, laat me dan vlug KOMT WISKE MET los! En kom je uit de hel, dan. dan. nog vlug- HAAR VINGER I IN EEN VREEMD VOORWERP TERECHT EN RAAKT NIET MEER LOS. rd Heb je van je leven! NN 3 GAIEROP LAAT Een deurklopper in de 69 DE DEURKLOPPER vorm van een doods- k rr WISKES VINGER RS hoofd! 2! El Send PLOS EN SPREEKT... F

30 EK als deurtelefoon! Maar vie spreekt daar!) Bons ende sla driemaal met de klopper ende de deur zal opengaan! Vooruit dan maar! Alles of niks! Maar niet meer bijten, Bam! De deur slaat dicht! Ik ben }lk zal maar eens gaan Ik ben de Zilveren Bok! Kom, wees gezeten opgesloten! eee) kijken! Het woord dg [ ende drink met mij een beker Wij zullen gezellen mm Kom, Wiske! Ik weet \ bang ken ik niet! ende kameraden zijn! 27 Kameraden! Jij bent de kwaadste Haha ende hahaha! Kom, {Ik zal u al mijn zwarte kunsten ende nog niet! Maar waarom al die laten wij eerst klinken pomperijen verklaren, zodra gij mij geheimzinnigheid! ie BK ende drinken! XE trouw gezworen hebt ende alzo tot mijn a 1 nieuwe Bokkenrijdersbende a be. 29

31 Wat! Zoiets van mij denken! Ik, een kind van goede familie! Luister eens, onzichtbaar scharminkel, } \aan elkaar hangt, terug te ik kom om Thijs te bekeren en het. MES (Vinden en. Stilte! Gij waagt het mij te tarten ende uìt te dagen! Welaan dan. â anschouw degene die voort) P.. p.. pas op, hè! M.. {} Vuur ende schiet, an uw heer ende meester ) Maak me niet kwaad, hè! Of} ende gij zult zien hoe ) Ik geloof je zal zijn! 0f ik schiet! À achtig ik ben! iet! Bis: BIOOR DE TOVERKUNSTEN VAN DE ZILVEREN BOK KRULT DE LOOP VAN HET PISTOOL PLOTS TROM EN HET SCHOT GAAT AFL ne Ende nu zult gij ondervinden wat KINDERTUSSEN hij die het waagt mij te tarten_{ PegopGDEN LAMBIK overkomt! EN SUSKE HET Onzin, Lambik! Hier zijn de sporen, kijk! Ik ben niet voor niets SPOOR VAN ISIDOOR DE BOK TOT AAN HET SPINNENWEB. AET TOEVAL WIL DAT LAMBIK TEGEN EEN GEHEIME DEUR LEUNT, DIE PLOTS OMKANTELT EN HEM IN EÉN DUISTERE OPENING DOET VERDWIJNEN.

32 Thijs, laat Isidoor onze Jk heb niet gezegd} Of Isidor onze boeien niet )Ha! Gij wilt BENIEP ONDER DE INDRUK VAN DE VERDWIJNING VAN LAMBIK, ZET SUSKE DE TOCHT boeien doorknagen! _} dat gij kunt zagen!) \ kan doorknagen!!!! mij plagen! } val \ A ). VOORT, MAAR..., IS Of JS ed pe, EA Gij moet wat harder Laat lsidoor onze boeien doorknagen! \lsidoor, mijn bok, knauw ende ende luider spreken! el knaag mijn touwen door! Ik hen wat Mn Ï Waarom hebt si dat ende aan de niet vroeger ende PR ac dove kant! Te DL eerder gezegd! A en pr Ne Wa FE IES ee. Jes \ 5 LN AEN ' NS, A BUSKE BEREIKT DE RUIMTE OP HET OGENBLIK DAT HET TWEETAL ZICH VAN ZIJN BOEIEN BEVRIJD HEEFT EN ZICH VAN WAPENS UIT EEN MUURKAST VOORZIET. Pak ende knip hem! ER Een sabel! Kom :, zaet EE maar op! f >) LA, SD A= Po GQ en BIUSKE WORDT TOT VLAK BIJ DE DEUR VAN DE ZILVEREN BOK GEDREVEN, DIE PLOTS OPENGEWORPEN WORDT EN...

33 Thijs ende Lambik! Wiske {.terwijl zij de nieuwe gevangene is thans onze bondgenoot!\ {naar boven brengt! N Zeg eens, ie De Zilveren Bok i l fis mijn baas! us let op wat je _YWB W ken ik je miet meer! zegt, hè! Wat is er gebeurd! ): Luister, zij is mijn bondgenoot ende} Wat?! Ik! Bokkenrijder! pb (Zij zult ook Bokkenrijder worden! \ Dat zie je van hier! Hij heeft mij een blauwzilveren oog geslagen! Gij moet hem ter dood

34 Dat is toch wel veel ) Doe het ende bewijs 4 >) 5 gevraagd, hoor! {mij aldus uw eig À à eid! SWZ Vooruit dan maar! Terwijl ik dat doe, doe ìk niets anders! Wiske, zou ie dat APfF! Je hebt hu echt kunnen doen! )me nooit kun- Ik! Of dacht je dat ik nooit meer bij mijn positieven En nu ga ik eens met dat dubbele exemplaar afrekenen! EE R/ Waarmee komt de juf-)wat een bru-»\ frouw zich hier taaltje! bemoeien! / komt, meisje, maar voor ons beiden is hier geen plaats. En IK blijf II! \ y 8

35 BIE ZILVEREN BOK VERLOOR HET BEWUSTZIJN DOOR HET PISTOOLSCHOT Nee... Onderuit, zeg IK! Hier is Wiske! EE De ES EN KAN NIET TUSSENBEIDE KOMEN WANNEER DE TWEE WISKES HET DUEL AANGAAN... Wat een slachtpartij! Maar wie is nu ONS Wiske? NAAR PLOTS KOMEN LAMBIK EN THIJS, DIE HUN RONDE GEDAAN HEBBEN, Donder ende bliksem! Daar ligt onze zilveren meester met zijn i HET VERTREK BINNENGEVALLEN.. Se en Overrompel ende overval JLaat mij 't maar doen, haar! pr zilvere! & A Cd) U el Wiske! Pas op! De Bokkenrijders! Suske, je hebt zeker koorts! Waar!

36 Maak alles klaar voor de eredienst ende laat uw harten onze be nde voltallig ende 7 volledig zijn! KAP BEVEL VAN DE ZILVEREN BOK { Wel heb je van je leven! Allemaal WORDT HET ECHTE WISKE IN EEN met bokkenvellen getooid! HOK GEWORPEN. EVEN LATER WORDT En Suske, de pali tussen ZE DAAR DOOR TROMGEROFFEL UIT B FAALT JN A Kk 4 d ir vangene los en plaats hem op Ik heb een voorgevoel dat er iets naars gaat zilveren rug! gebeuren! & N Vl B Plam! Plam! Plam! Rataplamplam! Plam! Plam! Plam! Mensen toch! Suske! Mijn arm Suske! Suske blijft daar als betoverd zitten en die ouwe taaie draait en 35

37 FO Draaien ende altijd maar draaien, Thijs! U Ì EN HET KWAAD DAT IN SUSKE ZIT, EN DAT HIJ JARENLANG MET BRAAF ZIJN BEDWON- GEN HEEFT, KOMT DOOR HET DRAAIEN AAN DE STAART VAN DE BOK IN DE VORM VAN EEN TWEEDE SUSKE TEVOORSCHIJN. Nu snap ik het, Suske! Dat hebben ze \Precies! En terwijl mij en Lambik ook gelapt, toen we jullie daar gevangen bewusteloos waren! Die dubbelgangers [zitten, gaan wij met zijn onze slechte ik! HE de Zilveren Bok op a strooptocht! Gezel Sus, zwart van ziel ende kwaad- )Ja, hoor! De simpele mensen brand- [Hoe kunnen ze zo laagaardig van inborst, weet gij wat wij jschatten en hun spaarcenten afnemen! hartig zijn! willen ende beogen! Ende welke burger zal onze eerste prooi ende \ lachtoffer zijn? Ver VEL AJS 0) jer id Welaan dan, nog een laatste dronk heeft een dik pensioen en ook een spaarboekende wij gaan erop af Thijs zal eerst nog de gevangenen doen je, geloof ik! ee l EEN TERWIJL DE BOKKENRIJDERS ZICH KLAAR MAKEN OM UIT TE RIJDEN, BEGINT THIJS HET WREDE BEVEL UIT TE VOEREN. af

38 pe Gij ziet, ik ben zeer bedreven in 7 zulke zaken! lg nl Terwijl wij weg zijn, zullen de kaarsen fel, Ik poets de plaat opbranden, ende als hun vlam de lont ende zal u wel bijgenraakt, zullen de kanonnen u in vegen als ik terugkom! EAN TERWIJL SUSKE EN WISKE VOL ANGST DE BRANDENDE KAARSEN GADESLAAN, DOORKLIEFT VOOR HET EERST IN TWEE EEUWEN EEN BOKKENRIJDERSBENDE DE LUCHT BOVEN VLAANDEREN. NN Ò Pp: Ea ). ef Dj Wat dijn is, mijn is! Stuur ANA) sf scheef vooruit!(*) par nd CELLULE LN KLJ REZ K Zo slecht stonden we er_) Ja, ik geloof IN W.W... Wiske! Jk Ik zal sneller in )Hang nu niet de zielenpiet uit, hè! Nee... Maar mijn hog nooit voor, he ook dat we de pi- {de hemel zijn dan jij! Ik ben ook miet van beton, hoor!_\} kaarsje is iets kleiner, Wiske! WPT heut zijn a! ii Je hebt gelijk, Suske! Heu. Wat zou ik zeggen. Heu... 37

39 KIN DE DIKKE Arm Suske! Ik durf niet te kijken! Zon) { Wiske, ben ik nu dood! KIN Suskelll Je bent springlevend! MEK flink baasje Snik. oe OE VULLEN NA HET : TRAGISCHE KANONSCHOT, WACHT WISKE SNIKKEND HAAR hd LOT Ik snap het al! Het kanon was verstopt door een muizen-} {_Ja, lach maar! Aan mij _\ MLAISKE KAN NIET VERDER FOETEREN, nest, en de kogel ìs er van achteren uitgevlogen! denk je niet, hè] Mijn WANT DE KAARS 15 OPGEBRAND EN al kanon is niet verstopt} Ik BDE VLAM SLAAT IN HET BUSKRUIT. zie de kogel zitten! Ik... EaLOT5 WIJST DE LOOP VAN HET KANON NAAR HET PLAFOND. HET BLIKT OP EEN VALLUIK TE STAAN, DAT PLOTS VAN ONDEREN WORDT OPENGEDUWD. DY Ssst! Still Ik kom je verlossen! Al

40 EAODRA LAMBIK WEER BIJ ZIJN POSITIEVEN I5, BEVRIJDT HIJ SUSKE EN WISKE. HIJ VERTELT HOE HIJ DOOR DE GEHEIME GANG LIEP EN TOEVALLIG ONDER HET WIK BELANDDE. Met deze wapens als de weerlicht naar Tante Sidonia! De Bokkenrijders gaan haar huis aanvallen! SG Heu. Kinderen, blijf eens verstijfd SM van schrik staan! JN AR Geen tijd, et JE Maar kijk dan toch! Daar! Bd Hoog in de lucht! Ï EN nh N ì N SS KEN BRANDENDE WAGEN MET VLAMMENDE GERAAMTEN SUIST OVER DE DUISTERE HEIDE. MAAR TER HOOGTE VAN ONZE VRIENDEN VERLIEST DE SPOOKWAGEN EEN WIEL.. N Ik ga eens met die snuiters praten! Een braaf kind hoeft er niet bang voor te zijn. 39

41 Zeg, makker, als je niet op- ) Dit vuur ie niet À Wat betekent dit dan Gij kent zeker de_} In het jaar 1743 werden, hier op past met dat karretje vuur, van deze wereld ende) allemaal? Een reclame) legenden van uw volk B} {de heide, mensen als Bokkenrijders komen er nog brokken van! Br kan geen kwaad, voor stookolie! niet! M veroordeeld ende aan de galg iel EK EN opgeknoopt! leder jaar voer ik deze onschuldige ende jammerende leder diertje zijn In moeilijkheden geraakt door de geesten in deze wagen over de heide als stichting pleziertje. Heu... Bokkenrijders! Of gij mijn wagen even ende hatetn voor de lichtvaardige magi- Ik moet je iets vra- kunt lenen? straten! Es Ermee vliegen! En dat ) Dat is geen echt vuur! DE VUUI gf Hi ISKE GOOIT HET vuur dan, Wiske! IN Dat is maar hie verd gr ende veral wijnen zal! E VLAM TEN, nr Ïk vraag me af of we de geluidsmuur niet zullen doorbreken! REN DUN M ZIN KORNUITEN MET Î BIJ HAAR luij..

42 B BIE SLECHTE SUSKE, WISKE EN LAMBIK STELLEN ZIOH AAN DE VOORKANT VN HET HUIS OP. DE ZILVEREN BOK EN THIJS RAN DE AOHTERKANT.. nn Wie belt er nu nog zo laat aan! EE Ik zal nog maar eens naar de voordeur hinken! d ke 2 Ia 2 (KW) 2 ij BÀ mens van achteren beslui- A pen ende met mijn sabel Hela, ij! Je bent een beetje) gem te wild voor je jaren! Sc bewerken! SS k 5) nà \ an De Cr

43 5 WIE PE, (Jk zal het u verklaren, vrouwe! Van ieder : De goeden heb ik verdelgd, Ces { van hen heb ik er twee gemaakt ende de slechten komen u es ende getoverd! E beroven ende bestelen! zijn!!l Dat kan niet!) a zeld! Ende gij zult het niet voort ende verder vertellen want uw tijd is gekomen! Nog één uitweg! 5 blijven hangen tot PY én. hij voorbij is! Dat vrouwmens ìs woest ende arglistig! Ik zal de grote middelen aanwenden!

44 KOG VOORDAT nsen toch! Zou die DE BOKKENRIJDERS Ì ZICH WEER IN SLAGORDE HEBBEN OPGE- STELD, HEEFT TANTE SIDONIA - ALLE VENSTERS EN DEUREN DICHTGETIMMERD. Gij zijt Bokkenrijders van niemendal! Ik zal ende moet opnieuw met mijn boze machten a oe EEN MAGISCH GEBLAAT UIT, EN PLOTS STIJGEN DE MUREN EN HET DAK DE LUCHT IN. BIAUWELIJKS GAAT HET HUIS DE HOOGTE IN, OF DE BOKKEN- RIJDERS STORMEN VOORUIT. MAAR TANTE SIDONIA HINKT NAAR BUITEN EN HET HUIS DAALT OVER DE BOKKEN- RIJDERS NEER. Waar de trawanten falen, )Maak je geen illu- B WAAAR HET VERBAND VAN Vermorzelen, vergruizen ende verpulveren zal ik u! zal de meester slagen! sies, Jongen. Ik ben TANTE SIDONIA'S VOET BLIJFT E AAN EEN STOM TAKJE HAKEN. ( 43

45 : nn EEN Onze zilveren meester gaat te ver dat de doodsstrijd van een vijand HAN HET HUIS ende overdrijft! Zelfs bij rovers X gerekt wordt! Geef ende hans OPGESLOTEN, wordt niet geduld. mij een zaag! ZIEN DE Ev kad, 4 BOKKENRIJDERS DOOR HET SLEUTELGAT HOE WREED DE ZILVEREN BOK TANTE SIDONIA TOETAKELT.. Wel heb je van je leven! Wat zo'n doe KAERWIJL EEN GAT ZAAGT THIJS EP uitrichten, itn hè 5 Ran inno! OM NAAR BUITEN y TE KUNNEN, STAAKT DE ZILVEREN BOK DE STRIJD. HIJ MOET WEL. EAN ZOALS TE VERWACHTEN KANDERDAAD, DE ZON KOMT VIEL, OP EN DAAR 15 VERSCHIJNEN NET OP DAT MOMENT SUSKE, WISKE EN LAMBIK TEN TONELE. NIETS AAN TE DOEN. DUS MOET DE VUURWAGEN VERDWIJNEN... \Z BES on 44

46 ETD ON Dat doet mij deugd ende plezier! BIOG VOOR DE BOKKENRIJDERS HET HUIS KUNNEN VERLATEN, STORTEN SUSKE, WISKE EN LAMBIK DOOR HET DAK EN SNIJDEN HUN DE AFTOCHT Af. st uiven en! { ond, 4 KN 5 M Ik kan niet! Ik zit vast, Wiske! WEE RE: Vooruit, naar boven, Suske! We moeten die sabels hebben! Lambik, vlug, breng de sabels!

47 el Aan u de eer, Bokkenrijders! Ende gij moet niet bang zijn, ijn weerloos ende ongewapend! NAAR NAUWELIJKS ZETTEN DE DRIE BOKKENRIJDERS EEN VOET IN DE KAMER, OF ZE SPATTEN ALS ZEEPDELLEN UITEEN EN VERDWIJNEN IN HET NIETS! BIS Ni / Á Als je daarmee begint, od Ja maar, daar kom ìk niet bers doen verdwijnen, { zul je het druk hebben in tussen! Alleen als het hoor! Ik dacht zo, het hoor, engeltje! Ik val > over je slechte ik wordt tijd dat ìk ze { van het ene avontuur N mn een handje ga ae in het andere! maar eens! Én... pas op, al hè! Er staat je nog wat 46

48 KAAMBIK, DIE OP DE BENEDENVER- DIEPING TERECHT 15 GEKOMEN, VERSPERT DE UITGANG VOOR THIJS, DIE DOOR HET GAT IN DE MUUR WILDE ONTSNAPPEN. Nu nog een brandende toorts ende Ende nu mijn zilveren meester van die manke zij kunnen roosteren ende poot verlossen! braden! KAHIJS BEVRIJDT DE ZILVEREN BOK, EN SAMEN SCHIETEN ZE DE LUCHT IN OM WNAAR BOVEN EEN BOS GEKOMEN, NAAR HUN HOL TERUG TE KEREN. TANTE SIDONIA VOEREN ZE ALS GEVANGENE MEE. DREEKT ri AF. ( { Ef a ODA RN SE) [za hier maar vat be Ee Ziiveren sok MN VLAMMEN OP EN Sr0rT B a VE, A wusteloos blijven hangen! _EN THIJS HEBBEN KRAKEND IN. BPN ETS CEMENT OER EN VLIEGEN PT VERDER. EEN EIND of; DAARVANDAAN GAAT TANTE SIDONIA'S HUIS, WAARIN SUSKE, WISKE EN LAMBIK OPGESLOTEN ZITTEN. 47

49 EL ) (CI in het bad kruipen was _N niet zo'n slecht idee, hè! Oei! Oei! Ocharme! Hij zal op zij minst gestikt en gebraden zijn! Hoe kom je daar nu bij! Zag je dan niet dat ìk EAODRA LAMBIK in een ijskast zat! 4 UIT HET IJSBLOK É ee VERLOST 15, BESTIJGEN ONZE VRIENDEN DE BOKKEN VAN DE VERDWENEN BOKKENRIJDERS EN ZETTEN DE ACHTERVOLGING IN. ee al 4 6 p, kij Hél Dat beest heeft de hik! _) Laat het eens schrikken, Lambik! } Ja, dat kan ik eens probe- ) [Hé, bokkenkop, ren! kijk eens om!

50 BIUSKE EN WISKE VLIEGEN VERDER, ZONDER DE VERDWIJNING E( Maar ik ook niet! p VAN LAMBIK OP TE MERKEN. DEZE PLOFT ZONDER OM WEGEN IN EEN BOS NEER. ih Waar ben ik hier eigenlijk? {Op t eerste gezicht in een bos! Een... hand? Hé.. een hand! Dus hier most ik vandaan zien 7 A ZAMEN 4 KA Her sreuikcenas RES ME Se De Wilde Stier zal niet gedogen } \Alweer geheimzinnigheid! Ik zou dat in zijn bijzijn een oude E{ {dus bang moeten zijn, maar. we us vrouw mishandeld wordt! : dl y A kj mn IK BEN HET BEU! Bok of stier, het kan me niet schelen! Oog om tand, tand om oog! 1 É dá, \ z \ 49

51 Hal Hal De Wilde Stier is machtig en strijdlustig! NEE Na ee a Mr le Een padvinder?! Ik had je alles moeten uitleggen! Ik ben een ezel! Dat verandert in zaak! Een padvinder beschermt de dieren! BAANNEER DE KLEINE PADVINDER OP ZIJN FLUITJE BLAAST, KOMT HEEL DE STIERENPA- TROUILLE AANGELOPEN. TANTE SIDONIA WORDT OP EEN DRAAGBAAR NAAR HUN KAMP OVERGEBRACHT. KAERWIJL LAMBIK EN TANTE SIDONIA IN HET PAD VINDERSKAMP TE GAST ZIJN, ZIJN DE ZILVEREN BOK EN THIJS IN DE OMGEVING VAN HUN HOL AANGEKOMEN... Zilveren Meester, wij kunnen toch niet platzak ende zonder iets terugkeren!

52 EE Je weet zeker niet dat ìk Arme stak-, ker! Hier... wat geld. Ende ga 5 (geen werk heb! Er Cin vrede! Nd SR k Yi De bh 4 AN LA pn Ha, ik zie al een ander ende beter ee Uw geld of uw leven! In naam van mijn meester, de slachtoffer! Zilveren Bok! B MA, IAEA SE Dd E 7 NP) (C \ Ik ben belastinginspecteur! Hoe zwaar Ik zal dat eens Een zilveren bok van 80 kilo, 200} WIE CONTROLEUR is die zilveren bok en hoelang IJ uitrekenen! jaar met terugwerkende kracht, VERTREKT EN heb je hem al? plus de boete, is samen 3 miljoen. HIJS LAAT HET Betaalbaar AE dl vijf AANSLAGBILJET AAN DE ZILVEREN BOK ZIEN, DIE HELEMAAL VAN ZIJN GEITEN- MELK 15. pennen Bn ES Het is wreed ende crimineel! Een offic vv wij É MN DE WAAN DAT DE BOKKENRIJDERS AL dienst voor het roven ende FE JN THUIS ZIJN, DRINGEN SUSKE EN WISKE OP stelen van centen! B VI) M_ DAT MOMENT NET HET HOL BINNEN... ha Abd 51

53 Eel Laat hem lopen, Thijs! Ik heb me bedacht! Wij zijn daarna gaan wij ons ìn het Duivelsven, in het niet van deze tijd! Ik ga ons hol vernielen ende moeras, laten wegzinken! Aldus bestaat er geen KAHIJS EN DE kans ende mogelijkheid. ZILVEREN BOK 8 : NADEREN HET HOL ISIDOOR DE BOK RUIKT ZIJN STAL EN GAAT ERVANDOOR. pn IP dat zij u nog bekeren ende het zilver, Met mijn laatste toverteken verniel BEN FELLE BLIKSEMSCHICHT waaruit ìk gegoten ben, aan de bestolen kerken ik ons hol! VERNIETIGT MET EEN DOFFE KNAL Cterugschenken! io 5) En % NN ld j 1) JE * HET HOL WAARIN SUSKE, WISKE EN DE VLIEGENDE BOKKEN ZICH BEVINDEN. BN je jp ad BENOK DE KOOLMIJN NAAST HET HOL WORDT Een veeseljk B_ NIET GESPAARD. DAAR BEGINT METEEN. GEKRAAK.. EEN RVZ LAATSTE KREET VAN SUSKE EN WISKE... EN ZE WORDEN ONDER HET PUIN BEGRAVEN... ETEN Oe NOA == m: Verzamelen! Wilde Stier KANDERTUSSEN k NN heeft een spoor 16 LAMBIK MET PA 4 gevonden! DE PAD VINDERS A ERZ É OP STAP OM HET HOL OP TE SPOREN WAARVAN HIJ DE LIGGING VERGETEN 15...

54 Ln nl Donder ende bliksem! Wij SS toel : Kee gevolgd! hd N U de N Haha! Daar is het Duivelsven! [_B7 nl Verdorie! Die kereltjes zijn kwiek! Ach... Zo moeilijk kan un dit toch niet zijn! / NE EnND ee ) Ne Wij springen midden in het moeras. { noch gij, noch mijn zilveren lijf in Ze zitten vast, maar we \ Hier zullen wij ons laten wegzinken hun handen vallen! kunnen er niet bij door ende aldus zullen. dat moeras!) HH 53

55 BIE PAD VINDERS HEBBEN ER VLUG IETS OP GEVONDEN. DWARS DOOR HET MOERAS WORDT EEN BRUG GEBOUWD NAAR DE PLEK WAAR B DE ZILVEREN BOK P EN THIJS ZICH LATEN WEGZINKEN.. el Zilveren Meester, waarom vermorzelt ende vernietigt gij hen niet met een toverspreuk! IL {A Ik heb gefaald, Thijs, ende ik ben mijn toverkracht kwijt! Zodra het moeras ons KANDERTUSSEN 15 verzwolgen hef, zal ik skis gen benbus beeld in. dat zi nooi inden! CU at zij nooit En bed zullen r en EN ikea P As H R SUSKE EN WISKE BEWUSTELOOS AANGETROFFEN. Ik snap nog altijd niet hoe die balk precies boven hun hoofd is blijven BIUSKE EN WISKE WORDEN NAAR HET Á KAMP OVERGEBRACHT. WANNEER ZE OPGEKNAPT ZIJN, LEGT TANTE SIDONIA HUN DE TOESTAND UIT, penn En raad nu eens, tante, wat ik hìer achter EVEN LATER WORDT VANAF DE Een bericht! Luister! Suske en mijn rug houd. Het is iets dat ìk in de mijn KAMPTOREN EEN BERICHT GESEIND Wiske komen STOP Brengen heb gevonden! NAAR DE BRUGGENBOUWERS. verrassing mee! O «, Ad Je AS ma rs LE eid NA ORT EEN

56 BIUSKE EN WISKE en el Thijs, 200 jaar geleden heb je je willen _\ {De beeltenis van de Heilige bekeren toen je dit beeldje zag! Bedenk_ Barbara! Ja, ik herinner, Ende ik kom! Mijn boze meester heeft nu geen vat ende invloed meer op mij! KOMEN AAN BIJ HET Be voor het te laat is! het mij! MOERAS OP HET VE: OGENBLIK DAT DE BRUG DE ZILVEREN BOK BEREIKT, DIE OP HET PUNT STAAT NAAR DE BODEM TE ZINKEN. BIE ZILVEREN BOK GRIJPT DE ONGELUKKIGE THIJS VAST EN SAMEN ZINKEN ZE WEG IN DE MODDER VAN HET MOERAS... BREGGEN HEEFT Oei oei oei. En we hebben zo ons best gedaan! Net nu hij zich GEEN ZIN... wilde bekeren, verdrinkt die arme Thijs in het moeras! DE ZILVEREN BOK Oei oeì oei! EN THIJS ZIJN VOOR- GOED VERDWENEN. ONTMOEDIGD KEERT DE GROEP NAAR HET KAMP TERUG, WAAR DE HELE NACHT DE JAMMERKLACHTEN VAN LAMBIK WEERKLINKEN. KAAR EVEN NA MIDDERNACHT... Lambik, kom ende onderbreek even EN uw gejammer! Maar, makker, je ziet toch wel \Mij komen storen dat ik bezig ben met Va ili Haha ende Hahaha!!! Id EN 55

57 Twee eeuwen leefde ik door boze machten als een zondaar! De beeltenis der Heilige Barbara deed mij zulks beseffen. Ende alvorens met de boze bok ìn het moeras te verdwijnen. daalde een gemeend berouw ìn mijn hart ende Zo zal ik de eeuwige nieren. Ziehier het bewijs! Geeft het aan de vrede kennen! Ende bestolen ker- hen. MN nu nog een laatste Aan 6,.. Id Gestolen ende gepikt goed gedijt ende rendeert niet! EIND GOED. Al GOED. DE ZILVEREN BOK WERD OP EEN KAR GELADEN EN ONDER LUID GEZANG NAAR DE BESTOLEN KERKEN OVERGEBRACHT, WAAR HET ZILVER WEER TOT KERKSIERADEN ZAL WORDEN VERWERKT... Want wij willen vooruit! 7 Daar de toekomst ons toebehoort! D* 2018 Standaard Uitgeverij