akte heeft de volgende indeling:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "akte heeft de volgende indeling:"

Transcriptie

1 1 KOPIE /AK1/NS AKTE HOUDENDE VASTSTELLING VEILINGVOORWAARDEN Heden, zeventien maart tweeduizend éénentwintig, verklaar ik, mr Brian Rudie de Randamie, notaris te Rotterdam: Opdrachtgever de naamloze vennootschap: ABN AMRO Bank N.V., statutair gevestigd te Amsterdam, kantoorhoudende te 1082 PP Amsterdam, Gustav Mahlerlaan 10, ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer , hierna te noemen: de verkoper, heeft mij, notaris, de opdracht gegeven voor de executoriale verkoop van het hierna omschreven registergoed (inclusief de roerende zaken als bedoeld in artikel 3:254 Burgerlijk Wetboek) op grond van artikel 3:268 Burgerlijk Wetboek. Ten behoeve hiervan stel ik, notaris, hierbij de voorwaarden voor deze executoriale verkoop vast. Deze voorwaarden gelden voor zowel de veiling als de onderhandse verkoop en zijn door mij, notaris, in overleg met de verkoper en overeenkomstig artikel 517 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering vastgesteld. Als bewijs van instemming hiermee worden deze voorwaarden ook ondertekend door of namens de verkoper. Deze voorwaarden worden ook geplaatst op hierna te noemen: de website of Deze akte heeft de volgende indeling: 1. Algemene informatie 2. Informatie over het registergoed 3. Financieel 4. Openbare executoriale verkoop (veiling) 5. Onderhandse executoriale verkoop (onderhandse verkoop) 1. Algemene informatie 1.1 datum en plaats De executoriale verkoop vindt plaats op tweeëntwintig april tweeduizend éénentwintig vanaf dertien uur (13.00) geheel via internet via de website waarbij opbod en afmijning in één zitting zullen geschieden voor mij, notaris of voor een van de andere notarissen verbonden aan het kantoor van mij, notaris, of hun waarnemers, hierna te noemen: de notaris, tenzij de executoriale verkoop plaatsvindt door middel van een onderhandse verkoop als bedoeld in artikel 3:268 lid 2 Burgerlijk Wetboek. 1.2 registergoed Het registergoed is: 1. het appartementsrecht, rechtgevende op het uitsluitend gebruik van de woonruimte met balkon, gelegen op de vierde verdieping en een berging, gelegen op de begane grond van het gebouw, één en ander met toebehoren, plaatselijk bekend Spadinalaan 53 te 1031 KB Amsterdam, kadastraal bekend gemeente Amsterdam, sectie K, complexaanduiding 9026-A, appartementsindex 48, uitmakende het onverdeeld zevenentachtig/achtduizendvijfhonderddrieëntachtigste (87/8.583ste) aandeel in de gemeenschap, welke gemeenschap omvat het

2 2 voortdurend recht van erfpacht van een perceel grond - eigendom van de gemeente Amsterdam - gelegen aan de Grasweg te Amsterdam, met de rechten van de erfpachter op de zich op die grond bevindende opstallen, zijnde een appartementencomplex, genaamd "De Prinsendam", omvattende vierenzeventig (74) woningen met berging, ten tijde van de splitsing in appartementsrechten kadastraal bekend gemeente Amsterdam, sectie K, nummer 9000, groot negentien are achtenzeventig centiare, welk perceel grond is belast met een recht van opstal ten behoeve van een ondergrondse parkeergarage; de verplichting tot betaling van de erfpachtscanon is afgekocht tot dertig april tweeduizend zevenenvijftig; de erfpachtscanon ten tijde van de afkoop bedroeg tweeduizend vierhonderd zesenzestig euro ( 2.466,00); 2. het appartementsrecht, rechtgevende op het uitsluitend gebruik van de parkeerplaats in de kelder, plaatselijk bekend Bundlaan 2 te 1031 KB Amsterdam, kadastraal bekend gemeente Amsterdam, sectie K, complexaanduiding 9028-A, appartementsindex 155, uitmakende een twee/zeshonderdtweeëndertigste (2/632ste) onverdeeld aandeel in de gemeenschap, welke gemeenschap omvat het voortdurend zakelijk zelfstandig recht van opstal als bedoeld in artikel 5:101 Burgerlijk Wetboek, omvattende het recht om in, op of boven het perceel grond - eigendom van de gemeente Amsterdam, gelegen te Amsterdam aan de Grasweg te Amsterdam, ten tijde van de splitsing in appartementsrechten kadastraal bekend gemeente Amsterdam, sectie K, nummers , groot drie (3) centiare; , groot achtenzestig (68) centiare; , groot achtenzestig (68) centiare; , groot achttien (18) are, zeventig (70) centiare; , groot veertien (14) are, zes (6) centiare; , groot negentien (19) are, achtenzeventig (78) centiare; , groot vier (4) are, twaalf (12) centiare; , groot twaalf (12) are, zevenennegentig (97) centiare; , groot negenenzeventig (79) centiare; , groot vijf (5) are, eenentwintig (21) centiare; , groot zevenenzeventig (77) centiare; , groot elf (11) are, vierendertig (34) centiare, derhalve in totaal groot zesenzeventig (76) are, drieënvijftig (53) centiare, een ondergrondse parkeergarage met aan- en toebehoren te hebben gesticht, in eigendom te hebben, houden, onderhouden, repareren, controleren en zo nodig te vernieuwen, waaronder mede begrepen in- en uitritten, hydrofoorruimten en bergingen en waarin gesitueerd zullen zijn de liftschachten en trappenhuizen van de boven de parkeergarage gerealiseerde woongebouwen ten behoeve waarvan bij de uitgifte in erfpacht van de betreffende woongebouwen erfdienstbaarheden zijn

3 3 gevestigd; de verplichting tot betaling van de erfpachtscanon is afgekocht tot dertig april tweeduizend zevenenvijftig en de erfpachtscanon ten tijde van de afkoop zevenenvijftig euro bedroeg ( 57,00); op welke registergoederen Publiekrechtelijke beperkingen rusten te weten: - een kennisgeving, vordering, bevel, beschikking Wet bodembescherming, met betrokken bestuursorgaan Gemeente Amsterdam, afkomstig uit stuk register hypotheken 4 deel nummer ingeschreven op vier november tweeduizend twintig; - een Huisvestingsverordening, splitsingsvergunningstelsel, Huisvestingswet 2014, met betrokken bestuursorgaan Gemeente Amsterdam, afkomstig uit stuk register hypotheken 4 deel nummer ingeschreven op vier november tweeduizend twintig; hierna te noemen: het registergoed. 1.3 eigenaar/schuldenaar De eigenaar van het registergoed is: Enz; hierna te noemen: de eigenaar en/of de schuldenaar. De eigenaar is ook de schuldenaar. 1.5 hypotheek-/pandrecht Op het registergoed is ten behoeve van de verkoper een recht van hypotheek gevestigd, hierna te noemen: het hypotheekrecht, in hoofdsom groot vierhonderdduizend euro ( ,00), met een inschrijfbedrag groot vierhonderd vijftig duizend euro ( ,00), met rente en kosten begroot op éénhonderd tachtig duizend euro ( ,00), dus tezamen ten belope van zeshonderd dertig duizend euro ( ,00). Dit blijkt uit een akte op vijftien juli tweeduizend tien verleden voor genoemde notaris Kuin. Een afschrift van die akte is ingeschreven in de openbare registers van het kadaster op diezelfde dag, in register Onroerende Zaken Hypotheken 3, deel 60690, nummer 52, deze akte hierna te noemen: de hypotheekakte. In de hiervoor vermelde akte is een pandrecht gevestigd op: - alle tegenwoordige en toekomstige roerende zaken die volgens verkeersopvatting bestemd zijn om het Onderpand duurzaam te dienen en door hun vorm als zodanig zijn te herkennen; - alle tegenwoordige en toekomstige aan het Onderpand aangebrachte veranderingen en/of toevoegingen; - alle rechten en acties, voortvloeiende uit huur- of pachtovereenkomsten die het (de) onderpand(en) (zullen) betreffen, in bijzonder de rechten op de huur- respectievelijk pachtpenningen en op vergoedingen, ongeacht welke, terzake van het gebruik van het (de) onderpand(en); - alle rechten en acties die de Schuldenaar tegen degenen die het (de) onderpand(en)

4 4 zonder recht of titel in gebruik (zullen) hebben, kan laten gelden; - alle rechten en acties die de Schuldenaar tegenover derden mocht hebben of verkrijgen ingeval van ontbinding, nietigverklaring of vernietiging van de overeenkomst(en), krachtens welke het (de) onderpand(en) of een gedeelte daarvan door de Schuldenaar of één van diens rechtsvoorgangers werd(en) verkregen; - op alle rechten en aanspraken, waaronder uitdrukkelijk begrepen het recht de spaarrekening op te zeggen, in en buiten rechte uitbetaling van de spaarrekening te eisen en in ontvangst te nemen, welke de schuldenaar kan of zal kunnen ontlenen aan de in de hypotheekakte onder spaarverzekering overeenkomst(en); hierna te noemen: het pandrecht. Het hypotheek- en pandrecht strekken tot meerdere zekerheid voor de terugbetaling van alles wat de schuldenaar op welke grond dan ook aan de verkoper schuldig is, zal zijn of worden volgens de administratie van de verkoper en tot de in de hypotheekakte vermelde hoofdsom, met rente en kosten. Op het hypotheekrecht zijn van toepassing de bepalingen van de hypotheekakte en de daarin van toepassing verklaarde algemene (hypotheek)voorwaarden. 1.6 rangorde inschrijving Het hypotheekrecht en het pandrecht zijn eerste in rang. 1.7 schuld Het bestaan en de omvang van de schuld van de schuldenaar aan de verkoper blijkt uit de administratie van de verkoper. 1.8 recht tot executoriale verkoop De vordering die door het hypotheekrecht is gedekt, is direct opeisbaar geworden door: - nalatigheid van de schuldenaar in de terugbetaling van dat wat hij aan de verkoper verschuldigd is, ondanks de nodige aanmaningen van de verkoper; - verhuur van het registergoed zonder toestemming van de verkoper. 1.9 verzuim schuldenaar Op grond van wat hiervoor en het in de hypotheekakte en de daarin van toepassing verklaarde algemene voorwaarden is vermeld, is de schuldenaar in verzuim met de voldoening van dat waarvoor de hypotheek tot waarborg strekt. De verkoper is als gevolg daarvan bevoegd gebruik te maken van zijn rechten als eerste hypotheekhouder en eerste pandhouder. De verkoper kan daarom onder meer gebruikmaken van zijn recht tot executoriale verkoop op grond van artikel 3:268 Burgerlijk Wetboek aanzegging Deze executoriale verkoop is op grond van artikel 544 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en met inachtneming van artikel 7:128a Burgerlijk Wetboek tijdig aangezegd aan: - de eigenaar/schuldenaar; - de (onder)huurder van de woning, tegen wie het huurbeding kan worden ingeroepen (op basis van artikel 549 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering) alsmede

5 5 ontruimings- en huurbeding, in verband waarmee de verkoper een daartoe strekkend verzoekschrift bij de voorzieningenrechter heeft ingediend; - hen van wie het recht uit de registers blijkt en van wie het recht door de executoriale verkoop tenietgaat of vervalt toepasselijke algemene veilingvoorwaarden Op deze executoriale verkoop zijn van toepassing de Algemene Voorwaarden voor Executieverkopen 2017 (inclusief de daarin opgenomen begrippen), voor zover deze voorwaarden en/of begrippen in deze akte niet worden gewijzigd of aangevuld. Voor zover in deze akte niet anders is bepaald, is niet beoogd af te wijken van de definities in de begrippen van de Algemene Voorwaarden voor Executieverkopen De Algemene Voorwaarden voor Executieverkopen 2017 zijn vastgesteld bij akte op vijf december tweeduizend zestien verleden voor mr. J.H. Oomen, notaris te s- Hertogenbosch. Een afschrift daarvan is ingeschreven in de openbare registers van het kadaster op vijf december tweeduizend zestien in register Onroerende Zaken Hypotheken 4, deel nummer 129. Deze Algemene Voorwaarden voor Executieverkopen 2017 worden hierna ook AVVE genoemd uitoefening recht van parate executie De verkoper oefent bij deze verkoop zijn rechten uit als hypotheekhouder. In dit kader moet de verkoper rekening houden met de gerechtvaardigde belangen van de eigenaar en/of de schuldenaar, ook als de koop en/of de levering op grond van de executoriale verkoop uiteindelijk niet plaatsvindt. De koper kan de verkoper hier niet voor aansprakelijk houden. 2. Informatie over het registergoed 2.1 feitelijke objectinformatie - milieu Het is de verkoper niet bekend of het registergoed is verontreinigd met giftige, chemische en/of andere gevaarlijke stoffen. Het is de verkoper ook niet bekend of zich in het registergoed (ondergrondse) olie- en/of septic tanks bevinden. Het is hem verder niet bekend of zich in het registergoed asbesthoudende en/of andere voor de gezondheid schadelijke materialen bevinden. Aan deze akte wordt gehecht de Bodemrapportages Omgevingsrapportage met datum twintig november tweeduizend twintig van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. - funderingsinformatie Aan deze akte is gehecht een funderingsviewer indicatieve aandachtsgebieden van het Kenniscentrum Aanpak Funderingsproblematiek in samenwerking met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland waarop is aangegeven een inschatting van funderingsproblemen. - bouwwerken zonder bouwvergunning Volgens de data en informatie van de gemeente Amsterdam op de website data.amsterdam.nl zijn ten aanzien van het registergoed geen besluiten genomen in de

6 6 zin van artikel 2.1 tot en met 2.3a Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (bouwwerken waarvoor geen omgevingsvergunning is verleend). Ook zijn er geen handhavingsacties in verband met artikel 2.1 tot en met 2.3a Wet algemene bepalingen omgevingsrecht te verwachten en zijn er in verband met artikel 2.1 tot en met 2.3a Wet algemene bepalingen omgevingsrecht geen dwangsommen opgelegd. De verkoper staat niet in voor de juistheid en/of volledigheid van de verkregen informatie. - energielabel Op staat vandaag geen definitief energielabel van het registergoed geregistreerd. 2.2 juridische informatie - bestemming Wat betreft de bestemming en het toegestane gebruik van het registergoed sub 1 wordt verwezen naar de Basisregistratie Adressen en Gebouwen, waarbij als gebruiksdoel wordt aangegeven: woonfunctie. Wat betreft de bestemming en het toegestane gebruik van het registergoed sub 2 wordt verwezen naar de Basisregistratie Adressen en Gebouwen, waarbij als gebruiksdoel wordt aangegeven: overige gebruiksfunctie. De bestemming volgens de erfpachtvoorwaarden is: woning en parkeerplaats. Het toegestane gebruik volgens het splitsingsreglement is: woning en parkeerplaats. Op grond van het splitsingsreglement is verhuur wel toegestaan. Het registergoed is, voor zover de verkoper bekend, nu in gebruik als woning en parkeerplaats - privaatrechtelijke rechten en beperkingen Ten aanzien van erfdienstbaarheden, kwalitatieve verplichtingen, kettingbedingen en/of andere bijzondere verplichtingen met betrekking tot het registergoed wordt verwezen naar een akte van levering op dertien oktober tweeduizend acht verleden voor mr P.L.E.M. de Meijer, notaris te Amsterdam, bij afschrift ingeschreven ten kantore van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers in register hypotheken 4 op dertien oktober tweeduizend acht in deel nummer 182. In die akte is onder meer woordelijk vermeld: "Lasten en beperkingen Enzovoorts. 3. de akte waarbij de Gemeente Amsterdam de grond verkreeg, te weten een akte van "levering fase I en aanvullende grondruil", houdende kwijting voor de koopsom, op vijftien september tweeduizend vijf verleden voor genoemde notaris Boodt, bij afschrift ingeschreven ten kantore van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers te Amsterdam op diezelfde dag in register Hypotheken 4, deel 19297, nummer 109, woordelijk luidende: "WET BODEMBESCHERMING Op diverse gedeelten van voormeld registergoed rusten de volgende aantekeningen in de zin van artikel 55 Wet bodembescherming, ter zake waarvan de comparanten,

7 7 handelend als gemeld, verklaarden volledig bekend te zijn: 1. een besluit de dato vier maart tweeduizend vier met nummer: MIL 3179; 2. een besluit de dato zeven november negentienhonderd zesennegentig met nummer: MIL 363; 3. een besluit de dato vierentwintig september negentienhonderd zevenennegentig met nummer: MIL 633; 4. een besluit de dato veertien oktober negentienhonderd negenennegentig met nummer: MIL 2093; en 5. een besluit de dato zestien februari tweeduizend vijf met nummer: MIL 3491." Enzovoort "X. SANERING EN RESTVERONTREINIGINGEN In opdracht van Shell is een sanering uitgevoerd zoals vermeld in artikel 4 van de Koop en Ruilovereenkomst. De sanering is conform de geldende richtlijnen milieukundig begeleid en geëvalueerd. Voor de sanering is op drieëntwintig juni tweeduizend vijf door Shell een Uitvoeringsplanevaluatie mobiele verontreinigingen Fase I opgesteld en ingediend bij de Dienst Milieu en Bouwtoezicht. Dit rapport met aanvullende informatie is beoordeeld door de Dienst Milieu en Bouwtoezicht en akkoord bevonden blijkens een brief de dato negen september tweeduizend vijf met kenmerk: AMO363/00868/B53, waarvan een kopie aan deze akte wordt gehecht. Aan de voorwaarde voor sanering van Fase I voor de levering daarvan, zoals gesteld in artikel 4 lid 4 van de Koop en Ruilovereenkomst, is nagenoeg voldaan. Achtergebleven mobiele verontreinigingen zoals vermeld in het Uitvoeringsplan-evaluatie mobiele verontreiniging Fase I dienen nog conform de beoordeling van de Dienst Milieu en Bouwtoezicht door en voor rekening en risico van Shell te worden verwijderd in de volgende fasen. Shell is aansprakelijk en verantwoordelijk voor eventuele herverontreiniging van het overgedragen terrein door mobiele verontreinigingen afkomstig van de nog niet overgedragen terreindelen." Enzovoort "XIII. VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN/RECHT VAN OVERPAD Ter uitvoering van artikel 12 lid 6 van de Koop en Ruilovereenkomst en onder de voorwaarden en bepalingen als daarin bepaald, wordt bij deze om niet gevestigd de erfdienstbaarheid van weg als bedoeld in artikel 5:70 van het Burgerlijk Wetboek, inhoudende de verplichting voor Shell, als eigenaar van het dienend erf, kadastraal bekend gemeente Amsterdam, sectie K, nummers 8344, 8342, 8338 en 8339, allen gedeeltelijk (erfdienstbaarheid sub a) en nummers 8330 en 8332, beide gedeeltelijk (erfdienstbaarheid sub b), om te gedogen dat ten behoeve van Fase I en Registergoed III (heersend erf): a. de Gemeente, gebruikers (waaronder niet begrepen bouwers en leveranciers van door deze bouwers gebruikte materialen) en bewoners,

8 8 gebruik maken van de Badhuisweg om van en naar de openbare weg, thans genaamd Buiksloterweg, te komen met alle soorten van vervoer; en b. de Gemeente, ING Vastgoed Ontwikkeling B.V., bouwers en leveranciers van door deze bouwers gebruikte materialen, gebruik maken van de bevoegdheid om van en naar de openbare weg, thans genaamd Grasweg, te komen met alle soorten van vervoer. Voormelde erfdienstbaarheden zullen worden opgeheven bij de levering van Fase III, danwel zo spoedig mogelijk daarna. XIV. DAMWANDEN Aan de IJ-zijde van Fase I, nabij gebouw Overhoeks, is in opdracht van Shell ten behoeve van de bodemsanering een gehuurde damwand geplaatst als grond- en waterkering (de IJ-damwand). Daarnaast zijn er damwanden aangebracht tussen Fase I en respectievelijk Fase II A en Fase II B. Deze vormen een erfgrens tussen de betreffende percelen, zolang Fase II A en Fase II B niet zijn gesaneerd en geleverd. Doordat als steunconstructie voor de damwanden is gekozen voor een aarden talud levert dit een tijdelijke gebruiksbeperking op over de gehele breedte van de taluds voor zowel de Gemeente als ING Vastgoed Ontwikkeling B.V. De Gemeente als koper accepteert deze steunconstructie onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat indien de taluds, om welke reden dan ook, dienen te worden ontgraven, de kosten van alle aanvullende voorzieningen aan de damwanden ter vervanging van de taluds die hieruit voortvloeien voor rekening en risico zijn van Shell. Ten aanzien van de IJ-damwand zal de Gemeente Shell tijdig informeren zodra de vooroever zover gereed is dat de damwand zonder gevaar van overstroming kan worden verwijderd. De Gemeente zal Shell toegang verlenen ten behoeve van het verwijderen van de IJ-damwand. Alle gehuurde damwanden zullen door en voor rekening en risico van Shell worden verwijderd, de damwanden bij Fase II A en Fase II B als onderdeel van de saneringswerkzaamheden van respectievelijk Fase II A en Fase II B. De kosten van de huur van alle damwanden komen voor rekening van Shell." Enzovoorts; 5. gemelde akte van uitgifte in erfpacht en de daarbij van toepassing verklaarde algemene bepalingen, woordelijk luidende: "VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN Met betrekking tot de hierna te vestigen erfdienstbaarheden handelt de comparant sub 2 in gemelde hoedanigheid, te dezen tevens als gerechtigde tot de rechten van opstal als hiervoor onder hoofdstuk B sub II.1.B genoemd, in deze hoedanigheid hierna ook te noemen: "de Opstaller". Genoemde rechten van opstal zullen door Opstaller worden verkregen door de inschrijving van een akte van vestiging opstalrechten mede op heden voor mij, notaris, verleden. Algemene erfdienstbaarheden Ten behoeve en ten laste van het Recht van Erfpacht en ten behoeve en ten laste van de

9 9 hiervoor onder hoofdstuk B sub II.1.B gemelde rechten van opstal, hierna tezamen ook te noemen: "het Opstalrecht" worden hierbij, over en weer, gevestigd de erfdienstbaarheden, waardoor de toestand, waarin het Recht van Erfpacht en de Opstalrechten zich ten opzichte van elkaar bevinden blijft gehandhaafd, speciaal voor wat betreft de aanwezigheid van leidingen en kabels (zoals kabels en leidingen voor elektriciteit en leidingen voor gas en water en hydrofoorruimten), alsmede de erfdienstbaarheden van afvoer van hemelwater, gootwater, faecaliën door rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins, inbalking, inankering, overbouw (waaronder begrepen funderingen, dragende muren, kolommen en stabiele wanden tussen de parkeergarage en de woongebouwen), alsmede licht en uitzicht. Voormelde rechten van erfdienstbaarheden geven aan de gerechtigden van de heersende erven te allen tijde het recht het lijdend erf te betreden indien dit voor het genot dier erfdienstbaarheden en het onderhoud of de vernieuwing der daarmede in verband staande werken nodig is. Met betrekking tot de kosten van onderhoud, herstel en vernieuwing van ieder gedeelte der tot deze erfdienstbaarheden behorende werken zijn partijen overeengekomen: onderhoud van genoemde gemeenschappelijke gedeelten/installaties kan uitsluitend door de gerechtigden van het Recht van Erfpacht en de gerechtigden van het Opstalrecht gezamenlijk uitgevoerd worden. De gerechtigden van het Recht van Erfpacht en de gerechtigden van het Opstalrecht zijn verplicht met betrekking tot het onderhoud in onderling overleg een kostenverdeling vast te stellen. Indien partijen geen overeenstemming bereiken inzake een kostenverdeling dient het ontstane geschil aan een of meer deskundigen worden voorgelegd ter beslechting bij wege van arbitrage of bindend advies. Erfdienstbaarheid trappenhuis en lift Ten behoeve en ten laste van het Recht van Erfpacht en ten behoeve en ten laste van het opstalrecht hiervoor onder hoofdstuk B sub II.1.B.i. wordt hierbij gevestigd de erfdienstbaarheid van het hebben en houden van een trappenhuis en een liftkoker naar (en in) de parkeergarage in verband met de toegang tot de boven de parkeergarage te realiseren woongebouwen vanuit de parkeergarage en vice versa. De kosten voor het onderhoud en herstel van het trappenhuis en lift zijn voor rekening van de gerechtigden tot het Recht van Erfpacht." 6. de kwalitatieve verplichtingen in de zin van artikel 6:252 Burgerlijk Wetboek en de kettingbedingen zoals die zijn vermeld in de Algemene Bepalingen voor voortdurende erfpacht 2000 Amsterdam. Enzovoort "Opstalrecht Het op de grond rustende opstalrecht omvat het recht om in, op of boven het perceel grond een ondergrondse parkeergarage met aan- en toebehoren te stichten, in eigendom te hebben, houden, onderhouden, repareren, controleren en zo nodig te vernieuwen,

10 10 waaronder mede begrepen in- en uitritten, hydrofoorruimten en bergingen en waarin gesitueerd zullen zijn de liftschachten en trappenhuizen van de boven de parkeergarage te realiseren woongebouwen. Gemeld opstalrecht werd gevestigd bij akte van vestiging recht van opstal, op negenentwintig augustus tweeduizend acht verleden voor genoemde notaris Boodt, bij afschrift ingeschreven ten kantore van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers op één september tweeduizend acht in register Hypotheken 4, deel nummer 169. Voorwaarden Opstalrecht Op bedoeld opstalrecht zijn de volgende bepalingen van toepassing, woordelijk luidende: "B. VOORWAARDEN RECHT VAN OPSTAL Deze vestiging Recht van Opstal geschiedt: I. onder de - naar analogie toe te passen - Algemene Bepalingen voor voortdurende erfpacht tweeduizend van de gemeente Amsterdam, vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam bij besluit van vijftien november tweeduizend nummer: 689 en opgenomen in een notariële akte en met die akte ingeschreven ten kantore van de Dienst voor het Kadaster en de Openbare Registers (destijds nog gehouden te Amsterdam) op zevenentwintig december tweeduizend, in register Hypotheken 4, deel 17109, nummer 37, met uitzondering van artikel 4 lid 2 van die bepalingen, zulks met dien verstande dat waar in die Algemene Bepalingen sprake is van "erfpacht", "erfpachter" of "canon", daarvoor gelezen dient te worden respectievelijk "opstalrecht", "opstaller" of "retributie", hierna te noemen: de "Algemene Bepalingen", ter zake waarvan de comparanten handelend als gemeld, verklaarden bekend te zijn en daarvan geen nadere omschrijving te verlangen; en II. onder de navolgende bijzondere bepalingen, waarin met "het terrein" wordt bedoeld: de bij deze akte te bezwaren onroerende zaak en met "Burgemeester en Wethouders": Burgemeester en Wethouders van Amsterdam, woordelijk luidende: 1. het terrein waarop het opstalrecht betrekking heeft, dient te worden aanvaard in de staat, waarin dit zich ten tijde van de levering bevindt, met dien verstande dat: A. het terrein bij aanvang van het opstalrecht in milieuhygiënische zin op grond van de Wet Bodembescherming onder voorwaarde van projectmatige sanering geschikt zal zijn voor de bestemming; B. de opstaller nadrukkelijk verklaart bekend te zijn met het gegeven, dat de op het opstalrecht van toepassing zijnde voorwaarden onverlet laten de bevoegdheid van de Gemeente om de rond ten laste waarvan het opstalrecht is gevestigd: i. in erfpacht of een ander zakelijk recht uit te geven, bebouwd te houden respectievelijk te (laten) bebouwen, dan wel ii. een openbare bestemming te geven, mits daardoor de rechten van de opstaller niet onredelijk worden belemmerd; C. de opstaller is er in dit verband mee bekend, dat het terrein waarop het opstalrecht

11 11 wordt gevestigd belast wordt met: i. vier (4) voortdurende erfpachten met betrekking tot: 1. drie (3) op het parkeerdak op te richten woongebouwen cum annexis, ter plaatse als op tekening met nummer 705-G01 met rode kleur en de terreinnummers B-1-1, B-1-2 en B-1-3 aangegeven; 2. de tot gemeenschappelijke tuin bestemde onbebouwde terreingedeelten op het parkeerdak, ter plaatse als op die tekening met groene kleur aangegeven; ii. onderdelen van een voortdurend opstalrecht met betrekking tot een WKO-installatie, ter plaatse van het onderhavige opstalrecht parkeren bestaande uit installaties, leidingen en aan- en afvoeren, elk met aanhorigheden; in dit kader: 1. verklaart de opstaller zich nadrukkelijk bekend met: a. de voorwaarden waaronder deze erfpachten en het opstalrecht worden gevestigd en de beperkingen die deze ten aanzien van het opstalrecht parkeren met zich meebrengen; b. de samenhang tussen het opstalrecht met betrekking tot de parkeergarage, het opstalrecht met betrekking tot de WKO-installatie en de erfpachten met betrekking tot de boven de parkeergarage op te richten bebouwing, in te richten gemeenschappelijke tuin en openbare ruimte; 2. zullen zo mogelijk bij de vestiging van het opstalrecht worden gevestigd al zodanige erfdienstbaarheden als noodzakelijk blijken te zijn tussen onderscheiden perceelsgedeelten waarop de opstalrechten en de erfpachten betrekking hebben, inhoudende - voor zover nodig over en weer - de verplichting voor de gerechtigde(n) tot de onderscheiden rechten te dulden, dat de feitelijke toestand, waarin de van de diverse rechten deel uitmakende opstallen zich conform de geprojecteerde toestand ten opzichte van elkaar zullen bevinden, wordt gehandhaafd, respectievelijk eventuele strijdigheden met het burenrecht worden gelegaliseerd; 3. zal de Gemeente als grondeigenaar met de vestiging van de vorenbedoelde erfdienstbaarheden instemmen overeenkomstig het bepaalde in artikel 5:84 lid 3 Burgerlijk Wetboek; D. voorts is de opstaller er mee bekend, dat: 1. op de aan de oostzijde van het perceel grenzende kavel in een latere fase een aansluitende parkeergarage zal worden gerealiseerd; de opstaller is verplicht mede te werken aan de vestiging van rechten van overpad en alle overige noodzakelijke erfdienstbaarheden ten gunste en ten laste van het perceel respectievelijk ten laste en ten gunste van het perceel waarop de uitbreiding zal worden gerealiseerd; 2. het boven het dak van de parkeergarage gelegen maaiveld, ter plaatse als op tekening grijze kleur aangegeven, openbaar is en door en voor rekening van de Gemeente in eerste aanleg als speelvoorziening zal worden ingericht en onderhouden; de opstaller dient de parkeergarage voldoende zwaar te construeren rekening houdend met: een gelijkmatig verdeelde statische belasting van vier kilonewton per vierkante

12 12 meter (4 kn/m²) alsmede voor een dynamische belasting op basis van verkeersklasse 30; de door de opstaller aan te brengen waterdichte afdekking van het parkeerdak (tevens ondergrens van het openbaar maaiveld) dient eveneens op het openbaar gebruik van het maaiveld berekend te zijn; ter vermijding van beschadiging van de onderliggende opstallen zal de Gemeente zich in haar hoedanigheid van publiekrechtelijke wegbeheerder inspannen, dat geen voertuigen, objecten of evenementen die deze verkeersklasse 30 overschrijden, zich op het openbaar gebied zullen begeven of plaatsvinden; E. de opstaller nadrukkelijk verklaart bekend te zijn met: i. de milieuhygiënische staat van de bodem en het grondwater en de verplichtingen, die dat met zich meebrengt, waaronder de verplichting het perceel projectmatig te saneren en bij wijze van sanerings-/isolatiemaatregel de vloeren en wanden, die de scheiding vormen tussen de bebouwing en bodem / grondwater te realiseren, beide overeenkomstig de daaraan door de Dienst Milieu en Bouwtoezicht (het bevoegd gezag) gestelde eisen; ii. de grondmechanische staat van het terrein en de daarin aanwezige zichtbare of onzichtbare bouw-/puinresten en/of obstakels alsmede met het gegeven, dat deze aanwezigheid de bouw kan bemoeilijken; F. onverminderd het onder G. gestelde vrijwaart de opstaller de Gemeente van alle aanspraken op schadevergoeding en compensatie, welke zij, haar rechtsopvolgers, huurders en eventuele derde belanghebbenden zouden kunnen doen gelden ter zake van eventuele (bedrijfs)schaden ten gevolge van of in verband met het bestaan en/of de vorenbedoelde gebruiksbeperkingen en/of de sanering van de in de bodem en het grondwater bestaande verontreinigingen dan wel zichtbare of onzichtbare bouw- /puinresten en/of obstakels als hiervoor onder E. bedoeld; G. nadat het bevoegd gezag de Deelgebiedevaluatie van de projectmatige sanering van het perceel zal hebben goedgekeurd, vrijwaart de Gemeente ING Vastgoed Ontwikkeling B.V. tegen alle aanspraken, kosten en vorderingen welke derden jegens ING Vastgoed Ontwikkeling B.V. mochten doen gelden ten gevolge van in de ondergrond van het perceel achtergebleven dan wel nog aan te treffen bodemverontreiniging; de Gemeente heeft aldus jegens ING Vastgoed Ontwikkeling B.V. geen enkele actie in verband met de bodemkwaliteit van het perceel; 2. onverminderd het onder 6 bepaalde is het opstalrecht bestemd tot tweehonderd vijfenzestig (265) parkeerplaatsen, twee (2) motorparkeerplaatsen en achtennegentig (98) woningbergingen van in totaal zeshonderd vijfenveertig vierkante meter (645m2) bruto vloeroppervlak ten behoeve van de woningen op de terreinen B-1-1 (vierenvijftig stuks) en B-1-3 (vierenveertig stuks); de opstaller is verplicht het opstalrecht overeenkomstig deze bestemmingen te gebruiken; het opstalrecht omvat naast de parkeerbak zelf een aantal bovengrondse toegangen en een aantal ventilatieroosters, die uitkomen boven het dak van de parkeergarage;

13 13 3. onverminderd het onder 6 bepaalde, verklaart de opstaller nadrukkelijk beken te zijn met: a. de verplichting het perceel te bebouwen conform het door de Gemeente goedgekeurde bouwplan; b. de verplichting om het perceel en de opstallen overeenkomstig de bestemmingen te gebruiken; en c. het verbod het bouwvolume van de opstallen te wijzigen, zoals vermeld in de artikelen 13, 15 en 16 van de Algemene Bepalingen en de mogelijkheid van herziening van de retributie bij wijziging van de bestemming, het gebruik of de bebouwing; 4. de opstaller is gerechtigd tot het onder-/overbouwen van de aangrenzende, tot het openbaar areaal bestemde gronden, voor zover dit volgt uit de uitvoering van het bouwplan, waarop door de Gemeente een bouwvergunning is afgegeven; 5. ter ondersteuning van het door de Gemeente te initiëren parkeerbeleid voor het gebied waarin het opstalrecht is gelegen is de opstaller bij verhuur van de parkeerplaatsen casu quo bij de vervreemding van op parkeerplaatsen rechtgevende appartementsrechten verplicht deze in de volgende volgorde te huur dan wel ter verwerving aan te bieden, tenzij de opstaller tevens zakelijk gerechtigde is tot een boven de parkeerkelder gelegen woning en hij die woning tezamen met een parkeerplaats verhuurt casu quo de daarop rechtgevende appartementsrechten tezamen verkoopt: A. aan erfpachters van de boven het opstalrecht gelegen wooncomplexen, die nog niet de beschikking hebben over het aantal parkeerplaatsen corresponderend met het aantal woningen dat de erfpacht omvat; dan wel indien een bovenliggende erfpacht in appartementsrechten is gesplitst aan appartementsgerechtigden tot een woning, die nog niet de beschikking hebben over een parkeerplaats; B. aan huurders van woningen, gelegen in een van de boven het opstalrecht gelegen wooncomplexen, die nog niet de beschikking hebben over een parkeerplaats; C. aan erfpachters van de boven het opstalrecht gelegen wooncomplexen, die nog niet de beschikking hebben over het aantal parkeerplaatsen corresponderend met de voor het aantal woningen dat de erfpacht omvat geldende parkeernorm, dan wel - indien een bovenliggende erfpacht in appartementsrechten is gesplitst- aan appartementsgerechtigden tot een woning, die nog niet de beschikking hebben over het aantal parkeerplaatsen corresponderend met de voor de woningen geldende parkeernorm; D. aan huurders van woningen, gelegen in een van de boven het opstalrecht gelegen wooncomplexen, die nog niet de beschikking hebben over het aantal parkeerplaatsen corresponderend met de voor de woningen geldende parkeernorm; E. aan derden; 6a. de opstaller is gerechtigd om tot inpandige herontwikkeling van het opstalrecht over te gaan, indien de stagnerende verkoop van de parkeerplaatsen en/of van de bovenliggende woningen daartoe noopt;

14 14 6b. de opstaller is verplicht alvorens tot herontwikkeling over te gaan, met de Gemeente in overleg te treden teneinde in onderling overleg overeenstemming te bereiken over de kaders voor die herontwikkeling; hieronder dienen tenminste begrepen te zijn: A. het tijdskader waarbinnen de herontwikkeling plaats zal vinden en het herontwikkelde opstalrecht zal worden gerealiseerd; B. de zo nodig door de Gemeente te bepalen aanvullende kaderstelling voor herontwikkeling en de uit deze elementen voortvloeiende consequenties; C. de eventueel benodigde aanpassing van de onder 2. Omschreven bestemming, gebruik en financiële voorwaarden van het opstalrecht en de notariële vastlegging daarvan; 7a. de opstaller is verplicht het opstalrecht voor de oplevering van de bebouwing te splitsen in tweehonderd zevenenzestig (267) appartementsrechten, elk omvattende één (1) parkeerplaats en achtennegentig (98) appartementsrechten elk omvattende één (1) woningberging; gedurende deze periode wordt de goedkeuring als bedoeld in artikel 22 lid 1 van de Algemene Bepalingen voor deze splitsing in appartementsrechten geacht te zijn verleend; 7b. wanneer de opstaller aan zijn onder a. bedoelde verplicht zal voldoen, dan dient hij Burgemeester en Wethouders te verzoeken de verdeling van de grondwaarde, retributie en afkoopsom over de te vormen appartementsrechten vast te stellen; 7c. de opstaller is verplicht de appartementsrechten omvattende de woningbergingen met de bouwnummers: A. 268 tot en met 321 te leveren aan de erfpachter van terreinen B-1-1, en B. 322 tot en met 365 te leveren aan de erfpachter van terreinen B-1-3" Enzovoort "C. BOUWBLOK/DUUR/RETRIBUTIE Deze vestiging geschiedt voorts onder de volgende voorwaarden met betrekking tot het bouwblok, waarin het Recht van Opstal is gelegen, de looptijd van het eerste tijdvak en de data van aanpassing en betaling van de retributie: in voormelde besluiten van de directeur van Projectbureau Noordwaarts is vastgesteld dat: 1. het bij deze akte te vestigen voortdurende Recht van Opstal een bouwblok vormt in de zin van artikel 2 lid d van de Algemene Bepalingen, waarvan de grenzen zullen worden gevormd door de begrenzing van de opstallen; 2. als datum, met ingang waarvan voor het eerst een opstalrecht, gelegen in het hiervoor onder 1 omschreven bouwblok, is verleend, aan te nemen een mei tweeduizend zeven; op welke datum derhalve is begonnen te lopen het eerste tijdvak bedoeld in artikel 2 lid k van de Algemene Bepalingen; op welke datum derhalve is begonnen te lopen de termijn van vijftig jaar, vermeld in artikel 2 lid k van de Algemene Bepalingen;

15 15 het eerste tijdvak zal derhalve eindigen op dertig april tweeduizend zevenenvijftig; 3. de halfjaarlijkse termijnen van de retributie moeten worden voldaan vóór of op de eerste mei en de eerste november van elk jaar; 4. in verband met de onder bijzondere bepaling 7a. aan de opstaller opgelegde verplichting tot splitsing in appartementsrechten van het opstalrecht, de op het opstalrecht gealloceerde grondwaarde, retributie en afkoopsom, op grond van artikel 22 lid 3 van de Algemene Bepalingen en het in lid b van voornoemde bijzondere bepaling gestelde, over de te vormen appartementsrechten te verdelen als op het bij voormeld aanvullend besluit van achtentwintig augustus tweeduizend acht mei nummer: EvC8285 behorende financieel overzicht is aangegeven." Enzovoort. "VESTIGING ERFDIENSTBAARHEID Erfdienstbaarheid inzake Uitbreiding Parkeergarage In verband met het bepaalde onder voormelde Voorwaarden Recht van Opstal (sub II.1.D.1) wordt hierbij gevestigd de erfdienstbaarheid ten laste van het gedeelte van het perceel thans eigendom van de Gemeente dat bestemd is voor de aanleg van de (toekomstige) uitbreiding van de parkeergarage ten oosten van de huidige parkeergarage en ten behoeve van de opstal van het Recht van Opstal I ter zake van alle gemeenschappelijke technische voorzieningen, leidingen, kabels, ventilatiesystemen en alle overige aan te brengen technische voorzieningen, doorgangen, in- en uitritten van de parkeergarages en dergelijke." Enzovoort "ERFPACHTVOORWAARDEN Op de in voortdurende erfpacht uitgegeven grond, waarop het gebouw waarvan het verkochte deel uit maakt is gesticht, welke grond eigendom is van de gemeente Amsterdam en welke grond belast is met een recht van opstal ten behoeve van de bouw van een ondergrondse parkeergarage, zijn van toepassing: I. de Algemene Bepalingen voor voortdurende erfpacht tweeduizend van de gemeente Amsterdam, vastgesteld door de gemeenteraad van Amsterdam bij besluit van vijftien november tweeduizend met nummer: 689 en opgenomen in een notariële akte en met die akte ingeschreven in voormelde Openbare Registers (destijds nog gehouden te Amsterdam) op zevenentwintig december tweeduizend, in register Hypotheken 4, deel 17109, nummer 37, met uitzondering van artikel 4 lid 2 van die bepalingen; en II. de navolgende bijzondere bepalingen, zoals vastgelegd in de betreffende akte houdende uitgifte in erfpacht, op negenentwintig augustus tweeduizend acht verleden voor genoemde notaris Boodt en ingeschreven ten kantore van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers op één september tweeduizend acht in register Hypotheken 4, deel nummer 171, waarin met "het terrein" wordt bedoeld de bij gemelde akte in voortdurende erfpacht uitgegeven en aanvaarde onroerende zaak en met "Burgemeester en Wethouders" de Burgemeester en Wethouders van Amsterdam,

16 16 woordelijk luidende: "1. het terrein dient te worden aanvaard in de staat, waarin dit zich ten tijde van de levering bevindt, met dien verstande dat: A. het terrein bij aanvang van de erfpacht in milieuhygiënische zin op grond van de Wet Bodembescherming onder voorwaarde van projectmatige sanering geschikt zal zijn voor de onderscheiden bestemmingen; B. het in erfpacht uit te geven terrein belast is met: i. een voortdurend recht van opstal met betrekking tot een gedeelte van een parkeergarage: ii. onderdelen van een voortdurend opstalrecht met betrekking tot een WKO-installatie ter plaatse bestaande uit installaties, leidingen en aan- en afvoeren, elk met aanhorigheden; in dit kader: 1. verklaart de erfpachter zich nadrukkelijk bekend meet: a. de voorwaarden die op deze opstalrechten van toepassing zijn en de beperkingen die deze ten aanzien van de erfpacht met zich meebrengen; en b. de samenhang tussen de opstalrechten met betrekking tot de parkeergarage, de WKO-installatie en de erfpacht met betrekking tot de daarboven op te richten bebouwing en in te richten tuinen; 2. zullen zo mogelijk bij de vestiging van de erfpacht worden gevestigd al zodanige erfdienstbaarheden als noodzakelijk blijken te zijn tussen onderscheiden perceelsgedeelten waarop de opstalrechten en de erfpacht betrekking hebben, inhoudende - voor zover nodig over en weer- de verplichting voor de gerechtigde(n) tot de onderscheiden rechten te dulden, dat de feitelijke toestand, waarin de van de diverse rechten deel uitmakende opstallen zich conform de geprojecteerde toestand ten opzichte van elkaar zullen bevinden, wordt gehandhaafd, respectievelijk eventuele strijdigheden met het burenrecht worden gelegaliseerd; 3. zal de Gemeente als grondeigenaar met de vestiging van de vorenbedoelde erfdienstbaarheden instemmen overeenkomstig het bepaalde in artikel 5:84 lid 3 Burgerlijk Wetboek; C. de erfpachter nadrukkelijk verklaart bekend te zijn met: i. de milieuhygiënische staat van de bodem en het grondwater en de verplichtingen, die dat met zich meebrengt, waaronder de verplichting het erfpachtperceel projectmatig te saneren en bij wijze van sanerings/isolatiemaatregel de vloeren en wanden, die de scheiding vormen tussen de bebouwing en bodem / grondwater te realiseren, beide overeenkomstig de daaraan door de Dienst Milieu en Bouwtoezicht (het bevoegd gezag) gestelde eisen, ii. de grondmechanische staat van het terrein en de daarin aanwezige zichtbare of onzichtbare bouw-/puinresten en/of obstakels alsmede met het gegeven, dat deze aanwezigheid de bouw kan bemoeilijken; D. onverminderd het onder E. gestelde vrijwaart de erfpachter de Gemeente van alle

17 17 aanspraken op schadevergoeding en compensatie, welke zij, haar rechtsopvolgers, huurders en eventuele derde belanghebbenden zouden kunnen doen gelden ter zake van eventuele (bedrijfs)schaden ten gevolge van of in verband met het bestaan en/of de vorenbedoelde gebruiksbeperkingen en/of de sanering van de in de bodem en het grondwater bestaande verontreinigingen dan wel zichtbare of onzichtbare bouw- /puinresten en/of obstakels als hiervoor onder C. bedoeld: E. nadat het bevoegd gezag de Deelgebiedevaluatie van de projectmatige sanering van het perceel zal hebben goedgekeurd, vrijwaart de Gemeente ING Vastgoed Ontwikkeling B.V. tegen alle aanspraken, kosten en vorderingen welke derden jegens ING Vastgoed Ontwikkeling B.V. mochten doen gelden tengevolge van in de ondergrond van het perceel achtergebleven dan wel nog aan te treffen bodemverontreiniging, de Gemeente heeft aldus jegens ING Vastgoed Ontwikkeling B.V. geen enkele actie in verband met de bodemkwaliteit van het perceel; 2a. onverminderd het onder 7. bepaalde zijn het perceel en de opstallen bestemd tot vierenzeventig (74) meergezins-marktwoningen in de vrije sector cum annexis van in totaal achtduizend vijfhonderd drieëntachtig vierkante meter (8.583m²) gebruiksvloeroppervlakte (gbo) alsmede een collectieve fietsenberging, die onzelfstandig is en uitsluitend ten dienste staat aan de woningen; 2b. de onbebouwde terreingedeelten boven de parkeergarage zijn bestemd tot privétuinen ten behoeve van de woningen en dienen overeenkomstig deze bestemming te worden ingericht en gebruikt: 2c. de erfpachter is verplicht het terrein overeenkomstig de onder 2a. en 2b genoemde bestemmingen te gebruiken; 3. onverminderd het onder 7. bepaalde, verklaart de erfpachter nadrukkelijk bekend te zijn met: a. de verplichting het perceel te bebouwen conform het door de Gemeente goedgekeurde bouwplan, b. de verplichting om het perceel en de opstallen overeenkomstig de bestemmingen te gebruiken; en c. het verbod het bouwvolume van de opstallen te wijzigen, zoals vermeld in de artikelen 13, 15 en 16 van de Algemene Bepalingen en de mogelijkheid van herziening van de canon bij wijziging van de bestemming, het gebruik of de bebouwing; 4. de erfpachter is gerechtigd tot het overbouwen van de aangrenzende, tot het openbaar areaal bestemde gronden, voor zover dit volgt uit de uitvoering van het bouwplan, waarop door de Gemeente een bouwvergunning is afgegeven; 5. ter ondersteuning van het door de Gemeente te initiëren parkeerbeleid voor het gebied waarin de erfpacht is gelegen, zijn ten behoeve van de erfpachter aan de opstaller van de onderliggende parkeergarage de volgende verplichtingen inzake de aanbieding van parkeerplaatsen opgelegd: bij verhuur van een parkeerplaats dan wel bij de verkoop van een op een parkeerplaats rechtgevend appartementsrecht is de opstaller verplicht, de

18 18 parkeerplaats casu quo het daarop rechtgevende appartementsrecht in de volgende volgorde te huur dan wel ter verwerving aan te bieden tenzij de opstaller tevens zakelijk gerechtigde is tot een boven de parkeerkelder gelegen woning en hij die woning tezamen met een parkeerplaats verhuurt casu quo de daarop rechtgevende appartementsrechten tezamen verkoopt. A. aan erfpachters van de boven het opstalrecht gelegen wooncomplexen, die nog niet de beschikking hebben over het aantal parkeerplaatsen corresponderend met het aantal woningen dat de erfpacht omvat, dan wel -indien een bovenliggende erfpacht in appartementsrechten is gesplitst- aan appartementsgerechtigden tot een woning, die nog niet de beschikking hebben over een parkeerplaats; B. aan huurders van woningen, gelegen in een van de boven het opstalrecht gelegen wooncomplexen, die nog niet de beschikking hebben over een parkeerplaats; C. aan erfpachters van de boven het opstalrecht gelegen wooncomplexen, die nog niet de beschikking hebben over het aantal parkeerplaatsen corresponderend met de voor het aantal woningen dat de erfpacht omvat geldende parkeernorm; dan wel - indien een bovenliggende erfpacht in appartementsrechten is gesplitst aan appartementsgerechtigden tot een woning, die nog niet de beschikking hebben over het aantal parkeerplaatsen corresponderend met de voor de woningen geldende parkeernorm; D. aan huurders van woningen, gelegen in een van de boven het opstalrecht gelegen wooncomplexen, die nog niet de beschikking hebben over het aantal parkeerplaatsen corresponderend met de voor de woningen geldende parkeernorm; E. aan derden; 6a. met inachtneming van het in deze bepaling gestelde zijn de op tekening met nummer 705-G01 met groene kleur aangegeven onbebouwde terreingedeelten op de parkeergarages bestemd tot gemeenschappelijke tuinen - daaronder inbegrepen twee speelvoorzieningen voor kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 6 jaar en ontsluitingspaden, waaronder de (beperkt) openbare oost-west verbinding op terrein A - ten behoeve van alle erfpachten op de terreinen A-1-1 tot en met A-1-6 en B-1-1 tot en met B-1-3; 6b. de erfpachters van de terreinen A-1-1 tot en met A-1-6 en B-1-1 tot en met B-1-3 zijn gezamenlijk verplicht een beheersvereniging op te richten, op naam waarvan de erfpacht met betrekking tot deze gemeenschappelijke terreindelen zal worden gesteld en waarvan het lidmaatschap onlosmakelijk is verbonden met de erfpachten op de terreinen A-1-1 tot en met A-1-6 en B-1-1 tot en met B-1-3; 6c. het lidmaatschap van de beheersvereniging kan niet worden opgezegd en is slechts overdraagbaar tezamen met de overdracht van de erfpacht ten behoeve waarvan de gemeenschappelijke tuin in erfpacht is uitgegeven of -indien de erfpacht in appartementsrechten is gesplitst en de appartementsgerechtigde op voet van het onder 7b gestelde het kwalitatieve lidmaatschap van de beheersvereniging heeft verworven-

19 19 tezamen met de overdracht van het appartementsrecht; 6d. de gemeenschappelijke tuinen worden op kosten van de leden van de beheersvereniging ingericht, onderhouden, geëxploiteerd en gereinigd, met dit onderhoud wordt in ieder geval bedoeld: a. het onderhouden van de beperkt openbare oost-west verbinding, ontsluitingspaden, hagen/hekwerken, terreinmarkeringen, perken en overige inrichting van de terreindelen; b. het onderhouden en/of vervangen van de onder de verharding van de verbindingsweg en ontsluitingspaden eventueel gelegen drainage en/of rioleringsleidingen tot aan het gemeenteriool, inclusief de ten behoeve van een goede afwatering in paden aangelegde afvoerputten; c. het onderhoud en de vervanging van de aangebrachte lichtpunten (verlichting van de paden); 6e. de erfpachter heeft conform artikel 25 lid 1 van de Algemene Bepalingen het recht om tegen het einde van een tijdvak met alle leden gezamenlijk de erfpacht met betrekking tot de gemeenschappelijke tuin op te zeggen, doch kan van dit recht slechts gebruik maken indien de erfpachters daarbij tevens de erfpachten opzeggen; 6f. de statuten van de beheersvereniging dienen te voorzien in de mogelijkheid, dat de vereniging in een vervolgfase tevens de erfpacht verwerft met betrekking tot vergelijkbare gemeenschappelijke tuinen en dat alsdan erfpachters van de aan die gemeenschappelijke tuinen grenzende erfpachten als lid toetreden tot de beheersvereniging; 6g. indien de op de gemeenschappelijke tuin van toepassing zijnde algemene en/of bijzondere erfpachtvoorwaarden niet worden nageleefd, dan kan de Gemeente ter uitvoering van artikel 29 van de Algemene Bepalingen een boete opleggen van ten hoogste eenhonderdduizend euro (EUR ,00), welk bedrag jaarlijks wordt aangepast aan de ontwikkeling van het algemeen prijsniveau analoog aan het in artikel 7 van de Algemene Bepalingen gestelde; 7a. de erfpachter is gerechtigd om tot inpandige herontwikkeling van de erfpacht over te gaan, indien niet binnen een termijn van negen (9) maanden na de start van de verkoop van de woningen de afzet van tenminste zestig procent (60%) van de in die erfpacht te realiseren woningen is verzekerd blijkens een gesloten koop-/aannemingsovereenkomst; 7b. de erfpachter is verplicht alvorens tot herontwikkeling over te gaan, met de Gemeente in overleg te treden teneinde in onderling overleg overeenstemming te bereiken over de kaders voor die herontwikkeling; hieronder dienen tenminste begrepen te zijn: A. het tijdskader waarbinnen de herontwikkeling plaats zal vinden en de herontwikkelde erfpacht zal worden gerealiseerd; B. de zo nodig door de Gemeente te bepalen aanvullende kaderstelling voor herontwikkeling en de uit deze elementen voortvloeiende consequenties; C. de eventueel benodigde aanpassing van de onder 2. Omschreven bestemming,