Jessica en Maurits Tepper winnen de NEWBIE-prijs. Terugblik op Biokennisweek en Boerentroonrede

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jessica en Maurits Tepper winnen de NEWBIE-prijs. Terugblik op Biokennisweek en Boerentroonrede"

Transcriptie

1 Bedrijf in beeld Plantise Bioplant 2 No. 2/2021 Een uitgave van Uitgeverij van Westering Losse verkoop 13,49 Ilse Geijzendorffer nieuwe directeur Louis Bolk Instituut Jessica en Maurits Tepper winnen de NEWBIE-prijs Terugblik op Biokennisweek en Boerentroonrede

2

3 EKOLAND FEBRUARI nummer Bedrijf in Beeld Biologisch plantgoed voor binnen- en buitenland Plantise Bioplant in Naaldwijk is speciaal ingericht voor de biologische opkweek. Tot eind mei staat de biologische 4,5 hectare grote opkweekkas helemaal vol, daarna is er ruimte voor iets nieuws. De laatste jaren is Plantise Bioplant zich stap voor stap gaan specialiseren. 10 Interview Ilse Geijzendorffer nieuwe directeur LBI Vanaf begin dit jaar is Ilse Geijzendorffer directeur-bestuurder van het Louis Bolk Instituut. Opstarten in coronatijd brengt een extra uitdaging, want net als velen werkt ze vanuit huis. 16 Bedrijfsvoering Jessica en Maurits Tepper winnen de NEWBIE-prijs Inhoud bedrijfsvoering 9 regels & wetten Hoe om te gaan met regelgeving Hoe regels werken Interview 10 Ilse Geijzendorffer nieuwe directeur LBI Stagiaires moet je niet onderschatten Akkerbouw 12 Zonnegoed schakelt door naar BioCyclicVegan keurmerk Het huidige biologische systeem is nog afhankelijk van gangbare inputs melkveehouderij 14 Hooidrogerij en vrijloopstal onder één dak Maakt kunstmatig tot hooi gedroogd gras krachtvoer overbodig? EKOLAND februari 2021 bedrijfsvoering 16 Pionieren zonder inputs Jessica en Maurits Tepper winnen de NEWBIE-prijs Bedrijf in beeld 18 Biologisch plantgoed voor binnen- en buitenland Plantise Bioplant belangrijke speler in de markt voor biologisch plantgoed Interview 22 Gezonde bodem is toekomst van landbouw Hoe slootkant en -bodemmaaisel bij kan dragen aan biodiversiteit en een gezonde bodem vaste Rubrieken Editoriaal 5 Landbouwberichten 6 Marktberichten 30 Biohuis update 31 onderzoek 24 Meerwaarde van de bioboer Deel 6 Biodiversiteit Biokennisweek 25 Boerentroonrede 2021 Een pleidooi voor meer betrokkenheid bij natuur en consument 26 Terugblik op Biokennisweek Zo ervaren we online ontmoetingen en kennis delen bedrijfsvoering 28 Bedrijfscontinuïteit in de biologische landbouw Bioboer zoekt bioboer Landbouw 32 Aardpeer koopt grond voor verduurzaming Stichting Grondbeheer en partners streven naar 15 miljoen voor grondaankoop 3

4 Rein Mantel Tim Moerman PieterjanS JANSONIUS Bel Pim Clotscher voor meer info: Geperst en gebotteld met groene stroom van eigen zonnepanelen. De recyclebare flessen zijn verpakt in dozen van duurzaam geproduceerd graskarton Schulp Vruchtensappen zijn verkrijgbaar bij uw biologische speciaalzaak Wat wil jij leren? Kijk op 25 februari Online webinar tot uur BD Master van het eigen kunnen Heb je praktijkkennis en -ervaring in de biodynamische landbouw en wil je meer? Ontdek hoe we je met een individuele traject begeleiden om je plannen concreet te maken. 10 maart Lelystad - 15 maart Breda Cursus Niet Kerende Grondbewerking Leer over de praktische uitvoering in akkerbouw en tuinbouw, zonder ploegen! Leer, voel en zie de voordelen. Met speciale aandacht voor groenbemesting, machines en grondbewerking. En dan. zelf aan de slag! 6 maart in Driebergen: Intense Imker 1-daagse. Leer de basis van BD imkeren! Op afspraak Omschakelbegeleiding van Land&Co Ben jij of wil jij een boer/tuinder worden met een publieksgerichte boerderij? Land&Co biedt omschakelplannen en begeleidt ook provincies, gemeenten en gebiedsorganisaties bij omschakeling. Het grootste biologische leeraanbod op één site

5 voor woord Bikkelen en doorgaan Terwijl ik dit schrijf is het even winter in Nederland. Schaatsen is echt een boerending. Kijk maar naar de winnaars van de Elfstedentochten. Als je ergens aan begint, maak je het zo goed en zo snel mogelijk af. Deze mentaliteit heb ik ook van huis uit meegekregen, doorwerken tot al het hooi binnen is of alle aardappelen in de schuur. Pas als de klus is geklaard een biertje ter afsluiting. In deze Ekoland komen meerdere doorzetters aan bod, zo kijken we terug op de troonrede. Als gangbaar melkveehouder wilde Jan Dirk van de Voort al de beste zijn, na omschakeling werden de doelen verlegd en staat gezondheid centraal. Gezonde grond, gezonde planten, gezond melkvee en gezonde voeding. Zoon Peter spoort collega s aan wees onderscheidend, heb lef, durf jezelf te zijn, geloof in de kracht van ieders eigenheid en de kracht van de natuur. Ook Joost van Strien en Jeroen Konijn passen in dit profiel. Voor Joost betekent stil staan een achteruitgang. Hij maakt extra kosten in zijn ambitie de kringlopen op zijn akkerbouwbedrijf te sluiten. In plaats van koeien voor mest op het bedrijf, voert hij de wormen met plantaardig voedsel, zoveel mogelijk van eigen land. Langzaam bouwt hij de inputs zoals compost af en laat hij de natuur het werk doen. Het melkvee van Jeroen Konijn produceert melk uit ruwvoer. Hoe beter het ruwvoer, hoe meer productie en hoe hoger de gehalten in de melk. De overgang van kuilvoer naar hooi bewijst dat het werkt: het eiwitgehalte van Leen Janmaat hoofdredacteur de melk is toegenomen. De bouw van de vrijloopstal met vijf hooidroogboxen ging niet vanzelf, ook hier was het doorzetten en doorgaan. In maart zijn er verkiezingen. Ik heb de partijprogramma s nog niet allemaal gelezen. Uiteraard pleit de Partij voor de Dieren voor inkrimping van intensieve veehouderij en houdt ze een pleidooi voor biologisch. Zelf vraag ik me af of niet-grondgebonden veehouderij wel thuis hoort onder het ministerie van LNV. Als je het landbouwareaal dat in het buitenland nodig is voor het verbouwen van het benodigde veevoer niet meetelt, beperkt het grondgebruik zich hier tot het oppervlak waarop de stallen zijn gebouwd. De industriële intensieve veehouderij kan eigenlijk beter worden ondergebracht bij het ministerie van Economie. Onder landbouw passen dan alleen nog grondgebonden bedrijven, waarbij kringlooplandbouw betekent dat we het veevoer zelf verbouwen. Als beleidsdoel daarnaast pleit ik voor lagere grondprijzen. Naast de prijsdruk vanuit de retail vormt de grondprijs een factor die duurzame landbouw vrijwel onmogelijk maakt. Aardpeer is een vernieuwend initiatief dat een poging doet landbouwgrond beschikbaar te maken voor biologische boeren, dit met geld van betrokken burgers. Alle beetjes helpen. Maar als we echte duurzaam willen, zullen de prijs van landbouwgrond en de pachtprijzen omlaag moeten. Stem voor Ekoland als biologische landbouw u lief is. colofon 41 ste jaargang nr 2 ISSN: Uitgever Jaap van Westering Hoofdredacteur Leen Janmaat Eindredactie Bernard Faber Redactie Roos de Adelhart Toorop Maria van Boxtel Niels Heining Christoffel den Herder Kees van Veluw Kees van Zelderen Bladmanager Annemieke Praamstra Vormgeving Vilarrica, Baarn Aan dit nummer werkten mee Marleen Annema, Diana Beekvelt, Dick Boschloo, Talis Bosma, Maria van Boxtel, Maria Buitenkamp, Bernard Faber, Feitze van der Hoek, Leen Janmaat, Arie Keijzer, Klarien Klingen, Jesse Opdam, Helmer Wieringa, Arjan Sonneveld, Jessica Tepper, Ingrid Veeman Redactie-adres Postbus 16, 3740 AA Baarn T E redactie@ekoland.nl Advertentieacquisitie Uitgeverij van Westering Vof, Baarn T E sales@ekoland.nl Abonnementen administratie Uitgeverij van Westering Vof Postbus 16, 3740 AA Baarn T E abonnementen@ekoland.nl Druk Drukkerij Veldhuis Media, Raalte Het geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen en/of illustraties is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de uitgever. De redactie noch de uitgever aanvaardt enige verantwoor delijkheid voor schadelijke gevolgen die kunnen ontstaan na gebruikmaking van gegevens uit dit blad. Ekoland is een uitgave van Uitgeverij van Westering Vof Abonnementen Ekoland verschijnt 11x per jaar. Een jaarabonnement kan elke maand ingaan en kost 119,49 (NL) inclusief BTW. Het abonnement wordt stilzwijgend verlengd, tenzij twee maanden voor het verstrijken van het lopende abonnementsjaar schriftelijk (bij voorkeur via de website wordt opgezegd. Indien niet anders is overeen gekomen wordt jaarlijks een factuur ter beta ling van het abonnementsgeld toegezonden. Adreswijzigingen s.v.p. vier weken van tevoren schriftelijk opgeven aan de abonnemen ten ad ministratie o.v.v. het oude adres (via de adresdrager of zie abonnee service). Los nummer 13,49 Het volgende nummer van Ekoland verschijnt rond 20 maart 2021 EKOLAND februari

6 Biologische landbouw groeit, maar minder boeren stappen over Ondanks toename van het biologische landbouw areaal, blijft het aantal omschakelingen dalen. Het biologisch landbouwareaal in Nederland steeg het afgelopen jaar met 5,9%, naar ha, blijkt uit de jaarcijfers van Skal Biocontrole. Het aantal geregistreerde landbouwbedrijven groeide van naar Ondanks de groei schakelen voor het zesde jaar op rij minder boeren om naar biologisch. Een trend die vanaf 2016 zichtbaar is: toen schakelde er nog 245 boeren om, in 2019 waren dit er 124 en in 2020 nog 96. Dat is een daling van 22% in het afgelopen jaar. Een daling die niet alleen veroorzaakt wordt door het onzekere landbouwbeleid in Nederland, maar ook door de achterblijvende marktvraag. Als de vraag naar biologisch zou stijgen, willen boeren de overstap wel maken, aldus Michaël Wilde, directeur Bionext. Het biologisch marktaandeel in de Nederlandse supermarkt blijft met 3.2% relatief klein. Daarnaast is het omschakelen naar een biologische bedrijfsvoering nog steeds kostbaar. Bionext pleit voor een omschakelsubsidie. je kan niet verwachten dat nieuwe boeren groen worden als ze rood staan, dus die moeten echt perspectief hebben om die kant op te gaan. Als het voor jou als boer onzeker is, dan ga je niet zo snel nieuwe stappen zetten. Meer op bionext.nl Mobiel Slachten in België en Nederland Kleinschalige biologische veehouders die slachten voor rechtstreekse verkoop kunnen niet altijd een biologisch gecertificeerd slachthuis vinden op bereikbare afstand. Steeds meer kleinere slachthuizen sluiten hun deuren en het is lastiger om met een beperkt aantal dieren bij een groot slachthuis aan te kloppen. Het transport van dieren naar het slachthuis zorgt voor veel stress, dat voorkomen kan worden bij mobiel slachten. In zowel Nederland als België wordt daar aan gewerkt. In België is er een succesvol project begonnen gericht op pluimvee, mobiel slachten kan daar al uit vanaf 250 vleeskippen per keer. In Nederland draait de proef met mobiel slachten van varkens, dat idee won de coöperatie in 2019 Het Beste Idee van Varkensland. De mobiele unit zou 30 tot 40 varkens per dag kunnen slachten. Voor zowel pluimvee als varkens geldt dat het scheiden van de verschillende ruimtes en het regelen van de afval stroom de grootste uitdagingen zijn. en ha kruidenrijk grasland De crowdfundingsactie voor melkveehouders die willen experimenteren met kruidenrijk grasland is opnieuw een groot succes. Met dank aan veel donaties van burgers en een grote bijdrage van Provincie Brabant voor 250 ha is de 1001 ha al ruim bereikt. De teller staat nu op 1033 ha, wat zorgt voor een besparing van 516,5 ton kunstmest en ton CO 2. Urgenda, Pure Graze en LTO geven met deze actie gangbare boeren de kans om een salade buffet bestaande uit wel 19 verschillende soorten grassen, klavers en kruiden aan te schaffen voor de helft van de prijs. Ook worden de deelnemende boeren begeleid in een leertraject. Houd 1001ha.nl in de gaten voor de volgende acties. Bacteriën Er zijn aanwijzingen dat een product geteeld in een biodiverse omgeving goed is voor het immuunsysteem van mensen. Marco van Es, microbiële diversiteitspionier met 20 jaar ervaring in de probiotica, vertelde hierover tijdens de BioKennisWeek. Biodiversiteit is niet alleen belangrijk voor de gezondheid van de aarde, maar ook voor onze eigen gezondheid. Gezonde 90 plussers blijken een grotere diversiteit aan micro-organismen bij zich te dragen dan de gemiddelde volwassene. In de eerste 1000 dagen van je leven bouw je die bacteriepopulatie in je lichaam op Daarom is gezonde (biologische) voeding juist belangrijk voor jonge kinderen, volgens een eerste proef met biologische appels is er een groot verschil in verscheidenheid aan bacteriën met gangbare appels. Meer op bac2nature.org 6 februari 2021 EKOLAND

7 landbouwberichten Veel animo voor strokenteelt Tijdens de Biokennisweek was er veel interesse in strokenteelt, maar liefst 128 mensen namen deel aan de workshop strokenteelt van Dirk van Apeldoorn (WUR) en Heleen Klinkert (Bionext). De praktijk wil ermee aan de slag, er zijn veel goede ervaringen en er is veel energie om de teeltsystemen waarin akkerbouwgewassen in stroken worden geteeld verder te ontwikkelen. Om hier vervolg aan te geven wordt er deze zomer een langere masterclass strokenteelt gegeven op de onderzoek locatie van ERF en WUR. Inmiddels zijn daar 4 seizoenen geteeld en waardevolle ervaringen opgedaan over de juiste strokenbreedtes en combinaties van gewassen waarbij de landbouw en natuur optimaal kunnen samenwerken. BioAcademy organiseert deze masterclass samen met Biologisch Netwerk en Land & Co. Meer informatie en aanmelden op bioacademy.nl/nl/aanbod Alle Eko Hollandbedrijven scoren 100% weidegang Heel veel weiden van alle groepen dieren, kalveren, jongvee, droge koeien en melkkoeien brengt vele voordelen voor het gehele systeem. Soms is het lastig te zien wat het brengt, dat meeveren met het natuurlijke ritme, zeker in een droog jaar. Maar uiteindelijk levert het je arbeidsvreugde en een gezonde bedrijfsvoering op. En een bijdrage in de oplossing van het stikstofprobleem. Tegenwoordig ook niet onbelangrijk. Aldus Eko Holland voorzitter René Cruijsen. Met elke 720 uur weidegang reduceer je minimaal 5% ammoniakuitstoot uit de stal. Ondanks de zeer uitdagende omstandigheden om te weiden dit jaar, hebben de melkveehouders van Eko Holland dit jaar maar liefst ruim 20% ammoniak gereduceerd, puur en alleen op basis van weidegang. 100% van de ruim 200 bedrijven heeft in 2020 per bedrijf gemiddeld 213 dagen geweid, 13,9 weide uren per dag, en daarmee per koe dit jaar 2962 weide-uren gerealiseerd. Warmere bodem; een uitdaging voor pompoen Door klimaatverandering worden de zomers gemiddeld warmer en is er een trend naar meer extreme regen. Deze extremen zorgen voor nieuwe uitdagingen in de pompoenteelt; ziektes die voorheen in de Benelux weinig problemen veroorzaakten in combinatie met een hogere infectiedruk. Tijdens de BioKennisWeek besteedde Vitalis hier aandacht aan in een workshop. Naast mogelijke hogere virusoverdracht en schade door luizen, wordt het ook lastiger om de pompoenen bij een optimale temperatuur te bewaren. Vooral goed schoon en droog oogsten kan veel problemen voorkomen. Bijvoorbeeld gaasvliegen en lieveheersbeestjes kunnen de luizendruk verlagen, zorg voor goede omstandigheden voor deze biologische bestrijders. Koeien en kruiden Eerste onderzoeksresultaten kruidenrijk grasland gepresenteerd door het Louis Bolk Instituut. Kruidenrijk grasland staat momenteel volop in de belangstelling, zowel vanuit het oogpunt van functionaliteit voor het melkveebedrijf als biodiversiteit. Het Louis Bolk Instituut heeft binnen het project Koeien en Kruiden de afgelopen 3 jaar onderzoek gedaan naar de voordelen voor de boer, de inpasbaarheid in de bedrijfsvoering en biodiversiteit. Tijdens de Biokennisweek presenteerde zij resultaten van de demo s op praktijkbedrijven en een experiment met verschillende kruidenmengsels en management. Een belangrijke voerproef wordt gedaan met graskuil waarin een hoog aandeel smalle weegbree wordt gevoerd. Smalle weegbree is droogtoleranter dan gras en kan minstens zo productief zijn als Engels raaigras. De koeien moet wel even wennen aan hun nieuwe rantsoen, maar daarna nemen ze het goed op. Kruiden rijk grasland speelt daarnaast een grote rol voor biodiversiteit, weidevogels in het speciaal kunnen daar van profiteren. Het zogenaamde kuikenland mengsel is bedoeld voor het ontwikkelen van een makkelijk doorwaadbaar grasland. Op de kleigrond van Dairy Campus wordt sinds 2017 proeven gedaan met drie verschillende gras-kruiden mengsels en vier verschillende beheer methodes. Vooral het inzaaien vergt aandacht, doorzaaien op bestaand grasland is meestal niet succesvol, eerst frezen helpt om te voorkomen dat de kruiden verstikt worden. Meer informatie over Koeien en Kruiden op dairycampus.nl EKOLAND februari

8 Kiss the ground De oplossing voor het klimaatprobleem is dichterbij dan je denkt. De film Kiss the Ground laat zien welke rol de grond onder onze voeten speelt in het opruimen van CO2 en het herstel van de natuur. Hierbij staat de cruciale rol van duurzame landbouwmethodes centraal. Tijdens de BioKennisWeek organiseerde Nieuw Groen samen met Ekoplaza, BioNederland en de BioKennisWeek de online Kiss the Ground watch party. Aansluitend op de film was er een meet up sessie met bosboer John Heesakkers, die de principes uit Kiss the Ground toepast op de Janmiekeshoeve in Mariahout. Deze bosboederij is geïnspireerd door de regeneratieve of herstellende landbouw, waarin voedselproductie in harmonie met de natuur centraal staat. Via zoom werden ideeen en inspirantie uitgewisseld. Nieuw Groen, ruimt CO 2 uitstoot opvia lokale groene initiatieven. Meer op kissthegroundmovie.com Ekoland Innovatieprijs 2021 In verband met de corona maatregelen heeft de jury van de Ekoland Innovatieprijs 2021 samen met de uitgevers van Ekoland 2021 besloten om de Ekoland Innovatieprijs in de zomer van 2021 uit te reiken. Hopelijk dan met een mooi feestje in de buitenlucht op de Biologische Velddag Dit uitstel betekent dat aanvullende kandidaten voor de Ekoland Innovatieprijs kunnen worden aangemeld tot 1 april Jurybezoeken zijn dan gedacht in mei en de prijsuitreiking op de Biologische Velddag in juni. Aanmelden kan op de site van Ekoland via Download daar je aanmeldingsformulier! INNOVATIEPRIJS BIOLOGISCHE LANDBOUW Advertentie Breedwerkend bedekkingsfungicide voor de biologische bestrijding van schimmels Voor een gezonder gewas Bedekkingsfungicide Breed werkend Toegelaten in veel gewassen Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie. Voor meer informatie over Serenade en andere biologicals: agro.bayer.nl 8 februari 2021 EKOLAND

9 bedrijfsvoering Doel: biologisch moet een betrouwbaar keurmerk voor de consument zijn Hoe regels werken Coronaregels confronteren iedereen met de manier waarop regels werken. Doel en middel (regel) behoren één te zijn. Toch wringt dat vaak. Aan het begin van elk jaar wijzigen veel regels. De vakbladen tonen overzichten. Welke vragen ontvingen wij al per 2021? Regels & wetten Hoe om te gaan met regelgeving Tekst Helmer wieringa Foto Dick Boschloo Het dagelijkse gedoe over coronaregels tussen u en uw medemens leert ons hoe het spanningsveld tussen doel en middel (regel, techniek) werkt. En waarom het van belang is het doel voor ogen te houden. Het advies van één bezoeker/ dag is geen uitnodiging voor een bezoekersschema. Of toch wel? Communicatie blijkt al snel te gaan over de middelen (regels) waardoor het waarom (doel) uit beeld kan raken, bij BOA s, bij burgers, bij bestuurders. Deze rubriek spoort steeds aan doel en middelen bij elkaar te houden. Veiligheid is zo n maatschappelijk doel. U las al dat nieuwe trekkers vanaf 1 januari 2021 verplicht geregistreerd moeten worden en van een kentekenplaat moet worden voorzien. Pas dan mogen ze de openbare weg op. Eigenaren van bestaande landbouwvoertuigen krijgen tot eind 2021 de tijd om het kenteken aan te vragen. Ook voor drones gelden vanaf dit jaar nieuwe regels voor veiligheid in de lucht en op de grond. Ook in de wereld van biologisch verandert iets. Het laatste stapje naar de consument wordt per 2021 eindelijk ingevuld: marktkramen, (web)winkels en boerderijwinkels kunnen niet zo maar bio logisch verkopen. De ketting van track en tracing wordt verlengd tot de aankoop door de consument! Zo is de hele keten te volgen. Een (biologische) boerderijwinkel kan geen kist (biologische) appels van de buurman neerzetten zonder melding bij Skal. Doel: biologisch moet een betrouwbaar keurmerk voor de consument zijn. Dat is het doel. Het keurmerk biologische verbiedt geen plastic verpakking want vermenging in de winkel leidt bijna altijd tot extra verpakking van bio zoals nu de AGF in de supermarkt. Betrouwbaarheid en milieuwinst lijken niet hand in hand te gaan. Een uitdaging. U mag mij bevragen. Zie 1) Skal. Heb je een vraag over regels en wetten? Mail die dan naar: kopij@ekoland.nl of hwieringa@landco.nl. Jouw vraag blijft anoniem! Kijk voor eerdere vragen en meer antwoorden op: In een leergang nieuw idee op mijn erf 2) kreeg ik de vraag Kan ik voedsel verbouwen binnen een natuurbestemming? Eenjarig en meerjarig. Ook een doel-middel-vraag. De tegenvraag is dan: welk (door het beleid vastgestelde) natuurdoel voor dit gebiedje kan met welk middel (beheer) worden bereikt en bij voorkeur versterkt? En is dat middel dan eetbaar? Grazende koeien, schapen en paarden of nectarzoekende bijen kunnen onderdeel van het natuurbeheer zijn met een eetbaar gevolg. Het oogsten van noten, paddenstoelen en bessen wordt al lastiger. Theekruiden maaien? Een eetbare haag op de rand kan een invulling zijn. Kern is het natuurdoel. Nu is er één heel gekke soort natuurbestemming : dat zijn de bij een natuurorganisatie behorende natuurgronden die worden beheerd als akkers (met als doel behoud van kleine fauna en akkerflora), of als echte weilanden (met als doel behoud weidevogels). En zo geldt ook hier: het beoogde natuurdoel is leidend en de landbouw is middel. Als boer kun je soms best zeggen: ik boer op een natuurbestemming. Als ondernemer is het de kunst doel en middel als één te zien. Het domweg volgen van regels leidt niet vanzelf naar het doel. Ook niet met biologisch. Helmer Wieringa is partner in Land & Co 1) 2) ook voorjaar EKOLAND februari

10 Stagiaires moet je niet onderschatten Ilse Geijzendorffer nieuwe directeur LBI Vanaf begin dit jaar is Ilse Geijzendorffer directeurbestuurder van het Louis Bolk Instituut. Ze volgt Jan Willem Erisman op, die verkaste naar de Universiteit Leiden. Opstarten in coronatijd brengt een extra uitdaging, want net als velen werkt ze vanuit huis. Haar kennis en ervaringen met mediterrane landbouw, biodiversiteit en ecosysteemdiensten neemt ze mee. Tekst Leen Janmaat foto s Louis Bolk Instituut Ilse Geijzendorffer Ons gesprek verloopt op afstand via internet. Het woord verbinden komt regelmatig terug in ons gesprek. Hoe ben je bij het Louis Bolk Instituut uitgekomen? Dat is geen toeval, want het Louis Bolk Instituut ken ik al lang. Als 23-jarige student wiskundige biologie heb ik er een half jaar stage gelopen. Toen was het instituut nog in Driebergen gevestigd. De passie, betrokkenheid en honger naar kwalitatief hoogstaand onderzoek is me bijgebleven. In die periode heb ik geleerd echt wetenschappelijk te schrijven en een kritische blik te ontwikkelen, die je als onderzoeker broodnodig hebt. Ook als het onderwerp je na aan het hart ligt. En dat je je stagiaire niet moet onderschatten, voegt ze lachend toe, dat zou zomaar eens je toekomstige directeur kunnen zijn. Wat zijn je eerste indrukken? Ik vind het prachtig om te zien dat die gepassioneerde werkhouding, die gretigheid om te werken aan duurzame landbouw, voeding en gezondheid en daar toch kritische vragen over te blijven stellen, nog steeds bestaat. Dat is toch echt wel de ziel van het instituut. Ook zie ik dat de bedrijfsprocessen en de wijze waarop onderzoek georganiseerd is, flink geprofessionaliseerd zijn onder leiding van mijn voorgangers. Kortom er staat een robuuste organisatie en de impact van ons instituut zal zeker toenemen. Hoe verloopt het inwerken in coronatijd? Ondanks dat de corona fysieke aanwezigheid op het kantoor bemoeilijkt, krijg ik virtueel een warm onthaal van de collega s, waar ik er zelfs nog een paar van vroeger ken. We kijken er allemaal erg naar uit om elkaar fysiek te kunnen treffen, samen op pad te kunnen te gaan de boer op en ook om bij te kunnen praten aan de koffietafel. Wat dat betreft eist corona ook bij ons zijn tol, want geïsoleerd werken doet uiteindelijk niemand goed, denk ik. Zodra het weer kan, zal ik mijn gezicht ook laten zien bij partneren beleidsorganisaties. Dat gezamenlijk optrekken, elkaar inspireren is cruciaal. Daarnaast moeten we ons als organisatie blijven innoveren en dus goed onze eigen koers bepalen: dat is noodzakelijk om onze positie en slagkracht te versterken. Genoeg te doen dus, en ik heb er enorm veel zin in! Werkervaring teamleider Internationale monitoring biodiversiteit en ecosysteemdiensten Mediterrane wetlands, Tour du Valat, Camargue, Frankrijk Project manager en onderzoeker agrarische ecosysteemdiensten, Institut Méditerranéen de Biodiversité et d Ecologie marine et continentale (onderdeel van CNRS), Aix-en-Provence, Frankrijk onderzoeker Ecosysteemdiensten, IRSTEA (nu onderdeel van INRAE), Aix-en-Provence, Frankrijk onderzoeker en projectmanager waarvan de laatste twee jaren ook Teamleider Ecologische netwerken, Alterra (nu WENR), Wageningen Opleiding 2007 PhD Management strategies to integrate botanical diversity and grassland productivity, University College Dublin en toegepast agrarisch onderzoeksinsituut teagasc, Ierland 2003 msc Theoretische Mathematische biologie, Wageningen Universiteit 2000 Bsc Biologie, Wageningen Universiteit 1997 VWO, Winkler Prins Scholengemeenschap, Veendam. 10 februari 2021 EKOLAND

11 Interview Gezondheid wordt belangrijker als onderwerp en is direct verbonden met landbouw, zowel via voeding als met de manier waarop landbouw wordt bedreven. Veldwerk in het kader van Slim Landgebruik Wat wil je bereiken? Onze onderzoekers denken geïntegreerd, in hun onderzoekaanpak gaan ze uit van de samenhang in plaats van alleen naar het specifieke probleem te kijken. Dit denken en zaken verbinden kunnen we nog beter multidisciplinair neerzetten door elkaar intern meer op te zoeken. Ik probeer nu met alle medewerkers afzonderlijk, vanuit hun behoeften en wensen, te werken aan een samenhangende en transparante organisatie. Daarnaast vraagt de buitenwereld en maatschappij veel aandacht, ook het werkveld van biologische landbouw. Het Bolk Instituut is mee gegroeid met de sector en wil graag blijven bijdragen aan de verdere groei en ontwikkeling. In breder verband vind ik het belangrijk dat we het erfgoed van het Bolk bestendigen en herkenbaar uitdragen. Het erkennen van de samenhang is herkenbaar in onze aanpak, dit maakt dat we samen met de mensen uit de praktijk tot innovatieve oplossingen komen. Inmiddels draagt het Louis Bolk instituut al meer dan 40 jaar bij aan innovaties op het gebied van landbouw, voeding en gezondheid. Gezondheid wordt belangrijker als onderwerp en is direct verbonden met landbouw, zowel via voeding als ook met de manier waarop landbouw wordt bedreven. Het is prachtig dat we al zo lang innovatief bij hebben kunnen dragen op deze onderwerpen en dat nog blijven doen. Je hebt gewerkt bij het Zuid-Franse onderzoeksinstituut Tour du Valat. Wat neem je hiervan mee? Leuk om te vertellen is dat dit instituut indertijd opgezet is door Luc Hoffmann, medeoprichter van het Wereld Natuur Fonds. Het instituut staat midden in de Camargue, een oude rivierdelta waar het samenspel van landbouw en natuur zó bijzonder is dat het een UNESCO-status heeft gekregen. Ik was daar teamleider van een internationaal biodiversiteitsmonitoringsprogramma met onder andere projecten over ecosysteemdiensten. Ondanks dat er wrijving is tussen de natuur en de landbouw, dragen bewoners en boeren samen zorg voor hun omgeving. Als je dan als onderzoeker met data kan bijdragen aan inzichten en de samenhang tussen de verschillende elementen kunt laten zien, dan draag je bij aan het creëren van draagvlak voor een duurzame toekomst. Want dat duurzaamheid belangrijk is, ziet inmiddels praktisch iedereen wel in. Hoe kijk je aan tegen de betekenis en verdere ontwikkeling van biologische landbouw? Internationaal gezien kan Nederland trots zijn op de ondernemersgeest, dat geldt ook voor onze biologische landbouwsector. Naast boeren kunnen ook de toeleveranciers, handel en banken hun verantwoordelijkheid nemen. De uitzending van Zembla over de banken toont aan dat er nog wel wat te winnen valt. Ook in politiek opzicht kan biologisch prominenter worden, hierin spelen Biohuis en Bionext een belangrijke rol. Waar mogelijk ondersteunen wij hen graag met kennis en resultaten uit onderzoek. Maar de echte groei moet toch uit de markt komen, de initiatieven voor korte ketens brengt landbouw en voeding dichter bij de consument en burger. Biologische boeren en bedrijven die willen omschakelen zijn immers gebaat bij een stabiele afzet, het liefst in korte ketens, met een realistische en eerlijke prijs. Dat kan prima in Nederland, maar gaat niet vanzelf, dit vergt een brede maatschappelijke samenwerking en politieke wilskracht. Ik zie erg uit naar verdere samenwerking met de sector. EKOLAND februari

12 Zonnegoed schakelt door naar BioCyclicVegan keurmerk Foto Boerderij Zonnegoed Luzerne verhakselen. Joost van Strien is biodynamisch akkerbouwer in Flevoland. Hij experimenteerde als eerste met maaimeststoffen. In 2020 is hij geheel plantaardig gaan bemesten. Hij verwacht dat het aandeel plantaardig voedsel zal groeien en wil mede daarom niet meer afhankelijk zijn van dierlijke mest. Hieronder een samenvatting van een webinar over plantaardige bemesting. Tekst & foto s Ingrid Veeman Het bedrijf van Joost heeft al een aantal transities achter de rug. Na zijn omschakeling in 1997 van gangbaar naar biologisch merkte hij dat ziektes en onkruid beheersbaar waren zolang hij maar goed zorgde voor de bodem. Sindsdien werkt hij gestaag aan een levendig bodemleven, met als zichtbaar resultaat heel veel wormen. Hij schakelde door naar biodynamisch, koos voor onbereden teeltbedden, schakelde over naar niet-kerende-grondbewerking en sinds enkele jaren naar volledig plantaardige bemesting. Het permanent bedekt houden van de bodem maakt onderdeel uit van zijn strategie. De groenbemestingsmengsels sterven in de winter af, door vorst of machinale bewerking. Aan het eind van de winter werkt Joost de resten oppervlakkig in en creëert zo een mooi zaaibed met veel organisch materiaal aan de opper- vlakte. Wormen zorgen voor mooie losse grond. Ze vervangen in zijn systeem de functie van de ploeg, en ook van de koe, doordat ze plantaardige materiaal verteren. Dit systeem is ook beter bestand tegen weersextremen. Daarnaast legt de bodem per saldo ook koolstof vast. Veel van de gewasresten gaan terug naar de bodem, de aanvullende natuurcompost draagt bij aan opbouw van organische stof in de bodem. Zijn motivatie om te stoppen met dierlijke mest groeide in gelijke tred met zijn kennis over de hedendaagse landbouw, in Nederland en op wereldschaal. In de workshop laat hij zien dat het huidige consumptiepatroon van de wereldbevolking niet meer binnen de draagkracht van de aarde past. Een tweede inzicht is de scheve verhouding tussen agrarisch landgebruik voor veevoer en veehouderij en plantaardige voedselproducten. Veevoer en veehouderij beslaan 75 procent van het areaal terwijl het aandeel plantaardige teelten op ruim 23 procent van het areaal ruim 80 procent van onze benodigde calorieën en 60 procent van onze eiwitten levert. Plantaardig voedsel is veel efficiënter te telen en kan met gelijkblijvend areaal, de groeiende wereldbevolking blijven voeden. Het aandeel productiedieren zal fors moeten afnemen, met als bijeffect een mesttekort voor het groeiende aandeel plantaardige teelten. Vervangen van kunstmest door biologische mest ziet Joost niet als oplossing. Het biologische systeem is nog te afhankelijk van gangbare inputs, aldus Joost en daarmee indirect van kunstmest. Voordat kunstmest was uitgevonden, werd wereldwijd al grootschalig op een natuurlijke manier stikstof uit de lucht gebonden met vlinderbloemigen, dat kan nu weer. De 12 februari 2021 EKOLAND

13 Akkerbouw Foto Biologisch Netwerk Joost leidde deze zomer de deelnemers aan de Oriëntatiecursus Biologische Landbouw rond op zijn bedrijf. Foto Biologisch Netwerk Joost bekijkt de plantaardige mest met deelnemers aan de workshop 100% plantaardige mest. Bedrijfsgegevens Zonnegoed Foto Bionext Joost en Ingrid tijdens de workshop in de Biokennisweek. Arbeid 3 fte, Joost van Strien, compagnon Chris Feickens en medewerker Noah van Westrenen. Areaal 90 ha. Biodynamisch waarvan jaarlijks 22 ha. maaimeststoffen Gewassen Rotatie 1:8 twee jaar luzerne, pompoenen, peen, doperwten, uien, sperziebonen en consumptieaardappelen. Grondsoort Lichte zavel, 20% afslibbaar Organische stof 3,1 % Klimaatpositieve bedrijfsvoering langjarige resultaten van proefveld Planty Organic bij proefboerderij SPNA overtuigden hem ervan dat maaimeststoffen mogelijk zijn. Zonder inputs en zonder opbrengstenderving. Zijn 1:8 bouwplan start met twee jaar luzerne als maaimeststof, daarmee wordt voldoende stikstof gebonden voor de erop volgende gewassen. Ondergrondse stikstofbinding geeft nalevering in het seizoen erna, waardoor alleen uien en aardappelen aanvullend maaimeststoffen nodig hebben. Bedrijfsbreed heb ik uiteindelijk minder dan 50 kilogram per hectare stikstof nodig, vertelt Joost, en daarin kan ik zelf voorzien. Na het maaien verhakselt hij de luzerne bij voorkeur direct op de meststrooier, rijdt het uit via de vaste rijpaden en werkt het in het voorjaar direct in. In mei bemest hij ook nog wel met verse luzerne. Latere snedes kuilt hij in. Of maaimeststoffen goed werken, hangt af van het leven in de bodem, vertelt Joost, de verteerde plantaardige materialen voeden de gewassen. De deelnemers aan het webinar voeren in de chat een discussie over hoe de kringloop te sluiten met mineralen als fosfaat en kali, Joost voert immers ook producten af uit zijn systeem. Joost vult dit aan met compost van beheersresten uit regionale natuurgebieden. De verhouding tussen landbouw en natuur is hiervoor niet overal geschikt. Voor onze rijke gronden is het zeker een oplossing voor tientallen jaren, zegt Joost die een gesloten kringloop met de maatschappij als eindoplossing ziet. Kunstmest wordt ingezet omdat onze voedselketen een onderbroken systeem is, aldus Joost. Alle nutriënten die als voedingsstoffen de landbouw verlaten, komen in het riool, worden verbrand of komen in de oceaan terecht. Daarom moeten we in het landbouwsysteem met kunstmest aan de voorkant ingrijpen. De maatschappelijke kringloop kunnen we sluiten met bijvoorbeeld zuiveringsslib en composttoiletten. Dit kost tijd, al kan het hard gaan. Van 120 euro aan dierlijke mestkosten per hectare gaat Joost met plantaardige bemesting naar 260 euro per hectare. Een bewuste keuze: Ik wil bijdragen aan een toekomstbestendig landbouwsysteem, ben zelfvoorzienend, niet afhankelijk van productiedieren en zie dat het bodemleven een stuk beter af is zonder ammoniak. Komend jaar certificeert hij zich als eerste Nederlandse bedrijf met het BioCyclicVe- gan keurmerk, sinds 2017 een wereldwijde IFOAM-standaard. Een groeiende maatschappelijke stroming hecht belang aan een klimaatpositieve bedrijfsvoering, vertelt Joost. In zijn opinie hoeven productiedieren niet helemaal te verdwijnen maar hij laat zien dat landbouw met minder of zonder dieren goed mogelijk is. Joost zou graag zien dat pionierende vegan bedrijven een plek kunnen krijgen of kunnen behouden in de biodynamische systematiek. Op dit moment lijken de Demeter-regels, die zich richten op een gesloten bedrijfssysteem met dieren, daar nog geen ruimte voor te bieden. In ons omringende landen is de ontwikkeling van de vegan-markt al op gang, Joost verwelkomt graag ook in Nederland meer telers om een kritische massa te krijgen en vooral een breder assortiment. Ik vindt het belangrijk dat we over 100 jaar nog steeds gezonde gewassen kunnen telen. Dat is waar we hier aan werken. Ingrid Veeman (Biologisch Netwerk) organiseert de Oriëntatiecursus Biologische Landbouw en workshops op biologische boerderijen, gericht op leren van praktijkervaring. Via kun je de online workshop terugkijken en je aanmelden voor de workshop 100 procent plantaardige bemesting bij Zonnegoed. EKOLAND februari

14 Maakt kunstmatig tot hooi gedroogd gras krachtvoer overbodig? Hooidrogerij en vrijloopstal onder één dak In navolging op andere melkveehouders, zoals het melkgeitenbedrijf Riddammerhoeve, werkt nu ook Natuurlijk Genoegen met hooi afkomstig uit de hooidrogerij. Veehouder Jeroen Konijn bouwde een vrijloopstal en een hooischuur onder één dak. Zowel de vrijloopstal als de hooidrogerij functioneren naar tevredenheid en de koeien geven dikkere melk. Tekst & foto s Leen Janmaat Van afstand is de nieuwevrijloop koeienstal met hooischuur goed zichtbaar. Er is veel veranderd, maar wat blijft is vader Theo Konijn die hand- en spandiensten levert. Hij is een trouw Ekoland lezer, dus mijn dag als hoofdredacteur is al goed. De rondgang in de stal begint bij de kalveren. De ligging direct tegenover de melkstal geeft korte lijnen na het spenen krijgen de kalveren de melk direct vanuit de melkput in hun emmers. Wat opvalt is de openheid van de nieuwe vrijloopstal, ingestrooid met houtsnippers, en het overzicht. Een beetje trots neemt Jeroen me mee naar de hooidrogerij. Volgens Jeroen past het drogen en voeren van hooi bij kringlooplandbouw: Als melkveebedrijf produceren we melk uit gras en het voeren van hooi leidt tot een betere benutting van het ruwvoer. Bovendien kunnen we nu het vee voeren zonder gebruik te maken van fossiele brandstoffen, in principe komt alle energie die nodig is uit elektriciteit die we grotendeels zelf opwekken met zonnepanelen. Maar als we eerlijk zijn moeten we ook de energie meerekenen die nodig is voor de bouw van de stal en alle installaties, die rekensom hebben we nog niet gemaakt. De familie Konijn is al langer bezig met optimaal en structuurrijk voeren zoveel mogelijk van grasland, en verwerkt ook veel gras van natuurland in het rantsoen. Zo kwam Jeroen uit bij de Oostenrijkse innovatie van geforceerd hooi drogen. Speciaal daarvoor is een hooischuur aan de stal gebouwd. De hooischuur bestaat uit vijf boxen, iedere box beslaat 180 m 2 en heeft een inhoud van ruim kubieke m 3. En daar past een snede gras in van circa 35 hectare grasland. De ventilator zorgt voor de luchtdoorstroom. Bij zonnig weer komt de warmte vanaf het dak: een dubbelwandig dak van zwarte metalen platen die de warmte gemakkelijk doorgeven. De luchtlaag tussen de platen wordt vervolgens aangezogen door de ventilator. Hoe lang het drogen duurt, hangt af van de weersomstandigheden en het droge stofgehalte van het gewonnen gras (zie kader). Uiteraard worden temperatuur en vochtgehalte zowel binnen en buiten tijdens het droogproces gevolgd. Extra controle blijft nodig om zo nu en dan bij te sturen. De geur van het hooi geeft veel informatie. 14 februari 2021 EKOLAND

15 melkveehouderij Bedrijfsgegevens Natuurlijk Genoegen VOF Eigenaren Jeroen en Rosalinde Konijn Arbeid hulp van vader Theo Konijn en een scholier Areaal 80 hectare, waarvan 26 ha pacht waarvan 23 ha in natuurgebied Eilandspolder Product biologische dynamische melk en vlees, landschaps- en natuurbeheer Veestapel 80 stuks melkvee plus 70 stuks jongvee en 40 schapen Ras: Blaarkopkoeien Melkproductie tot liter per koe Afzet melk Eko Holland Afzet vlees lammerenvlees diverse slagers en grossiers in Noord-Holland en verkoop aan huis Afzet slachtrijp melkvee diverse slagers en grossiers Als melkveebedrijf produceren we melk uit gras en het voeren van hooi leidt tot een betere benutting van het ruwvoer. Oostenrijkse droogtechniek Het Oostenrijkse bedrijf Lasco heeft inmiddels al meerdere installaties gebouwd in Nederland. Het kunstmatig gedroogd gras past goed binnen de gedachte om eiwit van eigen land te benutten. Een voordeel van grasdrogen is dat de opbrengst van een perceel met minder gras schudden minder verliezen kent. Het drogen vraagt wel energie. De energie voor het drogen van hooi komt voornamelijk van het dak waar de zon haar warmte afgeeft. De warme lucht tussen de daklagen wordt aangezogen door een ventilator en van onder af door het hooi in de boxen geblazen. Afhankelijk van het weer is het hooi in twee tot drie weken gedroogd. Het droogproces verloopt in fasen waarbij in drie tot vijf dagen het meeste vocht verdwijnt, hierna begint het nadrogen waarbij het restvocht wordt afgevoerd. Zo nodig wordt de warmtebehoefte aangevuld met een pellethoutkachel. Het eerste jaar met de hooidrogerij gaf al mooie resultaten. Hoewel het tot nu toe best goed gaat, leer ik toch nog steeds bij, geeft Jeroen toe. Niet onbelangrijk is de reactie van het melkvee op de verandering van rantsoen. Ook dit is zonder veel problemen verlopen. Hoewel de productie nagenoeg hetzelfde blijft, valt vooral op dat het eiwitgehalte geleidelijk oploopt. Met 4,86 procent vet en 4,05 procent eiwit is Jeroen zeker tevreden. Per box verschilt de kwaliteit, najaarsgras bevat immers meer eiwit. Toch hebben de koeien niet altijd een voorkeur voor dit hooi. Om de opname te bevorderen, wordt het hooi uit de verschillende boxen met elkaar gemengd. In die zin is het wat spelen met het voer. Omdat het hooi goed houdbaar is, hoeft een box niet helemaal leeg. Als het zo uitkomt vullen we de box op met een nieuw maaisel. Met vijf gevulde boxen komen we de winterperiode wel door. Onder gunstige omstandigheden duurt het drie tot vijf dagen om het gras voldoende gedroogd te krijgen. Als extra warmtebron is er een pelletkachel achter de hand, op jaarbasis worden er ongeveer ton houtpellets verstookt. De warme zomers van de afgelopen jaren, werken in hun voordeel. Op de vraag hoe het met de financiering zit, volgt een glimlach: Zonder subsidie vanuit het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) was deze stap niet mogelijk geweest. Ons bedrijf heeft daarom ook een voorbeeldfunctie. Ook noodzakelijke financiering was niet moeilijk, de bank had voldoende vertrouwen in ons project. De innovatieve aanpassing van het bedrijf Natuurlijk Genoegen is mede mogelijk gemaakt door de provincie Noord-Holland en de EU. Europees Fonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland. Hooi en gras In vergelijking met kuilgras heeft hooi meerdere voordelen. Het is minder zwaar en gemakkelijker te verdelen en gevaren van listeriose of besmetting van kazen met boterzuur sporen bestaan niet. Een slecht afgedekte kuil of gaten in het afdekplastic vormen een bron voor schimmels die bacteriën. Door het drogen hebben deze schimmels geen kans het product te besmetten. Daarnaast zorgt direct inschuren van het gras voor minder verliezen hetgeen leidt tot een betere benutting (tot 20 procent). Hooi in het rantsoen draagt ook bij aan een betere melkkwaliteit, wat met name tot uiting komt bij kaasbereiding met rauwe melk. Het hooi dat hier in Nederland wordt gemaakt en daarvoor eerst vier tot vijf dagen op het land ligt, kun je niet vergelijken met het kunstmatig gedroogde gras. In Oostenrijk noemen ze natuurlijk gedroogd hooi dood gras. Het ruikt veel minder lekker en ook loopt de voederwaarde behoorlijk terug. EKOLAND februari

16 NEWBIE prijs Jessica en Maurits Tepper winnen de NEWBIE-prijs Pionieren zonder inputs De prijs voor bijzonderste intreder in de landbouw, de NEWBIE-prijs, ging dit jaar naar Maurits en Jessica Tepper van Eytemaheert. Wat maakt hen zo speciaal? Hoe geven zij hun melkveehouderij met kaasmakerij en gesloten kringloop vorm? Wat beweegt hen ertoe om nieuwe boer te zijn? Tekst Klarien Klingen foto s Jessica Tepper/ Eytemaheert We spreken twee gedreven ondernemers, die recent hun regeneratieve melkveehouderij opstartten in Roderwolde Drenthe. Melk wordt verwerkt tot kaas, en kaas en vlees worden in eigen beheer verkocht. Er wordt geen mest of voer van buiten het bedrijf aangevoerd. Maurits en Jessica geven het interview samen. Dat maakt indruk op mij, net als ik hebben zij kinderen van basisschoolleeftijd, die deze weken noodgedwongen thuis zijn. Tijd is dan schaars, zeker als je bezig bent een circulair melkveebedrijf met kaasmakerij en eigen afzet op poten te zetten. In de zomer van 2015 zijn we begonnen met een paar kalfjes en een webwinkel voor kaas en vlees. Nu melken we 70 koeien en hebben we in het afgelopen seizoen 35 duizend kilo kaas geproduceerd. Alle melk verwerken ze zelf. Alle vaarsjes en ook alle stierkalfjes blijven op de boerderij. De stierkalfjes worden in juni geslacht. Dan kunnen ze net nog mooi twee maanden profiteren van het nieuwe gras en zetten ze zo nog 30 tot 40 kilo vlees erbij aan. De kwaliteit is top. De stiertjes gaan dan weg net voordat ze gevaarlijk kunnen worden. Voor de 70 melkkoeien plus (veel!) jongvee gebruiken ze 60 hectare grasland, 60 hectare schraal grasland met beperkingen, en 60 hectare natuurgrond. Voor die natuurgrond doet Eytemaheert loonwerk voor de natuurorganisaties. Daar komt maaisel af dat gebruikt wordt voor strooisel en voor bokashi. Het moet kunnen om op deze manier hoogwaardig melk en vlees te produceren zonder externe inputs. Maurits en Jessica voeren alleen gras. Nu ook nog een deel grasbrok van eigen land, ze denken erover dit af te bouwen of alleen nog te gebruiken om straks koeien de melkrobot in te krijgen, een minimale hoeveelheid dus. Melkvee- Bedrijfsgegevens VOF Eytemaheert in Leutingewolde (Drenthe) Eigenaren Jessica en Maurits Tepper Arbeid 3,5 FTE in dienst waarvan één leerwerktraject Veestapel 70 melkkoeien plus jongvee plus stierkalfjes Areaal 60 ha grasland, 60 ha grasland met beperking, 60 ha natuur Verwerking Alle melk wordt zelf verwerkt Afzet Webshop voor kaas en vlees Website eytemaheert.nl 16 februari 2021 EKOLAND

17 bedrijfsvoering Om te laten zien dat het kan, willen we een wetenschappelijke onderbouwing van wat we doen. houders die een vergelijkbare bedrijfsvoering hebben, gebruiken vaak graan als krachtvoer. Wij denken dat het met blaarkoppen ook zonder kan. Het maakt wel uit hoe de blaarkop gefokt is. We merken dat de puurdere, oudere blaarkoppen robuuster zijn dan de holstein-blaarkop-kruisingen. Melk en vlees produceren zonder krachtvoer, dat is nogal wat, vind ik. Als mensen zeggen dat iets niet kan, dan denken wij hoezo kan dat niet? Wij varen op eigen kennis, opgebouwde ervaring en op vertrouwen. Voor hun eigen bedrijfsvoering en keuzes werkt dat tot nu toe prima. Anderen overtuigen, is een ander verhaal. Om de landbouwtransitie verder te helpen willen Jessica en Maurits heel graag dat anderen aansluiten. Om te laten zien dat het kan, willen we wetenschappelijke onderbouwing van wat we aan het doen zijn. Met die gedachte is Eytemaheert een onderzoeksboerderij geworden: onderzoekers van de WUR monitoren nutriëntenstromen, ook in de bokashi, graasgedrag, etc. De onderzoeksvraag is steeds: hoe kan een boer het meest optimaal produceren binnen de grenzen van de natuur? Daar komt een keur aan onderzoeksvragen en -richtingen uit voort. De onderzoeksactiviteiten zijn geen kleinigheidje: We besteden nu zo n zes à zeven uur per week aan online vergaderen met onderzoekers. De volgende stap is buiten te gaan melken met een melkrobot. We zijn bezig een systeem te ontwikkelen waarbij de robot in het midden staat van een blok met verschillende percelen. We doen aan roterend standweiden: de koeien krijgen iedere twaalf uur een nieuw stuk. Op de huiskavel zijn drie blokken met elk zeven percelen. In het midden komt een verharding waar de robot komt te staan en een koelwagen kan staan, die worden dan mee verplaatst als we naar het volgende blok gaan. Dit systeem wordt nu verder ontwikkeld. Jessica runt de webwinkel. Iedere maand worden twee koeien geslacht. Die raken we makkelijk kwijt. Vooral aan mensen uit de omgeving. Dus niet alleen onze productie, maar ook onze afzet is lokaal. Eens per maand kunnen mensen hun bestelde vleespakket afhalen op de boerderij of bij een boerderijwinkel in Slochteren. Twee weken later dan het afhaalmoment is er ook één moment waarop je je vleespakket kunt laten bezorgen. We hebben gekozen voor pakketten zodat je mensen aanmoedigt alle delen van de koe in de goede verhoudingen te kopen. Zou iedereen een boerenbedrijf kunnen starten op deze manier? Wij zijn vanuit ander werk hiermee gestart, in die zin zijn we misschien een uitzondering. Hoewel wij denken dat iedereen dit in principe zou moeten kunnen doen. Maar het was echt niet altijd makkelijk. Alleen al voor fosfaatrechten hebben ze een half miljoen euro moeten lenen. De Rabobank en het Groenfonds, waar wij lenen, zeggen voor duurzame landbouw te zijn. Maar wij moeten binnen vijf jaar aflossen. Dat betekent dat wij per maand negenduizend euro moeten aflossen. Dat fosfaatrechtenstelsel moet echt anders, het is bedoeld voor de beteugeling van het intensieve systeem, terwijl je er als regeneratieve boer voor moet betalen. Op deze manier houdt dat systeem de landbouwtransitie tegen. Aan visie hebben ze geen gebrek. Om te zorgen dat regeneratieve landbouw mogelijk is zouden we eenmalig landbouwgronden moeten afwaarderen, vanuit een transitiefonds. In plaats van boeren te gaan uitkopen of via allerlei organisaties gronden te gaan overnemen, kun je ook mensen helpen om onder randvoorwaarden wel gewoon boer te kunnen blijven. Dan is al het geld dat nu gaat naar allerlei vergroeningsregels ook niet meer nodig. Werk aan de winkel voorlopig dus. Jessica gaat met dank aan de NEWBIE-prijs een Kiss the Ground training volgen om de regeneratieve landbouwgedachte nog beter uit te kunnen dragen. Ik verheug me enorm op wat daar uit gaat komen! Klarien Klingen is actief bij Toekomstboeren, vereniging voor nieuwe en agroecologische boeren EKOLAND februari

18 Plantise Bioplant belangrijke speler in de markt voor biologisch plantgoed Biologisch plantgoed voor binnenen buitenland aubergine gewas, netjes recht 18 februari 2021 EKOLAND

19 Bedrijf in beeld Plantise Bioplant in Naaldwijk is speciaal ingericht voor de biologische opkweek. Tot eind mei staat de biologische 4,5 hectare grote opkweekkas helemaal vol, daarna is er ruimte voor iets nieuws. De laatste jaren is Plantise Bioplant zich stap voor stap gaan specialiseren. Tekst Leen Janmaat Foto s Arjan Sonneveld Jonge tomatenplant, net op eindafstand gezet Plantise Bioplant maakt deel uit van Plantise bv, zie kader. Dit bedrijf is uitgegroeid tot een omvangrijke opkweker. Het bedrijf heeft ongeveer 15 procent van de opkweekmarkt in handen. In Nederland iets meer dan 50 procent en is in omzet de grootste plantenkweker van Nederland. Zowel in binnen- als in buitenland levert Plantise Bioplant plantgoed aan biologische telers. Wat in 1995 begon met een opkweekkas van m 2, is inmiddels uitgeroeid tot ruim 10 hectare kasoppervlak voor biologische opkweek. In de drukste periode in de winter, van begin december tot eind februari wordt de 4,5 hectare biokas in Naaldwijk uitgebreid met 6 hectare kas in Kessel (zie ook kader). Simon van Zanten vormt al vele jaren het gezicht van Plantise Bioplant, hij is meegegroeid met de ontwikkeling van de biologisch opkweekpoot van het bedrijf. Na afloop van ons gesprek vertelt Simon dat het zijn laatste werkdag is voor de opkweker. Hij begint als ZZP er en blijft actief voor het bedrijf als contactpersoon voor Zuid-Europa ofwel het gebied onder de denkbeeldige lijn tussen Neurenberg en Parijs. Daarnaast gaat hij werken voor de Bolster met de focus op de onderstammen voor paprika en voor The Rootstock Company met onderstammen voor tomaat, paprika en komkommer. Arjan Sonneveld is vanaf nu het aanspreekpunt voor de telers. Hij werkt vanaf 2001 voor Plantise (voorheen Grow Group). Volgens Arjan vraagt biologische opkweek extra veel kennis en kunde. Dat begint met de samenstelling van de potgrond. Conform de Bio Swiss-eisen bestaat het mengsel uit 30 procent compost, dit gebruiken we voor al het plantgoed als vaste verhouding. Wel verschillen de mengsels in grofheid. Simon van Zanten Arjan Sonneveld Zwart veen vormt de basis. Afhankelijk van de omvang van de perspotten, is het materiaal wat grover of fijner. Als extra bemesting vooraf worden DCM-korrels gebruikt door de potgrondmengsels. De kunst tijdens de opkweek is om voldoende lucht in de perspot te houden, het watergeven doen we zowel van onder af als bovenlangs met de regenleiding. De meststoffen die we dan nog toevoegen, geven we bij voorkeur via de regenleiding. Deze meststof bestaat met name uit biologische vergiste zeugenmest die via een vast procedé oplosbaar en geschikt voor irrigatiesystemen is gemaakt. Naast potgrond en bemesting gaat veel aandacht uit naar ziekten & plaagbeheersing. Dat vraagt om voorzorgsmaatregelen met de nadruk op inzet van natuurlijke bestrijders. Bij opkweek van parika is bladluis vaak een probleem. Naast het uitzetten van biologische bestrijders proberen we ook zelf natuurlijke vijanden te kweken. Met name aubergine is een geschikte bankerplant, deze plant trekt alle plagen aan Plantise is voortgekomen uit een fusie tussen drie Nederlandse plantenkwekers: Leo Ammerlaan, Van der Lugt en de Grow Group. Plantise-fusiepartner Grow Group begon jaren geleden als eerste plantenkweker met de teelt van biologische groenteplanten. Inmiddels beschikt het bedrijf over veel kennis en expertise. In samenwerking met het compostbedrijf Klassman stelt het bedrijf haar eigen potgrondmengsels samen waarin standaard 30 procent compost is verwerkt. Daarnaast is Plantise Bioplant specialist in enten. Geënte planten vormen een belangrijke basis voor de succesvolle teelt van vruchtgewassen zoals tomaten, paprika en komkommer. EKOLAND februari

20 Komkommer Zo worden de grote perspotten gemaakt Paprika die je maar kunt bedenken. Voor sluipwespen en andere bestrijders is het een geschikte broedplaats voor de volgende generatie. Meer specifiek voor de opkweekfase vormt de varenrouwmuggen (zie kader) een geduchte plaag. Gelukkig mogen we Steinernema gebruiken om de populatie in de hand te houden. Daarnaast krijgen soms ook mineervliegen de overhand in vruchtgroenten, als correctiemiddel hebben we Tracer achter de hand. Maar dit gebruiken we niet oor onze biodynamische tuinders, benadrukt Simon. Aanvankelijk werden de plagen buiten de kas gehouden door gebruik van insectengaas. Arjan legt uit waarom dit is afgebouwd. In de praktijk vormt insectengaas een belemmering voor de beluchting in de kas, dat kan wel oplopen tot 50 procent verlies. Zeker in warme perioden is dit te veel en we hebben daarom besloten om het versleten gaas te verwijderen en niet meer te vervangen. Wel vraagt dit extra alertheid bij het scouten, onze medewerkers in de opkweek besteden veel tijd aan het scouten en uitzetten van bestrijders. Naast beheersing van plagen krijgt hygiëne topprioriteit in de opkweek. Met name bacteriën en virussen vormen een risico. Insleep via vuile kratten ligt om de hoek. Voor het reinigen hanteert het bedrijf strakke protocollen. Juist omdat we veel verschillende afnemers hebben, moeten we scherp blijven om insleep te voorkomen. De regels voor plantopkweek zijn talrijk Conform de Bio Swiss-eisen bestaat het mengsel uit 30 procent compost, dit gebruiken we voor al het plantgoed als vaste verhouding. Bedrijfsgegevens Plantise De hoofdlocatie is gevestigd in Naaldwijk Zo worden de planten op eindafstand gezet Areaal 4,5 ha kas uitsluitend voor biologische opkweek. 6 ha plantopkweek gedurende de piekperiode op locatie in Kessel. Arbeid 12 vaste medewerkers periodiek aangevuld met uitzen krachten Gewassen tomaat, paprika, peper, courgette, aubergine, komkommer, uien, knolselderij en meloen. Afzet Nederland en een achttal andere Europese landen. Aantal planten aubergine, komkommers, paprika/peper, tomaat, selderij, uien/ bieslook. Omzet ruim 9 miljoen euro Website 20 februari 2021 EKOLAND

21 Bedrijf in beeld Met deze machine wordt de knolselderij gezaaid en de pluggen geperst voor de tomaat, paprika, peper, komkommer en aubergine Aubergine is een geschikte bankerplant, deze plant trekt alle plagen aan die je maar kunt bedenken. en dat geldt ook voor de mestregels waarmee het bedrijf te maken heeft omdat het vergiste zeugenmest op meerdere plekken wordt gebruikt binnen het eigen bedrijf. Enttray geente tomaat De potgrond Varenrouwmug De varenrouwmug is een muggensoort uit de familie van de rouwmuggen. Varenrouwmuggen doorlopen de volgende ontwikkelingsstadia: eistadium, vier larvenstadia, een popstadium en het volwassen stadium. De adult is een 1-5 millimeter lange, donkergrijze vlieg met lange antennen. De poten zijn relatief lang en de vleugels zijn duidelijk geaderd. De muggen hebben een kleine kop met zuigende monddelen. Ze nemen gedurende hun korte leven echter vrijwel geen voedsel op. De mannetjes zijn meestal kleiner dan de vrouwtjes. Het zijn geen snelle vliegers en ze hebben een voorkeur voor donkere vochtige plaatsen waar veel organisch materiaal aanwezig is. Ze kunnen het hele jaar door optreden. De larven van varenrouwmuggen voeden zich voornamelijk met dood organisch materiaal en de schimmels die daarop groeien, maar sommige soorten kunnen ook levend plantenmateriaal eten (wortels). Het middel Steinernema bevat nematoden die het plaaginsect binnendringen en daar symbiotische bacteriën afgeven. Deze bacteriën zetten de weefsels van de larve om in een voedselbron voor de nematoden, die zich vervolgens ontwikkelen en voortplanten. De gastheer sterft binnen enkele dagen na infectie. Specialisatie vindt er langzamerhand ook plaats, ondanks de vele klanten met evenzoveel wensen. Ze waren al gestopt met de opkweek van bladgewassen, dit jaar leveren ze ook geen koolachtigen mee uit. Simon legt uit waarom: Je moet weten dat er vele soorten kolen zijn, van sluitkool tot bloemkool en Chinese kool. Het gaat doorgaans om kleine partijen waarvoor we plek vrij moeten maken. Met name in het vroege voorjaar staat alles vol en kleine partijen plantgoed vragen extra aandacht. Daarbij willen we altijd wel goede planten kunnen garanderen. We gaan ons nu meer richten op de opkweek van knolselderij en ui-achtigen inclusief bieslook. In deze tijd van het jaar zitten we behoorlijk vol, dat heeft te maken met onze Zwitserse afnemers. Zij mogen volgens de Bio Swiss-regels pas vanaf maart stoken en daarna planten in de kas. Tot die tijd hebben wij de zorg voor dit plantgoed. Maar vanaf mei-juni hebben we juist plek over. Omdat we in Naaldwijk de kas jaarrond 100 procent biologisch houden, kunnen we nog wel een biologische opkweek activiteit gebruiken. Zaadteelt zou een optie kunnen zijn, maar volgens de regels moet vermeerdering van biologische zaden in de grond plaatsvinden. EKOLAND februari

22 Hoe slootkant en -bodemmaaisel bij kan dragen aan biodiversiteit en een gezonde bodem gezonde bodem is toekomst van landbouw Gerard Keurentjes Hij luistert naar imkers en praat met het waterschap.. Samen met andere boeren ontwikkelt hij nu van onderop een aangepast slootkantbeheer, dat de slootkant rijk laat bloeien. Door het sluiten van de kringlopen op zijn bedrijf met 100 procent grasgevoerd vee, vermindert de uitstoot van stikstof en wordt koolstof vastgelegd in de bodem. Het klinkt als de droom van demissionair minister Schouten, voor Gerard Keurentjes is het dagelijks werk. Tekst Bernard Faber foto s Arie Keijzer Aanleiding voor het interview is een verslag van Arie Keijzer van het Flevolands Agrarisch Collectief (FAC, zie kader) van een proef met aangepast slootkantenbeheer, die de biodiversiteit in de slootkant vergroot en koolstof vastlegt in de bodem. Gerard Keurentjes doet mee aan dit project. Zijn bedrijf staat in Rutten in de Noordoostpolder. Wij gebruiken al ruim tien jaar maaisel uit de Weerribben en we doen nu mee aan het project Slootkantenbeheer van het Flevolands Agrarisch Collectief. In 2020 is het FAC in samenwerking met BDEKO, Landschapsbeheer Flevoland en de Bee-foundation gestart met de pilot Aangepast slootkantenbeheer voor meer Biodiversiteit. Vorig jaar gaf Sonne Copijn van de Bee-foundation een hele mooie presentatie over het belang van bloeiende kruidenrijke slootkanten vanuit het perspectief van de wilde bij. We zitten hier natuurlijk in Flevoland in het Walhalla van de moderne landbouw, waar de boeren in maart al beginnen het klepelen om alles strak te houden en onkruid geen kans te geven. Sonne praat over wilde bijen aantrekkende kruiden in plaats Terwijl mijn buurman wegzakt met z n land en vraagt om verlaging van de grondwaterstand, zou die voor mij wel hoger mogen. van ongewenste kruiden. Die positieve benadering is heel belangrijk. De insteek van het project is om een beetje tussen de oren van de mensen te krijgen dat we door middel van een aangepast slootkantbeheer biodiversiteit een enorme impuls kunnen geven. Dat de boeren hier een aversie tegen hebben is begrijpelijk. Maar boeren die hier ervaring mee hebben, weten dat maaien en afvoeren een geweldig eindproduct oplevert dat bijdraagt aan een gezondere bodem. Waarmee je het organische stofgehalte verhoogt en CO 2 vastlegt in de bodem. Een gezonde bodem is volgens mij het allerbelangrijkste voor de toekomst van de landbouw. Dat eindproduct, die compost, kun je voelen en ruiken. Dat in combinatie met het verhaal van Sonne Copijn over biodiversiteit maakt mensen enthousiast. Wat levert die compost jou op? Een geweldige opbouw van het organische stofgehalte van de bodem. Wij onderhouden onze drains niet meer omdat we in de bodem capillaire werking hebben in ons kruidenrijke grasland door diepe beworteling en rijk bodemleven. Wij investeren in het leren beheren van kruidenrijk grasland met koeien in plaats van in onkruidbestrijding en drainage. Terwijl mijn buurman wegzakt met z n land en vraagt om verlaging van de grondwaterstand, zou die voor mij wel hoger mogen. 22 februari 2021 EKOLAND

23 Interview Flevolands Agrarisch Collectief In 2015 is het Flevolands Agrarisch Collectief (FAC) opgericht. Het collectief is verantwoordelijk voor de uitvoering van het agrarisch natuur- en landschapsbeheer in Flevoland. Daarnaast voert het collectief projecten uit die de duurzaamheid van de Flevolandse landbouw vergroten. Het FAC is een coöperatie van, voor en door boeren. Lopende projecten zijn ondermeer Agrarisch Natuur- en Landbouwbeheer (ANLb); Schoner Water Flevoland; Zicht op de Bodemstructuur; Pilot Akkerbelt; Aangepast slootkantenbeheer en Groene draad in het klimaat. Het FAC heeft momenteel zo n 170 leden, de omzet bedraagt ruim een miljoen euro. Lees meer op flevolandsagrarischcollectief.nl. In 2020 is het FAC in samenwerking met BDEKO, Landschapsbeheer Flevoland en de Bee-foundation gestart met de pilot Aangepast slootkantenbeheer voor meer Biodiversiteit. De eerste groep deelnemers startte vorig jaar, voor dit jaar zoeken we nog meer deelnemers. Er is ruimte voor meer! Vanuit het project wordt in overleg met afgesproken in welke periode de verschillende delen van de slootkant (sectoren) worden gemaaid en afgevoerd. Ook de methode wordt in overleg bepaald. De eigen bijdrage voor het maaien komt overeen met de kosten van 3 x klepelen door een loonwerker. Belangstelling om mee te doen? Meld je aan bij Albert Jan Olijve, via projecten@flevolandsagrarischcollectief.nl Dat eindproduct kun je voelen en ruiken, dat en het verhaal van de Beefoundation, maakt boeren enthousiast. Over de samenwerking met het waterschap: Ik praat al jaren met het waterschap over een aangepast slootkantenbeheer. De bestaande werkwijze is klepelen en het maaisel op een ril laten liggen. Iedereen weet wat voor effect dat heeft. Verstikking, ophoping van nutriënten die uitspoelen naar het slootwater en groei van ongewenste kruiden die je vervolgens weer moet bestrijden. Dat klinkt een beetje dom. Vanuit het milieu gezien is het ook ongewenst. Als je het maaisel afvoert en op een goede manier composteert, kan dat de bodem verrijken terwijl de slootkant verschraalt. Daar gaan dan gewenste kruiden groeien en bloeien. Op termijn heb je dan minder onderhoud aan de sloot en verbetert ook de waterkwaliteit. Maar dat kwartje valt moeilijk bij het waterschap. Zij kijken naar de voorkant en dan brengt afvoeren van maaisel in eerste instantie meer kosten met zich mee. Maar we zijn erg blij dat ze meedoen in dit project. Het maaisel van de tochtbermen hebben ze op ons erf gebracht en zelfs ook het maaisel van de tochtbodem. Gebruikt hij mest bij het composteren van het slootkant- en natuurlandmaaisel? Wij hebben een ligboxenstal met een buitenuitloop voor het jongvee. Slootkantmaaisel en 200 ton grof maaisel uit de Weerribben hebben we laag voor laag in die buitenpot opgebracht. Het jongveel voegt daar mest aan toe en mengt dat met het maaisel. Het voordeel van de buitenpot is dat het blijft leven. Het gaat niet broeien. Daarnaast hadden we dit jaar 200 ton geshredderd maaisel uit de Weeribben. Dat hebben we gemengd met de inhoud van de buitenpot. Dat mengsel kwam gemakkelijk op 70 graden, bij die temperatuur gaat het zaad van ongewenste kruiden dood. Kippen zorgen voor de mestverspreiding Onze koeien lopen zo n beetje negen maanden buiten. De koeien kalven allemaal in het voorjaar af en de kalfjes blijven bij de koe. Meestal begin maart gaan de koeien naar buiten, dan denk je er staat wel erg weinig gras op het land. Maar die koeien grazen de topjes van het gras af, droppen hun flatsen, helemaal gescheiden van de urine ook nog en hup daar begint het te leven en te groeien. Bij ons gaan dan de kippen er nog achteraan. Die pikken de insecten uit de flatsen en zorgen zo voor de verspreiding van de mest. Die gratis eiwitrijke insecten en wormen leveren dan weer de allerlekkerste eitjes op. Volgens mij zou dit de toekomst van de pluimveehouderij in Nederland kunnen zijn. Niet zo goedkoop mogelijk voor de hele wereld eieren produceren, maar op de beste manier voor eigen regio. We moeten er gewoon anders over gaan denken. EKOLAND februari

24 onderzoek Meerwaarde van de bioboer Deel 6 Biodiversiteit Relatie mens dier vraagt om een andere houding van de boer zelf Drie Beter Leven sterren voor biologisch Wat is het maatschappelijk belang van de biologische landbouw? Op welke manier draagt zij bij aan een betere wereld, en welke uitgangspunten worden hierbij gebruikt? Onderbouwd door wetenschappelijke literatuur geven we aan waarin de meerwaarde kan liggen van biologische landbouw voor burgers, boeren en beleidsmakers. In deel zes gaan we in op het thema relatie mens en dier. Tekst Feitze van der Hoek & Leen Janmaat Foto Jaap van Westering Het thema relatie mens en dier heeft veel raakvlakken met het thema dierenwelzijn. In context van de Ifoamprincipes ligt de nadruk op zorg. Het principe van zorg houdt in dat biologische landbouw met voorzorg en verantwoordelijkheid wordt uitgeoefend. Dit omvat zowel de zorg voor elk individueel dier als ook van het dier als deel van duurzame veehouderij. Waar gezondheid zich meer richt op de afwezigheid van ziekte, draagt zorg bij aan het in stand houden van lichamelijk, mentaal, sociaal en ecologisch welbevinden. Dit wordt onder andere bereikt door dieren goede kwaliteit voer te geven, ze van verse lucht te voorzien en hun onderkomen schoon te houden. Maar ook door kuddedieren niet individueel te huisvesten maar in een kudde te laten Door te begrijpen hoe dieren mensen waarnemen, is het mogelijk om de relatie tussen mens en dier te verbeteren. leven (Vaarst & Alrøe 2012, Cabaret et al 2014). Hoewel een paard als kuddedier wordt aangemerkt, staan deze dieren toch vaak alleen in de wei. Het vertonen van diereigen gedrag draagt bij aan het welzijn van dieren. Zo draagt een buitenverblijf waarin een kip kan rondscharrelen en in de aarde wroeten bij aan de mate van natuurlijk leven. Buiten loopt de kip wel een groter risico op het opdoen van parasieten, waar zij ziek van kan worden. Dit vraagt om voorzorg zoals voldoende omweiden en ondersteunen van de gezondheid met kruiden. Biologische varkenshouders hanteren de norm dat zeugen beschikking hebben over een poel, dit steekt scherp af tegenover varkens op roostervloeren. Richard van Pelt tussen zijn tamworth varkens ZORG Ecologie Gezondheid Eerlijk De inrichting van huisvesting, beschikken over buitenuitloop en andere voorzorgsmaatregelen staan borg voor een zo natuurlijk mogelijke leefomgeving waarin diereigen gedrag mogelijk is. Op dit gebied kent de biologische verordening regels die dit ook borgen. Biologisch vlees krijgt hiermee drie sterren voor beter leven. Op de website van Beter Leven is dit zo geformuleerd: Varkens die op biologische wijze worden gehouden, krijgen automatisch 3 sterren Beter Leven. Deze bedrijven voldoen aan Europese biologische wetgeving. Deze varkens hebben de meeste ruimte in de stal: 1,3m 2 per vleesvarken. Daarnaast is er ook meer ruimte in het kraamhok en de biggenopfokruimte. De dieren hebben net als bij 2 sterren een overdekte uitloop, en drachtige zeugen mogen in het weiland. Het biologisch houden van dieren vraagt om een andere houding van de boer zelf. Het systemische denken van biologische boeren draagt bij aan het vinden van nieuwe oplossingen ten bate van dierenwelzijn. De gezondheid en het welzijn van het agro-ecosysteem en de kudde is namelijk essentieel voor die van het individuele dier. Verantwoorde veehouderij brengt doorgaans wel extra kosten met zich mee waarmee ook de kostprijs van het product toeneemt. Het behouden en verder verbeteren van dierenwelzijn in de landbouwsector is alleen mogelijk als de consument bereid is hiervoor te betalen. Dat dieren reageren op menselijk gedrag is bekend, uit onderzoek is gebleken dat de wijze waarop een veehouder zijn dieren behandeld, gevolgen heeft voor de relatie mens-dier. In geval van melkvee is aangetoond dat wanneer een melkvaars negatief wordt behandeld het dier angstig blijft reageren op mensen. Met name door te begrijpen hoe dieren mensen waarnemen, is het mogelijk om de relatie tussen mens en dier te verbeteren. Talrijke onderzoeken hebben aangetoond dat bepaalde gedragingen van mensen, zoals langzaam spreken, aaien en de kalveren af en toe aan de vingers laten zuigen, bijdragen aan het verminderen van vluchtgedrag. Afgezien van het voeren is er nog heel weinig bekend over de motivatie van koeien om met mensen om te gaan. 24 februari 2021 EKOLAND

25 Biokennisweek Een pleidooi voor meer betrokkenheid bij natuur en consument De Boeren troonrede 2021 Jaarlijks wordt een boer of boerin uitgenodigd om zijn of haar eigen visie en drijfveren te delen en ons te inspireren. Deze Boerentroonrede is uitgesproken op de Biokennisweek door Jan Dirk en Peter van de Voort van De Groote Voort. Hieronder volgen enkele spraakmakende passages. Tekst Talis Bosma BDe Groote Voort beslaat nu ruim 50 ha weiland met een grote open, ronde stal en zo n 95 Jersey koeien om te melken. De rauwe melk wordt zelf op de boerderij verkaasd tot de beroemde Remeker kaas. Jan Dirk: Nooit hebben we durven dromen, dat dit mogelijk zou zijn op onze boerderij. En als het hier kan, dan kan het overal. Wij kunnen met elkaar ons weer verbinden met de natuur om ons heen. Vroeger waren de roeken onze vijanden, omdat ze, uit verveling en op zoek naar voedsel, het plastic van de kuilen kapot maakten, wat zorgde voor voerverlies. Nu zijn het onze kameraden, omdat ze heel vakkundig de mest verspreiden bij het zoeken naar de mestkevers. Jan Dirk: De natuur krijgt op ons bedrijf steeds meer de ruimte doordat wij een stap terug zetten. De natuur gebruikt die ruimte om zich weer te herstellen van de onbalans die wij in het verleden gecreëerd hebben. Concreet betekent dit, dat we inmiddels al 20 jaar geen antibiotica, wormmiddelen en vliegenbestrijdingsmiddelen meer inzetten op ons bedrijf. Peter: Meer verdieping is wenselijk in de biologische landbouw, ik mis de innovatie. Zonder innovatie raken consumenten de verbinding met het bio-keurmerk kwijt en weet de jonge generatie nog amper waar het voor staat. Stilstand is achteruitgang en bio staat al jaren geparkeerd. Consumenten komen bij ons terug omdat onze kaas smaak heeft en omdat er wordt gedacht aan de natuur. Ik begrijp dat wij een uitzondering zijn in de markt. Maar als je naar de planeet kijkt zouden wij een eigenlijk de regel moeten zijn. Jan Dirk: Het meest enthousiast zijn we toch wel over ons vrijwel 100 procent vers-gras-rantsoen in de weideperiode. Zo simpel! Waarom hebben we dat niet eerder gedaan? Immers, we besparen zo veel arbeid en brandstof. De koeien doen alles zelf, want ze halen het verse eten van het land en brengen daar de mest. Uit de weideperiode maken we de beste kaas. In deze periode is namelijk de verhouding van het humuscomplex en de micro-organismen in de bodem in dezelfde verhouding terug te vinden in de pens van de koe. Dat geld ook voor de melk. Die heeft daardoor een geheel eigen smaak en de ideale stabiliteit om door te kunnen rijpen tot oude kaas. Onze oudste kaas, de Pracht, ons paradepaardje, reflecteert daarom het beste de complexiteit van onze bodem. Peter: Tegen de ondernemers zeg ik: wees onderscheidend, heb lef, durf jezelf te zijn, geloof in de kracht van ieders eigenheid en de kracht van de natuur. Met deze handvatten krijg je een krachtig bedrijf dat aansluiting vindt bij de uitdagingen waar we in deze tijd voor staan. Biologisch is wat ons betreft een solide basis. De volledige boerentroonrede met de introductie en het nawoord van Prof Edith Lammerts van Bueren, voorzitter van de BioAcademy, is terug te zien op bioacademy.nl/nl/actueel/ EKOLAND februari

26 Zo ervaren we online ontmoetingen en kennis delen Terugblik op Biokennis week 2021 Hoe van een tegenslag een kans werd gemaakt. Eind januari vond de eerste Biokennisweek plaats. We vroegen bezoekers en standhouders naar hun ervaringen tijdens dit innovatieve online alternatief voor de jaarlijkse Biobeurs. Tekst Talis Bosma Afgelopen zomer werd duidelijk dat vanwege de coronamaatregelen een fysieke Biobeurs lastig zou kunnen worden in januari. Bionext en de programma - en beurscommissies besloten al snel om op een online alternatief te focussen. Een alternatief dat een week zou duren, een alternatief om biologische innovatie te vieren. Het niet doorgaan van de Biobeurs in Zwolle was een tegenslag. De organisatoren grepen de kans om een nieuw concept uit te proberen waarbij meer kennis over een grotere doelgroep kon worden verspreid. De ongeveer geregistreerde bezoekers verspreidden zich over de virtuele stands van 59 bedrijven. Daarnaast namen ze deel aan gemiddeld zes van de 99 workshops. Nooit eerder kende de Biobeurs zo n uitgebreid workshopprogramma. Van deze bezoekers omschreef het grootste gedeelte, ruim 30 procent, zichzelf als boer of tuinder. Vergeleken met vorige jaren is dit aandeel iets lager. Met een aandeel van respectievelijk 13 en 10 procent waren groothandels en biologische winkeliers daarentegen wel beter vertegenwoordigd vergeleken met vorige echte beursjaren. Het totale bereik via bezoekers en media was na een week lang bio-innovatie vieren groter dan ooit. Via sociale media en artikelen bereikte de Biokennisweek ruim 6 miljoen mensen, een derde meer dan vorig jaar. Hoe ervaarden bezoekers en standhouders deze virtuele Biokennisweek om biologische innovatie te vieren? Biologisch-dynamisch akkerbouwer Halewijn de Smet vond de week goed georganiseerd en strak gepland. Het was mooi voorbereid met de Ekoland beursuitgave en aansprekende workshops. De live gevolgde workshops vond hij overigens wel wat aan de korte kant soms. Maar als akkerbouwer viel de planning vanuit huis niet altijd mee, dus om terug te kijken was een half uur wel een prettige lengte. Online contacten leggen lukte De Smet echter nauwelijks: Daar had ik meer van verwacht, maar misschien heb ik dat ook te weinig geprobeerd. Sonja van der Wal, student Plant biotechnologie aan Wageningen UR ervoer de online opzet als een laagdrempelige manier om meer te leren over de biologische sector. Vooraf vond ik het moeilijk om in te schatten of de workshops en het contacten leggen met bedrijven interessant zou zijn voor mij als student, maar het beviel goed. Ook zonder veel achtergrondken- nis vond Van der Wal de workshops toegankelijk, maar daardoor miste ze hier en daar wel wat diepgang. De online opzet maakte het voor mij makkelijk om op een unieke manier in de voor mij onbekende biologische wereld te duiken. Ook vanuit de deelnemende bedrijven klinkt er een positief geluid, al plaatsen sommigen ook wel kanttekeningen bij het online ontmoeten van mensen. Met 569 bezoekers was de virtuele stand van het Agrifirm BioTeam de best bezochte van de beurs. De tweede best bezochte stand was Green Organics met 307 bezoekers. Er is natuurlijk wel verschil tussen totaal aantal bezoeken en unieke bezoekers, maar uiteindelijk loop je op een echte beurs ook vaak meerdere keren bij een stand langs voor een praatje. Zie tabel. Agrifirm stak er wel behoorlijk bovenuit, mede door hun slimme marketing vooraf en weggeef acties. De tien best bezochte stands Bedrijven Aantal keer bezocht Unieke bezoekers Agrifirm BioTeam Green Organics B.V Triodos Bank Agrico Udea Odin foodcoop Bionext Skal Biocontrol Streekplein AgruniekRijnvallei Biologisch februari 2021 EKOLAND

27 Biokennisweek Arend Zeelenberg, manager van het Bio- Team van Agrifirm: We waren niet zeker of de online Biokennisweek wel aan zou slaan bij onze klanten, maar zijn er vol voor gegaan. Zeelenberg en zijn team hielden drie workshops. Daarbij probeerden we drie verschillende manieren, voor elke van onze drie sectoren, akkerbouw, varkenshouderij en melkvee/jongvee, een andere. Dit werkte zeer naar tevredenheid. We hadden boven verwachting veel kijkers en ook van klanten kregen we veel positieve reacties, blikt Zeelenberg terug. Maar het blijft natuurlijk vreemd en een gemis om je klanten niet live te ontmoeten. De online workshops zijn wat Agrifirm betreft echter zeker voor herhaling vatbaar. Jochem Noordermeer, adviseur Biologische akkerbouw bij Delphy, ervoer de Biokennisweek op een soortgelijke manier. Bij onze workshop was de opkomst boven verwachting hoog, wat ik ook zag bij andere workshops. Daarnaast viel het me op dat er vanuit het publiek meer reacties waren dan bij de fysieke Biobeursworkshops. Het positieve van workshops online aanbieden is volgens Noordermeer dat je als bezoeker gemakkelijk tussen de werkzaamheden door even een workshop bekijkt en achteraf workshops terug kunt kijken wanneer je wilt. Maar het aantal bezoeken aan onze virtuele Delphy stand viel ons wel wat tegen. Het is lastig om het spontane van een echte beurs naar een online platform te vertalen. Wie waren de bezoekers van de BKW? Boer/tuinder 38% 34% 43% 38% 30% Kennis/Onderzoek/Advies 16% 11% 15% 12% 13% Groothandel 10% 13% 9% 8% 13% Bio winkel 7% 7% 7% 6% 10% Retail 9% 12% 6% 5% 7% Onderwijs 5% 6% 8% 8% 7% Merkproducent 5% 8% 4% 8% 2% Horeca 5% 5% 3% 2% 0% Overige 1% 9% 15% Media 2% 2% 2% 2% 2% Overheid/beleid/ngo s 2% 2% 2% 2% 1% Workshops Workshop 28 - Hoe worden boer en bodem rijk door koolstofvastlegging? Workshop 53 - Biologische landbouw: kansen voor ondernemerschap? werd met 368 het best bezocht. Workshop 75 - Proef het Streekplein Online Workshops online aanbieden en beschikbaar stellen om terug te kijken is kortom van toegevoegde waarde, zo blijkt uit de respons. Waar kan ik de workshops terugkijken?, was veruit de meest gestelde vraag was in de chat. Online sprekers uit binnen- en buitenland mengden zich met een live studio panel, zoals in de workshop Why the Danish crave organic and the Dutch not (yet)?. Ook dat digitale-internationale aspect lijkt een interessante toevoeging voor een toekomstig workshopprogramma op een fysieke Biobeurs. Biologisch-dynamisch landbouwer Jan Willem Bakker hoopt dat volgend jaar alle workshops zowel fysiek als digitaal worden aangeboden. Ik ga normaal gesproken één dag naar de beurs om mensen en bedrijven te ontmoeten en volg dan tussendoor een paar workshops, aldus Bakker. Als alles wordt opgenomen en de beurs drie dagen duurt, zou ik de twee andere dagen tussen de werkzaamheden door online nog een paar workshops volgen. En hoewel online qua sociale interactie niet aan fysiek kan tippen, kwam door de goede organisatie het biobeursgevoel toch naar boven deze week. Complimenten aan de organisatie daarvoor. Conclusies over hoe een Biokennisweek zou zijn, krijg je pas als het wordt uitgeprobeerd. Het was een gewaagde maar geslaagde sprong in het diepe waaruit waardevolle lessen kunnen worden geleerd voor de toekomst. Lessen om de komende jaren nog beter biologische innovaties te vieren en uit te dragen naar een breed publiek. Talis Bosma is student Organic Agriculture aan de Wageningen universiteit en landbouwadviseur bij Talisman Bio - Advies EKOLAND februari

28 Wordt vervolgd Bedrijfscontinuïteit in de biologische landbouw Bioboer zoekt bioboer: start en overname Starten in de biologische landbouw kan op allerlei manieren. Beginnen met een mobiele kaasmakerij, zoals Sylvester van Ledden. Na een tienjarige carrière als manager van een sportcomplex je ouders opvolgen, zoals Bart van den Broek. Of langjarig als pachter werken, zoals Jaap Melgers. Deelnemers zochten hun eigen start tijdens de speeddateworkshop Bioboer zoekt bioboer. Tekst Maria van Boxtel foto still van de workshop Bart van den Broek verhuisde met zijn partner en drie kinderen terug naar zijn ouderlijk huis in Hilvarenbeek. Ik groeide op op boerderij t Schop. Maar ik houd van sport en wilde in die wereld werken. Na mijn opleiding aan de Fontys Sporthogeschool richting management en organisatie ging ik daarom werken in die sector. Tien jaar lang gaf ik leiding aan ruim 40 mensen als manager van een groot sportcomplex. Hartstikke leerzaam en leuk! Zijn ouders Jan en Cecile stonden intussen niet stil. Mijn ouders ontwikkelden het bedrijf thuis door. t Schop groeide en werd steeds veelzijdiger. Naast vleesveehouderij kwamen er natuurbeheer, kookworkshops en een winkel met slagerij. Hoe meer het bedrijf thuis groeide, hoe interessanter ik het begon te vinden. Daarom besloot ik een aantal jaren terug dat ik het alsnog over wilde nemen, en sinds 2017 zit ik met mijn ouders in de VOF. Sinds 2018 werk ik fulltime mee. Dat bevalt goed. Samenwerken met mijn ouders gaat prima. Lachend: Die vraag of dat lukt, samenwerken met mijn ouders, krijg ik wel vaker. Bart kiest er bewust voor zich te laten coachen. Zo blijf ik scherp. Hij is ook bewust weer naar de boerderij gekomen omdat het zo n veelzijdig bedrijf is. Ik wil meer dan alleen veehouden. Anderen het verhaal vertellen van ons bedrijf, dat geeft me een kick. Onze kringloop is compleet. Onze koeien grazen in een natuurgebied en we verwerken de geslachte dieren zelf in onze eigen slagerij. We verkopen het vlees in eigen winkel en in onze kookworkshops. We doen alles in eigen beheer, en dat geeft een goed verdienmodel. Ik wordt er blij van dat mensen te vertellen. Bart zorgt eigenlijk net als 28 februari 2021 EKOLAND

29 bedrijfsvoering We doen alles in eigen beheer, en dat geeft een goed verdienmodel. Ik word er blij van dat mensen te vertellen. Je moet de inkomsten per liter melk verhogen, daarom zijn we gestart met een mobiele kaasmakerij. Van links naar rechts Jaap Melgers, Andries Visser (op t scherm), Bart van den Broek, Sylvester van Ledden en Maria van Boxtel bij zijn vorige baan dat alles goed kan draaien. Mijn vader doet het vee, en dat blijft hij echt wel doen. Mijn moeder runt de winkel. Ik regel de medewerkers, de communicatie, de activiteiten. Dat geeft ook overzicht voor de toekomst. Lachend: Ooit moeten er wel mensen bij om mijn ouders te vervangen. Nu nog niet, mijn vader zie ik wel lekker het voer blijven aanvegen. Het kloppende plaatje geeft vertrouwen. Ik laat dat graag aan anderen zien. Sylvester van Ledden groeide niet op een boerderij op. Maar mijn opa was wel boer. Toch bleef het kriebelen, en na eerder gewerkt te hebben in de zorg en als rijinstructeur, besloot hij om de Warmonderhof deeltijdopleiding te volgen. Het liefst wil ik melkveehouder worden. Zijn opleiding, stage en werkervaring maken dat Sylvester nu gerichter kan zoeken naar een plek om zelf te ondernemen. Ik heb ervaring opgedaan met mijn stages en werk nu op verschillende melkveebedrijven. Ik wil graag een eigen melkveebedrijf ik ben op zoek met een tweede, ondernemend echtpaar die een zorgtak erbij kan doen. Want dat heb ik wel geleerd: met alleen koeien melken kom je er niet. Dan is een overname of start niet te financieren, want het bedrijf levert niet genoeg op. Het bedrijfsplan dat Sylvester en Laura nu samen met Cindy en Sander uitwerken, bevat daarom ook eigen verwerking van de melk. We hebben eigen vermogen om te starten of over te nemen. Maar toch moet je de inkomsten per liter melk verhogen. We zijn daarom nu al gestart met kaasmaken. De eerste jonge kaas heb ik geproefd, en die was echt lekker. Sylvester is enthousiast: We hebben nu ook kaas gemaakt die we langer laten rijpen. Die is nog lekkerder. Om de kaasmakerij ook te kunnen meenemen naar een eventuele volgende boerderij, is die mobiel. Een kaasmakerij in een trailer, zodat we steeds met de melk van het bedrijf waar we dan zijn, kaas kunnen maken. En de boer zijn eigen, verwerkte melk weer terugkrijgt als kaas. Dat is nu onze dienst. Sylvester maakt zo kennis met meerdere melkveehouders en breidt zijn netwerk uit. Dat is wel nodig, want je moet blijven vertellen wat je zoekt. Ik heb nu enkele keren serieuze gesprekken gevoerd over overname. Dat is dan niet gelukt. Daar ben ik soms echt wel even ziek van. Maar ik ga vol goede moed weer door, want het gaat een keer lukken. Sylvester zoekt in de regio Ede, midden Nederland, om samen met zijn ex-vrouw voor zijn dochtertje te kunnen blijven zorgen. Jaap Melgers runt sinds begin jaren 90 een akkerbouwbedrijf op pachtgronden van natuurbeheersorganisatie Het Brabants Landschap. Ik kon goed leren, dus was het voor mijn ouders niet logisch dat ik thuis opvolger zou worden. Bovendien trok het bedrijf met vooral vee en een slechte verkaveling mij toen helemaal niet. Ik ging naar de universiteit van Wageningen. Eenmaal afgestudeerd vervulde Jaap zijn vervangende dienstplicht bij Het Brabants Landschap, een contact dat nog waardevol zou blijken. Want als adviseur was hij betrokken bij het opstarten van samenwerkingen tussen biologische boeren en natuurorganisaties, waarbij landbouw en natuur goed gecombineerd moesten worden. Soms dacht ik: ik kan die natuurakkers beter zelf doen. Zo gezegd, zo gedaan: Jaap nam de exploitatie van enkele natuurakkers voor Brabants Landschap in eigen hand. Eerst acht jaar met een overeenkomst waarbij ik elk uur bijhield en we de winst of het verlies jaarlijks deelden. Niet eens een pachtcontract. Zo ontwikkelden beide partijen meer vertrouwen in elkaar, en kreeg Jaap zesjarige pachtcontracten voor uiteindelijk 64 hectare. Ik bleef pendelboer, ik ben in Wageningen blijven wonen met mijn gezin en werkte in Mill. Jaap wil zijn bedrijf nog zo n vijf jaar runnen. Ik ben voorzichtig in gesprek met mensen die mee willen werken. Maar ik kan alleen een nieuwe pachter bij het Landschap voorstellen. Andries Visser maakt als jurylid bekend dat Jessica en Maurits Tepper van de Eytemaheert de NEWBIE-prijs voor meest innovatieve starter winnen. De jury vindt het een enorme prestatie dat Jessica en Maurits als nieuwe intreders in de landbouw in vijf jaar tijd een volwaardig agrarisch bedrijf hebben vormgegeven. Lees hierover meer op bladzijde 16 in deze Ekoland. In de workshop Bioboer zoekt bioboer gingen we na deze verhalen naar de speeddates: Online kun je tenslotte veel mensen ontmoeten. Nadeel: de online gesprekken zijn aan de korte kant. Toch doen zo n 50 deelnemers ijverig mee. Sylvester lijkt het een goed idee: Zoveel mogelijk nuttige contacten leggen, vergroot je kans op succes. Heb jij ook een vraag of zoek je een boerderij of juist een boer of tuinder? Stel je vraag op nl of op of op Workshop Bioboer zoekt bioboer terugkijken? Of zoek op of kijk op EKOLAND februari

30 Wat kan de Nederlandse biologische sector leren van de Denen? Paul Holmbeck, oud-directeur van Organic Denmark aan het woord tijdens de BioKennisWeek Sinds de Jaren 90 is de verkoop van biologische producten in Denemarken constant gestegen. Op dit moment heeft biologisch een marktaandeel van maar liefst 12% en koopt 80 procent van de bevolking biologische producten. Zelfs tijdens de financiële crisis steeg de biologische verkoop, het lukte Organic Denmark om hun boodschap goed te blijven verkondigen. Biologische producten geven meer waarde voor je geld. Je wordt rijker door meer geld te besteden aan gezondheid, natuur en dierenwelzijn. Door dat uit te dragen draai je het verhaal dat biologische voeding te duur is om zegt Paul Holmbeck. De campagnes van Organic Denmark zijn altijd gericht op de redenen die de Denen hebben om biologische producten te kopen: gezondheid, milieu en dierenwelzijn. Daarnaast wordt er ook veel aandacht besteedt aan het open stellen van bedrijven voor bezoek van consumenten. In Denemarken werken 8 biologische organisaties hecht samen sinds 2002 en gebruiken ze hun contacten in de politiek en maatschappij. Ook de steun van de Deense overheid hierbij is groot, 60% van de keukens in de publieke sector is biologisch. 9 Deense politieke partijen ondersteunen de doelstelling om de markt te laten groeien tot 25% biologisch in Groei mogelijk voor biologische melk In een pilot van Provincie Gelderland stijgt de verkoop van biologische melk door kleine aanpassingen in de supermarkt. Tien weken lang werden biologische producten op net een andere manier gepresenteerd, en dat lijkt te werken. Meer ruimte in het schap voor biologische aanbod zorgt al voor een stijging van 14%. Als er juist nadruk wordt gelegd op hoe klein sommige prijsverschillen zijn en er meer wordt gecommuniceerd over de waarde van biologisch loopt dat op tot een verkoop toename van 47%. Opvallend is dat communicatie gericht op de voordelen van biologisch voor de consument effectiever is dan communicatie gericht op voordelen voor milieu of dierenwelzijn. Duitse biomarkt groeit Uit onderzoek van de biobarometer in opdracht van het Duitse ministerie van Landbouw en Voeding blijkt dat de omzet van biologische producten in % gestegen is ten opzichte van het jaar ervoor. Ook advies bureau PricewaterhouseCoopers laat zien dat de consumptie van biologische levensmiddelen in Duitsland afgelopen jaar gegroeid is. Naar verwachting zal deze groei doorzetten, volgens de bio-barometer enquête gaf 37% van de deelnemers aan dat ze regelmatig of zelfs alleen maar biologisch kopen en 48% gaf aan dat ze dat van plan zijn in de toekomst. Met name biologische eieren, groente en fruit worden veel geconsumeerd, gevolgd door aardappelen, zuivel en vlees. Zoetwaren en (alcoholische) dranken worden slechts door een kleine groep geconsumeerd. Bioproduct van 2021 Het Sterk Rogge Bier van Gulpener Bierbrouwerij is op donderdag 21 januari tijdens de BioKennisWeek uitgeroepen tot Bioproduct van Op de tweede positie eindigde Oerbouillon en de derde plaats is voor Opvolgmelk 3 van The Pure Goat Company. Oerbouillon ging er tevens met de publieksprijs vandoor. De jury, bestaande uit Anneke Ammerlaan, Ronald van Marlen en Michaël Wilde, was unaniem in haar keuze. Sterk Rogge Bier sprong er uit vanwege verhaal achter het product Het is een verhaal dat helemaal rond is. Het draait volgens hen om biologisch, duurzaamheid en smaak. En Gulpener vervult hierin op diverse punten een voorlopersrol. Met deze ontwikkeling zet Gulpener iets heel nieuws in beweging. Samen 30 februari 2021 EKOLAND

31 marktberichten met lokale boer Felix Huntjes is dit bier ontwikkeld. Felix heeft gezorgd voor het oergraan rogge dat op biologische wijze is geteeld en Gulpener heeft deze verwerkt in het Sterk Rogge Bier. Overname de Traay De Belgische honingproducent Meli heeft het Nederlandse de Traay overgenomen. Deze twee imkerfamiliebedrijven met een lange duurzame historie zullen beide hun eigenheid behouden en actief blijven onder de bestaande bedrijfsnamen en met behoud van personeel en diensten. In 1925 begon Alberic Florizoone met het verkopen van zijn ouders honing. Wouter Vuijk begon iets soortgelijks vanuit zijn studentenkamer met honing van de plaatselijke imker en hij richtte in 1977 imkerij de Traay op. Hij stond aan de basis voor het EKO keurmerk voor honing in Nederland. Samen hebben de bedrijven een groot assortiment honing en honingproducten en zal de positie op de Europese markt versterkt kunnen worden. Carbon banking Rabobank en Microsoft komen met grote plannen om via boomaanplant CO 2 uit de lucht te halen en dat te financieren via zogenaamde carbon credits. Het doel van het carbon-banking project is om in 2025 jaarlijks 0,5% van de wereldwijde CO 2 uitstoot uit de lucht te halen. Hiervoor moeten 4 miljard bomen geplant worden, met name fruit en noten. Uiteindelijk worden miljoenen kleine boeren geholpen om hun manier van landbouw en hun inkomsten te verduurzamen. Bedrijven, zoals Microsoft, kunnen via dit project hun CO 2 uitstoot compenseren. Rabobank topman Wiebe Draijer geeft aan dat hier de groene toekomst van alle banken ligt en dat iedereen dit moet gaan doen om aan de vraag te voldoen. Biohuis update Oproep regionale kringloopsluiting Het project Koplopers in Kringlooplandbouw dat Bionext samen met Biohuis uitvoert, heeft als doel het sluiten van de kringloop in de biologische sector. Na een succesvolle workshop tijdens de BioKennisWeek, organiseert Bionext samen met regionale verenigingen digitale regionale bijeenkomsten, gericht op samenwerking. Boeren en een adviseur delen hun ervaringen en inzichten over het uitwisselen van voer, mest en strooisel, om zo de kringloop tussen bedrijven beter te sluiten. Boeren die op zoek zijn naar een samenwerking of hierover meer willen weten, zijn van harte uitgenodigd. De bijeenkomst voor regio noord is op 15 maart. Regio zuid en midden hadden al een eerste bijeenkomst bij het ter perse gaan van dit blad, maar geef u gerust nog op. Meedoen? Stuur een mail met een korte toelichting naar Heining@bionext.nl Biokennisweek groot succes De Biokennisweek in januari was een groot succes. Deze eerste digitale Biobeurs bood een ruime keuze aan ca 100 workshops, presentaties en gesprekken. Een kleine 2000 actieve bezoekers zorgden voor een gemiddeld bezoek van 114 per workshop. 60 bedrijven hadden een digitale stand. Ongeveer een derde van de bezoekers was boer of tuinder. Biohuis leden konden met korting meedoen. Op sommige bedrijven werden de pauzes benut om workshops te volgen. Hebt u bepaalde workshops gemist? Alle workshops zijn nog het hele jaar terug te kijken met dezelfde inlogcode als in januari. ALV Biohuis Ook de jaarlijkse ALV van Biohuis werd eind januari digitaal gehouden. Aan de orde kwamen het jaarverslag en financieel verslag 2020, en de begroting met het werkplan voor Er was een levendige discussie en er kon online gestemd worden. Alle stukken werden, met enkele aanpassingen, goedgekeurd. Er werd benadrukt dat er dit voorjaar een voorstel moet komen om het aandeel gangbare mest verder te verlagen. Michael Wilde, directeur Bionext, sloot de ALV af met een inspirerende presentatie. Het jaarverslag 2020 is te lezen op www. biohuis.org. Maïspercelen melden? Sinds dit jaar moeten maïspercelen voor 15 februari aangemeld zijn bij RVO, en is de mestuitrijperiode ingekort. Biohuis heeft met succes voor een uitzondering gepleit. RVO: Teelt u maïs met de biologische productiemethode en heeft u hiervoor een certificaat van Skal? Dan hoeft u uw maïspercelen niet te melden. U heeft dan ook niet te maken met de voorwaarde dat u korter mest mag uitrijden. EKOLAND februari

32 Stichting Grondbeheer en partners streven naar 15 miljoen voor grondaankoop Aardpeer koopt grond voor verduurzaming Binnen een week na de lancering op 27 januari van de nieuwe Samen voor grond -obligaties haalde Stichting BD Grondbeheer met haar Aardpeer-partners ruim een miljoen euro op. Doel: grond aankopen en langjarig verpachten aan boeren en tuinders die een verandering naar natuurvriendelijke landbouw willen maken. Boeren en tuinders met een concrete grondvraag, kunnen zich melden. Tekst Maria van Boxtel foto s Marleen Annema Bij de start van de van de nieuwe beweging Aardpeer geeft Stichting BD Grondbeheer voor 15 miljoen euro Samen voor grond -obligaties uit aan geïnteresseerde beleggers. Aardpeer is een initiatief van Stichting BD Grondbeheer, Stichting Herenboeren Nederland, Stichting Wij.land en Triodos Regenerative Money Centre, onderdeel van Triodos Bank. Samen willen de partners landbouwgronden voor minimaal zeven generaties veilig stellen en zich inzetten voor de verandering naar een sociale en natuurvriendelijke voedselketen. Danielle de Nie, directeur van Wij.land stelt bij de feestelijke opening: Toegang tot betaalbare grond is een belangrijke sleutel in de transitie van de landbouw. De beweging Aardpeer wil zich met alle mogelijke middelen inzetten voor de groei en ontwikkeling van natuurvriendelijke landbouw. Met deze aanpak kunnen boeren hun bestaande bedrijf omvormen of opbouwen naar een toekomstbestendig boerenbedrijf en wordt het voor nieuwe boeren mogelijk om natuurvriendelijk te gaan boeren. De eerste landbouwgronden die met de opbrengst van deze uitgifte van obligaties worden gefinancierd, zijn percelen bij boerderij Bio Brass in Zeewolde (Flevoland), Hoeve Gaastzicht in Rotstergaast en Boer Brunia in Raerd (beiden in Friesland). Stichting BD Grondbeheer lanceert met Aardpeer obligaties van 500 euro per stuk en een looptijd van 5 of 10 jaar. Ze bieden de belegger een vast financieel rendement (0,7 respectievelijk 1,2 procent per jaar) We willen landbouwgronden voor minimaal zeven generaties veilig stellen. Aftrap op 27 jan jl. en een groot maatschappelijk rendement in de vorm van een bijdrage aan een gezonde bodem en biodiversiteit. Met Aardpeer-partners slaat BD Grondbeheer een nieuwe richting in en realiseert zij versnelling en vergroting van het areaal. De stichting heeft al 40 jaar ervaring met het kopen en tegen betaalbare prijzen verpachten van landbouwgrond. De stichting kocht in het verleden uitsluitend landbouwgronden aan met schenkingen en legaten en startte enkele jaren geleden met eeuwigdurende obligatieleningen. Die gronden zijn uitgegeven onder voorwaarde van biologischdynamische landbouw via langjarige erfpacht met een Demeter-certificaat of biologische landbouw. De eeuwigdurende obligaties blijken succesvol en zorgen ervoor dat de stichting meer vragen van boeren en tuinders kan honoreren. Nu zet de stichting met haar partners een volgende stap in de vorm van korter lo- 32 februari 2021 EKOLAND

33 Landbouw Toegang tot betaalbare grond belangrijke sleutel in landbouwtransitie. Meer informatie voor boeren en tuinders? Volg het webinar op 24 februari 2021! Ben je boer, tuinder of lid van een voedselinitiatief en heb je een concrete grondvraag? Meld je dan voor 1 maart 2021 aan via Jouw vraag wordt beoordeeld op: Huidige situatie: hoe duurzaam is je onderneming nu? Ambities: welke impact wil je met je onderneming maken? Wil je meer informatie, bijvoorbeeld over de aanmeldings- en selectieprocedure, het pachtbeleid of overige zaken rondom dit traject? Op woensdag 24 februari a.s. van uur geeft Aardpeer een webinar met uitleg en het beantwoorden van vragen. Geef je op via pende obligatieleningen voor een groter totaalbedrag, met de intentie om deze gronden eeuwigdurend te bestemmen voor natuurvriendelijke landbouw. En als de beleggers na 5 of 10 jaar hun geld weer terug willen? Dan is er voor ons nog werk aan de winkel, lacht Liesbeth Soer van Triodos Regenerative Money Centre. Met Aardpeer willen we duidelijk maken dat ook investeerders zich voor langere tijd aan verduurzaming van grond en de landbouw moeten verbinden. Kees van Biert van BD Grondbeheer kan potentiële beleggers ook geruststellen. We kunnen ook aflossen en weer herfinancieren. Onze financiële positie is gezond. De partners in Aardpeer werken de precieze eisen voor duurzaamheid en biodiversiteit nog nader uit. De ondergrens is wel produceren zonder kunstmest en bestrijdingsmiddelen, stelt rentmeester Michiel de Koe. We beoordelen concrete grondvragen van boeren en tuinders op twee aspecten: wat is de huidige situatie. hoe duurzaam is je onderneming nu? En wat zijn je ambities, welke impact wil je met je onderneming maken? Eigenlijk elk jaar opnieuw. Naast de beoordeling van de plannen werkt Aardpeer ook aan intervisie en peer-review. Dat Engelse woord voor collega komt ons mooi uit. Boeren en tuinders kunnen ook in onderlinge uitwisseling als Aardpeerboeren elkaar stimuleren om duurzamer te werken. Grondbeheer betaalt de rente aan de investeerders uit de pacht. De pachtprijs is gebaseerd op een door het Louis Bolk Instituut bepaalde berekeningswijze van het voortbrengend vermogen van de grond binnen een natuurvriendelijke landbouwmethode. Hiermee worden boeren en tuinders in staat gesteld om gezonde voeding te produceren en een redelijk inkomen te realiseren met behoud van biodiversiteit en een vruchtbare bodem. Daarnaast werkt Grondbeheer met langjarige erfpachtcontracten van 30 jaar, zonder insteek. De gronden worden dus uit de markt gehaald, zodat er niet meer mee gespeculeerd kan worden. De Aardpeer-partners verwachten geen prijsopdrijvend effect op de totale grondmarkt. We kopen alleen gronden aan op initiatief van en in samenwerking met een boer, tuinder of voedselinitiatief. BD Grondbeheer beheert per 1 januari hectare landbouwgrond, die is uitgegeven aan 22 boeren en tuinders. De Samen voor grond obligaties zijn rentedragend vanaf de ingangsdatum totdat de obligaties zijn afgelost. De rente wordt per kwartaal uitbetaald. Alle obligaties worden aan het einde van hun looptijd in een keer geheel afgelost. De obligaties zijn te verkrijgen via platform Duurzaaminvesteren.nl evenals het prospectus met de potentiële risico s en voorwaarden. Kees van Biert is heel tevreden met de eerste resultaten Dit is voor zover we weten de eerste keer dat een ANBI-stichting via een obligatie-uitgifte de transitie naar een sociale en natuurvriendelijke landbouw financiert. Met onze aanpak kunnen bestaande boeren een toekomstbestendig bedrijf ombouwen. Zo wordt het ook voor nieuwe boeren mogelijk om een natuurvriendelijk boerenbedrijf te starten. Het maatschappelijke rendement hiervan voor biodiversiteit en bodemkwaliteit is heel groot. We willen de grond voor de komende zeven generaties veilig stellen. We roepen particulieren en organisaties op om mee te doen. Ook Geert van der Veer van Stichting Herenboeren Nederland toont zich een blij man. De huidige grondprijs is voor nieuwkomers niet werkbaar. Op deze manier kan het wel. Ook voor een helemaal nieuw concept als Herenboeren. De eerste obligatie-certificaten zijn feestelijk uitgereikt aan de kinderen van de initiatiefnemers. Zo geven we concreet vorm aan ons streven om grond voor minimaal zeven generaties veilig te stellen. EKOLAND februari

34 Voor een gezond en levendig platteland een buitengewoon ingenieursbureau Een voorbeeld van onze projecten: DownloaD onze brochure ToEgang ToT land voor DuurzamE landbouwbedrijven. voor starters En groeiers. Zoek je werk of wil je opvolgen op een biologisch bedrijf? Landgilde verbindt mensen die willen werken in de biologische landbouw Actueel aanbod op landgilde.nl Medewerker Koningshoeve, Spaarndam Ervaren tuinder 2 de locatie Groeituin013, Tilburg Medewerker t Livinushof, grens België Bioboerderij Ilima: medewerker / bedrijfsleider akkerbouw met doorgroei Medewerker de Meander, Brummen De Beersche Hoeve zoekt seizoensmedewerker, Oostelbeers Herenboeren Duinstreek, gemengd bedrijf Pachter Landgoed de Groene Kamer, gemengd, Tilburg Mede-ondernemer Transsylvanië, veehouderij Startersdag 29 mei Wageningen. Meer info via

35

36 KRAANSWIJK EKO DIGESTAAT ORGANISCHE MESTSTOF VOOR DE BIOLOGISCHE LANDBOUW 100% Biologische mest; 100% A-meststof NVWA erkende exportwaardige digestaat door hitte behandeling GLOBAL G.A.P. bewerkte mest (geen wachttijd tussen bemesting en oogst) Onkruid en ziektekiem vrij Gegarandeerde gehalten: uw bemestingsplan klopt altijd NIEUW! Digestaat ook geschikt voor DEMETER bedrijven Dunne fractie (1 en 2) Dun vloeibare meststof Snelle opname door de plant NIEUW: 6 kg N, 1,0 kg P 2 O 5, en 7 kg K 2 O Ook beschikbaar: 6,4 kg N, 2,3 kg P 2 O 5, en 7 kg K 2 O Ideaal toe te dienen via sleepslangbemester Of als overbemesting / rijenbemesting Ideale meststof voor de vruchtzetting bij fruitteelt bedrijven Dikke fractie (1 en 2) Kruimelige stapelbare mest Bevat veel organische stof Ideale bodemverbeteraar NPK 1: 8 kg N, 18 kg P 2 O 5, 8 kg K 2 O NPK 2: 9 kg N, 14 kg P 2 O 5, 8 kg K 2 O Laat zich zeer goed verstrooien Zeer geschikt voor graasdierbedrijven om de fosfaattoestand van de percelen op peil te brengen Financieel interessanter als compost! Levering en prijzen Leverbaar via diverse opslagen in Nederland, hierdoor ook in het groeiseizoen snel leverbaar U wilt een grote hoeveelheid digestaat geleverd hebben op één dag? Geen probleem! Prijzen afhankelijk van type fractie, transportafstand en het aanwezig zijn van een (tussen-)opslag Offerte direct opvraagbaar Voor meer informatie: Chris Bomers T M E chris.bomers@kraanswijk.nl I SKAL