Wat is mijn geluk? Een zoektocht naar een gelukkig mens

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wat is mijn geluk? Een zoektocht naar een gelukkig mens"

Transcriptie

1 Wat is mijn geluk? Een zoektocht naar een gelukkig mens Avans Hogeschool Breda, opleiding leraar basisonderwijs Onderzoeksrapportage in het kader van de kernopgave Identiteit Job Norbart Studentennummer: Klas: 29A4A Afstudeerrichting: ALV Stageschool: BS de EH Groep: 7 Begeleider: Willie van Pelt - Hilverda Datum:

2 Talent is een soort aangeboren geluk, maar wat je ermee doet is jouw keus. Marco Borsato 2

3 Inhoudsopgave Voorwoord blz. 4 Hoofdstuk 1 Inleiding blz. 5 - professionele identiteit - mijn inspirerende ervaring - mijn symbool - het onderzoek Hoofdstuk 2 Literatuuronderzoek blz. 8 - wat is geluk? - wat zijn de religieuze opvattingen over gelukkig zijn en geluk ervaren? - wat is de definitie van het begrip geluk op de hedendaagse maatschappij? - ontwikkeling van talent als stimulering van geluk Hoofdstuk 3 Analyse van een levensbeschouwelijk verhaal blz samenvatting - leerpunten vanuit het verhaal Hoofdstuk 4 Conclusie en reflectie literatuuronderzoek blz conclusie van het literatuuronderzoek - reflectie op het literatuuronderzoek Hoofdstuk 5 Praktijkonderzoek blz lessenserie en reflectie - reflectie op de praktijk Hoofdstuk 6 Reflectie van het onderzoek blz reflectie op mijn professionele identiteit - reflectie op het onderzoek en feedback van een medestudent Literatuurlijst blz. 21 ` Bijlagen blz. 22 3

4 Voorwoord Voor u ligt de onderzoekrapportage Wat is mijn geluk? in het kader van de kernopgave identiteit. Het onderzoeksverslag maakt deel uit van het afstudeertraject van de bacheloropleiding Leraar Basisonderwijs aan Avans Hogeschool te Breda. De onderzoeksrapportage is geschreven in opdracht van mevr. van Pelt-Hilverda. Het thema geluk is gekozen vanuit een inspirerende ervaringen. Op basis van mijn professionele identiteit heb ik een onderzoeksvraag opgesteld, met daaraan leervragen gekoppeld. Deze vragen worden beantwoord in het literatuuronderzoek. Vanuit de theorie zijn levensbeschouwelijke activiteiten ontworpen in de vorm van een lessenserie. De onderzoekrapportage start met mijn professionele identiteit. Hierin is te lezen welke inspirerende ervaring centraal staat in het onderzoek en welke leervragen ik hieraan heb gekoppeld. In hoofdstuk 2 heb ik in het literatuuronderzoek antwoorden gezocht op mijn persoonlijke leervragen. Deze vragen zijn gebaseerd op de onderzoeksvraag: Op welke wijze kan ik kinderen helpen in de zoektocht naar een gelukkig mens? In het literatuuronderzoek worden diverse invalshoeken benaderd: De levensbeschouwelijke-, de maatschappelijke-, en de pedagogische invalshoek. De levensbeschouwelijke invalshoek staat hierbij centraal. In hoofdstuk 3 wordt de levensbeschouwelijke invalshoek verder uitgediept middels een levensbeschouwelijk verhaal. Vanuit dit verhaal benader ik diverse aspecten over geluk die ook zijn benoemd in het literatuuronderzoek. In hoofdstuk 4 is een conclusie geschreven over het literatuuronderzoek en heb ik het literatuuronderzoek gereflecteerd vanuit mijn professionele identiteit. In hoofdstuk 5 is de lessenserie beschreven met de reflecties vanuit de praktijk. Ten slotte reflecteer ik in hoofdstuk 6 op mijn professionele identiteit en de uitvoering van het gehele onderzoek. Ik wil graag mijn mentoren, L.L en B.T., bedankten de mogelijkheid die ik heb gekregen tot het uitvoeren van het onderzoek en daarbij het tot stand komen van het onderzoek. Daarnaast wil ik graag Willie van Pelt- Hilverda vanuit de pabo bedanken vanwege de feedback die zij me heeft gegeven en daarnaast de ruimte tot verdieping in de literatuur. Ten slotte wil ik ook mijn medestudent M.M. bedenken voor de feedback die zij mij heeft gegeven. Ik wens u graag veel leesplezier. 4

5 Hoofdstuk 1 Inleiding In dit hoofdstuk heb ik mijn professionele identiteit beschreven. Daarnaast wordt ingegaan op een inspirerende ervaring en het thema wat ik daaraan heb gekoppeld. Vanuit dit thema heb ik een leervragen en een onderzoeksvraag opgesteld. Professionele identiteit Als ik mij als leerkracht basisonderwijs zou moeten omschrijven, dan zie ik mijzelf als een leerkracht die met behulp van creatieve, uitdagende en actuele leerarrangementen ervoor wil zorgen dat ieder kind zich optimaal naar eigen kwaliteiten kan ontwikkelen. Ik hecht dan ook veel waarde aan het ontplooien van talenten en kwaliteiten die ieder mens bezit. Het gaat mij er niet om wat kinderen nog niet goed kunnen, maar juist om de mogelijkheden die kinderen hebben. Het is juist goed om fouten te maken, want daar kunnen we juist van leren. Ieder kind is hierbij uniek en daarom moeten we ook veel waarde hechten aan de verschillen die we hebben door middel van respect waarbij waarden en normen de basis vormen. Om deze veilige leeromgeving te realiseren, moeten we coöperatief werken aan vertrouwen binnen de klas. Ik ben ervan overtuigd dat ik een bijdrage kan leveren aan de identiteitsvormen van het kind door doelgericht te werken aan de talentontwikkeling. Ik wil kansen bieden aan het kind door te werken aan een doel of een droom. Ik ben van mening dat doelgerichtheid kan leiden naar optimale prestaties, gemotiveerd leren, stimulering van doorzettingsvermogen en een hoger leerrendement. Wanneer kinderen tot competentie komen met deze leerdoelen kan er gewerkt worden aan vertrouwen en een positief zelfbeeld. Mijn handelen als leerkracht kan ik verbinden met mijn persoonlijkheid en mijn karakter. Ik zou mijzelf graag willen omschrijven als een spontaan, energiek, geduldig en flexibel persoon. Uit deze persoonlijkheden haal ik mijn motivatie om kinderen optimaal te begeleiden. Ik ben ik staat om met creatieve ideeën te komen zodat ik de kwaliteiten van de kinderen kan stimuleren. Ik ben dan ook groot voorstander om te werken volgens de meervoudige intelligenties van Gardner. In mijn leven heb ik altijd gestreefd naar mijn persoonlijke levensdoelen. Ik heb hierin veel enthousiasme en doorzettingsvermogen getoond. Wanneer de wind even tegen zat, wist ik mezelf te motiveren door te denken aan een hoger doel. Deze drijfveer en ervaring wil ik meegeven als levensles aan de kinderen. In mijn visie en overtuiging op godsdienst en levensbeschouwing sta ik open voor alle geloofsovertuigingen en levensbeschouwelijke opvattingen. Mijn moeder is van protestantse afkomst en mijn vader van katholieke afkomst. Mijn ouders hebben ervoor gekozen om mij te laten dopen in de protestantse kerk waarbij ik ook op een protestantste school heb gezeten. Echter voel ik mij niet aangetrokken tot een bepaalde geloofsovertuiging, maar ben ik wel geïnteresseerd in de opvattingen die men heeft over de schepping, het leven en het hiernamaals. Ik vind het belangrijk dat ieder mens zelf de keuze heeft waarin hij of zij geloof en daarbij ook respect heeft voor de keuze van een ander. Het onderzoek van het voorgaande studiejaar heeft mij gestimuleerd om anders tegen het geloof aan te kijken. In mijn onderzoek naar de verschillen en overeenkomsten tussen de bijbel en de koran, heb ik nieuwe inzichten gekregen over de inhoud, de betekenis en de waarde van het geloof. Ik ben het geloof daardoor meer gaan waarderen en heb daarbij ook nieuwe opvattingen ontwikkelt over het leven. Daarnaast heb ik nieuwe inzichten gekregen voor mijn onderwijspraktijk door het bestuderen van levensbeschouwelijke methoden. Ik heb ervaren dat de levensbeschouwelijke lessen inspirerend kunne zijn en daadwerkelijk een meerwaarde kunnen hebben in de identiteitsontwikkeling van het Levensbeschouwing zie ik als een mooie gelegenheid om kinderen te laten nadenken over de idealen die zij graag willen nastreven. Tevens vind ik het belangrijk om met kinderen te praten over de samenleving waarin wij leven. Hoe gaan we om met een multiculturele samenleving? Wat zijn waarden en normen? Welke tradities en gebruiken zijn er in diverse geloofsovertuigingen? Hoe respecteren we andere geloofsovertuigingen? Het is ook van belang dat ik de kinderen de gelegenheid bied om na te denken over levensvragen. Het is interessant om te bespreken hoe men tegen de samenleving en het leven aankijkt. De gedachten van de kinderen wil ik bespreekbaar maken in het belang van de identiteitsvorming. Ik besef me dat ik tijdens mijn jeugd nooit heb nagedacht over levensvragen die mij bezighouden. Echter heb ik wel de behoefte om deze levensvragen bespreekbaar te maken. Door deze ervaring wil ik de kinderen de kansen bieden om nu naar antwoorden te zoeken die in actuele situaties een rol blijven spelen. 5

6 Mijn inspirerende ervaring Ieder mens heeft kwaliteiten en talenten. Ik ben geboren met een muzikaal talent waar ik al snel gebruik van maakte. De wereld om mij heen zag ik als één groot orkest en ik moest dan ook altijd en overal trommelen. Mijn hele leven staat al in het teken van muziek. Ik luister, speel, ontwerp en ervaar muziek op gelukzalige manier. Ook tijdens mijn eerste levensjaren ben ik al regelmatig in aanraking gekomen met muzikale activiteiten. Mijn ouders stimuleerde mijn talent en namen mij geregeld mee naar optredens van diverse orkesten. Op mijn zesde levensjaar besloten mijn ouders om mij muzieklessen aan te bieden en ben ik begonnen met het ontplooien van mijn talent. Na mijn basisschoolperiode heb ik besloten om mijn talent verder te laten ontwikkelen op een speciale school voor muzikaal talent als vooropleiding van het conservatorium. Het was voor mij de ultieme mogelijkheid om mijn droom te verwezenlijken. Mijn ouders zorgde er dan ook voor dat ik een optimale omgeving had om mijn talenten te ontwikkelen. In de jaren op deze school heb ik voor het eerst tegenslagen moeten ervaren en zijn er vele tranen gevallen. Vele zware hobbels moesten gepasseerd worden om mijn droom te verwezenlijken en het ultieme geluk te ervaren. Toch liet ik mij niet uit het veld slaan en deed ik er alles aan om mijn persoonlijke doel te bereiken. Deze kans zou ik geen tweede keer krijgen en ik was mij er dan ook van bewust dat het nu of nooit was. Na drie jaar besefte dat ik, door de druk en de prestatiedrang, dat ik minder plezier kreeg in het maken van muziek. Ik nam dan ook de beslissing om de opleiding af te ronden en vervolgens een andere studie te kiezen. Het was een moeilijke beslissing voor mezelf, maar ook voor de omgeving die mij altijd fysiek, mentaal en financieel gesteund heeft bij het verwezenlijken van mijn droom. Echter viel er op dat moment een last van mijn schouders af en kreeg ik weer plezier in het maken van muziek. Het moeten veranderde weer naar willen. Na vijf jaar harde studie was het tijd voor de ultieme test. Mijn talent moest ik aan het publiek laten horen waarin ook deskundigen aanwezig waren. Ondanks dat ik tijdens de vijfjarige periode had besloten om na de studie verder te gaan op de pabo, wilde ik voor deze test slagen. Het moment van slagen was een zeer bijzonder gevoel tevens een emotioneel moment. De voldoening die ik uit deze studie heb gehaald was vele malen hoger dan de tegenslagen die ik heb moeten verwerken. Het is nog altijd een vraag voor mij hoe één moment van geluk sterker kan zijn dan tientallen tegenslagen die ik heb moeten passeren. Deze ervaring is voor mij het ultieme levensgeluk wat waarschijnlijk niet meer zal verdwijnen. Vele momenten van geluk waren tijdelijk, maar dit is een ervaring die ik nog altijd meedraag. In alle muzikale activiteiten die in nu onderneem, denk ik nog terug aan deze belangrijke periode. MIJN SYMBOOL Op de voorpagina van dit onderzoek staat een afbeelding van ballonnen die naar de hemel reiken. Een ballon kan opstijgen in de richting van de hemel en wind bepaalt de route die de ballon aflegt. Het brengt de ballon naar een onbekende plek. Hierbij zie ik de ballon als symbool voor talent. Diverse omstandigheden en omgevingsfactoren kunnen het talent een andere richting geven. Het is dus belangrijk dat deze omstandigheden goed zijn, zodat de ballon zo hoog mogelijk richting de hemel kan reiken. De hemel is namelijk de plek waar dromen worden verwezenlijkt. De omstandigheden bepalen uiteindelijk wat een kind kan bereiken met dit talen, maar we moeten oppassen voor harde tegenslagen. De ballon is kwetsbaar en kan op een bepaalt moment klappen. Het talent moet het juiste pad bewandelen zodat talent niet verloren gaat. Wanneer de ballon zijn bestemming heeft gevonden, is het moment van ultieme geluk bereikt. Dit verhaal staat symbool voor mijn inspirerende ervaring. Het laat zien hoe belangrijk het benutten van talent is voor mij. Ik denk dat dit verhaal goed aansluit in de maatschappij waar we nu in leven waar mensen op zoek zijn naar het unieke van de eigen persoonlijkheid. Mijn thema Op basis van mijn inspirerende ervaring heb ik gekozen voor het thema geluk. Ik ben gefascineerd geraakt door dit onderwerp vanwege mijn inspirerende ervaring. Wat maakt men gelukkig? Wanneer is iemand gelukkig? Hoe lang duurt geluk? Hoe ervaart men geluk? Heeft men dezelfde gevoelens gehad als ik heb kunnen ervaren? 6

7 Er zijn meerdere situaties waarin geluk een belangrijke rol speelt in het leven. Topsporters moeten zware trainingen doorstaan om het ultieme doel te bereiken. Dit gaat vaak ten koste van het sociale leven en contacten met de familie. Wat drijft deze mensen? Is dat het levensgeluk, de roem of de financiële beloning? Wat het ook is, de topsporters gaan soms zo ver in het bereiken van het doel dat ze zelfs belanden in de wereld van de verboden middelen. Naast topsporters zijn er mensen die bewust de keuze maken om met minder rijkdom te leven om gelukkig te zijn. Mensen die bewust talent kiezen boven rijkdom. Mensen die hun talent op straat willen tonen aan het publiek. Wat drijft deze mensen om met minder rijkdom te leven? Is dat het levensgeluk? Daarentegen zijn er ook mensen die door hun talent een enorme levensverandering hebben doorgemaakt. Er zijn voldoende verhalen te vertellen over mensen die in armoede hebben geleefd en door talentenshows nu in rijkdom kunnen leven. Talent is dus een belangrijke factor in ons leven en zou kunnen zorgen voor levensgeluk. Ik zou er graag achter willen komen wat de belangrijkste factoren zijn voor levensgeluk. Is geluk te vinden in een levensdoel, bezit, consumptie, vriendschap, rijkdom, gezondheid of in geloof? HET ONDERZOEK Op basis van de professionele identiteit, mijn inspirerende ervaring en mijn gekozen thema heb ik de volgende onderzoekvraag opgesteld. Onderzoeksvraag Op welke wijze kan ik kinderen helpen in de zoektocht naar een gelukkig mens? Leervragen en invalshoeken Levensbeschouwelijke invalshoek Wat zijn de religieuze opvattingen over gelukkig zijn en geluk ervaren? Wat is het verschil tussen de christelijke en boeddhistische opvatting over geluk? Welke religieuze teksten zijn er geschreven over geluk? Maatschappelijke invalshoek Wat is de definitie van het begrip geluk op de hedendaagse maatschappij? Wat maakt men gelukkig en wanneer is men gelukkig? Welke waarde heeft geluk en hoe lang blijft geluk bestaan? Pedagogische invalshoek Hoe kan ik kinderen bewust maken van talenten en kwaliteiten Wat betekent geluk voor kinderen. Leerdoelen Tijdens mijn onderzoek wil ik voornamelijk aan de volgende leerdoelen vanuit de kernopgave werken: Ik realiseert momenten van verbondenheid in de klas en in de school: vieren van verjaardagen, bezinnende dagopeningen, creatieve weeksluitingen, vieren van christelijke feesten en feesten vanuit andere tradities, en buitenschoolse activiteiten met educatieve, levensbeschouwelijke en sociale doelen. Ik organiseer creatieve, uitdagende en actuele leerarrangementen waarbij ik de ontwikkeling van de kinderen kan stimuleren op gebied van levensbeschouwelijke- en morele ontwikkeling. Ik kan een rijke leeromgeving creëren waarin kinderen met gevoel, verstand en verbeelding nadenken over levensbeschouwelijke thema s. Je kan ervaringen van kinderen en van mijzelf verbinden met ervaringen en opvattingen, verhalen en beelden, rituelen en symbolen, feesten en sociale verbanden, en de moraal van mensen uit christelijke en andere levensvisies. 7

8 Hoofdstuk 1: Literatuuronderzoek Wat is geluk? Het begrip geluk is op meerdere manieren te definiëren en daarom ook een complex begrip. Diverse factoren hebben invloed op het gelukkig zijn en hebben daarbij alle een andere waarde voor de mens. De waarde van het vervullen van een diepgewortelde wens zal groter zijn dan het ontvangen van een compliment. Echter kunnen beide een factor zijn in het geluksgevoel. Geluk kan dan ook worden gedefinieerd als een gunstige gebeurtenis, waarbij geluk situatief is en regelmatig van tijdelijke aard en als de situatie waarin onze diepste behoeften zijn verwezenlijkt. Psycholoog Maslow heeft een theorie ontwikkeld waarin hij beweert dat de behoeften van de mens op een vaste manier geordend kunnen worden. De primaire biologische behoeften staan onderaan in het piramide-model en de minst belangrijke behoeften staan bovenin. Maslow is ervan overtuigd dat de bovenste behoeften niet gerealiseerd kunnen worden zolang de onderste behoeften niet zijn bevredigd (Fikretakin, 2012). Maslow heeft de behoeften van de mens als volgt geordend: Eerste fase: organische en lichamelijke behoeften Tweede fase: lichamelijke veiligheid en zekerheid Derde fase: saamhorigheid, liefde, vriendschap en positieve relaties Vierde fase: waardering, zelfrespect en erkenning Vijfde fase: zelfverwerkelijking Ik heb echter vraagtekens bij de definitie de situatie waarin onze diepste behoeften zijn verwezenlijkt en de theorie van Maslow. De mens komt volgens Maslow alleen tot zelfverwezenlijking als het hoogste niveau van behoefte is bereikt, maar de vraag is echter of dit wel realiseerbaar is voor de meerderheid van de mensen. Niet ieder mens heeft de mogelijkheden om alle behoeften te bevredigen. Zorgt dit dan voor frustraties? Het woordenboek Van Dale definieert geluk als een gunstige loop van omstandigheden (Sterkenburg & Goossens, 2006). Dit suggereert dat geluk afhankelijk is van omgevingsfactoren. Echter ben ik van mening dat geluk meer een persoonlijke ervaring is die wordt beleefd door het individu. Ik sluit mij daarom meer aan bij de definitie van Veenhoven (2002): Geluk is de subjectieve waardering van het eigen leven als geheel, met andere woorden levensvoldoening. Het begrip subjectief geeft aan dat geluk een persoonlijk oordeel is. Ook Offringa (2000) beweert dat er een verschil is in de benadering van het begrip geluk. Zij maakt onderscheid tussen geluk dat gebaseerd is op toeval waarbij de persoon geen invloed kan uitoefenen en het ware geluk waarbij het niet gaat om geluk hebben, maar om gelukkig zijn. Het is hierbij volgens Offringa ook van belang dat de mens inhoud geeft aan zijn of haar leven. Beide opvattingen spreken de theorie van Maslow tegen omdat geluk niet afhankelijk is van omgevingsfactoren, maar vanuit de ervaring van de mens. Volgens Veenhoven (2002) staat geluk inherent aan welzijn. De kwaliteit van het leven kan worden geclassificeerd in levenskansen en levensuitkomsten waarbij kansen uiteindelijk kunnen verkeren. Daarnaast moet onderscheid gemaakt worden tussen externe en interne kwaliteiten waarbij zowel de situatie van de persoon als de omgeving invloed kunnen hebben. In het bovenstaande model is de vierdeling van factoren te zien die invloed hebben op geluk gebaseerd op welzijn. Het gaat hierbij om de leefbaarheid van de omgeving waarbij zowel de fysieke als sociale aspecten een rol spelen. Een voorwaarde voor het benutten van deze kansen is zelfontplooiing, ofwel de levensbekwaamheid. Deze bekwaamheden kunnen gezien worden als fysieke en mentale gezondheid. 8

9 Bij de levensuitkomsten spreken we over de gevoelens van de persoon. De externe factor is de zinvolheid van het leven. Anders dan gepercipieerd geluk, gaat het hierbij om de feitelijke effecten waarvan de persoon zich niet bewust hoeft te zijn. Hieraan verbonden is de persoonlijke beleving van het bestaan en de mate waarin de persoon een gevoel van voldoening ervaart, ofwel de satisfactie. Wat zijn de religieuze opvattingen over gelukkig zijn en geluk ervaren? Volgens de christelijke visie is levensgeluk niet te vinden in aardse rijkdom, maar in de goedheid en de zegeningen van de Schepper. Er wordt beweert dat het aardse geluk minder stabiel is dan het geluk vanuit God. Het levensgeluk vanuit het aardse bestaan is namelijk afhankelijk van eigen emoties, omstandigheden en persoonsvorming. Het geloof zorgt ervoor dat men zich niet blindstaart in voorspoed en juist steun kan vinden uit hemelse bronnen bij tegenspoed. De gelovigen vinden dus geen levensgeluk in aardse bezitten, maar in rijkdom in de relatie met God (herschepping, 2013). In psalm 37:16 wordt dit nog eens bevestigt: "Beter het weinige dat een rechtvaardige heeft dan de rijkdom van talloze zondaars." Daarnaast wordt in gezang 146:3 beschreven dat God geluk en zegeningen geeft bij tegenslagen zolang er in de Heer wordt geloofd. De Heer heeft eertijds zijnen volke geholpen uit veel angst en pijn. Hij geeft ja wel een duist're wolke, maar weer daarna schoon zonneschijn. Lof zij die Heer, die ons ook weer geeft, na veel smart en druk, veel zegen en geluk. Het begrip geluk wordt in de bijbel vaak vertaald naar zalig of welgelukzalig (Offringa, 2000). In de eerste psalm van de bijbel wordt beschreven op welke wijze de mens geluk kan ontvangen: Gelukkig de mens die niet meegaat met wie kwaad doen, die de weg van zondaars niet betreedt, bij spotters niet aan tafel zit, maar vreugde vindt in de wet van de HEER en zich verdiept in zijn wet, dag en nacht. Hij zal zijn als een boom, geplant aan stromend water. Op tijd draagt hij vrucht, zijn bladeren verdorren niet. Alles wat hij doet komt tot bloei. Ik vind het een opvallende benadering van het begrip geluk. Volgens de psalm zal de mens geluk ervaren wanneer hij leeft zoals God dit heeft bedoeld. De nadruk wordt daarnaast gelegd op het vermijden van negatief gedrag. Naar mijn mening kan ik de psalm ook vertalen naar liefde voor de medemens. Wie hulpvaardig is naar de medemens, zal liefde vanuit de mens en vanuit God ervaren. In de Bergrede (Mattheüs 5, 1-12) vertelt Jezus de voorwaarden voor Gods woord. Als aan deze voorwaarden wordt voldaan, wordt de mens rijkelijk beloond met het ultieme levensgeluk. Zo blijkt uit de volgende woorden: Verheug je en juich, want je zult rijkelijk worden beloond in de hemel; zo immers vervolgden ze vóór jullie de profeten. Aan de hand van deze bron kan gesteld worden dat het levensgeluk ook is te vinden in het hiernamaals. Men heeft naast aardse behoeften vooral geestelijke behoeften nodig. Alleen God kan innerlijke leegte bevredigen. Op langere termijn geven de geestelijke behoeften veel meer geluk dan aardse behoeften (herschepping 2013). 9

10 aardse behoeften omhang met mensen lichamelijk welzijn voedsel zegeningen die voorzien in vergelijkbare geestelijke behoeften omgang met God en met medegelovigen geestelijk welzijn door Gods aanwezigheid, resulterend in liefde, blijdschap en vrede geestelijk voedsel (het levende Woord van God) Ondanks dat er wordt beweert dat men niet moet hechten aan aardse bezittingen, kwam ik het volgende citaat tegen in de Prediker. Het citaat beweert dat we juist aan tastbare bezittingen moeten genieten en niet te veel moeten dromen over doelen die niet behaald zullen worden. De discussie blijft dus bestaan. Moeten we juist wel of niet verlangen naar een doel in het leven? Moeten we juist wel of niet genieten van aardse rijkdommen? Prediker 6:9 Het is beter te genieten van iets tastbaars dan te grijpen naar iets onbereikbaars. Boeddhisme Het boeddhisme heeft een andere kijk op het begrip geluk. Volgens het Boeddhisme bestaat het gevoel van geluk in werkelijkheid niet en is geluk bederfelijk. Onbestendigheid in het leven zorgt ervoor dat het leven bestaat uit lijden. Het lijden ontstaat doordat mensen zich gaan hechten aan het onbestendige bestaan. Daarnaast hechten mensen niet alleen aan positieve momenten, maar ook aan negatieve momenten. Men moet niet op zoek gaan naar geluk, maar geluk ervaren door het resultaat van goede daden. Deze daden worden beloond in een volgend volmaakt leven (Idema, 2007). Humaniteit is dan ook de bron van levensgeluk. Het is van belang dat de mens zich volledig kan openen om de wereld om je heen. Het voelt goed om vreugde en compassie te openen voor het veld van de ervaring waar we staan (Limpt, 2008). In de boeddhistische visie moet men niet op zoek gaan naar materialistisch geluk en consumptie. Het onthechten hieraan kan juist zorgen voor een hoger geluk. Voor het levensgeluk heeft het boeddhisme vier edele waarheden beschreven (Idema, 2007): Het leven bestaat uit lijden en ontevredenheid; Verlangens en gehechtheid zijn de oorzaak hiervan; Het lijden zal niet stoppen; Er is een weg naar opheffing van het lijden. Wat is de definitie van het begrip geluk op de hedendaagse maatschappij? Volgens Pragt (2013) zijn onze behoeften sneller bevredigd door de technologische vooruitgangen. Hierdoor is de mens over het algemeen wel gelukkig, maar is de mens ongelukkig in de maatschappij waarin wordt geleefd. Scheffer schrijft in 1993 hierover letterlijk: hoe kan het toch zijn dat onze generatie in plaats van mondige, sociaal en ecologisch geëngageerde, politiek gemotiveerde jongeren een soort heeft voortgebracht dat overwegend egocentrisch, op consumptie gericht en in het ergste geval zelfs gewelddadig is en haatdragend tegenover vreemdelingen? (Bastian, 2001). Geluk over materieel bezit zijn vaak van tijdelijke aard en kunnen zelfs in een later stadium zorgen voor een ongelukkig gevoel vanwege andere wensen en prioriteiten (Pragt, 2013). Deze gevoelens komen mijn bekend voor. Het gevoel van geluk op basis van materieel bezit is ook bij mij vaak tijdelijke aard en kan zelfs later negatieve gevoelens oproepen. Het gevoel van jaloezie kan opgeroepen worden wanneer het bezit door technologische vooruitgang is verouderd. Toch wordt naar mijn mening het belang van materiele rijkdom benadrukt door middel van aantrekkelijke reclames op de televisie. Echter beweert Veenhoven (2002) dat geluk ook bevordert wordt door het moderniteitssyndroom. Dit houdt in dat een modernere samenleving ook gelukkiger is. Het gevoel van geluk wordt mede gestuurd in het brein door het limbisch systeem. Dit systeem geeft de mens prikkels om een bepaalt doel te bereiken en om motivatie op te wekken. Echter beweert Oomen dat in geluk ook een gevaar schuilt waarbij het gevoel van geluk kan overslaan naar een verslaving (Oomen, 2003). 10

11 Pragt (2013) geeft aan dat het van belang is dat de mens minder materieel gaat denken en meer gaat genieten van de alledaagse bezigheden. Het is daarnaast van belang om met een doel het leven in te gaan voor het nastreven van zelfontplooiing en zelfbevrediging. Zonder een doel in ons leven, kunnen er negatieve gevoelens opgeroepen worden als angst, boosheid en luiheid. Mensen zonder een doel hebben minder vertrouwen in eigen kunnen. Dit maakt mensen kritisch, achterdochtig, onevenwichtig en obsessief (Mariawrites, 2009). Dit zou een oorzaak kunnen zijn van de uitspraken van Scheffer. Ieder mens zou aan zijn persoonlijke levensdoel kunnen werken, want ieder mens is uniek en heeft zijn eigen talenten. Het talent kan naar mijn idee zorgen voor een doelstelling in het leven. Talent is een maatschappelijke trend die vanaf de jaren 90 een flinke groei heeft doorgemaakt. Via media wordt er gezocht naar de talenten die mensen bezitten (Goedegebuure, 2010). De mogelijkheden en de kansen van het talent worden volgens Jolles (2011) bepaalt door de genen van de mens. De omgeving bepaalt uiteindelijk wat er van deze mogelijkheden wordt gerealiseerd. Echter heeft niet iedereen de mogelijkheid tot ontplooiing van zijn of haar talenten en deze mogelijkheden zijn wel nodig om deze talenten te kunnen gebruiken. Een belangrijke voorwaarde voor het ontwikkelen en benutten van talent is dat men streeft naar een doel vanuit het hart en de ziel. De inzet, passie en bereidheid om iets te ondernemen biedt mogelijkheden om je doel te bereiken. Wanneer men vanuit de eigen overtuiging werkt om via talent geluk te ervaren worden hobbels niet meer als tegenslagen ervaren, maar als geïnspireerd handelen vanuit je wens (Mariawrites, 2009). Dit verklaart mijn vraag over het accepteren van de tegenslagen om een hoger doel te bereiken. Het doel is belangrijk om een gelukkig mens te worden. Dit moet wel vanuit de eigen overtuiging om de hobbels te kunnen passeren. Veenhoven (2002) beschrijft dat de aspecten op geluk ingedeeld kunnen worden in een sequentiemodel. In het onderstaande model is geluk vooral te wijten aan maatschappelijk welzijn. De levenskansen worden beïnvloed door omstandigheden en ervaringen waarbij de mens geconfronteerd kan worden. Veenhoven maakt hiernaast ook onderscheid tussen factoren die een maatschappij gelukkig of ongelukkig kan maken. De factoren die positief effect hebben op geluk zijn: overvloed, economische vrijheid, urbanisering, onderwijs, politieke vrijheid, burgerrechten, tolerantie tegenover minderheden, persoonlijke vrijheid en pluriformiteit. Negatieve factoren zijn corruptie, ongelijkheid en inkomensongelijkheid. 11

12 Ontwikkeling van talent als stimulering van geluk In gelijkenis Mattheüs 25: wordt beschreven wat de herkomst van talent is en waarom deze talenten benut moeten worden. In de tekst wordt het duidelijk dat God de bezitter is van onze talenten. Deze talenten krijgen wij niet alleen in ons bezit, maar God vertrouwt ons deze talenten toe en wij moeten deze talenten op een juiste manier benutten. God heeft de mens geschapen en heeft ons daarbij talenten gegeven. Naar mijn mening is de boodschap achter dit verhaal dat talenten gemakkelijk over het hoofd gezien kunnen worden. Ze worden niet gebruikt ondanks dat God ons deze talenten bewust heeft gegeven. Het verhaal moet ons aansporen tot een doel in ons leven. Het schut ons wakker. In het volgende hoofdstuk ga ik hier dieper op in. Een belangrijke factor voor levensgeluk is dus het werken aan een doelstelling in het leven. God heeft ons immers talenten gegeven die volgens Mattheüs 25: niet verloren mogen gaan. Volgens Jolles (2011) zijn er vier factoren die belangrijk zijn in het ontplooien van talent: Steun geborgen laten voelen; Sturing helpen de juiste route te kiezen; Inspiratie aanreiken nieuwe ideeën, mogelijkheden en aanpakken; Motivatie over een dood spoor helpen. Daarnaast geeft Jolles aan de ontwikkeling van talent moet plaatsvinden door middel van natuurlijke, individuele emotionele betrokkenheid van het kind. Een belangrijke voorwaarde om talenten te laten ontplooien is een stimulerende omgeving. Het is daarnaast belangrijk om te luisteren naar deze omgeving. Luisteren naar de visie, mening, wensen of wijsheden van de medemens (Mariawrites, 2009). Het luisteren maakt ons meer bewust van onze talenten of wijst ons de weg van het juiste levenspad. In het verhaal Elisa helpt de arme weduwe (2 Koningen 4) wordt een weduwe gewezen op het gebruiken van het kleine bezit. Het kleine bezit, wat ook gerefereerd kan worden aan kwaliteiten, kan worden gebruikt om een groter probleem op te lossen. Het is van belang om regelmatig out of the box te denken. Tijdens de basisschoolperiode bevinden de kinderen zich in de ontwikkelingsfase van constructiviteit versus inferioriteit. Dit houdt in dat de kinderen bewust op zoek zijn naar de bekwaamheden dus ook het talent (Berg & Steenis, 2007). Het is een bevestiging van het belang om aandacht te besteden aan de bewustwording van kwaliteiten die kinderen hebben. Kinderen van de zesde tot de twaalfde levensjaar bevinden zich volgens de theorie van Erikson in de ontwikkelingsfase constructiviteit versus inferioriteit. Tijdens deze fase hebben de kinderen behoefte aan competentie, zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld. Echter is het de ontwikkelingstaak om ook te zoeken naar de tegenstelling, ofwel de negatieve oplossing. In de confrontatie met wat de kind niet kan, leert het zijn zwakke plekken kennen (Berg & Steenis, 2007) Een positief zelfbeeld is daarnaast ook het gevolg van sociale vergelijking. Kinderen tijdens de basisschoolperiode verlangen ernaar om eigen gedrag, vermogens, expertise en meningen te beoordelen door met andere kinderen te vergelijken. Er zijn diverse gebieden waarop kinderen een zelfbeeld kunnen creëren: een Intellectueel-, sociaal-, emotioneel- en een fysiek zelfbeeld (Feldman, 2009). Geluk kan dus ook worden beïnvloed door sociale vergelijking. Het is daarom ook van belang om kinderen bewust te maken wat juist de eigen kwaliteiten zijn zodat er minder wordt gekeken naar andere kinderen. 12

13 Analyse van een levensbeschouwelijk verhaal In dit hoofdstuk ga ik in dialoog met het Bijbelse verhaal Mattheüs 25: Het verhaal is een gelijkenis over talenten. Hierbij kan ik een koppeling maken tussen geluk en een doelgericht bestaan. Samenvatting Een meester gaat op reis en geeft zijn drie dienaren talenten, ieder naar eigen capaciteit. Aan de eerste gaf hij vijf talenten, aan de tweede twee en aan de derde één. De meester verwachtte dat de dienaren verstandig met zijn talenten om zouden gaan. De meester zou na een paar maanden terugkomen en verwachtte een goed verslag. De drie dienaren maakte ieder op zijn eigen manier gebruik van zijn talenten. De eerste investeerde in nieuwe huizen, de tweede kocht een stuk land om gewas te verbouwen en de derde begroef het. De derde dienaar was namelijk bang dat het talent verloren zou gaan. Na een paar maanden kwam de meester terug en riep hij de dienaren. De eerste twee dienaren vertelde trots dat ze goed hadden geïnvesteerd en winst hadden geboekt en de meester beloonde hen met nieuwe talenten. De meester werd boos toen hij hoorde dat de derde dienaar geen gebruik had gemaakt van zijn talent en heeft de derde dienaar verbannen. Leerpunten vanuit het verhaal De grootste boodschap achter het verhaal is dat God de mens talenten heeft toevertrouwd. Het woord vertrouwen houdt in dat God verwacht dat de mens ook iets met dit talent doet. Dit wordt gesymboliseerd naar de talenten die de dienaren van de meester ontvangen. De talenten krijgen zijn talenten in vertrouwen en de meester spreek een verwachting uit. De meester is hard in zijn oordeel wanneer hij hoort dat één van zijn dienaren dit vertrouwen heeft geschaad. Het is interessant om eens in de huid te kruipen van deze dienaar. Het investeren van slechts één talent is risicovol en is afhankelijk van diverse factoren. In het verhaal investeert één dienaar in het bouwen van huizen en één dienaar in het verbouwen van gewas. Het is een slimme investering, maar ook zeer kwetsbaar. Het is dus geen vreemde gedachte dat je dat ene talent veilig verbergt zodat er niets mee kan gebeuren. Toch moeten we deze tekst even vertalen naar de hedendaagse werkelijkheid. De dienaar vreest voor de eventuele consequenties en kijkt op tegen de tegenslagen die hij zou kunnen krijgen. Zoals in het literatuuronderzoek is beschreven is het juist van belang om te investeren in het talent. Met inzet, passie en bereidheid om iets te ondernemen kan vanuit eigen overtuigen gewerkt worden aan een doel waarbij tegenslagen worden overwonnen (Mariawrites, 2009). Daarnaast is het talent vanaf de geboorte al bepaald, maar kan het talent alleen ontplooit worden door goede omgevingsfactoren (Jolles, 2011). Die omgevingsfactoren heeft de mens zelf in de hand waarbij er gezocht moet worden naar de juiste middelen tot ontwikkeling. Daarnaast heeft de mens de behoefte tot zelfverwezenlijking en zelfontplooiing. Het niet gebruiken van talenten kan negatieve gevoelens geroepen zoals angst, boosheid en luiheid (Mariawrites, 2009). Het verhaal past dus goed bij het symbool van de ballon dat ik eerder heb beschreven in de inleiding. De dienaar had dus vanuit eigen overtuiging moeten investeren in het talent. Het begraven van een talent is namelijk geen optie. Ik ben van mening dat de mens moet accepteren dat het tegenslagen moet overwinnen op een hoger doel te bereiken. In mijn inspirerende ervaring heb ik al beschreven hoe ik mijn hobbels heb gepasseerd. Ik pluk nog steeds de vruchten van mijn doorzettingsvermogen. In de gelijkenis hebben de dienaren ieder talenten gekregen naar eigen capaciteiten. Ik denk dat de boodschap achter het verhaal is dat je met minder uitgesproken talent toch kan investeren in een persoonlijk levensdoel. Het ene talent biedt misschien meer perspectieven in de toekomst dan het andere talent, maar dit houdt niet in dat het talent verborgen moet blijven. Daarnaast moet in gedachte blijven dat rijkdom niet te vinden is in bezit of consumptie. Het gaat om de subjectieve waarneming van levensvoldoening. Aan het einde van de gelijkenis worden de twee dienaren die wel gebruik hebben gemaakt van het talent rijkelijk beloond. In mijn literatuuronderzoek heb ik al beschreven dat geluk volgens gelovigen is vinden is in de zegeningen van God. De voorwaarde om het ultieme levensgeluk te bereiken is om te leven zoals God dit bedoeld heeft. Hierbij maak ik weer een koppeling naar de talenten die God ons heeft toevertrouwd. Door het talent van God goed te gebruiken en te ontplooien, worden wij beloond met de rijkdom in de relatie tot God. 13

14 Hoofdstuk 4 Conclusie en reflectie literatuuronderzoek Conclusie van het literatuuronderzoek Geluk is een complex begrip met diverse definities. Geluk kan onderscheiden worden in geluk dat gebaseerd is op toeval en het ware levensgeluk. Bij geluk dat gebaseerd is op toeval heeft de mens geen invloed en is het geluksgevoel zelden voor lange termijn. Bij het ware geluk gaat het om de subjectie waarneming van de mens waarbij de mens zijn geluk beoordeeld op basis van levensvoldoening. Er zijn diverse opvattingen over het ware geluk waarbij er vooral onderscheid wordt gemaakt tussen welzijn, behoeften en geloof. De factoren welzijn en behoeften kunnen zowel positieve als negatieve invloed hebben op het levensgeluk. Deze factoren zijn namelijk afhankelijk van eigen emoties, omstandigheden en persoonsvorming. Het geloof biedt daarnaast, volgens de gelovigen, het ultieme levensgeluk in de goedheid en de zegeningen van de Schepper. De voorwaarde om het ultieme levensgeluk te mogen ontvangen, is het leven zoals God dit heeft bedoeld. Het grote verschil tussen geluk in welzijn/behoeften en geloof is de waarde van bezit en consumptie. Gelovigen vinden geen levensgeluk in aardse bezitten, maar in rijkdom in de relatie tot God. De levensbehoeften volgens Maslow kunnen alleen bevredigd worden als de omgeving de juiste perspectieven biedt. Ook Veenstra beweert dat geluk beïnvloedbaar is door de omgeving en de zinvolheid van het leven. Deze levenskansen worden benut door persoonlijke beleving en fysieke/mentale gezondheid. Vrijwel alle opvattingen zijn het over eens dat de mens moet genieten van de tastbare rijkdommen die hij heeft. Er moet niet verlangt worde naar het onmogelijke. Een laatste factor die van is op het levensgeluk is het streven van een persoonlijk doel en het nastreven van zelfontplooiing. Wanneer de mens niet komt tot zelfbevrediging door doelgerichtheid, kunnen negatieve gevoelens opgeroepen worden. God heeft ieder mens niet voor niets talenten gegeven, zoals te lezen is in Mattheüs 25: Het is van belang dat de mens goed met deze talenten omgaat, want God heeft deze talenten in vertrouwen gegeven. Het doelgerichte bestaan moet vanuit eigen overtuiging gevormd worden zodat tegenslagen niet meer als negatieve gevoelens ervaren kunnen worden. Er kan geconcludeerd worden dat geluk diverse definities en benaderingen heeft. Diverse factoren zijn van invloed op levensgeluk. Echter kan levensgeluk alleen door een persoonlijke ervaring en waardering worden beleefd. Er zijn diverse opvattingen over het bereiken van het ultieme levensgeluk, maar het gaat vooral om wat het individu zelf geloofd. Reflectie op het literatuuronderzoek Naar aanleiding van het literatuuronderzoek heb ik een andere benadering gekregen over het begrip geluk. Door de complexiteit van het gevoel kan niet worden bepaald welk specifiek aspect zorgt voor levensgeluk als levensvoldoening. Ik ben me ervan bewust geworden dan een ervaring door diverse personen ook anders beleefd kan worden. Mijn inspirerende ervaring is dus geen voorwaarde voor het levensgeluk van andere mensen. Echter ben ik nog altijd van mening dat het van belang is om kinderen bewust te maken van hun eigen talenten en kwaliteiten. Wanneer kinderen een gevoel van competentie ervaren, zal ook het zelfvertrouwen en het zelfbeeld vergroten wat een factor kan zijn voor geluksgevoel. Daarnaast ben ik van mening dat de talenten die God ons heeft toevertrouwd optimaal benut moeten worden in de breedste zin van het woord. Het kind bepaalt namelijk uiteindelijk welk levenspad hij of zij gaat bewandelen en wat er met dit talent gaat gebeuren. Het positieve van het benutten van deze talenten is dat deze talenten gebundeld kunnen worden. We moeten geen oogkleppen ophebben, maar open staan voor de wereld om ons heen. Wanneer we talenten en kwaliteiten met elkaar bundelen, zijn we in staat om grotere doelen te bereiken. Het kan invloed hebben op het welzijn en de levensbehoeften van de mensen in de wereld. Misschien zijn we dan wel in staat om een mondige, sociaal en ecologisch geëngageerde, politiek gemotiveerde maatschappij te creëren zoals Scheffer dit graag ziet. 14

15 Hoofdstuk 5 Praktijkonderzoek Op basis van mijn literatuuronderzoek heb ik een lessenserie ontworpen voor de kinderen van groep 7. Deze lessenserie is gebaseerd op het ontdekken van de diverse factoren voor geluk. Met behulp van filosofische verhalen en praktische opdrachten ontdekken de kinderen welke waarde geluk heeft en hoe dit geluk gestimuleerd kan worden in het leven. Daarnaast vind ik het belangrijk dat de kinderen bewust zijn van hun eigen talenten en kwaliteiten zodat de kinderen een levensdoel voor ogen kunnen hebben. Met dit talent kan ik de kinderen laten nadenken over de droom die zij hebben. Met kwaliteiten kan ik kinderen bewust maken van hun competenties. Hierbij kan ik de kinderen zelfvertrouwen bieden en daarbij ook mogelijk een positief zelfbeeld. Het levensbeschouwelijk leren is leren met hart, ziel, verstand en lichaam. Volgens van den Berg e.a. (2007) moet ik hierbij kinderen op diverse ontwikkelingsgebieden stimuleren tijdens mijn levensbeschouwelijke activiteiten. Het gaat hierbij om de zeven basale vermogens voor persoonlijke levensbeschouwelijke ontwikkeling: Waarnemen Vragen Voorstellen Dialogiseren Waarderen Handelen Om de ontwikkelingsgebieden van het levensbeschouwelijk leren te benaderen, heb ik diverse middelen gebruikt tijdens mijn lessenserie. Ik heb kinderen tekeningen laten maken om geluk te verbeelden, ik heb bijbelse en filosofische verhalen gebruikt om geluk in een context te plaatsen, ik heb een spel gebruikt om geluk concreet te maken en ik heb een liedje gebruikt voor de beleving. Daarnaast heb ik de lessenserie op een bewuste manier geordend. Ik ben namelijk van mening dat de kinderen eerst zelf betekenis moeten geven aan het begrip geluk, dan het begrip moeten concretiseren en ten slotte geluk in een context moeten plaatsen. Daarom gaan de kinderen tijdens de eerste activiteit een tekening maken over een moment waarbij de kinderen een gevoel van geluk hebben ervaren. De kinderen gaan in dialoog over het soort geluk wat zij hebben getekend. Vervolgens gaan we aan de hand van een filosofisch verhaal praten over wat geluk is, wanneer je geluk kunt ervaren, of geluk tastbaar is en hoe lang het gevoel van geluk blijft bestaan. Vervolgens gaan de kinderen dieper nadenken over hun levensgeluk door bewustwording van hun talenten, kwaliteiten en dromen. Ten slotte gaan de kinderen alle kennis en ervaringen toepassen bij het bespreken van een filosofisch verhaal waarbij wordt besproken dat geluk niet te vangen is. Lessenserie en reflectie Activiteit 1: Wat is geluk? Doel: De kinderen kunnen een definitie koppelen aan het begrip geluk en kunnen dit verbeelden middels een tekenening. Het is van belang dat de kinderen eerst zelf een definitie en een beeld koppelen aan het begrip geluk. De kinderen maken een tekening met de titel Ik ben gelukkig als.. Met behulp van deze tekening gaan de kinderen met elkaar in gesprek. De tekening is het uitgangspunt van het gesprek dat de kinderen gaan voeren. In het gesprek worden drie vragen gesteld: - Wanneer ben ik gelukkig? - Wat maakt mij gelukkig? - Welk moment maakte mij het gelukkigst? Het gesprek wordt in een coöperatieve werkvorm uitgevoerd. Via een mix-tweetal gesprek worden de gesprekken steeds met een ander kind uitgevoerd. 15

16 Eerst stelt de leerkracht de vraag, vervolgens lopen de kinderen door de klas waarbij ze nadenken over hun antwoord en op het teken van de leerkracht praten de kinderen in tweetallen over de vraag. De tekening is het uitgangspunt van het gesprek. Wanneer de drie vragen met diverse kinderen zin besproken, wordt er klassikaal een woordweb gemaakt over de belangrijkste aspecten van het begrip geluk. Reflectie: Het was een interessante werkvorm waarbij iedere kind een andere betekenis gaf aan het begrip geluk. Er kwam al snel ter sprake dat geluk een complex begrip is die niet in een paar woorden is te definiëren. In de tekeningen waren duidelijk diverse aspecten zichtbaar die invloed hebben op het geluksgevoel. Volgens de tekening is geluk te vinden in materieel bezit, vriendschap en bijzondere of prettige gebeurtenissen. Slechts een aantal kinderen hadden gekozen om hun droom te verbeelden. Deze aspecten komen ook terug in het literatuuronderzoek. Echter is één aspect niet verbeeld en dat is het geluk in het geloof. Misschien is de rede hiervan dat het geloof minder tastbaar is en daardoor minder makkelijk te verbeelden. In de volgende activiteiten komt ook dit aspect ter sprake en wordt er ruimte geboden om ook dit aspect te verbeelden en te bespreken. Tijdens het dialoog tussen de kinderen werd het duidelijk dat de kinderen alle een andere mening hadden over het bereiken van geluksgevoel. Hierbij werd nog eens duidelijke dat geluk een subjectieve waarneming is en alleen door het individu beleefd kan worden. Activiteit 2: Filosoferen over geluk Doel: De kinderen kunnen onderscheid maken tussen diverse factoren die het geluksgevoel kunnen benoemen Tijdens de tweede activiteit wordt eerst nog teruggekeken naar de woordweb die tijdens de eerste activiteit is gemaakt. Hierbij wordt besproken welke betekenissen de kinderen hebben gegeven aan het begrip geluk. Na de terugblik vertelt de leerkracht het verhaal over de steenhouwer (bijlage 1). Het verhaal gaat over een steenhouwer die door negatieve ervaringen steeds iets anders wil zijn. Echter wil de steenhouwer uiteindelijk toch zichzelf zijn. Na afloop van het verhaal worden er een aantal filosofische vragen gesteld: - Waar gaat dit verhaal volgens jou over? Wat wil het verhaal vertellen? - Ben je het eens met het moraal of vind je het onzin? - Komt het gevoel vanuit het verhaal je bekend voor? Dat je meer wilt en niet ziet wat je al hebt. - Wat heeft meer willen met geluk te maken? Word je daar gelukkig van of ik geluk iets anders? Het is van belang dat de leerkracht zich tijdens het gesprek op de achtergrond houdt. De leerkracht zorgt ervoor dat de vragen worden gesteld en dat het gesprek goed verloopt, maar het mag niet zijn eigen mening geven. Bij het reflecteren vraagt de leerkracht wat de kinderen nu echt belangrijk vinden aan een gelukkig leven. Kunnen de kinderen onderscheid maken tussen materieel bezit, sociale contacten, kwaliteiten en waarden en normen. Reflectie: Ik merkte dat de kinderen met goede opmerkingen kwamen aan de hand van de filosofische vragen. De kinderen kwamen met de conclusie dat de mens gelukkig moet zijn met wie hij of zij is. Daarnaast vertelden de kinderen dat ze het belangrijk vinden dat iedereen gerespecteerd wordt en dat de mensen elkaar moeten helpen. We moeten elkaars kwaliteiten benutten en samen bundelen. De kinderen bekende daarnaast dat ze wel eens jaloers zijn op een kwaliteit van een ander wat al eerder is benoemd in het literatuuronderzoek als sociale vergelijking. Het mooiste van deze les vond ik dat een aantal kinderen aangaven dat ze eerst geluk koppelde aan materieel bezit, maar na deze les van mening zijn veranderd. Het is ook makkelijker om gelukkig te zijn over iets tastbaars, maar de waarde van andere factoren kunnen vele male groter zijn. Activiteit 3: Tegenslagen en de wensmachine Doel: De kinderen weten dat geluk soms gepaard gaat met tegenslagen en de kinderen kunnen een persoonlijke en realistische wens uitspreken. 16

17 De derde activiteit staat in het teken van het lied tranen van geluk van Paul de Leeuw. In het lied wordt gezongen over aspecten die het leven gelukkig kunnen maken, maar ook het verwerken van tegenslagen. Het lied wordt gezongen met de kinderen en de tekst wordt besproken met de kinderen. Hierbij vertel ik mijn levenservaring waarbij is spreek over het bereiken van mijn wens en de tegenslagen die ik hierbij heb moeten verwerken. De leerkracht vraagt vervolgens of de kinderen een vergelijkbare situatie hebben meegemaakt of een vergelijkbare situatie kunnen benoemen. Vervolgens schrijven de kinderen een brief waarin de kinderen een wens schrijven die geluk zou moeten brengen. De brieven worden ook in de wensmachine gestopt die door de leerkracht is ontworpen. Ten slotte worden de wensen uit de wensmachine gehaald en worden de wensen met de kinderen besproken: - Wat maakt jouw wens je gelukkig? - Heb je een wens van iemand anders die je graag ook zou willen? - Welke wensen zijn haalbaar en welke niet? - Maakt geld of bezit gelukkig? Reflectie: Het liedje vonden de kinderen ontzettend interessant om te zingen en het had een activerende werking. Het benoemen van een situatie met tegenslag was lastig voor de kinderen. Het is ook lastig omdat de kinderen van deze leeftijd minder levenservaringen hebben dan ik heb gehad. Opvallend was dat de kinderen nauwelijks tot materiele wensen kwamen in de wensmachine. De kinderen gaven aan dat de voorgaande twee lessen hebben geholpen bij het nadenken over het ware geluk. De meeste kinderen kwamen met wensen die de maatschappij en de wereld zouden verbeteren. De wensen van wereldvrede en geen armoede kwamen geregeld voor. Ik heb hierdoor ook een tweede ronde gedaan waarbij de kinderen ook een persoonlijke wens moesten indienen. Hieruit kwamen geregeld wensen op basis van vriendschap en welzijn. Een enkele kind kwam met een wens over zijn of haar toekomst. Daarom ben ik ook nieuwsgierig hoe de kinderen denken over hun toekomst na de volgende les. Activiteit 4: Talenten en kwaliteiten Doel: De kinderen zijn bekend met de christelijke opvatting over geluk en kunnen kwaliteiten van elkaar benoemen. De vierde les staat in het teken van het Bijbelse verhaal over talenten, Mattheus 25: In het verhaal wordt vertelt hoe talenten gebruikt moeten worden. Hierbij staat centraal dat je talenten van God hebt gekregen en dat je deze ook moet gebruiken. Naar aanleiding van het verhaal worden er een aantal vragen gesteld: - Wat is het thema van het verhaal? - Welke talenten krijgen de personen? Wat doen de personen met deze talenten? - Waarom is de meester boos op Lamech? - Waarom begraaft Lamech zijn talenten? - Herken je de situatie vanuit het verhaal? Heb jij een talent? Gebruik je dit talent ook? Vervolgens wordt het kwaliteitenspel gespeeld. De kinderen krijgen in het groepje een aantal kaartjes waarop kwaliteiten staan. Om de beurt pakt een kind een kaartje vanuit de stapel en geeft dit kaartje aan een van de medeleerlingen. Het gaat hierbij om dat de kinderen elkaars kwaliteiten kunnen benoemen, maar ook vooral waarom het kind deze kwaliteit heeft. Reflectie: Het verhaal bracht genoeg gespreksstof met zich mee. De kinderen wisten heel goed waar het verhaal over ging en welke boodschap het verhaal brengt. Het was nog lastig om het verhaal te vertalen naar de werkelijkheid. Maar na een goede verdieping wisten de kinderen heel goed te vertellen dat de talenten die je heb gekregen, ook daadwerkelijk moet ontplooien. Naar aanleiding van het verhaal konden een aantal kinderen wel benoemen waar ze goed in zijn, maar kwamen vaak niet verder dan het goed kunnen voetballen. De kaartjes van het kwaliteitenspel zorgde voor nieuwe inzichten bij de kinderen. Het zijn kwaliteiten waar de kinderen niet zo snel aan hadden gedacht. Het was leuk om te zien dat de kinderen ook echt een positief zelfbeeld gingen ontwikkelen, omdat ze zich bewust waren van hun eigen competenties. Ook de kinderen die geregeld onzeker zijn over hun eigen sociale positie, fleurde helemaal op na deze activiteit. 17

18 Activiteit 5: Jouw droom en jouw geluk Doel: De kinderen kunnen een persoonlijk levensdoel benoemen met de kwaliteiten die je daarvoor kunt gebruiken en de tegenslagen die je tegen zou kunnen komen. Tijdens de vijfde activiteit staat een ladder naar de hemel als symbool centraal (bijlage 2). Vooraf wordt de afbeelding bekeken. De leerkracht vraagt aan de kinderen welke betekenis over geluk zij zouden koppelen aan de afbeelding. Het is interessant om te kijken of de kinderen de trap vergelijken met hun droom en de toekomst. De leerkracht geeft aan dat de ladder symbool staat voor de weg naar het geluk. De ladder heeft vele treden dus er moeten veel treden gepasseerd worden voordat je bij het geluk aankomt. De kinderen gaan in een werkblad (bijlage 3) een droom weergeven door middel van een tekening. Bij de ladder schrijven de kinderen kwaliteiten of talenten die zij nodig hebben om deze droom te bereiken. Maar zij benoemen ook welke tegenslagen zij zouden kunnen tegenkomen in de weg naar het geluk. Het is daarbij van belang dat de leerkracht aangeeft dat de droom realistisch en haalbaar moet zijn. Aan de linker kant van de ladder komen kwaliteiten of talenten die de kinderen al bezitten en aan de rechter kant komen kwaliteiten of talenten die nog ontwikkeld moeten worden. In de voorgaande les zijn al kwaliteiten aan bod gekomen en deze kunnen zij ook gebruiken. Reflectie: Het was opvallend dat de kinderen al snel een aantal betekenissen konden koppelen aan de hemelse trap. De eerste reacties op de afbeelding gingen over de trap naar het geluk. Daarna associeerde de kinderen de trap met goedheid vanwege het geloof en het dromen vanwege de wolken. Uiteindelijk kwamen de kinderen tot de werkelijke betekenis van de hemelse trap. Vervolgens hebben we een dialoog gehouden over de dromen van kinderen en geregeld kwamen er dromen ter sprake die moeilijk realiseer zijn. We hebben daarom eerst gesproken over haalbare doelstellingen. We kwamen uiteindelijk tot de conclusie dat je altijd een mooie droom in het achterhoofd moet hebben, maar dat er ook haalbare doelstellingen moeten zijn in het leven. Het benoemen van eventuele tegenslagen was wel heel lastig voor de kinderen. Daarentegen konden de kinderen weer wel goed benoemen aan welke kwaliteiten ze nog moeten werken. Activiteit 6: De vogel van geluk Doel: De kinderen kunnen alle aspecten die benoemd zijn in de vorige lessen benoemen en verwerken in een muurkrant. Hierbij kunnen zij hun persoonlijk opvatting over geluk beschrijven in een conclusie. Tijdens de laatste les van de lessenserie staat een sprookje centraal van de vogel van geluk (bijlage 7). Tijdens het sprookje wordt duidelijk dat geluk niet te vangen is en dat geluk over materiaal bezit maar van tijdelijke aard is. Er worden een aantal vragen gesteld aan de kinderen: - Wat is het moraal van het sprookje? - Wat is het verschil tussen geluk hebben en gelukkig zijn? - Kunnen arme mensen gelukkig zijn en rijke mensen ongelukkig? - Welke waarde heeft bezit voor geluk en hoe lang kan dit voor geluk zorgen? Ten slotte gaan de kinderen in groepjes een muurkrant maken over geluk. Ieder groepje gaat aan de slag met een filosofische vraag over geluk. De vragen zijn gebaseerd op het boek Wat is geluk? uit FiloSofie. De vragen zijn: - Hoe weet je dat je gelukkig bent? - Is het makkelijk om gelukkig te zijn? - Moet je geluk zoeken tegen elke prijs? - Maakt geld gelukkig? - Heb je anderen nodig om gelukkig te zijn? - Waarom zijn we soms ongelukkig? Met behulp van de vragen en antwoorden van het boek gaan de kinderen een gesprek voeren en noteren zij de belangrijkste conclusies op een muurkrant. Daarbij tekenen ze nog afbeeldingen die een meerwaarde hebben ter verduidelijking van het onderwerp. Ten slotte geven de diverse groepen een presentatie aan de hand van de muurkrant die zij hebben ontworpen. 18

19 Reflectie Het verhaal was best lastig voor de kinderen. De kinderen begrepen wel dat geluk niet te vangen is, maar konden dit maar moeilijk vertalen naar de werkelijkheid. Met behulp van gerichte vragen kwamen de kinderen langzaam tot het moraal van het verhaal. De muurkranten zijn fantastisch geworden. Alle aspecten over geluk die we in de afgelopen lessenserie hebben behandeld heb ik terug kunnen vinden in de muurkranten. Daarnaast was het ook mooi om te zien hoe de samenwerking tussen de kinderen verliep. De kinderen hebben goed nagedacht over de vragen en hebben alle meningen gedeeld. Daarnaast hebben de kinderen vol enthousiasme hun muurkrant gepresenteerd. De muurkranten heb ik aan het einde van de lessenserie opgehangen in de klas. Reflectie op de praktijk Ik ben uiteindelijk zeer tevreden over het eindresultaat van mijn lessenserie. Ik ben van mening dat ik daadwerkelijk een bijdrage heb geleverd aan de identiteitsontwikkeling van de kinderen. Ik denk dat de kinderen nu duidelijk voor ogen hebben welke factoren leiden naar het levensgeluk. Daarnaast zijn de kinderen er bewust van geworden dat geluk een subjectieve waardering is van levensvoldoening. Er zijn zelfs kinderen die naar aanleiding van de lessenserie een andere opvatting hebben gekregen over het bereiken van levensgeluk. Het mooiste resultaat wat ik met de kinderen heb geboekt is de bewustwording van eigen kwaliteiten. Ik merkte dat de kinderen zeer positief reageerde nadat ze een gevoel van competentie hadden ervaren. Het gaf hen een zelfvertrouwen en hopelijk een stimulans voor een positief zelfbeeld. Vooraf wisten de kinderen niet goed wat ze zouden kunnen bereiken met hun kwaliteiten, maar na de lessenserie konden alle kinderen aangeven wat ze graag zouden willen bereiken in het leven. In de toekomst wil ik naar meerdere uitdagende werkvormen zoeken die ik met dit thema kan koppelen. Ik ben achteraf van mening dat ik tijdens deze lessenserie nog meer uit de leerlingen had kunnen halen. Ondanks dat ik tevreden ben over het eindresultaat, denk ik dat ik nog meer verdieping moet zoeken. Het is nog vrij oppervlakkig gebleven en dit zou ik nog kunnen verbeteren in een volgende lessenserie. In mijn onderzoek heb ik leervragen gesteld waarin ik tijdens het onderzoek wilde werken. In mijn leervragen had ik de volgende doelen gesteld: Ik organiseer creatieve, uitdagende en actuele leerarrangementen waarbij ik de ontwikkeling van de kinderen kan stimuleren op gebied van levensbeschouwelijke- en morele ontwikkeling. Ik kan een rijke leeromgeving creëren waarin kinderen met gevoel, verstand en verbeelding nadenken over levensbeschouwelijke thema s. Je kan ervaringen van kinderen en van mijzelf verbinden met ervaringen en opvattingen, verhalen en beelden, rituelen en symbolen, feesten en sociale verbanden, en de moraal van mensen uit christelijke en andere levensvisies. Ik ben van mening dat ik erin geslaagd ben om aan de bovenstaande leervragen te werken. Ik heb gezocht naar de juiste werkvormen die passen bij het thema geluk. Ik heb dit gedaan uit diverse bronnen en heb onder andere filosofische verhalen, een lied en een spel gebruikt. De activiteiten hebben ervoor gezorgd dat de kinderen zich met gevoel, verstand en verbeelding hebben verdiept in het thema. 19

20 Reflectie van het onderzoek Reflectie op mijn professionele identiteit Naar aanleiding van het onderzoek identiteit heb ik nieuwe inzichten verworven met betrekken tot mijn professionele identiteit. Door het onderzoeken van diverse factoren op geluksgevoel heb ik kunnen zien welke factoren invloed kunnen hebben op geluk. Het belangrijkste onderscheid wat ik nu kan maken in het verschil tussen geluk hebben en geluk zijn. Bij geluk hebben is vaak voor korte termijn en hebben wij als mens geen invloed op en bij gelukkig zijn gaat het op de subjectieve waarneming op levensvoldoening. Ieder mens kan levensvoldoening vanuit diverse bronnen halen. De voornaamste bronnen zijn geloof, vriendschap, bijzondere belevingen en talent. Dit zijn vaak de geluksmoment die voor het hele leven gelden. Aardse rijkdommen kunnen zeker voor een situatief geluksgevoel zorgen, maar in het achterhoofd moet ik onthouden dat dit niet het ultieme en ware geluk is. In mijn leven heb ik altijd veel waarde gehecht aan persoonlijke eigendommen, maar ik ben me ervan bewust geworden dat andere factoren van veel grotere waarde kunnen zijn. Toch ontken ik niet dat een gelukkig leven kan ontstaan uit goede levenskansen. Gezondheid en welzijn vind ik belangrijke factoren die het geluk kunnen stimuleren, maar dit zijn niet de directe bronnen tot geluk. De boeddhistische opvatting over geluk heeft mij een totaal andere kijk gegeven op het levensgeluk. Er zijn meerdere overeenkomsten met de christelijke visie zoals het geluk vinden in goede daden. Echter zijn de boeddhisten ervan overtuigd dat we ons als mensen niet moeten hechten aan bezit en relaties vanwege de onbestendigheid. Omstandigheden zijn beïnvloedbaar en kunnen van geluk een zorg maken wat tot lijden kan zorgen. Juist de aardse rijkdommen zijn onstabiel, omdat deze afhankelijk zijn van eigen emoties, omstandigheden en persoonsvorming. Het is een opvatting die ik in het achterhoofd houd. Naast de nieuwe inzichten ben ik ook tot een bevestiging gekomen. Mensen zoeken naar zelfverwezenlijking en zelfontplooiing. Het ontwikkelen van talent vanuit eigen overtuiging kan ook een factor tot geluk zijn. Het kiezen van je eigen levenspad kan ervoor zorgen dat tegenslagen overwonnen worden waardoor een hoger doel bereikt kan worden. Reflectie op het onderzoek en feedback van een medestudent In dit onderzoek stond de volgende onderzoeksvraag centraal: Op welke wijze kan ik kinderen helpen in de zoektocht naar een gelukkig mens? Ik denk dat ik dor middel van mijn literatuuronderzoek de juiste aspecten heb gevonden over geluk en dat ik dit op een juiste manier heb verwerkt in een lessenserie. Door middel van inspirerende bronnen heb ik kunnen werken aan de identiteitsontwikkeling van de kinderen. Vooraf had ik een andere lessenserie in mijn hoofd dan na het literatuuronderzoek. De nieuwe inzichten op geluk hebben mijn opvatting gewijzigd en mijn gedachten verbreed. Het heeft ervoor gezorgd dat ik naar bronnen heb gezocht waar ik vooraf niet aan had gedacht. Ik kan dus zeggen dat ook mijn professionele identiteit is ontwikkeld en dat dit onderzoek ook van grote waarde is geweest voor mij. Na afloop van de onderzoekrapportage heb ik feedback gekregen van een medestudent. Deze student heeft mij vooral adviezen gegeven op gebied van het literatuuronderzoek. Ze gaf mij het advies om wat dieper in te gaan op de maatschappelijke visie op geluk en het onderwijskundige aspect op geluk. Naar aanleiding van dit advies heb ik wijzigingen toegepast. Tevens heeft deze student mij geholpen met het vormen van mijn lessenserie. Ik zocht nog naar wat meer diepgang en nieuwe bronnen om te gebruiken. Hierbij heeft mijn medestudent goede en praktische adviezen gegeven. Verder vond de student dat ik een goed verslag had gemaakt waarbij ik goed heb gewerkt aan mijn onderzoeksvraag. 20

21 Literatuurlijst Bastian, H. G., & Zwan, W.. (2003). Muziek maakt slim: Muziekonderwijs stimuleert de intelligentie en de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Katwijk: Panta Rhei. Berg, B.., & Steenis, A.. (2007). Geloof je het zelf?!: Levensbeschouwelijk leren in het primair onderwijs. Bussum: Coutinho. Brenifier, O. (2008). Wat is geluk?. Leidschendam: Biblion Uitgeverij. Bodegraven, N.. (2000). Spelenderwijs filosoferen met kinderen. Maarssen: Elsevier. Booij, P. J., & Bastiaens, J. C. (2004). De Bijbel. Amsterdam: Querido. BTSG. (2014, april 27). De behoeftehiërarchie van Maslow. Opgehaald van BTSG bibliotheek. Feldman, R. S. (2009). Ontwikkelingspsychologie. Benelux: Pearson Education. Fikretakin. (2012, mei 30). Piramide van Maslow. Opgehaald van educatie-en-school.infonu.nl herschepping. (2013, maart 18). behoeften. Opgehaald van herschepping. herschepping. (2013, maart 18). dankbaarheid. Opgehaald van herschepping. Limpt, C. v. (2008, mei 9). De boeddhistische weg naar geluk. Opgehaald van Trouw. Mariawrites. (2009, juni 19). Succes: ploeteren, talent of geluk? Opgeroepen op november 21, 2013, van InfoNu: Nederlands Bijbelgenootschap. (2013). Bijbel: De nieuwe bijbelvertaling. Amsterdam: Dwarsligger. Offringa, B. (2000). Groeien als een boom. Zoetermeer: uitgeverij Meinema. Oomen, P. (2003, maart). We moeten meer genieten. Opgeroepen op november 23, 2013, van psychologiemagazine: Pragt, H. (2013). Gelukkig zijn! Opgeroepen op november 21, 2013, van Heinpragt.com: Sterkenburg, P.., & Goossens, C. (2006). Van Dale groot woordenboek hedendaags Nederlands. Utrecht [etc.: Van Dale Lexicografie. Veenhoven, R. (2002). Groter geluk voor een groter aantal: Is dat mogelijk en wenselijk? Ethiek & Maatschappij,

22 Bijlagen Bijlage 1 Het verhaal de steenhouwer van Nanda van Bodegraven blz. 22 Bijlage 2 Het lied tranen van geluk van Paul van Leeuw blz. 23 Bijlage 3 Mattheus 25: blz. 24 Bijlage 4 Talentenkaartjes blz. 25 Bijlage 5 Afbeelding van de hemelse trap blz. 29 Bijlage 6 Werkblad van de hemelse trap blz. 30 Bijlage 7 Het verhaal van de vogel van het geluk van Baukje Offringa blz

23 23

24 Tranen van geluk Deze wereld is zo prachtig, hij ontroerd me elke dag. In mijn hart en mijn gedachten, zit verdriet maar ook een lach. Genieten van het leven, van ieder jaargetij. Proeven van de liefde, en vrienden aan mijn zij. Soms is er wel wat tegenslag, maar ik weet er komt altijd een nieuwe dag. Iedere morgen, er voor gaan. Ook al sta ik soms alleen, ik sla mijn armen om de wereld heen. Dus maak je geen zorgen om mijn tranen. Want ik kan echt niet meer stuk, en mijn tranen zijn de tranen van geluk. Het allermooiste liedje, over film of schilderij. De dingen die me raken, maken mijn gedachten vrij. De mensen en hun warmte, elke vriendschap die ik sluit. De natuur en haar betovering, zit diep onder mijn huid. Ik heb nooit echt zo erg geloofd. En op een dag heb ik mezelf beloofd. Iedere morgen er voor gaan. Ook al sta ik soms alleen, ik sla mijn armen om de wereld heen. Dus maak je geen zorgen om mijn tranen. Want ik kan echt niet meer stuk, en mijn tranen zijn de tranen van geluk. Alle sterren aan de hemel. Er straalt er 1 voor ieder mens. Een heel gelukkig leven. Dat is wat ik wens. Iedere morgen er voor gaan. Ook al sta ik soms alleen, ik sla mijn armen om de wereld heen. Dus maak je geen zorgen om mijn tranen. Want ik kan echt niet meer stuk, ja mijn tranen zijn de tranen van geluk. mijn tranen zijn de tranen van geluk 24

25 Talenten: Gebruik ze of verlies ze! Denk eens terug toen je pas leerde fietsen. Kon je het meteen de eerste keer? Nee? Sommige dingen leren, kost nu eenmaal tijd. Op dezelfde manier moeten wij oefenen om onze talenten te leren gebruiken. Hoe vaker wij oefenen, des te beter zullen wij zijn en daardoor kunnen wij meer doen om Jezus beter te dienen. Stel je eens de drie dienstknechten voor uit het verhaal van Mattheus 25:14-30; (Zie ook Lessen Uit Het Leven Van Alledag blz ) Jotham, Korazin, en Lamech keken naar elkaar. Ze stonden op hun meester te wachten. Waarom had hun meester ze alle drie laten roepen? Ze waren alle drie het langst in dienst in het huis, maar het was ongewoon dat hun meester hen alledrie op hetzelfde moment liet halen. Er was iets aan de hand. Jotham en Korazin waren aan het raden wat de meester in gedachten had toen Lamechplotseling zag hoe de meester met grote passen naar het huis liep. 'Hier komt ie,' siste hij de anderen toe. 'Ziezo, jullie zijn er allemaal,' zei de meester met een glimlach. Ze voelden zich alledrie gelijk veel beter. De meester was een redelijk mens, maar als hij ergens niet blij mee was, liet hij het je echt wel merken. 'Ik heb vandaag een onverwacht bericht gehad en ik moet voor zaken weg. Ik zal er enige tijd niet zijn. Ik heb heel erg op een ieder van jullie gelet en ik merk dat jullie gereed zijn voor wat meer verantwoordelijkheid. Dus geef ik elk van jullie wat geld om te gebruiken tijdens mijn afwezigheid. Wanneer ik terug ben, verwacht ik dat jullie mij kunnen vertellen wat jullie er mee gedaan hebben. Organiseer dus geen rare feestjes of iets wat daar op lijkt.' Jotham, Korazin, en Lamech keken de meester aan en wisten niet wat ze moesten zeggen. De meester vervolgde, 'Jotham, hier heb je 5 talenten, Jij hebt de meeste ervaring, dus geef ik aan jou het meest.''korazin, aan jou geef ik 2 talenten. Gebruik ze heel verstandig.' Lamech, ik weet dat je jong bent, maar dit is jouw kans om te bewijzen wat je kunt doen. Hier heb je 1 talent. Nu, heren, kijk ik er naar uit om jullie over een paar maanden terug te zien en een goed verslag van jullie te krijgen.' De drie mannen vertrokken en ging elk hun eigen weg op. Een ieder vroeg zich af wat hij het beste kon doen met het geld. Jotham investeerde zijn talenten in de bouw van nieuwe huizen. Korazin kocht een stuk land en plantte daarop iets wat veel geld zou opbrengen. Lamech zag wat den anderen hadden gedaan en schudde zijn hoofd. Wat zal de meester zeggen als de huizen niet verkocht worden? Wat zal de meester zeggen als de oogst mislukt en er geen winst gemaakt wordt? Wat zou ik moeten doen met mijn talent? Opeens bedacht hij een plan dat nooit kon mislukken. Op een avond ging hij zijn tuin in en groef een groot gat. He begroef het talent en plantte op die plek een kleine struik om de plek te onthouden. De tijd verstreek. Lamech voelde zich wat vervelend toen alle huizen van Jotham voor een goede prijs werden verkocht. Korazin had een uitstekende oogst en verdubbelde zijn geld. Lamech vroeg zich af of hij meer had moeten doen. Toen haalde hij zijn schouders op. Hij hoefde tenminste geen boze meester aan te kijken, omdat hij diens geld was kwijt geraakt. Toen kwam het nieuws. De meester was naar huis gekomen en wilde hen alle drie zien. Ze kwamen aan zoals afgesproken. Jotham en Korazin zagen er ontspannen en tevreden uit. Lamech zag er een klein beetje nerveus uit. Zo,' zei de meester, 'hoe zijn de zaken gelopen?' Jotham schraapte zijn keel. Ik investeerde in het nieuwbouwproject aan de rand van de stad en verdubbelde uw geld. Hier zijn 10 talenten zilver.' 'Goed gedaan!' zei de meester en straalde. 'Hoe ging het bij jou, Korazin?' Korazin zei, 'Ik wist dat door de extra huizen er meer mensen hier kwamen, dus kocht ik een stuk grond en verbouwde wat gewassen. Ze waren goed en ik heb ook uw geld verdubbeld. Hier zijn uw 4 talenten zilver. De meester kreeg een grotere glimlach op zijn gezicht en hij zei, 'Dat was een erg goede investering. Goed gedaan. Nou, Lamech, heb ook jij je talenten verdubbeld? Wat deed jij?'lamech keek naar de vloer en wenste dat hij ergens anders was dan daar. 'Ik.. eh... nou. eh.. het was als volgt...' De meester keek hem ongeduldig aan. Lamech ademde diep in en zei, 'Ik begroef het, want ik was bang wat u zou zeggen als ik het kwijt zou raken.' De meesters gezicht werd rood. 'Wat deed je?' 'Ik... ik begroef het,' stamelde Lamech. 'Geef het aan Jotham en ga naar buiten,' schreeuwde de meester. Lamech vertrok. Hij begreep nu dat de meester geen interesse had in wat er met het talent gebeurde, zo lang hij het maar gebruikte. Nadat Lamech weg was, keerde de meester zich naar Jotham en Korazin en zei, 'Goed gedaan. Laten we samen eten en dan kunnen jullie vertellen waar jullie mee bezig zijn geweest.' 25

26 Ik ben Avontuurlijk Behulpzaam Betrouwbaar Creatief Eerlijk Geduldig Gevoelig Ambitieus Behendig Bescheiden Blij Dromerig Enthousiast Gehoorzaam Gezellig 26

27 Grappig Handig Knap Mooi Nieuwsgierig Optimistisch Precies Serieus Gul Kieskeurig Lief Netjes Open Ordelijk Rustig Slim 27

28 Snel Speels Spontaan Tevreden Vriendelijk Wijs Zacht Sociaal Sportief Sterk Voorzichtig Vrolijk IJverig Zelfstandig Zorgzaam 28

29 29

30 30

31 31