Kijken in het onderste gedeelte van je darmen Sigmoïdoscopie onder narcose

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kijken in het onderste gedeelte van je darmen Sigmoïdoscopie onder narcose"

Transcriptie

1 Wilhelmina Kinderziekenhuis Kijken in het onderste gedeelte van je darmen Sigmoïdoscopie onder narcose

2 Wat staat er in deze folder Inleiding voor ouders 2 Informatie voor jongeren vanaf 12 jaar 4 Sigmoïdoscopie 6 Tips 22 Wil je meer weten? 24 Voor ouders: voorbereiding en begeleiding 25 Onder ouders verstaan wij ook verzorger(s), pleeg- of adoptieouder(s) U kunt wijzigingen of aanvullingen op deze informatie doorgeven per patienteninformatiewkz@umcutrecht.nl 1

3 Inleiding voor ouders Een onderzoek in een ziekenhuis kan een ingrijpende gebeurtenis zijn. Uw kind voelt zich misschien niet goed of heeft zelfs pijn. Het krijgt te maken met verschillende behandelaars en hoort allerlei medische termen. Wij vinden het belangrijk u en uw kind hierbij goed te begeleiden. Lees de folder eerst zelf. U kunt de tekst daarna voorlezen of in uw eigen woorden navertellen. Of uw kind leest de tekst zelfstandig. Bespreek daarna samen of alles duidelijk is. Als u korte vragen stelt over de tekst, kunt u nagaan of uw kind de informatie begrepen heeft. Achterin deze folder staat hoe u uw kind kunt voorbereiden en begeleiden bij het onderzoek. Deze folder is bedoeld om uw kind voor te bereiden op het onderzoek. Maar ook om ú te informeren over wat er gaat gebeuren. Begrijpelijke informatie is nodig. Het geeft vaak meer zekerheid en vertrouwen. Een deel van de voorlichting gebeurt in het ziekenhuis. De arts vertelt: waarom uw kind dit onderzoek krijgt hoe we dit onderzoek doen Thuis stellen kinderen meestal meer vragen dan in het ziekenhuis. Uw kind vertrouwt u. Daarom kunt u het beste uitleggen wat er gaat gebeuren. U weet welke informatie uw kind begrijpt en kan verwerken. Deze folder helpt u bij de voorbereiding. 2 3

4 Belangrijke informatie voor jongeren vanaf 12 jaar Tips Een onderzoek in het ziekenhuis kan vervelend zijn. Je krijgt te maken met verschillende artsen, assistenten en verpleegkundigen. Je hoort ook allerlei medische termen. Wij willen je zo goed mogelijk voorbereiden op het onderzoek. Lees daarom deze folder goed door. Als je weet wat er gaat gebeuren, ben je meestal minder zenuwachtig. Je ouders lezen deze folder ook. Vraag of ze kunnen uitleggen wat je niet snapt. Neem iemand mee naar het ziekenhuis. Je vader, moeder of iemand anders die je vertrouwt. Praat met je ouders, broers, zussen, vrienden en vriendinnen over wat er gaat gebeuren in het ziekenhuis. Schrijf je vragen op, dan vergeet je ze niet. Bij je volgende bezoek aan het ziekenhuis kun je ze stellen. Wie beslist: jij, je ouders of samen? Wat is het beste voor je als je ziek bent? Wie beslist dat eigenlijk? Moet er rekening gehouden worden met jouw mening? Dat staat in een speciale wet: de Wet op de Geneeskundige Behandelings Overeenkomst (WGBO). Wil je meer weten? Ben je ouder dan 12 jaar Dan moet de dokter ook aan jou vragen of je het goed vindt wat hij gaat doen. Jij en je ouders moeten allebei toestemming geven. Maar wat gebeurt er als jij het niet eens bent met je ouders? Hoe gaat het dan? Ook dat staat in deze wet. Lees er meer over op Ben je ouder dan 16 jaar Dan beslis je zelf. Dan is alleen jouw toestemming nodig. Maar moet de arts dan wel informatie over de behandeling geven aan je ouders? Lees er meer over op 4 5

5 Sigmoïdoscopie Je komt in ons ziekenhuis voor een sigmoïdoscopie. Dat is een kijkonderzoek van het laatste gedeelte van je dikke darm. De dokter gebruikt hiervoor een speciale slang met daaraan een lampje en een kleine camera. Sigmoïdo-scopie bestaat uit twee woorden: sigmoïd is het latijnse woord voor het laatste, s-vormige deel van de dikke darm scopie betekent kijkonderzoek. Met een sigmoïdoscopie kan de dokter: afwijkingen aan je dikke darm opsporen, zoals een ontsteking. Dagopname in het WKZ Een sigmoïdoscopie gebeurt meestal tijdens een dagopname. Dat betekent dat je op de dag van het onderzoek naar het ziekenhuis komt, en dezelfde dag weer naar huis mag. Je hoeft dus s nachts niet te blijven slapen. Als je naar het ziekenhuis komt, ga je naar de afdeling dagbehandeling. Deze afdeling heet Jumbo. Dat is in het WKZ op de 2e verdieping. Het onderzoek gebeurt op de operatieafdeling van het WKZ, afdeling Dromedaris. Als je al in het ziekenhuis ligt, ga je vanuit je eigen afdeling naar afdeling Dromedaris. Je vader, moeder, of iemand anders die je graag bij je hebt, mogen de hele dag bij je blijven. Alleen niet als in de operatiekamer de sigmoïdoscopie gedaan wordt. Je ouder blijft op de operatiekamer bij je totdat je in slaap valt (onder narcose bent). Daarna gaan ze weg, Maar dat merk je niet, omdat je dan onder narcose bent. Als je weer wakker wordt, is je ouder weer bij je. een stukje weefsel afnemen voor onderzoek Het onderzoek duurt ongeveer 25 minuten. Narcose Een sigmoïdoscopie is geen prettig onderzoek. Om goed te kunnen kijken, schuift de dokter een soepele slang (een endoscoop) heel voorzichtig in je anus (dat is je poepgaatje). Dat is vervelend en soms doet het zelfs een beetje pijn. Daarom doen we een sigmoïdoscopie onder narcose. Narcose wil zeggen dat je gaat slapen met behulp van medicijnen. Je merkt dan niets van de sigmoïdoscopie. 6 7

6 Je spijsvertering en je darmen Spijsvertering bestaat uit twee woorden: Spijs = eten Verteren = verbruiken, omzetten naar voedingsstoffen Bij de spijsvertering zet je lichaam alles wat je eet en drinkt om in hele kleine deeltjes. Die deeltjes heten voedingstoffen. Je lichaam kan deze voedingstoffen opnemen en gebruiken. Je krijgt er energie van. Daardoor kun je actief zijn. In je lichaam maken de organen van het spijsverteringskanaal het voedsel klein. Al deze organen werken samen. Zo maakt het eten een reis door je lichaam. Het begint als je eten in je mond stopt. Het eindigt als je gepoept hebt. Van boven naar beneden dus! In je lichaam maken de organen van het spijsverteringskanaal het voedsel klein. Al deze organen werken samen. Zo maakt het eten een reis door je lichaam. Het begint als je eten in je mond stopt. Het eindigt als je gepoept hebt. Van boven naar beneden dus! Mond: Je tanden en kiezen in je mond maken het eten klein. Er komt speeksel bij het eten. In speeksel zitten bepaalde stoffen die inwerken op het eten. De spijsvertering begint dus meteen. Slokdarm: Als je je eten doorslikt, komt het in de slokdarm. De slokdarm drukt het eten naar je maag toe. Sommige stoffen uit je eten verteren hier al. Maag: Je maag maakt een soort knijpende beweging. Het eten wordt dan nog fijner gemalen. Er komt ook maagzuur bij het eten. Het maagzuur maakt een groot deel van bacteriën in je eten dood. Dat is goed, anders zou je snel ziek worden. Twaalfvingerige darm: Dit is het gedeelte tussen je maag en de dunne darm. Je alvleesklier, je lever en gal sluiten hier aan op het spijsverteringskanaal. Er komen vloeistoffen uit je alvleesklier en je gal bij je eten. Je eten is daarna helemaal omgezet in kleine voedingsstoffen. Dunne darm: Vanuit de dunne darm komen al veel voedingsstoffen in het bloed. Het bloed brengt het naar de rest van je lichaam. Dikke darm: Vanuit de dikke darm komen de laatste voedingsstoffen en water in het bloed. 8 9

7 Endeldarm: Wat er nu nog overblijft, heb je niet nodig. Dat noemen we ontlasting (of poep). De endeldarm is een soort verzamelplaats voor de ontlasting. Anus (je poepgaatje): Via je anus verlaat de ontlasting je lichaam. Hoe werkt een endoscoop? Bij een sigmoïdoscopie gebruikt de dokter een endoscoop. Dat is een soepele slang. Aan het uiteinde zit een klein lampje en een minicamera. De camera zit vast aan een beeldscherm. De dokter kan dan de binnenkant van je darm op het beeldscherm zien. Hij kan ook foto s maken van de beelden die hij ziet. Vóór de opname Een tijdje vóór de sigmoïdoscopie heb je een afspraak op de POS-poli. POS is de afkorting van: Pre Operatief Spreekuur. Dat betekent: het spreekuur vóór een onderzoek, behandeling of operatie onder narcose. Narcose wil zeggen dat je gaat slapen met behulp van medicijnen. Je voelt dan niks van de sigmoïdoscopie. We noemen dit wel slapen, maar het is geen gewone slaap. Als je onder narcose bent, kun je niet uit jezelf wakker worden. De anesthesioloog is de dokter die jou de slaapmedicijnen geeft. Hij zorgt voor jou als je onder narcose bent en hij zorgt ervoor dat je weer wakker wordt als de sigmoïdoscopie klaar is. We noemen hem ook wel de slaapdokter. De POS-poli is in het WKZ op de 1e verdieping bij receptie 8. Op de POS-poli heb je, samen met je ouders een gesprek met de POS-verpleegkundige of met de slaapdokter

8 Wat gebeurt er op de POS-poli? Ze willen van alles weten over je gezondheid. Bijvoorbeeld: welke ziektes je hebt gehad of je koorts hebt of je verkouden bent Soms meten ze je gewicht, je lengte, je bloeddruk of je hartslag. Dit doet geen pijn. Ze bespreken met jou en je ouders: hoe het gaat als je onder narcose gaat hoe jij het beste de narcose kunt krijgen: - met een prik - of met een kapje - wat jou kan helpen als je pijn hebt of bang bent Als je tegen de narcose op ziet, zeg het dan tegen de POSverpleegkundige of de slaapdokter! Op de POS-poli krijg je een folder over de narcose. Dan kun je nog eens nalezen wat er is verteld. Voor ouders Gebruikt uw kind bloedverdunningsmiddelen? Dan kan het zijn dat uw kind deze al vóór de sigmoïdoscopie niet meer mag nemen. Overleg dit vóór de opnamedag al met de arts Gebruikt uw kind insuline? Dan raden we u aan om met de arts te overleggen. Misschien is het beter de dosis aan te passen. Is uw kind allergisch, bijvoorbeeld voor contrastvloeistof? Meld dit dan altijd. (Kinder)aspirine is een pijnstiller die het bloed verdunt. Daardoor is er meer kans op nabloedingen. Geef uw kind daarom minstens twee weken voor de operatie geen (kinder) aspirine. Als uw kind een pijnstiller nodig heeft, kunt u wel (kinder)paracetamol geven. Kort voor de narcose mag uw kind geen vaccinatie krijgen. We houden de volgende periode aan: - twee dagen voor de narcose geen DKTP- en meningokokken-vaccinatie - twee weken voor de narcose geen BMR-vaccinatie Vóór de sigmoïdoscopie Wat moet je van tevoren weten? Voorbereiding thuis Voor de narcose moet je een tijdje nuchter zijn. Je hoort op de POS-poli hoe lang tevoren dit is

9 Voorbereiding in het WKZ De dokter wil goed kijken in je darmen. Daarom moeten ze goed schoon zijn. Hiervoor krijg je een klysma. Dit krijg je dertig tot vijfenveertig minuten vóór het onderzoek. Een klysma zorgt ervoor dat je snel en veel moet poepen. Je darmen zijn daarna helemaal leeg. Het gaat zo: We brengen voorzichtig een dun slangetje in je anus, tussen je billen. Dit voelt hetzelfde als een zetpil of een thermometer. Om het makkelijker te laten glijden, zit er een glijmiddel aan het slangetje. Daardoor is het glibberig. Via het slangetje laten we een vloeistof in je darmen lopen. Alle resten die nog in je darmen zitten, lossen op in deze vloeistof. Als alle vloeistof in je darm zit, halen we het slangetje er weer uit. Vaak moet je daarna snel naar de WC. De vloeistof en de resten uit je darmen komen er dan uit. Het kan zijn dat je een beetje buikkramp krijgt van het klysma. Voor meisjes Het kan natuurlijk gebeuren dat je toevallig op de dag van het onderzoek ongesteld bent. Als je dit vervelend vindt, meld dit dan even. We kunnen het onderzoek dan eventueel uitstellen. Naar de operatiekamer In de folder Narcose lees je hoe het gaat als je onder narcose gaat. Voor alle duidelijkheid vertellen we het hier nog een keer in het kort: Op de verpleegafdeling Als je wilt kun je de voorbereidingsspullen nog een keer bekijken. Je krijgt een operatiejasje aan en een naambandje om. Als je aan de beurt bent, ga je in bed of bij je ouder op de arm. Jullie gaan samen naar de wachtruimte (holding) bij de operatiekamer. In de holding Eén van je ouders en de pedagogisch medewerker of verpleegkundige doen een schort aan, blauwe 'slofjes' over de schoenen en zetten een speciale muts op. De medewerkers van de operatiekamer (met een groen pak en een muts) komen jullie ophalen. Meestal stellen ze nog wat vragen aan jou en je ouders. Ze nemen jou, één van je ouders en de pedagogisch medewerker of verpleegkundige mee naar de operatiekamer

10 In de operatiekamer Je gaat op de operatietafel liggen. Je krijgt een plakker met daarin een klein lampje op je vinger of teen geplakt. Je krijgt drie monitor-stickers op je borst geplakt. Je krijgt de narcose met een kapje of een prik. Als je slaapt gaat je vader of moeder terug naar de afdeling. De dokter doet de sigmoïdoscopie. In de uitslaapkamer Je ligt weer in je eigen bed als je wakker wordt. Eén van je ouders mag bij je komen zitten. Je hebt nog steeds de monitor-stickers, het lampje op je vinger. Je hebt een infuus in je hand. Als je goed wakker bent, rijden ze je met bed en al weer naar de afdeling. Twan (9 jaar): Ik vond het maar een naar idee, zo n slang in mijn poepgaatje. Daarom vond ik het wel fijn dat ik er niets van zou merken. Toch vond ik het spannend om naar de operatiekamer te gaan en een kapje te krijgen. Maar dat viel gelukkig mee, mijn moeder was steeds bij me

11 Na de sigmoïdoscopie Terug op de afdeling Als je weer op de afdeling bent, mag je rustig in je bed blijven liggen. De verpleegkundige komt regelmatig bij je kijken. Misschien voel je je niet zo lekker, ben je misselijk of heb je ergens pijn. Zeg het tegen je vader of moeder of tegen de verpleegkundige als er iets is. Ze kunnen er dan rekening mee houden of je extra medicijnen geven. Hoe het bij jou zal gaan? Dat is moeilijk van tevoren te zeggen. Als je goed wakker bent, mag je weer wat drinken en eten. De dokter komt vertellen hoe het gegaan is. Voor ouders Naar huis Ga niet met uw kind op de fiets. Bent u met de auto? Zorg dan dat u met z n tweeën bent. Uw kind kan misselijk worden en overgeven. Dan is het lastig om zowel op uw kind als op het verkeer te letten. U kunt ook een taxi bespreken. Bijwerkingen Mogelijke bijwerkingen van de narcose Tijdens een narcose krijg je een buisje in je keel, dat helpt om te ademen. Soms heb je daardoor wat keelpijn of klinkt je stem wat anders als je wakker wordt. Dat gaat na een poosje weer over. Door de slaapmedicijnen kun je misselijk zijn of moet je overgeven. Je kunt hiervoor medicijnen krijgen van de verpleegkundige in de uitslaapkamer of op de afdeling. Soms kan het soms even duren voordat je je weer helemaal de oude voelt. Dat is normaal. Mogelijke bijwerkingen van de sigmoïdoscopie Sommige kinderen hebben na het onderzoek nog wat kramp of buikpijn. Dat komt vooral door de lucht die we in je darm hebben gebracht. Misschien heb je het gevoel dat je nog een keer naar de WC moet. Dat mag natuurlijk. Het is dan wel prettig als één van je ouders in de buurt blijft. Na het onderzoek kun je een beetje bloedverlies hebben. Dat kan wel een week duren. Je merkt het vooral tijdens het poepen of je ziet het in je onderbroek. Complicaties Mogelijke complicaties van de sigmoïdoscopie Zelfs als een onderzoek helemaal goed is gedaan ("volgens het boekje"), kunnen er problemen ontstaan. Zulke problemen noemen we complicaties. Een sigmoïdoscopie is een veilig onderzoek, maar er kunnen 18 19

12 complicaties optreden. De dokter bespreekt dit van tevoren met jou en je ouders. Een zeldzame, maar ernstige complicatie is een darmperforatie. Dat is een scheurtje of gaatje in de darmwand. De kans op een darmperforatie is groter als: de darm ernstig ontstoken is er sprake is van een vernauwing er veel uitstulpingen in de darm zitten De uitslag Vaak komt de arts na de sigmoïdoscopie even bij je op de afdeling. Dan vertelt hij hoe het gegaan is en wat hij gezien heeft tijdens het onderzoek (voorlopige uitslag). De definitieve uitslag krijg je van de dokter die de sigmoïdoscopie aanvraagt. Dat gebeurt tijdens een telefoongesprek of tijdens de eerstvolgende afspraak op de polikliniek. Ongeveer twee weken na het onderzoek is de uitslag bekend. De dokter bespreekt dit dan met jou en je ouders. Neem meteen contact met ons op als je last hebt van de volgende klachten: buikpijn die steeds erger wordt koorts veel bloedverlies Mogelijke complicaties van de narcose Ernstige complicaties door de narcose komen tegenwoordig nog maar heel weinig voor

13 Tips Neem iemand mee naar het onderzoek. Hij of zij kan je helpen als je bang bent. Hieronder staan meer tips. Bespreek van tevoren wat jij graag wilt. Doe je ogen dicht en probeer aan iets leuks te denken. Probeer van tevoren zoveel mogelijk te ontspannen: doe samen een ontspanningsoefening. Bijvoorbeeld afwisselend spieren aanspannen en ontspannen. De pedagogisch medewerker kan je daarbij helpen. Neem iets mee om je af te leiden. Bijvoorbeeld een knuffel, boek, bellenblaas of je MP3-speler. Bedenk met je ouder een verhaal of maak vakantieplannen. Rustig ademhalen kan helpen als je bang bent of pijn hebt. Diep inademen door je neus, tot drie tellen en dan weer uitblazen. Heb je een Pijnpaspoort*? Laat dan zien hoe jij het graag wilt. Heb je geen Pijnpaspoort*? Bedenk dan van tevoren wat jij wilt. Bijvoorbeeld met een kapje of een prikje onder narcose gaan. Bedenk ook alvast wat jou dan helpt. Bijvoorbeeld kijken/niet kijken. Of tellen. Heb je ergens last van? Heb je pijn? Of lig je bijvoorbeeld niet goed? Vertel dit dan altijd. Dan kijken we wat we daar aan/tegen kunnen doen. Als je iets wilt weten of iets niet snapt, mag je het altijd vragen. * Het Pijnpaspoort is een klein boekje waarin je kunt opschrijven wat jou helpt als je pijn hebt of bang bent. Je laat het aan de mensen in het ziekenhuis zien als je dat nodig vindt, bijvoorbeeld voordat je een prik krijgt. Zij kunnen dan rekening houden met jouw wensen, zonder dat je het steeds weer hoeft te zeggen. De pedagogisch medewerker kan je hier meer over vertellen. Misschien vind je het fijn om een hand vast te houden. Of om je te laten masseren of zachtjes op je huid te laten kriebelen

14 Wil je meer weten? Voor ouders: voorbereiding en begeleiding Kijk dan op: De website van de Maag Lever Darm Stichting: of: Heb je nog vragen? Schrijf ze op, dan kun je ze niet vergeten. Je kunt ze stellen als je in het ziekenhuis bent. Voor vragen over een maagontledigingsonderzoek met 13C- octanoaat kun je bellen met de functie-afdeling kinder-mdl: het liefst tussen en uur telefoonnummer Hoe kunt u uw kind voorbereiden Hieronder staan algemene adviezen. U kunt zelf inschatten wat bij uw kind past. Kies een rustig moment voor de voorbereiding. Bij voorbeeld niet vlak voor het slapen gaan. Zorg dat er tijd is voor uw kind om vragen te stellen. Begin bij jonge kinderen niet te vroeg met voorbereiden. Ze hebben een ander tijdsbesef dan volwassenen. Jonge kinderen leven in het hier en nu. Een paar dagen van tevoren is meestal vroeg genoeg. Zorg wel dat er voldoende tijd is om er nog eens op terug te komen. Herhaling is belangrijk. Bij oudere kinderen kunt u wat eerder beginnen. Laat uw kind de informatie navertellen aan uzelf of aan anderen. Zo merkt u of alles begrepen is. Voor andere vragen of advies kun je bellen met een pedagogisch medewerker via het secretariaat Pedagogische Zorg: op maandag, dinsdag en donderdag van 9.00 tot uur telefoonnummer Natuurlijk mogen je ouders deze nummers ook bellen

15 Wat vertelt u en hoe Kies woorden die uw kind begrijpt, vertel zo eenvoudig mogelijk. Sluit aan bij zijn/haar belevingswereld. Vraag wat uw kind al weet over het onderzoek. Een goede voorbereiding zorgt voor minder spanning en onverwachte situaties. Toch kan uw kind zich anders gedragen dan u verwacht of gewend bent. Uw kind kan stil worden, of juist druk, of huilerig. Thuis of tijdens het onderzoek. Geef hier aandacht aan en maak het bespreekbaar. Uw kind voelt zich daardoor gesteund. Leg geen nadruk op nare dingen, maar vertel er wel eerlijk over. Vertel alleen over wat uw kind bewust meemaakt tijdens het onderzoek. Dus over alles wat het ziet, voelt, hoort, ruikt en proeft. Hoe kunt u uw kind begeleiden Ga met uw kind mee naar het onderzoek. Of vraag een ander vertrouwd persoon om mee te gaan. Dat geeft steun en veiligheid. U kunt voor afleiding zorgen. Bespreek thuis al hoe u dat het beste kunt doen. Neem lievelingsspeelgoed, een knuffel en/of een (voorlees)boek mee. U mag verwachten dat we tijdens het onderzoek duidelijk vertellen wat er gebeurt. Stel gerust vragen als u of uw kind iets niet begrijpt

16 Schrijf hier je aantekeningen Colofon Divisie Kinderen Afdeling MDL locatie AZU november 2011, UMC Utrecht KITE

17 UMC Utrecht Locatie WKZ Lundlaan EA Utrecht Tel